LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag1 3 December. Derde Blad. Anno 1910. No. 15579. In bljjde verwachting. Buitenlandsch Overzieht. FEUILLETON. "NVij weten niet door wien en op welke plaats het gezegd ia en het doet er ook niets toe dat, zoo het leven van den aan vang af werkelijkheid ware, niemand het zou kunnen dragen. Wij durven zonder aarzelen een stap ver der gaan en zeggen dat niemand het leven dragen zou, indien het geheel wer kelijkheid ware. Evenmin als iemand zou kunnen leven zonder slaap, zou hij het kun nen, indien er geen dingen waren, die nu en dan van de werkelijkheid aftrekken en verplaatsen in niet bestaande toestanden. Wij zijn in gedachten verdiept, onze lectuur neemt ons geheel in beslag, het gesprek leidt ons'volkomen af, en dat alles wérkt op den geest zooals de slaap op het lichaam werkt: het geeft rust, verfrischt en versterkt. Vooral in de jeugd is de behoefte daar aan zeer groot. De jeugd heeft de geluk kige eigenschappen van ziohzelf zeer go- makkelijk buiten de werkelijkheid te kun nen denken. Het kind leeft in niet bestaan de toestanden, meestal scheppingen van zijn eigen verbeeldingskracht, en, evenals wij het jonge lichaam zooveel mogelijk sparen, door het onderwijs niet te vroeg te doen aanvangen en methodisch to werk te gaan, evenzoo sparen wij den geest, wanneer wij zooveel mogelijk die behoefte van het kind in de hand werken, wanneer wij het laten zpelen en leeren spelen; wanneer wij toela ten dat het zich in zijn illusiën verdiept en een eigen wereld schept; wanneer wij het sprookjes vertellen en lang in de zalige onwetendheid Laten van wat het later toch al koud en hard genoeg vinden zal. Wanneer het kinderfeest, dat wij Sint- Nicolaas-feest noemen, een product is van menscheKjke vinding, dan heeft zelden iemand een meer gelukkige gedachte gehad want geen tijd en geen vorm leenen zich be ter om aan kinderlijke behoeften te gemoet t© komen. De vorra vooral. Niemand zal wenschen dat liet leven hem nooit iets anders ople ver© dan wat hij te voren met zekerheid "can verwachten. Met vaag bewustzijn van oen komende gave, nu nog omringd door de ne velen der geheimzinnigheid, stemt reeds tot geluk en vooral de kinderziel is daarvoor zoo vatbaar. Niemand zal wensohen nimmer eens in ataat te wezen een gonot of een aangenaam oogenblik te verschaffen. Daartoe eens een poging te doen, zichzelf met een mysterisch. waas te omhangen, zich uit te putten in vindingrijkheidwie kent niet het zalige ge\oei daardoor veroorzaakt'?- En, alweer, 't is.de jeugd die daarin het sterkst is. Trouwens, laat ons het maar eerlijk be kennen, Sint-Nioolaas ig een bijna eenige gelegenheid om eens allen saam te gaan; too'n echt nationaal feest van kléine en groote kinderen: prettig, vroolijk en on schuldig En daarom hopen wij van harte dat het feest ook nu weer zijn gewone schoone rol zal vervullen Onze lezeressen en lezers kennen misschien wel het aardige gedichtje van Mimi, lie Herman plaagde met het verzoek, hem haar schoentje te mogen zenden? Zeker, dat wil de hij wel, maar dan moest zij ook beloven, te zullen aannemen wat er in stond. Natuur lijk zou ze dat graag. En toen Mimi den anderen morgen bij Pier man liaar schoentjes ging halen, stond Herman er zelf in D&t was nog eens een surprise, en men zegt dat Mimi eerlijk haar woord heeft gehou den. Ongetwijfeld