N°. 15602 Zaterdag 31 December, A0. 1910. fourant wordt dagelijks, met uitzondering van rZon- en feestdagen, uitgegeven. Te EHIidde^nacht. Finaneieele Causerie. Ket RijksopvoedingssesMt aan den MorschsingeL ccooooooocoo LEIDSCH DAGBLAD PBI,lS DER ADYEBTENTIEN: Van 1—6 tegels /'L06. Iedere regel meet /'0.17J. Grootste letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents oontantelk tiental woorden meer 10 Cents.—Voor hot inoasseeren wordt/'0.06hsrekond. PBIJS DEZEE COURANT: Voor Leiden per week 6 Oents; per 3 maanden I f 1.10. Bciton Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30. Franco per post 1,65. 't Ib al meer dan veertien jaren geleden, sedert wd onze jeugd in een oud land-'of provinciestadje doorbrachten. Al die oude landstadjes waren in dien tijd nog zoo c iderwetsch mogelijk en daarom was er ook een echte nachtwacht, m dien tijd klapwa ker (vooral niet te verwarren met Idap- tooper) geheeten; m. a. w. een met een klap of klepperman. De klap is waarschijnlijk nu al overal bijgezet in de musea, maar werd destijds nog in hooge eere gehouden, zoowel als de drager er van. Overigens waren wij, kin deren, in 't eerst wel een beetje bang van vader De Haas. 't Was een goede ziel. Hij vorkocht hengels en simmen, en was dus in zijn winkeltje de beste vriend van de jongens. Maar 's avonds, al3 de klok negen had geslagen, begonnen we, wanneer we toevallig wakker waren, wat dieper onder de dekens te kruipen; want we wis ten dat, tegen tien uren, de klapperman moest komen opdagen, en van de tien ver vaarlijke slagen met de klap en de even vervaarlijk bulderende ofschoon eenigszins gebroken stem van vader De Haas: „tien hèt de 'lok... tien!" daar moesten we nie mendal van hebben. Met het verloop van den tijd evenwel wij zieden zich onze besoliouwingen omtrent vader De Haas en zijn baantje. Toen de on verklaarbare vrees verdwenen was, kwam er een gevoel van gerustheid voor in de plaats en konden we van harte instemmen met de woorden van den eveneens ouden dichter: Lieve klopper, houd de wacht. Ik ga slapen, goeden nacht. Want vader De Haas, die voor een schraal loon in storm en regen en sneeuw het tachtigjarig lichaam in de door een gloeienden spijker verlichte straten voort sleepte, paste op de dieven! Nog later vertelde ons een oudere en wiizcre broer, die zich vrij wat op zijn meerdere kennis liet voorstaan en een hekel had nan al dat ouderwotsch gedoe, dat vader De Haas door zijn lawaai de dieven waarschuwde en dat ze juist kwamen tus- schen twee ure* in, als de straat veilig was. Alweer een illusie weg Hoe 't zij, eenmaal per jaar was vader De Haas ons een welkome gast,, namelijk met „oud en nieuw". Dan mochten we op blijven tot in Let nieuwe jaar en werden wakker gehouden met smeer- en vetbollen. Dat was een heele aardigheid; doch, naar mate de kleine wijzer verder bij twaalf kwam, werd het verlangen naar vader De Haas toch grooter; precies het tegenover gestelde van vroeger. Eindelijk kwam hij in de verte aan met zijn zware basstem. De ouderen vulden alvast de glazen. En dan kwam het long verbeide oogenbhk: „TwaaaaaUèf lièèèft de 'lok...... TwaaaaallMi" Een oogenblik stik»; dan werd aangestooten en maakte ziek een al gemeens opgewondenheid van den kring meesterhet wa9 Nieuwjaar 1 Warempel, we zouden vader De Haas nog wel eens willen hooren. We hebben ons van hem moeten scheiden, zooala we dat moesten doen van onze jeugd, van omö levensillusiën, van menig ''dierbaar vriend, van velen der onzen en van ieder'volgend^ levensjaar. Wèl ons, vafe Tftt<scheiden niet; al ie v e e 1 pijn doet. Overweldigend is in elk geval wel dat besef van de vergankelijkheid der dingen, het snel voorbijgaande van alles. Het jonge kereltje, dat nog geen vierhonderd dagen geleden kwam opdagen, i9 nu alweer een oud, gerimpeld baasje geworden, dat het zelf gevoelt dat hij afgedaan heeft' en zoo aanstonds met den sneltrein vertrekken zal, waarmee zijn