Brieven uit Katwijk.
Ingezonden.
XXXVI.
Wanneer ik des avonds na volbrachten ar
beid genoeglijk bij moeder de vrouw zit, heb
ik de gewoonte met haar nogal *.:ns te
bespreken, hetgeen er alzoo in ons dorp
voorvalt. Alzoo pratende kwam mijn buur
man binnen, de man waarover ik 't al vroe
ger eens heb gehad en dien ik dus niet na
der bij mijn lezers heb in te leiden. 1' ij
komt nogal eens overwippen en liefhebber
van een praatje als hij is, vooral wanneer
de Gouwenaar door hem is opgenomen, zie
>k hem bij voorkeur binnenstappen, wanneer
ons jongste kroost rustwaarte is en hij weet,
dat de overige kinderen naar de avond
school zijn of ten minste afwezig. Dat er
iets bijzonders bij hem broedde, had ik reeds
spoedig bemerkt aan ziijn hoogst ernstig ge
laat, dat anders zoo vriendelijk kan zijn en
doorgaans door een glimlach geplooid
wordt. Nauwelijks was hij gezeten en de
pijp gestopt, of daar begon hij: jo beet °r
»n den laatsten tijd blijkbaar op uit c-tn
met het oog op de uitbreiding van het le
dental, dat onze Vroedschap volgend jaar
moet ondergaan, een plaats aan de groene
tafel te verkrijgen. Je schrijft over onder wel
pen en aangelegenheden, die in de Raa«f-
zaal een punt van ernstige gedachten wisse
ling hebben uitgemaakt, waarover het laat
ste woord zeker nog niet is gesproken,
waarmede groote belangen op het spel
staan; in één woord je doet je best om ce
lezen en besproken te worden gelijk dit ge
woonte is en meer en meer wordt van
iemand, die naar een zetel in den Ravi
dingt. Hoe meer men blaast, en hoe meer
men zich doet hooren over allerlei onder
werpen, die in een gemeente aan de orde
van den dag zijn, hoe grooter de kans om
bij een stembusstrijd als candidaat to wor
den geproclameerd en eveneens des te
grooter de mogelijkheid om door de kiezers
als de uitverkoren man te worden begroet.
Tot zoo ver mijn buurman, wien ik onder
bet oog bracht, dat ik in waarheid gespro
ken, niet graag tot den kring van onze
Vroede Vaderen zou toetreden, waar ik ;n
de eerste plaats daarvoor geen tijd zou
hebben, omdat ik mijn taak alsdan niet als
een sinecure zou willen beschouwen en Let
volgens mijn meening, dan heel wat eischt,
doch in de tweede plaats, dat ik liever ver
schillende aangelegenheden in de courant
behandel, waar het mij gemakkelijker valt
mijn gedachte aan het papier toe te ver
trouwen, dan zoo maar voor de vuist te
6preken op een plaats, waar men in den
laatsten tijd meermalen zich beijvert c-m
elkaar door spitsvondigheid of wat ook
schaakmat te zetten, en waar de vertegen
woordigers der pers gereed staan om zoo
maar dadelijk den volke kond te doen, wat
wordt gezegd. Verder merkte ik mijn buur
man op, dat ik mijn gedachten niet gaf en
alzoo mijn brieven niet schreef als een pro
paganda voor mijzelf, doch dat het mijn
bedoeling was, datgene te bespreken, wat
reeds zoo hier en daar aan d-e orde was, en
waarvan ik meende, dat meer in ruimevon
kring, in het publiek een bespreking of be
schouwing nuttig kon rijn.
Mijn vrouw, tot heden een min of meer
aandachtige luisteraarster, viel hierop ons
in de reden, met een: ja buurman, dat is
waar, mijn man heeft me dat reeds meer
malen gezegd, we hebben daarover reeds
lieel wat woorden gewisseld want ik wilde
wel, dat hij met dat schrijven maar eindig
de. Het geeft bij velen maar warme hoof
den en hoewel ik nu niet zoo bang ben, ge
loof ik dat Ihct beterri^^at die briefschrij
ver ij bij hem maar uit was en hij dat aan
anderen overliet/'
Neen, neen, zegt mijn bezoeker, dat ben
ik heelemaal niet met u eens, buurvrouw;
ik neem voor waarheid aan, dat uw echtge
noot niet belust is cm t© zijn lid van den
Baad, rijn brieven moet hij voortgaan te
schrijven en het was juist het doel van mijn
komst om (hem uit te noodigen iets te schrij
ven over onzo Wijkkas, die zoo oude instel
ling, welke echter in den laatsten tijd het
bestaansrecht zoo al niet wordt bet .wist,
waartegen dan toch een oppositie is gebo
ren, dio het op haar ondergang heeft ge
munt.
