No. 155*76. LEIBSÜH 35A0BXaA13, Woensdag' 30 Rovomber.
Tweed©
Uit de „Staatscourant".
Anno 191<V
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Hun roeping getrouw.
entegen loopt, zijn de gekozenen een 3oort
Y e r t r a ue n 9 m a n n e r, aan wie het
alles moet worden toevertrouwd. En steeds
leerde de ervaring, hoe dit stelsel vaa
Vertrauensmanneï'den toestand ver-
valschte en belanghebbenden teleurstelde.
Zij men daarom op zijn hoede, om bij het
ook op ander gebied saambrengen van pa
troons en arbeiders toch altoos met split-
s i n g te beginnen. Eerst dan kan er samen
werking en verzoening uit geboren worden.
Anders wordt elke kans op gunstig resul
taat reeds in de samenstelling vorspeedd.
„re Rotterdammer" bevatte de vol.
gvndo' driestar:
Onlangs heeft men zich in een deel der
linksche pers zeer vroolijk gemaakt over het
feit, d at het o o a 1 i t i e.K a b i n e t bij een
deel van zijn programma den steun der
socialisten noodig had.
Ziet toch, zoo riep men uit, hoe boontje
om zijn loontje komt!
Gij, mannen van rechts, hebt ons altijd
verweten, dat wij niet. in staat waren om
de regeering te voeren, omdat wij op de
socialisten moeten steunen. Thans zijt ge zelf
aan hot roer met een meerderheid zooals
nog geen stembus in Nederland ooit in het
Parlement bracht. En nauwelijks komt de
Bakkerswet ter tafel, of de eenige kans,
om haar de eerste schrede- op den door-
nigon weg naar het ,.S t a a t s b 1 a d" te
doen zetten, is, dat zij wankelend om steun
grijpt haar dionzelfden socialistisehen zweep-
stok, wiens streng nog straks onze stram
heid zoo gestriemd heeft.
Daargelaten nu zij voor liet oogenblik de
vra.ag of, als men zich bij de Bakkerswet
geen hoogcr doel had gesteld dan om het
ontwerp in hoofdzaak ongehavend tegen el-
ken prijs er door te krijgen, men de stem
men der socialisten werkelijk noodig had
gehad. Dit worde nu voor deze gelegen
heid roaai' eens als juist aangenomen.
Dan nog heerseht hier oen algehele ver
warring.
TV at linies viel af te keuren, was niet-,
dat voor sommige maatregelen op steun
uit den socialistisehen hoek werd gerekend.
Hiervoor kon wellioht goede grond zijn.
Mits daarvoor niet aan het eigen begin
sel werd te kort gedaan, viel hier niets to
gispen.
Neen, wat gewraakt werd, was geheel
iets aaiders.
"Wie in den constitutioneelcn staat oen
elector al-ar. veldtocht onderneemt, moet dit
doen zóó, dat, als voor de beginselen en
leuzon, die daarbij in liet vaandel worden
geschreven, onder het volk eon meerderheid
wordt gevonden, straks do aldus gekoze
nen do verantwoordelijkheid voor 's lands be
stuur naar die beginselen en leuzen op zich
leun non nemen.
Dat nu juist ontbrak bij de liberale cam
pagne. Oud-liberalen, Unie-liberalen en vrij
zinnig-democraten mochten onderling veel
verschillen, door hen ware, als de meer
derheid was verkregen, nog wel een homo
geen Kabinet te vormen. Het bloot in 1905
wel, dat dè oud-liberalen het ten slotte
niet wilden, maar het ware toch denkbaar
geweest.
Maar van de socialisten stond vooruit vast,
dat zij principieel met do anderé linksche
groepen geenerlei oenheid erkenden en met
hen geen meerderheid anders dan in nega
tieven zin ooit zonden willen vormen. Voor
het positief gedeelte, voor de leiding van
het bestuur aanvaardden zij niet dé minste
verantwoordelijkheid
En- toch is op die wijze, doar louter nega
tieve oom bi naties, het Kabinet-Kuyper ten
val gebracht. Na dien val was er geen
meerderheid, die de positieve taak kon aan
vaarden.
