De. 15900. LEÏDSGH DA03Ï.AB, Donderdag* 29" Becemlier. Thread© Blad. Anne 1910. Offieieele Kennisgeving. Buitenlandseh Overzicht. Eerste Kamer. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. Kamers van Arbeid voor de Bouw bedrijven, de Textielnijverheid, de Voeding» en Genotmiddelen en de Winkel- en Grossiersbedry ven. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de wet op de Kamers van Arbeid jan Let Koninklijk Besluit van 6 Januari 1898 (Staatsblad No. 20) tot vaststelling yan een kiesreglement voor die Kamers; Herinneren de hoofden of bestuurders Van de navolgende bedrijven: A. vertegenwoordigd in de Kamer vin Arbeid voor de Bouwbedrijven: lo. het bewerken van hout, steen of ma- talen; het leggen van eleetrische geleidingen of van gas- of waterleidingen; het schilders-, stoffeerders-, behangers-, heiers, stukadoors-, mandemakera-, aardwerkers- en straatmakersbedrijf het ontwerpen van en het houden van toezicht bij Let uitvoeren van bouw plannen; So. de boek-, couranten-, steen- en plaat- drukkerijen en de lettergieterijen; de boekbinderijen de cartonnage- en de photographie- inrichtingen B. vertegenwoordigd in de Kamer van (Arbeid voor de Textielnijverheid: de spinnerijen, weverijen, ververijen, bleekerijen en drukkerijen van wol, katoen of linnen; de- katoenvlechterijen, de nettenmake- rijen, do breierijen, de watten-, kapok-, of veerenbereiderijen, de zadelmakerijen, de vellenblooterijen, de leerlooierijen en da zeemlederfabrieken; het vervaardigen van kleederen, hoeden of schoenen; de wasch- en strijkinrichtingen en de kleederververijen; O. vertegenwoordigd in de Kamer vaa ÏArbeid voor deVoedings- enGenot- gn i dd 1 e n: lo. de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen de cacao- en de chooolade-, de meel- en de zuivelfabrieken de tabak- en sigarenfabrieken; de bierbrouwerijen, de jenever- en do "likeurstokerijen benevens de mineraal' waterf abrieken; de slagerijen; de zeepfabrieken; So. de fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen; D. vertegenwoordigd m de Kamer van Arbeid voor de Winkel- en Gr o 8- iersbedrijven: de winkel en de grossiersbedrijven, voor zoover die niet zijn of zullen worden ver tegenwoordigd in een andere Kamer van Arbeid, waarvan het gebied zich over de gemeente Leiden uitstrekt; aan hun verplichting om vóór 16 Januari 'e. k. een lijst of zoo noodig lijsten op te maken van de namen en de voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid, welk gebied jrich' alleen over de gemeente Leiden uit strekt, als patroons of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalender jaar, voor zooveel de onder A 2o.t B, O lo. en D genoemde bedrijven betreft, of ge durende het laatste tijdvak van 7 maanden, (waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd onder A lo. en C 2o. en om die 1 ij s t of 1 ij s t e n v ór 15 IJ a nuari e. k. a^i hun College i n te izenden. Onder p a t r o o ns verstaat de wet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven de twintig jaar tegen genot van loon werk zaam is, en allen, die op het beheer der hoofden of bestuurders toezicht houden, be nevens hen, die door het hoofd of den be stuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het ontwerpen van wetenschap pelijke plannen en modellen of met het doen van wetenschappelijke proeven, de procu ratiehouders, alsmede de prsonen, die bij ontstentenis van het hoofd of den bestuur der van het bedrijf^ dat hoofd of dien be stuurder vervangen. Onder werklieden verstaat de wet alle anderen, dio tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over anderen uitoefenen. Óp die lijsten mogen niet v6r- m e 1 d w o r d e n