zou men 't voorloopig met iets minder kunnen doen, en... velen zouden zulk een geschenk ook niet meer kunnen plaatsen 1 Ook in anderen zin echter kan de goede Sint harten verwarmen en harten tot elkaar brengen, zooals hij vrede sticht en tot blijdschap en dankbaarheid stemt. Een ding i's wel zeker: dat Sint en de zijnen vooral onze echte vrienden waren, tnen we ze meenden te hooren rijden over do daken en te glijden door den schoorsteen. Hier vooral is het zalig, een kind nog te zijneen kind dat niet gehecht ïs aan om vang en waarde, aan glana en weelde. Die gedachte is misschien ook een wenk, om niet j al te vroeg de illusion van het jonge leven weg te nemen; een wenk ook om er tos mede te werken, dat, waar de kinderhand zoo gauw gevuld is, allen, althans eenmaal per jaar, de weelde eener verrassing leeren kennen en Sint-Nicolaas goede lijsten in handen moge krijgen, opdat hij moge klop pen aan aller deur. Wat ons, ouderen, betreft', voor ons per soonlijk is het heel aangenaam dat het Sint-Nicolaasfeest, oudtijds een kinder feest, niet uitsluitend een kinderfeest ge bleven is. Toch moeten wij daarbij met ver geten dat de Sint-Nicolaasavond der klei nen, want dat is en blijft hij toch, iets van zijn natuurlijken eenvoud en ongekunsteld heid heeft verloren. Op ziohzelf is dit geen ernstig nadeel, want het verschijnsel ligt ge heel in de lijn van den tijd; maar wij mogen niet vergeten dat wel degelijk nadeel zou ontstaan, wanneer wij aan liet schoone feest zijn kinderlijk-sclioon karakter ontnamen. Hoe kooger eischen men voor zichzelf gaat stellen, lioe meer gevaar er bestaat om tot zelfzucht te vervallen, en wat de kleinen aangaat, zoodra hun hand niet meer met weinig gevuld en het echt kinderlijk-natuur lijke verdwenen is, hebben zij reeds een deel der vatbaarheid van rein en waar geluk verloren. Wij zijn vast overtuigd dat geen enkel feest, hoe heerlijk op zichzelf, het allen- omvattende feest van den vijfden December avond vervangen kan. Niets zal ooit de aan trekkelijko gezelligheid en de bekoorlijke geheimzinnigheid er van evenaren. Ons te beijveren den Sint-Nicola&savond in stand te doen blijven, dat zal wel niet noodig zijn. Toch valt er nog wel i e t s te doen, name lijk den invloed er van te versterken, door echt kinderlijke vreugde te bevorderen. En dan, we ziin nu allen in blijde verwachttog, laat ons niet vergeten dat er velen zijn, die toch niet durven hopen, en, daarom, toch ook eigenlijk weer niet in verwachting zijn. O, mocht ook voor hen eens een feest- ure aanbreken, hun door onze hand bereid. Wat zou d&t heerlijk zijnl Nemo. De telegrammen brachten ons gisteren reeds do eerebs uitslagen van do verkie zingen in Engeland. Balfour en Chamberlain zijn reeds verkozen. De strijd behoerscht thans het geheel e openbare leven in Engeland: Belangrijk zijn twee uitlatin gen voor heden. Minister Morley liet zich over do socialisten uit. Zooals men weet, verwijten de unionisten aan de liberalen, dat zij samengaan met Ieren en socialisten, Morley nu verklaarde volstrekt geen socia list te zijn en enkele voorstellen der socia listen bepaald af te keuren, maar aange zien zij groote sympathie aan den dag leg gen voor de ongelukkigen, kon hij niet goedkeuren, dat zip uitge3tooten worden. „Wanneer het land de Tories weder op het kussen mocht brengen," zoo zei de hij,* „dan