Dat onconstitutioneel bedrijf moest zich
wreken op wie toch optrad. En zóó geschiedde
bet dan ook.
Niet dus, dat het Kabinet.De Mééster voor
sommige onderworpen steun van de socia
listen en van rechts noodig had, was het
euvel. Maar dat zijn positie was verkre
gen door electorale combinaties, waarop geen
algemeen regecringsbeleid kon gegrondvest
worden, was het constitutioneel vergrijp.
Wat rechts bij dc Bakkerswet viel te
merken, heeft hiermede niet dc minste ge
lijkenis.
Wie zich alz-oo links verblijdt over wat
thans geschiedde, verblijdt zioh over een
doode musch.
De „Nieuwe Eottordamsclio Cou.
rant" geeft een beschouwing over de voor
gestelde herziening van de officiers-
traktementen.
Het blad noemt deze thans voorgelegde
herziening niet anders dan een tweeden nood.
zake! ijken stap in de richting, door minis
ter Bergansius in 1903 reeds aangegeven.
Het "hlad betreurt, echter het voorstel tot
afscliaffing van alle toelagen, die in 1903
op grond van zorgvuldige overwegingen wa
ren herzien
Het blad toch ziet in het toelagenetel-
sel in zekeren -zin een correctief voor ge
lijkheid van bezoldiging, het eenige mid
del om streven naar hoogere ontwikkeling
op allerlei gebied op bescheiden wijae niet
te beloonen, doch te waardeeren.
Het blad kan mpt de voorgestelde herzie
ning der traktementen in hoofdzaak mede-
gaan, mits eenmaal verkregen aanspraken
geëerbiedigd worden, zoodat ten slotte be
zoldigden niet de dupe worden van zich
wijzigende denkbeelden in zake het bezol
digingsstelsel. Men moet zioh, zegt het Rot-
terdamsche orgaan, echter voor oogen hou
den, dat een bevredigende oplossing van
het waagstuk van toelagen en pensioenen
tot verder strekkende financioele gevolgen
leiden moet. Onder deze omstandigheid had
den wij zeker aan den voorzichtigcn weg
van geleidelijke opheffing-der aanvangstrak-
te men ten de voorkeur gegeven. Aan de Ka
mer waTo dan ten eerste gelegenheid ge
geven, met moer vrijheid haar beslissing te
nemen dan nu, nu de verwerping of op
schorting van de herziening eenmaal gewek
te verwachtingen zeef teleur zou stellen, en
mitsdien haar bedenkelijke zijde heeft; en
ten andere ware minder! voot gegeven aan
do propagandisten voor nieuwe lcgerdenk-
beoldcn. Staan deze toch vooraan op de
bres om de traktomentsverbetering mot. klem
van rodenon te betoogen, anderzijds verkon.
digo-n zij do leer, dat zonder besnoeiing van
de sterkte van het -officiorskorps goen af
doende positioverbetering mogelijk is. Dat
ovenwol daarvoor de tijd nog niet gekomen
is, hebben wij bij herhaling betoogd.
In het matrozenblad „Het- Anker"
wordt de volgende vergelijking gemaakt
Nioiiwonhuis was matroos, Van den Bosch
admiraal.
Nieuwenhuis had alleen een artikel ge
schreven, waarin hij te kennen gaf zich
niet met het militaire «leisel te kunnen
vereenigen, cn bad'' zich absoluut niet ver
zet togen eenige opdracht van een militair,
boven hem geplaatst.
Admiraal Van den Bosch kan zich wel
met het militaire stelsel vcrecnigcn, maar
heeft zich wel verzet tegen een hem door
een superieur gegeven opdracht, althans
geen terechtwijzing willen aanvaarden van
dien superieur.
