N®. 15581 Dinsdag O December. A°. 1910. <§eze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. f 1.10. 1.30. 1.65. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Kunst, Ietteren, enz. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. LEIISCH DAG-BLAD PRU^BBR Van 18 regels ƒ1.06. ■im*. plaatsruimte. Kleine alvertenti tiental woorden meer 10 Oentsi— TENTIEN: meer /0.17J. Grootere lettert naar 80 woorden 40 Oents contant elk inoasseeren wordt/0.06 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Centsper 3 maanden 1 Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sfln franco per post DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet: Brengen ter algetneene kennis dat door J. A. VAN VLIET, wonende te Leiden, eón verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van alcokolhoudenden anderen dan stérken drank, voot gebruik 'ter plaatse van verkoop, in het beneden lokaal van het perceel Aalmarkt 3. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELA AH. Burgemeester. VAN HEIJST, Secretaris. Leiden, 5 December 1910. Leiden, 6 December. Aan de School met don Bijbel op het Uoermondsplein te Arnhem is tot tijdelijk 'onderwijzeres benoemd mej. M. J. Knottne- ni8, te Leiden. De Fransche mail wordt hedenavond alhier verwacht, De Nederlandsoho Vorémiging Van 'Heelkunde hield, te Amsterdam haair Qb- wone driemaandelijIcsche vergadering in do kliniek van prof. Lanz (Binnen-Gasthuis) 'aldaar en benoemde tot haar voorzitter voor het eerstvolgend 2-jarig tijdperk dr. J. Schoe- Jtnjaker, te 's-Gravenhage. In den ouderdom van 73 jaren i£ te g-Gxavenhage overleden de oud-referendaris yan het departement van koloniën, de heer J. H. Elias. In 1854 ving hij als buitengewoon jgeëni- "pioyeeaxle op 17-jarigen leeftijd zijn ambte- lijke loopbaan bij dit ministerie aan, en, jha achtereenvolgens de verschillende lagere Jrangen te hel)bon doorloopen, werd hij in October 1892 tot referendaris benoemd, uit Iwelbe betrekking liij in Nov. 1904 op zijn [verzoek eervol werd ontslagen. De begrafenis is bepaald op Woensdag aJï. Öp Oud-Eik en-Duinen, om 11 uren van "het sterfhuis. Prina Hendrik zal hedenavond met tójn adjudant per D-trein van 10 uur 13, dio daarvoor alleen te Apeldoorn stopt, over Hamburg naar Dobbin reizen. Z. K. H. komt 12 dezer op Het Loo terug On zal daar blijven tot 17 dezer. Dp Nederlandsche gezant te Weenen, jhr. inr. Van Woede, oud-minister van bui- tenlandoche zaken, is hier te lande aange komen tot het doorbrengen van zijn jaar- iijkech verlof. Met verlof bevindt zich te 's-Gravcnhage jhr. Melvil van Oarnbea, gezantschapsraad bij Hr. Ms. legatie te Brussel. Baron Sweerts de Landas, Hr. Ms. ge kant te St.-Petersburg, is van in Neder land doorgebracht verlof op zijn post terug. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot assistent te Amsterdam (H. Willibrordus binnen de Veste), den wel- ëerw. heer J. G. Jansen; tot kapelaan te PurmeTend den weleerw. heer A. J. M. Hoogeveen; tot kapelaan te Kwadendamme den weleerw. heer J. G. Verhoef f en tot kapelaan te IJniuiden den weleerw. heer B. N. Terra, die kapelaan was te Overschie. Door nu wijlen mr. D. J. van Heusde, in leven oud-kantonrechter te Gouda, is aan de commissie voor de restauratie der Sint- Janskerk aldaar een bedrag van f 25,000 gelegateerd. De vereeniging „Armenzorg" kreeg een legaat van f 10,000. Men meldt uit Breda aan „De N. Crt.': Het berioht, als zouden de paters Jezuïeten te Ginneken een r.