zullen wij meer economische kwak zalverij bij hunne zoogenaamde sociale her vormingen te zien krijgen, dan wanne» honderd unionisten gekozen werden." Een andere spreker i: Stoad, de bekende Engelsche publicist, dien wij nog kennen uit den TransvaaP.oorlog. Hij wijst er op, dat de overwinning voor de liberalen reeds be haald is, vóór de eerste verkiezing heeft plaats gehad. Ongeveer oen jaar geleden, zoo betoogt hij, trok bet unionistische leger tot ean front-aanval tegen de ministarieele stelling op. Drie vlaggen werden den aan valler vooruit.gedragende eene droeg het opschriftweg met de bogrooting. De tweede den eisch van erfelijke wetgeving, de derde den eisch van tarief hervorming. Maar wat is er van deze strijdleuzen over gebleven? Do oorlogsla-eet tegen de begroo ting is verstomd. G-cen unionist zou dur ven voorst-ellen, de begrooting omv» te wer pen. Wat het erfelijkheidsbsginsel betreft, ook dat is opgegeven, en wel door de Lords zei ven. Totdat de heer Balfour had g?spro- ken mocht men eohter nog aannemen, dat althans do leuze der tarief-hervorming zou Huil roeping getrouw. 26) De op liaJfluiden toon govoerde gesprek ken waren opgehouden, zoodra Camillo harder was gaan spreken. De algemeene opmerkzaamheid was op hem en de gravin gevestigd en iedereen vermoedde, dat die woorden dieper beteekenis hadden. De Prinses keek den kunstenaar met onver holen bewondering aan en hoorde niet do weinig vleiende opmerking, die von Herther maakte. De Hertog sneed een verder twist gesprek tusscnen de gravin en haar be schermeling af4 door tot de eerste te zeg gen: „En wij hebben dus de eerste jaren niet het vooruitzicht u bij ons te zien lieve gra vin? Dat u niet naar Forstenburg omkijkt, vind- ik heel begrijpelijk; maar in Berlijn en München zoudt u heel wat veranderd en gemoderniseerd vinden, zelfs wanneer u die plaatsen met Sfc.-Petersburg vergelijkt." „Mot alle respect voor Uwe Hoogheid en Uw huis en de vele vrienden, die ik ïu Duitschland heb, moet ik u eerlijk zeggen, dat het land mij hoe langer hoe minder bo- Talt. Men wordt ouder en rijper. Ik heb in mijn jonge jaren het woord van Napoleon ▼oor een zinlooze frase gehouden, toen hij sprak van Duitsch idealisme, en alles, wat hem niet aanstond, daaronder bracht. Maar ik ben tót de conclusie gekomen, dat jk ongelijk had. Dat idealisme is er wérke lijk en het is de grootste hinderpaal voor •en regelmatige en practische orde van •aken". -tildèajjsme, gravinY' vroeg de Hertog met ongehuichelde verbazing. „Nu, men kan merken, dat u in tien jaar niet in Duitsch- land geweest bent. Wij zijn alles eer dan idealistisch. Al wat ons heilig en dierbaar was, hebben wij weggeworpen; wij staan aan de spits van de beschaving en den paar idealisten, die wij nog hebben, wordt het iederen dag somberder te moede." „Bedriegt Uwe Hoogheid zich niet door alleen op het oppervlakkige te let ten?" vroeg de gravin, die het geheele ge sprek met blijkbaren tegenzin in het DuitsGh voerdo. „Dat idealisme bestaat nog wel degeb'jk en op een gegeven cogenblik zal het tot verbazing der wereld weer uit zijn vergetelheid opduiken." „En dan de wereld niet ten goede ko men", mompelde de Hertog, die de gravin met blijkbare belangstelling volgde. „Veroorlooft Uwe Hoogheid mij ook een enkel woord?" vroeg von Herther. Het was hem onaangenaam te moede geworden bij dén loop, dien