|]fo. 15650.
25 Februari. Derde Blad.
Asmo iOil.
Buitenlandsch Overzicht.
FEUILLETON.
Gerda.
„Oud-Leiden.''
De politiek moet buiten bet leger gehou
den worden. Het is daarom ongewenscht,
dat officieren tevens afgevaardigden kun
nen worden.
Zoo sprak de minister.
Het bericht dat niet de Keizer maar de
Kroonprins van Duitschland dit jaar de
jubileumfeesten te 11 o me zal bij
wonen, heeft gemengde gevoelens opge
wekt. Sommige bladen vinden de oplossing
goed. Men weet, dat de Paus dit jaar geen
buitenlandsche vorsten wenscht te ontvan
gen. Ging de* Keizer dus toch ter wille van
den koning van Italië, dan zou hij met den
Paus gebrouilleerd raken. Nu heeft men er
de bovenvermelde tussehenweg op gevon
den. De „Vossische Zeitung" is er minder
goed over te spreken en betoogt, dat men
op het Yaticaan. in zijn vuistje zal lachen,
want heb ziet zijn eisch triumpheeren, art
Rome niet alleen door de katholieke maar
ook door de niet-katholieke staatshoofden
die op eep goedo verhouding tot den H.
Stoel prijs stellen, gemeden zal worden.
Heb is inderdaad voor den Duitschen
(keizer een moeilijke kwestie. Gaat hij, dan
komt hij in onmin met den Paus, gaat hij
niet, dan zal Italië het hem kwalijk nemen.
Het schijnt dat het geschil tussohen R u s-
land en China wel in der minne zal
worden bijgelegd. Niemand wil op het
oogenblik oorlog. Men is niet klaar en er is
zooveel te doen in de diplomatieke wereld,
dat men geen tijd heeft, voorloopig voor een
Russisch-Chineesohen oorlog.
In een der bladen lezen wij een beschou
wing, over het conflict van iemand die het
weten kan.
Beschouwt men de Russische politiek
van een onbevooroordeeld standpunt, zoo
wordt er gezegd, dan vindt men de voor
naamste oorzaak voor bet Optreden van de
regeering te St.-Petersburg in b'dreigde
handelsbelangen. De Russische regeering
heeft totdusver geen ultimatum gesteld,
immers van een bepaalden termijn heeft
zij niet gesproken. En al wijst zij ook op
zekere gevolgen, die onvermijdelijk verbon
den zijn aan het niet inwilligen liarer
eisohen, dan is dat tegenover een regeering,
die van oudsher beroemd is door ha.ir tac
tisch talmen, geenszins verwonderlijk.
Reeds sedert jaren stelt de regeering te
Peeking Rusland's verlangen naar ophef
fing der bestaande geschillen en moeilijk
heden bezwaren in den weg. Energiek op
treden, als Rusland nu toont, is dus ge
boden. En begrijpelijk is, dat. Rusland de
veelomvattende handelsbelangen, die bet in
die streken heeft, verdedigt en verzekerd
wil zien. De gisting, die sedert eenigen tijd
weer in alle kringen der Chineeseke bevol
king tegen al wat Europeescli is valt waar
te nemen, dwingt Rusland, nog voordat
iieb tegenwoordige verdrag is afgeloopen,
zich een gunstige positie te .verzekeren.
Het streven der Russische regeering, om
zich een krachtige positie te verzekeren te
genover de vijandigheid der Chineezen te
gen Europeanen in het algemeen, is niet
een specifiek Russisch, integendeel, het
.moet van algemeen Euvopeesch belang ge
achtworden.
Wij geven ten slotte nog een moot uit
de discussiën in de O o s t n r ij k s c h e
delegatie. Ook daar wordt met den
vrede druk gewerkt. Aehrenthal zeide, dat
het stelsel van bondgenootschappen in Oos
tenrijk ten zeerste wordt gewaardeerd.
