15808. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag1 *7 Januari. Berate Blad. Anno 1911.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Hun roeping getrouw.
PERSOVERZICHT.
Kamers van Arbeid voor de iloaw-
bedrijveii, de Textielnijverheid,
de Voedings en tïJenotmiddeien en
de Winkel- en feirossiersbedry ven.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid
en Let Koninklijk Besluit van 6 Januari
1896 (Staatsblad No. 20) tot vaststelling
van een kiesreglement voor die Kamers;
Herinneren de hoofden of bestuurders
üran de navolgende bedrijven:
A. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de Bouwbedrijven:
lo. het bewerken van hout, steen of ma-
talen
het leggen van eJectrische geleidingen
of van gas- of waterleidingen;
het schilders-, stoffeerders-, behangers-,
heiers, stukadoors-, mandemakers-,
aardwerkers- en straatmakersbedrijf
het ontwerpen van en het houden van
toezicht bij het uitvoeren van bouw
plannen;
2o. de boek-, couranten-, steen- en plaat
drukkerijen en de lettergieterijen;
de boekbinderijen;
de cartonnage- en de photographie-
inrichtingen
B. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de Textielnijverheid:
de spinnerijen, weverijen, ververijen,
bleekcrijen en drukkerijen van wol, katoen
of linnen;
de kafcoenvlechterijen, de nettenmake-
rijen, de breierijen, de watten-, kapok-,
of veerenbereiderijen, de zadelmakerijen,
de vellenblooterijen, de leerlooierijen en
de zeemlederfabrieken;
het vervaardigen van kleederen, hoeden
óf schoenen;
de wasch- en strijkinrichtingen en de
kleederververijen;
O. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor deVoedings-enGenot-
middelen:
lo. de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
de cacao- en de chocolade-, de meel- en
de zuivelfabrieken
de tabak- en sigarenfabrieken;
de bierbrouwerijen, de jenever- en de
likeurstokerijen benevens de mineraal-
waterfabrieken;
de slagerijen;
de zeepfabrieken;
fc>. de fabrieken van verduurzaamde
levensmiddelen;
D. vertegenwoordigd m de Kamer van
'Arbeid voor de Winkel- en Gros-
l iersbedrijven:
de winkel en de grossiersbedrijven, voor
zoover die niet zijn of zullen worden ver
tegenwoordigd in een andere Kamer van
Arbeid, waarvan het gebied zich over do
gemeente Leiden uitstrekt;
aan hun verplichting om vóór 15 Januari
k. een lijst of zoo noodig lijsten op te
maken van de namen en de voornamen der
mannelijke en vrouwelijke personen, die m
hun bedrijf binnen het gebied der bovenge
noemde Kamers van Arbeid, welk gebied
zich' alleen over de gemeente Leiden uit
strekt, als p a t r o o n s of in hun dienst
al« werklieden werkzaam zijn geweest
gedurende het laatst verloopen kalender
jaar, voor zooveel de onder A 2o.§ B, C lo.
en D genoemde bedrijven betreft, of ge
durende het laatste tijdvak van 7 maanden,
waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd
onder A lo. en O 2o.
en om die 1 ij s t of 1 ij s t e n v ór 15
Januari e. k. aan hun College i n te
zenden.
Onder p a t r o o ns verstaat de wet de
hoofden of bestuurders van een bedrijf,
waarin ten minste één persoon hoven de
twintig jaar tegen genot van loon werk
zaam is, en allen, die op het beheer der
hoofden of bestuurders toezicht houden, be
nevens hen, die door het hoofd of den be
stuurder van een bedrijf in den regel belast
worden met het. ontwerpen van wetenschap
pelijke plannen en modellen of met het do**.n
van wetenschappelijke proeven, de procu-
lafcichöuders, alsmede de prsonen, die hij
ontstentenis van het hoofd of den bestuur-
68)
„U hebt dc gastvrijheid, waarmee wij u
hier ontvangen nebben, en do oor, waaruice
wij u overladen hebben, met ondank oe-
loond en een gemeen spel gespeeld, ik wil
gelcoven, dat de geheime samenkomsten
met do Prinses niet meer geweest zijn dan
een onwaardig spel... of hebt u mij meer
te zeggen
De Hertog balde krampachtig zijn beide
vuisten, ais wilde hij de gedachte aan dat,
wat hij met de laatste woorden bedoelde,
van zich afzetten, en zijn oogen drongen
Arsakoff tot in de ziel. De musicus zocht
naar een antwoord, dat de woede van den
Hertog zou kunnen doen bedaren, en ein
delijk zeide hij,
„Hoogheid, ik durfde de wenschen van
de Prinses niet weerstaan. Het betrof niets
anders dan een onschuldig spel-.."
