ïfo. 1B626. LEIDSCH DACrSLAS, Zaterdag* 28 Januari. Vierde Blad. Anno 1911. Buitenlandsch Overzicht. Financieele Causerie. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. Omtrent de Vlïssingsche kwes- ti e wordt in een artikel in de „N..R. CJ." 'de aandacht gevestigd op een historische bijzonderheid, die men tot nog toe uit het «Dog verloren had. Het blad schrijft: Zij die met beroep op 'dc traktaten van 1839 ons van het bouwen ,van een fort bij Vh'ssmgen willen afhouden, hebben n.l. tot nu toe geheel over het hoofd gezien, dat Yliasingen, ten tijde toen die traktaten tot stand kwamen, .een vesting was, en dat Yliasingen tot in het jaar 1888 ongeveer een vesting is gebleven, die juist dezelfde strekking had, als het voorge stelde fort van thans. Wat meer zegt: Ylis- eingen was toen -niet slechts vesting, maar om die vesting heen lag nog een kring van forten, waarvan met name het fort De Ruy- ter ten Oosten van Ylissihgen, en het fort Nolle ten Westen van Ylissingen met de kmtbatterij der vesting de rivier beheersoh- ten. Het is dus volstrekt onmogelijk, dai de bouw van een fort bij Vliasingen tegen den geest of de strekking van de traktaten van 1839 in zoude gaan. De mond van de Schel de zou, wat de internationale positie daar van betreft, door een fort bij Ylissingen juist weer eenigermate gebracht worden in den toestand, waarin hij in 1839 en nog jaren daarna verkeerde. Zelfs na de tot standkoming van het fort zou aan de Schel- 'de, vergeleken bij 1839, mets veranderd rijn, dan dat er eenige oude verdedigings werken... vervallen ziiin. Zij, die z;ch op de traktaten van 1839 beroepen, moesten dus eer instemming met, dan afkeuring over het ;rcgeörfngsvoorstel aan clen' dag leggen. Uit Brussel komt weer een eigenaardige iiiting, die zeker niet geheel vrij i6 van ten- •Öenz' De „Öhroiuque" fcoc-h heeft deze Iterke woorden gesproken. ,,De bouw van dit fort zou een onvriend schappelijke daad jegens België, een vijan delijke daad tegenover Engeland zijn en Vlakweg gunstig genoemd moeten worden Voor de politiek en cle strategische combi naties van Duit'scliland. De sterke antipathie jegens Engeland, 3ie door den Boerenoorlog ten toppunt is gedreven, heeft er niet weinig toe bijge dragen, om een belangrijk gedeelte van de Openbare meening m Holland bot wijziging Van de vroegere gevoelens jegens Duitsch- land te bewegen. Wij gelooven dat Nederland in dwaling Verkeert, want: op den dag, waarop Ipuitschlaiid waarlijk vasten voet in Neder land verkregen zal hebben, zal de onafhan kelijkheid van Nederland spoedig opgehou den hebben te bestaan. Kot Germanisme heeft Nederland met lasijn prachtige havens meer en meer drin gend noodig. De bouw van het fort bij Ylis- ilngén zou een nieuw ernstig halte-punt' •ijl' van den groeicnclen invloed van Duitschland in. Nederland, -omdat het. met toestemming van het Nederlandsohe minis terie zelf is bereikt/ Ook de Belgische kening maakt; studie van de zaak. Hij heeft zich door een kolo nel over de kwestie van het' fort laten in lichten. De Fransohe Kamer heeft voorloo- pig Briand wee/r een nieuw bewijs gegeven 1vau haar medewerking. De interpellaties Haar aanleiding van bet algemeen verbond van den arbeid zijn zeer gunstig voor de ïegeering afgeloopen. Briand heeft weer handig ieder liet zijne gegeven. Hij beloof de de wet van 1884 aan te vidlen en het 'ter rein van werkzaamheid der vakvereni