No. 155*76. LEIBSÜH 35A0BXaA13, Woensdag' 30 Rovomber. Tweed© Uit de „Staatscourant". Anno 191<V PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. entegen loopt, zijn de gekozenen een 3oort Y e r t r a ue n 9 m a n n e r, aan wie het alles moet worden toevertrouwd. En steeds leerde de ervaring, hoe dit stelsel vaa Vertrauensmanneï'den toestand ver- valschte en belanghebbenden teleurstelde. Zij men daarom op zijn hoede, om bij het ook op ander gebied saambrengen van pa troons en arbeiders toch altoos met split- s i n g te beginnen. Eerst dan kan er samen werking en verzoening uit geboren worden. Anders wordt elke kans op gunstig resul taat reeds in de samenstelling vorspeedd. „re Rotterdammer" bevatte de vol. gvndo' driestar: Onlangs heeft men zich in een deel der linksche pers zeer vroolijk gemaakt over het feit, d at het o o a 1 i t i e.K a b i n e t bij een deel van zijn programma den steun der socialisten noodig had. Ziet toch, zoo riep men uit, hoe boontje om zijn loontje komt! Gij, mannen van rechts, hebt ons altijd verweten, dat wij niet. in staat waren om de regeering te voeren, omdat wij op de socialisten moeten steunen. Thans zijt ge zelf aan hot roer met een meerderheid zooals nog geen stembus in Nederland ooit in het Parlement bracht. En nauwelijks komt de Bakkerswet ter tafel, of de eenige kans, om haar de eerste schrede- op den door- nigon weg naar het ,.S t a a t s b 1 a d" te doen zetten, is, dat zij wankelend om steun grijpt haar dionzelfden socialistisehen zweep- stok, wiens streng nog straks onze stram heid zoo gestriemd heeft. Daargelaten nu zij voor liet oogenblik de vra.ag of, als men zich bij de Bakkerswet geen hoogcr doel had gesteld dan om het ontwerp in hoofdzaak ongehavend tegen el- ken prijs er door te krijgen, men de stem men der socialisten werkelijk noodig had gehad. Dit worde nu voor deze gelegen heid roaai' eens als juist aangenomen. Dan nog heerseht hier oen algehele ver warring. TV at linies viel af te keuren, was niet-, dat voor sommige maatregelen op steun uit den socialistisehen hoek werd gerekend. Hiervoor kon wellioht goede grond zijn. Mits daarvoor niet aan het eigen begin sel werd te kort gedaan, viel hier niets to gispen. Neen, wat gewraakt werd, was geheel iets aaiders. "Wie in den constitutioneelcn staat oen elector al-ar. veldtocht onderneemt, moet dit doen zóó, dat, als voor de beginselen en leuzon, die daarbij in liet vaandel worden geschreven, onder het volk eon meerderheid wordt gevonden, straks do aldus gekoze nen do verantwoordelijkheid voor 's lands be stuur naar die beginselen en leuzen op zich leun non nemen. Dat nu juist ontbrak bij de liberale cam pagne. Oud-liberalen, Unie-liberalen en vrij zinnig-democraten mochten onderling veel verschillen, door hen ware, als de meer derheid was verkregen, nog wel een homo geen Kabinet te vormen. Het bloot in 1905 wel, dat dè oud-liberalen het ten slotte niet wilden, maar het ware toch denkbaar geweest. Maar van de socialisten stond vooruit vast, dat zij principieel met do anderé linksche groepen geenerlei oenheid erkenden en met hen geen meerderheid anders dan in nega tieven zin ooit zonden willen vormen. Voor het positief gedeelte, voor de leiding van het bestuur aanvaardden zij niet dé minste verantwoordelijkheid En- toch is op die wijze, doar louter nega tieve oom bi naties, het Kabinet-Kuyper ten val gebracht. Na dien val was er geen meerderheid, die de positieve taak kon aan vaarden. Dat onconstitutioneel bedrijf moest zich wreken op wie toch optrad. En zóó geschiedde bet dan ook. Niet dus, dat het Kabinet.De Mééster voor sommige onderworpen steun van de socia