ïfo. 1B626.
LEIDSCH DACrSLAS, Zaterdag* 28 Januari. Vierde Blad.
Anno 1911.
Buitenlandsch Overzicht.
Financieele Causerie.
FEUILLETON.
Hun roeping getrouw.
Omtrent de Vlïssingsche kwes-
ti e wordt in een artikel in de „N..R. CJ."
'de aandacht gevestigd op een historische
bijzonderheid, die men tot nog toe uit het
«Dog verloren had.
Het blad schrijft: Zij die met beroep op
'dc traktaten van 1839 ons van het bouwen
,van een fort bij Vh'ssmgen willen afhouden,
hebben n.l. tot nu toe geheel over het hoofd
gezien, dat Yliasingen, ten tijde toen die
traktaten tot stand kwamen, .een vesting
was, en dat Yliasingen tot in het jaar 1888
ongeveer een vesting is gebleven, die juist
dezelfde strekking had, als het voorge
stelde fort van thans. Wat meer zegt: Ylis-
eingen was toen -niet slechts vesting, maar
om die vesting heen lag nog een kring van
forten, waarvan met name het fort De Ruy-
ter ten Oosten van Ylissihgen, en het fort
Nolle ten Westen van Ylissingen met de
kmtbatterij der vesting de rivier beheersoh-
ten. Het is dus volstrekt onmogelijk, dai de
bouw van een fort bij Vliasingen tegen den
geest of de strekking van de traktaten van
1839 in zoude gaan. De mond van de Schel
de zou, wat de internationale positie daar
van betreft, door een fort bij Ylissingen
juist weer eenigermate gebracht worden in
den toestand, waarin hij in 1839 en nog
jaren daarna verkeerde. Zelfs na de tot
standkoming van het fort zou aan de Schel-
'de, vergeleken bij 1839, mets veranderd
rijn, dan dat er eenige oude verdedigings
werken... vervallen ziiin. Zij, die z;ch op de
traktaten van 1839 beroepen, moesten dus
eer instemming met, dan afkeuring over het
;rcgeörfngsvoorstel aan clen' dag leggen.
Uit Brussel komt weer een eigenaardige
iiiting, die zeker niet geheel vrij i6 van ten-
•Öenz' De „Öhroiuque" fcoc-h heeft deze
Iterke woorden gesproken.
,,De bouw van dit fort zou een onvriend
schappelijke daad jegens België, een vijan
delijke daad tegenover Engeland zijn en
Vlakweg gunstig genoemd moeten worden
Voor de politiek en cle strategische combi
naties van Duit'scliland.
De sterke antipathie jegens Engeland,
3ie door den Boerenoorlog ten toppunt is
gedreven, heeft er niet weinig toe bijge
dragen, om een belangrijk gedeelte van de
Openbare meening m Holland bot wijziging
Van de vroegere gevoelens jegens Duitsch-
land te bewegen.
Wij gelooven dat Nederland in dwaling
Verkeert, want: op den dag, waarop
Ipuitschlaiid waarlijk vasten voet in Neder
land verkregen zal hebben, zal de onafhan
kelijkheid van Nederland spoedig opgehou
den hebben te bestaan.
Kot Germanisme heeft Nederland met
lasijn prachtige havens meer en meer drin
gend noodig. De bouw van het fort bij Ylis-
ilngén zou een nieuw ernstig halte-punt'
•ijl' van den groeicnclen invloed van
Duitschland in. Nederland, -omdat het. met
toestemming van het Nederlandsohe minis
terie zelf is bereikt/
Ook de Belgische kening maakt; studie
van de zaak. Hij heeft zich door een kolo
nel over de kwestie van het' fort laten in
lichten.
De Fransohe Kamer heeft voorloo-
pig Briand wee/r een nieuw bewijs gegeven
1vau haar medewerking. De interpellaties
Haar aanleiding van bet algemeen verbond
van den arbeid zijn zeer gunstig voor de
ïegeering afgeloopen. Briand heeft weer
handig ieder liet zijne gegeven. Hij beloof
de de wet van 1884 aan te vidlen en het
'ter rein van werkzaamheid der vakvereni
gingen te verruimen, terwijl hij zich voor
behoudt zoo noodig de bonden de macht der
regeering te laten geweien.