Tegen den dienst had Nicuwenliuis niets
misdav,vanf wat uit militair oogpunt te ver-
oordeelon vieladmiraal Van den Bosch had
zich daaraan wel schuldig gemaakt.
Niouwonluiis wordt ontslagen wegens an
ti-militaire eigenschappen, admiraal Vau don
Bosch met can dilc pensioen.
Nieuwen hu is krijgt een uitgeleide van
eenige honderden matrozen, welke niet op
liet perron worden toegelaten; admiraal Van
den Bosch krijgt oen uitgeleide van een
groot aantal officieren, welke wel wordan
toegelaten op het perron.
Ziedaar nu het verschil.
Een anti-disciplinaire daad Jiad NKuwen-
huis.niet gedaan, dc heer Van den Bosch wel.
Toch vindt men in hoogere, ia bfficiors-
kringen, dezen toestand heel gewoon en
noemt men ons dwaas en opruiend on ten
dentieus on tuchtondcrmijncnd on wat al
niet, als wij op deze verschillen wijzen on
daaruit conoludeeron, dat er tweeërlei rechts
opvattingen zijn, één voor de „meerderen"
•en cén voor de „minderen", terwijl ei* toch
maar cén reglement is, waaraan allen bc-
hooren onderworpen te zijn.
Dc> raindoro schepelingen op de vloot die
nen de daad van don lieer Van den Bosch
te onthouden, misschien komt het te pas.
„Land on Volk" waarschuwt de vak
organisaties tegen 'deelneming aan de kies
recht a c t i e.
TVaar dit vrijz..dein. orgaan levensvoor
waarde ziet van de vakorganisatie in de ge
heelonthouding van de politiok, meent het,
dat ook thans niet van het écne rochte pad
mag worden afgedwaald door de vakvereni
gingen, on het besluit:
Dit beteekent natuurlijk niet, dat de leden
eaner vakorganisatie niot persoonlijk zou
den moeten ijveren voor het welslagen van
een van beide bewegingen. Integendeel, hoe
harder zij daarvoor wecken, dos te liever
zal het ons zijn. De ««luchtbeweging,
thans door alle democraten zonder onder
scheid op touw gezet, moet noodzakelijk
slagen en een grootschen indruk maken.
De beide acties zullen daarom verstandig
doen met jaiefc te zoor zich toe te leggen
op het afvangen van vliegen Maar ter
will© van de belangen der vakorganisatie
hebben wij gemeend ze te moeten waarschu
wen, zich niet te begeven op eau weg, die
hen uit de goede richting zal brengen.
Prov. .Staten van Znid-Holland.
In handen van oommissien zijn gesteld,
bestaande uit de leden:
de heeren Van Namen, von Briel Sasse,
Korteweg, Los, Overwater, Vegtel en v. d.
Velde (lid G. S.) de subsidieaanvraag voor
een bloemententoonstelling te Boskoop;
de heeren Plate, dr. Kruas, Paul, Van
Siraaten, Visser van IJzendoorn, Van
TVichen en Krab (lib G. S.) het voorstel
tot voortzetting der verbeteringsw erken van
het A ark a ii aai en dat tot aankoop van per-
ceelen bij G-ouwe-sluis onder Alphen.
Het verzoek van het Genootschap „Ma
thesis Scientiarnm Genitris" te Leiden be
treffende de voorwaarden voor subsidie-
verhooging voor zijn school is door adres
sant voorloopig ingetrokken, in verband met-
het. nog niet verleenen van een rijkssubsidie.
Het rapport der commissie betreffende
de pensionneering van de leden van Ged.
Staten is naar de afdeelingen verzonden,
waarvan het óp te maken verslag ter be
antwoording in handen zal worden gesteld
van de desbetreffende commissie uit de
Staten.
De volgende vergadering wordt bijeenge
roepen tegen 13 December. Na sluiting der
vergadering kwamen te halffcwee de afdee-
üingen bijeen.
