Ingezonden.
DE JUPE-CULOTTE OP PANTALON-ROK.
De Pluimvee-tentoonstelling.
Faillissementen.
Burgerlijke Stand.
Het leven der vrouw.
Vragen en Antwoorden.
Mijnheer de Redacteur!
ïn Uw geacht Dagblad van 13 Februari
hebben wij een verslag ontvangen van de
behandeling der zaak tegen den heer D e
Haas. Met weerzin is deze vervolging ver-
Domen, en met groote belangstelling is na-
fegaan, wat de behandeling aan het licht
eeft gebracht.
En dan meen ik, dat wij te weten zijn ge
komen, dat bij gediplomeerde doctoren de
patiënten vrij dood mogen gaan, zonder dat
'de genees- en heelmeesters er over lastig
xvorden gevallen, maar bij den heer D e
Haas mogen zij niet alleen niet doodgaan,
maar zij moeien zelfs allen volkomen her
stellen.
Onze gediplomeerde doctoren mogen zich
bok vergissen, zonder dat er verder een
haan naar kraait. Dit is b.v. bewezen en
kele jaren geleden hier in Leiden, toen
bleek, dat de kwaal van een onzer voorna
me mannen door den behandelenden genees
heer niet werd begrepen, wat' toen aan het
licht is gebracht door een met praktizee-
rend geneeskundige. Maar wanneer de heer
De Haas zich eens mocht vergissen,
wee zijn gebeente 1
Wat dat vergissen aangaat, nog dit.
Eenige jaren geleden was een vriend van
mij, in wiens leven ik groot belaDg stelde,
lijdende. Hij was onder behandeling van
den uïtnemenden dr. Idzerda. Deze ver
klaarde, dat' een operatie noodzakelijk was,
doch verzweeg niet, dat aan deze operatie
levensgevaar verbonden was.Mijn vriend
kag er zeer tegen op, en wenschte zich nog
'door een gerenommeerd professor, niet in
Leiden wonende, te laten onderzoeken.
Omdat mijn vriend ook aan doofheid leed,
Vergezelde ik hem en was ook bij het onder
hoek tegenwoordig, dat liggende op een
ba nap plaats had.
Resultaat van het onderzoek was: O. dat
«al best schikken, ik zal u geneesmiddelen
geven, en dan zal het wel in orde komen.
Professor was klaar, maar ik niet ge
rust, en dit om het groote vertrouwen wat
ik in dr. Idzerda stelde. Ik deed aan pro
fessor een vraag, waarop hij „neen" ant
woordde.
Deze vraag had een nieuw onderzoek ten
gevolge, doch nu staande, waarbij profes-
Bor tot een geheel anderen uitslag kwam.
Er moest geopereerd worden, zonder twij
fel, en „hij h'ad het zelf gevonden."
Ik voeg hier geen woord bij.
Wat het getuigenverhoor aangaat, van
één weet ik, dat de persoon, na de behan
deling door den heer De Haas, met veel
lof sprak over het succes; thans scheen dat
lücces van minder beteekenis. Waarom?
De vertegenwoordiger van het Staatstoe
zicht is niet tevreden met de wijze, waarop
de heer Deïïaas tot de diagnose komt,
daarbij natuurlijk uitgaande van het stand
punt, waarop de wetenschap het tot hier
toe gebracht heeft. Maar wie durft bewe
gen, dat de wetenschap de uiterste grenzen
Van kennis bereikt heeftl Eenrtièntal
jaren geleden was op een dorp ïn den om-
Vrek van Leiden een jongmensch onder be
handeling van den plaatselijken dokter,
die een gevaarlijke operatie noodig ver
klaarde, Een professor, uit Leiden ge
baald, was het met den dokter eens. De
ouders, bovenal ïn angst om dat „gevaar
lijke," wendden zich tot Biïïaas, onder
Wiens behandeling het jongemensoh in kor
ten tijd opknapte, en op dit oogenblik zijn
tooveelste reis in Amerika maakt. Uit zulke
feiten leid ik, met mijn leeken-verstand, af,
af, dat er nog iets meer is, dan wat tot op
dit oogenblik de geneeskundige wetenschap,
het hare kan noemen.
De Ambtenaar van het O. M. noemde als
bewijs van het kwaad door den heer D e
Haas gesticht een juffrouw Boer, die ten
slotte naar een krankzinnigengesticht moest
Worden gebracht
Vreeselijk, nietwaar?