In dien geest werd 'n motie aangenomen
'en had Briand een welkom steentje voor
'de versterking zijner positie verkregen.
In Engel and zal het vakonderwijs na
der worden bezien. Daartoe zal te Londen
tonder leiding van den lord-mayor een natio
nale conferentie worden gehouden, waarin
aal worden aangedrongen op invoeringvan
staatswege van een algemeen stelsel van
Verplicht vakonderwijs. Verschillende arbei-
devsleiders en groote werkgevers in Enge
land zijn tot de overtuiging gekomen, dat
aan de vakopleiding van de jeugd nog zeer
veel ontbreekt, en dat alleen verbetering
kan worden verkregen door de invoering
van een wettelijke regeling van het vakon
derwijs. Twee jaren geleden werd daarom
opgericht de National Industrial Educa
tion League", die zich,de propaganda voor
zulk een wettelijke regeling ten doel heeft
gesteld.
Men weet dat in enkele Duitsche staten
de socialisten allerlei dingen hebben ge
daan, die niet döor den beugel konden wij
herinneren ons van de partijdagen door uit
voerige debatten. Vooral Ihet deelnemen
van sociali'sten aan plechtigheden ten hove
wordt scherp afgekeurd. Maar de Duitsche
tuohtbrekers hebben thans volgelingen ge
kregen in Denemarken. Daar hebben
dezer dagen vier socialisten aan 's Konings
tafel gegeten. Zij hebben gezegd, dat dit
een kwestie van beleefdheid was en dat zij
daardoor niet in strijd kvTamen met het
besluit van den .partijdag waarbij bepaald
was, dat socialistische afgevaardigden niet
mogen deelnemen aan feesten, ten doel
hebbende de leden der Koninklijke familie
te verheerlijken.
Daar van een verheerlijking in dit geval
naar hun meening geen sprake was, en het
een plicht der hoffelijkheid is een gedane
uitnoodiging aan te nemen, meenden zij te
moeten gaan.
Of (het gebeurde echter in de oogen. van
de partij genade zal vinden is een tweede.
Er gaan tegenwoordig meer oorlogs- dan
vredesklanken over onzen aardbol. De Vlis-
singsche kwestie herinnert er de mogend
heden aan om hun kruit droog te houden.
Uitbreiding van leger en vloot is overal aan
de orde. Ook Oosten r ij k hoewel
maar een. zeer kleine kustlijn bezittende
gaat een oorlogsvloot vormen en zal spoedig
een Dreadnought hebben. De minister van
marine heeft verklaard, dat het, marinebe
st uur zich onmogelijk tevreden kan stellen
met voor de volgende jaren een jaavlijksc-he
buitengewone verhooging - van 1,500,000
Kronen van de gewone begrooting. Het
heeft over een tijd van 6 ja-ar 312 millioen
kronen noodig, en dit bedrag is niet vast
gesteld naar aanleiding van de werkelijke
behoeften der marine, maar met het oog op
de financieele mogelijkheden.
Ook in de M i d cl e 11 a n d s c li e Zee
is allerlei militaire beweging. Engeland is
van plan Egypte tot haar militair centrum
te maken. Het gevolg is uitbreiding van de
Engelsche bezettingstroepen. Of de Egyp
te naren dat nu juist zoo prettig vinden,
wordt er niet bij gezegd.
In Rusland heeft minister Stolypin
zich over de binnenlandsohe aangelegenhe
den uitgelaten en speciaalover de volks
vertegenwoordiging.
Het verwijt, dat de Doema langzaam en
slordig weitkt, wordt door den minister be
slist tegengesproken. Integendeel, de legis
latieve arbeid gaat sneller en beter dan
ooit. De Doema is in alle nationale quaes-
t-ies volkomen vertrouwbaar gebleken. Het
eenige wat haar ontbreekt is een sterk
centrum, maar in de vierde Doema zal daar
in wel voorzien worden. De oneenigheden
tussóhen Doeana en Rijksraad berusten meer
op pers-verzinsels, dan op de werkelijkheid.
