Buitenlandsch Overzicht
Tweede Kamer.
De stand der verkiezingen in
Engeland was gisteravond, dat gekozen
jrerden 01 liberalen, 132 unionisten, 18 leden
ider Arbeiderspartij, 26 Ieren (Redmondis-
ten). De liberalen winnen 7, de Unionisten
HQ., de arbeiderspartij 2 zetels.
Dat de tegenwoordige oonstitutioneele
crisis er eene is die de fundamenten van het
Engelsch' Staatsrecht raakt, blijkt, ook uit
tiet naar voren komen van het referendum.
EAflquith heeft het in een rede te Burnley
nog eens daarover gehad.
Ik heb, zeide de eerste minister, in het
afgeloopen jaar een diepgaande studie ge
maakt van de werking van het referendum
stelsel in verschillende landen. Ik daag
ieder, die evenveel studie van deze zaak
heeft gemaakt, uit, mij tegen te spreken,
wanneer ik beweer, primo, dat een referen
dum over een aangelegenheid van onderge
schikt belang een mislukking moet zijn, om
dat niemand de moeite neemt om zijn biljet
in te vuilen, en secundo, dat een referen
dum over een aangelegenheid van overwe
gend belang geheel op hetzelfde neerkomt
als een verkiezing met al de uitgaven, be
lemmering van den handel, moeite en partij
strijd van dien.
Ik heb echter een dieper gaand bezwaar
tegen het referendum. Ik ben mol. van
meening, dat het de grondslagen van het
stelsel van de vertegenwoordigende regee
ring te niet doet. Waarom zult gij Morell
naar het Parlement zenden? Toch' niet om
na" 12 of 6 maanden terug te komen, om te
vragen: Mag ik voor dit of dat stemmen,
of liever wilt gij voor mij stemmen? ook
niet om een machine te zijn, een mecha
nisch toestel, dat de funotie vervult van een
plebisciet van de kiezers, jaar in, jaar rit
en het eene parlement vóór, het andere na.
Op deze wijze zou het Lagerhuis tof een
bespotting gemaakt worden.
Wij deelden gisteren een en ander mede
over cto besprekingen in den Duitschen
R ij k s d a g naar aanleiding van de wet
op de Kamers van Arbeid. Een der
voornaamste punten daarbij was of de
spoorwegarbeiders al of niet onder deze
wet zouden vallen, ofschoon de Regeering
mét een herinnering aan de spoorwegsta
king in Frankrijk de toepaaselijkverklaring
van deze wet op deze arbeiders onaanneme
lijk verklaarde, is toch met 132 tegen 115
stemmen de bestreden bepaling in de wet
opgenomen.
Kenschetsend voor de verhouding
van cie p ar t ij e n in Duitschland is de mo
tie "dezer dagen aangenomen op een bijeen
komst der ,,Duitsohe Vereeniging". Daar
in wordt vooreerst gezegd dat met het oog
op het steeds sterker voortdringen van do
sociaal-democratie, die daartoe ook van
gewelddadige middelen gebruik maakt, het
de plicht is van alle burgerlijke partijen,
wièn het behoud van den Staat ter harte
gAat, ter bescherming van onze bedreigde
monarchale en christelijke staats- en maat
schappelijke orde, onder-terzijdestelling van
hetgeen haar scheidt, samen vastberaden op
te trékken tegen de sociaal-democratie.
VervolgensDe samenwerking der christe
lijke en vaderlandslievende elementen van
ons volk in het publieke leven wordt voor
namelijk belemmerd door de confessioneele
tegenstellingen: Deze tegenstellingen v:t
den weg te ruimen, h'aar uit den politieken
strijd te schakelen, den godsdienstvrede in
ons vaderland te bevorderen en tegen iedere
verstoring van dien vrede met kracht te
strijden is een der gewichtigste plichten,
die onze tijd ons oplegt.