Hu komt echter haar man meedeelen, dat
Eijn vrouw nimmer medicijnen van den heer
De Haas gebruikt heeft. De Ambtenaar
blijkt dus met zijn voorbeelden niet bijzon
der goed op de hoogte te zijn. Hij is zkh
daarop komen verdedigen met te zeggen,
dat hij zulks niet gezegd heeft. Wel, ver
klaart bij, heb ik ter kenschetsing der luk-
raakbehandeling ook van zenuwpatiënten
door den heer De H. er op gewezen, dat
genoemde juffrouw, als zoo vele andere,
voor haar „zenuwen"-pillen van hem heeft
gekregen, terwijl zij achteraf bleek ernstig
ziek te zijn, en nu niet aJs getuige kon op
treden, omdat zij krankzinnig was gewor
den." Met de weinige gegevens is hier
juist oodeelen zeer moeilijk. Maar bekend
wordt dan toch, dat „achtera f" bleek,
dat de juffrouw ernstig ziek was. Nu, dat
komt honderd keer voor, dat een dokter
achteraf tot de ontdekking komt van
iets, wat hij aanvankelijk niet gemerkt
heeft. Verder vernemen wij, dat de juf
frouw ,,ze/iuwen"-pillen heeft ontvangen.
Uit haar later krankzinnig worden is het
volkomen aan te nemen, dat zij zenuw-
lijderes is geweest, en dan zouden maatre
gelen daartegen geheel op hun plaats zijn
geweest, en hei.' geval veel meer pleiten
vóór den heer De H. dan tégen hem.
En wat nu het ineens doorzien van den
toestand van een zieke aaDgaat door ge
diplomeerde doctoren. Toen ik mij eens
vervoegde in een ziekenhuis, om inlichtin
gen in te winnen naar den toestand van een
patiënte, die volgens mijn gegevens nimmer
weer in huis zou terugkeeren zoo, dat zij
haar gewone werk zou kunnen verrichten,
deelde de dokter mij mee, dat patiënte op
het' oogenblik in behandeling was voor een
acuut geval, en dat de mooglijkheid niet
was buiten gesloten, dat zij met drie weken
weer goed en wel thuis was. Ik stond ver
baasd en merkte op, dat het toch een lijde-
tps was aan tuberculose, die ïn den laat9ten
tijd zeer was toegenomen.
Dat deze patiënte lijdende was aan tu
berculose was den dokter, volgens zijn ver
klaring, niet bekend.
En wat nu het gebruik van zekere krui-
den op het gebied van de geneeskunst aan-
De pantalon-rok maakt
het trappen klimmen
gemakkelijk.
Zjj veroorlooft den dames,
evenals dsn heeren, met de
beenen over elkaar te
zitten.
Staa.'n wij voor een nieuwen sprong
in do damesmode en zal deze haar
toenemend Oostersche neigingen be
kronen met heb aanvaarden van de
wijde pantalon der haremdames? Of
is het slechts één der vele proefne
mingen van de tuk op leverantie
zijnde Parijsche medefabrikanten?
Hoe het zij, voorloopig is de pan-
talonrok er, al zijn liet er maar wei
nigen, die heb gewaagde kleedingstuk
durven aantrekken. En wat cr ook
is, dat is de filosofie over den oor
sprong van de nieuwe mode, met al
de tegenstrijdigheid, die alle filoso
fie steeds aankleeft. Want waar de
één de verschijning der harembroek
aan het weer toenemen der vrouwe
lijke neigingen bij het schoono ge
slacht toesohrijft, vertelt een ander,
dat zij het logisch gevolg is van den
toenem end en lust tot emancipatie.
De man-vrouwen willen niet alleen
in figuurlijken, doch ook in letter
lijken zin de broek aan hebben.
Hoewel te Parijs de daarvan loe
vende dames, de probeer-juffers der
groote kleermakers, sinds een paar
weken het nieuwe ldeedingstuk, dat'
vooralsnog bedekt is door een lang
overkleed van tnniek-vorm, overal
te kijk dragen, is er van een succes
voorloopig nog geen sprake, en de
kans, dat wij onze moeders, vrou
wen en meisjes dezen zomer in den
„pajitalonrok" zien, is dan ook
uiterst gering. Gebeurde het, dan zou
het er mee gaan aJs met alle mode,
de dames zullen zich er bekoorlijk
of waardig in weten voor te doen, al
Haar haar aard. Maar het geringe
succes en het snel verdwijnen der
wijde kniebroek, Voor dames, die
uit sportief oogpunt werkelijk veel
vóór had, geeft eenig recht ook de
harembroek nu reeds onder de mis-
Pantalor.-rok van voren. lukte modegrillen te rangschikken.