zij, die gedurende üet laatst verloopen kalenderjaar, waarin in de onder A 2o, B, C lo. en D. genoemde be drijven is gewerkt of, voor zooveel de onder A lo en C 2o vermelde bedrijven betreft, die gedurende het laatste tijdvak van 7 maan den, niet binnen het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid Lij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest. Op die lijsten behoeven niet ver meld te worden zij, die geen ingeze tenen des Rijks, of geen Nederlanders zijn of die op den lóden Februari e.k. den leef tijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Zij, die gedurende het laatstverloopen ka lenderjaar, waarin de onder A 2o, B, C lo en D genoemde bedrijven is gewerkt, of voor zooveel de onder A lo en O 2o vermelde be drijven betreft, gedurende het laatste tijd vak van 7 maanden, niet in heb bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn werkzaam geweest, en die aanspraak kunnen maken om geplaatst te worden op een kiezerslijst voor bovengenoemde Ka mers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Ja nuari e.k. aangifte te doen bij Burgemees ter en Wethouders voornoemd. De formulieren dezer aangif ten, zoo me de die der 1 ij sten zijn kosteloos voor belanghebben den ter Gemeent e-S ecretarie verkrijgbaar. Voorts worden de hoofden en bestuur ders vau de hierboven genoemde bedrijven er, voor zooveel noodig, aan herinnerd, dat het opmaken en inzenden der lijsten een verplichting is, tegen wier niet-nakoming straf is bedreigd bij artikel 43 der wet op de Kamers van Arbeid, luidende als volgt: ,,H ij, die wederrechtelijk niet voldoet aan een hem in ©enigen krachtens deze Web uitgevaar- digden algemeenen maatregel van bestuur opgelegde ver plichting, wordt gestraft met heohtenis van ten hoogste veer tien dagen of geldboete van ten hoogstevijfen zeventig guide n". Burgemeester en Wethouders oornoemd, N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester. VAN STRIJEN, lo.-Secretaris. Leiden, 22 December 1010. De politieke toestand in Engeland is niet voel helderder. Asquith heeft zich nog niet uitgelaten. Blijkbaar heeft do Regee- tring gezegd: „Wij willen nu van Kerst mis tot Nieuwjaar eens de po litiek vorgeten." Wel is Asquith bij den Koning geweest, maar wat daar bosprolcon is, is niet uitgelekt. Mag men de Verschillende pers-uitingen gelooven, dan schijnt men van weerskanten niet ongene gen tot toenadering, zoodat misschien een nieuwe conferentie meer kans van 6lagen zou hebben. Nog altijd ziet men ook ter linkerzijde zeer op tegen het onpopulaire middel om zijn zin te krijgen,nl. de be noeming van 500 liberale Poors. Men moge over deze verkiezingen den keu wat men wil, maar een feit is, dat do positie van den leider der oppositie Bal four er niet schitterender op geworden is. Balfour's partij is nu driemaal geslagen en in zijn eigen partij is hij door zijn wis pelturigheid en door zijn referendum-idee niet meer voor allen de groote man. De kwestie die er tusschen prins Max van Saksen en het V a t i c a a n is ge rezen, levert den Duitschen bladen nog veel stof tot beschouwingen. Zooals mien weet, had de prins, die priester is, in een tijd schrift een artikel geschreven over ©en ver- eeniging der Roomsoh- en Grieksch-Katholie ke Kerken. Hij is daarvoor ter verantwoor ding geroepen en bevindt zich thans te Kom© waar hij door den Paus is ontvan gen. en do door Z. H. gewensoht© verkla ringen hooft gegeven. Men vernoemt, dab do Paus naar aanlei. ding van het gebeurd© een Encycliek zal uitvaardigera. aan de geünieerde Gtiekscli© kerken, om de dwalingen van prins Max van Saksen te weerleggen. Het „Giotrnal© d'Italia" bevat een onderhoud mot don