Oostenrijk heeft geen de minste neiging
tot gebiedsuitbreiding, .maar het wil be
houden wat het heeft.
Hét moet sterk zijn, om bondgenoot
schappen te kannen aangaan en den vrede
te kunnen waarborgen.
"Wat de ontwapening betreft, herinnert
de minister aan de verklaringen van den
commandant der marine, die gezegd heeft,
dat Oostenrijk in dit opzicht afhankelijk
is van bewapeningen van andere staten.
De minister zal alle voorstellen tot ont
wapening welkom heeten en steunen.
Zoo'n rede, niet w aar, zegt alles en niets.
Verinniging int Bev. der Bouwkunst le Lilden.
Hor\dcr denveer lit nde vergaderinggehouden
in hel Nulagebouw.
Aan deze vergadering ging vooraf een
kunstbeschouwing van de ingekomen ant
woorden inzake den prijsvraag voor het
bouwen van een Vredespaleis in Den Haag.
Dit inderdaad zeer fraaie plaatwerk was ter
expositie afgestaan door d'e firma Burgers-
dijk en Niermans. De a&nwerigen vonden
het zóó mooi, dat den secretaris verzocht
werd de firma te vragen 't voor de vol
gende vergadering nog eens te mogen ge
bruiken.
De voorzitter, de heer P. M. J. v. Oeile,
opende de vergadering. De notulen wer
den goedgekeurd, waarna het woord vra3
aan dr. J. H. Holwerda.
Tob onderwerp had spreker gekozen „De
Romeinsc-hc vesting in onze streken." Wan
neer spreker zegt: „Onze streken," bedoelt
hij daar ook mede het westelijk gedeelte
van Germanie. Speciaal daar in de omge
ving van den Rijn en andere Duifesohe ri
vieren.
De secretaris zag zich verplicht in 't kort
te memoreeren dat spreker aan de hand
van een prachtcollectie lichtbeelden dc
aanwezigen hoogst aangenaam berig hield
met verklaringen omtrent den fortenbouw
der Romeinen, zoo voor als na Chr. ge
boorte.
Hoogst interessant vooral waren de licht
beelden. van des heeren Holwerda's jongste
onderzoekingen naar de 'overblijfselen van
den vroegeren Romeinsclien burcht, thans
Arendsburg te Voorburg, en do daar ge
vonden voo-rwerpen uit het grijs verleden.
Een vriendelijk woord van dank van den
voorzitter aan den geachten spreker was
zeer ad rem.
Als nieuw lid werd aangenomen de heer
M. Koert, twee nieuwe leden komen eerst
daags in ballotage, terwijl wederom twee
heeren 't verlangen kenbaar maakten als lid
te willen toetreden. We zien dus: „Bouw
kunst" heeft geen klagen.
De vergadering betuigde adhaesie aan de
plannen inzake de viering van liet 25-jarig
bestaan der 3-Octoher-Vereeniging.
Er werd gevraagd of er mogelijkheid op
zou l>estaan dat de Vereeniging en club de
in aanbouw zijnde werken van het Vredes
paleis kon bezichtigen. Nu, daar wil de
secretaris wel eens naar informeeren bij de
autoriteiten.
In de Maart-vergadering zal er een
expositie plaats hebben van schilderijen,
schetsen, enz., van wijlen onzen helaas te
vroeg verscheiden stadgenoot Dissel veld.
De voorzitter sloot de vergadering.
F. A. W.
Derde Soirée musicale.
Kleine Statisznnl.