De Regeering is dus hoopvol gestemd en
zal krachtig de rcvolutionnaire propaganda
tegengaan. Deze wordt geleid, zegt Stoly
pin, uit Parijs.
De revolütionnaire comité's ïn de Fran-
8che hoofdstad hebben hun hoop gevestigd
op drie factoren: Het leger, zooals in Por
tugal en in Turkije, maar daarmede is in
Rusland niets te beginnen de boeren, maar
door de agrarische hervorming zijn deze,
ten minste tijdelijk aan den invloed der re-
volutionnairen onttrokken; en de arbeiders.
De arbeiders zijn over het geheel revolu-
tiónnair gezind, doch de treurige ervarin
gen, die zij tijdens de onlusten in Rusland
opdeden, maken het noodzakelijk dat zij
beter georganiseerd zijn; en terwijl zij daar
aan werken, storen zij zich niet ihard aan de
aanwijzingen van de revolütionnaire oomi-
té's,
Sir Eel is Schuster, directeur der Union
of London and Smiths Bank Ltd., te Londen,
is aan 't woord' gé vreest op de liaifjaarlijk-
sohe vergadering van aandeelhouders dier in
stelling' 'en heeft, zcoals gewoonlijk, zijn
licht laten schijnen over eenige onderwei"-,
pen van den dag. V ij c-iteeren 't volgende
uit zijn redevoering:
„Het financieele jaar 1910 is in vele op
zichten een jaar geweest van recordseer
stens wat betreft onze liandelsbalanscijfers^
zoowel invoeren als uitvoeren geven, de hoog
ste cijfers, die ooit bereikt zijn- Dan de
cijfers van 't Londenschc. Clear in g-Housc.
die 't enorme totaal geven van 14,658,863,000
pond sterling, een vermeerdering van
1,133.417,000 pond sterling tegen 't voor
afgaande jaar. Ook de nieuwe kapitaals-
ui/tgiften, die aan 't publiek zijn aangebo
den toonen, met een totaal van 267 mil
lioen pond een vermeerdering aan van 70
millioen pond. Eindelijk: geven oolc de Be-
gTootingsodjfers -een record; zij voorzien dn
een uitgave van 171 millioen pond, te dek
ken door belastingen. DiL bedrag is 't hoog
ste van «eenig budget- na den oorlog-, en
slechts 35 ïuillioeu pond minder dan 't duurste
jaar gedurende don Boerenoorlog,toen er op
groote schaal geleend weid. Deze gewel
dige uitgaven zijn een ernstig feit om re
kening mee te houden en zij moeten zonder
twijfel geleicl hebben tot de eigenaardige
toestanden die op de geldmarkt heerschcn.
Neg een rtcorcl - is er behaald door opze
Consols, die tot 785/s daalden, de laagste
noteering sedert 1847. Zulk een daling" in
prijs is niet alleen een verlies voor de
houders doch, waar 't geldt 'fc staatsfonds
bij uitnemendheid.niei minder een verlies
voor ide natie; want de prijs der Consols
is 'do maatstaf van 't nationaal erediet, en
indien men 20 jaren geleden niet algemeen
overtuigd geweest- ware, dat 't erediet zeker
was vastgesteld op een geheel verschillende
basis, zou de convers ie in een lager rente-
type niet hebben plaats gehad.
Zelfs als we cle" lagere rente
in (aanmerking nemen, dan moeten wij 33
jaren terug gaan, alvorens een dergelijke
lage no teering terug te vinden; want. een
272 pCt. fonds bij 78 is in verhouding even
hoog als een'3 pCt. bij 93% en do prijs
der 3 pCt. Consols is niet zóó laag geweest
sedert 1878.
