N°. 15585 Zaterdag ÏO December. A0. 1910. <§ezs (gourant wordt dagelijks, met uitsondering van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Vierde Blad. Offieieele Kennisgeving. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. LEIDSCH DA&BLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 tegel» 1.05. Iedere regel meer A0.17J. Orootere letten naar plaatBrnlmte. - Kleine adrertentiën Tan 30 woorden 40 Oente oontant elk tiental woorden meer 10 Oente.Voor het inoasaeeren wordt0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden por week 9 Oentsi per 3 maanden f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per poet 1.65. KEHBIISGEVINS. Inschrijving: voor «1e Militie. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gelet op art. 17 der aangevulde en gewij zigde Militie wet 1901 op art. 9 van het aan gevulde en gewijzigde Koninklijk Besluit van December 1901 (Staatsblad No. 230) Herinneren belanghebbenden, geboren in het jaar 1892, bij deze voor de eerste maal hun verplichting tot het doen van aangifte t»r inschrijving vo<>r de militie in de maand Januari 1911. Do bepalingen der bovengenoemde wet, wie wel en wie niet voor de militie worden ingeschreven, waar de inschrijving moet ge schieden, wanneer de aangifte ter inschrij ving behoort te worden gedaan en op wien de verplichting tot het doen van de aan gifte rust, zijn woordelijk afgedrukt in oe Openbare Kennisgeving, welke is geschied bij aanplakking op de in deze gemeente aan wezige aanplakborden. Voorts worden belanghebbenden verwit tigd, dat tob de bovenbedoelde inschrijving meer bepaald zitting gehouden zal worden op het Raadhuis (Kamer No. 9) alhier van des voormiddags tien uren tot des namid dags drie uren, op Maandag 2 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met do letter A ot B, tot en met BI.; op Woensdag 4 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter B, van Bo af, of O; op Vrijdag 0 Januari, voor hen wier lamilienaam aanvangt met de letter D, of G; op Maandag 9 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter H, X of J op Woensdag 11 Januari voor hen wier fa miliehaam aanvangt met de letter K; op Vrijdag 13 Januari, voor hen wier fa milienaam aanvangt mot de letter L of M; op Maandag 16 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter N O of op Woensdag 18 Januari voor hen wier fa milienaam aanvangt met de letter Q, R of op Vrijdag 20 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter T "U of V; op Maandag 3 Januari, voor hen wier familienaam aanva jt met de letter W. X, Y of Z; sullende van elkeen, die tot de aangifte ver plicht is, een uittreksel uit het geboorte register betreffende den in te schrijven per- toon of de overlegging van het huwelijks- boekje van diens ouders worden gevorderd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELA AR, Burgemeester. VAN HEY8T Secretaris. Leiden* 10 December 1910. Perceel 14 van het Pieters- kerkhof aan de Westzijde van de Pieters kerk, dat er zeer vervallen uitzag, heeft een zeer gunstige gedaanteverwisseling on dergaan en is geheel van bestemming ver anderd. Van een poover gebouw, waarin een ta- bakskerverij werd gedreven, ïs het herscha pen in een uiterlijk smaakvolle en inner lijk naar de eischen des tijds ingeriohte electrische broodfabriek, waarin de zaak van cle R otter clamsche brood-, koek- en banketbakkerij van den heer W. van den Oord wordt overgebracht, die thans is ge vestigd in de Pieterkerkkoorsteeg No. 10 Bij een beschikking der nieuwe fabriek moet men erkennen dat de architect, onze stadgenoot, de heer Jac. van der Heyden, met de ruimte heeft gewoekerd, en werke lijk iets goeds heeft geleverd. Men vindt