Pantalon-rok van achteren
gaat. Op smalende wijze wordt er vooTal
door de geleerde we raid over gesproken in
menig geval. Reeds in mijn jeugdige jaren,
dat is een tijd van 50 jaar terug, heb ik
mij daarover een eigen oordeel moeten vor
men. In dien tijd werd er in een groot
deel van de provincie Groningen veel gele
den aan koorts. Hoe het thans i9, weet
ik niet. Zij begon met koude rillingen ge
durende eenige uren op zoo hevige wijze,
dat ide lijder gedurende dien tijd bij wijze
van spreken, bet huis met. zich deed schud
den. Daarop volgde „de binnenkoorts", dat
het wel scheen of er binnen een vuur
gloeide, zoodat de lijder als in water Ver
smolt. De geneeskundige remedie er tegen
was het gebruik Van quinine, waarvan na
veertien dagen telkens een zekere hoeveel
heid moest worden ingenomen; dan bleef
do koorts zoogenaamd „opgestopt". In dien
tijd werden geleverd door een boertje in
Re ze (Drente) drankjes, en wie daarvan een
fleschje gebruikt bad, was voor goed van
de koorts verlost. Dit geval met audere on
dervindingen heeft bij mij de overtuiging
gevestigd, (genoemde drankjes waren be
reid uit een plant), dat er in do planten
wereld nog tal van geneesmiddelen schui
len, waarmee de kwalen der mens oh en kun
nen bestreden worden.
Toen ik eenige jaren daarna mij eens
in Zuidlareu bevond en naar het boertje
informeerde, vernam ik, dat hij overleden
was en de kennis met hem in het graf
was gegaan. Als een kleinood liet men mij
nog ruim een half fleschje van het bekende
drankje van hem zien. Ik betreur het, dat
de wetenschap geen moeite doet op der
gelijke dingen beslag te leggen. Een on
derzoek zou het dan toch in elk geval
meer dan waard zijn.
Het terrein van de geneeskunde bevat
in mijn oog een hoogvereerde wetenschap.
To bejammeren is liet echter, dat de des
kundigen op dat gebied met groote vijand
schap alles ignoreeren, wat zich buiten hun
geijkten kring als geneeskunst doet kennen.
De mode is nu eenmaal om alles wat bui
ten dien geijkten kring voorvalt als kwak
zalverij te brandmerken. Dit getuigt van
een verbazende zelfgenoegzaamheid in eigen
kring, waarmee de lijdende menschheid, ge
zien de sprekende feiten, allerminst gebaat
is. Voor het overige zou ik het mij tot
zonde rekenen ook maar de geringste blaam
op onze geneeskundige doctoren te leggen.
Alleen kcpiyik op tegen het meten met
twee maton.
De heer De H. kan misschien veroordeeld
worden omdat hij in strijd is met de letter
der wet; naar geest en bedoeling zal het.,
vcor zoover mij bekend, naar ik meen onge
veer zestienjarige arbeid onder een schare
van hulpzoekenden, moeilijk vallen hem te
treffen, en dat zegt heel wat.
Juist komt mij een ingezonden stukje in
„De Standaard", na&r aanleiding van
deze -vervolging, onder de oogen, ondertee-
kend: A. Vijfwinkel te 's-Gravendeel.
Hij schrijft: „Nu ruim een jaar geleden
was ik ernstig ziek, en huisdokter noch doc
toren in do sttul wisten raad voor mij,
en konden mij niet helpen. Ik was vader
van acht kinderen, waarvan er nog pa® één,
een meisje, de school had verlaten. Waar
ik met wei-ken in de behoeften van mijn
gezin moest voorzien, zag het er duister
uit. "Wij kwamen fe hooren van den heer
De Haas, en die heeft mij, als middel in
Gods hand, in enkele weken genezen. Ik
ben tosn tot do ontdekking gekomen, dat
niet alleen ik, maar uit alle oogden des
lands menscheii kwamen, die door do cf-
fieiecle wetenschap waren opgegeven, om'
geholpen te wordend'
Men kan den heer D e H. vonnissen, o
zeker! "Wat kan hier niet gebeurenI De
grootste Geneesmeester-, die ooit deez aard
betrad, de Volmaakt e, .heeft voor zijn
deel ontvangeneen kruis!