In de «eeréte plaats is cle daling in Con
sols, naar mijn ovèrtuiging te wijten aan
do conversie van een 3 pCt. tot een 2s/±
pCt. -en later tot een 2% pCt.type- Niet
tevreden met de lagere rente, keek de be
legger uit naar andere beleggingen en 't
bezit van de vaste beleggingsklanten werd
geleidelijk, doch zeer aanmerkelijk vermin
derd. Het fonds werd ineer en meer gebruikt
voor" de geldmarkt en zoolang 't geld goed
koop" was, roes de koers., dor Consols, doek
toen 't geld duurder werd, kwamen groote
posten aan do markt. Toen kwam de oorlog
met zijn herhaaide uitgiften van nieuwe lee
ningen. Zoo lang de -oorlóg duurde werden
deze gretig opgenomen door Banken en an
d-eren, die hot ziek tót plicht rekenden dit
onder do omstandigheden to doen, dook na
derhand doden die nieuwe uitgiften haar
invloed golden.
Nog oen andere -oorzaak is te zoeken in
de nieuwe Trust Beleggings-W>efc. Voordien
waren Trusters-fondsen overeenkomende
met onze inschrijving op 'fc grootboek ten
behoeve van minderjarigen "beperkt tot
Britsohe Staajsleeiungen en tot de a-and ce
len der Banken van Engeland,'1 Iorland en
de Staatsleeningon van Britech-indië, waar
van 't totaal, toentertijd, ongeveer" 700 mil
lioen bedroeg. Do nieuwe Wet -echter stoncl
•ook de belegging toe in spoorweg- eli ge-
rnecntoleeningcn en breidde daardoor plotse
ling 't bedrag van geoorloofde beleggingen
nit tot dubbel, zoo niet meer, déoorspron-
kelijko 700 millioen. In 1900 volgde de Co
lonial Stock-Wet, waardoor Trusters voog
den bevoegdheid kregen ook 'te-beleggen
in Koloniale fondsen, en zoodoende was de
waarde, die Consols aan hun „monopolie"
ontleenden, verwoest. De Iersche Land-Aan
koop-Wet van 1903 en de groote uitgiften
van gegarandeerd fonds, in verband daar
mede, had eveneens een deprimeerenclen in
vloed en intusschen was t erediet van vele
vreemde naties en ondernemingen verbeterd,
waardoor nog een kanaal wexd geopend aan
beleggers om hoogere rente te trekken. Bo- i
venidien heeft de groote ontwikkeling van
don handel, die de laatste jaren over de ge- j
heele wereld heeft plaats gehad, hoogere i
rente-koersen voor 't geld na zioh' gesleept, I
waardoor 't kapitaal van 't rijk van beleg
ging naar dat van den handel is gelokt, j
terwijl de invloeddaarvan op de fijnste
fondsen veel grooter is geweest, dan op
die, welke hoogere rente dragen. De groote
nationale uitgaven, zoowel als de zoozeer
toegenomen stedelijke en lokale uitgaven,
moeten ongetwijfeld ook hun stempel druk
ken op de spaarkracht der natie. Ofschoon
over 't algemeen alle belastingen ten ge
volge hebben, dat er minder belegd wordt,
zóo geloof ik toch, dat vooral de suiccssie-
rechten, te meer sedert deze zoozeer zijn
verhoogd, een reden te meer zijn voor de
depreciatie van goud-gerande fondsen. Be
halve voormelde Gorzaken, die leidden lot
verknopen van onze Staatsfondsen, moeten
wij rekening houden met 't ophouden van
dn aanknopen, die vroogër geschiedden, na
melijk die voor de Rijkspostspaarbank en
't- Amortisatiefonds. Ik meen dat dn beide,
jaren 1895 en 1896, 't bedrag aan Consols,
dat- gekocht werd voor de Postspaarbank,
15l,b millioen pond bedroeg. In 1897 viel
dit tot 9Ys, in 1898 tot 6, en in 1S99 tot
3 millioen Pond.
In do vier volgende jaren werd or zelfs
meer ver- dan gekocht, en in 't laatste jaar,
waarover de cijfers verkrijgbaar zijn, n.l.