Ja man, zegt mijn vrouw, als je dan toch
wilt schrijven, wijd dan in je eerstvolgon-
den brief daaraan eenige regels.
Het spreekt vanzelf, dat ik om mijn
vrouw met mijn arbeid als briefschrijver te
verzoenen, beloofde to zullen doen, wat
beiden van mij begeerden en do toezegging
gaf omtrent dit onderwerp mijn mosnir.g
.weldra in een brief neder te schrijven.
Wat wij Katw ijkers mot de Wijkkas"
bedoelen, waaraan .wij bij het uitspreken
dezer woorden denken, van de honderd in
gezetenen zijn ex zeker vijf-en-negentfg, dio
;fc weten, als van de kas, waaruit vooral in
«vroeger jaren zooveel wel gedaan is.
't Is reeds een zeer oude instelling die
Wijkkas, mijn grootvader zaliger, ten min
ste was reeds Wijkmeester, zooals er hier
thans te Katwijk-aan-Ze© nog vijf worden
gevonden, terwijl er, indien ik me niet ver
gis, te Kafcwjjk-Binnen drio worden aange
troffen. In die Wijkkas werden dan in den
-lijd van mijn grootvader allerlei gelden ge
stort; verkocht iemand een tuin of een
stuk land aan do Wijkkas werd een gift
overgedragen; was er vreugde in de gezin
nen bij huwelijk of geboorte, 't was alweder
de Wijkmeester die niet werd vergeten, en
voor wiens kas een douceur werd afgezon
derd; zelfs in dagen van rouw geschiedde
eveneens. En waartoe die gelden dan wer
den bestemd? Ik herinner u, dat ik u ver
plaatste naar een grijs verleden, naar den
tijd van mijn grootvader, die reeds 75 jaren
niet meer is; welnu, in die dagen waren er
nog geen levensverzekeringsmaatschap
pijen, in den volksmond „begrafenis-fond
sen" genoemd; kwam nu iemand te overlij
den, die niet bepaald tot de armen behoor
de, doch voor wiens nabestaanden de ter-
aarde-bestelling bezwaren medebracht, dan
werd zoo iemand uit de Wijkkas begraven.
Allengs kwamen de zooeven genoemde ver
zekeringsmaatschappijen en deze philan-
thropische arbeid werd van jaar tot jaar
minder, zoodat 't thans niet zoo vaak voor
komt. Toch 'doen zich dergelijke gevallen
nog wel eens voor, althans een der Wijk
meesters, met wien ik deze aangelegenheid
besprak, deelde mij mede, dat eenige jaren
geleden nog een lijk uit de Wijkkas is be
graven. De Wijkkas deed echter meer; wan
neer vreeselijke ziekten ons dorp teister
den, vele slachtoffers maakten en er alge-
men behoefte was aan hulp, kwamen de
Wijkmeesters bij elkaar en werd besproken*
wat kon worden gedaan tot leniging der
ellende; in den cholera-tijd en in 1890 bij de
zoo gevreesde vlek-typhus-epidemie, ver
lieten honderden en nog eens honderden
guldens de Wijkkas, en werden daarvoor ge
kocht -versterkende middelen, als vleesch,
eieren, melk, wijn, enz., wat werd ver
strekt aan gezinnen, die niet voor een be
deeling uit de diaconieën in aanmerking
kwamen, maar waarvoor hulp desniettemin
dringend noodzakelijk was.
Wat in 1890 is gedaan, herinnert zich bij
na natuurlijk nog iedereen en vooral de ge-
neesheeren, die destijds reeds te Katwijk
praktijk uitoefenden, zullen met dank
baarheid tot de Wijkkas zijn vervuld, waar
deze de medicijnen te hulp kwam en door
verschaffing van het zooeven opgenoemde,
de zwakke lijders en lijderessen verkwikte.
