N®. 15581
Dinsdag O December.
A°. 1910.
<§eze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
f 1.10.
1.30.
1.65.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Kunst, Ietteren, enz.
FEUILLETON.
Hun roeping getrouw.
LEIISCH
DAG-BLAD
PRU^BBR
Van 18 regels ƒ1.06. ■im*.
plaatsruimte. Kleine alvertenti
tiental woorden meer 10 Oentsi—
TENTIEN:
meer /0.17J. Grootere lettert naar
80 woorden 40 Oents contant elk
inoasseeren wordt/0.06 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Centsper 3 maanden 1
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sfln
franco per post
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet:
Brengen ter algetneene kennis dat door
J. A. VAN VLIET, wonende te Leiden,
eón verzoekschrift is ingediend, om verlof
voor den verkoop van alcokolhoudenden
anderen dan stérken drank, voot gebruik
'ter plaatse van verkoop, in het beneden
lokaal van het perceel Aalmarkt 3.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELA AH.
Burgemeester.
VAN HEIJST, Secretaris.
Leiden, 5 December 1910.
Leiden, 6 December.
Aan de School met don Bijbel op het
Uoermondsplein te Arnhem is tot tijdelijk
'onderwijzeres benoemd mej. M. J. Knottne-
ni8, te Leiden.
De Fransche mail wordt hedenavond
alhier verwacht,
De Nederlandsoho Vorémiging Van
'Heelkunde hield, te Amsterdam haair Qb-
wone driemaandelijIcsche vergadering in do
kliniek van prof. Lanz (Binnen-Gasthuis)
'aldaar en benoemde tot haar voorzitter voor
het eerstvolgend 2-jarig tijdperk dr. J. Schoe-
Jtnjaker, te 's-Gravenhage.
In den ouderdom van 73 jaren i£ te
g-Gxavenhage overleden de oud-referendaris
yan het departement van koloniën, de heer
J. H. Elias.
In 1854 ving hij als buitengewoon jgeëni-
"pioyeeaxle op 17-jarigen leeftijd zijn ambte-
lijke loopbaan bij dit ministerie aan, en,
jha achtereenvolgens de verschillende lagere
Jrangen te hel)bon doorloopen, werd hij in
October 1892 tot referendaris benoemd, uit
Iwelbe betrekking liij in Nov. 1904 op zijn
[verzoek eervol werd ontslagen.
De begrafenis is bepaald op Woensdag aJï.
Öp Oud-Eik en-Duinen, om 11 uren van "het
sterfhuis.
Prina Hendrik zal hedenavond met
tójn adjudant per D-trein van 10 uur 13,
dio daarvoor alleen te Apeldoorn stopt, over
Hamburg naar Dobbin reizen.
Z. K. H. komt 12 dezer op Het Loo terug
On zal daar blijven tot 17 dezer.
Dp Nederlandsche gezant te Weenen,
jhr. inr. Van Woede, oud-minister van bui-
tenlandoche zaken, is hier te lande aange
komen tot het doorbrengen van zijn jaar-
iijkech verlof.
Met verlof bevindt zich te 's-Gravcnhage
jhr. Melvil van Oarnbea, gezantschapsraad
bij Hr. Ms. legatie te Brussel.
Baron Sweerts de Landas, Hr. Ms. ge
kant te St.-Petersburg, is van in Neder
land doorgebracht verlof op zijn post terug.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot assistent te Amsterdam
(H. Willibrordus binnen de Veste), den wel-
ëerw. heer J. G. Jansen; tot kapelaan te
PurmeTend den weleerw. heer A. J. M.
Hoogeveen; tot kapelaan te Kwadendamme
den weleerw. heer J. G. Verhoef f en tot
kapelaan te IJniuiden den weleerw. heer B.
N. Terra, die kapelaan was te Overschie.
Door nu wijlen mr. D. J. van Heusde,
in leven oud-kantonrechter te Gouda, is aan
de commissie voor de restauratie der Sint-
Janskerk aldaar een bedrag van f 25,000
gelegateerd. De vereeniging „Armenzorg"
kreeg een legaat van f 10,000.
Men meldt uit Breda aan „De N. Crt.':
Het berioht, als zouden de paters Jezuïeten
te Ginneken een r.-k. hoogere burgerschool
stichten en als zou hiervoor reeds een pand
zijn aangekocht, is van allen grond ontbloot.