opvolger zal arriveeren. We zouden nog wel eens willen zijn als de kinderen, nietwaar, die van al die ern stige dingen allen den prettigen kant zien, en, geen zorg hebbende voor de toekomst, geen smart over het verledene, uitsluitend o-p het tegenwoordige zien. Wij ouderen mogen dat niet en we zoudai heb ook niet kunnen. Daarvoor ia onze levenservaring reeds te groot; daardoor hebben we reeds te veel afstand mosten doen van wat ons lief en dierbaar waa ook in den afgeloopen tijdkring. En mocht die droeve ervaring niet d* onze wezen, laat ons dan ons hart schenker aan hen die in deze plechtige ure lijden on treuren, en laat ons eigen gevoel van dsnk- erkehtenfa des te grooter zijn, opdat het ons brenge in de rechte stemming. De klok twaalf. Het jaar voorbij. Een deel van ons leven bijgezet'. Ach, dat het ons moge geschonken hebben de levens wijsheid om zoowel in het verledene als in het heden en hèt toekomende te leven 1 Als de jaren heensnellen met hun blijd schap en verdriet, ons leerende dat alles voorbijgaat en verandert, alleen de Bron. niet waaruit alles voortvloeit, dat wij dan ook in onze levenservaringen een bron vinden, een die wijsheid schenkt om liet tegenwoordige op de rechte waarde 'e schatten en er het rechte gebruik van te maken, en van do toekomst niet al t'e veel te verwachten. We leven een leven van be- geeren, hopen en verlangen; maar elke dag leert ons, dat we aan niets meer be hoefte hebben dan aan een pantser, om ons te beschutten tegen de teleurstellingen en tegenspoeden. Laat ons de kleinste gave die ons geschon ken wordt, dankbaar en met een vroolijk hart aannemen; laat ons toch niet altijd letten op hetgeen wij zouden wenschen te bezittenwant dan wordt het leven een last, omdat het ten slotte een reeks vormt van onbevredigde begeerten. Wèl mogen wij altijd voeden een betamelijke hoop op een betere toekomst; als we dan het heden maar op zijn rechte waarde weten te schatten en in het verledene een leidsman, vinden, die ons in heden en toskomst de rechte paden doet bewandelen. De klok twaalf; maar, de klok staat niet stil. Eer het jaar een dag onder is wetens we alweer iets van de nu nog vol- oïp<pi verborgen toekomst, waarnaar we eefits raden en gissen kunnen. We zouden r^éfv^aiarne eens een tipje willen opheffen van den sluier, nietwaar? En toch, in dien dat vermogen ons eens toegestaan ware, hoe dwaas zouden wij handelen, in dien wij er gebruik van maakten I Leert juist ons geheele verleden -ons niet, dat de verborgenheid der toekomst ons staande houdt? Trouwens, niet alleen die verborgen heid; want, we gaan wel met zekeren schroom dat geheimzinnige tooverland te gen maar daarnaast leeft de hoopop den bodem der ziel, en die weer vindt haar grond in het vertrouwen op hooger levens beginsel, waaraan we de onbekende toe komst zoo gaarne toevertrouwen. Zóó moge het zijn, waar alles verandert en verdwijnt. Zóó moge het zijn ook in den nieuwen tijdkring,"waarin we elkaar zoo gaarne alles goeds toewenschen, bovenal de tevredenheid met hetgeen de Gever van het goede schenkt. De klclk heeft twaalfW. Het jaarverslag van den Southern Pa. oifio wijst een surplus aan van 18,178,649 doll., ma betaling van 6 pOt. dividend, waar. voor 17,238,347 doll, wcaxl vereiseht. Het geeft zeer gedefcail leerde inlichtingen, die echter niet do oer iedereen worden gelezen of begrepen, omdat liet de resultaten van iedere afzonderlijke Maatschappij behandelt, waaruit het Southern Pacifio_sj'steem is sa mengesteld; het is daardoor to langdradig- en te groot en daarom niet ongeschikt de hoofd punten eens even te relevecren Sedert 30 Juni 1910 is de Maatschappij, wat haar kapitalisatie betreft, boven 't mil liard doll, g'ckomen, de balans geeft 't bedrag met 1,064,000,000 doll. Heb surplus aan winst bedraagt 135,205.313 doll., ongeveer evenveel als dia helft van 'fc aandeelenkapi. taal. Daarin zijn allo 'ijnon van 't systeem begrepen, zoowel die