Griekscli-oecumeniscJien Patriarch jn Kon- etantinopel, waarin deze zeide, dat het ar tikel van prins Max onmiskenbare histori sche waarheden bevat, maar dat hij d© ver- ceniging van de Roomsche kark met de orthodoxe kerken een droom aoht. Hij zelf had verschillende O-os tersche kerken gepolst over de mogelijkheid eener toenadering tob Rome, maar alle orthodoxe kerken hechten 'aan het voortbestaan van dan bestaanden toestand. Wij vertelden onlangs van den aartsher tog-troonopvolger van Oostenrij k-H o n- g a r ij e, hoe hij het met- de Hangaren niet best vinden kan. De Oude Keizer- heeft hem' thans opgedragen de Hongaarselie delegatie te Boedapest te openen. Maar dat zal met de noodige snelheid gebeuren. De aartsher tog zal de delegatie openen on nog denzelf den dag terugleveren. De lcort© duur van dit bezoek heeft veel ontstemming gewekt; de Hongaarsche pere wijst er op, dat de troonopvolger nog nooit 24 uren achtereen binnen de muren der hoofdstad vertoefd liceft. En nu heeft de aartshertog nog be dankt voor liet aanbod, om met een Hon- gaarschen hoftrein nit Weeiten gehaald te worden De Hongaren zullen hun aanstaanden vorst wol niet met buitengewone hartelijk heid ontvangen. Ex-koning Manuel van Portugal schijnt dehoop om nog eens weor den freon zijner vaderen te bestijgen, niet op te geven. Volgens 'een particulier telegram van de „N. R. C." is gebleken,, dat Manuel vijf dagen lang in een voornaam hotel in liot Westeinde van Londen verblijf heeft gehouden. Hij heeft er vele bekende en hooggeplaatste koningsgezinde Por tug vezen ontvangen, meerendeels vroegere gezanten. Natuurlijk verluidt niets naders over hetgeen daarbij verhandeld is. De Koningin-Moeder tnoet er niet bij tegenwoordig geweest zijn. Tegelijkertijd publiceert het monarchis- tisch-gozinde Portugceseb? blad „Coreio da ManKa" oen brief, dien Manuel, toen hij na bot uitbreken der revolutie to Erioeira aan boord ging, aan don eersten minister zou hebben geschreven Deze brief luidt als volgt: „Waarde Teixeiro de Souza. Door den drang der omstandigheden ben ik genood zaakt met heb jacht „Ameliê" tv vertrek ken. Ik bon en blijf een jPortugves. Ik bera overtuigd, dat ik altijd en onder bil© omstandigheden mijn plicht als koning heb gedaan en (jat ilt mijn hart en mijn leven in dienst van het land bob gesteld. Ik hoop, dat degenen, die mijn toewij ding kermen, dit zullen bevestigen. Geef aan dezen brief de grootst moge lijke publiciteit." We zouden meen3n dat er nog wel iets af te dingen valt op de bewering dat Mannel altijd en overal zijn plicht als Koning beeft gedaan. Waarom zou George V bem dan niet hebben willen zien? De Italiaansobe Senaat beift gis teren den tweeden verjaardag van do ramp te Messina en to Haggio herdacht. Minister-president Luzzatti meende, zon der daarom de capaciteit van de Italiaanscltö geldmiddelen te willen overschatten, te moe- ton opmerken, dat Italië, in plaats van een beroep te doen op liet crediob, de door een dergelijke ramp noodzakelijk geworden uit gaven heeft bestreden nit de gewone in komsten. Wij kunnen ons voorstellen, dat een minis ter van financiën in andere landen het onze bijv. jalcersch wordt op zijn Italia a nsclien collega, die zulk ©en trotsch woord spra ken kan. De financiën van Italië schijnen dus een stootje te kunnen velen. Maar tor- wijl de minister deze gelukkige woorden in den Senaat kon spreken, is in den daar op volgenden ministerraad ernstig van ge dachten gewisseld over de groeiende opwin ding onder het spoorwegpersoneel. Bij het referendum over do regeringsvoorstellen, hebben 90,000 st. verklaard, dat deze on voldoende zijn. Het personeel liceft tcge- lijkertijd