De heer W. J. Wisselink, leeraar in de
wiskunde aan de lste Hcogere Burgerschool
met 5-jarigen cursus voor jongens te Am
sterdam, heeft als zoodanig een eervol ont
slag aangevraagd.
Beutor seint uit Brussel, dat graaf de la
Faille do Levetrgheiiri, thans raad van legatie
bij het Belgische gezantschap te 's-Graven-
hage, benoemd is tot gezant van België to
Tokio.
De gewone audiënties van do minis
ters van buitenlandsch© zaken, van marine
en van waterstaat zullen deze weck niet
plaats hel>ben.
ALPHEN. Da. Schoemakers zal op den.
lsten Januari a.s. afscheid van de Geref.
Gem. alhier nemen.
BODEGRAVEN. Door den distriefcsvee-
arts is bü een ko© van de wed. Van Donk
miltvuur geconstateerd. Het; cadaver is on
der toezicht van de politie verbrand.
De lessen in het Duitsch aan de her
halingsschool aan de openbare schbol A
zullen gegeven worden door den heer De
Waal, oud-in8tituteur te Utrecht.
LISSE. St.-Nicolaas met zijn zwarten
knecht is gistermorgen in het St.-Agatha-
Gesticht geweest. Zijn gar/en bestonden voor
de meergegoeden uit luxe-artikelen, voor
de mingegoeden uit klecdingstukken, enz.,
waaronder 39 kinderjurken.
Een dochtertje van den heer R. v. d.
W. kreeg een ketel kokende thee over het
lichaam. Het bekwam daarbij zoodanige
brandwonden op den rug en in den hals,
dat het onder geneeskundige behandeling
gesteld moest worden.
NOORDWIJKERHOUT. De leerlingen
der handwerksschool hadden, gisteren een
alleraardigst feestje, hun bereid door me
vrouw douairière Gevers van Kethehen
Spaland. Niet alleen werden de kinderen
ruimschoots onthaald doch tevens had ieder
van 'hen mogen opgeven, waarmee Sinter
klaas hun het meest zou verrassen. De be
schermvrouw was op het feest tegenwoordig.
NOORDWIJK. Sint-Nicolaas heoft ook
hier gisteren, gezeten op een Schimmel, een
tocht door ons dorp gemaakt. Pieter, de
knecht, zat op den bok van het. rijtuig, dat
den kindervriend op den voet volgde. Op
zijn tocht doo-r de beide Norodwijkcn kon de
Sint vanwege de dit jaar al bijzonder groote
vrijgevigheid der burgers goed voor den
dag komen. Behalve het gestrooide suiker
goed, enz., werden nog ruim 140 pakjes af
gegeven aan de woningen van mensohen,
waar veel kinderen zijn, die anders wel eens
weinig van het kinderfeest zouden kunnen
profiteered Deze pakjes bevatten speel
goed, suikergoed en boeken.
Op de Zusterssckool werden de talrijke
nuttige geschenken, waarvan wij reeds ge
waagden, door den goeden Sint aan de k:n-
deren uitgedeeld.
Dat er een uitbundige vroolijkheid
heerschte, behoeft niet vermeld. De goede
kinder vriend luisterde met welbehagen naar
de liedjes, die te zijner eere gezongen wer
den.
WASSENAAR. Gisteravond gaf de heer
Mullens een voorstelling in het café Schra-
ma. Toegang hadden de kinderen van alle
scholen. Zij hebben zich geamuseerd met de
vaak verrassende goocheltoeren en met do
lichtbeelden. De heer Mullens was hiertoe
in staat gesteld door de milde giften van de
voornaamste ingezetenen.
Wij me enen hier do waarschuwing te moe
ten doen hooren niet te teekenen op lijsten,
welke door ombekenden worden aangeboden.
Een volgend jaar verwachten we, dat een
commissie van ingezetenen zich zal willen
belasten met het verschaffen van een prettig
St.-Nicolaasfeest aan de kinderen der soho-
len. Voor hetzelfde geld kan allicht een be
ter feest worden bereid. Jammer is, dat kin
deren buiten do kom van het dorp er niet
van kunnen genieten.
ZEVENHOVEN. Ds. Z. Hoek, te Duis
burg (Duitschland) zal op 8 Januari a.s. in
de Geref. Kerk alhier zijn intrede doen.