steombootdiensten, als de spoorweg©*.. In Mexico is do weg voltooid over S99 mijlen, in 't boekjaar 1910 zijn ei- 116 mij. len bijgekomen. Slechts 11 mijlen mccten nog voltooid worden, doch 581 mijlen ge projecteerde lijnen liggen nog voor den boeg. Vccrschotten voor den bouw van Mexicaan- sehe lijnen bedroegen 35,965,602 doll.; deze zijn in bezit van de Southern Pacific Rail road-Company of Mexico. Geen rekening is er gehouden met baskingen voor interest op deze voorschotten in de inkomsten-rekening. Behoudens de lijnen, die de Southern Pa- cdfio zelf exploiteert, heeft hij een aan- deelen.hezit in andere Maatschappijen tot een nominaal bedrag van 77,500,000 doll. In den regel beschouwt men den Southern Pa oifio niet als een controleerende Maat schappij, maai' toch representeert dit aan- deelenbezit de volgende controleerende be langen 51 pOt., uitmakende 20,069,003 doll, in de Associated Oil Company, welker aandeelen sedert dit jaar officieel op de New.Yorksche Beurs verhandeld werden; 50 pCt., ■uitmakende 17,500,000 doll, in de North "Western Pacific die 400 mijion spoorweg exploiteert, 50 pCt., uitmakende 10,000,000 doll, in de Pacific Electric Company, welke de tram lijnen in de steden van Zuid-Californic ex ploiteert. 50 pCt., uitmakende 2,250,000 doll. in de los Angelos Railway. 50 pCt., uitmakende 5,400,000 doll, in de Pacific Eruit Express Company. 51 pCt., uitmakende 10,010,000 doll, in de Pacific Mail Steamship Company. De beleggingen in de Wells Ear go's Ex press en in do Mexican International Rail, road werden gedurende 't boekjaar gereali seerd met ecu totale winst van 7,148,165 doll. Het bezit in obligation van anclere Maat schappijen bedraagt te zamen 35,000,000 dollar nominaal, waaronder 8,046,000 doll, obligatiën ten laste Van de Associated Oil Company. 4,510,000 doll, obligatiën ten laste van de Los Angelos Company. 6,694,000 doll, obligatiën ten laste van de North Western Pacific Railroad. 770,000 doll, obligatiën ten laste van de Pacific Electric Company. Méx.5,000,000 doll, ten laste van den Staat Mexico. "Voorts heeft de Southern Pacific voor schotten gemaakt, behalve aan de Southern Paeifio of Mexico, aan de eleetrisoh© spo ren in California, ten bedrage van 12,103,948 doll, aan de Kern Trading and Oil Company van 4,086,700 doll, en aan de Pacific Fruit Express Company van 1,165,212 doll. De verbintenissen der Maatschappij ge ven den indruk dat de Southern Pacific behoefte zal hebben aan nieuw kapitaal, zocdra zij kans ziet dit pp voordeelige voor waarden te krijgen. Vlottende middelen wer den geregeld gebruikt tut den aanbouw van nieuwe-lijnen en tot het maken van ver beteringen. De conclusie die men uit 'een bestudee ring van 't verslag kan trekken is deze, dat, ofschoon do Maatschappij eerst sedert 5 .jaren dividend betaalt, de aandeolen tot de, krachtigste gerekend mogen worden "onder de Standaardepoorweg-aaudeelen, en dat dé aandeelhouders de toekomst met 't meeet* vertrouwen mogen te gemoet men. Velen zullen zich, evenals wij, wel oao* afgevraagd hebben, wat de raden toch wet kan zijn, dat Atchison-aandeelen di* geregeld 6 pOt dividend batalen om en o*. bij pari natoeren, dus lager dan eenig and*? Spoorweg-aandeeldat hetzelfde dividend ba* taalt. De reden is waarschijnlijk niet, daé de Maatschappij geen voldoende opbrengstveas mogen heeft, doch schuilt eerder in de vol» gende omstandigheden Het Atchison-systeem bevindt zich' in lée* stadium van finanoieele wedergeboorte, waar, van 't gevolg ia dat op de gewone aan- deelon niet veel meer verdiend wordt, da* wordt uitgekeerdwaaronder dia markt waarde dezer aandeden voor 't oogenbLUd gebukt gaat. Toen in 1895 hot Atohison-eysteem op zij* togenwoardigen gTcndalag werd gevestigd» werd er een algimeene Hypotheek gecreëerd; onder welke obligatiën konden worden uit* gegeven ten ednde te voormen in de ba* boef ton voor uitbreiding en ontwikkeling* Deze algemeen© Hypotheek