-k. hoogere burgerschool stichten en als zou hiervoor reeds een pand zijn aangekocht, is van allen grond ontbloot. De heer W. J. Wisselink, leeraar in de wiskunde aan de lste Hcogere Burgerschool met 5-jarigen cursus voor jongens te Am sterdam, heeft als zoodanig een eervol ont slag aangevraagd. Beutor seint uit Brussel, dat graaf de la Faille do Levetrgheiiri, thans raad van legatie bij het Belgische gezantschap te 's-Graven- hage, benoemd is tot gezant van België to Tokio. De gewone audiënties van do minis ters van buitenlandsch© zaken, van marine en van waterstaat zullen deze weck niet plaats hel>ben. ALPHEN. Da. Schoemakers zal op den. lsten Januari a.s. afscheid van de Geref. Gem. alhier nemen. BODEGRAVEN. Door den distriefcsvee- arts is bü een ko© van de wed. Van Donk miltvuur geconstateerd. Het; cadaver is on der toezicht van de politie verbrand. De lessen in het Duitsch aan de her halingsschool aan de openbare schbol A zullen gegeven worden door den heer De Waal, oud-in8tituteur te Utrecht. LISSE. St.-Nicolaas met zijn zwarten knecht is gistermorgen in het St.-Agatha- Gesticht geweest. Zijn gar/en bestonden voor de meergegoeden uit luxe-artikelen, voor de mingegoeden uit klecdingstukken, enz., waaronder 39 kinderjurken. Een dochtertje van den heer R. v. d. W. kreeg een ketel kokende thee over het lichaam. Het bekwam daarbij zoodanige brandwonden op den rug en in den hals, dat het onder geneeskundige behandeling gesteld moest worden. NOORDWIJKERHOUT. De leerlingen der handwerksschool hadden, gisteren een alleraardigst feestje, hun bereid door me vrouw douairière Gevers van Kethehen Spaland. Niet alleen werden de kinderen ruimschoots onthaald doch tevens had ieder van 'hen mogen opgeven, waarmee Sinter klaas hun het meest zou verrassen. De be schermvrouw was op het feest tegenwoordig. NOORDWIJK. Sint-Nicolaas heoft ook hier gisteren, gezeten op een Schimmel, een tocht door ons dorp gemaakt. Pieter, de knecht, zat op den bok van het. rijtuig, dat den kindervriend op den voet volgde. Op zijn tocht doo-r de beide Norodwijkcn kon de Sint vanwege de dit jaar al bijzonder groote vrijgevigheid der burgers goed voor den dag komen. Behalve het gestrooide suiker goed, enz., werden nog ruim 140 pakjes af gegeven aan de woningen van mensohen, waar veel kinderen zijn, die anders wel eens weinig van het kinderfeest zouden kunnen profiteered Deze pakjes bevatten speel goed, suikergoed en boeken. Op de Zusterssckool werden de talrijke nuttige geschenken, waarvan wij reeds ge waagden, door den goeden Sint aan de k:n- deren uitgedeeld. Dat er een uitbundige vroolijkheid heerschte, behoeft niet vermeld. De goede kinder vriend luisterde met welbehagen naar de liedjes, die te zijner eere gezongen wer den. WASSENAAR. Gisteravond gaf de heer Mullens een voorstelling in het café Schra- ma. Toegang hadden de kinderen van alle scholen. Zij hebben zich geamuseerd met de vaak verrassende goocheltoeren en met do lichtbeelden. De heer Mullens was hiertoe in staat gesteld door de milde giften van de voornaamste ingezetenen. Wij me enen hier do waarschuwing te moe ten doen hooren niet te teekenen op lijsten, welke door ombekenden worden aangeboden. Een volgend jaar verwachten we, dat een commissie van ingezetenen zich zal willen belasten met het verschaffen van een prettig St.