Hij hield op. Hem zelfs werd I.et op d't
oogenblik duidelijk, hoe intens gemeen het
was een neiging prijs to geven en een
gunst weg te werpen, waarnaar hij met allo
middelen gestreefd tad. Ook zag hij, dat
zijn paar woorden den Hertog al g kaimeerd I
hadden. j
„U zou in staat zijn iemand oneer aan te
doen, alleen om do lijst uwer triomfen
groc'ter te maken. Uw komst hier* was een j
ramp. U. moet gaan 1 U bent natuurlijk
sooals altijd zonder middel van bestaan:
neem dat en laat me weten waar u naar
toe - bent jgeg&an. Ik zul u aiet heelemanl
der van het bedrijft dat hoofd of dien be
stuurder vervangen.
Onder werklieden verstaat de wet
alle anderen, di© tegen genot van loon *n
een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege
nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over
anderen uitoefenen.
Op die lijsten mogen niet ver
meld worden zij, die gedurende net
laatst verloopen kalenderjaar, waarin in de
onder A 2o, B, C lo. en D. genoemde be
drijven is gewerkt of, voor zooveel de onder
A lo en C 2o vermelde bedrijven betreft, die
gedurende het laatste tijdvak van 7 maan
den, niet binnen, het gebied der bovenge
noemde Kamers van Arbeid hij hetzelfde
hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam
zijn geweest.
Op die lijsten behoeven niet ver
meld te worden zij, die geen ingeze
tenen des Rijks, of geen Nederlanders zijn
of die op den löden Februari e.k. den leef
tijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt.
Zij, di© gedurende het laatstverloopen ka
lender jaar, waarin de onder A 2o, B, C lo
en D genoemde bedrijven is gewerkt, of voor
zooveel de onder A lo en C 2o vermelde be
drijven betreft, gedurende het laatste tijd
vak van 7 maanden, niet in het bedrijf van
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder
zijn. werkzaam geweest, en die aanspraak
kunnen maken om geplaatst te worden op
een kiezerslijst voor bovengenoemde Ka
mers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Ja
miari e.V. aangifte te doen bij Burgemees
ter en Wethouders voornoemd.
De formulieren dezer aangif
ten, zoomode dio der lij sten zijn
kosteloos voor belanghebben
den ter Gemeent e^-S ecretarie
verkrijgbaar.
Voorts worden do hoofden en bestuur
ders van de hierboven genoemde bedrijvea
er, voor zooveel noodig, aan herinnerd, dat
het opmaken en inzenden der lijsten een
verplichting is, tegen wier niet-nakoming
straf is bedreigd bij artikel 43 der wet op de
Kamers van Arbeid, luidende als volgt:
„Hij, die weder rechtelijk niet
voldoet aan een hom in eei igen
krachtons dere Web uitgevaar-
digden algemeenen maatregol
van bestuur opgelegde ver
plichting, wordt gestraft mot
heohtenis van ton hoogste veer
tien dagen of geldboete van.teo
hoogstevijfen zev en tiggulde n'\
BurgoTnn«*rty>r -n oomoenid,
N. O. DE GIJSELAAR
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
lo.-Secretaffis.
Leiden, 22 December 1010.
Ov&r een apothekersre koning
zegt „Het Volk":
Dit is nu de Beroemde „nota", waar de
h-aer Nolens beleefd om vroeg, die do heer
Talma vriendelijk beloofde, en waar Troel-
stra dus geen kwaad van mocht spreken.
„Voor aan UEd'. gelevérd een ontwerp-
ziektewet, mitsgaders een ontwerp-
r aden wet..gelieve te betalen, idemi
zooveel van uwe rechten, verkregen bij do
O nga vallen wet."