Ten slotte: Dcvor sommige partijen wordt'
getracht de staatkundige en godsdienstigo
tegenstellingen, die in groote steden zich
voordoen, ook naar kleine plaatsen en het
platte land over te planten.
De annexatie van Finland en de op
heffing van alle zelfregeering na-dert zijn
voltooiing. De Russische minister S t o l y-
p i n heeft thans de wetsontwerpen die de
Finsche Landdag niet in behandeling wilden
nemen, aan de Rijksdoema voorgelegd, die
er met bekwamen spoed zich van af maakt.
Het ontwerp is zeer streng en voorziet in
alle moeilijkheden van ambtenaren, die hun
modewerking niet zullen willen verleenen,
van politie die geen overtredingen zal willen
ooristat'ecren enz. Finland verzet zich als
één man en lijdelijk. Het is zeer de vraag
FEUILLETON.
Eun roeping getrouw.
29i
De Hertog knikte en reed naar een com
pagnie soldaten, die juist was aangekomen
en nu bezig was het terrein behoorlijk af te
zetten en de nieuwsgierigen terug te drij
ven. Het scheen wel alsof heel Forstenburg
hier was; langs de rivier stonden duizenden
to kijken naar bet groteske schouwspel. De
kleine torentjes en de fantastische uitsteek
sels van het oude slot waren al lang neer
gevallen; van binnen de muren stegen de
vlammen al hooger en hooger en overgoten
de sneeuw en het ijs als met een vonken
regen. Van tijd tot tijd werden groote hoo-
pen brandend papier opgeworpen; halfver
koolde bladeren en papieren vielen tusscheu
de toeschouwers neer en met bezorgde blik
ken keek men naar den rechtervleugel,
waar de kostbare verzamelingen en de
bibliotheek ondergebracht waren, 't Was
nog twijfelachtig of dit deel van het mooie
gebouw gered zou kunnen worden; men kon
niet zion wat gedaan werd om het te be
nouden.
Erich en zijn volgelingen waren de eer
sten geweest, die de achterdeur van dezen
vleugel en de trap, die naar de vertrekken,
waarin de verzamelingen geborgen waren,
leidde, bereikt hadden. Erioh had nog een
paar brandweerwachten geroepen en was
op het punt de deur met bijlslagen te ope
nen, toen anderen ademloos kwamen aau-
toopen, aan bet hoofd van hen professor
- Lohmer, die in dit deel van het slot
of Stolypin er in slagen zal op deze harde
wijze Finland te russificeeren.
Om zijn gedrag te verklaren en in ant
woord blijkbaar op de vele adressen door
buitenlandscbe parlementen ingediend bij de
Doema heeft Stolypin in een onderhoud iets
over Finland meegedeeld.
„Finland, zeide hij ,,moet beschouwd wor
den als integreerend deel van het Russische
Rijk, en toch bezit dat land, slechts op een
uur sporens van St.-Petersburg gelegen,
zijn eigen douaneen de bewoners, hoezeer
onderdanen van den Tsaar, dragen niets bij
voor de algemeene kosten van het Russische
Rijk.
Vreemdelingen staan er bijna buiten de
wet". Een Rus mag er geen ambt bekleeden,
heeft geen stemrecht. De joden hebben het
veel minder dan in Rusland. Hun wordt
elke vrijheid onthouden.
Ten slotte wees Stolypin er op dat Rut
land een land is, dat zich verheft. Sedert
het een oonstitutioneele vertegenwoordi
ging heeft, begint het zelfkennis te krijgen.
Het nationale gevoel, dat om zoo te zeggen
eerst van gisteren dagteekent, wordt met
den dag sterker. Het land gevoelt zijn ver
antwoordelijkheid voor de Geschiedenis.
Maar liet is steeds zeer gevoelig voor alles
wat zijn vaderlandsliefde aangaat. En nu
gevoelt het zich gekrenkt bij de voortdu
rende vijandschap en de hooghartige min
achting die de Finsche Landdag zelfs niet
poogt te verbergen, tegenover het gemeen
schappelijk vaderland, het Russische Rijk,
waartoe Finland toch zonder tegenspraak
ook behoort."