verklaard, dat liet tot uiterstv mid- j delen zijn toevluoht zou nemen, indien de gestelde eisehen afgewezen werden. Het schijnt wol dat spoorwegstakingen in de lucht zitten. Uit Amerika komt hetbericht, dat Hoosevejt en Taft weder verzoend zijn. Daar door zal nn waarschijnlijk een ©inde ko men aan de verdeeldheid in de gelederen van de republikeinsche partij in de Ver- I eenigde Staten. De noodlottige uitslag van de jongste ver kiezingen «was vaar de republikeinen reeds een «vingerwijzing, dat het zaak voor hen is hun onderlinge voeten; ter zijde te stollen en gemeenschappelijk front te maken tegen de democraten en do thans weder bezegelde vriendschap der leiders zal nu vermoedelijk de vijandige partijgenooten ook wil weder bijeenbrengen. De bladen doelen thans reeds als vast staande mede, dat Roosevelt do candidatuur van Taft bij de eerstvolgende presidents verkiezing zal stounen. Naar verluidt zijn de oud-president en de tegenwoordige president woor sedert eenigen tijd in vriendschappelijk© briefwisseling. Overigens komen nit een groot deel van het buitenland, speciaal do ons omringende landen, berichten van voel sneeuw, vooral in oostelijk België waar het geheel© ver keer door een sneeuwstorm is verbroken. Wij hopen ,dat wij er ook een beetje! van meo krijgen, niot te veel en niet te nat. Sneeuw bij de wisseling des jaars staat zoo gekleed. Vereen lgi u g van hoofden van R.-K. bijzondere scholen in het bisdom Haarlem. In het Brongebouw te Haarlem werd de 60ste algemeen© vergadering van de ledon van bovengenoemde Vereeniging gehouden. Nadat in do kerk van den H. Joseph door den H.Eerw. heer Stoffels, dekon van Haar lem, voor de leden een H. Mis was oPSedra- gen, oponde de voorzitter, de heer M. L. van Gemert, de vergadering en wees er op, dat het volgend jaar de 403te verjaardag der Yereeniging zal komen en, naar spr. hoopt feestelijk zal worden gevierd. Na enkele mededeelingen van huishoude- lij ken aard, deed de heer M. L. van Gemert „Mededeelingen naar aanleiding van hot rapport der Ineenschakelingscommissie over het gewoon lager onderwijs." Spr. heoft deel uitgemaakt van de enquête-commissie, welke uit de meest heterogene bestanddee- len, wat betreft de richting der leden, be stond; took heeft de oommissie prettig ta- mengewerkb en spr. meent, dat het resul taat, dat bereikt is, vruchtbaar is geweest. Spr. gaf o. a. de mcening der commissie omtrent de tegenwoordige gebrekkigo oplei ding van don onderwijzer De kweekeling begint vaak te vroeg,kafc afnemen van het examen is verkeerd, er bestaat geen verband tusschen examinandus cn examinator. Waarom niet liever examen-afnemen door eigen onderwijzers, onder toezicht van een Staatscommissie. De oommissie wensohb, dat van alle kweekelingen een nauwkeu rig verslag wordt bijgehouden, omtrent de studie en ijver. Dit rapport wordt aan het schooltoezicht gezonden en do drie Rijksgecommitteerden, die volgens het ver langen der commissie bij het examen-af nemen tegenwoordig zullen zijn, zullen ook inzage van al die rapporten nemen. De taak der gecommitteerden komt vervolgens over een met dio van de reeds thans bestaand© aan de gymnasia. Spr. gaf een uiteenzetting van het pro gramma voor de onderwijzers aan de kweek scholen, en vervolgens van het rijks- en ge meentelijk schooltoezicht. De oommissie wil één inspecteur voor iedere provincie; is deze te groot, dan twee inspecteurs, is zjj te klein, dan voege men ze bij een andere provincie. Voor iedere 6000 leerlingen ver- 1 der een schoolopziener. Voorts voor iede re gemeente een schoolcommissie, waarvan deel uit zouden maken een lid van het ge meentebestuur en schoolbestuur, van de