het gesprek nam, en hij zeide: „Ik geloof niet aan wat gravin Plat off daar vertelt. Ik geloof evenmin, dat al het goede van 'vroeger weer in het volk zal wak ker worden; maar wanneer het zoo was, dan zou men er zioh slechts over kunnen verheugen. „Wie zegt u, dat ik alleen van het goede sprak?" vroeg de gravin, een boozen blik o<p den président werpende. Wanneer ik een. duidelijk beeld mag gebruiken, zou ik dat idealisme een buil willen noemen, die telkenmale weer doorbreekt. En zooals Na poleon zei cl o, die. is niet uit te roeien." „Dan moot u nader verklaren, wat u onder Duiteoh idealisme verstaat", zeide blijven klinken, maar ook deae leuzd is door Balfour opgegeven." Ofschoon de eerste berichten er op we zen dat de unionisten alle Balfour's referen dumsplan ten aanzien van de tariefkwestie toejuichten, verluidt thans dat die sym pathie niet on verdeeld, is. Dat de verkiezingsstrijd veel eischt van de krachten, blijkt wel uit het programma van de s preekbeurten-tournee van minister Winston Churchill. Hij sprak gis teravond te Frodsham om 7 uur 15, ver trok te 8.42 par extratrein naar Manchester, per auto vau het een© station naar het an dere en dan weer met extra trein naar Grirnn- by. Daar sprak hij te middernacht en be antwoordde de rede die Balfour daar vroeger op den avond had uitgesproken. Opdat de minister precies wist, wat de unionistische leider had te berde gebracht, is met een apecialen dienst een woordelijk verslag van Balfour's rede naar Sheffield gebracht en daar aan mr. Churchill ter hand gesteld, zoodat hij in den trein tua- schen Sheffield .en Grimsby het kon be- studooren. Na zijn rede te Grimsby vertrok de heer Churchill per extra trein naar Manchester, waar hij hedenmiddag sprak. Daarna reist liij naar Chester, waar hij hedenavond het woord voert.. Er zijn in alle plaatsen, waar de minister optreedt, maatregelen' genomen om hem te beschermen tegen de suffragettes. In.Duitsch land zijn clc scheepvaart- tollen, do vlecschnood en de redevoering van den Keizer to Koningsbergen nog steeds de groote onderwerpen.-; Daarbij komt eigen aardig aan het licht, vooral naar aanlei ding van de laatste kwestie, het groote overwicht van Pruisendn het Duitsche Rijk.' Het officieel© orgaan van Saksen.Weimar had zich in deze zaak min of moer ge schaard aan de zijde" van hen die het op treden van den Kei zei' afkamden. Daar over leest thans „Kreuz Zeituug" hen de les en zegt dat na hot antwoord van Bethmann Heilweg op de interpellatie, iader het cr over eens was dat den Keiaar niets te ver wijten vied. En wat wil Saksen.Weimar dan nog? Maar ook ten aanzien van de scheepvaart- tollen drijft Pruisen, zij hot niet zonder allerlei concessies zijn wil door. Gisteren merkten wij opdat ook Rus land zijn parlementaire kwestie scheen te krijgen. Maai-hLoo geheel anders -hier de toestand nog is, dan in Engeland, blijkt wel nit hot onderhoud, dat Goetsjkcf, do Voorzittcr van de Doerna, dezer, dagen bij de Tsaar li ad. Hij" kwam klagen over do weinige medewerking die do Rijksraad aan de horvormings.gezinde voorstellen van de Do erna verleende. Maar veel suoces had hij niet. Goetsjkof beklaagde zich over don Rijks raad, die stelselmatig till© hervormingen in den weg staat en ophoudt -en met name de wot op verdraagzaamheid in godsdien stige aangelegenheden. De Tsaar antwoordde, dat Jiet er