gingen te verruimen, terwijl hij zich voor behoudt zoo noodig de bonden de macht der regeering te laten geweien. In dien geest werd 'n motie aangenomen 'en had Briand een welkom steentje voor 'de versterking zijner positie verkregen. In Engel and zal het vakonderwijs na der worden bezien. Daartoe zal te Londen tonder leiding van den lord-mayor een natio nale conferentie worden gehouden, waarin aal worden aangedrongen op invoeringvan staatswege van een algemeen stelsel van Verplicht vakonderwijs. Verschillende arbei- devsleiders en groote werkgevers in Enge land zijn tot de overtuiging gekomen, dat aan de vakopleiding van de jeugd nog zeer veel ontbreekt, en dat alleen verbetering kan worden verkregen door de invoering van een wettelijke regeling van het vakon derwijs. Twee jaren geleden werd daarom opgericht de National Industrial Educa tion League", die zich,de propaganda voor zulk een wettelijke regeling ten doel heeft gesteld. Men weet dat in enkele Duitsche staten de socialisten allerlei dingen hebben ge daan, die niet döor den beugel konden wij herinneren ons van de partijdagen door uit voerige debatten. Vooral Ihet deelnemen van sociali'sten aan plechtigheden ten hove wordt scherp afgekeurd. Maar de Duitsche tuohtbrekers hebben thans volgelingen ge kregen in Denemarken. Daar hebben dezer dagen vier socialisten aan 's Konings tafel gegeten. Zij hebben gezegd, dat dit een kwestie van beleefdheid was en dat zij daardoor niet in strijd kvTamen met het besluit van den .partijdag waarbij bepaald was, dat socialistische afgevaardigden niet mogen deelnemen aan feesten, ten doel hebbende de leden der Koninklijke familie te verheerlijken. Daar van een verheerlijking in dit geval naar hun meening geen sprake was, en het een plicht der hoffelijkheid is een gedane uitnoodiging aan te nemen, meenden zij te moeten gaan. Of (het gebeurde echter in de oogen. van de partij genade zal vinden is een tweede. Er gaan tegenwoordig meer oorlogs- dan vredesklanken over onzen aardbol. De Vlis- singsche kwestie herinnert er de mogend heden aan om hun kruit droog te houden. Uitbreiding van leger en vloot is overal aan de orde. Ook Oosten r ij k hoewel maar een. zeer kleine kustlijn bezittende gaat een oorlogsvloot vormen en zal spoedig een Dreadnought hebben. De minister van marine heeft verklaard, dat het, marinebe st uur zich onmogelijk tevreden kan stellen met voor de volgende jaren een jaavlijksc-he buitengewone verhooging - van 1,500,000 Kronen van de gewone begrooting. Het heeft over een tijd van 6 ja-ar 312 millioen kronen noodig, en dit bedrag is niet vast gesteld naar aanleiding van de werkelijke behoeften der marine, maar met het oog op de financieele mogelijkheden. Ook in de M i d cl e 11 a n d s c li e Zee is allerlei militaire beweging. Engeland is van plan Egypte tot haar militair centrum te maken. Het gevolg is uitbreiding van de Engelsche bezettingstroepen. Of de Egyp te naren dat nu juist zoo prettig vinden, wordt er niet bij gezegd. In Rusland heeft minister Stolypin zich over de binnenlandsohe aangelegenhe den uitgelaten en speciaalover de volks vertegenwoordiging. Het verwijt, dat de Doema langzaam en slordig weitkt, wordt door den minister be slist tegengesproken. Integendeel, de legis latieve arbeid gaat sneller en beter dan ooit. De Doema is in alle nationale quaes- t-ies volkomen vertrouwbaar gebleken. Het eenige wat haar