Dit is de „nota", door minister Talma
bij de Kamer ingezonden, „om liet afdee-
lingsonderzook van de ziektewet mogelijk
ta maken". Een gepeperd rekeningetje, vrien
den, die nu door do Ongevallenwet verzekerd
zjjt; want gij zult voortaan als ten
minsts de volksvertegenwoordiging de „nota"
honoreert de ^geldelijke uitkeering, die gij
kreogt krachtens de Ongevallenwet, groo-
t en deels zelf moeten betalen. Alle gelde
lijke uitkeering voor een ongoval, gedurende
die eerste drie maanden, vervalt voor de ar
beiders, die tevens bij de ziektewet zijn
verzekerd. In de plaats daarvan krijgen zij
de uitkeering, krachtens do ziektewet, waar
voor zij met den patroon samen de pre
mie hebben betaald. Van de 263,178 onge
vallen, in de jaren 19031907 door do
Rijksverzekeringsbank behandeld, waren
238,236, dus meer dan negen tien-
dén, in zes weken Lij-cis afgeloopen. Het aan
tal ongevallen, dat langer dan 3 maanden
duurt, is dus een zoer klein deel van het
aan uw lot overlaten, al verdient u mets
beters."
Arsakoff keek den Hertog vreemd aan.
Hij had op iets ergers gerekend. Het as
hem als voelde hij weer grond onder de voe
ten.
De Hertog wees nog eenmaal gebiedend
naar het geJd.
Gamillo zeide:
„Staat Uwe Hoogheid mij een enkel woord
tooi"
„U kunt mij nietg meer te zeggen he-b-
l>en. Mn' - ra uw ganv, alleen ge d onnoo-
dige betuigingen van spijt."
„Zooals Uwe Hoogheid wil," antwoordde
Arsakoff alweer op zijn gewonen lichtzin-
nigen toon. „Ik wilde u alleen zeggen, dat
ik bang ben, dat uw besluit omtrent mij
juist tot de raarste oonelusies zal kunnen
leiden. De geruchten, welke u daarmee wilt
verstikkr.n, zullen juist verbreid worden.
Uwe Hoogheid zij niet boos op mij, wan
neer ik er aan denk mijn misslag zooveel
mogelijk goed te maken."
„Wat kunt u daartegen doen?" vroeg de
Hertog op somberen toon. „Laat het maar
aan mij over den lasteraars den mond te
snoeren, 't Ware beter geweest, wanneer u
er voor gezorgd hadt, dat ze niet geopend
waren geworden."
„Hoogheid, wannéér door een verloving
en een spoedig huwelijk en door de blijven
de gunst van Uwe Hoogheid eens aan al
dio geruchten een einde werd gemaakt?"
„Bij een dergelijke rehabilitatie zou uw
offer niet zeer groot wezen. Wie zal de ge- I
lukkige zijn, die bewijzen moet, dat u uw
oogen niet tot mijn dochter hebt opgesla- j
gen?" J
totaal. Het over-, Overgroot» deel loopt bin
nen drie giaanden af. Een zeer groot deed
van de tijdelijko uitkeeringen krachtens de
Ongevallenwet mogen dus voortaan do ar
beiders betalen. Zij betalen de halvs
premie voor de tijdelijke uitkeering gedu
rende de eerste 3 maanden* als onderdeel
van hun ziektepremie.
„Voor de arbeiders levert dit geen grond
op tot klagen", verklaart minister Talma
in. zijn nota, want wat zij bs betalen krij
gen, is maar vier prooent van de
kosten der schadeloosstellingen van de on
gevallen verzekeringen daarvoor krijgen zij
vijftigprooent van de kosten der ziekte
verzekering cadeau. Wij kunnen op dit oogen
blik niet nagaan, welke de werkelijke ba-
teekenis is van deze vergelijkingalleen
reeds, omdat hot niet mogelijk is, de kosten
van de ziekteverzekering te ramen. Ook
komen wij hierop nog wel terug.l) Maar
heden moet de vollo nadruk vallen op het
feit, dat onze Christelijke regcering zich
niet ontziet, rechten, door dc arbeiders ver
kregen bij do Ongevallenwet aan to tasten.
De tijdelijke uitkeering, thans 70 pCt.,
wordt tot 50 pOt. teruggebracht tenzij
do Raad van Arbeid ze tot 70pCt. ver
hoogt; met gelijktijdige verhooging na
tuurlijk van do promie, dus op kosten moe
van de arbeiders. De uitkeering van de
Ongevallenwet gaat in den dag na het
ongeval, indien de getroffene den dorden
dag nog niét werken kan, de uitkeering van
de ziektewet begint eerst tè loopen den
vijfden 4a-ff nadat de ongeschiktheid tot
werken ontstónd. De Raad van Arbeid kan
die .uitkeering* onmiddellijk doen ingaan,
natuurlijk met verhooging van de promie,
dus op kosten mee van de arbeiders.
