No. 15555.
LËlBlülI BAC1BLAD, Zaterdag* 5 November. Tweede Blad.
Anno 1910.
Maatschappij der Ned. Lettcrkuude.
Gemengd Nieuws.
SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL.
In de Vrijdagavond gehouden maandclijk-
ach© vergadering van de Maatschappij der
tïederlandsch© Letterkunde hield Pater Fr
'Bonaventura Kruitwagen O. F. M. te Woer-
den, een voordracht over „Een verzameling
jran middelnederlandsche initia".
Spreker begon met de verklaring, dat hij
fuist in dezen kring van deskundigen zijn
|>lan, om een verzameling van middelneder
landsche initia aan te leggen, kwam uiteen
zetten, ten einde een gedaohtenwisseling
óver deze res nova uit te lokken. De talrijke
anonieme en pseudonieme (.van verkeerden
auteursnaam voorziene) traktaten, welke in
j'de geheele middeleeuwsche literatuur, en
dus ook in de middelnederlandsche, voorko
men, kunnen tot heden toe niet geverifieerd
'worden dan ten koste van dagenlange na-
ftporingen en veel tijdverlies; meermalen
komt men zelfs tot geen resultaat. Ook het
onderzoek of een traktaat, dat men in een
handschrift vindt, reeds gedrukt is, kost
meermalen veel, soms verloren moeite, daar
zelfs de voortreffelijke „Bibliographic der
Middelnederlandsche taal- en letterkunde"
van Petit niet altijd een oplossing kan ge-
tven. En toch heeft niet alleen de bibliograaf
én de literair-historicus, maar ook de phi-
loloog, de incunabulist en zelfs de paleo-
graaf belang bij de oplossing van bovenge
noemd© vragen. Het eenige doeltreffende
middel om een spoedig en betrouwbaar ant
woord te ontvangen is, de beginwoorden
(initia) van alle mnl. stukken in één alfa
betische lijst samen te brengen, en achter
ieder initium de noodige bibliografische ge
gevens te plaatsen. Zonder zulk een lijst
ie de systematische doorvorsching der mnl.
literatuur onmogelijk.
Ter illustratie verwees spr. naar de re
sultaten, welke hij met dr. A. Hulshof te
Utrecht verkregen had, toen hij in 1903
op versoek vaD den heer J. F. van Sorae-
fen de Theologische handschriften der Uni
versiteitsbibliotheek te. Utrecht aan een re
visie onderwierp. Vooral door de Jatijnsche
initia-collecties van Little en Vattasso kon
den talrijke anonieme en pseudonieme trak
taten tot hun rechtmatigen eigenaar worden
teruggebracht; wat met enkele voorbeelden
uit don intusschen ge drukten Catalogus der
lUtrechtsche handschriften CD1. II) werd
toegelicht.
Het plan om een verzameling van mnl.
Initia uit te geven, is reed's in princiep aan
genomen door de afdeeling Letterkunde van
Üe „Vereeniging tot het bevorderen van de
beoefening der wetenschap onder de katho
lieken in Nederland", een vereeniging die
Uiet ten doel heeft met andere wetenschap
pelijke vereenigingen in den slechten zin des
.woords te oouourreeren, en die ook niet op
gericht is om oonfessioneelo of apologeti
sche belangen te behartigen, doch die het
wetenschappelijk tekort onder de katholie
ken, waar dat bestaat, door het bevorderen
van ern8tigen w©tenschappelijken arbeid'
twi! aanzuiveren.
Overgaande tot een gedétailleerdo uiteen
zetting van zijn plan, betoogde spr. op de
.eerste plaats, dat behalve de initia der ge
drukte literatuur, ook die cler hand
schriften moeten worden opgenomen.
Dat zou echter een onbegonnen werk zijn,
ware het niet dat dr. W. de Vreese te Gent
in princiep verklaard hoeft, bereid te zijn,
'de vele beschrijvingen van mnl lies., welke
hij voor zijn „Bibliotheca Neerlandica ma-
nuscripta" heeft verzameld, ter beschik
king te stellen van den eventueelen verza
melaar der initia, die daaruit dan de initia
kan excerpeeren. Neemt men daarbij in aan
merking, dat de gedrukte mnl. literatuur
geheel wordt vermeld in Petdt's „Bibliogra-
phie", waarvan het 2de deel juist versche
nen is, dan kan men zeggen, dat het mate
riaal, waaruit zoowel de ongedrukte als ds
gedrukte initia moeten verzameld wöideu,
met genoegzame volledigheid voorhanden
is, en als 't ware voor ons ligt als gesneden
brood.
