N°. 15649
Vrijdag 24 Februari,
A0. 1911.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
L. 33. 3629,
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES
V»n 16 regels /T.06. Iedere regel meer /'0.17J. Grootere letter» naar
plaatsruimte. Kleine adrertentiën ran 30 voorden 40 Gents contant', elk
tiental woorden meer 10 Gents. Voor het inoasseerenwordt/"0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents j per 3 maanden I f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post1.65.
HISOIiBWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien liet adres van W. A. LEEMBRUG
GEN, firma J. PARMENTIER en ZONEN,
om vergunning tot uitbreiding der machi
nale breierij van wollen goederen, aan de
Binnenvestgracht met toegang aan de Lam
mermarkt No. 56, kad. Sectie B. No. 2599,
door plaatsing en in-werking-stelling van 12
draaistroommotoren, waarvan 2 van 3, 2
van 1.5, 1 van 1, 5 van 0.8, 1 van 0.75 en 1
Van 0.45 pk., ter vervanging van de be
staande drijfkracht.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
geven bij deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek, met de bijlagen, op de
Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Vrijdag 10 Maart
jfcanst. des voormiddag3 te elf uren, op het
■Raadhuis gelegenheid zaJ worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in té
brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti
gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le
lden zijn verschenen ten einde hun bezwaien
mondeling too te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 24 Februari 1911.
Andere inzichten.
Het volgende bericht in ons blad ver
dient ook om het belang, dat het indirect
Voor onze gemeente heeft, nader bekeken
te worden:
,,Een belangrijk plan is te Rotter
dam verschenen, ter bebouwing van dat
deel van Kralingen, dat zich uitstrekt
tusschen den Oudendijk en den beken
den Kralingschen Plas. Daarbij is ge-
Tekend op doortrekking in de Voor
schot enlaan en do Avenue Concordia
met indeeling in zóó diepe bouwblok
ken, dat er om do huizen voortuinen
van 6.5 M. kunnen aangebracht wor
den. Beide straten zuilen in gebogen
vorm aan den Kralingschen Plas loo-
pen.
De directeur van gemeentewerken
is bij uitwerking dier plannen van de
overweging uitgegaan, dat men er toe
zal moeten komen om in de verschil
lende stadsgedeelten aaneengesloten
oomplexen aan te wijzen voor verbou
wing met betere woningen.
Wat evenwel het ingediende plan
het meest opmerkelijk maakt is, dat
daartusschen een groot park is ontwor
pen, bestaande uit do uitgestrekte,
reeds aan de gemeente beboerende
buitenplaats „Rozenburg" en de be
westen gelegen te onteigenen weilan
den; Om het plan te verwezenlijken
worden de gezamenlijke terreinen van
de Maatschappij „Vredehof" aange
kocht voor f 330,000, terwijl voorts, be
halve de genoemde weilanden, ook ge
deelten van den Oudendijk met daar
aan gelegen villa's zullen onteigend
worden. Vooral de aansluiting van
het nieuwe openbare park aan den
Kralingschen Plas doet het ingedien
de plan zeer aantrekkelijk voorkomen,
terwijl het tevens ook bewijst, dat
thans inderdaad met kracht de hand
wordt geslagen aan de verbetering der
voorstad."
Daaruit blijkt wel, dat Rotterdam, ande
re wegen gaat inslaan, dan liet onder
burgemeester 's Jacob en directeur der
gemeentewerken De Jong volgde; het gaat
zorg dragen voor ontwikkeling van steden
schoon, terwijl bet onder de vroegere be
windhebbers alleen oog had voor z.g. nut
tige en practische zaken. Te verwonderen
is dit niet, want wel stroomen nieuwe in
gezetenen nog in ruimen getale toe, maar
de meergegoeden vestigen zich steeds meer
in het wèl voor stads verfraaiing zorgende
Den Haag, zoodat het eind zou zijn, dat
Rotterdam met een kleine draagkrachtige
en een groote zorgeischende bevolking zou
blijven zitten. Tijdig gaat men nu de ba
kens verzetten.
Valt hieruit voor onze gemeente niet
iets te lecren? Veel is er hier gedaan voor
hygiene en volksgezondheid, maar wat
deed men om het de draagkrachtige bevol
king aangenaam te maken?