er een modern ingeriohfen oven met twee bakvloeren met- stoomappa- raten. de laatste aangebracht om het brood een mooie kleur te geven. Daarvóór is de eigenlijke bakkerij met een electrische kneedmachine gedreven door een motor van twee paardekrachten. Achter de bakkerij zijn waschgelegenhe- den aangebracht en closets voor het per soneel. Uit de bakkerij wordt op een gemakkelij ke wijze gevoerd naar liet broodmagazijn met een aardig kantoortje er naast. Uit liet magazijn wordt het brood aan de brood- rijders en depöthouders afgeleverd. De bovenverdieping is ingericht tot een brandvrijen, van beton en ijzer vervaardig den graanzolder, waarop 25,000 K.G. kan worden geborgen. Het werk is onder leiding van bovenge- noemden architect zeer tot diens genoegen uitgevoerd door den aannemer den heer J. C. van der Steen. Maandag a. s. wordt, de nieuwe fabriek in werking gesteld. De winkel in de Pie- terslcerklcoorsteeg 10 blijft echter ook nog bestaan. Gisternamiddag ontstond er in een der bovenvertrekken van het ho tel Rijnland7' aan de Steenstraat, een begin van brand, dat zioh eerst nog al ern stig liet aanzien en inderdaad een groote brand had kunnen worden, indien men door toevallige omstandigheden niet met de brandbluschmiddelen onmiddellijk ge reed had gestaan. Een paar gasfitters waren op een boven vertrek aan het werk, en hadden een flesch benzine bij zich, waar een der menschen tegen aanstootte, waardoor deze omviel en brak Men kwam tot vermaat van ramp ook nog met een licht er bij en toen ont brandde de benzine met groote kracht. Er is echter zelden een ongeluk of er is een geluk bij, zegt het spreekwoord, en zoo was het hier ook. Een paar werklieden wa ren bezig met een brandslang op de water leiding de veemarkt te reinigen en den brand ziende, konden zij onmiddellijk de slang daarop richten. Zoo gelukte het de vlammen spoedig onder de knie te krijgen en den brand tot het logeervertrek te be perken. De locomotief van de tram, die 5.18 uit Ledden vertrekt, derailleerde gisteravond door onbekend gebleven oor- "5 zaak nabij de remise te Katwijk-aan-Zee. De passagiers voor Katwijk-a&n-Zee moes ten, zoo bericht men ons van daar, uit stappen en de volgende tram kon niet op tijd naar Leiden vertrekken. Uit Zegwaar dZ oetermeer schrijft men ons: De afgeloopen week staat wel in het teeken van de ongelukken. Eer3t schiet* er een jongen zich in zijn eigen been, daarna valt er een van éen paard en wordt meer dood dan levend opgenomen; gisteren viel een dertienjarige knecht van den land bouwer J. v. d M., aan den Voorweg, uit een hooiberg en brak zijn bovenbeen. Dr. Schaeffer verleende de eerste hulp. De electrisohe cö.ntrale te G o u- d a die reeds gedurende enkele weken stroom lert, zal Woensdag- a.a. - officieel door den burgemeester worden geopend. Dan zal ook een gedeelte der straatverlichting- geschie den door eleotrisehc booglampen. Tc Beverwijk heeft gisternacht weer een zware brand gewoed, waarbij vier aan verschillende personen toebehoorende schuren zijn afgebrand. In een dor schuren was vee geborgen, dat men nog tijdig wist te redden. Verzekering dekt de, schade. Gis termorgen was men nog met het blussohings- werk bezig. Naast een groote hoeveelheid hooi. ging er ook een belangrijke partij tabak verloren. O p den hoord weg onder Scroos- kerke is een vrachtrijder stervend gevon den. De man is -vermoedelijk door zijn eigen wagen overreden. Hij overleed kort daarop. Volgens het te Met z ver schij nende blad ,,Le Messin''' werd Woensdag in een huis in do Medardusstraat aldaar een onderofficier door twee andere militairen in hechtenis genomen, toon hij juist 500 Mark in ontvangst zou nemen voor de uitlevering