LË1DSCSH DAG-BLAB, tfr^aï 25 SfoTenbar. -VFweo&e Blad. Een reproductie Buitenlandsch Overzicht Eerste Kamer. Tweede Kamer. Kun roeping getrouw. Jfo. 155*72. Anno mm. yan het portret, dal op verlangen van H. Jtl. de Koningin door Thérèse jS c h w a r t z e is geschilderd, is aan ons bureel voor onze abonnés k Hen Cents yan af heden verkrijgbaar. Het is op zwaar karton gedrukt en ge heel op dezelfde wijze uitgevoerd als wij .vroeger portretten van H. M. de Koningin hebben gegeven. Groot-is onze voorraad niet; wij lieten Jdit portret alleen maken, -omdat er web abonnés zullen zijn, die het in hun bezit .willen hebben. De EngeUoho Ministers en rooral Asquith, hebben dezer degen nu niet bepaald een benijdbare positie. -In-'het Par lement voortdurend-doör de oppositie aan gevallen, en buiten-liet Parlement door hut zwakke geslacht der kifigr echtvrou wen, waaronder echter veel kracht blijkt te schuilen. Het is w«j /n eigenaardig verschijnsel dat deze vrouwen maar net kunnen doen wat rij willen, zonder straf te krijgen. De mi nister Churohill, die misschien ook om po litieke redenen de dames niet te zeer ver bitteren wil, heeft bepaald dat zij die be schuldigd waren van het doen van overlaat, (dadelijk op vrije voeten zouden worden ge steld. Zoo keerden er gisteren weer ruim honderd in de vrijheid terug. Alleen zij die roet voorbedachten rade de politie hebben aangevallen, ruiten hebben stukgeslagen en ander geweld hebben gepleegd, zullen .veroordeeld mogen worden. Zoo kregen er gisteren ruim 50 ieder 5 pond boete of één maand. Bijna alle kozen zij de maand. De sachte behandeling der dames vindt m de Londensohe pers weinig bijval. Men spreekt wel eens van klasse-justitie, maar hier is misschien het woord: sexe-justitie. Het voortgezet debat in het Hoogerhuis Over de voorstellen van Lans- do w n e heeft weinig nieuws gebracht. De Lord-Kanselier wees er nogmaals op, dat bet noodzakelijk is onverwijld een einde te maken aan de niet op te lossen verscnil- lcn van meening omtrent de wijze, waarop dc bestaande grieven uit den weg kunnen worden geruimd, daar de ondervinding haar heeft geleerd, dat het voor een liberale re geering onm gelijk is aan het bewind te blijven met nut voor het land en met behoud van den eerbied voor zichzelve, zonder dat die grieven weggenomen worden. Nadat de conferentie mislukt was, restte der regco- ring niets anders dan het Lagerhuis te ent- binden. Het voorstel Lansdowne om in- comité- generaal over to gaan, om zijn besluiten ie bespreken, werd aangenomen, hetgeen daar na met de besluiten eveneens geschiedde ei eon der stemming. Besloten werd dat de besluiten van Lans- 'downe en Roseberry aan het Lagerhuis me degedeeld zouden worden. Bij de bespreking van den vleeschnood in den Duitschen Rijksd a g heeft de afgevaardigde Trunborn een goed woord gedaan voor het Hollandsche vee. Hij zeide dat hij bij invoer van Hollandsch vee niet aan besmeting geloofde. De sanitaire en vee arts enij k u ndi ge toestanden in Hol land zijn met slechter dan die in Rualand en Oostenrijk. in Frankrijk achten do Zuid-Duitsche sta gen het besmettingsgevaar niet bestaand en V/at voor Frankrijk geldt, behoort ook voor 'Holland te gelden. De Pruisische minister van landbouw ant woordde, dat aan 't verzoek om invoer vaa levend vee uit Holland tegenwoordig niet Verder gevolg gegeven kon worden, omdat Heiland door hier en daar voorkomend 'mond- en klauwzeer niet als geheel onbe- iBraet beschouwd kon worden. Daarbij komt;, «dat bij openstelling van de grenzen Holland zeker niet zooveel kan leveren, dat daar door een werkelijke daling in de vleeschprij- ien zou ontstaan. Ook Engeland sluit zijn grenzen voor den invoer van levend