Zoolang mij heugt, werd bij geboorte,
huwelijk of overlijden de goede gewoonte
van ons voorgeslacht gevolgd, en tot voor
enkele jaren was er bijna niemand, ingeze
tene of vreemdeling, aan wien de. werking
der Wijkkas weTd medegedeeld, of met zeer
veel genoegen werd een douceur gegeven.
Ettelijko jaren terug is daarin kentering
gekomen en misschien word ik wederom be
titeld als vreemdelingenhater, maar feit is
't, dat onbekend met de zegenrijke werking
dezer historische instelling zou ik bijna zeg
gen, een streven merkbaar is om de inge
zetenen van de goede gewoonte af te bren
gen en dat vooral personen, die zich in den
loop der tijden hier hebben gevestigd, in
deze beweging vooraan staan en dat men
rich niet ontziet het beheer dezer instelling
in een kwaad daglicht te stellenHet is
geenszins mijn bedoeling om dit beheer on
der mijn bescherming *te nemen do Wijk
meesters worden gekozen uit de notabele
ingezetenen en wat zij hoofd voor hoofd ont
vangen, is, maak ik me sterk, nog geen
tientje per jaar.
Opmerkelijk is echter, dat het streven
tot bestrijding van de Wijkkas meer op den
voorgrond is getreden, toen een voorstel
omtrent de instelling in den gemeenteraad
was ingediend. Hel was in den tijd, toen de
mediscl^" faculteit nog slechts door een ba
rer leden in onze vroedschap was vertegen
woordigd, dat deze vertegenwoordiger het
voorstel deed, dat do gelden uit de Wijkkas
werden besteed in het belang der zieken, in
de meost uitgebreide beteoke-
n i s van het woord.
Nalat uit de geschiedenis der wijkkas was
aangetoond, dat deze zelfstandige organisa
tie niet binnen -het arbeidsveld van den
Baad is gelegen, trok het bewuste Baadslid
zijn voorstel in en sedert schijnt het zijn
ernstig© levensroeping: de Wijkkas moet
dood Morsdood J
Afgescheiden nog hiervan, dat de Raad
ten deze geen besluit kon nemen, zou ik wel
eens willen weten, hoe voorsteller zich die
hulp had gedacht. Ik wil niet aannemen,
dat de kas ook voor onbetaalde doktersre
keningen zou moeten worden aangesproken,
dat toch zou te veel eigenbelang ver
raden, en deze meening werp ik dan ook
verre van mij. Maar wat zou men met een
goede vijftig gulden per jaar in het belang
der rieken kunnen verrichtenDan is het
rationeeler om te handelen, zooals tot he
den gedaan en om in ernstige tijden, bij
rampen of epidemieën de hulp der Wijkkas
in te roepen.
Ik meen met het oog op het verleden cl er
Wijkkas dan ook, dat het te betreuren zou
zijn, indien zij ten gevolge van tegenwer
king, als gevolg van onbekendheid met
haar nut zou bezwijken.
Er is echter nog meer, waarom haar "Ver
dwijning niet wenschelijk zou zijn, en wel
met het oog op het ongerief, dat haar niet-
meer-bestaan zou veroorzaken. Behalve Locih,
dat de Wijkmeesters de Wijkkas beheeron,
maken rij zich voor zeer velen verdienstelijk.
Het gebeurt nog al eens, dat een bewijs
van onvermogen noodig is, hetzij om te pro-
cedeeren, hetzij voor gratis behandeling in
het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Wel
nu, men gaat naar een paar Wijkmeesters,
die getuigen dat hier werkelijk onvermogen
in 't spel is en op bun getuigenis wordt het
bewijs afgegeven. Wordt de Wijkkas opge
heven en daarmede de betrekking van Wijk
meester, dan zal men zich met twee ter
goeder naam en faam bekend staande inge
zetenen moeten begeven naar het gemeente
huis, om na hun verklaring in 't bezit van
het vereischte bewijs te worden gesteld.