Dc lieer Striening zal met genoegen ge
constateerd hebben, dat deze derde en laat
ste van de door hem georganiseerde soi-
róes het best bezocht was. Evenals het
publiek belangrijk was toegenomen, zoo
had ook het programma van deze -soiree
aan belangrijkheid gewonnen, na dc vo
rige programma's; want uitgevoerd wer
den: liet sext-ett van Brahms opus 18, een
waar prachtwerk; terwijl een kwintett van
Ivlughaidt zijne -eerste uitvoering hier be
leefde. Behalve dóór den heer Striening
met mejuffrouw Hanna Striening, werk
ten mede de heeren Van Gulden en Wik
mink, beiden alt, en de heeren Eberle
en Wegerif, ocllo. Dit ensemble had een
werkelijk gelukkigen avond, vooral trof het
ons, dat er meer op zacht spelen werd
gelet; het publiek geeft trouwens zelf aan,
dat alles soms aan een te hard lijdt, dooi
de eerste rijen onbezet te laten, en voor
al achteraan te gaan zitten.
Behalve enkele ongelijkheden en enkele
hooge noten, die niet op haar plaats wa
ren, was het samenspel in Brahm's sex-
tett, 'dat „op verzoek" werd gespeeld, zeer
vooruitgegaan, zoodat het aanhooren van
dit werk een genot was. Brahms laat ieder
instrument zoo mooi tot zijn recht -komen
Nu het veto-ontwerp weer door
Asquith is ingediend, kooien de amen
dementen en tegenvoorstellers ook weer los.
Daarbij blijkt dat de'oppositie weinig eens
gezind is, en het zou wel eens kunnen blij
ken dat daardoor het verloop van de crisis
eeer werd begunstigd.
Er is gevraagd of de Regeering met het
öog op het) belang van het grondwettelijk
Vraagstuk, nogmaals wil overwegen om het
[Parlement in te liohten, in hoeverre de
Tetoconferenbie van het vorige jaar tot
punten van overstemming is gekomen.
Verder zal kapitein Craig een motie in-
Üienen, waarin hij betuigt, dat het Lager
huis gaarne een wet-sontwerp ter hervor-
jjm'ng van het Hoógèrhuis ingediend zal
jrien, mits clit een werkelijke bevoegdheid
ala Tweede Kamer behoudt, maar dat het
Lagerhuis weigert verder medé te beraad
slagen over de vebowet, die de regeering in
'de gelegenheid stelt, Ierland Home Rule
$e> schenken tegen het besliste verzét van
|ide gelieele bevolking van Ierland en zon
der dat een zoo ver-reikende grondwette
lijke wijziging aan het Parlement en de
kiezers ter beoordeeling is voorgelegd.
Ook is bekend geworden wat de inhoud
is van Lansdowne's voorstellen. Zij zijn
hoofdzakelijk gebaseerd op Curzon's ideeën.
Deze wenschte een Hoogerhuis van 300 le
den, waarvan 100 gekozen door en uil' de
tegenwoordige peers, 50 leden, die voorna
me openbare ambten hebben bekleed, 50
benoemd door den eersten-minister en 100
aangewezen door de „plaatselijke instellin
gen van zelfbestuur", Met eenige wijzigin
gen, mar in dezen -geest, zou lord Lans-
downe een voorstel doen.
Dat het kahinet-B r i a n d nog altijd niet
"Zoo heel zeker is van zijn bestaan bleek
gisteren weer duidelijk. Aan de orde was
een inberpellatie-Meunier, over heb tekort"
'schieten van de bestaande wetgeving tegen
!de congregaties.
Briand antwoordde, dat men de congre
gaties, die zoo diepe wortels in het land -
hebben, zoo maar met) van vandaag of mor
gen kan doen verdwijnen en vroeg de meer
derheid haar vertrouwen in de regeering
uit te spreken, na met nadruk zijn vroe
gere verklaring herhaald te hebben, dat hij
alleen aan het bewind wilde blijven, wan
neer in de regeeringsmeerderheid een zui
ver linksche meerderheid begrepen zou zijn.
Daar zat het groote gevaar, want' nu ver
loor de minister versoheiden stemmen van
rechts. De congregatie-wet is altijd een teer
"punt en menig kabinet is ei' al over ge
struikeld.