Met de plaatsing van bovenstaande in
Uw geacht Dagblad, Mijnheer de Redacteur,
zult u zeer verplichten,
Uw Dw.f
W. PERA.
Leiden, 21 Februari 1911.
Hedenavond zal de door de Leidsche
Pluivee-Vereeniging aangerichte pluimvee-
tentoonstelling in de receptiekamer van de
Stadsz&al worden geopend, waarbij door bet
bestuur autoriteiten en particulieren zijn
uitgenoodigd.
De tentoonstelling wordt gehouden in de
groote zaal van de Stadszaal, waar den ge-
heelen dag al een bijzondere levendigheid
keersdhte. Het aantal inzendingen bedraagt
ruim 1100, waaronder zeer belangwekkende
De inzendingen kwamen uit alle deelen des
lands. Dank zij mede den milden bijdragen
van enkele Leidsche vrienden van pluimvee,
kon bet bestuur ditmaal niet minder dan
tot een bedrag van f 600 aan geldprijzen
uitloven.
Voorts zijn er 206 eere-prijzen, medailles,
wisselbokers en kunstvoorwerpen, die allen
zijn geschonken. Het bestuur verheugt
zich natuurlijk zeer in deze medewerking,
die het nog gaarne bekroond ziet door een
overtalrijk bezoek.
k 40 Cents per regel.
2420 4
"W. G. F. J. Thbmaasëe ën gezin, Haar
lemmerweg 55, kunstmarmermaker.
M. C. A. Koeman, "Witte Singel 40, gym-
nastiekondeTwijzea-es.
P. van Tol en gezin, Dillen burgerstraat
4A, schipper.
P. D. .Wautere, Oude Rjju 128, boek
houder.
de Loos én gezin, Pieterskerk gr acht 18.
D. van Donk, Prinses-Wilhelniinastraat
40, timmerman.
C. M. A. H. Vcrheggen, Nicuwsteeg 33,
candid aat-not aris.
F. C. van der Lubbe en gezin, Spilsleeg1
17, koopman in galanterieën.
C. L. de Graaf f en gezin, Van Banchem-
straat 10, metselaar.
C. M. Vermeer, Beestenmarkt 37.
J. H. Dijkman, Oude Rijn 128.
N. B. Dirkse, Steenstraat 43, tand-teoli-
niker.
A. van Wijk, St.-Jorissteeg 42, sigaren
maker.
J. C. van der Heyden, Haarlemmerstraat
16, winkeljuffrouw.
J. Tli. A. Willcmse, Oude Rijn 124 A,
metaal draaier.
H. Pieper, Oude Rijn 124 A, machine
bankwerker.
F. Reijerse, Hansensraat 62, bloemist.
J. J. van Hai-en, Bree straat 76, winkel
bediende.
L. Slof, te zamen met.P. J. Slof hande
lende onder den naam „Gebrs. Slof", meu
belfabrikant, Amsterdam.
J. C. A. Bos Sulpke, eommissiomiair in
effecten, te Bussum.
H. J. Prijs, schoenmaker3 te Hilversum.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: D.
de Vries en C. de Graaf. J. deo Bos en G. Kooi.
D. Middelkoop eo A. J. Iloncoop. P. J. Spaans en
K. Post.
Getrouwd: G. C. Hoorn en W. de Vries. J.
Poortier en T. Beek.
NOORDWUKERHOÜT. Geboren: 'obanna
Elisabeth, D. van v-V. Caspers en M. C. Smits.
Hendrik Jan. Z. van G. Mas«uaas en Th. C. Bouw
meester. Wilhelmus Albertus, I. van J. L. Broek-
bof en A. M v. d. Voet. Johanna Maria, D. vau H.
Heemskerk en C. v. d. Star.
Gehuwd: Johannes Bra ma en Petronella v. d.
Berg.
Bezoldiging en beTordering Tan
onderofficieren.