De kunsthandelaar L. J. Kriiger, Den
Haag, exposeest deze week een schilderijtje
van A. H. Bakker Korff: „La lecture'', eu
een schilderijtje van G. Vreedenburch
„Avond-landschap bij Woeixlen".,
Nog een Bouwmeester-
anekdote.
Zooals men weet, heeft Louis Bouwmees
ter onlangs, ïn het Rechthuis te Water
graafsmeer, eeu voorstelling gegeven ten
bate der noodlijdende kraamvrouwen. Deze
voorstelling was een groot' succes en bracht
een aanzienlijk batig saldo op. Verlokt door
dezen fraaien uitslag, vervoegde zich on
langs een heer ten huize van den grooten
Louis, met het verzoek... of hij met voor
St.-Nicolaas zou willen spelen ter gelegen
heid van een Sint'-Nicoiaasfeest I („Tel.'')
Roomse h-K atkoliek Patroons
blad.
Naar „Het Centrum'' verneemt, zal in
Januari a.s. het vroeger besproken Roomsck
Katholiek Patroonsblad worden uitgegeven,
onder redactie van den heer Van Aken,
prior der Norbertijner-abdij te Heeswijk.1
Marie K a 1 f f
De Parijsche correspondent vail ;,De N.
Crt." schrijft
Marie Kalff, die men sinds haar h'inve--
Ujk weinig meer in Parijs ten tooneelei
gezien had, heeft gisteren een kunststuk'
volbracht. Zij heeft, zonder een repetitie
meegemaakt te hebben, de door ongesteld
heid verhinderde Véra Sergine vervangen,
die in „le Carnaval des Enfants", een
nieuw stuk van Saint Georges de Bouhé-
lier, de hoofdrol Vervult. Onze landgenoote
heeft daarmee de bewondering gaande ge
maakt van kenners, die aan haar ware en
tevens persoonlijke opvatting hulde ge-,
bracht hebben.
EenOstade gestolen.
Uit een villa te Travemünde, is een schil
derij van Adriaan van Ostade gestolen. Heb
stelt een boer voor, op een vat zittend, dl©
een gesprek met een vrouw heeft. De dief
heeft het uit de lijst gesneden. Hij had nog
andere stukken met een kruisje gemerkt,
maar is blijkbaar gestoord, want hij heeft
een gebroken lorgnet en een zakdoek ach
tergelaten.
T o 1 s t o ï'g n al a t e n s o h a p.
In Tolstoï's nalatenschap schijnen nog tol
van onuitgegeven belletristische werken ge
vonden te zijn.
De oudste zoon van Tolstoï, graaf Leo
Tolstoï, heeft in een aan de „Nowaja Wrcm-
ja" gericht schrijven verklaard, dat hij de
geheele wereld door documenten kan be
wijzen, dat de eenige persoon, die schuld
heeft aan den dood van zijn vader, diens
oude en getrouwe vriend Tsjerkoff is, die in
het algemeen een ~betreurenswaardigen in
vloed op zijn vader heeft gehad. In den
laatsten tijd had hij hem zelfs tot verloo
chening zijner vrouw eu kinderen gebracht.
„Zonder dien man", zoo schrijft graaf Leo
Tolstoï, „had mijn vader nog jaren geleefd."
Uit St.-Petersburg wordt aan de „Post"
geseind, dat de toestand van gravin Tol
stoï, de echtgenoote van den overleden
schrijver, zoodanig verergerd is, dat men
elk oogenblik Kaar einde verwacht.
De zieke is geheel en al buiten kennis.
Het Studentenconfliet te Utrecht.
Gisteren heeft prof. Simons, de rector-'
magnificus dor Ufcnechlsche hoogeecbcol, tot'
het instellen van een voorlcopig- ondarzc^k
oen bezoek gebracht aan bet tandjutorkunclig
instituut, en een onderhoud gehad mot dm
lector, den heer Grevors.
Prof. Simons deelde! mode, dat curatoren
de zaak in onderzoek zullen nemen.
Een verzoekschrift van Van Elk.