Omtrent de mnl. gebedenboeken, die tal-
looze kleine stukjes, bevatten, achtte spr.
het voldoende, dat alleen de initia uit een
paar groote groepen van gebedenboeken,
bijv. die van het Bisschoppelijk Museum te
Haarlem en van de Koninklijke Bibliotheek
te 's-Grave-nhage werden geëxcerpeerd. De
initia van fragmenten wilde hij alleen opge
nomen zien, wanneer die fragmenten als
zoodanig in de hss. voorkomen, doch niet,
wanneer een willekeurig fragment uit een
hs. ergens is uitgegeven, of het fragmenta
risch karakter een gevolg is van een mate
rieel defect van het hs.
Voorts wilde spr. in het bepalen der alfa
betische volgorde der initia de methode
volgen van Little, die alle woorden als aan
eengeschreven beschouwt, en daarnaar de
alfabetische volgorde bepaalt. Alleen eii
deze methode is er een eenheid te vei Krij
gen, die den verzamelaar der initia de vrij
heid iaat, zich buiten de moeilijk oplo-baio
kwestie te houden, welke woord -m in het
middelnederlandsch aaneengeschreven nu.e-
ten worden en welke niet.
De grootste moeilijkheid, d'.e zich bij de
mnl. initia voordoetA en dio bij de Latijn-
sche bijna niet bestaat, is hot verschil van
spelling. Herhaaldelijk komt het voor, dat
eenzelfde mnl. beginwoord op vijf, zes
verschillende manieren gespeld wordt. Het
zal dus noodig zijn, al die verschillende
spelling-vormen te normaliseeren op één
bopaalde spelling, en bij de afkijkende vor
men verwijzingen aan te brengen naar
den normaal-vorm. Nog moeilijker wordt
de zaak, wanneer een traktaat in verschil
lende redacties begint met verschillende
woorden, of met synoniemen, bijv. Slange-
Serpent, of Vcrvrcuwet-Verblijt. De verza
melaar der initia moet noodzakelijk van
den eenen vorm naar den anderen verwij
zen, doch er zal van hem daarbij een zeer
groote en voortdurende oplettendheid ge
vorderd worden.
Ten slotte kon spr. verklaren, dat hij z05
gelukkig was geweest, reeds iemand te vin
den, die zich bereid verklaard heeft, den
initia-arbeid eventueel op zich te némen.
Ter verduidelijking van zijn bedoelingen
had spr. aan de toehoorders een specimen
rondgedeeld van de wijze, waarop hij de
verzameling van mnl. initia wilde uitge
voerd zien, alsmede van de alfabetische
volgorde, welke volgens hem de voorkeur
verdient.
Een bewoner van dc Weerd-
jesstraat te Arnhem, die gisternacht laat
thuis kwam, wilde de deur van zijn kan
toor openen, maar bevond, dat die aan de
andere zijde tegengehouden werd. Aan den
persoon, die zich daar bevond, gelukte het
den sleutel om te draaien, waarna hij een
raam openschoof en de straat op vluchtte,
vergeefs nagezet door den huisheer. Inmid
dels was door diens roepen zijn vrouw ont
waakt, die de politie telepkoneerde. Deze
kwam, vond in den kelder een jas, pet en
schoenen en gaf een speurhond lucht, die
haar onmiddellijk naar een huis in Door
zicht voerde, .waar een 17-jarige jongen
ondanks zijn ontkennen, gearresteerd weid.
Vermist was slechts een klein bedrag aan
geld uit' ecu geforceerd schrijfbureau.
Een harddraver. In een
dorpje nabij Bergum werd dezer dagen een
harddraverij gehouden; toen ze afgeloopen
was, spot-te een van cle toeschouwers: „Nou,
tegen het paard zooi ik nog wel durven loo-
pen om twee rijksdaalders."