Het voorstel van Gedep. Staten tot aan
koop van perceelen bij Gouwesluis, strekt
ter tegemoetkoming aan de herhaaldelijk in
gekomen klachten over do gebrekkige in
vaart uit en naar de Gouwe, voor vaartui
gen naar en uit den Rijn en het Aarkanaal.
Gedep. Staten hebben gemeend onder hun
persoonlijke verantwoordelijkheid, deze ge
legenheid om het voor de afzondering noo-
digo terrein billijk voor de provincie te ver
krijgen, niet te mogen laten voorbijgaan en
hebben bij. de afmijning bij opbod en met
verhoogingon was de inzet f 14,VOO net
te koop aangebodene doen afmijnen op een
bedrag van f 17,700. Do kosten, welke vol
gens de verkoopvoorwaarden ten laste van
den kooper komen, bedragen f 1676, In ron
de som wordt het bedrag op f 20,000 geste4d.
Ongeveer twee derde van het terrein zal
na de afronding weer verkocht kunnen wor
den en aangezien na die afronding het
laden cn lossen hier. minder moeilijkheden
zal opleveren dan vroeger, zal het gekochte,
niettegenstaande de verkleining, vermoede
lijk met veel in waarde achteruitgaan.
Bij Kon. besluit is aan Harer Majesteit© ad
judant in buitengewonen dienst en opper
stalmeester, den gep ensionne er den ritmees
ter met rang van luitenant kolonel C. A. ba
ron Bentinck, aan Harer Majesteits ordon
nans-officier, den lsten luit. van den groe
ten staf, J. J. C. baron van Voorst tot
Voorst., aan den sergeant A. van Warmelo,
zoomede aan de korporaals H. Hoogerheide
en P. van Ènsbergen. allen van het reg.
grenadiers en jagers, vergunning verleend
tot het aannemen en het dragen van de or-
deteekenen van:
Grootkruis van de orde van de Kroon
België, voor zooveel den gexp. luit.-kok bo*
ron Bentinck voornoemd aangaat;
van ridder van laatstgenoemde orde, vootf
zooveel den lsten luit. baron Van Voorst tot
Voorst betreft;
van de medaille 2de kl. van de orde van
Leopold II, voor zooveel betreft vorenge
noemden sergeant, en van de medaille 3do
kl. van laatst vermelde orde, voor zooveel
aangaat de genoemde korporaals; welke on
derscheidingen den hiorvoren genoemden
door Z. M. den Koning der Belgen zijn ge
schonken
de reserve-paardenarts 2de kl. P. H. A.
van Aeist, onder toekenning van een eervol
ontslag als zoodanig uit den militairen
dienst benoemd tot paardenarts 2de kl. bij
het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht;
voor den tijd van vijf jaren, gerekend
van 10 November 1910, benoemd en aange
steld:
bij heb personeel van den geneeskundigen
dienst dor landmacht-, tot, reserve-off. v. gez.
2de kl., J. W. Oosterhuis, arts.
Aan A. Plate en mr, N. P. van den Berg,
op hun verzoek, eervol ontslag verleend als
leden van de Centrale Commissio voor do
Statistiek, onder dankbetuiging voor do in
die betrekking bewezen diensten.
l>ranilIooze telegraphic.
Naar we vernemen, bestaat het voorne
men op do West-Indisoho eilanden Bonaire
en Aruba stations voor draadlooze telegra-
phie op te richten.
Opgave van personen, die zich te
Ibeiden hebben gevestigd.
J. Oudshoorn en gez., Joubertstraai' 2»
letterzetter.
H. T. Yap en gez., Plantsoen 47.
D. N. P. Hocke, Hoogstraat 5.
J. J. Weijll en gez., Rijndijkstraat 73g
varkensslaohter.
J. Zurer, Plantage 24, dienstbode.
J. H. Oldenburg, Oude Vest 69, handels
reiziger.