ontbreekt is een sterk centrum, maar in de vierde Doema zal daar in wel voorzien worden. De oneenigheden tussóhen Doeana en Rijksraad berusten meer op pers-verzinsels, dan op de werkelijkheid. De Regeering is dus hoopvol gestemd en zal krachtig de rcvolutionnaire propaganda tegengaan. Deze wordt geleid, zegt Stoly pin, uit Parijs. De revolütionnaire comité's ïn de Fran- 8che hoofdstad hebben hun hoop gevestigd op drie factoren: Het leger, zooals in Por tugal en in Turkije, maar daarmede is in Rusland niets te beginnen de boeren, maar door de agrarische hervorming zijn deze, ten minste tijdelijk aan den invloed der re- volutionnairen onttrokken; en de arbeiders. De arbeiders zijn over het geheel revolu- tiónnair gezind, doch de treurige ervarin gen, die zij tijdens de onlusten in Rusland opdeden, maken het noodzakelijk dat zij beter georganiseerd zijn; en terwijl zij daar aan werken, storen zij zich niet ihard aan de aanwijzingen van de revolütionnaire oomi- té's, Sir Eel is Schuster, directeur der Union of London and Smiths Bank Ltd., te Londen, is aan 't woord' gé vreest op de liaifjaarlijk- sohe vergadering van aandeelhouders dier in stelling' 'en heeft, zcoals gewoonlijk, zijn licht laten schijnen over eenige onderwei"-, pen van den dag. V ij c-iteeren 't volgende uit zijn redevoering: „Het financieele jaar 1910 is in vele op zichten een jaar geweest van recordseer stens wat betreft onze liandelsbalanscijfers^ zoowel invoeren als uitvoeren geven, de hoog ste cijfers, die ooit bereikt zijn- Dan de cijfers van 't Londenschc. Clear in g-Housc. die 't enorme totaal geven van 14,658,863,000 pond sterling, een vermeerdering van 1,133.417,000 pond sterling tegen 't voor afgaande jaar. Ook de nieuwe kapitaals- ui/tgiften, die aan 't publiek zijn aangebo den toonen, met een totaal van 267 mil lioen pond een vermeerdering aan van 70 millioen pond. Eindelijk: geven oolc de Be- gTootingsodjfers -een record; zij voorzien dn een uitgave van 171 millioen pond, te dek ken door belastingen. DiL bedrag is 't hoog ste van «eenig budget- na den oorlog-, en slechts 35 ïuillioeu pond minder dan 't duurste jaar gedurende don Boerenoorlog,toen er op groote schaal geleend weid. Deze gewel dige uitgaven zijn een ernstig feit om re kening mee te houden en zij moeten zonder twijfel geleicl hebben tot de eigenaardige toestanden die op de geldmarkt heerschcn. Neg een rtcorcl - is er behaald door opze Consols, die tot 785/s daalden, de laagste noteering sedert 1847. Zulk een daling" in prijs is niet alleen een verlies voor de houders doch, waar 't geldt 'fc staatsfonds bij uitnemendheid.niei minder een verlies voor ide natie; want de prijs der Consols is 'do maatstaf van 't nationaal erediet, en indien men 20 jaren geleden niet algemeen overtuigd geweest- ware, dat 't erediet zeker was vastgesteld op een geheel verschillende basis, zou de convers ie in een lager rente- type niet hebben plaats gehad. Zelfs als we cle" lagere rente in (aanmerking nemen, dan moeten wij 33 jaren terug gaan, alvorens een dergelijke lage no teering terug te vinden; want. een 272 pCt. fonds bij 78 is in verhouding even hoog als een'3 pCt. bij 93% en do prijs der 3 pCt. Consols is niet zóó laag geweest sedert 1878. In de «eeréte plaats is cle daling in Con sols, naar mijn ovèrtuiging te wijten aan do conversie van een 3 pCt. tot een 2s/± pCt. -en later tot een 2% pCt.type- Niet