Rotterdam zag nooit het nut van een
park in, thans gaat het er een aanleggen.
Waar is het Leidsche park, waaraan wij
zoó'n behoefte hebben? Binnen de grenzen
va-u ons gemeentelijk gebied liggen ruime
terreinen, die geschikt zijn voor wandel
en villa-parken, waar een gezeten bevolking
zich kan vestigen en zoodoende bijdragen
om de lasten onzer stad gemakkelijker te
doen dragen.
Men heeft in Rotterdam nooit veel wil
len weten van voortuinen en thans ont
werpt men ze liefst 6.5 M. diep. Valt hier
uit voor Leiden niets te leeren? Wanneer
verschijnt de gemeentelijke regeling, die
in bepaalde deelen van hef: uitbreidings
plan voortuinen verplichtend stelt?
Rotterdam heeft er noo't iets van willen
weten om bepaalde wijken aan te wijzen
voor bebouwing met bepaalde soort wonin
gen. Leiden evenmin, en zoo bederft hier
soms één bouwer den aanleg van een
straat, wellicht van een gelieele wijk en
daarmee de financieel© plannen van zijn
medebouwers. Waarlijk, or is in onze dagen
meer noodig, dan de vaderlijke hand, die
allen onbeperkte vrijheid laat en alléén in
grijpt, als bot al te gek wordt. Rotterdam
toont nu te beseffen, wat moderne steden
bouw eischt.
En aangezien Leiden blijk geeft door
meerdere toeneming van bevolking een pe
riode van weder-opicving te gemoet te
gaan, is het hoog noodig, dat het vraag
stuk van den stedenbouw ernstig onder de
oogen wordt gezien.
Leiden, 24 Februari.
Voor het examen nuttige handweiik'en
zijn te 's-Gravenhage geslaagd, de dames
M. C. Vlotman en D. E. Flcntrop, beiden
van Hillegom, cn L. M. Mekking, te Was
senaar.
De te Waddingsveen gehouden algc-
meene vergadering van aandeelhouders der
Stoombootmaatschappij BoskoopWad
dingsveenGouda heeft het dividend vast
gesteld op 14 pGt. Tot commissarissen wer
den herbenoemd de heeren Herman en Ne-
derhorst Sr., terwijl de heer J. van Gel de
ren gekozen werd in de plaats van wijlen
den heer A. Koster Mzn.
Beroepen is naar de Geref. Kerk te
Blokzijl de iieer W. van 't Sant-, -cand. to
Reeuwijk.
De gemeenteraad van Rotterdam be
gon. gistermiddag de behandeling der voor
stellen tot regeling der salarissen van on
derwijzers en onderwijzeressen, welke gis
teravond werd voortgezet. Bij de algemeene
beschouwingen werden Hoofdzakelijk twee
beginselkwesti'es ontwikkeld, die echter
reeds belichaamd zijn 1 in verschillende
amendementen, ml. om het minimum-
salans op te voeren van f 600 tot f 700 en
om de salarissen van de ondeiwvijzers en on
derwijzeressen gelijk te stellen. Enkele an
dere amendementen beoogden eveneens
gunstiger verhoogingen dan door B. en Ws.
werden voorgesteld. Heden voortzetting
van liet debat.
Naar het „Hbl." verneemt, is dr. De
Gelder, gewezen onder-directeur der Ge
meentelijke Eleetriciteitewerken te Amster
dam, door nagenoeg alle ambtenaren der
G. E. W. een tegel-tabjeau aangeboden, de
Centrale aan de Hoogte Kadijk voorstel
lende.
Een ^oorkonde bevat de mededeeüng, dat
dit geschenk aangeboden wordt, als bewijs
van de aangename vest.ondHouding, welke
tusschen dr. De Gelder, en de met hem
samenwerkende ambtenaren heeft bestaan.
Het college van curatoren over het
stedelijk gymnasium te Kampen heeft op
de aanbeveling geplaatst voor de benoeming
leeraar in het Hebreeuwsch (vacature dr.
A. Noordtzij) de heeren J. Keulen, te Kam
pen en A. Frank, te Zwolle.
Gisteravond te 10 uren is te Breda over
leden, 55 jaar oud, de gCDeraal-majoor jhr.
L. O. van den Brandeler, gouverneur der
Koninklijke Militaire Academie.
De overledene, opgeleid aan de Kon. Mil.