Het bezoek van den hertog vanOon-
naught aan Zuid A f r i k a is ge
ëindigd. Zaterdag heeft de hertog aan boord
van de „Balmoral Castle" de haven van
Durban verlaten. Voor zijn vertrek heeft de
hertog te Durban den eersten steen gelegd
voor het Technisch Instituut, en hééft hij
in een toespraak aan een door den burge
meester aangeboden feestmaal dank gezegd
voor de schitterende ontvangst hem in Zuid-
Afrika te beurt gevallen,
In een onderhoud dat de hertog aan boord
van de „Balmoral Castle" nog met den be
richtgever van de „Times" had, verklaarde
hij zich zeer voldaan over hetgeen hij in
Zuid-Afrika had gezien en sprak hij met
geestdrift vooral over Rihodesia en hetgeen
daar tot stand was gebracht.
De hertog zond afsoheidstelegrammen aan
lord Gladstone en minister-president Botha,
die op hun beurt hem dank betuigden voor
de medewerking, die bij door zijn aanwezig^
heid verleende aan het grootsohe werk van
de consolidatie der Unie.
Naar de telegrammen hedenochtend be
richten beantwoordt de boodschap
van president Taft aan het Oongres der
Vereenigde Staten aan de verwachtingen
der handelswereld. Zij is gematigd en con
servatief. Wij deelen er het voornaamste
uit mede:
Over de trusts zegt hij
„Het schijnt, dat de bestaande wetten
op de corporaties en de beperking barer
zaken gekomen zijn op een punt, waar vij
een poos kunnen stilstaan, ten emtie de
werking van een gestrenge toepassing der
wetten na te gaan. Wanneer dan later de
noodzakelijkheid van nieuwe wetten mocht
blijken, zullen wij daartoe overgaan; laten
wij echter tot dat tijdstip ten uitvoer leg
gen wat wij reeds hebben."
Wijders vermeldt de boodschap, dat de
Nederlandsohe regeering op aansporing van
de Vereenigde Staten, stappen heeft gelaan
om het Haagsohe Hof tot Prijzenhof te ma
ken en dat het desbetreffende protocol zon
der eenig bezwaar door de mogendheden is
geteekend.
De stappen om aan het Haagsohe Hof
de functies van een arbitragereohtbank op
te dragen, vonden bij de mogendheden
zulk een ontvangst, dat er gegronde hoop
bestaat, dat het plan in de naaste toekomst
verwezenlijkt zal worden.
De begrooting voor het dienstjaar ein
digende 30 Juni 1912, sluit met een bedrag
van 630 millioen dollars, zijnde 53 millioen
minder dan de uitgaven in 1911. Daarbij
zijn echter niet gerekend de uitgaven voor
het Panama-kanaal, die over het dienstjaar
1911 met 20 millioen vermeerderd zijn, waar
van 19 millioen voor versterkingen.
woonde. Oogenblikkelijk opende hij de deur
en riep:
„Een oogenblik, de sleutels van de ver
schillende vertrekken zijn in mijn kamer en
in Heltfeders microscopiseer-vertrek. Eerst
de verzameling uit Forstenburg, dan de
zoölogische en .het laatst het herbarium.
Goddank, dat jullie er bent."
Hij snelde naar zijn kamer; de kaarsen,
die hij aanstak waren onnoodig; er was
voldoende licht in het vertrek door den
vuurgloed. De vensters waren bijna alle ge
sprongen of sprongen, toen de jongelieden
volgens de aanwijzingen van professor
Lohmer en Erich', die hier volkomen thuis
was, begonnen de verschillende voorwerpen
in veiligheid te brengen. Men overlegde,
dat het 't beste was alles onder te brengen
in de lokalen van het nabijgelegen gynma
sium en er werd iemand gezonden om daar
de noodige maatregelen te nemen. Te mid
den van de drukte klonk een klare, heldere
stm: „Zijn jullie nu gek om hier boven te
beginnen. De verzamelingen van Lohmer,
de eenige, die waarde hebben, staan op het
punt te verbranden, en jullie probeert hier
minderwaardige dingen te behouden."