Wat thans meermalen cloor een klein kind
kan worden verricht, eischt dan heel wat
omslag
Ik ben mijn buurman recht dankbaar voor
rijn bezoek en mijn vrouw niet minder voor
haar aansporing om het beschreven onder
werp te ontwikkelen en ik hoop ^r gaarne
dat deze mijn brief moge medewerken tot
in-stand-houding eener zoo sohoone instel
ling als de Wijkkas volgens mijn meening is.
Gevoelt het tegenwoordige nieuwere go
slacht er niet voor, wat mijn grootvader
zaliger er mede op had, men waoht-e zich
dan toch uit piëteit voor de historie een
blaam op haar te werpen, als men oezig
is te doen, en erkenne het goede, dat de
Wijkkas vroeger heeft gedaan en wat zij
tot nut van het algemeen op dezelfde wijze
nog kan doen.
Het bovenstaande liet ik, in afwijking van
mijn gewoonte, eerst mijn buurman lezen;
hij vond het goed, maar nog niet volledig
en op zijn verzoek voeg ik er dan ook nog
het volgende aan toe.
In dtigen van ernstige ziekte, worden de
armen geholpen uit de diaconie-kae, de ge
goede burgerstand en de rijken beschikken
gelukkig zelf over middelen om zich
alsdan het noodige aan te schaffen, maar
juist de kleine middenstand, die niet arm,
maar nog minder vermogend is, kwam
steeds voor hulp uit de Wijkkas in aanmer
king, en deze bovenal zal dus de dupe van
haar verdwijning worden. Deze stand, voor
wien de strijd om het bestaan steeds moei
lijker wordt, za-1 in de eerste plaats dus de
nadeeJigo gevolgen van deze treurige oppo
sitie gevoelen. Dit bedenke men wel
Geachte Redactie 1
Om verkeerde gevolgtrekkingen te voor
komen, verzoek ik u beleefd een weinig
plaatsruimte in uw blad, naar aanleiding
van het bericht in uw nummer van gisteren,
onder den titel „Sdbmttevaer", Of men
rich ten tweeden male met dat verzoek tot
Rijnland heeft gewend, valt to betwijfelen,
maar in elk geval had men zich evengoed
tot den Sjah van Perzië kunnen wenden als
tot Rijnland, want zij hebben precies even
veel recht op die brug. En gesteld dat de
Sjah of Rijnland, uit pure platonische lief
de tot dat edelaardige, schipperende gezel
schap „Schutte va er" gedreven, de ge
vraagde „meerpalen" zou willen plaatsen,
dan zouden rij daar nog de bevoegdheid met-
toe hebben, want het land en water, waarin
die palen geplaatst zouden kunnen wordm,
behoor en aan Leiden.
Bij voorbaat dankend gaarne,
Uw Dw.
Veritas.
Leiden, 15 December 1910.
Mijnheer de Redacteur!
Verleen mij een plaatsje voor het navol
gende.
Ik wil met deze onzen faadsh'eeren van
Katwijk in herinnering brengen de zaak der
belasting. Wat loopt dat verbazend uit elkan
der met den schipper van bommen en schip
pers van loggers. Een logger-schipper be
taalt aan belasting jaarlijks van de f 770
tot de f 1100 aan bedrijfsbelasting van f 2.10
tot f 4.20. Daar zijn ook alleJogger-schip-
pers bij begrepen. Maar nu zijn $r die het
geheele jaar door varen, dus het heele jaar
ook schjppersinkomsten genieten. Daaren
tegen zijn er ook logger-schippers, die zich
met een halfjaar moeten tevreden stellen
en in het andere halfjaar voor matroos-
gage moeten werken en dat er nog bij dat
eerstgen. in het begin van het jaar al in
hun verdienste zijn en laatstgen. zich
moeten laten leiden totdat zij geroepen wor
den om als schipper het weekloon te ver
dienen hetzelfde wat een matroos verdient.
Dus een halfjaar schipper en wordt voor
een geheel jaar aangeslagen. Is dat billijk?
Dan komen de schippers der bommen,
die gemiddeld evenveel verdienen; dezen
schijnen bij onze Raadsb'eeren een schreefje
voor te hebben. Dat- loopt nogal wat uit
elkander met de bovengen, schippers. De
belasting dezer schippers is'jaarlijks f 4.20,
daar tegenover vrij van bedrijfsbelasting.