Ten slotte werd de vertrouwingsmotie
slechts met 16 stemmen meerderheid aan
genomen.
Er was groote agitatie en men dacht
i'eeds aan aftreden.
Het ministerie heeft dc zaak overwogen
gemeend wèl aan te kunnen blijven.
Bij gelegenheid van de oorlogsbegrooting
in den Duitschen R ij k s d a g is nog
al critiek geoefend op de overdreven
tucht in het leger. De minister wil daar
echter niets van hooren.
Ons doel is onvoorwaardelijk vast te
houden aan tucht en onvoorwaardelijke ge
hoorzaamheid. Een ongedisciplineerd le
ger is geen duit waard. Het. is onaange
naam voor heb legerbestuur, dat het den
eisch tot verkooging van de soldij der man
schappen met het oog op den financieelen
toestand niet kan inwilligen. De in Prui
sen toegepaste opvoeding van de jcugcf,
waardoor .stokerij in anti-nationaien zin,
ook door verhoogiug der lichamelijke ge
oefendheid bestreden wordt, is een der be
langrijkste plichten van den staat.
Verkorting van den diensttijd is absoluut
onmogelijk. Bij de bereden wapens hebben
wjj driejarigen diensttijd noodig, om de
manschappen voldoende af te richten voor
den oorlog.
Ik protesteer ten sterkste tegen de bewe
ring, dat de soldaten slechter dan honden
behandeld worden. Het is noodig om met-
harde straffen te dreigen, om schrilk in te
boezemen.
i)
„Het beste zal zijn, dat Gerda naar oom
Bernard gaat; want het zou tooh vreeselijk
zijn, als wij haar al die dagen hier-moesten
hebben. Bovendien zou het eenvoudige kind
rich' bij de drukte, die zooveel logés mee
brengen, zeer ongelukkig gevoelen. Ik zal
'oom maar dadelijk schrijven, dab hij haar
morgen kan verwachten."
De dame, die aldus sprak, lag gemakke
lijk in een fauteuil, terwijl haar dochter,
een jong,'blond meisje, tegenover haar zat.
Zij scheen het geheel eens met) haar moef
der te zijn, want onderwijl deze sprak,
had zij steeds met het hoofd geknikt.
„Als u Gerda vertelt,, hoe druk het; hier
zal zijn met uitgaan en ontvangen, dan ral
zij zich zeker geen oogenblik bedenken cm
het voorstel aan te nemen. Men moet er
toch werkelijk zoo'n dorpskind voor zijn,
om het verblijf op het land in den winter
nog aangenaam te vinden. Ik zou het nu bij
oom Bernard op „Rustoord" nooit uithou
den."
„Gelukkig, dat zoo iets wel nooit van je
gevergd zal worden. Als je eerst met baron
De Beaudieu getrouwd bent, zul je heb win
terseizoen wel in de Residentie of in het
Zuiden doorbrengen. Ga je nu kleeden yoor
de wandeling, Tonny, dan zal ik het brief ja
schrijven en met Gerda spreken."
Mevrouw de weduwe Van Elsendonck be
woonde een groot huis op een der stille,
deftige singels van de stad A. Sinds den
dood van haar echtgenoot nam haar oud
ste zoon met een compagnon de uitgebrei
de zaken waar. De jongste zoon was stu
dent en haar eenige dochter Tonny, sinds
een jaar van de kostschool in Genève terug,
was nu verloofd met baron De Beaulieu.
Het' was altijd een lievelingsWensch van de
ijdele moeder geweest, dat haar dochter
met iemand uit den adelstand zou huwen
en daar het meisje tot een der rijkste par
tijen van de provincie gerekend mocht wor
den en een lief, aantrekkelijk gezichtje had,
was zij, van af het oogenblik, dat zij door
haar moeder in gezelschappen gepresen
teerd was geworden, door cavaliers, zoowel
adellijke als uit den burgerstand, omringd.