listen en van rechts noodig had, was het euvel. Maar dat zijn positie was verkre gen door electorale combinaties, waarop geen algemeen regecringsbeleid kon gegrondvest worden, was het constitutioneel vergrijp. Wat rechts bij dc Bakkerswet viel te merken, heeft hiermede niet dc minste ge lijkenis. Wie zich alz-oo links verblijdt over wat thans geschiedde, verblijdt zioh over een doode musch. De „Nieuwe Eottordamsclio Cou. rant" geeft een beschouwing over de voor gestelde herziening van de officiers- traktementen. Het blad noemt deze thans voorgelegde herziening niet anders dan een tweeden nood. zake! ijken stap in de richting, door minis ter Bergansius in 1903 reeds aangegeven. Het "hlad betreurt, echter het voorstel tot afscliaffing van alle toelagen, die in 1903 op grond van zorgvuldige overwegingen wa ren herzien Het blad toch ziet in het toelagenetel- sel in zekeren -zin een correctief voor ge lijkheid van bezoldiging, het eenige mid del om streven naar hoogere ontwikkeling op allerlei gebied op bescheiden wijae niet te beloonen, doch te waardeeren. Het blad kan mpt de voorgestelde herzie ning der traktementen in hoofdzaak mede- gaan, mits eenmaal verkregen aanspraken geëerbiedigd worden, zoodat ten slotte be zoldigden niet de dupe worden van zich wijzigende denkbeelden in zake het bezol digingsstelsel. Men moet zioh, zegt het Rot- terdamsche orgaan, echter voor oogen hou den, dat een bevredigende oplossing van het waagstuk van toelagen en pensioenen tot verder strekkende financioele gevolgen leiden moet. Onder deze omstandigheid had den wij zeker aan den voorzichtigcn weg van geleidelijke opheffing-der aanvangstrak- te men ten de voorkeur gegeven. Aan de Ka mer waTo dan ten eerste gelegenheid ge geven, met moer vrijheid haar beslissing te nemen dan nu, nu de verwerping of op schorting van de herziening eenmaal gewek te verwachtingen zeef teleur zou stellen, en mitsdien haar bedenkelijke zijde heeft; en ten andere ware minder! voot gegeven aan do propagandisten voor nieuwe lcgerdenk- beoldcn. Staan deze toch vooraan op de bres om de traktomentsverbetering mot. klem van rodenon te betoogen, anderzijds verkon. digo-n zij do leer, dat zonder besnoeiing van de sterkte van het -officiorskorps goen af doende positioverbetering mogelijk is. Dat ovenwol daarvoor de tijd nog niet gekomen is, hebben wij bij herhaling betoogd. In het matrozenblad „Het- Anker" wordt de volgende vergelijking gemaakt Nioiiwonhuis was matroos, Van den Bosch admiraal. Nieuwenhuis had alleen een artikel ge schreven, waarin hij te kennen gaf zich niet met het militaire «leisel te kunnen vereenigen, cn bad'' zich absoluut niet ver zet togen eenige opdracht van een militair, boven hem geplaatst. Admiraal Van den Bosch kan zich wel met het militaire stelsel vcrecnigcn, maar heeft zich wel verzet tegen een hem door een superieur gegeven opdracht, althans geen terechtwijzing willen aanvaarden van dien superieur. Tegen den dienst had Nicuwenliuis niets misdav,vanf wat uit militair oogpunt te ver- oordeelon vieladmiraal Van den Bosch had zich daaraan wel schuldig gemaakt. Niouwonluiis wordt ontslagen wegens an ti-militaire eigenschappen, admiraal Vau don Bosch met can dilc pensioen. Nieuwen hu is krijgt een uitgeleide van eenige honderden matrozen, welke niet op liet perron worden toegelaten; admiraal Van den Bosch krijgt oen uitgeleide van een groot aantal officieren, welke wel wordan toegelaten op het perron. Ziedaar nu het verschil. Een anti-disciplinaire daad Jiad NKuwen- huis.niet gedaan, dc heer Van den Bosch wel. Toch vindt men in hoogere, ia bfficiors- kringen, dezen toestand heel gewoon en noemt