S. Straathof en gez., Prins-Hendrik
straat 20.
S. J. H. M. Luoken, Breestraat S4.
G. van Breda Kolft', Jan van Goyenkad©
18, directeur Rijks-opvoedingsgesticht.
J. Bouwes Bavmck, Kloksteeg 7.
B. Jourdan, Oude Rijn 48, leerares in da-
meshand werken.
H. E. Santing, Schelpenkade 37, dienst
bode.
C. Ernst- en gez. Singelstraat 1, grond
werker.
A. Kerkhoven en gez., Heerenstraat 113.
M. Grupstra en gez., Oosterstraat 3Aj;
veldarbéider.
W. M. Westerman, Steen schuur 16.
S. Verlare en gez., Maredijk 149, hoofd
der school Rijksopv.-gesticht.
H. J. van der Horst, Donkersteeg 17.
A. D. van Assendelft do Coningh, Nieu.
we Rijn 39.
P. A. van Beusekom, Aalmarkt 2.
J. L. C. Nelissen, Aalmarkt 28, winkel-
kelbediende.
J. J. van Halderen, Rijndijkstraat 74.
J. J. H. Kruis en gezin, Pasteurstraat
24 A, timmerman.
J. Okker, Morsohweg 60.
A. H. S. Opwyrda, Morschsingcl 8, pleeg
zuster.
J. Blansjaar, Niéowsteeg 10 A.
J". van Gooi en gezin, Medusastraat l'f
machinist.
T. Nieman, Rapenburg 66, dienstbode.
A. J. A. M. van Cranenburgh, Rapen
burg 24.
J. H. Satter, Oude Singel 168.
R. Struik en gezin, Willemstraat 24, be
ambte Rijks-opv.-gestioht.
A J. J. Wendel en gezin. Witte Singel
6 A, lithograaf.
W. K. Bertram on gezin, Paul Krügec-
straat 5, beambte Rijks-opv.-gesticht.
H. Broek, Maresingel 32 a, werkmeester
Rijks-Opv. -gesticht.
Over de verkiezing van den bur
gemeester van Den Haag, den
heer E. C. baron Sweert» de Landaa Wy-
borgh, tot lid van de Eerste Kamer,
■egt „De Nieuwe Courant'':
Afgescheiden van het' politiek karakter
Iran deze verkiezing, doet zy ons om twee
redenen genoegen. Vooreerst omdat door de
verkiezing van den heer Sweerts het des
kundig Indisch element, dat in de Eerste
Kamer zeer schaars ia vertegenwoordigd,
versterking heeft gekrcfr^n; in de tweede
plaat?', omdat het vo«~ - de gemeente 's-Gra-
venhage niet onverschV'p is of haar burge
meester een zetel in het Parlement inneemt.
Zoovev wij ons herinneren is voorheen nog
nooit een burgemeester van Den Haag tot
lid van de Eerste Kamer gekozen.
Uit een onderhoud met den. heer Sweerts
Is ons gebleken, dat deze benoeming voor
hem een zeer aangename is en tdj het n^,n-
daat van de Zuidhollandsche Staten zeer
gaarne zal aannemen.
In verband met déze verkiezing seinde de
Haagsche correspondent van ,,D e Tele
graaf":
Deze verkiezing is in zoover merkwaardig;
als zij de eerste offioieele publieke bevesti
ging en erkenning is van het feit, dat onze
burgemeester is ,,een man van rechtsch".
Wij vermoeden tevens, dat deze verkiezing
ïs eer. teeken van zijn naderend aftreden als
burgemeester.
i vf-
In een driestar Gesplitst zegt ,,D e
Standaard":
Steeds drongen wij ei* op aan, dat men
patroons en arbeiders toch niet
aanstonds en rechtstreeks 3 a a m in een
zelfde college moest doen plaats
nemen. Ge moet ze wel saambrengen, maar
niet dan in tweede orde. Eerst moeten de
patroons apart en de arbeiders apart ver
gaderen, om daarna door delegatiën tot
elkander te komen, en saam te besluiten.