Het was een flinke, slanke, nog jonge
man, die op dit oogenblik door deze woor
den de algemeene opmerkzaamheid tot zich
trok. Zijn gelaat werd rossig beschenen door
h'et vuur; toch was het te zien, dat hij een
bleek gelaat had met fijne trekken, een uit
drukking van zenuwachtige gejaagdheid.
De anderen hadden hem aan de stem her
kend en prof. Lohmer zeide:
„Je vergist je, Paul. Dit Kier is Staats
eigendom en dat moet ik allereerst redden.
Dan is ér nog wel tyd voor mijn verzame-
Tegenover de geraamde uitgaaf van 630
millioen staat een geraamde ontvangst van
680 millioen doll., zoodat vermoedelijk een
batig overschot te wachten is van 50 mil
lioen doll.
De president verzekert dat het Panama
kanaal op 1 Januari 1915 gereed zal zijn
en dat de kosten zullen blijven beneden de
raming van 375-millioen; hij bepleit den
bouw van versterkingen en de heffing van
een tolrecht van een dollar netto per ton
van alle goederen, die het Kanaal passeeren.
Wat de immigratie betreft verklaart de
president zich tegen de pogingen om faci
liteiten te verleenen voor de toelating van
landverhuizers te New-York, wijl daardoor
ophooping kou ontstaan.
Bij <Je verdere behandeling van de legroo-
tdng van Buitenlandsoke Zaken gisterna
middag drong de heer De Kanter aan
op de aanstelling van meer beroepsconsuls;
dat zal zeer in het belang van ons land zijn
België bewijst het. Dat land heeft er een
groot deel van zijn ontwikkeling aan te
danken.
De heer Hubrecht besprak de aange
vraagde gelden voor het vestigen van een
beroepsconsul te New-York..Deze maatregel
zal ons per jaar flö4686 meer kosten. Hij
ging, om te zien of deze uitgave gewettigd
is, achtereenvolgens breedvoerig na den
rang, de verblijfsvergoeding en de geraam
de dienst-uitgaven van den nieuw aan te
stellen ambtenaar. Spreker meent, dat de
beroep scons al al spoedig een consul-gene
raal zal worden, waardoor de uitgaven weer
met f 2000 per jaar zullen stijgen. De voor
gesteld© verblijfsvergoeding van f 10,000
voor den nieuwen consul is veel te hoog en
zal het stelsel van verblijfsvergoedingen en
de gronden, waarop het rust, geheel ont
wrichten. Volgens dit stelsel is niet meer
dan8000 noodig. Ook de raming van dienst
uitgaven op f 10,000 is veel te hoog. De
Fransche oonsul in New-York krijgt f 4000;
waar moet het op deze wijze heen? Spreker
zou zijn rede heden voortzetten.
Regelingv^n werkzaamheden.
Bij den aanvang der vergadering deelde
de Voorzitter mode van plan te rijn,
voor to stellen om ook Zaterdag a.s. en Za
terdag over acht dagen te vergaderen, ten
einde 23 December gereed te kunnen zijn.
Ten slotte zeide spr., dat hij op dagen,
waarop geen avondvergadering wordt go-
houden, tot halfzea wonecht te vergade
ren.
De Kamerzitting van gisteren heeft, zoo
als te verwachten was, den Overzichtschrij
vers van do ochtendbladen en van een onkel
avondblad veel stof opgeleverd. Wij zullen
hier een en ander uit hot door hen gesohro-
vene vermelden, ons voornemende- morgen
uit do voornaamste bladen, welke eerst
vanavond over die ritting belangrijke be
schouwingen bevatten, nog een en ander on
der de aandacht onzer lezers te brengen.