„Topzei de gelukkige eigenaar van
het paard.
De grap werd ernst. Het paard werd
naar de streep gebracht, de wedder trok
jas, vest cn broek uit, en... daar ging het
losHet publiek was heel den dag niet zóó
vol belangstelling geweest als bij dezen
wedloop.
En wie won'? De viervoeter moest het
smadelijk tegen den tweevoeter afleggen
Deze werd 's avonds bij de prijsuitdeelïng
betoost. „Deze draver, mijne heeren, deze
draver heeft feitelijk meer verdiend dan
twee rijksdaalder, mijne heeren, en daar
om zullen we de vrijheid nemen met do pet
bij u rond te gaan. Niet allemaal centen en
knoopen, alsjeblieft; laat maar gerust ceni-
g*e vinken tussohén de mussehen vliegen".
En ze vlogen er inderdaad. De riravende
mensch kreeg bij zijn twee rijksdaalders nog
een faveurtje van ruim vijf gulden en. had
vrije vertering bovendien. (L. on V.)
De z o o n v an den heer B., t e
Zwolle, die hoofdzakelijk voor zijn genoe
gen een reis per schip naar Frankrijk mee
maakte, is in de haven van Caen bij Havre
overboord gevallen en verdronken.
(Zw. Ct.)
Cholera. Menmeldtuit Ant
werpen: Alhier is een verdacht ziektege
val geconstateerd. Men vreesde aanvanke
lijk met een geval van pest te doen te li eb
ben, doch het bacteriologisch onderzoek
heeft mot volkomen zekerheid naar men
uit betrouwbare bron mededeelt uitge
maakt, dat men hier te doen heeft met een
geval van cholera.
De strengste voorzorgsmaatregelen zijn
genomen om uitbreiding te voorkomen.
Personen met den patiënt in contact ge
weest zijnde, zijn geïsoleerd. De geheele
straat wordt- ten strengste bewaakt, om het
gevaar van verspreiding der ziekte met alle
kracht te fnuiken.
Tevens medlt men uit Konstantinopel:
De hygiënische dienst deelt mede, dat van
28 October tot 1 November 80 gevallen van
cholera, waarvan 11 met doodelijken af
loop, zijn voorgekomen onder de troepen
op het manoeuvreterrein.
Een t r e i n-i d y 1 e.Het vol
gende avontuur beleefden eenige reizigers
op de lijn tusschen Kleef en Duisburg.
Het was 's morgens zeven uren, juist had
de trein het station Calcar verlaten en
stoomde langs het plaatsje. Opeens stond
dc trein stil bij het hotel „Zum Bitter."
Wat nu? Dit is toch geen halteplaats,
mokten de reizigers en allen stoven naar
het coupéraampje om te zien, wat er te
doen was.
Daar leunde een jongen, leerling van de
„Bealschule" wijd uit,' het raampje naar
buiten en riep: „Mutter, ich habe meine
Hefto vergessen
Eenige oogenblikken later kwam uit een
huisje, tegenover de spoorbaan gelegea,
een moedertje aangesneld met,' eenige boe
ken en schriften in haar hand, liep naar
het tuinhek en reikte over de omheining
heen aan een conductur de boeken en
schriften over.
De treinleider nam ze met een „D&nke
schön aan. De conducteur toog nu naar den
vergeetachtigen Schuier en met een vrien
delijk „Bitte" gaf hij hem het' school
boekje over.
Direct daarna klonk het fluitje, en de
trein zuchtte verder.
Dit avontuurtje viel nu eens niet voor in
de Langstraat of de Meijerij, maar in een
der drukste Duit-sche verkeerscentra.
(„Limb. Koer.")
De Orleans-spoorwegmaat-
schappij heeft in de maanden Juli, Augustus
en September salarisverhoogingen inge
voerd, die over een jaar een som van
794,000 franken beloopen. In October zijn
er weder salarissen verhoogd, deels als be
looning voor het personeel, dat bij de
jongste staking voor het overgroot© deel
aan den arbeid gebleven is. Over een jaar
bedragen deze verhoogingen 255,000 franken
zoodat de maatschappij voor het oogen-
blik, afgezien van misschien nog komende
loonsverbeteringen, jaarlijks 1,049,000 fran
ken meer aan loonen zal uitkeeren.