ouders en het onderwijzend personeel. De heer J. P. Doedens hield een Inlei- ding over: „Op welke wijze is het nadeel te ondervangen, dat hfct onderwijs in do j Katholieke school lijdt door zwakzinnige, achterlijke, tuchtelooze oi onverbeterlijk© leerlingen En op welke- wijze dient met zulke leerlingen gehandeld te worden?" Spr. besloot zijn inleiding, dat de kin deren beter moeten en zullen worden. En j daarvoor bestaat gegronde hoop, als we be denken, hoe de Paus met het nieuwe do oreet over de H. Communie en de H. Eucha ristie de jeugdige kinderen groote kracht gaat geven tegen het kwaad. We wachten in dit opzicht de bijzonder© voorschriften van de Bisschoppen af. Aan hefc hierop gevolgde debat namen deel do heeren Badou en pastoor Smee- man, die op de eerste plaats een definitie van „zwakzinnige" kinderen gaf, want scherp onderscheid is hier noodig; 't zijn de kinderen, van wie met een goedo behande ling nog veel goeds te maken is. 't Zijn geen idioten, geen tuchteloozcn, voor wie gezorgd wordt. Maar voor de zwakzinnigen wordt alleen door bet particulier initiatief in groote steden gezorgd. Maar voor Katho lieke zwakzinnig© kinderen bestaat zoo iets nog niet. En dat is toch boeg noodigwant ook voor dezen is een katholieke, rij hot dan ook een speciale, opvoeding noodzakelijk, een opvoeding, waarvan de godsdienst de ondergrond is. Voor die kinderen is ook toe zicht noodig buiten de school en dat bestaat nog niet. De congregatie van de Eerw. Zus ters Uiselinen te Bergen heeft intusschen den eersten stap gezet en in 1911 zal deze een eerste school voor zwakzinnigen in haar filiaal te Monnikendam oprichten. De laatste mededeeling ontlokte een le vendig applaus, hetwelk zeer uitbundig werd, toen de voorzitter mededeelde, dat het bestuur besloten had pastoor Smeeman tot eerelid van de Vereeniging te benoemen. Verder spraken over het onderwerp de heeren Van Pel en Bakker. De HoogEerw. heer deken Stoffels kreeg ten slotte het woord en constateerde met vreugde, dat altijd op deze onderwijzers vergaderingen het specifiek Roomsche op den voorgrond treedt. Het laatste onder werp, nu besproken, i3 een zaak, di© do priesters voortdurend bezig houdt. Verschil lende middelen zijn genoemd, met weinig resultaat. Het godsdienstig element op dem voorgTond brengen op de school, zal ten slot te nog het beste middel blijken. De HoogEerw. heer Stoffels deelde nog mee, dat de eere-voorzibter, de HoogEerw., Vicaris-Generaal door ongesteldheid ver hinderd was de vergadering bij te wonen. Spr. beval den eere-voorzitter in de gebe den van het auditorium aan. De voorzitter deelde voorts nog mee, dat het bestuur voor de volgende vergadering aan de orde wil stellen, het onderwerp „Zijn de z.g. vrije kwartiertjes ook voor de bijzondere scholen geschikt en hoe moeten zij eventueel worden ingericht?" Na de rondvraag werd de vergadering ge-» sloten. Suppletoir© Landbouwbe- grooting 190 9. Bij het afdeelingsonderzoek oonstateerde men met leedwezen den treurigen afloop van den maatregel tot bestrijding van de tuberculose onder het rundvee. Met ©enig© bevreemding vroeg men ziah af hoe het komt, dat men het eerste stelsel van be strijding zóó lang heeft kunnen volhouden zonder cle misbruiken te bemerken. Is de Minister zoo werd gevraagd onkundig gebleven van de misbruiken? Gaarne zou men ook vernemen of de Mi nister eerst thans tot de ontdekking is ge- I komen, dat het verschil tusschen de kosten en de opbrengst der overgenomen runderen zóó groot is, dat de maatregel veel meer moest kosten dan men zich had voorgesteld En zoo neen, waarom dan niet eerder een andere weg is ingeslagen. 