De heer J. van Elk candidaat-notaris en
rechtskundig adviseur te Dordrecht, heeft
een verzoekschrift tot de Tweede Kamer ge
richt, waarin hij het volgende te kennen
geeft:
dat hij door de uitspraak van het Arn-
hemsche Hof in de zaak-Garsthagen geoor
deeld is op een wijze, die pijnlijker en ern
stiger is dan een veroordeeling tot gevan
genisstraf zou eijn;
dat een veroordeelde nog rechten heeft,
doch ondergeteckendc weerloos tegenover
die uitspraak staat;
dat hem ook geen gewoon rechtsmiddel
bekend is, om hiertegen op te komen;
dat hij protesteert tegen en verwerpt
de feitelijke overwegingen, waarop de psy
chiaters hun conclusies hebben gebouwd en
do onjuiste feitelijke voorstelling van on-
dergeteekende's handelwijzen, zooals die in
het Arnhemsche arrest staan vermeld
dat hij zich diensvolgens tot de Tweede
Kamer wendt, met eerbiedig verzoek om
gebruik te maken van haar bevoegdheid tot
het instellen van een onderzoek of ondor-
geteekende zich werkelijk heeft schuldig ge
maakt aan hetgeen in het rapport der psy
chiaters en in het arrest is vermeld
dat zulks ook is in het algemeen belang,
daar door al die onjuistheden een valseh
licht op de Papendrechtsclie strafzaak is ge.»
worden.
Algemeen© Vereeniging voor
BloembollencnUaar.
In de algam'eone vargadering, die 27,
dezer to Haarlem' zal worden gehouden, komt'
o. m. voor de benoeming van een voorzit
ter en eon voorstel om met 1 April 1911:
te benoemen tot algemeen secrefcavis.penning-
ïneostor den hear J. H. "Wentholt, oud-voor-,
zitter en eerelid der Vereeniging.
Voorgesteld wordt- o. m., om' voor do Km
lage-stichtihg een bedrag van f 6000 bq-:
schikbaar te stallen.
Do kansen dm' eindelijk tot deze stichting!,
te komen, zijn volgens hot hoofdbestuur nooit?
zoo gunstig geweest. Het zegt daarvan o. m.
Reeds hebben verscheidene inschrijvers; j
voor het waarborgfonds der tentoonstelling':
zich bereid verklaard hun bijdragen, mtj
dez?a niet voor de tentoonstelling worden1
opgevraagd, beschikbaar te stellen voor de'
commissie der Krolage-stichting en naar aan
het hoofdbestuur is medegedeeld, zullen door
deze commissie thans pogingen worden ge
daan om van de gemeente Haarlem steun te
verkrijgen.
Voor het welslagen der plannen is even
wel nog steeds veel geld noodig, maar heti
ontbrekende zal van overheidswege des te
gereed-er worden toegestaan, naarmate dq
som door belanghebbenden bijeengebracht*',
grootor is.
Zooals bekend is, ligt Het in de bedoe
ling bet tè Haarlem te vestigen gebouw ton;
goede te doen komen aan den tuinbouw in'
zijn geheel, maar het is duidelijk dat dei
Algemfeene Vereeniging voor Bloombollenoul-:
tuur wel het meesbe nut van liet gebouw!
zal:kunnen trekken en ook zeer zeker heb
meeste belang hoeft bij de spoedige totstand
koming der plannen. Voor zoover het HoofxL
bestuur do gegevens, welke door de Com!-
missie voor de Krelage-stiehting zijn medek
gedoeld, kan beoordeelen, zijd de kansen tot
verwezenlijking harer denkbeelden in den'
laatsten tijd aanmerkelijk gestegen. In veav'
band daarmede is het juist nu zeer gel-',
wenscht, pm te trachten zoo snel mogelijk
het bonoodigdo kapitaal bijeen te brengen,'
en om hiertoe mede te werken strekt beti
voorstel van li'ot Hoofdbestuur om f6000,1
zijndo ongeveer do helft van het bedrag
dat jlo Vereeniging in kas heeft, voor dit-
doel beschikbaar te bonden, een bedrag het
welk hert Hoofdbestuur ten volle gerechtvaar-'
digd acht, in verband mat do overwegends!
belangen, welko de Vereeniging bij een spooj.
dige totstandkoming heeft.
Dan toch zal de Vereeniging kunnen bék
schikken over een overeenkomstig haar wen-,
schen ingericht bcurslokaal, hetwelk tevens
voor maandel. plantenkeuringen en kleine
tentoonstellingen zal kunnen dienen, alsmede!
voor het houden der Algemeens Vorgade-
ringen; over kamers voor het Hoofdbestuur!
en liet secretariaat, over archief ruimte, korte
om over al datgene wat een vereeniging van:
do bateekenis als de onze noodig lieeft voor;
baar behoorlijke huisvesting.