men ons dwaas en opruiend on ten dentieus on tuchtondcrmijncnd on wat al niet, als wij op deze verschillen wijzen on daaruit conoludeeron, dat er tweeërlei rechts opvattingen zijn, één voor de „meerderen" •en cén voor de „minderen", terwijl ei* toch maar cén reglement is, waaraan allen bc- hooren onderworpen te zijn. Dc> raindoro schepelingen op de vloot die nen de daad van don lieer Van den Bosch te onthouden, misschien komt het te pas. „Land on Volk" waarschuwt de vak organisaties tegen 'deelneming aan de kies recht a c t i e. TVaar dit vrijz..dein. orgaan levensvoor waarde ziet van de vakorganisatie in de ge heelonthouding van de politiok, meent het, dat ook thans niet van het écne rochte pad mag worden afgedwaald door de vakvereni gingen, on het besluit: Dit beteekent natuurlijk niet, dat de leden eaner vakorganisatie niot persoonlijk zou den moeten ijveren voor het welslagen van een van beide bewegingen. Integendeel, hoe harder zij daarvoor wecken, dos te liever zal het ons zijn. De ««luchtbeweging, thans door alle democraten zonder onder scheid op touw gezet, moet noodzakelijk slagen en een grootschen indruk maken. De beide acties zullen daarom verstandig doen met jaiefc te zoor zich toe te leggen op het afvangen van vliegen Maar ter will© van de belangen der vakorganisatie hebben wij gemeend ze te moeten waarschu wen, zich niet te begeven op eau weg, die hen uit de goede richting zal brengen. Prov. .Staten van Znid-Holland. In handen van oommissien zijn gesteld, bestaande uit de leden: de heeren Van Namen, von Briel Sasse, Korteweg, Los, Overwater, Vegtel en v. d. Velde (lid G. S.) de subsidieaanvraag voor een bloemententoonstelling te Boskoop; de heeren Plate, dr. Kruas, Paul, Van Siraaten, Visser van IJzendoorn, Van TVichen en Krab (lib G. S.) het voorstel tot voortzetting der verbeteringsw erken van het A ark a ii aai en dat tot aankoop van per- ceelen bij G-ouwe-sluis onder Alphen. Het verzoek van het Genootschap „Ma thesis Scientiarnm Genitris" te Leiden be treffende de voorwaarden voor subsidie- verhooging voor zijn school is door adres sant voorloopig ingetrokken, in verband met- het. nog niet verleenen van een rijkssubsidie. Het rapport der commissie betreffende de pensionneering van de leden van Ged. Staten is naar de afdeelingen verzonden, waarvan het óp te maken verslag ter be antwoording in handen zal worden gesteld van de desbetreffende commissie uit de Staten. De volgende vergadering wordt bijeenge roepen tegen 13 December. Na sluiting der vergadering kwamen te halffcwee de afdee- üingen bijeen. Het voorstel van Gedep. Staten tot aan koop van perceelen bij Gouwesluis, strekt ter tegemoetkoming aan de herhaaldelijk in gekomen klachten over do gebrekkige in vaart uit en naar de Gouwe, voor vaartui gen naar en uit den Rijn en het Aarkanaal. Gedep. Staten hebben gemeend onder hun persoonlijke verantwoordelijkheid, deze ge legenheid om het voor de afzondering noo- digo terrein billijk voor de provincie te ver krijgen, niet te mogen laten voorbijgaan en hebben bij. de afmijning bij opbod en met verhoogingon was de inzet f 14,VOO net te koop aangebodene doen afmijnen op een bedrag van f 17,700. Do kosten, welke vol gens de verkoopvoorwaarden ten laste van den kooper komen, bedragen f 1676, In ron de som wordt het bedrag op f 20,000 geste4d. Ongeveer twee derde van het terrein zal na de afronding weer verkocht kunnen wor den en aangezien na die afronding het laden cn lossen hier. minder moeilijkheden zal opleveren dan vroeger, zal het gekochte, niettegenstaande de verkleining, vermoede lijk met veel in waarde achteruitgaan. Bij Kon. besluit is aan Harer