vee uit Holland. De Rijksdag heeft gisteren ook voorzien in de vacature van zijn 2den vie e-p r e si- dent Zooals men weet heeft de vorige ti tularis Prins Ernst van Hohenlohe bedankt omdat hij de blokpolitiek met het centrum vooral na de Borromaeus-encyoliek afkeur de. Er was eenige moeilijkheid om een an der te vinden. Eigenlijk had een sociaal-de mocraat er recht op, maar dan kon onmo gelijk. De vice-president moet hoffahig zijn en dat zijn de socialisten althans in Pruisen nog niet. Er is toen een candidaat gevon den bij dc Rijkspartij Schulz genaamd. Hij werd met 186.gekozen, 68 blanco, Singer, de sociaal-democraat kreeg 32 stemmen. De heer Schulz scheen erg ingenomen met zijn functie.. Ofschoon de Koningin van Bel gië nog niet veel vooruitgaat, wijzen ioch de verschijnselen er,op, dat.het gevaar voor bij ia. De banketten, die Zaterdag zouden worden gehouden ter eer© van 's Konings naamdag, gaan niet door. Het bulletin van gisteravond luidde: De zieke was heden kalm en Had slechts weinig koorts. Do toestand blijft gunstig. Revoluties in Midden- en Zuid-Amerika zijn zoo gewoon dat wij er niet bijzonder de aandacht op vestigen. Maar die revoluties betroffen meestal de kleinere Staatjes. Lan den als Mexico en Brazilië vielen daaroui- ten. Die zijn beter georganiseerd en veel grooter en invloedrijker, zitten meer in het wereldverband betrokken en kunnen zich daarom niet veel kunsten permitteeren. De opstand die nu vrijwel gelijktijdig in deze beide landen is uitgebroken, u?kt daarom zeer de aandacht. Vooral in Mexioo schijnt de toestand der Regeering niet bij zonder rooskleurig. 'P resident Porfirio Diaz laat Chap uit epek als laatste toevluchtsoord krachtig verster ken. In dezelfde plaats onderteekende bij als bevelhebber van het republikeinsche le ger een verdrag, waarbij de keizerlijke ge neraals Matosse, Pena, Palafox en de !a Vega op 20 Juni 1867 do stad Mexioo over gaven. De revolutionaire bewegingen in den laatsten tijd zijn alle geleid van een pa.it uit, dat eenige honderden mijlen benoord- westen de hoofdstad ligt. Van hier uit, van de grens van Chihuahua en Coahuilas tob aan de Amerikaansche grens, reikt de in vloed van den „koning" van Noord-Mexico, van den grootgrondbezitter generaal Luis Terrazas. Tien aren aan één stuk rijdt de trein door dc bezittingen van dezen groot sten landeigenaar der geheele wereld. tOO K.M. lang en 160 a 400 K.M. breed is de rancho-Terrazas. En Terra_as is de mee3t verbitterde vijand van president Diaz. Dat dateert nog van vroeger. Het schijnt dat 'éo revolutionaire bewoging vooral met zijn geld betaald wordt. Ondertussuhen heeft Madero zooals de te legrammen reeds meedeelden, zichzelf uit geroepen tx>t president van de voorloop igo regeering in Mexioo. Amenkaa ^sche vluchtelingen -uit Mexico melden, dat het geheele noorden van het land het tooneel van strijd is. Hier schijnen de opstandel ngen hun sterksten aanhang te vinden, maar ook in het zuiden wint de revolutionaire beweging aan kracht. Zuid- Mexico is feitelijk van de hoofdstad afge sneden, de spoorwegbruggen in Let zuiden zijn vernield. Volgens te New-York ontvangen berich ten werd gisteren een beslissende slag ver wacht. Vier- en twintig steden zijn reeds »n" handen van de opstandelingen, en de macht dor revolutionnairen schijnt werkelijk zeer groot te zijn. Niettemin lioudt de Regeering vol dat zii den toestand meester is en de vreemde be langen geen gevaar loop en. Maar dat lijkt ons wel wat al te forsch' gezegd. In Brazilië ook opstand. De telegrammen van gisteren brachten reeds veel. Wij kun nen er slechts weinig aan toevoegen. Voor- loopig schijnt de zaak zich tot enkele oor logsschepen, de „Minasgêraes" en