De stakinginde kolenmijnen
van Wales neemt steeds grooter afmetin
gen aan. Er wordt verwacht, dat ten slotte
200,000 mijnwerkers den arbeid zullen neer-
loggen. Hier en daar is het tot botsingen
met de politie gekomen.
Een jonge Amerikaan is te
Londen op ongewone wijze beroofd. Hij
vertelde aan de politie, dat hij toevallig
kennis had gemaakt met een heer, die ook
een Amerikaan bleek te zijn en met wien
hij ergens ging eten. Na den eten bood
de vreemdeling hem een sigaar aan. Na
©enigen tijd er van gerookt te hebben, werd
de jonge man duizelig en verloor hij zijn
bewustzijn. Toen hij bij kwam miste hij
zijn portefeuille met 35 bankbiljetten van
5 pa. st., ongeveer f 300 in Amcrikaansch
papieren geld, zijn retourbiljet naar Ame
rika en twee wissels op Engelsche banken
voor een groot bedrag. Het retourbiljet en
de wissels kreeg hij later over de post
terug.
I n 1897 wekteeen proces, te J o-
kofoama gevoerd, veel opzien. Een Engel-
sche, mevrouw Garew met name, stond te
recht wegens moord op ha-ar man, die aan
arsenicum-vergiftiging was overleden. Ook
een verpleegster stond onder verdenldng.
Mevrouw Carew werd ter dood veroordeeld,
welke straf in levenslange gevangenisstraf
werd veranderd.
Het proces werd gevoerd voor
het Engelsche consulaire hof en «do straf in
Engeland ondergaan. Na 13 jaar is me
vrouw Carew nu op vrije voeten gesteld.
Besmette ratten. In een
vergadering van den gemeenteraad van
Londen heeft de voorzitter van de hygiëni
sche commissie voor do haven gisteren me
degedeeld, dat ratten, die aan boord van
schepen uit 't buitenland waren aangeko
men, door de pest hesmet bleken te zijn. De
hygiënische commissie heeft alle mogelijke
maatregelen genomen, die de omstandighe
den kunnen eischen. Aan ieder schip, dat
de haven van Londen binnenkomt, wordt
het gebruik van een nieuwen specialen des-
infector aangeboden, die aRe ratten, zon
der uitzondering, doodt. Do commissie
houdt rich hij dag en bij nacht met deze
aangelegenheid bezig en zal geen moeite
sparen.
Dr. Crippen heeft Woensdag
in de Pentonville-gevangonis bezoek ont
vangen van miss Le Neve.
Do veroordeelde werd uit zijn cel naar
een particuliere kamer gebrocht, waar hem
werd toegestaan in tegenwoordigheid van
de wachters met miss Le Nevo te spreken.
Het .onderhoud duurde slechts kort en
liep over de verdeeling van de bozdttingea
van Crippen, voor het geval zijn doodvon-
nis voltrokken mocht worden.
Do Duitsche stoo mt r a w 1 e r
"^U-gsburg' is 31 Oct. op de hoogte vaiï
Fairisle in aanvaring geraakt met den Duit-
sohen trawler „^resident Herwig" en dien
tengevolge gezonken, waarbij 6 man dor
„Augsburg" zijn verdronken. De 'overigen
werden door de „President Herwig" te
Aberdeen geland.
De rerusaohtig-e machine-
fabriek van de firma Lanz te Mannheim
is door een zwaren brand geteisterd. Het
hoofdgebouw, waarin de machines ver«
vaardc-gd worden, is totaal vernield.
Hot Pruisische legerbestuur
heeft nu bij den ingenieur Etrich twintig
vliegtuigen van diens vinding (eendekkers)
besteld.
Ook de ohef van den verkenoingsdienst
van het Amerikaansohe leger vraagt in zijn
jaarlijksoh rapport minstens 20 vliegtuigen
aan.
