Nieuwe Raadsels. lipiossmgeu der Üaadsels. tioefle oplossingen ontvangen van: Correspondentie. Ingezonden door „Elsje". Kees: „Ik wou dat men de schoollokalen heeiemaal rond bouwde 1" Oom: „Waarom wil je dat?" Kees: „Wel, clan kon men mij niet meer in een hoek zetten." Ingezonden door „Alpenroosje". „Deze sigaren zijn veel kleiner dan de vorige." „ja, dat is zoo, maar u zei, dat u het laatste eind toch altijd weggooide." Ingez. door Henriette v. Leeuwen, te Oegstgeest. Willem: „Zeg Karei ben je al eens naar de Nieuwkoopsche plassen geweest Karei: „Nu dat zal waar zijn, ik ben ééns in Nieuwkoop geweest en toen regen de het zoo hard* dat ik natte voeten had van de plassen." Meneer Jansen, die bij mevrouw Mul der op visite ikomt: „O mevrouw, wat is de kleine gegroeid. Mevrouw: „Ja vindt u ook niet1? en wijs dat ze isze verstaat alles wat je zegt, niet waar me lieve roetelje, rateltje, rommetje, stommetje, stoele, mineuiijne, makkie?" Meneer Jansen: „Nu mevrouw als 55e dat lülftmajü verstaat, wil ik wel gelooven, dat bet een wijs kindje is. Ingez. door Freek Bey. L Mijn geheel bestaat uit 9 letters, en wordt in ons land maar het meest in Duischiand gebruikt 5 8 8 4 is een meisjesnaam. 4 6 7 7 9 heeft veel kracht. B 8 7 4 ie een hloem. 1 2 8 4 is een vrucht 6 ,7 8 is een vaartuig. Inge*, door „Kleine Zeeofficier." IL Mijn geheel ia een plaats in OverijeeL 3 4 is een dier. 6 3 is een verkorte jongensnaam. 13 6 geeft een helder hdht 10 9 gebruikt de landman 8 7 11 is een oploop naar het kippenhok. 10 11 is een voegwoord 1 1 4 6 is een dier dat op de bergen leeft Ingee. door „He twee vriendjes." hl Zoek uit volgende zinnen een spreek woord Die jongen heeft een leeLijke daad be gaan, maar hij belooft eerlijk beterschap. De groote vacantie duurt zes weken. Het; paard was zoo afgetobd, dat het lood neerviel. Wij moesten het langst wachten voor dat tre aan de beurt kwamen. L Driemaster. XI. Kaarden Zevenaar Uithuieen Hindeloopen Grave. XIi Stoomboot Willem Bloot, „Radjah Blanda", „Arons kelk", „Klein Zangstertje", „Klepper- >*«ouwtje", „Nachtegaal", Alida Straat- bof, Catiharina van Iter son, „Goliath", „Bé twee Madebefjes", „De Molenaar' ^chenkeltje", „De kleine Generaal", Fientje Ragut, Gijs Key, „De twee zusjes", Greta van Zwieten, „Hannibal", Therèse Veeren, „Zoet en Zuur", „Kleine Sport man", Marie en Gerard Gentenaar, „Leeuw van Modderspruit", Corneba Col- pa, Jac. Key, Nelly en Jar,na de Bruin, Oornebs Bloot, „Pieter Marits", Tina Rie- beek, Nelly Linsohcoten, A. Schipper, „JOeine Zeeofficier", „Geranium", W. L. Veguacuiagea, „Broer en Zus", „Reintje de Vos", Leo Christiaanse, Dirk Houthoff, Ja. cobus en Pieter Vallentgoed, „Zwaluw", P. de Regt, Pieter en Catharina v. d. Schoft, Elias Kooreman, Maria en Johanna van Hooidonk, Maria Kooreman, „Meikers", „La Tosoa", Lena de Wilde, W. Bijleveld, Catharina Kriek, Rika en Hendrik Veld- huyzen, „Faust", „Distel", H. de Vroede, „Madebefje", „De kleine officier", „Alva", „Goudrenet", Sara van Weeren, Jannetje en Marietje Lacourt, „Stormvrouwtje", „De Muzikant", „Dik Trom", Cato Val lentgoed, Rudolf Dilkshoorn, J. van Wijk, „Postduif", „Paul Kriiger", Johannes van Driebeek, „Het Sijsje", Jan Midderham, „De vroolijke Annie", „Bob", Margaxetha en Mina Bomb, „Hét Violetje", „Blonde Eliza", A. de l'Ecluse, „Veronica", „Het Schelpje", „Onrust", Hendrika en Johan na Blom, „Jan Harink", Freek en Zus Bey, Jan v. Weizen, L. van Eyk de Lange, Hendrika van der Bijl, „De twee zrusjee Bik", Betsy Christiaanse, Jac. Christiaan se, „Boschanemoon", Abda en Adriaan Landman, „Twee Zwartoogjes", Trijn tje Zeilstra, „Kleine Voetballer", Dirk Weyers, „Kleine Grenadier", „VergeeLmij-niet", „Zwartkopje", Sara Toorens, Mina Toorens, „De Duifjes", Frans en Anna Kriek, „Rosa Fluweeltje", „De twee Blondjes", „De twee Nopjes", „De kleine Zwerver", „Sneeuwwitje", Hendrik Vroom, „.Kwikstaartje", „Kleine Teekenaar", C. L. Janssen, Lena en Wil lem Gros, Jacques Vallentgoed, Herman en Hendrik van Zanten, te Leiden. Janstfe Schmink, te Benthuizen. J. van der Lee, te Koudekerk, Boppie en Plona van Egmond, Johanna Timmers, Hendrika van der Mey, Jacob Martens, „De Schilder", te Oegst geest. Pieter Oostenrijk, Maria de Mooy, Mar tina van den Haak, Gijs je v. d. Mey, „De Witte Raaf", Cor de Haan, te IC ij n i- barg. Jo Wustenhoff, te Sassenheim. Cornehs Honig, Marius de Nobel, te V oorschoten. Hendrik Binnendijk, te Wassenaar. Johanna van Tilburg, Willem en Hen drik de Jong, Joihan Schaank, Aartje