de „San Pa-ulo" te beperken. Men verneemt dat het geval niet van staatkundigen aard is. De regeering tracht de overgave te be werkstelligen, zonder dat er gevochten be hoeft te worden. Van veel belang is het dat het leger volkomen loyaal is en dus geen gemeene zaak maakt met de opstandelingon. Bovendien heeft de Regeering de beschik king over 12 oorlogsschepen. De regeering zal, zoo noodig, met de grootste beslistheid optreden en mochten de omstandigheden het eischen, de schepel waarop rich de oproerlingen bevinden, op offeren. Volgens de laatste berichten uit Rio de Ja neiro hebben de muiters aan de regeering bericht, dat zij zich willen overgeven. De Senaat heeft met algemeen© stemmen het amneetïevoorstel aangenomen; de Ka mer beraadslaagt nog. Vergadering van Donderdagavond. Voorzitter: E. N. baron Schimmel- penninck yan der Oye. Installatie mr. Lucasse. Ingekomen zijn de geloofsbrieven yan het voor Zeeland in de vacature-Godin de Beaufort gekozen lid, den heer mr. L. Lucasse. De stukken worden gesteld in harnlên van een commissie, bestaande uit de hee- ren Prinzen, Sickenga en Waller. De vergadering wordt hierna voor eeni- gen tijd geschorst. Na heropening der vergadering advi seert de commissie bij monde van den, héér Prinzen tot toelating van het nieuw gekozen lid mr. Lucasse. Aldus wordt besloten. De heer Lucasse, hierna binnengeleid, wordt, na de vereischte eeden te hebben afgelegd, door den V o o r z i 11 e r geïn stalleerd. Regeling van werkzaamheden. Besloten wordt hierna morgen en zoo noodig ook Zaterdag in de secties te ver gaderen tot het onderzoek van de begroo ting van Ned.-Indië voor het dienstjaar 1911, met bijbehoorende wetsontwerpen, o.a. verbetering van de haventoestanden te Soerabaja, en terugkoop van het par ticuliere land Indramajoe-West, en van Re wetsontwerpen. Woensdag in de Tweede Kamer aangenomen, waarbij o.a. het wets ontwerp tot wijziging en verhooging van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1910 (subsidie N. V. Waterleiding op Zuid- Be veland) en het wetsontwerp tot wijzi ging van art. 8 eerste lid, 6o. van de Drankwet. Dc Kamer gaat hierna tot nadere bij eenroeping uiteen. Bij do algemeen© beschouwingen over do Staatsbegrooting heeft de heer D e V i s- s e r gistemamiddag hulde gebracht aan don Minister van Marine voor diens arbeid "n het belang der geestelijke verzorging van liet Marine-personeel. Komende tot de bespreking dor sociale verzekeringen, betoogde spreker, dat bij al lo hulde, die de Regeering toekomt om haar werkzaamheid op sociaal gebied, hij de Re geering zeer ernstig moest waarschuwen te gen overschrijding van de grenslijn tusschen Staat en maatschappij. De Staat is giroe pen om het volk te beschouwen als volk in zijn geheel en de maatschappij mag in haar vrije ontwikkeling niet onder staatsvoogdij worden gesteld. Ten slotte wees spreker er op, dat de ziekte-verzekering juist op het beginsel steunt, door dr. Kuyper bij diens eerste ontwerp-ongevallenwet bestreden; door al wat het particulier initiatief tot stand bracht wordt een streep gehaald in strijd met het anti-revolutionnaire beginsel en voor der gelijke sociale politiek stelt spreker het gan- sche Kabinet, aansprakelijk en spreker kan zich' .niet voorstellen, dat het Kabinet als christelijke sociale politiek beschouwt een ontwerp, dat op die wijze begrippen over Staat en maatschappij verwart. De heer Oosterbaan bepleitte 'ots- verbetering voor verschillende categorieën van ambtenaren en beambten bij de poste rijen en belastingen. Do heer Goeman Borgesiüs trok uit de rede van den heer De Visser het ab solute bewijs, dat het tegenwoordige kabinet met zijn sociale verzekering geheel op den