D© „Nieuwe Rotterdamsohe Courant":
Inderdaad, de in het parlement vergrijs
de afgevaardigde voor Goes, het eerbied
waardige Kamerlid, dat zoo gaarne opkomt
voor de handhaving van orde en tuaht m
onze Tweede Kamer,, heeft heden (Dinsdag)
door een volkomen misplaatste interruptie
en woedend gebarenspel een beroering in de
Kamer teweeg gebracht, die herinnerde aan
de opschudding, welk© indertijd van de
plotselinge sluiting der discussies over de
sociale verzekeringen het gevolg was. Even
min als bij die gelegenheid nam hij thans
„le beau röle." Zijn onbedwingbaar tempe
rament speelde hem ook ditmaal parten.
Links werd gelachen en geprotesteerd;
rechts daarentegen riepen enkele heetgeba-
kerden onder aanvoering van den heer Van
der Borch van Verwolde, die zich een uit
nemend figurant in deze tragi-oomedie toon
de; „Stemmen, stemmen!" De heer Fa-tij n.
de onschuldige oorzaak van al deze opwin
ding, zei rustig en zeer correct, dat hij voor-
loopig maar ging zitten, en wachtte kalm
den afloop van het oonfliot af. Intusëahsn
„Geef mij dan den sleutel; ik heb geen
verpliohtingen die mij tot Don Quichotterie
dwingen. En geef mij drie of vier man mee."
„Daarover heb ik niet te beschikken.
Allen helpen hier vrijwillig. Later, Paul,
later, geloof je, dat er mij niets aan gele
gen is de resultaten van mijn werk te bewa
ren? Maar niet alles te gelijk door elkaar
halen.
Dit gesprek was gevoerd, toen door d«
anderen verschillende voorwerpen naar bul
ten gedragen waren. Paul stampte met den
voet en zeide tegen Hiller, die een slang
gevonden had en bezig was zooveel mogelijk
de gevaarlijke plaatsen nat te houden, dat
hij er eerst weer aan wennen moest onder
gekken te leven. Daar de ander hem geen
antwoord gaf, ging hij maar meehelpen en
betoonde daarbij groote handigheid. Zij war
ren nu druk bezig en langzamerhand kwa
men meer studenten, die eerst toeschou
wers geweest waren, huil. collega's te hulp.
In minder dan een uur waren, dank zij1
aller inspanning, twee verzamelingen veilig
in het gymnasium gebracht. Nu kon aan de
berging van het herbarium begonnen wor
den. Op het oogenblik dat de prachtige
verzameling van geweien in kisten gepakt
was, die altijd voor de hand stonden en bij
toeval door de drukte niet in het ongereede
waren geraakt, riep Erich om een ladder
en plaatste haar voor een hoog hangend
portret.
„Laat tooh dat oude dinghet heeft geen
waarde 1" riep Lohmer, die met verwonde
ring Erich8 bewegingen volgde.
„Ik beloofde den Hertog het zoo moge
lijk te redden. Het schijnt waarde voor hem
te hebben en de moeite is niet groot. Hij
liet het met stof bedekte portret, dat bij
trachtte de heer Sohapcr vruchteloos aan
het woord te komen, sprak de voorzitter
tot aller verbazing van een voorstri-
Lohman'', en protesteerde de heer De Mees
ter op ongewoon driftige wijze tegen het be
drijf van een deel der rechterzijde. Ten slot
te maakte de heer Lohman den voorzitter
duidelijk, dat niet k ij een voorstel gedaan
had. Maar wel was ert zoo deelde hij mede,
een voarstel-Patijn, om dat Kamerlid nog
vijf minuten aan het woord te laten. En on
der beroep op het reglement van orde eisc-h-
te de afgevaardigde voor Goes hierover
stemming.