-Nicolaasfeest aan de kinderen der soho- len. Voor hetzelfde geld kan allicht een be ter feest worden bereid. Jammer is, dat kin deren buiten do kom van het dorp er niet van kunnen genieten. ZEVENHOVEN. Ds. Z. Hoek, te Duis burg (Duitschland) zal op 8 Januari a.s. in de Geref. Kerk alhier zijn intrede doen. De kunsthandelaar L. J. Kriiger, Den Haag, exposeest deze week een schilderijtje van A. H. Bakker Korff: „La lecture'', eu een schilderijtje van G. Vreedenburch „Avond-landschap bij Woeixlen"., Nog een Bouwmeester- anekdote. Zooals men weet, heeft Louis Bouwmees ter onlangs, ïn het Rechthuis te Water graafsmeer, eeu voorstelling gegeven ten bate der noodlijdende kraamvrouwen. Deze voorstelling was een groot' succes en bracht een aanzienlijk batig saldo op. Verlokt door dezen fraaien uitslag, vervoegde zich on langs een heer ten huize van den grooten Louis, met het verzoek... of hij met voor St.-Nicolaas zou willen spelen ter gelegen heid van een Sint'-Nicoiaasfeest I („Tel.'') Roomse h-K atkoliek Patroons blad. Naar „Het Centrum'' verneemt, zal in Januari a.s. het vroeger besproken Roomsck Katholiek Patroonsblad worden uitgegeven, onder redactie van den heer Van Aken, prior der Norbertijner-abdij te Heeswijk.1 Marie K a 1 f f De Parijsche correspondent vail ;,De N. Crt." schrijft Marie Kalff, die men sinds haar h'inve-- Ujk weinig meer in Parijs ten tooneelei gezien had, heeft gisteren een kunststuk' volbracht. Zij heeft, zonder een repetitie meegemaakt te hebben, de door ongesteld heid verhinderde Véra Sergine vervangen, die in „le Carnaval des Enfants", een nieuw stuk van Saint Georges de Bouhé- lier, de hoofdrol Vervult. Onze landgenoote heeft daarmee de bewondering gaande ge maakt van kenners, die aan haar ware en tevens persoonlijke opvatting hulde ge-, bracht hebben. EenOstade gestolen. Uit een villa te Travemünde, is een schil derij van Adriaan van Ostade gestolen. Heb stelt een boer voor, op een vat zittend, dl© een gesprek met een vrouw heeft. De dief heeft het uit de lijst gesneden. Hij had nog andere stukken met een kruisje gemerkt, maar is blijkbaar gestoord, want hij heeft een gebroken lorgnet en een zakdoek ach tergelaten. T o 1 s t o ï'g n al a t e n s o h a p. In Tolstoï's nalatenschap schijnen nog tol van onuitgegeven belletristische werken ge vonden te zijn. De oudste zoon van Tolstoï, graaf Leo Tolstoï, heeft in een aan de „Nowaja Wrcm- ja" gericht schrijven verklaard, dat hij de geheele wereld door documenten kan be wijzen, dat de eenige persoon, die schuld heeft aan den dood van zijn vader, diens oude en getrouwe vriend Tsjerkoff is, die in het algemeen een ~betreurenswaardigen in vloed op zijn vader heeft gehad. In den laatsten tijd had hij hem zelfs tot verloo chening zijner vrouw eu kinderen gebracht. „Zonder dien man", zoo schrijft graaf Leo Tolstoï, „had mijn vader nog jaren geleefd." Uit St.-Petersburg wordt aan de „Post" geseind, dat de toestand van gravin Tol stoï, de echtgenoote van den overleden schrijver, zoodanig verergerd is, dat men elk oogenblik Kaar einde verwacht. De zieke is geheel en al buiten kennis. Het Studentenconfliet te Utrecht. Gisteren heeft prof. Simons, de rector-' magnificus dor Ufcnechlsche hoogeecbcol, tot' het instellen van een voorlcopig- ondarzc^k oen bezoek gebracht aan bet tandjutorkunclig instituut, en een onderhoud gehad mot dm lector, den heer Grevors. Prof. Simons deelde! mode, dat curatoren de zaak in onderzoek zullen nemen. Een verzoekschrift van Van Elk. De heer J. van Elk candidaat-notaris en rechtskundig adviseur te Dordrecht, heeft een verzoekschrift tot de Tweede Kamer ge richt, waarin hij het volgende te kennen geeft: dat hij door de uitspraak van het Arn- hemsche Hof in de zaak-Garsthagen geoor deeld is op een wijze, die pijnlijker en ern stiger is dan een veroordeeling tot gevan genisstraf zou eijn; dat een veroordeelde nog rechten heeft, doch ondergeteckendc weerloos tegenover die uitspraak