Reeds toen de Kamers van Arbeid in de
maak waren, is hierop aangedrongen, maar
zonder dat het hielp. En nu heeft juist de
bij deze Kamers opgedane ervaring ge
toond, hoe slecht zulk een terstond doen
saamvergaderen van patroons en arbeiders
werkt. Het bleek toch al spoedig, dat er
voor aldus ingerichte Kamers geen belang
stelling bestond, dat men er zioh niet mee
inliet, en d&t men in de groote sociale be
weging er ternauwernood notitie van nam.
Wié het aantal kiezers, dat voor deze Ka
mers had kunnen opkomen, vergelijkt met
het schier nietig cijfer van de deelnemers
aan deze sociale stembus, ziet voor oogen,
dat het geheele instituut op één groote mis
lukkig is uitgeloopen.
Natuurlijk werkten andere oorzaken hier
toe mede. Zoo ook o. m. dat men aan deze
Kamers alle bevoegdheid van beteekenis
onthouden heeft. Maar de hoofdoorzaak ligt
toch inde wijze, waarop men deze Kamers
leeft saamgeste]d.
Als personen met strijdige belangen ter
stond saam worden gebracht, en niet I© ge
legenheid hebban om eerst afzonderlijk te
vergaderen, is men niet vrij in zijn spreken
en overleggen. Maar al te vaak heeft de
Voorzitter, bij staking van stemmen, dan het
besluit in handen. En waar een klem aam tl
arbeiders met patroons samen zijn, ducht-n
ze, terecht of ton onrechte, veelal e«*n be
lemmering in hefc vrije woord.
Hier komt nog iets anders bijGelijk het
nu gaat, moeten de arbeiders aan enkelen
uit hun midden een generaal mandaat ge
ven, terwijl ze bij delegatie, voor elke afzon
derlijke saamspreking, mannen kunnen af
vaardigen, die bepaaldelijk van het aüsdan
'te behandelen punt geacht worden op de
hoogte der zaak te zijn. Doch nu kan dit
niet. Nu moet een klein getal uit hun kring
op eenmaal voor aile denkbare besprekin
gen worden aangewezen.
En, wat ten slotte de deur dicht doet,
vergaderen beide partijen eerst afzonder
lijk, dan is men in de gelegenheid, om met
hen, die straks gedelegeerd zullen wórden,
«elven de aanhangige zaok te bespreken,
met hen overleg te plegen, en hun de in den
kring op dit oogenblik heerschende denk
beelden te doen kennen. Gelijk het nu daar-
80j
>,De wensoh van Uwe Hoogheid is mij
een bevel. Ik weet wel, dat eèn pianist© als
u al te weinig van mij leeren kanmaar
ik zal mij gelukkig rekenen u dat weinige
te mogen doen kennen.
„En zal het u niet te veel zijn, mij dage
lijks een paai* uren les te geven en dan
nog een uur zelf voor mij te spelen?"
Zeker niet, Hoogheid. Ik herhaal, clat
ik geheel tot uW dienst ben. Ik vraag u
slechts te bepalen welke uren u over mij
beschikken wilt en wanneer wij met de
lossen beginnen zullen."