Minister Talma zegt (Jij hebt geen reden
tot klagen, want voor wat ik u ontneem,
geef ik u do helft van kosten der ziekte
verzekering cadeau. JDo 'arbeider zal ant
woorden Geen reden tot klagen Behalve
wat gij .mij ontneemt, zal ik ook nog de
helft van ide kosten- der ziekteverzekering
moeten betalen. En die kosten stijgen, naar
mate ik ernstiger poog, van de ziektever
zekering althans evenveel uitkeering te krij
gen als ik nu heb van 'do Ongevallenwet.
Maar bovendien: Zou ik dat offer al wil
len brengen, het is zoer de a-raag of d©
Raad van Arbeid, voor de Iiolft bestaand©
uit vertegenwoordigers 4©T patroons, di© hot
andere deel .der verhoogdepremie zouden
moeten betalen, daartoebereid zou worden
gevonden. In den reged zal de uitkeering
50 pCt- zijn, en eerst beginnen te loopen
met den vijfden dag na het ongeval.
Ook kan dé Raad van Arbeid bepalen,
dat dé tijdelijke uitkeering, die nu in haar
geheel blijft, wordt verminderd, nl.
indien de getoffene wel biet in do gelegen
heid ia in de ondornemdfig van zijn werk
gever zijn gewone werk te verrichten, maar
toch tot anderen, „hem passenden arbeid".
En als op grond daarvan* dé uitkeering zou
dalen tot minder dan een tiende deel van
het loon, krijgt hij niets.
'De tijdelijke uitkeering van de Ongeval
lenwet komt dus op losse schroeven te staan.
Do Ongevallenwet geeft, indien dronken
schap de oorzaak was van het ongeval,
slechts de helft der uitkeering; en tLe uit
keering vervalt geheel, indien de getroffene
met opzeL heb ongeval heeft veroorzaakt.
De ziektewet geeft den Raad van Arbeid
op dit gebied een voel ruimere bevoegdheid.
Hij kan bijv. dé uitkeering inhouden, indien
de patiënt zich in een ziekenhuis onbehoor
lijk gedraagt.
De heel© betockenis der Ongevallenwet,
voor da arbeidersklasse wordt dus omlaag
geschroefd. En do arbeiders, die korter dan
4 dagen in één dienstbetrekking zijn, de
los se arbeider-s, worden er kortweg
uitgesmeten. Zij mogen zich vrijwillig ver
zekeren, cn de Minister schept, hun ter
willé, een prikkel voor de patroons, om
hen to verzekeren. Hun recht evenwel zijn
zij kwijt.
Ziedaar dc „nota" van minister Talma.
1) In het voorbijgaan zij echter opgemerkt,
dat in dé 50 pOt. van dc kosten der ziekte
verzekering niet alleen worden opgenomen
dé kosten dor schadeloosstellingen
krachtens de Ongevallenwet, maar ook d e
administratiekosten.
„Juffrouw Gabrielle Hildheimer," zeide
de musicus en trachtte den blik van den
Hertog to doorstaan. Die blik was zóó min
achtend, dat zelfs Camiiio er van schrok.
Langzaam en duidelijk zoide hij:
„Als Stephanie en andero dwazen eens
wisten aan wie ze hun leven to/vertrouwen."
Hij liep eenige malen de kamer op en
neer en bleef boen weer voor Arsakoff staan.
Toen zeido hij
„U moet mot uw geweten uitmaken of u
dien stap doen wilt. Het doel zou er in
ieder geval mee bereikt werden. Wanneer u
denkt, dat juffrouw Hildheimer en haar va
der toestemmen in die verbintenis
„Gabrielle heel zeker," antwoordde de
musicus. „Bij haar vader zou een enkel
woord van Uwe Hoogheid veel doen.
„Zeker, ik zal nog moeite doen voor u,"
zeide de Hertog minachtend. Maar een
oogenblik later vervolgde hij
„U kunt toch gelijk hebben, wanneer we
dezen weg volgen, moet ik u wel helpen, ik
ben een oud soldaat en aan terugtochten ge
wond. Vandaag merk ik voor de eersto maal,
hoe een modern kunstenaar zijn terugtocut
dekt. En hoe denkt u zioh het verdere ver
loop?"