bleek na enkel* jaren geen ruimte te laten om te voorzie* au de kapitaalbehoeften van 't «talsel, al* thans niet in die mate als noodig wa* voor den bloei van 't Westen en 't Zuid westen. Hypothoekobligaties op onderdeelea' waren reeds uitgegeven, behalve algemeen* Hypotheokobligaties en met de uitgifte va* de perste soort werd voortgegaan wanneer, nieuwe lijnen gebouwd warden. Doch om}- trent het jaar 1905 voelde de Atchison bei hoefte aan meer nieuw kapitaal, dan hjjf kon verkrijgen door uitgifte van Hypotheek* obligatiën. Aangezien 't onmogelijk was dit op te nemen door uitgifte van nieuwe aan- deelen kwam men tot dia uitgifte van in aan-< deelon oonverteerbaro obligatiën. Sedert 1905 zijn er vier uitgiften geweeafi van convertible obligatiën, in totaal 145,714,000 doll. Zij zijn alle converteer baar in gewone aandeelen a pari te eeniger tijd van de uitgifte af, uitgezonderd dit laatste soort, 43,686,000 doll. bedragendeL tot de uitgifte waarvan machtiging werd verleend ir. Maart dit jaar; dez» is eerst verwisselbaar tegen aandelen van 1 Juni 1913 af. Zoodoende Waren er 'dan 102,028,000 doll* oonvertiblebonds uitgegeven, wier conversie- recht onmiddellijk intrad. Do uitgifte va* gewone aandeden, sedert do reorganisatie van 1895 tot 30 Juni 1908, bedroeg} 102,000,000. Toen nu de gewone aandeel©* den pari-koers overschreden, ontstond do mxx gelijkheid, da.t, door conversie van bond* in aandeolen, 't aandeden kapitaal verdub beld zou worden. Inderdaad werden dé meeste obligaties op die wijze tegen aandeo len verwisseld tusschen 't einde van 1908 en 't begin van 1910. Het uitstaande aan- doelenkapitaal bedroeg enkele weken gelede* 165,563,000 doll. Ongeveer 38,500,000 coc*^ „Heere-me-tijd, laten ze nou de misdadi gers ook al wij langs de straat loop en," 3daagde een oude juffrouw, toen ik_ haar vertelde dat de „jongs kerels" in gestiehts- pnkken, die ze onder geleide langs den. Singel had zien wandelen, verpleegden wa ren uit het pas hier geopende Rijksopvoe dingsgesticht. of zooak het oudje meende gevangenis voor jeugdige misdadigers. Zo had h-et wel gedacht, men kon het hun wel aanzien. Ze zou ze niet graag ontmeden. [Wat zou één oppasser over al die jongens, als ze mal wilden. Dadelijk riep ze Mietje de meid. Die moest er voor zorgen, dat 's avonds woeg de knip op de deur kwam. „En niemand binnen laten", waarschuwde zo met nadruk. Ik trachtte 't oudje gerust te stellen door haar mede te doelen clat dezejonge men- echcn, die vroeger, dat is waar in de ge vangenis terecht kwamen, voor 't m'3-erc-n- deel geen volleerde misdadigers zijn, maar jongens, die in de groote stad of daar buiten dikwijls door oudere kameraden ver leid, zicli voor 't moeren deel hadden ver grepen aan eens anders eigendom of eenig 'ander ernstig kwaad hadden misdreven en jnog wel voor verbetering vatbaar waren. In plaats van onzen afschuw en verach ting verdienen de moesten ons medelijden 'en we moeten het toejuichen dat langs den weg van opvoeden ook do justitie wil trach ten, deze aankomende boosdoeners als nut tige leden aan de maatschappij terug te geven. Ik poogde haar duidelijk te maken, dat juist het systeem van opsluiting er toe leiden zou dat de knapen later totaal on geschikt werden voor de samenleving en van do na de straf herkregen wijheid, al ©en heel slecht gebruik zouden maken, zoo ials - de ervaring heeft geleerd. Of ik de juffrouw heb overtuigd, weet ik niet, maar ik wil toch mijn best doen om anderen, en waarlijk niet alleen oude juffrouwen, die als zij de*ken, 'in nog er ger, het soms niet kunnen nalaten de kna- P»h op hun wandeling er luide aan te her inneren, dat ze „boeven" zijn, waar deze veeleer deernis en medelijden zouden ver dienen, tot betere gedachten te brengen. En allerminst bestaat er reden de Di rectie van dit Opvoedingsgesticht,., van dazen tuchtschool een verwijt te maken, omdat de wandelingen zoo geheel passen in het systeem