De Prinses antwoordde niet, want de
jonge dameA dio achter haar stond, en
Lorberg begonnen bedden to hoesten als
was er plotseling tocht in het vertrek. De
rinses bedacht zioh, dat ook de gravin
öog in het vertrek wa6 en dat deze het
recht had op het grootste gedeelte van de
audiëntie. Zij ging, eenigszins in de war,
op een tabouret zitten en zeidc
„Gaat u een oogenblik zitten, lieve
gravin, en gun mij uw gezelschap wat
langer. Mag ik u even mijn trouwe Edith
voorstellen, miss Edith WaJke. Mijnheer
Arsakoff, Edith, over wien wij sinds gis
teren meermalen gesproken hebben. Ik
dank Uj mijnheer Lorberg. Wilt u zoo
vriendelijk zijn te zorgen, dat ik morgen
°m dezen tijd met de lessen kan begin-
En nu wil mijnheer Arsakoff mis-
^ohien wel .zoo^ beleefd zijn ons een staaltje
van zijn kunst te geven: ik zou gaarne de
fantasie, die ik gisteren slechts van uit de
verte kon hooren, nog eens genieten,"
De jonge musicus, die bij dezo eerste
audiëntie niet op een zoo volledigen triumf
had durven hopen, was te méér bereid aan
het verzoek te voldoen, omdat hij wist, dat
de bedoelde fantasie een lievelingsstuk van
gravin Platoff was. Hij ging voor den
vleugel zitten en begon te spelen, telkens
ziende naar de Prinses, dio tusschen gra
vin Platoff en miss Edith Walke was gaan
zitten. Toen de eerste tonen machtig en
breed door het vertrek weerklonken, boog
Stephanie haar hoofd voorover. Haar
oogen rustten op het tapijt en keken met
belangstel ling naar het patroon daarvan.
Langzamerhand evenwel werd haar houding
vrijer; zij richtte het hoofd op en Kaar
aandacht scheen door de muziek geheel in
beslag genomen. Haar bleeke lippen en
wangen kregen weer, kleur, de eenigszins
overmoedige uitdrukking van haar gezicht
maakte. plaats voor een gelukkige; een
lachje, dat bijna kinderlijk genoemd kon
worden, was van tijd tot tijd op haar gelaat
te lezen.
Blijkbaar maakte het spel van den jon
gen man grooten indruk op haar; hoe
groot die evenwel was door het parelende
spel alleen kon moeilijk worden uitgemaakt.
Met meer zekerheid was op het gelaat van
gravin Platoff een half medelijdende, half
verachtelijke blik to lezen.
Het wezen van do Prinses was geheel
veranderd en zij verrukte Arsakoff, die het
beste, wat in hem was, gaf.
Arsakoff scheen geheel in zijn ©pel op te
gaan en zeker zou hij èn door zijn gelaats
uitdrukking èn door zijn houding nog dui
delijker getoond hebben wat in hem om
ging, wanneer hij niet den spot van de
gravin gevreesd had.
De fantasie was uit, Arsakoff had haar
door verschillende toevoegingen grooter ge
maakt. Do lichte verwarring, waarin hij op
stond en tusschen do Heugel en de deur
ging staan, was niet gemaakt; het dankba
re gezicht, dat de Prinses hem toonde, had
hem in verwarring gebracht. Hij was er nu
zeker van, dat zij in hooge mato een gevoe
lige, licht voor indrukken vatbare natuur
had, en hij pree© zijn instinct-, dat hij zich
niet had laten beïnvloeden door de gravlii,
die over een „koele Duitsche" gesproken
had. De Prinses kwam naar hem toe en
zeidc op halfluidcn toon:
„Ik dank u zeer voor het genot en voor
het vooruitzicht, dat u mij les wilt geven.
Bent u Rus van geboorte?"
„Van vaderzijde ja; van moederszijde
Italiaan, zooals .mijn voornaam en uiterlijk
verraden. Mijn moeder kwam uit Milaan,
en daar heb ik een deel van mijn studie
doorgemaakt.
De Prinses ging op dat antwoord niet in;
zijn familie interesseerde haar niet. Zij zei-
do buitengewoon levendig:
„In uw fantasie zijn zeker bekende Rus
sische motieven verwerkt. Een paar volks
liederen on een dans herkende ik dadelijk,
maar uit 't geheele werk spreekt een eigen
persoonlijkheid en dat geeft de grootste
waarde."