van een geschiltdcel aan oen Eranscli spion. De onderofficier heeft onmiddellijk schuld bekend. Een b e r i c h t uit Rome meldt dat er iu de gevangenis te Civita Vecckia een ernstig oproer is geweest. Drie compagnieën l infanterie kwamen er "bij të pas om de orde te herstellen. Dertig gewapenden zijn in strafocllen geplaatst. Dezen zomer had de soldaat Essiger, van het 20ste bataljon der genie te Met-z, naar Luxemburg de wijk genomen. Later kreeg hij echter beFouw van zijn desertie en keerde naar zijn bataljon terug. Thans heeft hij te Met-z voor den krijgs raad terechtgestaan. Essiger zeide, dat de ondercDiciéren, kor poraals en kameraden hem het leven in dienst tot een hel hadden gemaakt, zoodat hij rond had geloopen met het plan, om zich het leven te benemen. De getuigen, die gehoord werden, lieten slechts weinig les, maar zelfs de auditeur-militair verklaarde clat die getuigen zoo terughoudend waren, dat men moest aannemen, dat zij onder den invloed van anderen stonden. De grootste j kwelgeest van Essiger was korporaal Mul- Ier geweest, die Essiger's kameraden tegen hem opzette. Meer dan iemand anders moesi Essiger corveeën doen, op schild wacht. staan enz. Ofschoon zijn meerderen beweerden, dat Essiger goed l>ehandeld was, moesten de kapitein en de sergeant-majoor erkennen, clat Essiger zooveel strafexeroi- ties had gekregen, dat zijn diensttijd niet voldoende zk>u geweest zijn, om al dé' exer citiën te verrichten. Essiger had, zoolang hij in dienst-was, maar zes vrije Zondagen gehad. Onder de karweitjes, die hem bij wijze van straf opgedragen werden, wa3 ook 1 et volgende: Een waterton van 10 H.L. inhoud, die op de vijfde verdieping stond, moest hij met een brandemmer leegschep pen, het water naar de binnenplaats dra gen en, wanneer het vat leeg was, het weer op dezelfde wijze vullen. De krijgsraad veroordeelde Essiger voor zijn desertie tot zes maanden en een week gevangenisstraf en tot terugplaatsing in de tweede klasse van den soldatenstand, maar bracht twee maanden van de vcorloopige hechtenis in aftrek. Het schijnt wel dat de vrede aan de Hofopera te Weenen spoedig getee- kencl zal worden; de voorzitter van het Oostenrijksche Tooneelverbond, de Hof opera-regisseur August' Stoll, is opgetreden als bemiddelaar tusschen de stakende ko risten en den Generaal-intendant. Er zou een conferentie plaats hebben tusschen een deputatie van het koor en den Intendant. Laatstgenoemde wil maatregelen invoeren die een herhaling van het' thans voorgeval lene onmogelijk maken. De koorleden van hun kant eischen de verzekering, dat zij voortaan voor de onbeschoftheden van des intendanten vertegenwooriger Ribitsch gevrijwaard zullen zijn. Particuliere bericht'en uit Wladiwostok melden dat de pest in Mant- sjoerij© snel om zioh heen grijpt. In Tsitsikar heerscht een paniek. Gansohe nomadenstammen worden door de ziekte weggemaaid. Ook in de buurt van Irkoetsk is de pest opgetreden. To Chicago is Zaterdag j.l. overleden John Barker, een zeer rijk in dustrieel en groot-financier, die zijn geld verdiend had met zijn fabrieken van tram- en spoorwegrijtuigen. Ofschoon hij een sohrandei' en nuohter zakenman was, had Barker soms dure bevliegingen. Zoo nad hij een afschuw van sigaretten rooken, en liij kon geen lieden in zijn omgeving dul den, die zich daaraan schuldig maakten. Een van Barkers nichtjes was geëngageerd met een beursmakelaar, Barnes, die aan de sigaret verslaafd was, en dio wat Bak ker ook deed of zeide die gewoonte niet wilde prijsgeven. Totdat het op zekeren dag den ouden heer te machtig werd, en hij uit riep „Barnes, als je mij je eerewoord geeft die sigaret weg te gooien en er nooit weer een op