Waarom die zco weinig en eerstgen. ver
dubbeld, terwijl de inkomsten van beiden
hetzelfde zijn. Het is ons logger-schippers
een onbegrijpelijke zaak, te meer nog daar
er 3 reeders raadsleden zijn, en ook zelf wel
weten dat de inkomsten gemiddeld niets
uit elkander loopen. En willen die gen.
heeren zich niet laten gezeggen, laten zij
dan een vergadering van schippers bijeen
roepen, dan zullen wij eens zien of deze be
lastingklacht niet op vaste gronden rust.
Hopende, M. de li., dat gij deze regelen
in Uw blad wilt doen plaatsen, zeg ik
U bij voorbaat mijn hartelijken dank voor
uwe bereidwilligheid en teeken ik mij:
Een Schipper voor het
halve j aar.
Katwijk, 13 Dec. 1910.
Mijnheer de Redacteur!
Wilt u zoo goed zijn o. s. in uw blad op
te nemen?
In ons dorp is een klein kroegje, zonder
vergunning, maar met verlof.
In dit kroegje komt het bedrag, dat
maandelijks aan bier wordt omgezet, nooit
onder de 100 gulden. Regel 3 k 400 gulden
per maand, alleen aan. bier.
Nu vraag ik: „Is hier een Tehuis voor
Jongelieden overbodig?"
In ons dorp bestaan „kruideniers"-win
kels, waar meer bier dan kruidenierswaren
wordt verkocht. Weer vraag ik: „Is em
Tehuis voor Jongelieden overbodig?"
In ons dorp zijn kroegen, waar „op de
pof" gekocht wordt, waar wekelijks meer
verteerd wordt, dan men verdient en men
dus altijd in het krijt blijft Btaan, zoodat
men tot hernieuwd bezoek wordt gedwon
gen. Weer de vraag: „Is hier een Tehuis
voor Jongelieden overbodig?"
In ons dorp ziet men, zoodra de kerkdeu
ren gesloten zijn, troepjeB jongelieden hun
troost zoeken in kroegen. „Is dan een Te
huis voor Jongelieden overbodig?"
D© jongelui willen uitgaan, daarvoor rijn
ze jong Maar het is niet onverschillig h c e
zo uitgaan en w a a r ze heengaan.
In het Tehuis voor Jongelieden wordt
geen bier verkocht, men behoeft er niets te
gebruiken; er wordt niet „gepoft"; men
is er in een nette omgeving en er is gele-
legenheid tot ontspanning, lezen enz. Is dan
zulk een Tehuis overbodig? Men ziet het, ae
jongelieden gaan er gaarne 'heen. Zoodra
hun iets anders geboden wordt, laten ze
vanzelf kroeg en bierbuis in den steek. Is
het dan niet jammer, dat het te klein is?
Wie helpt de pogingen van het Bestuur
om een grooter gebouw to krijgen, steunen?
Dankend voor de plaatsing.
Hoogachtend,
X.
•Katwijk, 13 December 1910.
Mijnheer de Redacteur!
Beleefd verzoek ik u onderstaande woor
den in uw veelgelezen blad te willen plaat
sen. Daarvoor bij voorbaat mijn dank.
Met verwondering las ik vanavond 15 Deo.
in uw blad van 't bezwaarschrift in den
Hoofdelijken Omslag van den heer Tappea-
beok te NooTdvrijk, die zijn aanslag te laag
vindt. In den waren zin des woords een
edele daad, een daad die navolging vraagt
en inzonderheid voor de gemeentenaren
van Valkenburg waar er ook wel eenigen
zijn, die zoo'n daad van waardeering wel
mochten doen en vooral met 't oog op de,
naar ;t schijnt uit mijn eigen aanslag in den
Hoofdelijken Omslag van V., veel vergende
gemeentekas van V.
Dus ik roep al mijn gemeentenaren, die
in 't belang van onze gemeente willen wer
ken, toe: volgt de daad van dien edelen
heer, hi er boven genoemd op
U dankend voor de verleende plaatsruim
te teeken ik:
e e n ve rdru k t e
Belasting betaler vanV.-
Valkenburg, 15 Dec. 1910.