1909 was 't bedrag, dat voor dit doel werd
aangekocht, slechts 724,000 pd. st- Wat be
treft do aankoopen voor 't Am ort is a tie fonds,
waarin men vaak den hoofdfactor wil zien
voor den steun, dien Consols ondervinden,
zoo vind ik dat sedert 1894 59 millioen
pond is besteed tot delging van schuld. Daar
van kwam 407a milliocn pond ten goede der
vlottende schuld en slechts 15 millioen pond
werd besteed tot terug-koop van Consols in
de open markt. Sedert 't einde van den oor
log is slechts 12Vi millioen pond besteed,
tot terugkoop van Consols, terwijl 3S mil
lioen werd gebruikt tot delging van vlot
tende sohuld. Deze bedroeg op 31 Maart
1910, 627e millioen pond, waarbij eoliter 21
millioen pond. tijdelijke voorschotten; zoo
dat 't normale bedrag- mag worden aange
nomen op 417e millioen pond. Ofschoon rt
nu een uitnemende financieele politick is om
de vlottende schukl niet te zeer uit to brei
den, zoo kan do Consolmarkt eerst dan haar
vroegere breedte herkrijgen, als de aankoo
pen ten behoeve van 't Amorti&atiefonds
weer in dezelfde mate als vroeger gesohie-
dóii 011 als de Postspaarbank en andere Re
geer ing^dé partem enten de fondsen, te hun
ner besoliikking, tot aankoop van Consols
gebruiken. Ik meen dat tie beleggingen der
Postspaarbank in totaal 163 millioen pond
bedraggen, waarvan -slechts 60 millioenin
Consols en 103 millioen in andere fondsen
van, of gegarandeerd door, 7 Britsche Gou
vernement. Het is duidelijk hoezeer de af
wezigheid dezer aankoopen van invloed zijn
geweèst op de markt.
Men beeft verscheidene genees middel on aan
de hand gedaan om een ruime markt te
creëeren, om Consols „populair" te maken.
De eenvoudigste daarvan zou wel zijn door
do 0versclirijvhigsformaliteiten minder om
slachtig te maken, en de uitgifte van óbli-
gatiën aan toonder zonder kosten te doen
geschieden. Ook wil men kleinere coupures
aan toonder creëeren dan die van 100 pond
sterling. Of daardoor grooter vraag zou ont
staan, is moeilijk vooruit te zeggen, doch
men kan 't zeer gemakkelijk eens prober-
ren. In ieder geval zou de uitgifte van
kleinere coupures ten gevolge hebben, dat
men gemakkelijker daarop kan leenen, dan
thans. Een veel omvattender en dieper gaand
plan is dó hereon versie tot een 3 pCt. type.
Dat zou niet zonder precedent zijn, ik meen
•dat er twee gevallen bekend zijn, waarin
een Brit-scli Staatsfonds werd geconverteerd
in een hooger rentedragend type. In 1818
werd 88 pd. st. 37a pCt. fonds aangeboden
tegen 100 pd, st. 3 pCt., en er werd 27
millioen op die basis verwisseld.
I11 1853 werd 827a pd. st. 37a pCt. fonds
aangeboden tegen 100 pd. st. 3 pCt., doéli
op dit aanbod werd slechts tot geringe be
dragen ingegaan, daar de ruil-voorwaarden
weinig aantrekkelijk waren. Het idee is dus
dat in ruil voor Consols, die een zeker
bedróg aan rente opleveren op een 27s pOt.
basis een bedrag 3 pCt. fonds wordt aan-;
geboden, dat dezelfde rente oplevert. Zulk
een conversie moet natuurlijk, geheel vrij-
willig blijven en zekere tegemoetkoming
moet. den ouden iioiidcrs worden getoond,
als compensatie voor 't prijsgeven van een
gedeelte van. hun kapitaal, In de" eerste
plaats moest 't nieuwe fonds niet aflosbaar'
zjjn voor een lange reeks jaren, zeg b.v.
minstens 60 jaren, anders zou de verlei--
ding tot een verdere conversie eii reductie
in interest te groot worden, als 't. geld weer,
eens goedkoop wordt. Ten tweede moest men,
de zaak nog op andere wijze aantrekkelijk
maken on dan geloof ik, dat 't beste idee
zou .zijn, om de interest betaalbaar- te stel-:
lem vrij van inkomstenbelasting. Een 3 pCt'.