Majesteit© ad judant in buitengewonen dienst en opper stalmeester, den gep ensionne er den ritmees ter met rang van luitenant kolonel C. A. ba ron Bentinck, aan Harer Majesteits ordon nans-officier, den lsten luit. van den groe ten staf, J. J. C. baron van Voorst tot Voorst., aan den sergeant A. van Warmelo, zoomede aan de korporaals H. Hoogerheide en P. van Ènsbergen. allen van het reg. grenadiers en jagers, vergunning verleend tot het aannemen en het dragen van de or- deteekenen van: Grootkruis van de orde van de Kroon België, voor zooveel den gexp. luit.-kok bo* ron Bentinck voornoemd aangaat; van ridder van laatstgenoemde orde, vootf zooveel den lsten luit. baron Van Voorst tot Voorst betreft; van de medaille 2de kl. van de orde van Leopold II, voor zooveel betreft vorenge noemden sergeant, en van de medaille 3do kl. van laatst vermelde orde, voor zooveel aangaat de genoemde korporaals; welke on derscheidingen den hiorvoren genoemden door Z. M. den Koning der Belgen zijn ge schonken de reserve-paardenarts 2de kl. P. H. A. van Aeist, onder toekenning van een eervol ontslag als zoodanig uit den militairen dienst benoemd tot paardenarts 2de kl. bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht; voor den tijd van vijf jaren, gerekend van 10 November 1910, benoemd en aange steld: bij heb personeel van den geneeskundigen dienst dor landmacht-, tot, reserve-off. v. gez. 2de kl., J. W. Oosterhuis, arts. Aan A. Plate en mr, N. P. van den Berg, op hun verzoek, eervol ontslag verleend als leden van de Centrale Commissio voor do Statistiek, onder dankbetuiging voor do in die betrekking bewezen diensten. l>ranilIooze telegraphic. Naar we vernemen, bestaat het voorne men op do West-Indisoho eilanden Bonaire en Aruba stations voor draadlooze telegra- phie op te richten. Opgave van personen, die zich te Ibeiden hebben gevestigd. J. Oudshoorn en gez., Joubertstraai' 2» letterzetter. H. T. Yap en gez., Plantsoen 47. D. N. P. Hocke, Hoogstraat 5. J. J. Weijll en gez., Rijndijkstraat 73g varkensslaohter. J. Zurer, Plantage 24, dienstbode. J. H. Oldenburg, Oude Vest 69, handels reiziger. S. Straathof en gez., Prins-Hendrik straat 20. S. J. H. M. Luoken, Breestraat S4. G. van Breda Kolft', Jan van Goyenkad© 18, directeur Rijks-opvoedingsgesticht. J. Bouwes Bavmck, Kloksteeg 7. B. Jourdan, Oude Rijn 48, leerares in da- meshand werken. H. E. Santing, Schelpenkade 37, dienst bode. C. Ernst- en gez. Singelstraat 1, grond werker. A. Kerkhoven en gez., Heerenstraat 113. M. Grupstra en gez., Oosterstraat 3Aj; veldarbéider. W. M. Westerman, Steen schuur 16. S. Verlare en gez., Maredijk 149, hoofd der school Rijksopv.-gesticht. H. J. van der Horst, Donkersteeg 17. A. D. van Assendelft do Coningh, Nieu. we Rijn 39. P. A. van Beusekom, Aalmarkt 2. J. L. C. Nelissen, Aalmarkt 28, winkel- kelbediende. J. J. van Halderen, Rijndijkstraat 74. J. J. H. Kruis en gezin, Pasteurstraat 24 A, timmerman. J. Okker, Morsohweg 60. A. H. S. Opwyrda, Morschsingcl 8, pleeg zuster. J. Blansjaar, Niéowsteeg 10 A. J". van Gooi en gezin, Medusastraat l'f machinist. T. Nieman, Rapenburg 66, dienstbode. A. J. A. M. van Cranenburgh, Rapen burg 24. J. H. Satter, Oude Singel 168. R. Struik en gezin, Willemstraat 24, be ambte Rijks-opv.-gestioht. A J. J. Wendel en gezin. Witte Singel 6 A, lithograaf. W. K. Bertram on gezin, Paul Krügec- straat 5, beambte Rijks-opv.