verkeerden weg is, en betoogde uitvoerig, dat er niets terecht komt van die sociale verzekeringen, als de Regeering, zooals zij titans doet, aan de Kamer een complex van verzekeringswetten aanbiedt-, welke do Ka mer onmogelijk verteren kan, en waarin het een e ontwerp op het andere moet wachten om tot stand te komen. Intusschen erkende spreker, dat de sociale wetgeving een uiterst moeilijke zaak is, vooral als een goe de basis daarvoor ontbreekt: een goede fi nancieel© toestand des lands. En ook spre ker was het, als velen, een raadsel, dat de Regeering uit het verhoogde tarief de-.soota- le verzekering vermeent te kunnen betalen en nog w.at denkt over te houden. Spreker zette tegenover den heer Kuy-pey de betéekenis van de jongste Rotterdam- scbe verkiezing in District V uiteen, welke voor de liberalen te beteekenen heeft, dat de liberalen in Rotterdam slechts meenden te kunnen slagen met een candidaat-, die voor algemeen kiesrecht is. Heden om hal fel f zal de heer Borgesiüs zijn rede voort-zetten. ,Z i t-t-i^-g^v air eTtf** g av ond. Aan de orde is Hodfdstuk X der Staats- begrootng voor het dtensjaar 1911 (Land bouw, Nijverheid en Handel). Er Worden geen algemeen© beschouwin gen gevoerd. Do heer T eenstra huldigt den tegen- woordigen directeur van Landbouw. Orga nisatie van den landbouw noemt spr. urgent. Er moeten groots provinciale bonden ko men, zoo noodig met Staatssubsidies. De tentoonstelling van 1913 moet ook worden gesubsidieerd. Het jachtwetrapport heeft spr. teleurge steld door het voorstel om jachtsokappen te vormen, die echter niets gemeen bebhen met waterschappen. Er is in het rapport htet gedacht aan het recht der landbouwers, om b©t volle genot van hun grond te hebben. Spr. verzoekt den Minister, naast do voor lichting der Staatscommissie, oek die der landbouwers, tot het vormen van zijn oor- deed, te willen aanvaarden. Spr. dringt voorts aan op verbetering van de positie der landarbeiders door wettelijke maatregelen. Ook de heer Yorsterman van Oyen komt op tegen Let voorstel der Staatscommissie tot instelling van jacht sohappen; zelfs de in-stand-houding van een matigen wildstand, welken de commissie hiermede bereiken wil, acht spr. schadelijk voor den landbouw. Daarenboven noemt spr. Kun inrichting ondoelmatig. De beer S m e e n g e brengt hulde aan den directeur-generaal en aan zijn voorgan ger, den heer Lovink, voor hun pogingen tot bevordering van liet landbouwonderwijs. Spr. bepleit het nemen van maatregelen om verzet van grondeigenaren tegen ontginning te breken. Hij spreekt zijn leedwezen uit over de weigering van subsidie, door den Minister, aan het waterschap Havelte. De heer Yan Wichen juicht de be loofde wet tot grondverstrekking aan land arbeiders toe. Spr. wenscht in tijden van werkeloosheid directe hulp van de Regeering tot werkverschaffing aan de landarbeiders in het geheele land. De heer Helsdingen bepleit wijzi ging der artt. 1631 en 1632 B. W. (vrijstelling van pacht bij oogst-mislukking). Hij wijst daarbij op de door watersnood geteisterde landerijen van Friesland. Spr. geeft zijn afkeuring te kennen over het rapport der Jachtcommis8ie; hij noemt de richting vaa haar beginselen, vermeerdering van den wildstand, slechta in het belang van de groot-grondbezitters. De heer DuymaervanTwist noemt do herziening van de Jachtwet urgent «rn verheugt zich over het uitgebrachte rap port. De heer Beckers verzet zich tegen be perking de>r uitgaven voor den landbouw. Er moet gezorgd worden voor een gezonden veestapelde productie van vleesch en melk moet worden opgevoerd. Voort-s vraagt spr. een voorontwerp ter zake de ruilverkave ling. De heer T y d e m a n noemt een discussie j over het