Algemeene verbazing ter linkerzijde, een
verbazing, die ten slotte op leuke wijze tot
uiting kwam in 's hoeren Patijn's uitroep,
dat men blijkbaar ook „onbewust" in deze
Kamer voorstellen kon doen. Overigens
kostte het den heer Schaper weinig moeite,
aan te toonen, dat de heer Lohman zich
volkomen vergiste, aangezien het reglement
van orde indien eenmaal verlof verleend
is, om ten tweeden male het woord te voe
ren absoluut geen tijdgrens kent. Hij had
er aan kunnen toevoegen, dat de heer Loh
man zelf in hooge mate onreglementair ge
handeld had door in strijd met artikel 59 den
spreker in zijn rede te „storen".
Even daarna kreeg de afgevaardigde
voor Goes ten tweeden male het woord, rn-
danks het woedend protest van den heer
Troelstra, die naar den katheder rende en
nabij de voorzittersplaats in levendige woor
denwisseling met den heer van Nispen (Nij
megen) geraakte. Thans trok de heer Lob
man zijn voorstel om te stemmen over het
voor stel-Patijn (dat nooit bestaan had) in,
zoodat de afgevaardigde voor Zieriksee na
lang en geduldig wachten zijn red© ken
voortzetten.
Als- men intussohen meent, dat daarmede
de zaak uit was, vergist men zich. Toen na
melijk even later 's heeren Lohman's partij
genoot van Idsinga het woord vroeg, eischte
eerstgenoemde op bruuske wijze stemming.
Met 39 tegen 17 stemmen werd ten slotte
het verlof gegeven. Even later hernieuwde
zioh dit spelletje, toen de heer Van Karne-
beek nog iets op zijn hart bleek te hebben.
Ook aan hem gunde intussohen de meerder
heid het woord, waarvan hij al dadelijk een
uitermate nuttig gebruik maakte door op
onomwonden wija© zijn afkeuring uit te
spreken over 'e heeren Lohman's „onbezon
nen" optreden, waardoor het gansche re
glement van orde dreigde ontwricht te wor
den.
Inderdaad, een optreden als dat van den
heer Lohman, dat men alleen hierom niet
dwaas formalistisch kan noemen, omdat
het zich zelfs op formalistische gronden
niet verdedigen laat; dat den muilkorf tot
embleem onzer Staten-Generaal zou verhef
fen en juist de discussies over de belang
rijkste onderwerpen vrijwel onmogelijk zou.
maken, dreigt de goede verstandhouding in
_ons_pa riement tot in den grond te bederven.
Wij laten nu ter zijde, dat een verbod als
de heer Lohman wenschte op te leggen niete
zou baten, als geestverwanten van den heer
Patijn diens rol had don overgenomen. Wij
stippen ook slechts aan, dat juist de ob-
structiepolitiek van dit Kamerlid want
een andere qualificatie achten wij voor hef
herhaald aanvragen van stemming niet wei
denkbaar op tijdverlies te staan kwam.
Schier ongelooflijk komt het ons voor, dat
7 anti-revolutionnairen, 5 katholieken en 5
ohristelijk-liistorisüken bereid waren, om,
ten gelieve van oen gril van den heer Loh
man, den heer Van Idsinga den mond te
snoeren, en nog erger vinden wij het, dat
de Christelijk-Historische 'heer Snoeck Hen-
kemans wel evengenoemden geestverwant,
dooh niet den liberalen heer Van Karnebeek
ten tweeden male het woord wilde laten. Of
moeten wij hier aan een verregaande ver
strooidheid denken t
„De Nieuwe Oourant":
Het rumoer werd uitgelokt door... den
heer De Savornin Lohman.
Men móet weten, dat er ter bekorting van
de begrootingsdebatten afspraak is gemaakt-,
dat elk der leden in tweeden termijn niet
langer dan tien minuten het woord zal voe
ren. De heer Patijn was er al over heen
van de haken genomen had, op den grond
glijden en daalde de ladder af. Hij legde
het doek op een der kisten en beval het in
de zorg van de dragers aan. Op dat oogen
blik kwam Konrad bij hem staan en zeide:
„Ik geloof, dat we dien ouden heer en
de rest hier wel kunnen laten liggen. Wan
neer er niets bijzonders voorvalt, is deze
vleugel van het slot als behouden te be
schouwen en u behoeft uw heerlijkheden
niet buiten te brengen."