in Duitschland mot den Rijks dag niets boter voorstond. En toch wordt in Duitschland niet geklaagd. De Tsaar had dan ook niets aau te merken op den Rijks raad. Gcetsjkof sprak over de landsverdediging en de dringend noodzakelijke hervorming van het ministerie van marine. De Tsaar lkp over de kwestie licen en oordeelde het he ter de resultaten van het onderzoek af te wachten. Een schuchter woord, dat de Doama.presi dent ten gunste van do univei'sibaiten waag de, kreeg tot antwoord: Daar heerscht nog wanorde. En de wetten beiroffende Finland werden afgedaan met de woorden: Er valt geen tijd te verliezen. Toon de houding der rechterzijde bij het voorstel tot earing van Tolstoi's nagedach tenis ter sprake kwam, was de Tsaar* van oordeel, dat in dergelijke aangelegenheden geen dwang uitgeoefend kon worden. Ieder behoort naar zijn geweten te handelen. Er blijkt hier wel uit hoe ver Rusland nog achterstaat bij de West.Europeesche mo gendheden. Uit Mexico komt thans bericht dgt ge neraal Porfirio .Diaz officieel voor de ze vende maal als President is geïnstalleerd. Hoewel de berichten schaarsch zijn, schijnt de opstand nog niet geheel te zijn onder de president na- een wenk van den Hertog om het gesprek voort te zetten. „Nu maakt u er misbruik van, dat het geen wat ik bedoel, moeilijk onder woorden is te brengen", zeide de gravin op scherpen toon, eerst haar tegenstander en vervolgens alle aanwezigen aanziende. „Duitsch idea lisme is als een instinct, dat leeft in de har ten van uw landgenooteneen instinct, dat het persoonlijke wil, dat telkenmale het le ven weer opnieuw begint, dat de heiligste instellingen van vroeger in den eigen tijd wil herscheppen), dat elke eigenaardige ver houding daartegenover wil aanpassen aan eigen opvatting, voordat het die als bindend beschouwt. Duitsch idealisme is de trots, die aan eigen wil gelooft, nadat Kerk on wetenschap hebben uitgemaakt, dat iets dergelijks niet bestaat; de trots, die zich altijd weer een eigen weg zoekt cn do ge heele overige beschaafde wereld in verbazing zet, omdat hij onberekenbaar is." De Hertog lachte over het enthusiasm:® van de gravinhem scheen de geheele zaak vrij koud -te laten. De president evenwel was onaangenaam aangedaan; enkele zijner eigen opvattingen klonken hem uit de woor den van de gravin zóó hatelijk in het oor, dat hij moeit© had den toon te treffen, cTie in onze omgeving noodig was. Hij beproef de eveh te lachen en zeide „Wij zullen het over één punt, dat u steeds op den voorgrond hebt- gebracht, wel eens worden. Ik geef u volkomen gelijk, dat de^Duitschers het gevoel hunner onafhanke lijkheid in vele gevallen te ver drijven maar het is een nieuw gezichtspunt waaruit u de zaak beschouwt. Ik zou toch wel eens wil len weten waarin de voorrang, dien u den drukt. De persvrijheid ie door de Regce- riug, die zeer streng optreedt, vrijwel ge heel onderdrukt. Wij zullen dus wel niet veel te weten komen voorloopig. Gemeenteraad Tan Voorschoten* Voorzitter: de burgemeester. Aanwezig alle leden. De Voorzitter doet voorlezing van inge komen stukken o.m:. Missive van den heer J. H. Rutten, houdende mededeeling, .lat hij onder dankbetuiging zijn benoe ming tot boekhouder-kassier van het Water leidingsbedrijf aanneemt, mits Gedeputeer de Staten zijn benoeming goedkeuren; mis sive van Ged. Staten, waarbij den heer Rutten deze