tevreden met de lagere rente, keek de be legger uit naar andere beleggingen en 't bezit van de vaste beleggingsklanten werd geleidelijk, doch zeer aanmerkelijk vermin derd. Het fonds werd ineer en meer gebruikt voor" de geldmarkt en zoolang 't geld goed koop" was, roes de koers., dor Consols, doek toen 't geld duurder werd, kwamen groote posten aan do markt. Toen kwam de oorlog met zijn herhaaide uitgiften van nieuwe lee ningen. Zoo lang de -oorlóg duurde werden deze gretig opgenomen door Banken en an d-eren, die hot ziek tót plicht rekenden dit onder do omstandigheden to doen, dook na derhand doden die nieuwe uitgiften haar invloed golden. Nog oen andere -oorzaak is te zoeken in de nieuwe Trust Beleggings-W>efc. Voordien waren Trusters-fondsen overeenkomende met onze inschrijving op 'fc grootboek ten behoeve van minderjarigen "beperkt tot Britsohe Staajsleeiungen en tot de a-and ce len der Banken van Engeland,'1 Iorland en de Staatsleeningon van Britech-indië, waar van 't totaal, toentertijd, ongeveer" 700 mil lioen bedroeg. Do nieuwe Wet -echter stoncl •ook de belegging toe in spoorweg- eli ge- rnecntoleeningcn en breidde daardoor plotse ling 't bedrag van geoorloofde beleggingen nit tot dubbel, zoo niet meer, déoorspron- kelijko 700 millioen. In 1900 volgde de Co lonial Stock-Wet, waardoor Trusters voog den bevoegdheid kregen ook 'te-beleggen in Koloniale fondsen, en zoodoende was de waarde, die Consols aan hun „monopolie" ontleenden, verwoest. De Iersche Land-Aan koop-Wet van 1903 en de groote uitgiften van gegarandeerd fonds, in verband daar mede, had eveneens een deprimeerenclen in vloed en intusschen was t erediet van vele vreemde naties en ondernemingen verbeterd, waardoor nog een kanaal wexd geopend aan beleggers om hoogere rente te trekken. Bo- i venidien heeft de groote ontwikkeling van don handel, die de laatste jaren over de ge- j heele wereld heeft plaats gehad, hoogere i rente-koersen voor 't geld na zioh' gesleept, I waardoor 't kapitaal van 't rijk van beleg ging naar dat van den handel is gelokt, j terwijl de invloeddaarvan op de fijnste fondsen veel grooter is geweest, dan op die, welke hoogere rente dragen. De groote nationale uitgaven, zoowel als de zoozeer toegenomen stedelijke en lokale uitgaven, moeten ongetwijfeld ook hun stempel druk ken op de spaarkracht der natie. Ofschoon over 't algemeen alle belastingen ten ge volge hebben, dat er minder belegd wordt, zóo geloof ik toch, dat vooral de suiccssie- rechten, te meer sedert deze zoozeer zijn verhoogd, een reden te meer zijn voor de depreciatie van goud-gerande fondsen. Be halve voormelde Gorzaken, die leidden lot verknopen van onze Staatsfondsen, moeten wij rekening houden met 't ophouden van dn aanknopen, die vroogër geschiedden, na melijk die voor de Rijkspostspaarbank en 't- Amortisatiefonds. Ik meen dat dn beide, jaren 1895 en 1896, 't bedrag aan Consols, dat- gekocht werd voor de Postspaarbank, 15l,b millioen pond bedroeg. In 1897 viel dit tot 9Ys, in 1898 tot 6, en in 1S99 tot 3 millioen Pond. In do vier volgende jaren werd or zelfs meer ver- dan gekocht, en in 't laatste jaar, waarover de cijfers verkrijgbaar zijn, n.l. 1909 was 't bedrag, dat voor dit doel werd aangekocht, slechts 724,000 pd. st- Wat be treft do aankoopen voor 't Am ort is a tie fonds, waarin men vaak den hoofdfactor wil zien voor den steun, dien Consols ondervinden, zoo vind