Uit den toon van den Hertog sprak zoo
veel bitterheid en minachting, dat Arsakoff
blij was, dat hem een antwoord btspaard
werd. De Hertog had bevolen hem de komst
van von Herfcher oogenblikkelijk mede te
deelen en Miihlmann kwam op dit oogen
blik zeggen, dat de president er was.
De Hertog bedacht zich een oogenblik, gaf
toen bevel den president binnen te laten en
zeide tegen Arsakoff:
had den president met een geheel
Wij hébben er nog meer van te zeggen;
maai dit staat r^eds vast: die nota is voor
de arbeidersklasse een apothekeisrekèning!
„D e Standaard" heeft nogma-ais ge
sproken over den nachtarbeid van
bakkers.
Het blad schreef:
In „D e Rotterdammer" en in
het „Arnhemsch Dagblad" bleef
de redactie van oordeel, dat, het opnemen
van bakkerspatroons onder het verbod van
nachtarbeid niet in conflict kwam met ons
anti-revolutionnair beginsel. Daartoe wees
men in de beide bladen op het eigenaardig
karakter van het bedriif, dat bijzondere
eischen stelde, en aan de overheid toeliet,
het persoonlijk recht ook van den patroon
te breidelen.
In deze opmerking ligt een deel waar
heid, waarvoor we allerminst het oog wen
schen te sluiten, te minder, daar de historie
met name van het bakkersbedrijf hier een
ernstig woord heeft mee te spreken.
Men kan namelijk het bedrijf uit tweeër
lei oogpunt beschouwen. Van tweeën één.
Men kan het óf nemen als vrucht van par
ticulier persoonlijk initiatief, óf wel als een
publiek belang en als zoodanig staand© ón
der de hoede van de overheid- Alleen men
mag niet beide dooreenmengen. Voorheen
nu was de laatste beschouwing allerwegen
regel. Niemand mocht een bedrijf beginnen
of uitoefenen dan met toestemming of ver
gunning van de overheid: Een bedrijf werd
beschouwd als iets, dat d© overheid te ver
gunnen had. De „lettres patentes", later
meest patent genoemd, waren de open brie
ven, waarbij aan dezen of genen het recht
werd verleend, om in een. bepaalde gemeen
te een bedrijf uit te oefenen.
Het beduidde, dat op het stuk van het
bedrijf de overheid haar gezag kon doen
gelden, en zij deed dit meest op zulk een.
wijs, dat ze niet alleen het recht verleende,
om een bedrijf uit te oefenen, maar ook
voor de uitoefening van zulk een bedrijf
bepaalde voorwaarden 6telde, schending
waarvan het verlies van het recht na zich
sleepte. Stel nu, dat deze toestand nog be
stond, of weer ingevoerd werd, dan spreekt
het vanzelf, dat de overheid ook voor het
bakkersbedrijf voorwaarden zou mogen
stellen, en onder die voorwaarden onder
moer zou mogen opnemen, dat ook de pa
troon zelf zich van allen nachtarbeid ont
houden zou, zonder dat iemand hierin een
verstoring van zijn persoonlijk of huiselijk
recht zou zien. Die verleening van het' recht
tot uitoefening van het bedrijf zou hem
dan op allerlei bedingen, waaronder ook
deze voorwaarde, zijn toegekomen. Door
dit recht aan te nemen, verbond hij zich
dan zelfs om de voorwaarden, waaronder
die vc-rleening plaats had, stiptelijk na te
leven. Bijzonderlijk zelfs leende zich hier
toe het bakkersbedrijf, daar dit vóór 1789,
bijna in alle landen, aan bepaalde voor
waarden gebonden was, vooral met het oog
op ^3e belangen der oonsuinenten. Er moest
gezorgd worden, dat de bevolking steeds
brood koopön kon; dat dit brood van het
juist gewicht was; en dat de prijs van dit
brood klopte op den prijs van het graan.
Zelfs ging men nog verder, on trachtte te
voorkomen, dat de prijs van het brood te
veel op en neer ging en poogde door het
vaststellen van broodprijzen van overheids
wege de rechten en de belangen van de
broodetende bevolking zooveel mogelijk te
waarborgen.