te steken, geef ik je 50,000 doll." „Top" zei Barnes. Hij streek het geld op en. rookt nu sigaren. Door het overlijden van Barker komt het gehecle fortuin 70 millioen gulden aan de e enige dochter. Er is nu plotseling in Chicago en elders in de Yereenigde Sta ten groote belangstelling voor dit meisje van veertien jaren. Totdus ver golden de juf frouwen Helen Gould te Nieuw-York en Jennie Crocker te San-Francisco a'oor de rijkste erfdochters van de Yereenigde Sta ten; maar dio zijn volkomen in de schaduw gesteld door juffrouw Barker. In N i e u w-Y ork iï de winter gekomen. Dinsdag heeft de metropool haar eersten sneeuwstorm van dit najaar gehad. Het verkeer, ook in de haven, raak te er door in de war. Van eenonlangsteDordreokt gehouden vergadering (over het Alg. Regl. van Tolders in Z.-H:) ging iemand do na men der presentielijst 11a, en vond daarop»; zooals hij schrijft: Een Lijster, een Vink, een (de) Zwaan, een Vogelaar en een Kooi. Een Boom, een Hoogeiiboom, en een" Groenenboom. Een Vliclandcr, ecu Hollander en eeu-ide) Zeeuw. Een Joncheere en een (de) Beer. Een Vriilandt en en een Overwatcr. Een Vos, een Leeuwen(burgik). Een v. d. Torren en een Moll. Een Visser en een Schipper. Een Kooiman en een Karremans. Een Noordzij en een Westerveldt. Een v. d. Waal en een Maaskant. Een Bruin en een Zwart. Een Plaisier en een Niemandsverdriet. Een Naaktgeboren en een Dekker. Een Dijk en een Dam. Een Schelling en een (Ne-bbens) Sterling. Een Lagos tee en een (v. d.) Berg. Een Kleinjan en een (de) Reus. Ondejaarsavon«l ©n kellners. De gisternacht te 's-Gravenhage gehou den algemeen© vergadering van de Int., Vereeniging van Hotel-, Café-, Restaurant- en Sociëtietsgeëmployeerden in Nederland heeft na langdurige besprekingen met alge meene stemmen aangenomen de volgende motie „De Algemeene vergadering, enz." over wegende, dat het het verlangen om de laat ste uren des jaars in den familiekring door te brengen, rechtmatig is en billijk, en aan de inwilliging van dat verlangen geen we zenlijke bezwaren in den weg staan; Dat ondanks den Zaterdagavond, dé oudejaarsavondviering geheel en al be- heerscht wordt door den familiekring on het koffiehuis-bezoek na 10 uren des avonds ook ditmaal even gering zal wezen als steeds op dien avond het geval was; Spreekt den wensch uit, dat op dea Oudejaarsavond de sluiting van koffie huizen en restaurants te 10 uren, ook dit jaar worde gehandhaafd, en vertrouwt daarbij op de noodzakelijke medewerking van heeren-patroons en directies en op den steun van het publiek". Statistiek van <le haringvangst in Nederland tot en met 7 Dcc1910. Aangekomen 2981 loggers met 639,524 to* baring en 544 bommen met 111033 ton haring. Totaal in 1910 760,557 ton haring; in 1909 755,133 ton; in 1908 659,478 ton in 1901 796,037 ton. Javanen in Nederlan«lschen krijgs dienst. Met speciale machtiging van de Koningin zijn drie Javaansche jongelieden, studeeren- de te Leiden, toegelaten tot een vrij willige verbintenis als adspirant-vaandrig bij heb reserve-kader der infanterie. Binnen enkele jaren zullen z© dus, na den verplichten tijd in den vaandrigs-raög te hebben gediend, in aanmerking kunnen komen voor bevor dering tot den officiersrang. »4) Het is vaak zelfs een weldaad sommige dingen geheel en al te weten. Ik .vernam dan, dat de zieke Fedor Michailo- witscli in het jaar 1813 met een der vele ge vangenen-transporten, die van het verslagen Sroote leger naar Siberië en nog verder naar het Oosten gedirigeerd werden, in de Peters-Paulshaven was aangeland en daar gebleven was. Hij was de laatste van zijn oompagnie, misschien wel van zijn bataljon; hij had, nadat hij bij den toenmaligen gou verneur een