ik dat sedert 1894 59 millioen pond is besteed tot delging van schuld. Daar van kwam 407a milliocn pond ten goede der vlottende schuld en slechts 15 millioen pond werd besteed tot terug-koop van Consols in de open markt. Sedert 't einde van den oor log is slechts 12Vi millioen pond besteed, tot terugkoop van Consols, terwijl 3S mil lioen werd gebruikt tot delging van vlot tende sohuld. Deze bedroeg op 31 Maart 1910, 627e millioen pond, waarbij eoliter 21 millioen pond. tijdelijke voorschotten; zoo dat 't normale bedrag- mag worden aange nomen op 417e millioen pond. Ofschoon rt nu een uitnemende financieele politick is om de vlottende schukl niet te zeer uit to brei den, zoo kan do Consolmarkt eerst dan haar vroegere breedte herkrijgen, als de aankoo pen ten behoeve van 't Amorti&atiefonds weer in dezelfde mate als vroeger gesohie- dóii 011 als de Postspaarbank en andere Re geer ing^dé partem enten de fondsen, te hun ner besoliikking, tot aankoop van Consols gebruiken. Ik meen dat tie beleggingen der Postspaarbank in totaal 163 millioen pond bedraggen, waarvan -slechts 60 millioenin Consols en 103 millioen in andere fondsen van, of gegarandeerd door, 7 Britsche Gou vernement. Het is duidelijk hoezeer de af wezigheid dezer aankoopen van invloed zijn geweèst op de markt. Men beeft verscheidene genees middel on aan de hand gedaan om een ruime markt te creëeren, om Consols „populair" te maken. De eenvoudigste daarvan zou wel zijn door do 0versclirijvhigsformaliteiten minder om slachtig te maken, en de uitgifte van óbli- gatiën aan toonder zonder kosten te doen geschieden. Ook wil men kleinere coupures aan toonder creëeren dan die van 100 pond sterling. Of daardoor grooter vraag zou ont staan, is moeilijk vooruit te zeggen, doch men kan 't zeer gemakkelijk eens prober- ren. In ieder geval zou de uitgifte van kleinere coupures ten gevolge hebben, dat men gemakkelijker daarop kan leenen, dan thans. Een veel omvattender en dieper gaand plan is dó hereon versie tot een 3 pCt. type. Dat zou niet zonder precedent zijn, ik meen •dat er twee gevallen bekend zijn, waarin een Brit-scli Staatsfonds werd geconverteerd in een hooger rentedragend type. In 1818 werd 88 pd. st. 37a pCt. fonds aangeboden tegen 100 pd, st. 3 pCt., en er werd 27 millioen op die basis verwisseld. I11 1853 werd 827a pd. st. 37a pCt. fonds aangeboden tegen 100 pd. st. 3 pCt., doéli op dit aanbod werd slechts tot geringe be dragen ingegaan, daar de ruil-voorwaarden weinig aantrekkelijk waren. Het idee is dus dat in ruil voor Consols, die een zeker bedróg aan rente opleveren op een 27s pOt. basis een bedrag 3 pCt. fonds wordt aan-; geboden, dat dezelfde rente oplevert. Zulk een conversie moet natuurlijk, geheel vrij- willig blijven en zekere tegemoetkoming moet. den ouden iioiidcrs worden getoond, als compensatie voor 't prijsgeven van een gedeelte van. hun kapitaal, In de" eerste plaats moest 't nieuwe fonds niet aflosbaar' zjjn voor een lange reeks jaren, zeg b.v. minstens 60 jaren, anders zou de verlei-- ding tot een verdere conversie eii reductie in interest te groot worden, als 't. geld weer, eens goedkoop wordt. Ten tweede moest men, de zaak nog op andere wijze aantrekkelijk maken on dan geloof ik, dat 't beste idee zou .zijn, om de interest betaalbaar- te stel-: lem vrij van inkomstenbelasting. Een 3 pCt'. fonds, belastingvrij, zou een groot aantal beleggers