en Johanna Parlevliet, te Zoeterwoude. Reinier Verwers, te Zegwaard. Prijzen vielen ten deel aan: A. de l'Ecluse en „Het Schelpje", te Leiden. „Eobinson Crusoë." Ik vind, dat je groot gelijk hebt, om nog een paar jaren op school te blijven, als dat mogelijk is. Weet je al, wat je daarna gaat doen? Hendrik Vro om. Den schuilnaam dien jo opgaf, kan ik je niet toestaan vriendje, want hij werd reeds gekozen. Wil je dus een andere bedenken l „K 1 e i n e Zwerver." Als je inge zonden bijdragen voor plaatsing in aanmer king kunnen komen worden ze in den regel binnen vier weken geplaatst. ,,H et Schelpje." Gelukkig voor jullie, dat moeder weer hersteld is; want als moeder ziek is, bjdt het geheel© gezin er onder. Wat scheelde zij? „Watergeus" te Voorscho ten. Ja vriendje, het is best mogelijk, dat je briefje de vorige week te laat in mijn be at kwam. Nu hadt je echter beter opgepast. Jansje Smink te Benthuizen. Je briefjes moeten uiterlijk des Maandags- morgens vóór negen uren aan ons bureau bezorgd zijn. „Z w a r t k o p j ei" Ja meisje, ik kan me best voorstellen, dat het je erg tegen viel, toen je hoordet, dat er geen kaarten meer te krijgen waren; vooral omdat je niet dikwijls in de gelegenheid bent een uitvoering bij te wonen.; F, en W. d e J o n g, t e Z o e t e r- woude. Wel neen kinderen, waarom zou ik nu booe op jullie zijn? Daar heb ik vol strekt geen reden voor. Ik herinner me niets van je briefje waarin je mij over je verjaardag schreef, misschien kwam het te laat, want het komt gedurig voor, dat de kinderen hun brieven te laat bezorgen. Hendrika v. d. B ij L Je moogt blij het oplossen van naadsels met verborgen plaatsnamen gerust gebruik maken van een atlas, als je dat gemakkelijker vindt. jyB o 1 e," Gelukkig, dat je zoo in beter schap toeneemt vriendje en geen pijn meer hebt. Hoe lang, denk je nog in het zieken- huis te moeten blijven? Je poÜoodteeke- ning vind ik heel mooi en dank je er vrien delijk voor. Als ik in de zomeTvacantie weer een teekenwedstrijd uitschrijf, moet je ook je krachten eens beproeven. „Blonde Eliza." Neen meisje, ik ge loof met, dat je veel kans hebt om dezen winter neg schaatsen te rijden, want als de maand Januari ten einde is, is het daarvoor geen tijd meer, al is het ook niet uitgesloten, dat het water dan nog dicht vriest. „R aadsheertj e." Zeker mag je met ons mee doen vriendje, heel gaarne zelfs. De briefjes moeten Maandagmorgen véór negen uren aan ons bureau bezorgd zijn. „H ideprinsesj e." Ik heb er vol strekt geen bezwaar tegen, dat je opnieuw met ons mee gaat doen, als je er nu meer tijd voor hebt dan vroeger. A 1 i d a v. d. Berg. Ja meisje, je moogt de raadsels wel uit boeken of tijdschriften overnemen. „M eïkers." Als ik me niet vergis, hebben jullie vroeger al meer dan eens een prijs gewonnen; hetgeen niet weg neemt, dat je na verloop van lijd nog wel eens gelukkig kunt zijn. Ik vind een spreek woord van veertien v oorden beslist te groot voor een raadsel. Hoe maakt' Neeltje het, tegenwoordig? Vriendelijk dank voor jo prentkaart. „Zwaluw." Ja meisje, voor gladde straten heb ik respect, en blijf dan maar liefst in huis. „Leeuw van Modderspruit." Ik kan me wel begrijpen, dat je het prettig vondt je bijdragen geplaatst te zien; want dat moedigt nog eens aan om opnieuw je best te doen. „K leppervrouwtj e." Ik vind 'tJ wel heel knap van je broertje, dat hij al -'oo vlug van buiten kan leeren, doch raad je aan zijn jonge hersentjes nog maar niet veel in te spannen, want dat is heusch niet goed voor het kleine ventje. „Vroolijk Zanglijetertje." Ja meisje, ik vind het heel degelijk dat je na volbrachten leertijd de huishoudschool gaat, bezoeken, om daar alle huishoudelijke be zigheden grondig te leeren, want dat is o zoo noodig voor meisjes. Vele meisjes den ken, dat zij de huishouding aldoende lee ren, maar dat is een verkeerde meening, daar het even goed een vak is, dat men' grondig leeren moet als elk a.nder vak. Als dat niet zoo was, dan zou men minder on bekwame dienstboden hebben. Ik vind dat alle meisjes, tot welken stand zij ook be- hooren, de huishouding grondig moesten leeren. Gelukkig, dat de tegenwoordige kook- en huishoudscholen daartoe ruim schoots de gelegenheid bieden. „V i o o 11 j e." Met genoegen vernam ik, dat je weer in zooverre hersteld bent, dat je binnenkort naar school moogt gaan. De cadeaux die je met je verjaardag ge kregen hebt vind ik zeer mooh Vriendelijke groetjes. MARIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 14