De Firma 8. SPTER, Kalver
stra at 222, Amsterdam, heeft
als occasion eenige parel-colliers,
waarbij van hoogst fijne kwaliteit.
Het leven der vrouw is dikwijls een lan
ge strijd tegen dat voortdurend afgemat
gevoel die uitputtende rugpijn en zenuw
hoofdpijn die terneerdrukkende pijnen,
die baar huiselijke bezigheden tot een zwa-
ren last maken.
Vele vrouwen zijn er toe geneigd om der
gelijke kwalen toe te schrijven aan haar
vrouwelijk gestel, waaraan dikwijls zware
eiscben gesteld worden. Doch juist in der
gelijke tijden wordt er veel gevergd van
een paar der belangrijkste organen van het
lichaam de nieren, de zuiveraars van het
bloed. En wanneer ziob later versohijnselen
als de bovengenoemde vertoonen, wordt er
gewoonlijk niet aan gedacht of de nieren
ook aangedaan zouden kunnen zijn.
Wanneer de nieren zwak of ziek gewor
den zijn, worden do onzuiverheden en scha
delijke stoffen niet uit het bloed gefiltreerd
en bet zijn deze onzuiverheden, die de
oorzaak er van zijn, dat gij u zoo vermoeid,
afgemat en terneergeslagen gevoelt. Zij ver
oorzaken urinekwalen, graveel, waterzucht
en rheiimatiekzij maken dat gij last krijgt
van hoofdpijn en rugpijn, en dat gij zoo
prikkelbaar en moedeloos wordt.
Daarom, wanneer gij op een dergelijke
wijze lijdt, maakt u dan niet bezorgd over
ingebeelde kwalen, doch komt uw nieren te
hulp met Foster's Rugpijn-Nicren-Pillen,
de standanrdmedicijn voor de nieren en
Waas. 2419 42
Hoedt u echter voor namaak. De eohte
Foster's Rugpijn-Nieren-Pillen, kenbaar
aan de handteekening van James Foster op
het etiket-, zijn te Leiden verkrijgbaar bij de
heeren D. M. Kmisinga, Nieuwe Rijn 33)
R-eijst k Krak, Steenstraat 41; en bij D. W.
E. F. de Waal, Mare 56. Toezending ge
schiedt franco na ontvangst van postwissel
ft f 1.75 voor één, of f 10 voor zes doozen.
Opgave van personen, die aieh te
Leiden hebben gevestigd.
P. Ploylei- en gezin, Hooigracht 41, kan
toorbediende.
H. Smit en gezin, Rijn- én Schiekade 83,
Rijksklerk.
H. W. van Venetië én gezin, Haarlem
merstraat 200 A, schilder.
P. A. A. Olréc en gezin, Breeetraat 49,
majoor der infanterie.
J. Hubeek, Rapenburg 89.
De minister van oorlog heeft een com
missie benoemd om te onderzoeken o. a.,
of er, en zoo ja, in welk opzicht wijziging
behoort te worden gebracht in de thans gel
dende regelen omtrent de' bevordering ,en
de bezoldiging van de onderofficieren, en.
of het' gewenscht is, do thans bestaande
splitsing met betrekking tot instructief cn
administratief kader te handhaven.
In die commissie zijn benoemd:
tot lid en voorzitter: de majoor jhr. G
A. A. Al ting van Geusaü, van den gene-
ralen staf;
tot leden: de beer E. L. van Ruijtenberg,
referendaris bij bet departement van oor
log; de kapitein jhr. H. P. van der Mieden,
van de infanterie; de ritmeester A. Maas
Geesteranus, van ds cavalerie; de kapitein
W H. Doorman, van de veld-artilleriede
kapitein S. C. Meerdiuk, van de vesting
artillerie; de kapitein-adjudant O. Bueno
de Mesquita, van de genietroepen; de eer-
8te-luitenant H. G. Winkelman, van de
jagers, tevens secretaris; de eerste-luit'e-
nant-kwartiermeester J. Loeff; de adju
dant-onderofficier H. T. Vonk, van de in
fanterie, en de adjudant-onderofficier J.