Het was natuurlijk zeer tot genoegen der
moeder, dat Tonny ten slotte een baron
koos.
Een paar jaar geleden was een nichtje
van denzeüfden leeftijd als Tonny bij de
familie komen wonen. Gerda Wilders was
het eenige kind van een overleden zuster
van mevrouw Van Elsendonck. De beide
families hadden in onmin geleefd, omdat
mevrouw Van Elsendonck het haar zuster
niet kon vergeven, dat zij gehuwd was met
iemand, die een betrekkelijk eenvoudige
positie bekleedde; en toen de zuster na
een huwelijk van vijf jaar overleed, had
alle gemeenschap opgehouden, totdat er op
zekeren dag in A. een brief kwam van het
onbekende nichtje, meldende dat haar
vader was overledeD. Ondanks alles bood
mevrouw Van Elsendonck haar nichtje aan
bij haar te komen wonen, wat door heb
jonge meisje, dat nu heelemaal alleen
stond dankbaar werd' aangenomen.
Gerda Wilders voegde zich in alles naar
de wenschen van haar tante, maar veel
sympathie bestond er daarom niet tusschen
die twee. Gerda, die zeer eenvoudig, maar
degelijk was groot, gebracht, vond niet veel
genoegen in het leven zonder eenige nuttige
bezigheid, hetwelk zij nu leidde, en sprak
zij hierover eens met haar tante, dan klaag
de deze, dat haar nichtje zulke „burger
lijke aspiraties" had en dat zij toch vooral
zeo iets niet moest" zeggen tegen de ken
nissen.
Zoo was mevrouw nu op heb idee geko
men, dat het beter was, dat Gerda eenjgen
tijd uit logeer en ging, want' de familie van
clen adellijken verloofde van Tonny zou
komen. Tonny en Gerda hadden al voor een
paar weken een uitnoodiging gekregen om
op „Rustoord", het. eenige uren buiten A.
gelegen landhuis tan oom Bernard, te ko
men, en die uitnoodiging kon nu zeer ge
schikt voor Gerda worden aangenomen.
Bernard van Elsendonck, een man van
nog geen veertig jaar, was de jongste
broeder van Tonnv's vader en leefde, vol
gens de familie, alleen voor zijn model
boerderij; voor de partijtjes ten huize van
zijn schoonzuster bedankte hij geregeld.
Als hij in de stad kwam, was liet alleen om
een concert of een tooneeluit'voering bij te
wonen.
Gerda hoorde wel eenigszins verwonderd
op, toen haar tante haar het voorstel deed
alleen naar „Rustoord" te gaan, maar niet
temin nam zij het met groot genoegen aan,
want de enkele dagen, die zij er nu en dan
in den zomer met Tonny had doorgebracht,
haddeneen zeer prertigen indruk nage
laten.
Toen Gerda twee dagen later op „Rust-
soms treft de cello door een heerlijken
inzet; dan weer viool en alt door een
samenspraak; geestig is het Scherzo
!dat wat zwaar van klank was bewerkt;
het laatste deel, na een prachtigen inzet,
>verd met gloed gespeeld.
Na 'dc pauze kwam Klugliardt, als com
ponist reeds zeer bekend, ons zijn kwintett
voorstellen; beginnend met een soort ea-
denz voor de eerste viool, waarna de 4
andere instrumenten aan liet woord ko
men. Het eerste deel was wat gewichtig,
wat zwaar op dc hand en tevens vrij zwaar
voor de spelers; ook het tweede deel lang
uitgesponnen, toch met meer afwisseling
door een geestigen solo voor de tweecle
viool, begeleid door de cello; liet derde
deel al weer mooier door de samenspraak
van de eerste viool met de cello, ter
wijl het 4de deel het meest boeide door
ccne schitterende bewerking, en een op
gewekt tempo dat hoe langer hoe sneller
werd, tot kort voor het einde, eenige be
daarde malen met klankvolle accoorden
wat rust brachten. Na liet aanhooren van
het geheel, meenen wij wel, dat dit kwin
tet belangrijk genoeg is om 't nog' eens
tc willen hoor.en: het werd in Leipzig met
héél veel succes ten gehoore gebracht.