vergunning verleend wordt; kennisgeving van Ged. Staten dat volgens 't Centr. Bur. voor de Statistiek de uitkom sten der laatst© volkstelling aanwijzen, dat Voorsohoten 3307 inwoners telt. Diensvolgens moet, in overstemming met art. 30 bis der Gemeentewet, bij de eerstvolgende Gemeen teraadsverkiezing, de Raad aangevuld wor den met 4 nieuwe leden. Voor kennisgeving aangenomen. Voorts is ingekomen een verzoek van S. Walrave, om ontheffing van H. O., wegens vertrek uit de gemeente. Wordt verleend over twee maanden tot een bedrag van f 1.75. Voor de benoeming van een. lid der Com missie tot Wering van Schoolverzuim (aan de beurt van aftreden is de heer C. Eggink Sr.) hebben B. en Ws. op de voordracht geplaatst de heeren C'. Eggink Sr. en C. van der Giessen. De Raad benoemt met algemeine stem men den heer C. Eggink Sr. De Voorzitter deelt mee, dat Gedep. Sta ten de verordening op het Gasbedrijf terug gezonden hebben met de opmerking, dat de verschillende percentages voor a fsch rij vin gen hun te laag voorkomen. De verordening schrijft voor, dat op den gashouder 2 pCfc. afgeschreven wordt. Gede puteerden wensohen 4 pCt. bepaald te zien. Ook vindon zij het percentage van afschrij ving op de fabr leks toes lellen (ad 6 pCt.) te laag. B. en Ws. steil _n overeenkomstig ingewonnen advies bij de Directie der Ste delijke Gasfabriek te Leiden voor, het percentage van afschrijving op don gashou der to b>palen op 3 pCt. en die op do fa- briekstoestellen op 7 pCt. Dc Raad vereenigt zioh met hot voorstel van B. en Ws. De verordening op het Waterleidingbe drijf wordt daarna ongewijzigd vastgesteld. Alleen worden de percentages voor afschrij ving in overeenstemming gebracht met die uit de verordening op het gasbedrijf. In behandeling komt. nu het voorstel vau B. en Ws., om de woning van den machinist der Waterleiding aan té sluiten aan het Rijkstelefoonkantoor. De Voorzitter verde digt (lit voorstel en merkt op, dat de twee beambten bij de waterleiding, de water- meester en de machinist, zeer ver van elkaar verwijderd wonen. Een telefonische v rbin- ding tusschen dio twee mensclien is dus zeer gewenscht. Dc woning van den water mees ter is reeds telefonisch aangesloten. Ook voor particulieren, voor aangeslotenen bij de waterleiding, zou het groot gerief geven. Ten slotte is de aansluiting gewenscht met het oog op het uitbreken van brand. Op enkele vragen deelt de burgemeester mee, dat de aansluiting misschien wel f 50 a f 00 zal kasten, en dat een telefonische verbin ding, als er 's nachts brand uitbreekt, nnfc tot de onwaarschijnlijkheden behoort. De heer Van Charante vraagt of de tele fonische verbinding direct noodig is. ïlij* vraagt dit met het oog op de dure exploi tatie in den eersten tijd. De burgemeester antwoordt, dat juist in den eersten tijd dc behoefte aan de verbinding groot zal zijn. Het voorstel tot aansluiting wordt vervol gens aangenomen. Het suppletoir kohier hondenbelasting wordt ongewijzigd vastgesteld. De Raad bepaalt de zekerheidsstelling voor den boekhouder-kassier van het water leidingbedrijf op f 1000. De borgtocht van finderen volkeren geeft, bestaat en waarom ons instinct de geheel© wereld verbaasd doet staan?" „Daartoe behoeven we niet ver to zoe ken: de meest alledaagsohe voorvallen zijn voldoende", zeide de gravin en keek den president aan met een blik, waarvan alleen