A. Swankhuisen, van de veld artillerie.
Nederlanders in den vreemde
en het leger.
worden de Neekrlandsche jongelieden voor*
bereid tot de diensten, die ven ben in geval
van oorlog zouden moeten gevergd worden
daarop zijn alle krachten van officieren
en kader gericht. Een contingent van jon
gelieden, die na 9 maanden verblijf in
Nederland naar bet land hunner geboorte
terugkeeren, zou dus alleen moeite en tijd
vergen, ter wille van die jongelieden. Het
leger zal niets aan ben hebben; de weer
kracht van Nederland zal er niets bij bin
nen. Onder zekere omstandigheden zouden'
zelfs meer officieren en kader beschikbaar
moeten zijn voor de oefening dier buiten
landers; de kosten zoudeD ook belangrijk
hooger kunnen worden, dan de schrijver be
rekent, zeHs aannnemende dat zijn kostenr
berekening voor onderhoud, enz., ongeveer
juist ware. Het is de vraag of er in de te
genwoordige kazerne:, plaats is voor zulk
een jaarlijkseb contingent; thans zijn deze
in den oefentijd reeds overvuld." Ook de
ha ndels voo r deel en, meent „Neerlandia'',,
zullen niet zoo groot zijn.
„Neerlandia" schrijft, dat haar uit
Nieuw-York een plan is voorgelegd om de
banden met de afstammelingen van oud-
Nederlanders nauwer aan te halen. Dat
plan is, de zonen van oud-Nederlanders
in Amerika en Zuid-Afrika een tijd lang
in bet Nederlandsdie leger te laten dienen
Die in Europecscbe landen zouden 't moei
lijk kunnen doen, aangezien zij in bun. eigen
lond veelal dienstplicht hebben te vervullen.
De schrijver stelt zich voor, dat er een
korps zou kunnen gevormd worden van on
geveer 1000 man; desgewenscht zon indee
lt11# bij de regimenten verkozen kunnen
worden. Voor vervoerkosten rekent bij in
doorslag f 250 per manbij een verblijf in
de gelederen gedurende 9 maanden zouden
de kosten (onderhoud, kléeding inbegrepen)
in het geheel niet meer dan f 750 per man
bedragen: dat is 3/4 millicen, waarvan nage
noeg 1/3 ten goede van de Hollandsche
scheepvaart em-2/3 aan de Hollandsche nij
verheid ten voordeel zou komen. Een tij
delijk verblijf in Nederland zou den jonge
lieden leereD, dat dit niet alleen een land
is van „molens, grachten en klompen",
maar een land van daden, van voortbreng
selen en van kunst; banden zouden worden
aangeknoopt. Teruggekomen in het land,
waar hun ouders verblijven, zouden die jon
gelieden verspreiders zijn van Nederlaud-
sohe nijverheid of kunst of andere produc
ten; zij zouden zijn „levende advertentie®
van wat Holland op bet gebied ran vlijt,
degelijkheid, opvoeding en vertrouwbaar
heid" waard is. De ouders en betrekkingen
der in Nederland'dienenden, zouden moge
lijk naar dat land overkomen, wat alweer
de scheepvaart en de nijverheid te stade
zou komen. Zuid-Afrika en Amerika-, thans
reeds groote afnemers van Europeesche
goederen, zouden allicht meer handelsbe
trekkingen met Nederland aanknoopen ook
door de jongelieden zelven.
De redactie van „Neerlandia*' vreest, dat
het pla-n onuitvoerbaar is. „In bet leger
Y ra a g: Ik heb bij een vogelvrouw een
manuenkanarie gekocht. Ten minste ik heb
er den gemiddelden prijs voor betaald. Nu
blijkt het een vrouwtje te wezen, dat na^
tuurlijk veel minder handelswaarde heeft.-
Toen ik hem later terug bracht beweerde zij
dat 't haar vogel niet was. Gaat dat zoo
maai' of is daar nog wat aan te doen?
Antwoord: Daar zal niet veel aan té
doen zijn. Gij hadt bij den koop beter moe
ten toekijken. Nu staat uw bewering tegen
over die \an de vogelvrouw. Als gij geen
bewije kunt bijbrengen zult gij u met het
vrouwtje moeten vergenoegen.
Y raag: Mijnheer, nu ze toch de Heeren-
sbraat aan 't opknappen zijn, sou 't nu
niet mogelijk zijn om de sloot voor de Mag-
dalena Moonsstraat te dempen, daaj: de
straat daar nog geen 5 meter breed is'? En
als de school uitgaat en vo>rasl Vrijdags en
Zaterdags een der gevaarlijkste punten'
uit de stad is daar er dan honderden rij
tuigen passeeren?