Academie, werd benoemd tot 2den luite
nant der infanterie op 2 Juli 1876, tot lsten
luit. op 31 Maart 1881, tot kapitein op 20
Februari 1893, tot majoor op 22 Maart 1902,
tot luit.-kolonel np 22 Maart 1904, tot kolo
nel op 1 Mei 1908 en tot generaal-majoor
op 1 November 1910.
Door buitengewone bevordering was hij
zijn tijdgenooten enkele jaren voor.
De overledene heeft geruimen tijd bij den
generalen staf gediénd en was als kapitein
directeur der militaire verkenningen en als
Hoofdofficier hoofd der 2de afdeeling van
ht departement van oorlog. Op 16 October
1905 werd hij benoemd tot gouverneur der
Kon. Mil. Academie.
Generaal Van den Brandeler was ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw,
officier in de orde van Oranje-Nassau en
van het Legioen van eer, en ridder der
Pruisische Kroonorde.
Door de arr.-rechtbank te Breda is ter
vervulling eener vacature van rechter m
haar college opgemaakt de volgende alpha-
betisch'e lijst van aanbeveling: mr. A. H.
van Beusekom, mr. A. W. Kist en mr. J. A.
van der Mersch, allen substituut-griffier,
resp. bij de arr.-rechtbanken te Amsterdam,
Maastricht en Breda.
Bij resolutie van den minister van
Koloniën van 22 Februari 1911 zijn J. D.
H. Yane, te Rotterdam, H. Hofman, te
Amsterdam en J. J. Somerwil, te Amster
dam ter beschikking van den gouverneur-
generaal van Ned.-Indië gesteld ten einde
te worden benoemd tot commies 3de kl.
bij den post-, telegraaf- en telephoondienst
daar te lande.
Verder zijn A. Both, te Rotterdam, M.
Dekker te Amsterdam, P. Oh. H. M. Schol-
berg te Rotterdam, mej. R. Snijders te
's-Gravenhage, J. H. Stroeve te Amster
dam, J. van der Sluijs te Rotterdam, D.
van Dijk te Leeuwarden, A. J. B. van
Herwijnen te Amsterdam, H. P. Ritzema
te Wildervank, mej. B. I. Segond von Ban
diet te 's-Gravenhage, \V. G. F. M. Trijs-
senaar te 's-Gravenhage, J. F. H. Verhae-
gen te Goes, Rs W. "VViebenga te Harlingen
én W. J. Woittiez te Breskens ter beschik
king gesteld, ten einde daar te lande te
worden benoemd-, wat de eerste vijf betreft,
tot commies 3de ld., en wat de overigen
betreft, tot klerk bij den post-, telegraaf-
en telefoondienst.
HAARLEMMERMEER. Bij den plaats
gehad hebbende brand bij J. Kruk aan
den Ringdijk, nabij Halfweg, heeft de
brandmeester v. d. Fange zich zoodanig
bezeerd, dat hij zich onder geneeskundige
behandeling moest stellen en verder geen
arbeid kon verrichten.
De uitvoering, door het fanfarekorps
„Excelsior", te Hoofddorp, in café ,,De
Landbouw" gegeven, is zeer goed geslaagd.
De met zorg saamgestelde muzieknummers,
welke zeer maatvast en correct gespeeld
werden, getuigden van ernstige studie, ter
wijl het prachtige vioolspel, door den jon
genheer v. d. Meer ten beste gegeven, he-D
succes van den avond hielp voltooien. Dc
directeur, de lieer L. v. d. Meer toont voor
zijn taak berekend te zijn.
Het muzieknummer, door hem persoon
lijk gegeven, verwierf een warm applaus.
Ook de reciteer verecniging „Onder
Ons", welke welwillend tusschen de num
mers door de aanwezigen vergastte op een
reeks van voordrachten, mag genoemd
worden.
Het publiek, bestaande uit kunstlieven
de leden en dames, 'heeft zich uitstekend
geamuseerd. Een prettig bal besloot dezen
genot vollen avond.
KAT WIJK-AjYN-ZEE. Met het onderwerp
.,Het Christendom in de twintigste eeuw"
trad in de Gemeentezaal alhier op prof.