28)
„In Altbemelisleben?" vroeg Erich, die
was blijven staan en naar den rooden gloed
en de rookwolken keek. ,,'t Is veel dichter
bijdat is bij het oude slot of in het oude
Blot zelf."
„In het oude slot?" vroeg de ander, zijn
taetgezel tot sneller loo pen aansporende.
>,Een mooie vertooning in zoo'n koudon
nacht! Maar je hebt gelijk, daar heb je het
wuur al boven de daken der stad. 't Is bij
het oude slot."
„'t Moet het oude slot.zijn", zeide Erich,
die weer bleef staan om zich te orienteeren.
„Dat alleen is zoo hoog gelegen, dat wij
.van hier de vlammen kunnen zien. Vooruit,
naar de wacht!"
„Afgeschafte brandseinen zijn een ver
standige uitvinding", bromde de ander,
naast Erich voorthollend. „Maar de For-
stenburgeife zullen ook zonder dat wel wak
ker worden. Hcor maar.''
Inderdaad werden al enkele vensters ge
opend; van verschillende zijden weerklon
ken kreten; een enkele huisdeur werd ge
opend en een paar mannen Hepen met Erich
cn den ander mee naar de richting van den
brand, cie steeds duidelijker zichbaar werd.
Voor de hoofdwacht heerschte groote druk-
een gedeelte van de wacht was al afge-
Jarcheerd en er was bij de brandweerlieden,
in alle haast hun gereedschappen in
toe brachten, geen twijfel meer mogelijk
aar brand was. Men kon nu duidelijk
de muren van het slot zien; de vuurtongen
lekten er langs en v erden dan weer door
donkere rookwolken, aan het oog onttrok
ken. Met iedere minuut werd bet
drukker en het was alsof de roep, dat
het oud'o slot, waar de beroemde Forsten-
burger bibliotheek bewaard werd, in brand
stond, tot iedereen was doorgedrongen. Op
sommige plaatsen moesten de jonge man
nen zich door de menigte heendringen, die
zoodra zij Erich Franoken, den architect*
en Konradi Hiller, den ingenieur, herken
den, bereidwillig plaats maakte. Hier klon
ken klagende, jammerende en ongeruste
stemmen; daartusschen bevelen en kort©
antwoorden. Het loopen op den hardbevro-
ren grond, de hoefslag der paarden, het ge
ratel van do brandweerwagens vermeerder
den het lawaai. Aan allen was den omvang
van het ongeluk duidelijk, toen Konrad in
een paar woorden zeide:
„Het slot is verloren, d© brand schijnt in
d© benedenverdieping te zijn aangekomen;
de bibliotheekzalen staan in brand."
Erioh knikt©. In zijn nabijheid was een
troep studeniten gekomen, die spraken over
de gebrekkige inrichting en bet late komen
der brandweer. Erich giug naar hen toe en
sprak, daar hij ©enigen hunner kende, zon<-
der verdere inleiding:
„Mijne heeren, al dat gemopper is nu
nutteloos en wie de schuld draagt kan hier
moeiHjk uitgemaakt worden. Maar mis
schien kunnen wij helpen; de rechtervleugel
is nog niet aangetast door het vuur."
„U het gelijk; daar zijn de wetenschap
pelijke verzameHngen geborgen."
„Nu, dan is het ook meer onze zaak dan
die der brandweer om die te beveiligen. Dus,
voorwaarts, mijne hoeren, dat wij daar ko
men. Wij kunnen hier de gracht wel over
gaan; dan snijden we een heel stuk af."
„Ja, de brandweer schijnt ook te bemer
ken, dat er hier alleen ijs en geen water is,
maar schijnt er zich'niet veel om te bekom
meren", zeide Hiller, zich bij het gezelschap
aansluitende. De ruimte tusschen hun
plaats en het oude slot was helder verlicht;
de vlammen sloegen uit alle vensters en
kleurden de sneeuw met een rossen gloedv
Erich, Konrad Hiller en de studenten wa
ren juist op bet punt de paar treden, die
rechts van de brug naar het water leidden,
af te gaan, toen een onverwachte verschij
ning plotseling voor hen opdook. Het was
een ruiter, gezeten op eeu groot, sterk
paard, en dadelijk zagen zij, dat het de
Hertog was, die een oogenblik geleden op
het terrein van de ramp was versohenen en
reeds eenige bevelen had uitgedeeld. Hij
wendde zich tot de jonge mannen.