CORRESPONDENTIE. Eenige dames
schrijven ons, dat zij het geen weelde zou
den vinden als er boven op de gang bij de
kleine zaal van de Stadszaal een spiegel
werd opgehangen van twee meter lengte
en een halve meter hoog.
Zij meenen, dat dit een vereischte is in
den tegenwoordigen tijd.
Staaisbegrooting voor I9JI.
Hoofdstuk II. Marine.,
Aan de Memorie van Antwoord van den
minister op het afdeelingsverslag is nog
het volgende ontleend:
Uit de instructie van den pTe-,
d ikant blijkt dat deze voor rijn daden
verantwoording verschuldigd is aan het be
stuur der vereeniging, welke hen uitzond en
dat er tusschen hem en den minister geen
rechtstreeksche aanraking bestaat. Hem is
vrije toegang verleend tot de vloot en tot
de inrichtingen van 's Rijks zeemacht, ter
wijl een lokaal aan den wal voor het hou
den van godsdienstoefeningen met schepe
ling en voor catechetisch onderwijs te zijnet
beschikking is gesteld.
Het subsidie is tot wederopzeggens too
aan de vereeniging verleend onder beding
dat de arbeid van den predikant het per-»
soneel ten goede zal komen. De minister
maakt bezwaar in het belang der zaa-k om
het verslag van de werkzaam-
heden van den predikant jaarlijk®
ter kennis van de Kamer te brengen.
Van een conflict tusschen den predi
kant en de hoogste marine-autoriteit te
Den Helder kan geen sprake rijn. Het eenig
onderscheid bestaande tusschen dezen pre
dikant en andere godsdienstleeraars die de
geestelijke belangen van het marineperao*
neel behartigen is dat hij al rijn tijd daar
aan kan wijden. De gerezen moeilijkheid
bestond dan ook uitsluitend in het feit, <Lat
do minister heeft gemeend aan den vree-
admiraal Van den Bosch te moeten mededee
len dat zijn houding wees op een minder
juiste opvatting omtrent de wijze, waarop
d© godsdienstleeraar in zijn arbeid behoort
te worden gesteund.
Ten einde in de toekomst elke aanleiding
tot wrijving weg te nemen, is de minister
voornemens met den nieuw opgetreden
vlootvoogd overleg te plegen over de vraag
of er aanleiding is nadere maatregelen te
nemen en zoo ja, welke.
Bij de nadere toelichting van de gedrags
lijn welke de minister volgt bij het verloe-
nen van de betrekkelijke snhsidiën, zegt de
minister, dat voor toekomstige aan
vragen ieder geval op zichzelf zal moe
ten beoordeeld worden. De aanvraag van
den kerkeraad dor Nederduitsch-Herv. Gem.
te Den Helder en later door de vereeniging
„Geestelijke bijstand" aldaar, zijn niet toe
gestaan omdat het snbsidieeren van kerkbe
sturen in dit geval behoort tot de taak van
het dop. van financiën, terwijl de voorloo-
pige afwijking van het verzoek der genoem
de vereeniging overeenstemt met hetgeen"
de minister in de Eerete Kamer heeft mede
gedeeld. Daarenboven kan het personeel der
vloot, hetwelk in vrijzinnigen geest, wenscht
te worden voorgelicht, die voorlichting ont
vangen van de predikanten van vrijzinnige
richting te Den Helder, wier aantal naar de
bestaande regeling nog met een kan worden
uitgebreid.
Catiheohisatie wordt gegeven door de
Ned.-Herv. predikanten van vrijzinnige
richting samen wekelijks U uur aan zee.ni-
liciens (gedurende den tijd dat de jongste
lichting aan boord van Hr. Ms. „Neptunus"
is), 2 uur aan adelbosten en gemiddeld 4
uur aan schepelingen in opleiding en door
ds. Warners wekelijks 3 uur. De benoeming
van den predikant is als een proefne
ming te besabouwen. Mooht deze slagen
dan ligt het niet in 's ministers voornemen
om den predikant alsdan tot marine-geeste
lijke aan te stellen, vermits z. i. de juiste
verhouding wordt bewaard wanneer bepaal
de vereenigingen zich met de geestelijke
verzorging belasten en de predikanten be
noemen.