H. Bavinok.
Het gewone leven der intense-hen, aldus
begon spr., is eentonig. Drie punten bren
gen hen eoliter met de ganscko maatschappij
in gemeenschap, n.l.: de belijdenis van de
schepping van Hemel en aarde door God al
machtig; de belijdenis van onzen Heere
Jcsus Christus, die, ofschoon do waarachtige
eeuwige Zoon Gods, toch de menscliolijke
natuur heeft aangenomen; de verwachting
voor de toekomst.
In den Matsten tijd is ook de kennis
reusachtig uitgebreid met betrokking tot do
natuur en de geschiedenis. Er is echter 'een
groot verschil welke wereldbeschoiiwing wij
zijn toegedaan. Do evolutionistische wereld
beschouwing, dat n.l. het hoogere sh
voortgekomen is uit het lagere, jtaat vijandig
tegen allen godsdienst. Een goede twintig
jaren geleden dweepte men met de wetenf
schap. Thans is daarin echter een kentering
gekomen.
Men wil nu, om een goeda toekomst fe»
verkrijgen het huwelijk hervormen, schoof
en opvoeding hervormen en alle menschep
gelijk maken.
Spreker wees op deer Christenen duTc drie-*
voudige taak, n.l. een profetische, om de|
Waarheid te handhaven en te verdedigen;
een priesterlijke, om in den ruimsten zij
des woords de barmhartigheid te beoefenen;
een koninklijke, om aan de heidenen diej
door het voortdragen der beschaving hurt'
godsdienst hebben verloren, het Evangelie te
verkondigen. De twintigste eeuw is. daarom!
do eeuw der Zending cn evangelisatie bij1
uitnemendheid.
De solioono rede van den zeer begaafden!
spreker werd door alle aanwezigen met do.
meeste aandacht gevolgd.
NOORDWIJKERHGÜT. De lioutverkotf*
ping aan Piet-Gijzenbrug was slecht be
zocht. Het aantal koopers was niet groot'
en de kooplust gering Eenige ingezetenen'
waren hierdoor in de gelegenheid enkele vooöpj
deelige koopjes te halen.
NOORD WIJK. In ,,Hof van Holland" trad
gisteravond liet duo-Van Laar, uit Amster
dam, op, terwijl ook de proza-humorist Pas
toral zijn medewerking verleende. De heer
Zemrowsky had hch geëngageerd. liet be,
zoek was gering.
De thuisblijvers hebben veel gemist, wanti
de heer on mevrouw Van Laar en de heer
Pastorel vormen een trio, dat de kunst
verstaat, de lever oeois te laten schudden.
Zij hebben succes gehad van het begin tot!
het einde. Zij hebben hun programma van
een 12-tal nummers niet alle even nieuw!
keurig afgewerkt. Voortdurend was een'
daverend gelach liet bewijs, dat zij het pu
bliek onder den indruk van liun humor
wisten te brengen.
NOORDWTJK-AAN-ZEE. Gisteren had op
liet duin tegenover het café van den heer
L. van Schie, die telken jare in den vasten-?
avond deze sport gedenkt, vogelschieten'
plaats. Ei* was zeer veel animo. Doordat
in den namiddag het weer te bar werd, moes-:
ten de wedstrijden gestaakt woerden. Er warv
den daardoor slechts twee vogels geschoten.
Op den eersten vogel warden 70 schoten
gelost; de tweede was een „taaie", die vers
eisdhte 304 schotten. Uitslag:
lste vogelrompL. v. d. Berg, van!
Noordwijk; lcop: P. H. v. d. Voort, van
Noordwijk; vleugels: P. en J. Brama, beis
den van Noordwij kerb outstaart: J. v. éU
Meer, van Noordwijkr-rhoutvlag: A. v. d<
Geest, van Warmond.
2dè vogel: romp: L. Zuidcrduiu, van,
Noocrdwijk; staart en beide vleugels: A. Brai<
ma, van Noordwijkerlioutkop: J. G. van
Nooit, van Warmond; vlag: W. v. cl. Berg,
van .Piet.-Gijzenbrug.
Zoolang hot weer goed was, liecrschto een;
opgewekte stemming onder de deelnemer»,
terwijl zeer velen vol belangstelling den'
vredigen strijd gadesloegen.
SASSENIIEIM. Uit gcede bron hebben
wij vernomen, dat de gemeente-bouwkundige,
do hoer Verhoog, uit Leiden, zich mjefa 1 Mei
alliier gaat vestigen, tevens als particulier
arohitect. Hij komt wonen in het voormalig
pension-Wi nt el's.