62) „Feli ,tocn mijn moeder de laatste maal tegen mij sprak, zeide zij: „God behoed© ©n zegen© je." Ik geef jou dien wensoh mee en allen zegen, dien zij mij geven wilde. Ik heb een klein souvenir voor je meegebracht; ihet is van mijn moeder." Het jonge meisje lacht© even tusschen haar tranen: „Tot het laatste oogenblik zijn wij één in gedachten. Ik heb een ring van mijn moe der. Het zal me een heerlijke gedachte zijn, dat jij dien hebt. En nu, deze ééne armzalige kus moet je alles zeggen, waartoe ik ja renlang den tijd meende t© hebben. Vaar wel, Erich.'' Zij sloeg haar armen om den hals, druk te haar mond op zijn lippen, rukte zich los en wilde weggaan, maar gaf gevolg aan cle emeekende uitdrukking van zijn oogen en sloeg weer haar armen om hem heen. Het was hem te moede, als kon hij geen woor den voor afscheid vinden, en eerst, toen Felicitas werkelijk wegging en hij haar na keek, riep hij haar toe: „Leef wel, Feli, mijn ©enige lieveling." Felicitas hoorde het, haar oogen keken hem nog eenmaal aan met stom leed, maar een seconde daarna was z'j verdwenen ach ter de groene boomen. Hij zag nog haar japon, zag haar gestalte na met blikken, die haar als aan deze plek moesten houden, ©n viel toen, overmand door smart, op d© bank waarop zij een oogenblik geleden ge zeten had. Hefc was hem nu duidelijk, dat hij haar niet terugroepen en evenmin vol gen mocht. Hij dwong zich daar te blijven, zijn blikken te richten op heb beeld, dat van zijn voetstuk op hem scheen neer te zien, en elk woord, dat Felicitas gespro ken had, in zijn herinnering terug te roe pen. Het viel hem nu in, dat hijzelf zoo weinig en dat weinige nog maar op half bitteren toon gezegd bad. Maar hij begreep wel, dat zij daarom niet boos op bem zou zijn; zij zou wel gegrijpen wat in hem was omgegaan. De minuten verliepen en brach ten hem verder van zijn geluk cn hoop, die beide hier gestorven waren. Hij vergat nu ziohzelf en dacht er aan hoe thans wel de eerste ontmoeting tusschen Felicitas en haar vader zou zijn. De zon steeg al hooger en overgoot alles als met een gouden licht.' Maar Erich had daar geen oog voor. De kleine plek hier, die voor hem zoo smartelijk een gewijde geworden was en waar hij al zijn hoop be graven had, hield hem vast. Maar te mid den van al zijn leed kwam toch een ver troostende gedachte bij hem op: Felicitas leefde en niemand wist wat de toekomst nog kon brengen. Terwijl Erich, daarover nadaoht, was Fe licitas weer in het voorste gedeelte van het park gekomen. De eerste minuten was het baar geweest, als had ze nog eenmaal moe ten terugkeeren, maar vast besloten ver volgde zij haar weg. „We zouden toch nooit een einde vin den", zeide zij. Haar tranen braken zioh opnieuw baan zij deed geen moeite ze in te houden tot ze vanzelf ophielden te vloeien; toen sloeg zij een klein zijpad in, dat naar een bron voer de. Zij doopte haar zakdoek in het heldere water en wiesch haar gezicht; maakte beur haar, dat op haar voorhoofd gevallen was, weer in orde. Door het water als spiegel te gebruiken, wist zJj wel, dat zij nu weer haar gewone gelaatsuitdrukking terug had ge kregen. Sneller dan straks liep zij door de hoofdwegen van het park naar de stad. Felicitas had bet grootste gedeelte van den weg niet rondom rich gekeken; uitslui tend bijna gedacht aan dat alles, wat zij in het park liad achtergelaten. Daardoor schrok zij, toen zij haar naam hoorde ree pen door een haar goed bekende stem. Om ziende zag zij op het ruiterpad van de groote laan prinses Stéphanie en haar hof dame Edith Blake te paard. De oude stal meester van den Hertog reed achter de da mes, een lakei volgde op den voorgeschre ven. afstand. Het anders onbeweeglijke, bleeke gezicht