Een en ander betreft de geestelijke ver
zorging van schepelingen aan don wa'
Geenszins is het de bedoeling om de bevrt
dering van den godsdienstzin te doen stre(
ken als middel tot gezagsondermeining. A?j>
minder edele en onjuiste motieven wordt bij
de aanstelling van een predikant niet ge
dacht.
Do minister bofcoogt dat het nut vod
vliegmachines voor de verdediging
aan de zeezijde lang zoo groot niet is als
voor de verkenningsdiensten te land, terwij]
de vliegtechniek nog niet zoo volmaakt ia
da-t een in volle zee opereerende vloot e?.
rich van lean bedienen voor het verkennen
van den tegenstander.
staatsloterij.
In zijn Memorie van Antwoord op bet
afdeelingsverslag der Tweede Kamer var*
het hoofdstuk Financiën, zegt de Ministers-
Een voorstel tot afschaffing der Staats
loterij kan van don minister niet worde®,
verwacht, maar evenmin een voorstel to%
uitbreiding van het aantal loten.
Wel is in de laatste jaren, althans in de
groote steden, de vraag naar loten groote^
dan bet aantal dat beschikbaar is, :naar.
het tekort aan loten moet niet wordei?
overschat.
Zoowel door een beperking van het aaut<y
loten, welke de collecteurs in reserve mo
gen houden, tot 5 pet., als door andere
maatregelen in dit jaar genomen, is het
aantal loten, welke bij de opening der col
lectie voor het spelend publiek hier te lan
de verkrijgbaar zijn, belangrijk vermeer
derd. Op dien weg zal worden voortgegaar'.
terwijl tevens zooveel mogelijk zal worden
bevorderd, dat het aantal in de verschillen
de gemeenten beschikbare loten, geëvenre-
digd is aan de vraag daar ter plaatse.
Indien dit noodig modht blijken, zal na
der worden overwogen, ^elke maatregelen
behooren te worden genomen om een einde
te maken aan handelingen welke van na-
deeligen invloed kunnen zijn op het debiet
van loten der Staatsloterij.
Practisch hoefbeslag.
De directeur-generaal van den Landbouw
brengt ter kennis van belanghebbenden,-
dat, in de maand Januari a.s., op nader te
bepalen dagen, aan 's rijks veeartsenijschool
te Utrecht, gelegenheid zal worden gege
ven tot het afleggen van het toelatings
examen tot den cursus ter opleiding van.
onderwijzers in practiseh hoefbeslag.
Zij die tot dit examen wensefhen te wor
den toegelaten, moeten den leeftijd van 23
jaar hebben bereikt en zich vóór 20 Januari
a.s., onder overlegging van geboorte-al'te,:
diploma's ('van ambachtsschool, hoefsmid-
school of hoefbeslagcursus), het bewijs van
het met vrucfiit afloopen der lagere school
en aanbevelingen uit vroegere werkkringen,
met eigenhandig, vrachtvrij schrijven, bb
den directeur van 's rijks veeartsenij schcx^
te Utrecht aanmelden. (St.-C5t.)
Konstenaarsconcert in ©en ziekenhuis te Berlijn.
rieken muziek-voordrachten plaats, welke
door kunstenaars van naam gratis worden
gegeven.
lederen Zaterdag hebben in de gehoor
zaal van de Cikarité te Berlijn voor het
personeel en de niet aan het bed gebonden
Berichten oyer Rijnland's Boezem,
gedurende de week van 410 Dec. 1910.
Stead ran den boezem te Leiden.
Idam te Oudewetering.
Werking der stoomgemalen
Watarlooring langs natuurlijk, weg.
Waterinlating
Regenval in m.M.
4 Dec. 5 Deo. 6 Dec 7 Dec. 8 Dec. 9 Dec. 10 Deo.
55 60 55 53 50 51 51 em.—A .P.
58 62 58 53 53 53 54 am.—A.P.
Spaarndam 28ls u., Halfwegu., Gouda 20<s u., Katwijk 19wu.
Spaarndain u., Halfweg u., Gouda u., Katwjk 54] u.
Door de sluis te Gouda u.
11.8