15)
„Kom, ga u mee, mejuffrouw, opclat wij
VRn hiér wegkomen?" vroeg hij.
En daarop wendde hij zic-h tot Augusta.
„Neem een droschke, rijd daarmee naar
huis en zeg daar, dal ik mij de vrijheid ver
oorloof de juffrouw naar huis te begeleiden
ten zelf nog te verschijnen."
Augusta verwijderde zich met een veel-
beteekenenden blik.
Eindelijk waren zij alleen I Beiden haal
den te gelijk diep adem, nis van een zwaren
last bevrijd, en Reutern zeide:
„U durft toch zeker nog wel door den
Dierentuin gaan
Nella knikte toestemmend.
Hij trok haar arm door den zijne, alsof
het vanzelf sprak. Zij liepen zeer langzaam
'en geen van beiden zeide een woord.
,,Dus afgeloopen," zeide de vrijheer ein
delijk, en uit zijn toon klonk zoowel bitter
heid als voldoening.
De keel was Nella als toegesnoerd. Wan
neer hij het zoo beschouwde, zoo gevoelde,
wat bleef Haar dan nog te zeggen over?
Zij "wilde spreken, maar er kwamen met
veel meer dan een paar klanken over haar
lippen. Ook sprak hij reeds weer, berustend
en kalm.
„Ik zou zulk een a\ond niet weer kunnen
beleven en men zou mij ook, hier ten min
ste, daartoe bezwaarlijk gelegenheid geven.
Mijn woord er op, juffrouw Nella, ik zou
*r mij bij neerleggen, dat het zoo spoedig
tot een beslissing is gekomen, wanneer ik
die verplichtingen jegens uw vader niet
had."
,,0 maar en <dan was het dan werke
lijk zoo erg? Hebben wij daaraan niet
en vooral ik met dat in-de-Handen-klappen
de voornaamste schuld?" Zij zeide dat
stamelend, zoo geheel anders als op haar
gewone vrije en onbevangen wijze.
Yon Reutern gbmlachte.
„Dus waart gij dat? Ik hoopte het." Hij
drukte haar hand lang en innig.
„Ik dank u, juffrouw Nella; gij meent
het altijd zoo goed met mij. Mag ik nu ver
der spreken? Mijn tweede en naar ik hoop
laatste bekentenis?"
Zij trok Haar hand schuw en langzaam uit
zijn vingers.
„Weet u, juffrouw Nella, eigenlijk heb ik
er nooit naar verlangd om bij het Theater
te gaan. Ik heb het mij zelf slechts wijs
gemaakt en door anderen laten wijsmaken.
Aldus heeft het zich weer eens bewaarheid,
dat men niets in Het leven moet beginnen,
waartoe men niet den rechten lust en de
ware liefde heeft; dat wreekt zich steeds
vroeg of laat. En vooral moet men niet bij
het Theater gaan, zooals men bakker of
slachter wordt. De tooneelkunst eischt te
veel en heeft daarbij te veel dat afstoot
voor hem, die er niet geheel in opgaat.
Ik Heb slechts de keerzijde gezien, en ik
moet u zeggen, juffrouw Nella, dat zij mij
zóó tegenstaat, dat ik mij gelukkig zou
prijzen, wanneer het met dezen eenen
keer was afgedaan, zoo het andere er niet
ware. Hoe zal ik uw vader ooit kunnen ver
gelden, wat hij voor mij heeft gedaan?"
.,0, mijnheer von Reutern, ik bid u,
spreek daar niet over. Dat is immers bij
zaak. Het komt er toch maar op aan, dal)
gij weer opgewekt wordt, liet vertrouwen
in u zelf terugkrijgt."
Nella had dit wel onder tranen, maar op
haar oude, energieke manier beweerd.
Hij bleef 6taan en trachtte Haar m de
oogen te zien; maar, helaas, het was daar
voor te donker. Zacht legde Hij zijn hand
op haar schouder. Hij zou maar al te gaar
ne het lieve, jonge wezen tot zich hebben
getrokken, doch hij durfde dat niet te d.»en.