aantrekk.cn en zou uitermate po pulair worden, als 't oehige fonds, dat dit' voorrecht geniet. Het nadoel voor den Staat zou niet zoo groot zijn, als men op 'teerste gezicht zou méencn, want, daar de Staat groothoudor is van Consols, zou er geen werkelijk nadeel uit 'voortspruiten, terwijl men zou mogen aannemen, dat 't fonds spce- clig zou geolasseerd zijn, zooals ook wen-: sclielijk is, onder dc kleine beleggers, die uit hoofde van hun gering inkomen, toch' vrijstelling van inkomstenbelasting genieten. Er zijn groote voardeelen verbonden aan een ruime verspreiding van' Consols over tal- rijko hoofden. Een groote compensatie voor 't gemis van Income tax voor den Staat zou bestaan in de niiudera cischen van 't Amortisaticfonds, omdat 't bedrag- avin schuld zooveel te kleiner zou zijn. Boven dien zou 't nationale fonds niet langer ge-, noteerd zijn onder pari. En dit zou op zioh- zelf een groot voordeel cn zooveel te beter zijn bij mogelijke latere lecningen. Naai* mijn overtuiging zou een plan van dien aard de natie ten goede komen, en 'fc zou ons na tionaal fonds beter verhandelbaar mak-en,, meer populair en 't de eenige positie terug-: geven, die 't zoolang innam. Doch.niet in deze maatregelen alleen schuilt 'tgeneesmid-- del, dat men zoekt; vroeger of later moet' efr paal etu perk gesteld worden aan de groote jiatlonale en -stedelijke verkwisting.'' w: Vorguderiug; van de Gezondheids- Commissie te Bodegraveu. De Voorzitter deelt mede hetgeen ter uit voering van besluiten, in do vorige verga-, de-ring genomen, is gesohied. Tot de inge komen stukken behooren o.a.formulier art. 9 Woningwet van Nieuwkoop; afschrift van besluiten van Reeuwij'k en Moordrecht inzake verbetering van peroeelen, en eenige missives van Reeuwijk over onbewoonbaar verklaai'de woningen. Gunstig- advies wordt uitgebraoht over. het verlengen van den termijn van ontrui ming van perceel F. Nos. 9—11 te Reeuwijk én óver een verzodk tot uitstel tot 1 April a.s. voor het plaatsen van een privaat bij de peroeelen 2831 te Rajnzaterwoude. In behandeling wordt genomen het rap port over den toestand van de sohoolwonin- gen te Papekop en Langeruigeweide, welke van dien aard is, dat in een volgende ver gadering zal worden overwogen of tot onbe woonbaarverklaring moet worden geadvi seerd. Een klacht van een inwoner van Boskoop over den toestand van de sloot; «achter dó Ridderbuurt wordt, als zijnde ongeteekend, ter zijde gelegd. ►Sedert de vorige vergadering zijn aange geven de navolgende gevallen v an besmet telijke ziekte, als: te Waddingsveon 5, ttf Bodegraven 2, te Moordrecht, Waarder en Zevenhoven ieder 1 febris typh., te Bar- woutswaarder 1 roodvonk' en te Rietveld 1' diphtheritis. De werkzaamheden van de versohiiler ,lc commissiën voor het jaar 1911 worden vast gesteld. De rapporten, van, pjaafcponderzoek te Woerden én Moordrecht worden behandeld en de ooiiclusiën 7 worden, goedgekeurd. Niets meer te. behandelen zijnde, wordt de vergadering gesloten. es; - Men hoorde hem eerbiedig zwijgend aan; •en enkele dor vrouwen nam de doodmoede kinderen bij de hand of werd door buren half voortgeduwd; de meesten evenwel ga- Yen door een ge-baar te kennen, hier te wil len Olijven. Het was geen koude avond en 1de mensehen konden daarom wel buiten hlijvón. Toen de president weer terugkwam, ver-, klaarde Eckhold liem, da-t nu allo voorbe reidingen getroffen waren, om de mannen met