fonds, belastingvrij, zou een groot aantal
beleggers aantrekk.cn en zou uitermate po
pulair worden, als 't oehige fonds, dat dit'
voorrecht geniet. Het nadoel voor den Staat
zou niet zoo groot zijn, als men op 'teerste
gezicht zou méencn, want, daar de Staat
groothoudor is van Consols, zou er geen
werkelijk nadeel uit 'voortspruiten, terwijl
men zou mogen aannemen, dat 't fonds spce-
clig zou geolasseerd zijn, zooals ook wen-:
sclielijk is, onder dc kleine beleggers, die
uit hoofde van hun gering inkomen, toch'
vrijstelling van inkomstenbelasting genieten.
Er zijn groote voardeelen verbonden aan een
ruime verspreiding van' Consols over tal-
rijko hoofden. Een groote compensatie voor
't gemis van Income tax voor den Staat
zou bestaan in de niiudera cischen van 't
Amortisaticfonds, omdat 't bedrag- avin
schuld zooveel te kleiner zou zijn. Boven
dien zou 't nationale fonds niet langer ge-,
noteerd zijn onder pari. En dit zou op zioh-
zelf een groot voordeel cn zooveel te beter
zijn bij mogelijke latere lecningen. Naai*
mijn overtuiging zou een plan van dien aard
de natie ten goede komen, en 'fc zou ons na
tionaal fonds beter verhandelbaar mak-en,,
meer populair en 't de eenige positie terug-:
geven, die 't zoolang innam. Doch.niet in
deze maatregelen alleen schuilt 'tgeneesmid--
del, dat men zoekt; vroeger of later moet'
efr paal etu perk gesteld worden aan de
groote jiatlonale en -stedelijke verkwisting.''
w:
Vorguderiug; van de Gezondheids-
Commissie te Bodegraveu.
De Voorzitter deelt mede hetgeen ter uit
voering van besluiten, in do vorige verga-,
de-ring genomen, is gesohied. Tot de inge
komen stukken behooren o.a.formulier
art. 9 Woningwet van Nieuwkoop; afschrift
van besluiten van Reeuwij'k en Moordrecht
inzake verbetering van peroeelen, en eenige
missives van Reeuwijk over onbewoonbaar
verklaai'de woningen.
Gunstig- advies wordt uitgebraoht over.
het verlengen van den termijn van ontrui
ming van perceel F. Nos. 9—11 te Reeuwijk
én óver een verzodk tot uitstel tot 1 April
a.s. voor het plaatsen van een privaat bij
de peroeelen 2831 te Rajnzaterwoude.
In behandeling wordt genomen het rap
port over den toestand van de sohoolwonin-
gen te Papekop en Langeruigeweide, welke
van dien aard is, dat in een volgende ver
gadering zal worden overwogen of tot onbe
woonbaarverklaring moet worden geadvi
seerd.
Een klacht van een inwoner van Boskoop
over den toestand van de sloot; «achter dó
Ridderbuurt wordt, als zijnde ongeteekend,
ter zijde gelegd.
►Sedert de vorige vergadering zijn aange
geven de navolgende gevallen v an besmet
telijke ziekte, als: te Waddingsveon 5, ttf
Bodegraven 2, te Moordrecht, Waarder en
Zevenhoven ieder 1 febris typh., te Bar-
woutswaarder 1 roodvonk' en te Rietveld
1' diphtheritis.
De werkzaamheden van de versohiiler ,lc
commissiën voor het jaar 1911 worden vast
gesteld.
De rapporten, van, pjaafcponderzoek te
Woerden én Moordrecht worden behandeld
en de ooiiclusiën 7 worden, goedgekeurd.
Niets meer te. behandelen zijnde, wordt
de vergadering gesloten.
es; -
Men hoorde hem eerbiedig zwijgend aan;
•en enkele dor vrouwen nam de doodmoede
kinderen bij de hand of werd door buren
half voortgeduwd; de meesten evenwel ga-
Yen door een ge-baar te kennen, hier te wil
len Olijven. Het was geen koude avond en
1de mensehen konden daarom wel buiten
hlijvón.