rapport der Jachtcommissie ontij- dig. Spr. komt op tegen het verwijt, dat j de samenstelling der oommissie eenzijdig is; I ook de belanghebbenden waren er in verte- j genwoordigd. De Minister van Landbouw, N ij verheid en Handel (de heet I T a 1 m a), beantwoordt de sprekers. Het doet den Minister genoegen, dat het optre den van den heer Hoek als directeur-gene raal van den landbouw algemeen is gepre zen. Zoodra mogelijk zal een wettelijke re geling voor de landarbeiders worden gc maakt. De subsidie aan Het waterschap Havelte kan de Minister niet toestaan. Spr. hoopt op een spoedige behandeling van het ont werp tot reorganisatie van het landbouw onderwijs. B'; art. 24 (jaarwedden land- en tuin bouw leeraren) vraagt do heer Van L y n- den van Sandenbu r g of het juist is, dat men twee krachten van Nederland in Indië wil to werk stellen. De M in i s t e r zegt, zijn ambtgenoot van koloniën te hebl>en verzocht geen personeel aan den Ned. dienst te ontrekken. Daarna wordt het artikel goedgekourd. Bij art. 28 (subsidies van Boerenleenban ken) zegt de heer Tydeman, dat steeds de regel heeft gegolden, dat geen subsidié wordt verleend aan Banken, wier leden -+a tutair aan een bepaalde confessie zijn ge houden. Thans had de Minister verder moe ten gaan en geen subsidie moeten geven aan een monopolistische vereeniging. De Minister zegt, dat hij op de ge volgde gedragslijn niet terug kan komen. Do heer Tydeman replioeert. Na dupliek van den Minister wordt het artikel goedgekeurd. Bij art. 29 (Rijks-hengstvoulendepot) vraagt de heer Vorsterman van Oyen voor het depot in Zecuwsch-Vlaan- deren en Limburg koudbloedveulens aan te fokken. De Minister zegt overweging toe. Bij art. 30 (Paardenfokkerij), zegt de Minister, na eenige opmerkingen van do heeren Beckers en Vorsterman van Oyen, toe, meerdere evenredigheid in het toeken- i nen van subsidies te dezer zake te zullen overwegen. Na re- en dupliek wordt het artikel aan- genomen. Bij art. 39 (Rijksseruminrichting) wijst de I heer Roodhuvzen op de klacht van te late toezending van serum, voor inenting van varkens in gevallen van vlekziekte. Ook de 1 vergoeding van 30 cents aan veeartsen voor I inentingen acht spr te gering. De Minister zegt een onderzoek der klach- I ten toemet wijziging der vergoeding moet men voorziohtig zijn. j Na repliek van den heer Roodbuysen wordt het artikel goedgekeurd, l Bij art. 41 (VleesChkeuring) vraagt- do hoer Van Nispen (Rheden) verplichte Rijkskeuring, in plaats der gemeentelijko keuringsdiensten. I De Minister zegt, dat het Departement van Binnenlandsehe Zaken de zaak ter hand zal nemen. Het artikel wordt daarna goedgekeurd. Bij art. 42 (Besmettelijke ziekten) ant- woordt de Minister den heer Beckers, i dat de nieuwe regelen voor de bestrijding i van tuberculose onder het rundvee reeds bijna gereed zijn. j Daarna wordt de vergadering te 12.20' gesloten. „De Maasbode" zegt van de rede, door dr. Kuyper gisteren gehouden: Dr. Kuyper heeft dan vanochtend zijn rede voortgezet, die hij Dinsdagnam td in g was aangevangen. Die rede is er weer otu. geweest in den grooten stijl van dezen lei der brééder van opvatting dan wo er tot nu tos ook maar één gehoord hebben bij héél dit politiek debat. „De Telograaf" De heeren Kuyper, Drucker, De Visser en Goeman Borgcsius hebben in breede re devoeringen hun gevoelen over verschillende- zaken, den politieken toestand betreffende, 161 Welke pijnlijke dagen mijn vader door leefde, beaiocf k je wel n.et te schilderen. Heel zijn persoon kwam in opstand tegen «de ontzettende verdenkingen en toeh, wan neer hij er kalm over nadacht, kon hij ze niet, geheel tot zwijgen brengen. Ten slotte Verdroeg hij het met meer; hij