staat; dat hem ook geen gewoon rechtsmiddel bekend is, om hiertegen op te komen; dat hij protesteert tegen en verwerpt de feitelijke overwegingen, waarop de psy chiaters hun conclusies hebben gebouwd en do onjuiste feitelijke voorstelling van on- dergeteekende's handelwijzen, zooals die in het Arnhemsche arrest staan vermeld dat hij zich diensvolgens tot de Tweede Kamer wendt, met eerbiedig verzoek om gebruik te maken van haar bevoegdheid tot het instellen van een onderzoek of ondor- geteekende zich werkelijk heeft schuldig ge maakt aan hetgeen in het rapport der psy chiaters en in het arrest is vermeld dat zulks ook is in het algemeen belang, daar door al die onjuistheden een valseh licht op de Papendrechtsclie strafzaak is ge.» worden. Algemeen© Vereeniging voor BloembollencnUaar. In de algam'eone vargadering, die 27, dezer to Haarlem' zal worden gehouden, komt' o. m. voor de benoeming van een voorzit ter en eon voorstel om met 1 April 1911: te benoemen tot algemeen secrefcavis.penning- ïneostor den hear J. H. "Wentholt, oud-voor-, zitter en eerelid der Vereeniging. Voorgesteld wordt- o. m., om' voor do Km lage-stichtihg een bedrag van f 6000 bq-: schikbaar te stallen. Do kansen dm' eindelijk tot deze stichting!, te komen, zijn volgens hot hoofdbestuur nooit? zoo gunstig geweest. Het zegt daarvan o. m. Reeds hebben verscheidene inschrijvers; j voor het waarborgfonds der tentoonstelling': zich bereid verklaard hun bijdragen, mtj dez?a niet voor de tentoonstelling worden1 opgevraagd, beschikbaar te stellen voor de' commissie der Krolage-stichting en naar aan het hoofdbestuur is medegedeeld, zullen door deze commissie thans pogingen worden ge daan om van de gemeente Haarlem steun te verkrijgen. Voor het welslagen der plannen is even wel nog steeds veel geld noodig, maar heti ontbrekende zal van overheidswege des te gereed-er worden toegestaan, naarmate dq som door belanghebbenden bijeengebracht*', grootor is. Zooals bekend is, ligt Het in de bedoe ling bet tè Haarlem te vestigen gebouw ton; goede te doen komen aan den tuinbouw in' zijn geheel, maar het is duidelijk dat dei Algemfeene Vereeniging voor Bloombollenoul-: tuur wel het meesbe nut van liet gebouw! zal:kunnen trekken en ook zeer zeker heb meeste belang hoeft bij de spoedige totstand koming der plannen. Voor zoover het HoofxL bestuur do gegevens, welke door de Com!- missie voor de Krelage-stiehting zijn medek gedoeld, kan beoordeelen, zijd de kansen tot verwezenlijking harer denkbeelden in den' laatsten tijd aanmerkelijk gestegen. In veav' band daarmede is het juist nu zeer gel-', wenscht, pm te trachten zoo snel mogelijk het bonoodigdo kapitaal bijeen te brengen,' en om hiertoe mede te werken strekt beti voorstel van li'ot Hoofdbestuur om f6000,1 zijndo ongeveer do helft van het bedrag dat jlo Vereeniging in kas heeft, voor dit- doel beschikbaar te bonden, een bedrag het welk hert Hoofdbestuur ten volle gerechtvaar-' digd acht, in verband mat do overwegends! belangen, welko de Vereeniging bij een spooj. dige totstandkoming heeft. Dan toch zal de Vereeniging kunnen bék schikken over een overeenkomstig haar wen-, schen ingericht bcurslokaal, hetwelk tevens voor maandel. plantenkeuringen en kleine tentoonstellingen zal kunnen dienen, alsmede! voor het houden der Algemeens Vorgade- ringen; over kamers voor het Hoofdbestuur! en liet secretariaat, over archief ruimte, korte om over al datgene wat een vereeniging van: do bateekenis als de onze noodig lieeft voor; baar behoorlijke huisvesting. 