-gesticht. H. Broek, Maresingel 32 a, werkmeester Rijks-Opv. -gesticht. Over de verkiezing van den bur gemeester van Den Haag, den heer E. C. baron Sweert» de Landaa Wy- borgh, tot lid van de Eerste Kamer, ■egt „De Nieuwe Courant'': Afgescheiden van het' politiek karakter Iran deze verkiezing, doet zy ons om twee redenen genoegen. Vooreerst omdat door de verkiezing van den heer Sweerts het des kundig Indisch element, dat in de Eerste Kamer zeer schaars ia vertegenwoordigd, versterking heeft gekrcfr^n; in de tweede plaat?', omdat het vo«~ - de gemeente 's-Gra- venhage niet onverschV'p is of haar burge meester een zetel in het Parlement inneemt. Zoovev wij ons herinneren is voorheen nog nooit een burgemeester van Den Haag tot lid van de Eerste Kamer gekozen. Uit een onderhoud met den. heer Sweerts Is ons gebleken, dat deze benoeming voor hem een zeer aangename is en tdj het n^,n- daat van de Zuidhollandsche Staten zeer gaarne zal aannemen. In verband met déze verkiezing seinde de Haagsche correspondent van ,,D e Tele graaf": Deze verkiezing is in zoover merkwaardig; als zij de eerste offioieele publieke bevesti ging en erkenning is van het feit, dat onze burgemeester is ,,een man van rechtsch". Wij vermoeden tevens, dat deze verkiezing ïs eer. teeken van zijn naderend aftreden als burgemeester. i vf- In een driestar Gesplitst zegt ,,D e Standaard": Steeds drongen wij ei* op aan, dat men patroons en arbeiders toch niet aanstonds en rechtstreeks 3 a a m in een zelfde college moest doen plaats nemen. Ge moet ze wel saambrengen, maar niet dan in tweede orde. Eerst moeten de patroons apart en de arbeiders apart ver gaderen, om daarna door delegatiën tot elkander te komen, en saam te besluiten. Reeds toen de Kamers van Arbeid in de maak waren, is hierop aangedrongen, maar zonder dat het hielp. En nu heeft juist de bij deze Kamers opgedane ervaring ge toond, hoe slecht zulk een terstond doen saamvergaderen van patroons en arbeiders werkt. Het bleek toch al spoedig, dat er voor aldus ingerichte Kamers geen belang stelling bestond, dat men er zioh niet mee inliet, en d&t men in de groote sociale be weging er ternauwernood notitie van nam. Wié het aantal kiezers, dat voor deze Ka mers had kunnen opkomen, vergelijkt met het schier nietig cijfer van de deelnemers aan deze sociale stembus, ziet voor oogen, dat het geheele instituut op één groote mis lukkig is uitgeloopen. Natuurlijk werkten andere oorzaken hier toe mede. Zoo ook o. m. dat men aan deze Kamers alle bevoegdheid van beteekenis onthouden heeft. Maar de hoofdoorzaak ligt toch inde wijze, waarop men deze Kamers leeft saamgeste]d. Als personen met strijdige belangen ter stond saam worden gebracht, en niet I© ge legenheid hebban om eerst afzonderlijk te vergaderen, is men niet vrij in zijn spreken en overleggen. Maar al te vaak heeft de Voorzitter, bij staking van stemmen, dan het besluit in handen. En waar een klem aam tl arbeiders met patroons samen zijn, ducht-n ze, terecht of ton onrechte, veelal e«*n be lemmering in hefc vrije woord. Hier komt nog iets anders bijGelijk het nu gaat, moeten de arbeiders aan enkelen uit hun midden een generaal mandaat ge ven, terwijl ze bij delegatie, voor elke afzon derlijke saamspreking, mannen kunnen af vaardigen, die bepaaldelijk van het aüsdan 'te behandelen punt geacht worden op de hoogte der zaak te zijn. Doch nu kan dit niet. Nu moet een klein getal uit hun kring op eenmaal voor aile denkbare besprekin gen worden aangewezen. En, wat ten slotte de deur dicht doet, vergaderen beide partijen eerst afzonder lijk, dan is men in de gelegenheid, om met hen, die straks gedelegeerd zullen wórden, «elven de aanhangige zaok te bespreken, met hen overleg te plegen, en hun de in den kring op dit oogenblik heerschende denk beelden te doen kennen. Gelijk het nu daar- 80j >,De wensoh van Uwe Hoogheid is mij een bevel. Ik weet wel, dat eèn pianist© als