zoo min mogelijk gevaar naar bene den te laten. Men had een mand met stee- nen laten zakken. Maar tevens wist men Ook, dat de massa daaronder stevig.vast lag en niet gemakkelijk weg te krijgen'zou tójh. De gezichten van de mannen toonden min der hoop; Paul vond den toestand gunsti ger hij constateerde, dat de luehtciroulatie nog niet geheel onderbroken was. Zonder rop de waarschuwingen te letten, daalde de (president weer de ladder af, om den dap peren mannen een enkel woord toe te spre ken. iFaul volgde hem. Ook hij wilde het •erste bericht hcoren en daarnaar zijn maatregelen nemen. Zonder dat in de fórukte iemand er op gelet had, had Paul In den loop van den middag verscheidene telegrammen naar Forstenburg gezonden. ,0ij dacht daarover na en hoopte maai*, dat •poedig antwoord sou komen, waardoor aan zijn tegenwoordigheid in deze ongezon de lucht spoedig een eind gemaakt zou worden. Een doffe stilte heersokbe rondom de schacht; men hoorde sléchts hét schuren der touwen en het knarsen der kettingen. Eck hold had zijn plaats zóó gekozen, dat hij de lampen kon zien. Het duurde wel tien mi nuten voordat van benéden het teeken kwam, om niet verder te laten zakken, en daarna volgde een kwartier van bang wach ten. Niets was te hoeren of te zien, hoeveel moeite mén er ook voor deed. Plotseling- richtte Eckhold zich op en gaf het teeken de mand op te halen. Zoo snel mogelijk ge schiedde dit. Ook von Herther begreep wat dit allés te beduiden had. Want plotse ling klonk weer hét dreunende, donderende geraas uit de diepte, dat al wel tweemaal de -redders naar boven had doen vluchten. Met angst wachtten allen. Daar zagen zij de lioh- tén wee*r, maar het gedreun onder den grmid werd steeds heftig r, aan hét slin geren van het touw l o <kte men, dat steenen daar tegen aaii vielen. Daar kwam de mand en naar adem snakkend steeg een der mannen er uit. Eokhold gaf den toe snellenden mannen een teeken, nog te wach ten. De man zei de: „Er heeft weer een instorting plaats. Het ziet er heel leelijk uit; alles schijnt af gesloten, want boven op de steenen ligt water. Ik heb op vijf plaatsen groote gaten en scheuren gezien, scheuren wel van twin tig meter. Ik kon niet uit den mand gaan, want om mij heen vielen voortdurend stee nen. En wanneer we niet heel spoedig er door kunnen komen, redden we dé on.ge lukkigen niet. Vroeger was hier een groote boormachine; die kan ons misschien hel pen." Eckhold en ook de. anderen knikten en keken dan weer in de schacht, van waar steeds het geraas omhoog steeg. Yon Her ther stond er met radeloozen blik bij en Paul zeide: „Het is gedaan. Met groote moeite had den we de gevallen laag misschien kunnen doorboren, maar dat zal niét gaan, Wanneer er nog nieuwe instortingen plaats hébben. De proef met de boormachine acht ik'nut teloos, maar men kan haar nemen." We moeten evenwel wachten tot deze in storting voorbij is. Laat de mannen maar naar de boormachine zoeken. Maar vóór morgenochtend kunnen we er niets mee doen," zeide Eckhold. „We moet-en-nu een deel van de arbeiders naar huis zenden om te slapen, want mor gen heb ik frissche krachten noodig. Van nacht laat ik aan de nieuwe bescherming verder werken, we schieten wel niet veel op, maar er gebeurt, dan toch een en ander en de lui laten den moed niet geheel en al zakken. Ga ook naar huis, mijnheer, en zie te rusten. Er komen zware, vermoeiende dagen; ook u zult uw