Leefden we nog onder die vroegere be-
deeling, of werd ze ten opzichte van de bak
kerijen in hoofdzaak hersteld, dan zou er
alzoo niets strijdigs met onze anti-revolu-
tionnaire beginselen in gelegon zijn, zoo do
overheid bij het verleenen van zulk een
license voor de bakkerij o.m. ook deze
voorwaarde stelde, dat het bedrijf des
nachts geheel zou rusten.
Dc moeilijkheid is nu echter juist daarin
gelegen, dat men in 1789 deze oudo bedee
ling heeft afgeschaft, en het bedrijf vol
strekt vrij heeft verklaard. Geheel het be
drijf kwam nu op uit het vrije initiatief van
de enkele personen. Yan voorwaarden,
hier gesteld, was geen sprake meer. Als
vrij persoon en burger van de maatschap
pij zette de patroon geheel naar eigen
goedvinden zijn bedrijf op. Geen overheid
ander doel laten roepen, maar je handig
heid is jo gelukt. Ik zal hem in vertrouwen
nemen in dc kwestie met Hildheimer cn
hem het eerste gedeelte van ons gesprek
verzwijgen. Ga nu en blijf op jo kamor;
ik zal je wel'laten roepen."
Arsek ff wilde niet e n d:epe buiging weg
gaan, maar bleef bij de deur nog eenmaal
staan. Met smeekende stem vroeg hij
Lat do Prinses mijn dwaasheid
niet ontgeld :n."
„Ga," zeide de Hertog op wel wat aaoli-
teron toon. „Do Prinses zal alleen verne
men, dat gij ton gevolge van uw verloving
als het zoover komt haar verder geen
les kunt geven, öf dat ge afgereisd rijt.
Hij gaf een teeken, dat Gamillo moest
gaan, en op hetzelfde oogenblik kwam von
Herther binnen. Arsakoff kwam in het voor- I
vertrek, waar Miihlmann stond in een hou- I
ding, die deed vermoeden, dat hij geluisterd
had, met gebogen hoofd en bleek gelaat.
Maar toen hij den kamerdienaar zag, werd
hij zichzelf weer meester en herwon iets
van zijn oude houding. Toen hij met een
korten groet de heeren Lorberg en von
Stecknitz voorbijging, keken dezen hem ver
baasd na en warén niet weinig verbaasd,
toen zij hem, dien zij in ongenade geval
len meenden, zoo heel gewoon zagen weg
gaan. De jonge adjudant had een oogen
blik neiging den musious aan te houden,
maar hij deed dit niet, ea vergenoegde er
zich mee hem te volgen tot het portaal en
zicli te overtuigen, dat hij den weg naar
huis insloeg. Toen hij bij Lorberg terug
kwam, vond bij dezen in boozo stemming.
Hij deelde den officier mee, dat hij bang
wasx dat zij t© vroeg op Arsakoffs val gere-
beschermde hom meer tegen drukkende con
currentie. Aan die zi*'n ondergang bedoelen
de concurrentie had hij zelf, hij alleen Let
hoofd te bieden Maar dan sprak het ook i
vanzelf, dat hij inzake zijn bedrijf door nie-.
mand in zijn vrijheid mocht worden aange
rand. Hij alleen liep de risioo, en hij alleen
had ook te beslissen, op welke wijs hij oor
deelde zijn bedrijf te mogen en te moeten
inrichten.
En eenmaal over dien boeg de zaak ge
worpen, sprak het vanzelf, dat het anti-
revolutionnair beginsel hem hierbij steun
de. Wie op zijn eigen vrij, persoonlijk initia
tief is aangewezen, dien blijve dan ook dit
particulier initiatief onverkort.
Toch bracht dit nieuwe recht gevolgen
met zich, die men liefst niet aanvaardde, en
vandaar de poging, die ook thans werd
aangewend, om in naam het vrije systeem
te handhaven, maar toch onder dit vrij*
systeem bepalingen te maken, die niet bij
het nieuwe, maar bij het oude stelsel thuis
hoorden. En dit nu gaat niet. Men kan en
mag wat opschiet uit het beginsel van
het vrij particulier initiatief niet belemme
ren door wat opkomt uit het oude rechiJ
van de license. Dat men dit toch deed,
daarin ligt de fout).