Toen de president weer terugkwam, ver-,
klaarde Eckhold liem, da-t nu allo voorbe
reidingen getroffen waren, om de mannen
met zoo min mogelijk gevaar naar bene
den te laten. Men had een mand met stee-
nen laten zakken. Maar tevens wist men
Ook, dat de massa daaronder stevig.vast
lag en niet gemakkelijk weg te krijgen'zou
tójh.
De gezichten van de mannen toonden min
der hoop; Paul vond den toestand gunsti
ger hij constateerde, dat de luehtciroulatie
nog niet geheel onderbroken was. Zonder
rop de waarschuwingen te letten, daalde de
(president weer de ladder af, om den dap
peren mannen een enkel woord toe te spre
ken. iFaul volgde hem. Ook hij wilde het
•erste bericht hcoren en daarnaar zijn
maatregelen nemen. Zonder dat in de
fórukte iemand er op gelet had, had Paul
In den loop van den middag verscheidene
telegrammen naar Forstenburg gezonden.
,0ij dacht daarover na en hoopte maai*, dat
•poedig antwoord sou komen, waardoor
aan zijn tegenwoordigheid in deze ongezon
de lucht spoedig een eind gemaakt zou
worden.
Een doffe stilte heersokbe rondom de
schacht; men hoorde sléchts hét schuren der
touwen en het knarsen der kettingen. Eck
hold had zijn plaats zóó gekozen, dat hij de
lampen kon zien. Het duurde wel tien mi
nuten voordat van benéden het teeken
kwam, om niet verder te laten zakken, en
daarna volgde een kwartier van bang wach
ten. Niets was te hoeren of te zien, hoeveel
moeite mén er ook voor deed. Plotseling-
richtte Eckhold zich op en gaf het teeken
de mand op te halen. Zoo snel mogelijk ge
schiedde dit. Ook von Herther begreep
wat dit allés te beduiden had. Want plotse
ling klonk weer hét dreunende, donderende
geraas uit de diepte, dat al wel tweemaal de
-redders naar boven had doen vluchten. Met
angst wachtten allen. Daar zagen zij de lioh-
tén wee*r, maar het gedreun onder den
grmid werd steeds heftig r, aan hét slin
geren van het touw l o <kte men, dat
steenen daar tegen aaii vielen. Daar kwam
de mand en naar adem snakkend steeg een
der mannen er uit. Eokhold gaf den toe
snellenden mannen een teeken, nog te wach
ten. De man zei de:
„Er heeft weer een instorting plaats.
Het ziet er heel leelijk uit; alles schijnt af
gesloten, want boven op de steenen ligt
water. Ik heb op vijf plaatsen groote gaten
en scheuren gezien, scheuren wel van twin
tig meter. Ik kon niet uit den mand gaan,
want om mij heen vielen voortdurend stee
nen. En wanneer we niet heel spoedig er
door kunnen komen, redden we dé on.ge
lukkigen niet. Vroeger was hier een groote
boormachine; die kan ons misschien hel
pen."
Eckhold en ook de. anderen knikten en
keken dan weer in de schacht, van waar
steeds het geraas omhoog steeg. Yon Her
ther stond er met radeloozen blik bij en
Paul zeide:
„Het is gedaan. Met groote moeite had
den we de gevallen laag misschien kunnen
doorboren, maar dat zal niét gaan, Wanneer
er nog nieuwe instortingen plaats hébben.
De proef met de boormachine acht ik'nut
teloos, maar men kan haar nemen."
We moeten evenwel wachten tot deze in
storting voorbij is. Laat de mannen maar
naar de boormachine zoeken. Maar vóór
morgenochtend kunnen we er niets mee
doen," zeide Eckhold.
„We moet-en-nu een deel van de arbeiders
naar huis zenden om te slapen, want mor
gen heb ik frissche krachten noodig. Van
nacht laat ik aan de nieuwe bescherming
verder werken, we schieten wel niet veel op,
maar er gebeurt, dan toch een en ander
en de lui laten den moed niet geheel en al
zakken. Ga ook naar huis, mijnheer, en zie
te rusten. Er komen zware, vermoeiende
dagen; ook u zult uw krachten noodig heb
ben en vandaag kunt u hier niets meer
doen. Ikzelf zal u morgenochtend bericht
brengen over wat er vannacht gebeurd is."