28) „In Altbemelisleben?" vroeg Erich, die was blijven staan en naar den rooden gloed en de rookwolken keek. ,,'t Is veel dichter bijdat is bij het oude slot of in het oude Blot zelf." „In het oude slot?" vroeg de ander, zijn taetgezel tot sneller loo pen aansporende. >,Een mooie vertooning in zoo'n koudon nacht! Maar je hebt gelijk, daar heb je het wuur al boven de daken der stad. 't Is bij het oude slot." „'t Moet het oude slot.zijn", zeide Erich, die weer bleef staan om zich te orienteeren. „Dat alleen is zoo hoog gelegen, dat wij .van hier de vlammen kunnen zien. Vooruit, naar de wacht!" „Afgeschafte brandseinen zijn een ver standige uitvinding", bromde de ander, naast Erich voorthollend. „Maar de For- stenburgeife zullen ook zonder dat wel wak ker worden. Hcor maar.'' Inderdaad werden al enkele vensters ge opend; van verschillende zijden weerklon ken kreten; een enkele huisdeur werd ge opend en een paar mannen Hepen met Erich cn den ander mee naar de richting van den brand, cie steeds duidelijker zichbaar werd. Voor de hoofdwacht heerschte groote druk- een gedeelte van de wacht was al afge- Jarcheerd en er was bij de brandweerlieden, in alle haast hun gereedschappen in toe brachten, geen twijfel meer mogelijk aar brand was. Men kon nu duidelijk de muren van het slot zien; de vuurtongen lekten er langs en v erden dan weer door donkere rookwolken, aan het oog onttrok ken. Met iedere minuut werd bet drukker en het was alsof de roep, dat het oud'o slot, waar de beroemde Forsten- burger bibliotheek bewaard werd, in brand stond, tot iedereen was doorgedrongen. Op sommige plaatsen moesten de jonge man nen zich door de menigte heendringen, die zoodra zij Erich Franoken, den architect* en Konradi Hiller, den ingenieur, herken den, bereidwillig plaats maakte. Hier klon ken klagende, jammerende en ongeruste stemmen; daartusschen bevelen en kort© antwoorden. Het loopen op den hardbevro- ren grond, de hoefslag der paarden, het ge ratel van do brandweerwagens vermeerder den het lawaai. Aan allen was den omvang van het ongeluk duidelijk, toen Konrad in een paar woorden zeide: „Het slot is verloren, d© brand schijnt in d© benedenverdieping te zijn aangekomen; de bibliotheekzalen staan in brand." Erioh knikt©. In zijn nabijheid was een troep studeniten gekomen, die spraken over de gebrekkige inrichting en bet late komen der brandweer. Erich giug naar hen toe en sprak, daar hij ©enigen hunner kende, zon<- der verdere inleiding: „Mijne heeren, al dat gemopper is nu nutteloos en wie de schuld draagt kan hier moeiHjk uitgemaakt worden. Maar mis schien kunnen wij helpen; de rechtervleugel is nog niet aangetast door het vuur." „U het gelijk; daar zijn de wetenschap pelijke verzameHngen geborgen." „Nu, dan is het ook meer onze zaak dan die der brandweer om die te beveiligen. Dus, voorwaarts, mijne hoeren, dat wij daar ko men. Wij kunnen hier de gracht wel over gaan; dan snijden we een heel stuk af." „Ja, de brandweer schijnt ook te bemer ken, dat er hier alleen ijs en geen water is, maar schijnt er zich'niet veel om te bekom meren", zeide Hiller, zich bij het gezelschap aansluitende. De ruimte tusschen hun plaats en het oude slot was helder verlicht; de vlammen sloegen uit alle vensters en kleurden de sneeuw met een rossen gloedv Erich, Konrad Hiller en de studenten wa ren juist op bet punt de paar treden, die rechts van de brug naar het water leidden, af te gaan, toen een onverwachte verschij ning plotseling voor hen opdook. Het was een ruiter, gezeten op eeu groot, sterk paard, en dadelijk zagen zij, dat het de Hertog was, die een oogenblik geleden op het terrein van de