De laatste woorden waren tot den profes
sor gericht, maar deze zeide:
„Laten we liever allee volkomen in veilig
heid brengen. Ook mijn praeparaten; 't is
het werk van jaren en ik zou ze niet gaarne
verliezen. Een hardere slag dan deze brand
had onze academie wel niet kunnen tref
fen."
„Ik wou, dat de geheele kast afbrandde
en jullie allemaal gepensionneerd werden.
Als jullie zoo doorgaan, dan kan het je
nog geld kosten, want dan zie ik jullie alle
maal nog als patiënten bij mij."
Wie de verhitte gezichten gezien had va a
hen, die bijna allen hun overkleeren hadden
•uitgedaan en onophoudelijk heen en wse-r
liepen met groote vrachten di© zou de
woorden van den dokter gaarne onderschre
ven hebben. Maar zij kenden geen angst
voor kou of zdekto en zoodra het laatste
stuk van de verzameling in veiligheid was
gebracht, haastten zij allen zich naar de
woning van prof. Lohmer. Aan de haast,
waarmee de studenten hier te werk gic-
gen, was duidelijk te zien, dat zij van Loh
mer hielden. Toen de manden leeg terug
gebracht werden, haastte Erioh zioh de
kostbare bibliotheek van rijn vriend in vei
ligheid te brengen. De profeosor hielp bier
en toen nu de Voorzitter hem daarop op
merkzaam maakte, verzocht hij verlof nog
een vijftal minuten door to mogen spreken.
Natuurlijk zou dit zonder meer toegestaan
zijn, als niet de heer Lokman, plotseling
zeer driftig geworden, luid en heftig Her
haaldelijk: „Stemmen!'' had geroepen.
Ieder had het woord, behalve de Voor
zitter, die, de macht over het debat kwijt
was en de keer Patijn, die vriendelijk
lachend afwachtte of het temet ook weer
zijn beurt zou worden. En eindelijk kreeg
hij het terug.
Dit is voor den heer Lohman oen fataal
incident geweest. Men moge zooveel sym
pathie hebben als men wil voor den eerbied,
dien deze parlementaire veteraan voor de
discipline der debatten aan don dag legt en
van zijn medeleden vergt vandaag is liij
het geweest, die door gemis van z e 1 f-
disoipline de waardigheid der Kamer in
ernstig gevaar gebracht heeft. Vermoede
lijk inwendig aan het koken geraakt door
de nieuwste executie, van liberale zijde toe
gepast op den man, voor wiens compromit-
teerende machtspositie de christelijk-liisto-
riscbe partij haar mede-verantwoordelijkheic!
met verholen wrevel draagt, heeft hij een
uitweg gezocht in een v o r m-kwegtie, reed©
op zichzelf niet Eeel sterk, wijl zij zioh hecht
te aan een buiten het Reglement van Orde
om gemaakte, onderlinge afspraak. De heer
Lohman 'heeft daardoor den President eeni
ge zeer moeilijke oogenblikken bezorgd; te
genover den heer Schaper, die er terstond
met een nuchter verstandig vvoordj e tus-
sohen kwam, een voor hem bijzonder pijn
lijk nederlaagje geleden; zich van de rijdo
van eon mede-veteraan als den hoer Van
Karnebeek een berisping wegens „onbezon
nenheid" berokkend; en door daarna over
het toestaan van repliek aan de twee of
drie volgende sprekers telkens stemming te
vragen, nog een dwaas figuur geslagen ook,
dat ziek gevoelig accentueerde, toen de heei
Van Idsinga, aan het woord gekomen, ire
nisch opmerkte, dat men wat hem betrof
noodeloos gestemd had, omdat hij krachtens
het Reglement van Orde recht op het woord
had als voorzitter van de Commissie van
Rapporteurs
Hot gebeurde doet ons leed, omdat het
den heer Lohman in zijn door ons gewaar
deerd verzet tegen alle pogingen tot obstruc
tie of dwarsdrijverij a an anderen in de Ea
rner verzwakt, Ook reohts vond zijn optre
den blijkens duidelijke teekonen en de groo
te stemmenmeerderheid, waarmee tot twee
maal toe tegen zijn advies het woord ver
leend werd, allerminst goedkeuring. De grij
ze staatsman heeft een stukje autori
teit ingeboet vanochtend
Dr. Kuyper was bij dit alles afwezig;
waarom, nietwaar^ zou hij er bij geweest
rijn?