werkkring had gevonden, ook na den vrede en bij de gelegenheid voor alle gevangenen, om daarheen te gaan, waar zij gilden, beslist geweigerd naar zijn vader land terug te gaan en men heeft hem gelaten woar hij was. Hij werd langzamerhand een *tuk inventaris, dat van den eenen gouver neur op den anderen overging, ©n, door tet klimaat en de omgeving spoedig oud en gr'js geworden, toonde hij een wonderbaar lijk weerstandsvermogen te bezitten. Altijd alleen, verrichtte hij zijn dienst met groote nauwgezetheid, vasthoudend aan de oude bureaucratische gewoonten, die hij inder tijd gevonden had. Toon mijn collega mij de eerste maal bij enrt bracht, vertelde hij mij, dat Fedor, niettegenstaande zijn hoógen leeftijd, een ^«t voor den dood had, en bij gaarne alles in het werk wilde stel en» om hem zijn laatste oogenblikken nog te besparen. Ik kon bij dat zeggea wei nig anders doen dan de schouders ophalen, maar gaf mijn nieuwen collega toch een paar middelen aan de hand. Het beate mid del bleek te zijn, dat de oude man weer eens Duitsoh' kon spreken. Hij had veel van zijn moedertaal verleerd, maar genoeg er van onthouden, om mij allerlei van zijn doen en laten te vertellen en te zeggen, dat hij al vele jaren lang een vurig verlangen naar de bergen van zijn vaderland had. Toen ik hem zeide, dat het toch langen tijd alleen aan hem gelegen bad aan dat verlangen te voldoen, antwoordde hij met half afgebro ken, verwarde woorden, op een wijze, die mij zeer versterkte in het ook reeds vroeger bij mij opgekomen denkbeeld, dat hij er in dertijd, misschien twee menschenleeftijden terug, zijn goede redenen wel voor gehad moet hebben daar te blijven en niet naar zijn vaderland terug tc keeren. Gedurende den tijd, dat ik er was, werd zijn toestand hoe langer hoe slechter en daarmede groei den zijn onrust en angst. Ik merkte wel, dat hij mét zichzelf streed, om mij meer te ver tellen dan hij mij reeds van zijn vroegere leven bad toevertrouwd, en ik verheelde hem niet, dat hij zich zeer verlicht zou voe len, wanneer hij door te spreken den druk, die op hem rustte, van zich kon afnemen. Het werd mij al duidelijker en duidelijker, dat er een schuld op hem rustte, die hem al meer en meer drukte." Die laatste woorden deden den president, die zeer opmerkzaam luisterde en geen woord verloor van wat zijn gast zeide, pijn lijk aan. Maar het nu niet het oogen- blik om zich te verdiepen in andere dingen dan hij hoorde. Hij kuchte alleen maar van tijd tot tijd bijwijze van aanmoediging, te vens het onuitgesproken verzoek met aja Dlikken te kennen gevendo om het verhaal te vervolgen. „Toch duurde het nog eenigc dagen vóór het besluit volkomen openhartig tegen mij te zijn bij Michailowitsoh, vroeger Flori, tot rijpheid kwam. In een voor zijn doen helder oogenblik en zichtbaar strijdend om te spre ken vertelde hij mij, dat hij in 1812 in Bre men een rijken koopman, in wiens 'mis hij was ingekwartierd, 's nachts had overval len, hem gewurgd had en hem van een groo te som gelds, hij wist niet meer hoeveel, had beroofd. Hij was daartoe gekomen door het rijke, overdadige leven in huis en omdat hij wist, dat de heer von Herther juist i" die dagen een groote som gelds in hui3 had. Hij had de gelegenheid aangegrepen, toen hij na het vertrek van zijn rcgimenr. nog eens in do buurt van Bremen moest zijn voor een onderzoekingstocht. H;j had bij zijn daad geen verzet ondervonden, evenmin was hij vervolgd geworden; het geil was ©p marsoh naar Moskou grootendeels verdwe nen, omdat hij het met vele collega's had moeten deelen. Eerst op den terugweg naar de Peresina had hij vernomen, dat men van Duitschland uit naar hem zocht, en zoo had hij het als een geluk