Zij was de dochter van zijn weldoener. Z<" u
hij schuld op schuld hoopen? Mocht Hij nok
nog zijn hand uitstrekken naar zijn kost
baarste bezitting, zijn eenig kind?
Nella beefde onder den lichten druk zij
ner handen, doch hij wilde dat niet vOeleiL
Heel zacKt trok hij haar arm weer ih or
den zijne en liep langzaam met haar verder.
„Ik heb zoo juist met den kapelmeester
gesproken. Ook niiju onderwijzeres was
boven bij mij. Beiden willen di hand nieD
van mij- aftrekken; naar hun oordeel meet
ik mij geheel aan het zingen van liederen
wijden en daarin les geven, waDneer ik zoo»
ver ben. Aan dat beroep zou ik mij met ge
heel mijn hart kunnen wijden- maar hoe
lang zal het duren, voordat net iets op
levert?"
Nu was het Nella, die staan bleef. Zij kon
het niet langer aanhooren. Telkens en tel
kens weer dat1 domme geld. Alsof haar va
der zich niet vrijwillig had aangeboden
zijn zanglessen te betalen.
„Mijnheer..."
Fritz," verbeterde hij.
Nella sprak hem werktuigelijk na. Lieve
Hemel, wanneer zij tocH maar woorden kon
vinden voor hetgeen zij hem wilde zeggen;
keggen moest!
„Dus, mijnheer Fritz, luister eens." Doch
zij zweeg weer. Het hielp echter niets;
het moest er uit.
„Ik namelijk dus wanneer u dat van
mijn vader zoo vreeselijk drukt
„Onbeschrijflijk.
„Geef hem dan terug wat hij u heeft
voorgeschoten.
„Onmogelijk! Dan zou ik immers ergens
anders schulden moeteu maken!"
„Dat is ook juist mijn bedoeling. ïk weet
iemand, die u het geld van harte gaarne zou
geven j van harte gaarne I"
„Ik niet."
„Maar hoort u nu eens, mijnheer."
„Fribz."
Fritz. Nu goed. Gij moot echter niet
moeilijk van begrip zijn, want het is niet
gemakkelijk wat ik u moet uitleggen. Mijn
moedor namelijk haar geld en zij had
veel heb ik geërfd en het behoort mij
toe en ik kan daarmee doen, wat ik wil."
„Nella Juffrouw Nella 1 Wat denkt u
van mij l Ik van uDan kwam ik immers
van den regen in den drupIk uw schul
denaar O neenZulk een offer kan men
hoogstens - van een wildvreemde aannemen
of van een persoon, die iemand zeer, teer
na bestaat. Van u! Dat gaat niet, juffrouw
Nella; het gaat werkelijk niet!"
Zij trok met een ruk haar arm uit dsn
zijne.
„Dus ik ben niets voor u I En toch heb ik
zulk een verdriet ter wille van u gehad I"
Hot was weer geheel de oude, hartstoch
telijke, opvliegende Nella, die uit haar
sprak.
„Gij moogt niet zoo spreken, lieve Nella.,
Ik kan u niet zeggen, ik mag hei* immers
niet, hoezeer ik mij tot u voel aangetrok
ken."
Nu had hij weer zijn handen op haar
schouders gelegd en ditmaal trok hij baar
niet mede, ook niet, toen hij haar lichaam
onder zijn vingers voelde beven.
„Waarom moogt gij het mij nioi zeggen?"
pruilde zij zacht. „Ook misschien vaawege
mijn vader?"
„Ja Nella, juist vanwege hem. Voor wat»
zou hij mij houden? Eerst zijn geld en
dan..."
„En dan?"
„Gij weet heel goed, Nella, wat ik wil
zeggen-"
Een gelukkig lachje speelde om haar mond
„Ik weet het volstrekt niet! Zeg het
toohl Toe. En dan?"
„En danzijn kindO, Nella, Nella,-
gij moest mij niet zoo'kwellen Het valt zoo
bitter zwaar van u te moeten afzien, veel
zwaarder dan al het andere."
Hij had zijn hoofd afgewend, ofsohoon
het tusschen de boomen veel te donker waa
dan dat zij de oprechte smart in zijn oogen
had kunnen waarnemen. Nu drukte zij zich
zacht tegen hem aan en haar band in del
zijne leggend, zeide zij teeder:
„Wie verlangt dat dan van u?"
„Mijn eergevoel."
(Slot volgt).