u al te weinig van mij leeren kanmaar ik zal mij gelukkig rekenen u dat weinige te mogen doen kennen. „En zal het u niet te veel zijn, mij dage lijks een paai* uren les te geven en dan nog een uur zelf voor mij te spelen?" Zeker niet, Hoogheid. Ik herhaal, clat ik geheel tot uW dienst ben. Ik vraag u slechts te bepalen welke uren u over mij beschikken wilt en wanneer wij met de lossen beginnen zullen." De Prinses antwoordde niet, want de jonge dameA dio achter haar stond, en Lorberg begonnen bedden to hoesten als was er plotseling tocht in het vertrek. De rinses bedacht zioh, dat ook de gravin öog in het vertrek wa6 en dat deze het recht had op het grootste gedeelte van de audiëntie. Zij ging, eenigszins in de war, op een tabouret zitten en zeidc „Gaat u een oogenblik zitten, lieve gravin, en gun mij uw gezelschap wat langer. Mag ik u even mijn trouwe Edith voorstellen, miss Edith WaJke. Mijnheer Arsakoff, Edith, over wien wij sinds gis teren meermalen gesproken hebben. Ik dank Uj mijnheer Lorberg. Wilt u zoo vriendelijk zijn te zorgen, dat ik morgen °m dezen tijd met de lessen kan begin- En nu wil mijnheer Arsakoff mis- ^ohien wel .zoo^ beleefd zijn ons een staaltje van zijn kunst te geven: ik zou gaarne de fantasie, die ik gisteren slechts van uit de verte kon hooren, nog eens genieten," De jonge musicus, die bij dezo eerste audiëntie niet op een zoo volledigen triumf had durven hopen, was te méér bereid aan het verzoek te voldoen, omdat hij wist, dat de bedoelde fantasie een lievelingsstuk van gravin Platoff was. Hij ging voor den vleugel zitten en begon te spelen, telkens ziende naar de Prinses, dio tusschen gra vin Platoff en miss Edith Walke was gaan zitten. Toen de eerste tonen machtig en breed door het vertrek weerklonken, boog Stephanie haar hoofd voorover. Haar oogen rustten op het tapijt en keken met belangstel ling naar het patroon daarvan. Langzamerhand evenwel werd haar houding vrijer; zij richtte het hoofd op en Kaar aandacht scheen door de muziek geheel in beslag genomen. Haar bleeke lippen en wangen kregen weer, kleur, de eenigszins overmoedige uitdrukking van haar gezicht maakte. plaats voor een gelukkige; een lachje, dat bijna kinderlijk genoemd kon worden, was van tijd tot tijd op haar gelaat te lezen. Blijkbaar maakte het spel van den jon gen man grooten indruk op haar; hoe groot die evenwel was door het parelende spel alleen kon moeilijk worden uitgemaakt. Met meer zekerheid was op het gelaat van gravin Platoff een half medelijdende, half verachtelijke blik to lezen. Het wezen van do Prinses was geheel veranderd en zij verrukte Arsakoff, die het beste, wat in hem was, gaf. Arsakoff scheen geheel in zijn ©pel op te gaan en zeker zou hij èn door zijn gelaats uitdrukking èn door zijn houding nog dui delijker getoond hebben wat in hem om ging, wanneer hij niet den spot van de gravin gevreesd had. De fantasie was uit, Arsakoff had haar door verschillende toevoegingen grooter ge maakt. Do lichte verwarring, waarin hij op stond en tusschen do Heugel en de deur ging staan, was niet gemaakt; het dankba re gezicht, dat de Prinses hem toonde, had hem in verwarring gebracht. Hij was er nu zeker van, dat zij in hooge mato een gevoe lige, licht voor indrukken vatbare natuur had, en hij pree© zijn instinct-, dat hij zich niet had laten beïnvloeden door de gravlii, die over een „koele Duitsche" gesproken had. De Prinses kwam naar hem toe en zeidc op halfluidcn toon: „Ik dank u zeer voor het genot en voor het vooruitzicht, dat u mij les wilt geven. Bent u Rus van geboorte?" „Van vaderzijde ja; van moederszijde Italiaan, zooals .mijn voornaam en uiterlijk