beschouwd, dat hij bij Borisow ge vangengenomen en naar Rusland getrans porteerd was. Hij had er nooit tegen gospro- testeerd, toen hij telkens verder het land m werd gezonden, en had reeds dadelijk het plan opgevat in het verre land, waar nie mand iets van zijn verleden wist, te blijven. Dit nu was hem zeer gemakkelijk gemaakt en gedurende v^le jaren had hij rustig ge leefd in de kalme zekerheid, dat men niets wyi lijn, misdaad wist.. Berouw had hij niet gehad, hoogstens eens wat angst, wanneer 's nachts in zijn droomen hem het gelaat van den ouden heer uit Bremen voor dea geest. kwam. Later was hij onrustiger ge worden én in den laatsten tijd had hem een kwellende angst overvallen, en reeds eenmaal had hij getracht zijn bezwaard ge moed tot kalmte to brengen door den dok ter een halve bekentenis te doen. Maar deze had hem al dadelijk geantwoord„Laat ver geten dingen rusten; jo bent hier nu een maal goed." En een ander, dien hij er over v/as beginnen te spreken, had gezegd: „Dat zijn fantasieën; neem wat brandewijn" En zoo was hij voortgesukkeld tot ik ein delijk gekomen was. Mijn eerste gedachte was natuurlijk den halfdooden man zoo mo gelijk tot rust te brengen en hem met phra- sen, zooals die in dergelijke gevallen gebrui kelijk zijn, af te sohepen. Maai* bij nader inzien besloot ik toch van zijn volledige be kentenis wel degelijk goede nota te nemen. En mijn houding had een goede uitwerking op den man en kalmeerde hem meer dan al mijn opiumpoeders. En toen bedacht ik, dat, ofschoon het al jaren geleden gebeurd was, er in Duitschand toch nog wel iemand zou kunnen leven, dio belang had bij de be kentenis van Bernhard Flori. En zoodoende besloot ik hem de geheel© geschiedenis te doen herhalen in tegenwoordigheid van ge tuigen en haar op schrift te stellen." „Ik dank 11, ik dank u uit den grond van mijn hart," zeide von Herther. Hij had zijn gevoel, dat vreugde en smart te gelijk uit drukte, niet langer kunnen bedwingen, hij liet zijn tranen don vrijen loop. En op Faub gelaat kwam veel meer dan een trek van voldoening. De president liet_hem, den oyni- soken scepticus, zien hoe diep hij geleden had onder de omstandigheden. En Paul kon niet nalaten zijn goed gesternte te prijzen, dat hem er toe gebracht had zoo voorzich tig aU hij gedaan had, deze heele geschiede nis op te zetten. En von Ilerther, die straks het lachen A an den jongen man gezien had,, kon zijn gedachtengang niet raden, want, sokijnbaar weer geheel bij de zaak, vervolg de de jonge man: „Ik had eenigo moeite de luie keeren :'n Peber-Paulshavën tot een zoo ongewone be zigheid te krijgen en moest' zelfs den popo Fedor was overgegaan tot de Staatskerk te hulp roepen. Zoo geschiedde dan ein delijk wat ik wilde. Bernhard Flori had de kracht zijn gehèele geschiedenis in het Duitsch en Russisch te vertellen; zij werd door mij in gene, door dén stadssecretaris in deze taal opgeschreven en door drie overheidspersonen, den dokter, den schoeps kapitein, den pope on mij ge.teekend." „En u hebt het document; u wilt het mij geven, het me niet onlhouden?,, „Zeker, niet, want ik verzeker u nog maals, dat ik slechts dacht aan de mogelijk heid van v/at nu gebeurt, toen ik de geheel© zaak op touw zette. U kunt denken hoe eigenaardig mij de mededeelingen van mijn broer, waarin uw naam genoemd werd, aan deden; hoezeer ik het betreurde de dradeii van het net, die ik alle reeds in handen meende te hebben, me weer te zien ontglip pen; Roe de gedachte mij bezielde, dat ik toch iemand vinden moest, die de geschie denis, waarbij ik buiten mijn wil tegen* woordig was geweest, zou interesseeren.'5 (Wordt yervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1