Dit nu stelt de zeer ernstige vraag, of
men niet goed zal doen, met althans wat d©
broodbakkerijen betreft* tot het oude stel
sel van license terug te keeren. De geza
menlijke bakkers zijn niet vrij om t© bal
ken of niet te bakken, want bakken ze niet,
dan verhongert de bevolking. Een staking
in het bakkersbedrijf is een aanval op heb'
leven der burgerij. Elk pogen, om bij af
spraak den prijs van het brood op te zet
ten, tast heel de bevolking in haar levens-
existentie aan. Kortom, het bakkersbedrijf
is met geen ander bedrijf, wat .den welstand
der bevolking aangaat, te vergelijken. En
juist dit brengt teweeg dat ten opzichte vatt
de bakkerij het license-systeem een aanbe
veling met zich bracht, die geen ander be
drijf bezat. Ging men nu hiertoe over, dan
natuurlijk verviel vanzelf elk bezwaar ook
tegen patroonsverbod, wijl het dan geen
verbod zou zijn, maar slechts één der voor
waarden, waarop het recht tot uitoefening
van het bedrijf verleend werd. Zoo liep het
zuiver.
De Bedrijfsorganisatie, mits obligatoir,
kon voor dit doel ons den modernen vorm
bieden.
Prof. D. P. D. Fabius schrijft in „S t u-
diën en .Schetsen":
De voorzitter der Tweede Kamer heeft
23 Dec. 11. meegedeeld, dat na het winter-
reoes de Kamer, indien mogelijk, o.m. zal
in behandeling nemen het wetsont
werp betreffende den Zondags- en
den nacht arbeid der bakkersge
zellen.
Is er veel uitzicht, dat dit mogelijk zal
zijn?
De bakkersraden zijn schier algemeen ver
worpen, Waarschijnlijk is voor een niet on
belangrijk deel der Kamer het ontwerp on
aannemelijk, als daarin het verbod van
nachtarbeid voor den patroon gehandhaafd
blijft. Eindelijk staat althans een deel der
Kamer op een regeling van den arbeids
duur der gezellen.
Zal de Minister nu zijn ontwerp wijzigen
overeenkomstig dien drieërlei eisch?
Mocht hij daartoe overgaan, dan is het
toch twijfelachtig, of het ontwerp, aldus
omgewerkt, aanstonds voor openbare be
handeling gereed is.
Misschien waro nog het be&t, als de Mi
nister deze ontwerpen introk, om do zaak
nader in haar geheel te overwegen.
De (anti-rev.) „N ie uwe Provin.
oiale Groninger Courant"
geeft aan hoe h. i., na het bekende Kamer
votum over de openbare leeszalen,
de houding der antire volution,
n a i r e n ten opzichte dezer stiohtingen
moet zijn:
Heb.komt ons voor, dat de anti-rev., dio
tot nu medewerkten tot het besturen eener
leeszaal, zich niet moeten, terugtrokken, en
dat hot overal aanbeveling verdient, dat
onze mannen zich nu met deze zaak inla/-
ten; zorgen voor goede gemeentelijke con-
kend hadden en dat deze den Hertog weer
een rad voor de oogen gedraaid had.
Hun verbazing werd nog grooter, toen
een kwartier nadat president von Hert-her
bij den Hertog was geweest-, von Stocknitz
werd binnengeroepen en de opdracht ont
ving dadelijk met een ho ijtuig naar den
bankier Hildheimer te rijden en dezen te
verzoeken nog hedenavond bij den Hertog te
komen. De kwestie word nu zelfs voor den
handigen Lorberg te ingewikkeld, zoodat hij
Stecknitz geen amvoord gaf en alleen zeidef
dat het diner van vandaag wel in een sou
per zou veranderen. Zoodra von Stecknitz
verdwenen was, ging hij in een leuningstoel
ritten en trotseerde met een gerusten slaap
de dingen, die komen konden. Hij bleef,
dank zij het zachte loopen van Miihlmann,
rustig slapen, tot de adjudant met Hildhei
mer terugkwam. De bankier had, niettegen
staande het la-te uur en het smeeken van
den adjudant om het niet te doen, zijn gala
uniform aangetrokken en was eigenlijk wel
wat bevreesd. Hij had onderweg tevergeefs
geproefd te vernemen, waaraan hij de-eer te
danken had bij den .Hertog geroepen te
worden en ten slotte g*. cht, dat het om
een financieel© kwestie te doen was, waar
bij rijn raad en hulp noodig waren. Hij
kwam dus geheel in tegenstelling met de
anderen, die voor hem hier waren geweest,
het vertrek n den Hertog met opgeheven
hoofd binnen.
(Wordt vervolgd.)