„Waarheen?" vroeg hij, Erich herken
nende.
„Naar den' rechtervleugel, Hoogheid",
antwoordde Erich, met de hand wijzende
in de richting, waarheen hij de studenten
wilde leiden.
„Goed", zeide de Hertog. „Bij de kleine
verzameling van geweien is een oud por
tret van hertog Eberhardwanneer u dat
m veiligheid brengt, zou ik u zeer dankbaar
zijn."
„Tot uw dienst!" riep Erich nog; hij had
zich. spoedig afgewend, en liep nu zoo snel
over het bevroren water, dat hij niet méér
hoorde, dat de Hertog tegen zijn adjudant
zeide
„Heb je Het begrepen^ Steckwitz De ver
zamelingen en alle wetenschappelijke din
gen moeten gered worden; het slot moet
dan maar verbranden. Waarom was ik ook
zoo dom, liet aan de Universiteit af te
staanKan er nu nog geen water gegeven
word on?"
Ongeacht de waarschuwing van zijn adju
dant, begaf hij zich op het ijs, waar man
nen bezig waren grooto gaten te hakken.
Het ijs kraakte onder de geweldige slagen.
De Hertog lette er niet op. Zooals hij daar
te paard zat, den grijzen mantel, waaronder
de dragondersuniform zichtbaar was, los om
gehangen, de muts diep in de oogen ge
drukt, den baard wit van rijp, bood hij een
aanblik van zelfbewuste kracht, en zijn ver
schijning spoorde hen, die werkten, tot
grooter inspanning aan. Hij ging weer naar
den oever en gaf overal korte, maar duide
lijke aanwijzingen. De concierge van het
slot, wiens woning aan den ingang verplet
terd was onder dc neervallend© stukken,
stond radeloos, handenwringend voor den
Hertog, die hem met vragen overstelpte.
„Waar is het begonnen, boe kan bet aan
gekomen zijn, wie braebt de eerste hulp?"
„Hoogheid, mijn vrouw en ik sliepen
Het slot brandde al tot boven aan toe, toen
v/ij door het gekraak en de brandlucht wak
ker werden. De brand moet in de bibhotheek
aangekomen zijn."
„Dus een gevolg van wetensoliappelijken
ijvc-r? Wio studeert er nog zoo laat in de
bibhotheek?"
„Het is verboden, Hoogheid, met licht iri
do bibhotheek te komen."
„Ik vraag naar wat gebeurde, niet naar
wat verboden ia. Wat weet je nog meer of
weet je niet anders dan dat de brand j®
uit bed gejaagd heeft?"
„Ik weet van niets", antwoordde do an
der, den blik van den Hertog ontwijkende,
„Ik heb om negen, uren de voorgeschreven
rondo gedaan en toen was alles in ordo."
„Natuurlijk was alles in orde en dat ;a
het nu ook", zeide dc Hertog, zich tot z.jn
adjudant wendend ,,'t Bcteekent natuurlijk'
niets, als de verantwoording maar afge
weerd kan worden. Houdt n het voor mo
gelijk, dat de brand in dc bibliotheek 13
aangekomen, zonder dat een boekenworm
met licht in de bibliotheek is gekomen?
„Zeker, Hoogheid," zeide de aangespro
kene, moeite doende den toorn van den BLer-
tog te bezweren „Waarneer iemand in een
der voorkamers van de bibliotheek, waar
een massa oouranten zijn, een brandende
sigaar heeft laten liggen."
„Is het verboden met brandende sigaren
in het academiegebouw te komen?"
„Natuurlijk", antwoordde de adjudant,
een ruk aan de teugels gevend, zoodat zijn
paard wat verder van dat van den Hertog
kwam.
„Natuurlijk", zeide de Hertog op spot-
tenden toon. „Natuurlijk, alles wat men
maar bedenken kan, is verboden en aan elk
verbod wordt de hand gehóuden. Hallo,
daar, geef meer water op den rechtervleu
gel, anders volgt die de rest."
,,'t Gaat moeilijk, Hoogheid. Het water
bevriest in de wakken en buizen. Ik heb
moeite gedaan, maar meer kunnen we niet
doen. Voorwaarts, meer naar den reehter*
vleugel.
(Wordo vervolgd.).