„En gijzelf, Eckhold?"
Paul had den arm. van den president al
gegrepen, óm hem mee te trekken.
„Ook ik zal een paar uren gaan slapen,
maar hier. Eerst zal ik wachtposten uiteet-
ten, die op alles letten moeten. Goeden
nacht, mijnheer; Sütft nog niet alle hoop
op."
Von Hcrther nam met een handdruk af
scheid. Toen hij buiten kwam, zag hij, dat
het gerucht van de nieuwe instorting zich al
verbreid h<od. Luider dan straks was het
geweeklaag van de vrouwen en kinderen
Hij besefte, dat Paul hem -meetrok, en be
vrijdde met "een plotselinge beweging zijn
arm uit dien van den dokter. Von Herther
en Paul stapten in het rijtuig, dat Felici-
tas teruggestuurd had. De dokter haalde
diep adem, als iemand, die van den dood
gered is.
XXVIII.
Slechts vier en twintig uren waren ver
loop en, sinds dezelfde personen aan tafel in
von Her.ther's woning te zamen hadden
gezeten, maar het leek hun veel langer.
Ook Paul zag er bleek en afgemat uit en
was toch ontevreden, dat ook Felicitas'
uiterlijk zoo was. Von Herther at onder den
invloed van beiden een klein stukje, maar
hij keek strak voor zich en liét zijn gedach
ten gaan over alles, wat. dien dag gebeurd
was, al deed hij moeite niet te spreken
over dat, wat aller gemoed vervulde. Paul
oordeelde echter, dat een beslissing geno
men moest worden; hij dacht alleen nog
maar over de wifze, hoe dit het beste uit
i'e lokken. Sinds vanmorgen was von Her
ther een ander man geworden, er was een
geest van verzet in hem gevaren, die ge
broken moest worden; daar anders gevaar
bestond, dat a.ller toekomst in de waag
schaal werd gesteld. Het was mogelijk, dat,
wanneer de ergste indruk van din ongeluk
voorbij was, de oude man zijn onwankel
baar vertrouwen in Paul weer zou terug'
krijgen en in ieder geval wilde Paul daar
toe een ernstige poging wagen.
Men was op het punt op ie staan, Von
Herther zat tegen zijn gewoonte met heil
hoofd in de hand geleund aan tafel en gaf op
een vragenclen blik van Felicitas slechts mt
een knikje antwoord, dat hij het goed vord,
te eindigen. Daar werd plotseling hard ge
beld; alle drie liepen naar de gang, want
eij verwachtten een béricht van „Gut Heil.''
Er was bevel gegéveh ieder, die van daar
kwam, onaangediend binnen te laten.
Maar de bediende gaf drie telegrammen nan
Paul en zeide, dat de mijninspecteur Hart
zooeven uit Forstenburg was aangekomen.
Paul opende de telegrammen en zeide
„Waar ik bang voor was, is zoo. Ik moet
met den eersten trein naar Forstenburg
terug. De Hertog is minder wel."
Felicitas keek hem een oogenblik aar
toen zeide zij:
„Ma^r, Paul, je wilt toch mijn vader in
deze omstandigheden niet alleen laten P"
„Ik moet mïin plichtdoen,' zeide, h'j
kond. „Ik zou niet kunnen blijven, ook
wilde ik; maar ik lieg niet en zeg ronduit
dat ik 0uk niet wil. Ik geloof, dat alles h
verloren is; dat je vader zijn geld en zijn
gezondheid opo/fert' zonder iets aan het
verschrikkelijke te kunnen verandei in.
Sinds de nicufte instortingen, waarbij
weer eenige honderden kubieke metera
steen en zand naar beneden zijn gevallen,
is het dwaasheid, om niet te zeggen krank
zinnigheid, een- poging te willen doen om
do menschen te redden, wier lijden trou
wens door den dood al wel geëindigd zal
zijn.
(Wordt vervolgd).