Naar Beuter van Mahé (Soy-
chellen) aan do Engelsclie bladen seinde, is
daar Maandlag de Portugeesche kruiser
„Yasco de Gania" aangekomen met den ko
ninklijken standaard in top, hoewel de be
manning van het schip republikeinsch ge
zind is. Het schip had, volgens het Reutcr-
boricht, te Batavia (Tandjong Priok) last-
gehad met de autoriteiten, toen het daar
aankwam onder republikeinsche vlag; daar
om had het de koninklijke vlag gehesehen.
Do actie der Duitsche arbei
ders. De bond van vakvereanigingönl
der staatsbeambten heeft te Berlijn een vees
gadc-rihg gehouden. Van 100.000 arbeida^
bij do spoorwegen, de telegraaf en de arsé-
nalcn, welke er bij zijn aangesloten, "woon
den 4000 vertegenwoordigers de vergadering1
bij. Vier Rijksdagafgevaardigden wnmn t'S*
vergadering verschonen, een conservat-i- ->n
na-tionaal-liberaal cn twee vrijzinnigen. Dc se
cretaris van den bond heeft verklaard, daü
het doel van de vereeniging was varbeteiringj
te verkrijgen van den t-oestand dec arbeiders^,
zoowe-1 wat betreft do loonen, als mot ben
trekking tot do verdere arbeidsvoorwaarden'.
Zij wilden hiertoe niet door stakingen komen,
maar langs regelinatigen cn wettigen wsg
hun doel bereiken. Do staatsexploitaties moe
ten in overeenstemming met do woorden van
den Keizer modelexp 1 oita-tics worden. Zon-,
der d© plichten jegens het vaderland ie ver
geten, willen zij daarom hun eischen trach
ten ingewilligd te krijgen. Deze komen hieïVt
op neerverhooging der loonen, waarvan!
liet gemaddoUd© 'mark 60 f. onvoldoende is;,
vorming van arbeiderscomités om met del
chefs to onderhandelen en beslissing van ge-'
schillen door scheidsgerechtvertcgonwooiy
diging van de staatsbeambten in dc vexzek^
ringskasscn en uitbreiding van het veroonv<
gingsrecht.
De bond heeft verklaard, dat hij ziohj
slechts met beroep*, bel an gen bezighoudt cm
neutraal weiisclit te blijven op hot gebied
van politiek en godsdienst.
De aanwozigo afgevaardigden hebben do
arbeidsvereenig 111 gen hun sympathie v:rze-
lcerd. Na een betooging van de afgevaardig
den tegen dp nieuwe belastingen tengevolge
van de financieel© hervorming van 1910x
de vergadering ordelijk uiteengegaan.
De „Berl. Lok. Anz." beweert, dat- <i©<
directie van de telegraaf de loonen van een
paar catgoriecn werklieden heeft vcrhoogcL
Hoewol dit' natuurlijk nog niet het gevolg
kan zijn van do jongste vergadering der
.arbeiders in staatsdienst is het toch aanmoe-j
digend voor hen om hun vreedzame actie
voort te zeiten.
.^~^XX>OOOGOOOO<X*~*~w
i Een warme middag en zijn gevolgen.
Het was drukkend-zwoel in de Amstèr-
damsche straten. Yan het gloeiende asfalt
'sloeg de hitte op, welke de voeten brandde.
Op 't ruime plein stonden de hooge boomen
.Voerloos met ameohtigo bladeren. De zon,
i'die tusschen de liooge huizon der nauwe
straten haar gloed niet kon doen doordrin
gen, gloeide hier over de stoffige steenen
,.en tegen de kleurige gevels, wat schaduw
latend alleen rond den voet der boomen en
énder de laag-neergelaten marquisen van
^winkels en café's.
Daar voor de café's, waar tafeltjes en
étoelen te dicht bijeen stonden,, zaten, lastig
nog van de hitte, de mensohen lusteloos
jneer, zuigende nu en dan aan het rietje,
dat uit hun glas kwast of grenadine stak,
of met loome armbeweging een nieuwe si-
(garet aanstekend. Zij zeiden niet veel, be
sroken elkaar soms even met onderzoekende
.blikken, - als dachten zij,,Hoe zou hij het
iwel maken met de warmte?" Als er een
rich wat uit zijn lustelooze houding ophief
j.en met lichte verheffing van stem „aanne
men" riep, kwam een kellnetr JaDgzaam
aangesloft, streek dan met slappe hand
bet geld van tafel, mompelde iets van
y, dank je" en slofte weer weg.