„Uwe Hoogheid is wol goed mijn werk
zoo te willen beschouwen. Ik begin te ge-
looven, dat er wel wat goed© in is, wanneer
iemand ais u, die door de omgeving ver
wend is, het zooveel eer waardig keurt."
Arsakoff maakte met het hoofd een bewe
ging naar het balkon, van waar het prach
tige landschap te zien wa-s. Zij begreep wat
hij bedoelde en zeidc-:
„Die vergelijking gaat niet op. De schit
terendste kleuren moeten wijken voor de
macht der muziek. Ik word er noodt aan
herinnerd, wanneer ik muziek, werkelijk
goede muziek hoor, die mij boeit. Er is geen
aanrakingspunt tusschen muziek en de we
reld; misckien uitgezonderd een paar ge
moedsaandoeningen van onszelf."
„Uwe Hoogheid leeft gelijk; muziek ver
plaatst ons inderdaad in een andere we
reld."
Arsakoff sprak zoo zacht mogelijk, want
hij wilde niet, dat de gravin hem hoe
ren zou.
„Een andere, betere wereld. Niet-muzi-
kale raenschen koesteren het verlangen zich
van de aarde weg te denken bij het gezicht
van wolken of van soliitterende sterren. Wij
Fijn gelukkiger dan zij; met de eerste tonen
zijn wij daar, waar zij wenschen te komen."
Arsakoff oordeelde het beter ten teeken
van insteïnming slechts een buiging te ma
ken. Hij bemerkte, dat Lorberg zijn verblijf
nu lang genoeg oordeelde. Zoodra de Prin
ses zich weèr wendde tot de gravin, die oen
paar woorden met miss Walko had ge
sproken, verzocht hij zich to mogen verwij
deren, daarmee het sein voor een ailgemeen
weggaan gevende. De Prinses was nu weer
even verlegen al© hij bij het begin en haar
Mzoekers verlieten het salon met alle voor
geschreven ceremonieel. In de voorkamer
holde Lorberg hen achterop en zeide tegen
Aïsa-koff
„Schenk mij tien minuten van uw tijd
in mijn kamer en sta mij toe, dat ik u bij
Zijne Hoogheid aanmeld. Ik feliciteer
met uw succes. De Prinses is verrukt."
„Ik laat Arsakoff bij u. Goeden mor
gen, Lorberg; misschien heb ik wel de eer
uw meester vandaag nog bij mij to zien,"
zèide de gravin. „Een woord nog, Arsakoff:
bind je niet voor langer dan voor je ver»
blijf hier. Ik herhaal je nog eens; het ia
niets voor jou. Je bent nu betooverd door
de Prinses; zij heeft jc niets anders gezegd
dan wat ze van Liszt, Brahms en Rubin
stein uit het hoofd heeft geleerd. En denk
er aan, dat de Hertog uit ander l.-^ut gesne
den is dan de vorsten, die jij tot nu toe
ontmoet, hebt. Goeden morgen, Camilloik
zie je straks nog wel".
Zij verdween door de dein*, die twee
lakeien voor haar openden. Lorberg had
een diepe buiging gemaakt, Arsakoff keek
haar na met een bijna boozen blik en volg
de toen den secretaris, die op dit oogenblik
allo3, wat met kunstenaars in verband
stond, uit den grond van zijn hart ver-
wenschte.
VII.
Terwijl dit alles zich afspoelde in het ho
tel, hadden von Herther, Fclicitas en Erich'
Francken na een prettige gondelvaart IsoU.
Madre bereikt. Het toeval wilde, dat zij al
leen het uitstapje maakten en het eiland
betraden met het gevoel alsof zij er voor
eenige uren bezit van hadden genomen.
Het tochtje wa© hoerlijJc geweest. Een licht
koeltje had, niettegenstaande de warme
«onnestralen, eenige verfrissching gebracht,
en ook nu woei het heerlijk over het eilandu
(Wordt vervolg<L)i