De toehoorders verdokken niet, alvo
rens zij in een van warme stemming ge
tuigend applaus dc medewerkers bedankt
hadden voor de moeite, aan dc instudee
ring van deze werken besteed.
LeicSsusiiê Kunstvereeniging.
Jan Het/se en Gr. Wesltrnvtoi.
Een ongewonen aanblik levert de zaal
in 't Nut.
Dit jaar, liet scizoeu van exposeeren
beter gezegd is geopend met het werk
van Suze Bisschop Robertson. Haar ruige
schilderijen waren wel een voorbeeld van
het echte impressionisme: zuivere uiring
van de llaagsche School. Monni kendam,
dc aan de Amsterdamsche Academie ge
vormde, beeldde in zijn kranige schilde
rijen gedachte uit. Men weet hethet is
dc Amsterdamsche School aan den
spits stond Allebé die gedachte in dc
kunst niet uit den boozc meent.
Tegen het ongebreideld impressionisme
hebben de Amsterdammers sinds lang hun
schilderen in overwogenheid, hun bezon
nenheid als reactie gesteld. Noemen wij
slechts namen als Toorop, Jan Veth.
Uit deze zelfde kunstgedachten gespro
ten mag .men liet werk van de jonge
kunstenaars wier namen hierboven gaan,
aanmerken. Meer dan het louter schoon
van de dingen uit te beelden, zooals hiui
gevoel hun dat zou voorschrijven, willen
zij een gedachte van hun versland tevens
aan den man brengen. Hier is niets tegen.
Mits het maar goe'd geschiede.
En aangaande dit laatste hebben wij het
voorrecht heel wat lofs tc zeggen.
.Westerman's werk was ons reeds be
kend. In het Stedelijk Museum tc Amster-.
'dam heeft deze artist twee jaar geleden
met groot succes geëxposeerd. De roman
tiek van zijn werk werd geroemd. Roman
tisch is inderdaad dit werk! Zoowel door
de romantische voorvallen en begrippen
welke Westerman bij voorkeur uitbeeldt:
de SchakingLegende enz., als wel door de
wijze waarop hij schildert. De vrouwenfi
guurtjes op dc kleine paneeltjes zijn het,
door hun kleur, hun stand, hun niet on
der woorden te brengen verbeelding; het
kleine figuurtje van de badende „Ve
nus" genoemd door den schilder, is het
in zijn voorstellingswijs, het bewogen land
schap, in donkere onheilspellende ldeur, dc
vrouwen in heur doffe weelderige kleedij
het is alles uiting van -wat wij onder het
woord romantiek verstaan. De aandacht
willen wij vooral vestigen on de kleine
paneeltjes, waaronder zeer waardevolle
werkjes zich bevinden.
Van Westerman naar Hcyse 'dc stap
is niet zoo groot als hij lijkt. Want oak
Heyse blijkt de gedachte in kunst aller
minst te schuwen. Zijn landschap sluit zich
bij de mooie verbeeldingen welke hij van,
Zeeuwsche vrouwen geeft, zeer wei aan.
Het is bedeesd, bezonnen werk, voortko
mend uit een teerc beschouwing der din
gen. Een symbolische kant is ër aan zijn
oord" kwam, werd zij hartelijk verwelkomd
door den heer Van Elsendonck en mevrouw
Hogers, een bejaarde weduwe, die de huis
houding bestuurde.
„U heb-t' groot gelijk, juffrouw Wilders,
dat u de drukte bij mijn schoonzuster den
rug toekeert," zei Bernard van Elsendonck
na een poosje, ,,'t is nergens beter dan in
•de vrije natuur; maar opdat, u het niet te
eenzaam zult vinden bij ons, oude meu-
.schen, hebben wij nog een jonge dame te
logeeren gevraagd."