verbrak het Btilzvvijg_n, dat tusschen beide broeders hecrschte, hij nam Franz den blinddoek als het dan geen masker was voor de ©ogen weg. Hij had gehoopt, dat, wanneer zijn broer onschuldig was, hij alles zou doen om die nschuld te bewijzendat hij, was hij Bchuld g, verdwijnen zou om nooit terug te keeren. Geen van beide geschiedde. Oom Franz hoorde de verdenkingen, die op hem rustten, kalm aan. Hij verklaarde geen fitap te willen doen om dergelijke vermoe- dons to weerleggen. Mijn vader, verbaasd ©ver zooveel brutaliteit, buiten zichzelf bij de gedachte, dat jaar m jaar u t een blaam 2©u hlijven rusten op zijn naam, verstomd ©ver de hoogmoedige geringschatting voor de meening van alle mensohen, liet zich tot poerden verleiden, dio hem later berouw den, maar op dat oogenblik volkomen na tuurlijk waren. Hij 1 et doorschemeren, dat ©ok hij het vermoeden der menschcn deelde, ©n hij bezwoer oom Franz bij de gedachte aan zijn vader niet na tc laten om de vree slijk verdenkingen tot zwijgen te brengen. He jongere broer sloeg alle vermaningen, van den ouderen in den wond en vroeg mijn vader of deze ook nu nog, nadat hij zijn on schuld had g zegd^ hem verdacht. Mijn va der, dio hoopte, dat deze vraag bet begin kon zijn van een andere behandeling der zaak, zeide, dat hij slechts dan overtuigd kon zijn van zijn onschuld, wanneer hij w st hoe zijn broer plotseling aan de geldmidde len was gekomen, om te betalen wat hij te betalen had. Oom Franz keek mijn vader aan met een blik, dien dezen tot aan zijn dood niet ver gat en gingi zonder een woord te zeggen, uit het huis, waarin dit gesprek had plaata gevonden. Be de broeders wisselden van dit oogen blik af geen woord meer. Oom Franz deed alles, waarmee hij mijn vader bedreigd had. Hij brak de weinige betrekkingen, die hij na het ongeluk had aangebonden, ook af; hij trok zich geheel terug, maar bleef in de stad en deed geen stap om den goeden naam van de familie te herstellen. Men informeerde en onderzocht intusschen in het geheim, maar elk spoor leidde tot do beido Zwitsersche officieren. Men deed dus niets tegen oom Franz; de algemeene opi nie bleef hem wantrouwen en minachten, hij bleef d o meening met ongenaakbar en trots negeeron." „Had hij daar geen gelijk in?" vroeg plot seling Felicitas. „Wat kon, wat moest hij anders doen?" „Zijn ongelijk bekennen," antwoordde von Herther rustig. „Wanneer hem werke lijk onrecht aangedaan werd, kon hij zich dan niet beklagen? Hij had het gevoelen, de zeden en gewoonten van allen uit rijn kring met voeten getreden door zijn eerste huwelijk, door de soh.eid.ng van zijn tweede vrouw, door de wijze, waarop hij leefde en zaken deed; hij ha-d nooit iets gedaan om sympathie te winnen. Alles sprak tegen hem en zelfs bedaarde en ernstige menseften konden zijn houding niet goedvinden. Ik her.nner mij nog hoe vele jaren later Cor- dal Lomsent een vr.end van mijn vader, toen het gesprek eens kwam op deze droe vige dagen, zeide, dat iemand, die onschul- d g was, den laatsten penning van zijn geld gegeven zou hebben om den naam van zijn familio te redden en het bewijs zijner on schuld te geven. Oom Franz deed dat n:et of hij durfde het niet doen. Jaren verlie pen, waarin hij bijna geheel op zichzelf leefde. De geruchten werden minder, maar waar de naam von Hert-her genoemd werd, daar werden ook zacht gefluisterde woor den gehoord, bedenkelijke gezichten gezien. Mijn vader leed ondraaglijk onder dit al les; zijn levenskracht was gebroken. Hij hield later zijn broer voor onschuldig en kwam daardoor in conflict met mijn moeder en haar familie. Het duister, dat jaren lang over den toestand van de zaak gehangen had, ook over datgene, wat oom Fran* deed; het