De meneer was opgestaan, keek, als hij
bader den rand der marquisen uitkwam,
even op naar den hemel, die zich als een
strakgespannen doek fel wit-blauw over
bet plein en de gindsche huizen welfde,
|dan naar de gloeiende straatsteenen en
de enkele menschenA die amechtig zich
IVOortsleeptenzuchtte eens en stapte lang-
toiaan weg, een trek van Lijdelijke berusting
*>P zijn bleek-warm gezicht. De mensch en
onder de besohuttende marquisen hadden
JÊieen opgekeken op het gerucht van dien
SfEggaanden gast; hem medelijdend gade
geslagen, toen hij buiten de stoslenrij stond
en staarden hem, verbaasd blijkbaar over
zooveel moedA bewonderend na, terwijl hij
langzaam over het gloeiende plein voort
ging. Dan lieten zij de hoofden weer zak
ken en soesden gedachteloos voort, nauw
opkijkend, wanneeT een buurman nog eens
een opmerking maakte over het warme
weer.
Over het zon-overgloeide plein bewogen
de menschen voort, sommigen zich koelte
toewaaiend nog met den zakdoek of bet
verhitte gericht afwisschend; maar de mees-
ten stel, als in lijdelijke berusting. De koet
siers zelfs schenen lusteloos ineengezakt op
de bokken der langs het bloemenperk ge-
stationneerde victoria's. Zij hieven nauwe
lijks het hoofd opA wanneer heeren rake
lings voorbijkwamen en zij met slappe
armbeweging hun wijzende zweepen even
in de richting der open zitplaatsen achter
hen stuurden. Ais er een, wegrijdend, met
de zweep trachtte te klappen, klonk het
armelijk en lusteloos, dat een nauw-merk-
bare glimlach even trilde op de gezichten
zijner kameraden. Alleen de trams snorden,
vlug als altdjd, over het plein en haar bel
len rinkelden vroolijk in de strakke lucht.
Wanneer zij stil stonden bij de halte, ver
drongen de menschen, haastig voor een
öogenbkk, rich om een plaats in een der
open wagens, deden nijdig, wanneer zij ten
slotte met een plaats achter een der
breede ramen zich moesten tevreden stel
len.
Yan onder de enkele boomen, die aan één
rijde het plein overschaduwden, kwam nü
een groot, ietwat zwaarlijvig heer met glan-
zenden hoogen hoed en gekleede jas, welke
openhangend, een wit vest vrij liet, en
naast hem een kleine, corpulente dam© van
iets meer dan middelbaren leeftijd, haas
tig naar de tramhalte gestapt, waar juist de
menschen zich opcfrongen. Nog vóór hij
er was, greep de conducteur naar d© bel
Maar toen een der passagiers hem opmerk-
zaam maakte op het zwaaien vnn den
zwaarlijvigen meneer, liet hij den arm weer
zakken.
Do meneer, dio het gezien had, matigd©
zijn pas, kwam nu langzaam naast zijn
vrouw nader, totdat de conducteur, onge
duldig geworden, wenkte en hij zijn pas
weer verhaasten moest. Zoodra de t:\ee bij
den wagen waren, hief de conducteur de
hand al op naar de bel. Maar de meneer
zocht eerst in den open wagen, die achter
aan stond, en treuzelde ©r voor, of bij
soms nog een plaats kon ontdekken.
„Hier is geen plaats meer, meneerriep
nu de oonducteur van den bijwagen, en hij
wees naar voren.
„Yooruit, meneer, instappen 1" riep de
andere conducteur van het achterbalkon van
don voorwagen, toen de menesr treuzelen,
bleef. Maar deze haastte zioh niet. Onder-
zeekend de rijen langs kijkend, liep hij met
bedaarden stap achter zijn vrouw aan.
De conducteur werd ongeduldig.
„Kom dan toch, meneer, wij moeten weg",
waarschuwde hij. En hij stak zijn hand weer
uit naar de bel.
De meneer deed nu een paar haastig©
stappen, naar het achterbalkon, Jiielp dan
met moeite ziin dikke vrouw den wagen in,
vatte met zijn beringde hand de spijl van
het achterbalkon en heesch zich vlug in den
wagen.