krachten noodig heb ben en vandaag kunt u hier niets meer doen. Ikzelf zal u morgenochtend bericht brengen over wat er vannacht gebeurd is." „En gijzelf, Eckhold?" Paul had den arm. van den president al gegrepen, óm hem mee te trekken. „Ook ik zal een paar uren gaan slapen, maar hier. Eerst zal ik wachtposten uiteet- ten, die op alles letten moeten. Goeden nacht, mijnheer; Sütft nog niet alle hoop op." Von Hcrther nam met een handdruk af scheid. Toen hij buiten kwam, zag hij, dat het gerucht van de nieuwe instorting zich al verbreid h<od. Luider dan straks was het geweeklaag van de vrouwen en kinderen Hij besefte, dat Paul hem -meetrok, en be vrijdde met "een plotselinge beweging zijn arm uit dien van den dokter. Von Herther en Paul stapten in het rijtuig, dat Felici- tas teruggestuurd had. De dokter haalde diep adem, als iemand, die van den dood gered is. XXVIII. Slechts vier en twintig uren waren ver loop en, sinds dezelfde personen aan tafel in von Her.ther's woning te zamen hadden gezeten, maar het leek hun veel langer. Ook Paul zag er bleek en afgemat uit en was toch ontevreden, dat ook Felicitas' uiterlijk zoo was. Von Herther at onder den invloed van beiden een klein stukje, maar hij keek strak voor zich en liét zijn gedach ten gaan over alles, wat. dien dag gebeurd was, al deed hij moeite niet te spreken over dat, wat aller gemoed vervulde. Paul oordeelde echter, dat een beslissing geno men moest worden; hij dacht alleen nog maar over de wifze, hoe dit het beste uit i'e lokken. Sinds vanmorgen was von Her ther een ander man geworden, er was een geest van verzet in hem gevaren, die ge broken moest worden; daar anders gevaar bestond, dat a.ller toekomst in de waag schaal werd gesteld. Het was mogelijk, dat, wanneer de ergste indruk van din ongeluk voorbij was, de oude man zijn onwankel baar vertrouwen in Paul weer zou terug' krijgen en in ieder geval wilde Paul daar toe een ernstige poging wagen. Men was op het punt op ie staan, Von Herther zat tegen zijn gewoonte met heil hoofd in de hand geleund aan tafel en gaf op een vragenclen blik van Felicitas slechts mt een knikje antwoord, dat hij het goed vord, te eindigen. Daar werd plotseling hard ge beld; alle drie liepen naar de gang, want eij verwachtten een béricht van „Gut Heil.'' Er was bevel gegéveh ieder, die van daar kwam, onaangediend binnen te laten. Maar de bediende gaf drie telegrammen nan Paul en zeide, dat de mijninspecteur Hart zooeven uit Forstenburg was aangekomen. Paul opende de telegrammen en zeide „Waar ik bang voor was, is zoo. Ik moet met den eersten trein naar Forstenburg terug. De Hertog is minder wel." Felicitas keek hem een oogenblik aar toen zeide zij: „Ma^r, Paul, je wilt toch mijn vader in deze omstandigheden niet alleen laten P" „Ik moet mïin plichtdoen,' zeide, h'j kond. „Ik zou niet kunnen blijven, ook wilde ik; maar ik lieg niet en zeg ronduit dat ik 0uk niet wil. Ik geloof, dat alles h verloren is; dat je vader zijn geld en zijn gezondheid opo/fert' zonder iets aan het verschrikkelijke te kunnen verandei in. Sinds de nicufte instortingen, waarbij weer eenige honderden kubieke metera steen en zand naar beneden zijn gevallen, is het dwaasheid, om niet te zeggen krank zinnigheid, een- poging te willen doen om do menschen te redden, wier lijden trou wens door den dood al wel geëindigd zal zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13