dat wordt toegepast om van deze jeugdige misdadigers weder nuttige- leden der maatschappij te maken. Ik klopte op een morgen bij den Di recteur, don hoer Van Breda Kolf, aan om eens kennis te mogen maken met het gesticht, den directeur, de jongens cn vooral met het systeem van straffen of beter van óp- voeden. Met groote welwillendheid werd mij dit toegestaan. Het gebouw zelf linker vleugel van de Rijkswerkinrichting voor vrouwen maakt, al is ralle weelde ver meden, uiterlijk niet den indruk van een gevangenis, wat het ook niet wil zijn. En van binnen evenmin. Als de pooit geopend is, ziet men een ruime binnenplaats, waar do verpleegden een klein» honderdtal jongens van 17 tot 21 jaar, want hier wor den de oudsten opgenomen tusschen den schafttijd lucht happen kunnen. Door do vestibule komt men in de ka mer van den directeur, een man van mid delbaren leeftijd, dia onmiddellijk den in druk maakt van een krachtige persoonlijk heid te zijn, kalm en vastberaden en mot een onwrikbaar geloof in den mensch. In Inilic stond hij jaren aan het hoofd ©ener groote ondernoming, voelde, in hot land te ruggekomen, roeping tot hot werk, waar aan hij zioh thans wijdt, doorliep een goed© leerschool als zoodanig, door langen tijd waarnemend directeur te zijn aan hot go- sticht ,,Do Kruisberg". Over do daar op gedane ervaringen spreekt, do direoteur gaarne, en mot voldoening kan hij wijzen op do mooio resultaten, mist do ook hier toe gepaste opvoedingsmethode verkregen. Van de 90 jeugdige personen daar tij dens zijn waarnemend directeurschap aan de maatschappij teruggegeven, hebben 78 zich een fatsoenlijke positie verworven on deze gehandhaafd, twee gingen als koloniaal naar Indië, de andoren vielen in het kwaad, terug. Ik hob moeten beloven den persoon van. don directeur zooveel mogelijk op den ach tergrond te houden, dit moest ik 'echter tot goed verstand van hem zoggen. Als het nog to veel is, vraag ik daarvoor beloofd excuus. In hert gesticht kunnen 96 jaugdige per sonen worden opgenomen en hot is nu bijna geheel bezet. Hot zijn do oudsten, die onder de kinderwetten vallen, n.l. van 16 a 17 jaar. De knapen kunnen er tot hun 21ste jaar blijven, welko termijn echter mot toe stemming van hoogere autoriteiten kauwor den verlengd. Do jongens hebben natuurlijk grootere of kleinere misdrijven gepleegd. Dikwijls ech ter diefstal -in voroeniging, waarbij ouderen meestal de aanleggars zijn geweest, ofschoon ook wel op oigan initiatief is gehandeld. Ze komen voor 't mcerènd-rel uit een milieu, waarin omtrent het mijn en dijn geen strengo begrippen hoerschen. De mees- ton hebben geen vak geloerd en hun op voeding is veelal totaal verwaarloosd. Na- •tuurlijk bestaan op al deze regels uitzon deringen. Do directeur nu beschouwt zijn verpleeg den als vormend oen kleine maatschappij. Hij laat onder zijn stille leiding de jongelieden met elkander omgaan en hun vrienden kie zen. Alleen wanneer twee karakters elkaar aantrekken, die een wederkeerig slechten in vloed zouden kunnen uitoefenen, wordt tus schen 'beide getreden'De in 't gesticht gesloten vriendschap wordt daarbuiten dikwijls ja ren aangehouden. In deze klein© maatschappij bestaan ver schillende vereenigingeu-een fanfarekorps, een zangvareeniging, een exercitie- en voet balclub, enz., waarvan de leden een eigen bestuur kiezen, dat de zaken regelt, boeten oplegt en straft zoo noodig, soms wat al te streng en zwaar, in welk geval de di rectie ©ohter clementie verieenen kaai. Do jongens kiezen zelf het vak, dat zij willen loeren: timmeren, smeden, schoen- en kleermaken en landbouw. Voor wie veel gees telijken aanleg toont wordt iets anders ge vonden. Zoo leert er thans ©en voor boek houder. Ook genieten de knapen gewoon school- en godsdienstonderwijs. Met den direoteur hebben wij de ver schillende wieydtpfeateen doóirfldwaaded/d, waar groepen van hoogstens twintig jongens aan den arbeid warep onder leiding van een