onbegrijpelijke, waar de groote sommen gebleven waren, die de oude man moest hebben nagelaten, de tegenspraak tusschen de vermeende zwakke financieel© positie van oom Franz en het zich staande houden, waren langzamerhand verdwenen. Spoedig na den vrede bleek, dat Franz in al die jaren slechte schijnbaar stil had ge zeten. Terwijl iedereen dacht, dat hij zich slechts bezigh eid met zijn liefhebberijen, had hij een groot© werkzaamheid ontwik keld. Zijn reizen waren grootendeela naar Londen geweest, waar hij een kantoor had opgericht. Hij was gedurende al deze jaren even werkzaam als gelukkig geweest en werd nu 'beschouwd als "een zeer rijk man. Hoé "méér mijn vader daarvan bemerkte, des te du dèlijker werd bem veel van het schijnbaar; onb^grijpelyke doen. van zijn broeder en hij vond het ellendig, dat ook hij" aan zijn schuld geloofd had. Hij had zich gaarne met zijn broeder willen verzoenen, maar oom Franz weee iedere toenadering beslist af. Ik heb dit alles in zijn verband eerst veel later gehoord. Mijn vader werd op verderen leeftijd steeds stilzwijgend er en ten slotte mocht in zijn tegen oordigheid over deze donkere bladzijde in onze familiegeschiede nis niet meer gesproken, worden. Oom Franz bleef nog maar een paar jaar in de stad. Met hoeveel trots hij ook het oordeel van rijn medeburgers gedragen had. hoe rustig hij uiterlijk ook scheen, lang kon hij dit leven niet didden. Het genot, dat hij vroe ger in zijn zaken gehad had, was verdwe nen; de eenzaamheid, waarin hij zijn dagen sleet, drukte hem zwaar; het gevoel, de meening van allen, die hem omringden, niet te kunnen veranderen, werd steeds sterker. Hij had waarschijnlijk al lang aan het aan-kant-doen zijner zaken, aan het vertrek mt de stad gedacht, toen een nieuwe liefde zijn besluit weer veranderde. Hij had Ma ria von Heldburg, de jongste dochter van een landgoecl'»ezitter uit de buurt, leeren kennen. De man had veel kinderen en wei nig geld. Zij moet een mooi en vriendelijk meisje geweest zijn en Franz oprecht heb ben liefgehad, wanneer men niet aanneemt, j dat zij hem haar hand heeft gereikt uit fi- i nancieele overwegingen. De donkere scha- duw, die op zijn leven rustte, kende zij ook, en alleen wanneer zij overtuigd was, dat hij niet schuldig was* is het te verklaren, dat zij zijn dorde vrouw werd. Nog voordat het huwelijk plaats greep, had oom Franz zijn zaken van do hand gedaan. Hij ging met zijn jonge vrouw naar Florence; zijn groot vermogen stelde hem in staat in het land van kunst cn wetenschap een leven naar eigen zin te slijten. Zijn huis werd een gastvrij oord voor de vele Duitsche geleer den en kunstenaars, die naar Italië kwamen; voor hen althans, die nooit in Bremen ge weest waren cn niet wisten welke verden king er op hem rustte. Je weet, dat oom Franz eerst voor een paar jaar op hoogen leeftijd in Italië ge storven is, en dat een van zijn doohtors uit rijn derde huwelijk als de vrouw van je neef, den schilder von Heldburg, te Rome woont, terwijl de andere te Florence met een Engelsch koopman gehuwd is. Met on ze familie hooft oom Franz nooit meer iet© te maken willen hebben, wat je na dit alles niet meer onverklaarbaar zal zijn. 'Voor mij had evenwel het weggaan van mijn oom, later, groote gevolgen. Misschien om mij niet te vroeg te doen vernemen, w.at voorgevallen was, liet mijn vader mij niet te Bremen op school gaan; alleen met de vaoantie was ik te Bremen. In het laat ste jaar mijner studiën, toen ik ver weg, to Heidelberg, was, stierf mijn vader plotse ling, ofschoon hij v' jaren lijdend was ge weest. Ik wist van alles, wat jaron geleden gebeurd was, zo© goed als niets. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5