toonde vandaag grootere levendigheid en een blosje, dat Felicitas nog nooit er op gezien had. Meer dan het uiterlijk viel haar op de opgewekte, bijna jubelend© toon, waarop de Prinses haar toe voegde „Goeden morgen, juffrouw von Herther. Geniet u ook van dit heerlijke weer? Hot lijkt wel meer op een lentedag dan cp een van den herfst', vindt u ook niet?" Gelukkig behoefde Felicitas geen antwoord te geven; prinses Stéphanie deed haar paard in draf gaan en kon nauwelijks de buiging, die Felicitas maakte, gezien heb ben. Felicitas wist ni6fc wat het waa, dat haar voor een oogenblik haar eigen leed^er- geben deed^ en met medelijden de slanke figuur van de Prinses deed nakijken. In de stem van de Prinses was een klank ge weest, die Felicitas een eigenaardige ge waarwording gaf; een gelukkige klank, die sinds een uur uit haar stem voor eeuwig ver dwenen scheen. Met de gedachte daaraan vervolgde rij haar weg en missohien nauwe lijks honderd schreden verder zag zjj van een der zijpaden van denzelfden kant, van waar de Prinses zooeven gekomen was, iemand met snellen stap naderkomen. Zij herkende Oamillo Arsakoff, wiens aanblik haar al het doorleefde in Baveno weeir voor den geest riep. Hij keek van onder zijn hoed haar laDg en onderzoekend aan, nam toen zijn hoed af en zij zag, dat een uitdrukking van triumf en vreugd© op zijn gelaat was te zien. Felicitas beefde en terwijl bij baar voorbijging, dacht zij er aan, dat de ster, die voor haar was ondergegaan, op het zelfde oogenblik voor de Prinses helder was begonnen te schijnen. XVIII. De wintergenoegens in de residentie For stenburg liepen op hun einde. In tegenstel ling met de Februari-maand van het vorige jaar, toen de brand van het oude slot plaats had gehad, was dit jaar het weer een werke lijke voorjaarsbode geweest. Een milde re gen had in hefc park al veel doen uitloopcn maar het geheel had nog een winterachtig aanzienv* Boomen en straten waren nat en vuil en gewoonlijk nog maar stil: de men- schen bleven thuis. Zelfs het groote plein voor bet slot van den Hertig bood een onge- zelligen aanblik. Hefc laatste groote museum-conoerfc nader de onder dergelijke ongunstige omstandig heden cn de nieuwsgierig© blikken, die naar do luoht gericht werden, waren even talrijk als de dames, die het concert zouden bezoeken. Want de luxe aan equipages en huurrijtuigen, die in de betrekkelijk Kleine stad waren te krijgen was niet groot en vaa het ophouden van den regen hing een ge deelte van het welslagen van den avond af Tooh waren er eenige plaatsen in de staci waar men zich gereed maakte voor den avond en heelemaal niet lette op het weer. Do aangenaamste daarvan was een van do kleine bovenvertrekken, dio de restaurateur Latichius voor intieme diners en wijnfuiven in zijn inrichting hield. Een paar mooi gestoffeerde, door clikke muren gescheiden kamers, waarheen een wenteltrap leidde, dio Erich Francken en Demburg voor een kunstwerk verklaard hadden, waren zelfs den gewonen bezoekers van 't café onbekend en daardoor voor hsnA die van deze inrich ting op do hoogte waren, des te aanlokko- lij'-r. Op dezen middag was de middelste van die kamers rijk verlicht, do gordijnen wa ren goed gesloten en tusschen het vertrek ea do keuken bewogen zich een paar gedien- stigo geesten. In de kamer waren Caimllo Asakoff en zijn vriend dr. Paul Lohmer bo zig een diner te verorberen, voor de go- reedmaking waarvan de heer Latichius on der de fijnproevers een uitstekenden naam had. Beide heeren waren in gala en had den het uur van hun diner zóó gekozen, dat zij van tafel direct zouden kunnen gaan naar het ooncert). (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5