onderwijzer. Over luiheid had geen der onderwijzers te klagen. Ei* hcerschte in alle werkplaat sen een opgewekte toon en een bedrijvig heid, die prettig aandeed. In de kleermakerij had juist een knaap de laatste hand gelegd aan een chcviot-p'antalon voor een dor be ambten. Hij zag er goed afgewerkt uit en de directeur klopte den knaap goedkeurend op don schouder en verzocht hem het kloe- dingstuk zelf to hozorgon. Met een van zelfvoldoening stralend gezicht, den prins te rijk, toog de jongen met het werk zijnor handen heen. Dat kwam goed terecht-, daar aan viel niet te twijfelen. Als concurrenten van de handwerkslieden, in de burgermaatschappij treden de jongens niet op. Alles wat het gesticht zelf noo dig heeft, kleeding en schoeisel van d© be ambten inbegrepen, wordt echter in het huis vervaardigd. Do knapen ontvangen een klein daggeld 36 centen en ren klein© premie ter aanmoediging. In de smidse hijgde dc blaasbalg èn klon ken de zware voorhamers, dat h©t een lust was, gehanteerd door de stevigsten der kna- pel, wel zóó stevig dat het niet t© ver wonderen is dat d© boven genoemde oud© dame er door onder den indruk kwam. Maar de zwarte gezichten zagen er volstrekt niet als boeventronies uit. Zegt d© spreuk ook niet dat arbeid adelt? In den timmer winkel werd grof en fijn werk gemaakt. D© directeur deelde mede, dat eerstdaags een tentoonstelling zou wor den gehouden van werk door de verpleeg den op „Den Kruisberg" vervaardigd, waar mode men op de tentoonstelling te Brussel had geëxposeerd en dat ra©t een hooge onder scheiding wae bekroond. Laten velen voor die gelegenheid de Ge vangenlaan eens afwandelen en deze zeer karakteristieke tentoonstelling bezichtigen. De landlieden, die niet het minst het hart van den directeur hadden en die na vol brachten leertijd dikwijls in dienst komen bij de Ned. Heidemaatschappij, die ze gTaag heeft, hebben we niet gezien. Ze werken nog op hot veld. De schoenlap peis zaten op hun driestal ijverig te werken. In de school was een onderwijzer bezig* oen groep leerlingen to onderrichten in dc odele kunst van het rondschriffc, waarin da: meesten het echter nog niet ver gebracht haddon, al ontbrak de ambitie niet. Een lenaap was bezig met shideeren voor het boekhouden. Op do ruime, Verwarmde ziekenzaal, waar dé winterzon bovendien nog haar koestarende stralen wierp, waren twea zieken, dia ge lukkig niet ernstig ongesteld waren. Zé zaten, toen we binnenkwamen, verdiept in lectuur. De deelnemende belangstelling va* den directeur dead dén knapen goed. Wij doorwandelden verder nog da viér ruime en gezelliga recreatiezalen met Ame-: rikaansch grenen meubilair, het kantooffj waar twee ambtenaren voor da administratie werkzaam 'waren, en eindelijk de twee groote slaapzalen 'met ijzeren ledikanten, die miati rasterwerk 'omsloten zijn en ons nog wc1 het incest aan herinneren dat we hier niet in een groot burgergezin zijn. 's Avonds om negen uren klinkt de bdl voor den slaap, om tien uren gaan alle lichte* uit én 's morgens om 7 uren staat heij groote gezin weer op. Het was juist twaalf uren toen ik mij* bezoek eindigde, da werkplaatsen liepen leeg en voor dat de jongens het krachtig mid dagmaal eer zouden aandoen, schepten zij nog even een luchtje op de binnenplaats, sommigen kalm heen en waer wandelend, an deren uitspattend in vroolijk spel, waarbij de voetbal natuurlijk niet ontbrak. Ik heb den direoteur mat zijn staf va* helpers veel suooas met hun mooi weerk! toegewenscht en den jongens smakelijk eten* En 'als de lezers van het „Leidsch Dag< blad" voortaan deze eenmaal van het sleohté pad a'fgeweken knapen weer eens ziens wajw delen, laten ze dan. hen begroeten als toe< komstige, goed© burgers onzer samenleving,' waartoe 'men zo in deze tuchtschool wensohi' op 'te voeden allereerst en allermeest dooa; hen met liefde te leiden en te leeren o* eigen "beenen te staan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 9