Het „Handelsblad"
De personen, die spreken konden de
heeren Kuyper en Van Idsinga hebben
niet gesproken althans niet het woord
gesproken, waarmee alle raadselen zouden
zijn opgelost. De heer Kuyper was zelfs jü
't geheel niet aanwezig, hedenmorgen. Eu
zoo heeft men dus niet te hooren gekregen,
w a t de Duitsche Keizer in 1904 dan toch
eigenlijk heeft gezegd, dat, toevallig ter
oore gekomen aan de Koningin, deze
„eenigszins bezorgd" heeft gemaakt.
Het sparen, het ontzien van den
heer Kuyper door de nechtsohe heevcn cn
door den Minister, lid van een /.eohtsch
Kabinet, is in deze discussies opmerkelijk
geweest.
Terecht merkte de heer Patijn op, dc
deze Minister, door dit zwijgen, toont even
goed in de binnenlandsehe als in de buifcen-
landsche politiek thuis te zijn. Want ce
eenheid van de coalitie wondt nog steeds tn
gevaar gebracht, indien een van baar le
den, of een lid van het op liaar steunend"
Kabinet, den uiterlijken Kuyporcultus ma
even zou willen breken.
Er hieruit ook is de felle woed© van tteu
heer Lohman te verklaren, die losbarstte
toen de heer Patijn iets langer dan de afge
sproken tien minuten repliceerde en daar
bij den coalitievader nog oven een slag Iv.d
gegeven, één, maar een mokerslag. De heor
zelf en zijn broer, de dokter, pakte teekenan-
gen, die aan don muur hingen, in een groo
te portefeuille.
Eindelijk zei de professor tot zijn broer:
„Ziezoo, ook dat is klaar. Je ziet, dat de
brandweer ons tijd genoeg gelaten heeft."
„Dat is ook meer geluk dan wijshe d.
Jullie (hooggeprezen brandweer moest eens
goed natgespoten worden, om de kerels
wakker te maken."
„Erich, ben je boven klaar?" vroeg de
professor, een antwoord aan zijn broer ver
mijdende.
De kamer was vol met allerlei men.-c! ert
en zoodoende werd het binnentreden van
twee mannen, die niet als helpers l*>-
sohouwd konden worden, niet dadelijk op
gemerkt. Toen Erioh antwoordde: „Klaar,
alles is W6g", en opkeek, hoorde hij plot
seling een bekende stom zeggen:
„Goeden morgen, mijne heeren."
Erich schrok: het was president von Her
ther, dien hij nu in bijna twee jaar niet
gezien had. Zijn eerste bezoek, toen hij in
dertijd uit Italië was teruggekeerd, had pre
sident von Herther gegolden; maar de wijze,-
waarop hij ontvangen was, toonde duidelijk
aan, dat zijn bezoek niet welkom was. Feli«
cdtas had hem na de onvergetelijke dagen
aan het Lago Maggiore, geen teeken van
toenadering gegeven; zij was hem kl arblij-
kelijk uit den weg gegaan, hij had haar
slechts uit de verte gezien en met smart had
hij gevoeld, dat de droom van oertijda
slechte een droom moest blijven.
(Wordt vervolgd.)