ramp was versohenen en reeds eenige bevelen had uitgedeeld. Hij wendde zich tot de jonge mannen. „Waarheen?" vroeg hij, Erich herken nende. „Naar den' rechtervleugel, Hoogheid", antwoordde Erich, met de hand wijzende in de richting, waarheen hij de studenten wilde leiden. „Goed", zeide de Hertog. „Bij de kleine verzameling van geweien is een oud por tret van hertog Eberhardwanneer u dat m veiligheid brengt, zou ik u zeer dankbaar zijn." „Tot uw dienst!" riep Erich nog; hij had zich. spoedig afgewend, en liep nu zoo snel over het bevroren water, dat hij niet méér hoorde, dat de Hertog tegen zijn adjudant zeide „Heb je Het begrepen^ Steckwitz De ver zamelingen en alle wetenschappelijke din gen moeten gered worden; het slot moet dan maar verbranden. Waarom was ik ook zoo dom, liet aan de Universiteit af te staanKan er nu nog geen water gegeven word on?" Ongeacht de waarschuwing van zijn adju dant, begaf hij zich op het ijs, waar man nen bezig waren grooto gaten te hakken. Het ijs kraakte onder de geweldige slagen. De Hertog lette er niet op. Zooals hij daar te paard zat, den grijzen mantel, waaronder de dragondersuniform zichtbaar was, los om gehangen, de muts diep in de oogen ge drukt, den baard wit van rijp, bood hij een aanblik van zelfbewuste kracht, en zijn ver schijning spoorde hen, die werkten, tot grooter inspanning aan. Hij ging weer naar den oever en gaf overal korte, maar duide lijke aanwijzingen. De concierge van het slot, wiens woning aan den ingang verplet terd was onder dc neervallend© stukken, stond radeloos, handenwringend voor den Hertog, die hem met vragen overstelpte. „Waar is het begonnen, boe kan bet aan gekomen zijn, wie braebt de eerste hulp?" „Hoogheid, mijn vrouw en ik sliepen Het slot brandde al tot boven aan toe, toen v/ij door het gekraak en de brandlucht wak ker werden. De brand moet in de bibhotheek aangekomen zijn." „Dus een gevolg van wetensoliappelijken ijvc-r? Wio studeert er nog zoo laat in de bibhotheek?" „Het is verboden, Hoogheid, met licht iri do bibhotheek te komen." „Ik vraag naar wat gebeurde, niet naar wat verboden ia. Wat weet je nog meer of weet je niet anders dan dat de brand j® uit bed gejaagd heeft?" „Ik weet van niets", antwoordde do an der, den blik van den Hertog ontwijkende, „Ik heb om negen, uren de voorgeschreven rondo gedaan en toen was alles in ordo." „Natuurlijk was alles in orde en dat ;a het nu ook", zeide dc Hertog, zich tot z.jn adjudant wendend ,,'t Bcteekent natuurlijk' niets, als de verantwoording maar afge weerd kan worden. Houdt n het voor mo gelijk, dat de brand in dc bibliotheek 13 aangekomen, zonder dat een boekenworm met licht in de bibliotheek is gekomen? „Zeker, Hoogheid," zeide de aangespro kene, moeite doende den toorn van den BLer- tog te bezweren „Waarneer iemand in een der voorkamers van de bibliotheek, waar een massa oouranten zijn, een brandende sigaar heeft laten liggen." „Is het verboden met brandende sigaren in het academiegebouw te komen?" „Natuurlijk", antwoordde de adjudant, een ruk aan de teugels gevend, zoodat zijn paard wat verder van dat van den Hertog kwam. „Natuurlijk", zeide de Hertog op spot- tenden toon. „Natuurlijk, alles wat men maar bedenken kan, is verboden en aan elk verbod wordt de hand gehóuden. Hallo, daar, geef meer water op den rechtervleu gel, anders volgt die de rest." ,,'t Gaat moeilijk, Hoogheid. Het water bevriest in de wakken en buizen. Ik heb moeite gedaan, maar meer kunnen we niet doen. Voorwaarts, meer naar den reehter* vleugel. (Wordo vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1