„Nog een logé? Wie dan?" vroeg Gerda
verwonderd.
,,Dat blijft tot morgen een geheim, als
ten minste mevrouw Hogers het niet ver
klapt."
„Dan ga ik dadelijk probeeren of ik mij
niet meester van dat groote geheim kan
maken, want ik ben vreeselijk nieuwsgie
rig."
Gerda ging mevrouw Hogers, die de ka
mer verlaten had, opzoeken en vond haar
in de keuken.
„Mevrouw, wat vind ik het gezellig, dat
.er morgen nog een logé komt," zei ze.
„O, heeft mijnheer het je dan verteld?"
,,Ja zeker ik weet er al alles van," jokte
Gerda met een effen gezicht „hoe is u toch
op dat aardige idee gekomen?"
„Nu mijnheer het je tooh al verteld Reeft,
kan ik je dat wel zeggen. Ik kan me intus-
schen niet begrijpen, dat mijnheer de ver
rassing niet tot morgen bewaarde; de man
nen kunnen soms toch nog minder iete ver
zwijgen dan de vrouwen. Toen wij het
briefje van mevrouw Van Elsendonck kre
gen, bedacht mijnheer, dat het hier veel te
stil voor je zou zijn. en daarom heb ik gauw
werk, die zich openbaart in een gestyleer-:
de bloem, ter zij van een vrouwenkopje.
Het meest waardeeren we ziin arbeid in
deze werken, waar hij bij de werkelijkheid
blijft, doch deze uit zulk een verheven stem
ming schildert, dat wij van zelf er toe ko
men de heiligheid van sommige gevoe
lens: het moedergevoel bijv., te beseffen.
Een zeer mooie tentoonstelling!
De Hy
Voor de Vereeniging „Oud-Leiden", dooi»
een klein publiek vertegenwoordigd, heeft
dr. W. J. Kühler in den huizo Prins gister
avond gesproken over een {klooster, hetwelk
in de onmiddellijke nabijheid van Leiden"
heeft bestaan.
Over het klooster Engelendaal is alleen
dan een geheelen avond te spreken, wan
neer men het in verband beschouwt met de
geestelijke strooraing die van Geert Groote.
is uitgegaan, de „moderne devotie". Wei
bezit het Archief van Leiden het voorma
lige kloosterarchief, maar de t-alrijko stuk
ken bevatten zoo goed als njets dat op de
(inwendige geschiedenis van het. klooster
nieuw licht werpt.
De spreker begon met uit het leven en
van de werkzaamheid van Geert Groote le
schetsen. Als Hervormer optredend wild*
deze voEksprediker, wiens openbare werk
zaamheid tusschen de jaren 1380 en it,33
valt, niet de leer der Kerk wijzigen, maar
alleen het Christelijk leven tot hooger
bloei brengen. De weg om het hemel***.e
nabij te komen was voor hein: afsterving
van do wereld en dooding van het aardecbe.
Op drieërlei gebied heeft hij invloed ge
oefend: vooreerst op de kloosters, wie»
diep verval gekeerd is door heb eakcJe ja
ren' na rijn dood gestichte "VVindesheim, dat
weldra aan het hoofd kwam te staan
een uitgebreid Kapittel. Van de zo Win-
desheimsche kloosters nu is dat te Leiod..'-
dorp er een geweest. Verder heeft ziob uc.
der invloed van Geert Groote de Broeder-
en Zusterschap van het Gemeene Ltncn
gevormd, en eindelijk is de geest der mo
derne devotie ook verspreid onder leeXon
die op zichzelven bloven wonen. Spr. toon
de aan, dat men van deze drie stroomiDgeu
ook te Leiden sporen (kan vinden.