verraden. Mijn moeder kwam uit Milaan, en daar heb ik een deel van mijn studie doorgemaakt. De Prinses ging op dat antwoord niet in; zijn familie interesseerde haar niet. Zij zei- do buitengewoon levendig: „In uw fantasie zijn zeker bekende Rus sische motieven verwerkt. Een paar volks liederen on een dans herkende ik dadelijk, maar uit 't geheele werk spreekt een eigen persoonlijkheid en dat geeft de grootste waarde." „Uwe Hoogheid is wol goed mijn werk zoo te willen beschouwen. Ik begin te ge- looven, dat er wel wat goed© in is, wanneer iemand ais u, die door de omgeving ver wend is, het zooveel eer waardig keurt." Arsakoff maakte met het hoofd een bewe ging naar het balkon, van waar het prach tige landschap te zien wa-s. Zij begreep wat hij bedoelde en zeidc-: „Die vergelijking gaat niet op. De schit terendste kleuren moeten wijken voor de macht der muziek. Ik word er noodt aan herinnerd, wanneer ik muziek, werkelijk goede muziek hoor, die mij boeit. Er is geen aanrakingspunt tusschen muziek en de we reld; misckien uitgezonderd een paar ge moedsaandoeningen van onszelf." „Uwe Hoogheid leeft gelijk; muziek ver plaatst ons inderdaad in een andere we reld." Arsakoff sprak zoo zacht mogelijk, want hij wilde niet, dat de gravin hem hoe ren zou. „Een andere, betere wereld. Niet-muzi- kale raenschen koesteren het verlangen zich van de aarde weg te denken bij het gezicht van wolken of van soliitterende sterren. Wij Fijn gelukkiger dan zij; met de eerste tonen zijn wij daar, waar zij wenschen te komen." Arsakoff oordeelde het beter ten teeken van insteïnming slechts een buiging te ma ken. Hij bemerkte, dat Lorberg zijn verblijf nu lang genoeg oordeelde. Zoodra de Prin ses zich weèr wendde tot de gravin, die oen paar woorden met miss Walko had ge sproken, verzocht hij zich to mogen verwij deren, daarmee het sein voor een ailgemeen weggaan gevende. De Prinses was nu weer even verlegen al© hij bij het begin en haar Mzoekers verlieten het salon met alle voor geschreven ceremonieel. In de voorkamer holde Lorberg hen achterop en zeide tegen Aïsa-koff „Schenk mij tien minuten van uw tijd in mijn kamer en sta mij toe, dat ik u bij Zijne Hoogheid aanmeld. Ik feliciteer met uw succes. De Prinses is verrukt." „Ik laat Arsakoff bij u. Goeden mor gen, Lorberg; misschien heb ik wel de eer uw meester vandaag nog bij mij to zien," zèide de gravin. „Een woord nog, Arsakoff: bind je niet voor langer dan voor je ver» blijf hier. Ik herhaal je nog eens; het ia niets voor jou. Je bent nu betooverd door de Prinses; zij heeft jc niets anders gezegd dan wat ze van Liszt, Brahms en Rubin stein uit het hoofd heeft geleerd. En denk er aan, dat de Hertog uit ander l.-^ut gesne den is dan de vorsten, die jij tot nu toe ontmoet, hebt. Goeden morgen, Camilloik zie je straks nog wel". Zij verdween door de dein*, die twee lakeien voor haar openden. Lorberg had een diepe buiging gemaakt, Arsakoff keek haar na met een bijna boozen blik en volg de toen den secretaris, die op dit oogenblik allo3, wat met kunstenaars in verband stond, uit den grond van zijn hart ver- wenschte. VII. Terwijl dit alles zich afspoelde in het ho tel, hadden von Herther, Fclicitas en Erich' Francken na een prettige gondelvaart IsoU. Madre bereikt. Het toeval wilde, dat zij al leen het uitstapje maakten en het eiland betraden met het gevoel alsof zij er voor eenige uren bezit van hadden genomen. Het tochtje wa© hoerlijJc geweest. Een licht koeltje had, niettegenstaande de warme «onnestralen, eenige verfrissching gebracht, en ook nu woei het heerlijk over het eilandu (Wordt vervolg<L)i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5