Ca-millo de beteekenis verstond. „Neem eens aan, dat twee families, oen Duitsche en een Franscke of Russische, te zamen voor him genoegen op reis zijn en hun dochter bij zich hebben. Er is natuurlijk een zwerm jongelieden om hen heen, die het er op aan leggen in een goede familie in te dringen. De jonge dames volgen de neiging, aan haar leeftijd eigen, en hebben de dwaasheid een soort verliefdheid voor iemand op te vatten. Op den voorgrond gesteld, dat geen van beide heeren eigenlijk bij de families passen en geen bijzonder geluk verdienen. Wat zal er nu gebeuren De jonge Fransche dame zal er eenvoudig aan herinnerd wor den, dat zij niet om harentwille, maar om die van haar familie, ter wille van den ge- heelen socialen samenhang, op de wereld is. Men zal haar zeggen, dat zij te doen heeft wat haar moeder en grootmoeder gedaan hebben, en het zal geen moeite kosten haar te overtuigen. Want de Fransche natuur is eerlijk genoeg zich daarvoor uit te geven wat zij is en lachend af te zien van een plan, dat mislukt. Maar do Duitsche? Zij neemt voor zich als recht, wat haar van jongs af is voorgehouden: zij vraagt niet naar haar familie; zij volgt haar ine li not begint liet leveu opnieuw; zij houdt een vluchtige opwelling voor een zielsverlangen. En de Diiifcsohe avonturier, die niets waard j is, voelt zioh gelukkig, spreekt met pathoe denzelfden ambtenaar van het gasbedrijf In draagt eveneens f 1000. Niemand meer Iet woord verlangende, sluit de Voorzitter de openbare vergadering, welke daarna over gaat in een met gesloten deuren ter behan deling van het suppletoir kohier H. O. Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Benvcns." De Openbare Leeszaal telde gedurende de maand November 2170 bezoekers tegen I7t0 in October. Er werden 13M boeken uitge leend, tegen 1213 in de vorige maand. Door geschenken cn aankoop werden de volgende nieuwe aanwinsten verkregen: Hu- go de Vries, Soorten en variëteiten; Zaaien en oogsten; Land en volk van California; Oorsprong en bevruchting; Het veredelen van cultuurplanten; Pflair/'-nziichtung; Be- fruchtung und Bastardierung; die Mutati> nen und die Mutationsperièden bei der Entstéhung der Arten; Die Muta- ti onstheorie, 2 din. G. Klingenberg, Electromechanisch© Kcn&truktionsclemeute G. J. van de Wel], Dt electromotor; De accumulator; De dynamo. F. A. Holle man, Electriciteitsmeters en stroomleve- ringstarieven. J. Koning, De telephoon Welk krachtswerktuig zal ik kiezen verz. v. teohn. onderwerpenvragen cn antw. D. v. Gulik, Gnweders cn onweers- verschijnselenBeveiliging tegen bliksem schade. Siemens-Schuckert, Catalogi. Otto Sohwade, Catalogi. Eleotr. Mij. Lah- meyerr Catalogie. N. Koomans, Drandl. tele grafie. A. ten Bosch, Do elecro-techn. schooL F. v. Eedcn, Do kleine Johannes II, III. H. J. Schimmel. Een Haagsen© joffer. Nicolaas, De pastorie to Nöddebo. P. v. d. Meer, Jong leven, 2 dln. F. \V. Farrar, Een student. J. de Meester, Dee moed. W. G. v. Noulmys, Zijn kindEen zamen. Marie Corelli, De Strijder. II. Heyermans, Schetsen, 3de bdl. Aug. do Wit, Heb dure moederschap. Ocra Iinda bok. J. Daskamp, De gedenkschriften van een baby. Henri Gréville, La seconde mère. Carmen Sylva, Ein Gebet. O. Freiherr von Ompteda, Cacilic von Sarrijn 2 dln. Edna Lyall, We two; Dono van; Knight errant; In the goiden days. G. Eliot., Adam Bede.