Wat nu Engelendaal betreft: uitvoerig
werd stilgestaan bij de stichting van.'het
klöostèr die, reeds 'iri' 1306 voorbereid;
eerst na 1-100 tot stand kwam, terwijl de
inlijving in het Kapittel van Windesheim
ongeveer in 1403 plaats had. Aanvankelijk
heer6chte er groote' armoede onder de
Broeders, maar weldra namen de tijdelijke
goederen zóó toe, dat van Engelendaal, met
toespeling op Genesis 49 20 gezegd 'kon
worden: „Zijn brood is vet". De archief
stukken stellen ons in staat na te gaan
waaruit de rijke inkomsten bestonden. Voor
geestelijke diensten als het houden van
zielmissen ontving men belooning; het
meest doorluchtige voorbeeld van dien
aard is, dat toen twee der reguliere ka
nunniken uit Engelendaal de ongelukkige
gravin Jacoba van Beieren in haar uiterste
hadden bijgestaan (1436), het klooster daar
voor bedacht werd. Voorts brachten de
Broeders liun bezittingen mede, ontvingen
zij erfenissen enz., zoodat de stichting
spoedig welvarend, ja rijk werd. Vooral
het landbezit breidde zich uit, terwijl een
andere bron van ruime inkomsten uit de
renten bestond, die men naar middeleeuwscn
gebruik kocht; Zulke renten had het kloos
ter in menigte uifc huizen te Leiden, bijv.
op de Hoogewoerd, den Ouden en dsn
Nieuwen Rijn, de Voldersgracht, enz.
Maar ook elders, te Utrecht, to Haarlem
en te Delft-, had Engelendaal op deze wijze
zijn geld uitgezet; stedelijke regeeringen,
in de eerste plaats die van Leiden, leen
den meermalen van heb klooster.
Do levenswijze der Broeders kwam ver
volgens ter sprake. Beschreven werd hun
ordegewaad, het wiflte gewaad, door den
Prior zelf, ongewijzigd, gedragen; de ver
schillende soorten van kloosterbewoners en
Ret bestuur, zooals dat in handen was van
den Prior. Onder dezen stonden dë overi
gen, die ieder hun ambt te vervullen had-
naar mijn broeder in Brummen gesohreven,
of mijn nichtje Clara ook met zou kunnen
komen en die telegrafeerde dadelijk terug,
dat zij morgen hier zou zijn."
„Hoera, nu weet ik, dat het Clara Hogers
is, die komt; dat ïs eerst prettig!"
„Wist je dat dan nog niet?'' vroeg me
vrouw verwonderd over dien uitroep van
Gerda. „Ik meende, dat mijnheer het je ge
zegd h'ad."
„Dat diet ik met opzet zoo voorkomen,
omdat u anders geen van beiden het geheim
verraden zoudt' hebben. Als ik het te weten
wilde komen, moest ik wel een list gebrui
ken," lachte Gerda.
„Nu, je hebt het zoo knap aangelegd, dat
je wel voor diplomaat in de wieg schijnt
gelegd te zijn."
Clara Hogers kwam den volgenden dag
en met' haar zooveel leven en vroolijkheid,
dab de stille Gerda er zelfs door aangesto
ken scheen te worden. Den geheelen dag
klonken haar stemmen en lachen door het
andere zoo stille huis. De beide meisjes kon-
dan het heel goed samen vinden. Het pret
tigste vonden zij het, om met den heer
Van Elsendonck mee te gaan, om de bezit
tingen te inspecteeren. Nooit had hij dat
in zulk vroolijk gezelschap gedaan; en het
scheen hem bijzonder goed te bevallen,
want telkens richtte hij het zóó in, dat rij
hem minstens eens per dag konden verge
zellen. Toen, op een morgen, de heer Van
Elsendonck gereed stond te paard uit te
gaan, zei Clara: „Hé, Gerda, je moest ook
paardrijden leeren; dan konden we nog
vaker meegaan; ik heb heb verleden winteï!
ook geleerd."-
(Wordt vervolgd.)