Antwoord: Mogelijk is het zeker,!
maar of het noodig geoordeeld wordt, is
een andere waag. U weet dat de gemeente
zelf zeer zelden tot slootdemping overgaat..
Wel staat zij het gaarne aan belanghebbend
den toe en verleent daarbij faciliteiten. Gé
zoudt u bij de bouwpolitie op het Raadhuis
moeten vervoegen ou hooren wat men er
daar van zegt.
Vraag: Is het u bekend dat de Rott.
Tramweg.-Mij. sedert eenige weken dea
dienst van een om de miauut. heeft»
omgezet in een dienst van één rit per 7
minuten en zoodoende het. gemak der
dubbele rails niet ten gerieve van het pu
bliek, doch ten ba-te dier Maatschap pd|,
wörcTt gebezigd? En zoo ja honden de con--
cessie voorwaarden geenerlei bepaling in, dia
deze dienetv erslechting kan be
letten 1
Wel is waar loopt onze onde sokkel paar
dentram op z'n laatste beentjes, maar het
zou toch jammer zijn zoo wij nog v e t4
scheidene maanden in plaats van
verbetering van dezen achtergang moeten
„profiteeren."
Antwoord: Ons was dit niet be
kend. Is het zoo dan is dit inderdaad een
kleine „verslechtering", doch het voordeel
dat thans een rit slechts hoogstens 14 minu*
ten duurt, dank zij het dubbel spoor, is een
verbetering die daar wel tegen op weegt.
Volgens art. 6 der concessie-voorwaarden
moet de dienstregeling door B. ea "Ws. wor
den goedgekeurd en dus de aangebrachte
wijzigingen ook. Of dit in dit geval is ge
schied, weten wij niet, doch we vermeden
het wel. Mocht het niet zoo zijn dan zullen
B. en Ws. er nu wel op letten.
Vraag: Is de kans in de Staatsloterij
grooter,' wanneer men telkens een ander
nummer speelt dan geregeld hetedfde num-
mcr?
Antwoord: De kansen staan in beid©
gevallen gelijfe. Bij eenig na-denken zal n
dit duidelijk zijn.
Vraag: Zoudt u nog eens het adre®
■willen opgeven,, waar zich te vervoegen om
als werkman geplaatst te worden in de re
mise der Electrische tram, te Rijnsburg?
Antwoord: Aan het Bureel van de
Noord-Zuid-Holl. Tramwegmo-atsohappij a^n
de Hoogewoerd alhier,, teleplioon nummer
919. Dit antwoord ook aan anderen, die on
geveer hetzelfde hebben gevraagd.
Vraag: Hoe komt het dat menechen
verwijderd worden en de doorgang belet in
een a-fgezetten kring van een brand, die zelf
in dien kring wonefi, terwijl zoogenaamde
experts öf brandsehaderegela-ars, die met
het blusschen van een brand niets te maken
hebben, daarin worden toegelaten?
Antwoord: Als men kan aantoon en
aan het. afgesloten gedeelte te wonen,
wordt men doorgelaten. Men ikan dan in of
aan zijn woning do beweging gadeslaan,
doch mag zich niet. op het afgesloten ge
deelte begeven. Het is een welwillendheid
van de politie, wanneer zij de experts door
laat. Het zijn evenwel maar hoogst en
kele personen. Zij kunnen door hun aanwe
zigheid weinig stoornis verwekken. Ook d©
pers wordt steeds vrije toegang verleend.
Vraag: Kunt u mij eenige inlichting
geven aangaande een loterijbriefje, dat ik
verloren heb en niet gelet heb op het serie
nummer? Het was een 1/20 lot en is nu met
f70 uitgetrokken. Zou ik da-ar nog wat
aanspraaik op kunnen hebben?
Antwoord: Zeker, wij hébben ons
hieromtrent om inlichtingen gewend tot den
heer F. van Roznburgh, die ons Beide, dat
de vrager zioh maar had te wenden tot deii
collecteur, bij wien hij het briefje bad ge
kocht en toen wij hem attent maakten op
uw toelichting, waarin u mededeelt, dak
deze collecteur afwijzend bad beschikt, zei-'
de' deze: laat de man maar eons bij mi}
komen, dan zal ik hem den weg wel whzeiL.