- - Rosa N. Cary, Wooed1 and Married; Not like other girls. Miss Mulock, The head of the family. Maria S. Cummins, El fu- reidis. Lady G. Fullerton, Grant-ley ma nor Ellen MiddletonLady-bird. Miss Tlungerford, Molly Bawn. Cr». Kingsley, Rypatia; Two years ago. Floienec Mar- rvat, My own child. Baronesse Orezy, The case of miss Elliott. Mrs. Humphry Ward, Robert Elsmere Gli. Y\ agncr, The Simple life. W. M. Thackeray, The Vir ginians. E. Wether ell, Say and Seal. Charlotte M. Younge, The daisy chain; Heartsease, Dynev'or F err ace. —~iiob. "Sou th ey, A'll for love. M. A. P. O. Poelhekke., Woordkunst. Theo de Veer, Mexico. Alb. de Haas, Engagementen. L. E., Stille levens. Williamsón; Het gulden Mysterie. J. A. Visscher, Van de arme Friesche heide. W. H. Cool, Devliegma chine. H. Verkouteren, De Christelijke Ijeginsden in het rechtNieuwste Nedorl. lvriek. Neerlands-Indiö in afl. A. v. Volzen, De Blériot vliegmachine. Gun ning, Paedagogische opstellen. Burgers- dijk, L. A. J., De dieren, 3~dln. A. Doos jes, Het leven van Maurits Lijnslager, 3 dln Victor Hugo, De Verstoolenen. Ri chardson, Volksonderwijs over alcohol. - P. H. Hbynen, Leerboek der Natuurkunde. J. J. ten Have, Bekn. Aardrijkskunde v. Ned. O.-Ind. Emous en Kloppers, Bekn. pedagogiek v. Chrisiel. norm. leven. D. v. Pelt, Overzicht der methode v. nieuwe rekenoursus. Wet op het L. O. H. Dou- ma, Onderwijs en opvoeding. J. Koo nings, De School. C..G. Knakeheen, Bekn. Neder]. Spraakkunst. Hanogh, Heys v. Zouteveen, lland^ek «Ier Minera logie. D. Horn en S. de Gast, Leerboek der dier- en plantkunde. Du1k>i°, Choix de lectures fran^aises. Aug. Gittée, Lec tures francaises. Grondhoud en Roorda, Kngelaeh' leesboek. J. J. ten Have, De Wereld. van zijn rechten. Is het zoo niet? En naar Duitsch idealisme hebben de beide jonge dwazen, niet hun familie, met de wereld ge lijk. Zoo is het in het kleine en precies zoo in het groote." „Lieve hemel, gravin, wat geeft u or ons onbarmhartig van langs", zeide de Hertog, nog vóór von Herther een antwoord had kunnen geven. Het was hem, niet ontgaan, dat in de woorden van de gravin iets per soonlijks gelegen wasmaar liet verband was hem niet duidelijk. De president zeido evenwel op kalmer toon dan tot dusver. „Uwe Hoogheid sta mij toe te verklaren, dat ik mij niet overwonnen beschouw. Ik neem uw geval aan en veroorloof mii u te zeggen, dat u het bewustzijn van de Duit- schers in dit geval onderschat. Het Duitsche meisje, waarvan u spreekt, zal zeker niet om der wille van sociale instellingen, maar wel uit eigen innerlijke kracht een dwaze neiging overwinnen. Zij zal met vrijen wil een hooger offer brengen dan baar Fransche zuster, zoodra het haar duidelijk wordt, dat haar gevoel een vergissing is of dat zij door toe te geven het hart van iemand, dien zij langer heeft liefgehad, kwetst." Gravin Platoff maakte een beweging, waarmee zij zeggen wilde tegen een derge lijke meening niets meer te zuilen beweren. Het was in het vertrek een oogenblik zoo stil alsof er uitsluitend stómmen aanwezig waren. En het was heel geschikt, dat do lakeien, met eenig© drukte zich bewogen; dab Mühlmann met ©enigen nadruk de ,La- Crisnoe Christi" aanbood. Hij zou geschrok ken kunnen zijn van het bleek© gelaat van i Felioitaa, toen zij voor den wijn bedankt©. (Wordt vervolgd, jv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 13