„Eén plaats binnen", z§i de conducteur
meteen zijn arm naar de bel opheffend.
De zwaarlijvige heer keek, terwijl zijn
echtgenoot© naar binnen waggelde, nijdig
minachtend den conducteur aan, die hem
zoo dringend tot haast had aangezet cn nu
den toegang tot den wagen weigerde. Dan
zocht hij om zich heen naar een plaats.
Maar de bel was al overgegaan; de tram
kwam in beweging. En met een kleinen,
schok viel hij tegen dc andere passagiers
aan, drong zich dan, als hij v»eer vast op
de beemen stond, met moeite tusschen de
andere in om een goed plaatsje. Yan af zijn
veiliger plaats keek hij opnieuw nijdig naar
den conducteur, die eohtor juist de tram
binnenging en van den blik niet3 merkte.
Dan haalde hij zijn zakdoek te voorschijn
en droogde het zweet af, dat onder zijn
hoogen, glimmenden hoed uit over zijn
voorhoofd druppelde en langs zijn slapen
tot aan de goed verzorgde bakkebaarden
Toen eindelijk de tram weer stopte, en een
paar menschen van liet achterbalkon weggin
gen, zocht hij verlucht ademhalend, ren rui-
mer plaatsje
De conducteur was intusschen teruggeko
men uit den wagen en had hem zwijgend
twee kaartjes overgereikt, en roet een tik
aan zijn pet het geld in ontvangst genomen.
Daar stopte de tram opnieuw. De conduc
teur, tegenover den meneer staande, die
hem met norschen, minachtenden blik was
blijven opnemen, gooide het balkonhek
open. De meneer schoof vlug op zij, maar
heb hek raakte nog pijnlijk zijn arm.
„Lomperd," viel hij norscli uit.
De conducteur keek hem aan, aarzelde
even.
„Mijnheerzei hij.
„Ja zeker, lomperd," kwam de ander
weer.
Het gezicht van den conducteur werd
rood van kwaadheid.
„U beleedigt me, meneer," barstte hij uit.
De ander haalde minachtend de schou
ders op.
De menschen waren al lang de tram in.
De wagenbestuurder op het voorbalkon had
al een paar maal door de ramen naar ach
teren gekeken, stond nu voortdurend te bel
len. De conducteur op den achtcrwagen
floot nog eens. Die van den voorsten merkte
het nu en belde. Dan wendde hij zioh op
nieuw naar den meneer.
„Wilt u dat woord wel intrekken, me
neer?" vroeg hij bedaard.
„Intrekken?" kwam de ander minach
tend. „Dat is geen handelwijze, lomperd."
De conducteur keek hem aan, dan on
derzoekend over de straat en stak, plotse
ling besloten, de hand weer uit' naar de bel.
De wagenbestuurder stopte en keek ver
baasd achter zich door de ramen.
De conducteur sprong, zoodra dc tram stil
stond, op straat en riep een agent, die over
het trottoir kuierde en verwonderd nader-
kwam. De menschen in de straab bleven
verwonderd staan kijken, ate de conducteur
in druk gesprek, zenuwachtig gesticulee-
rend, naast den agent naar de tram stapte.;
In den wagen rekten de menschen de hal-
zen, keken elkaar vragend aan. Iemand op
het achterbalkon naar binnen kijkend, wees
op den zwaarliivigen heer met de bakke
baarden en aller oogen richtten zich nu naar
den breeden rug van den meneer.
De agent was intusschen nader gekomen*
„Deze meneer?" vroeg hij, den cjnd'.n-
teur aankijkend. De conducteur klikte.
De meneer keek even verbaasd, haalde
dan minachtend de schouders op.
„Meneer", begon de agent, „11 licht den
oonducteur beleedigd door hem voor lom
perd uit tc' schelden", vertelt hij.
,Ja zeker, dat heb ik ook", kwam dc me
neer, zich opwindend. „Die man gooit 'Jvri
hek...."
„Neen, dat is....", viel de conducteur in..
Maar de agent wenkte met de hand 00a
stilte. En terwijl de menschen zich nieuws
gierig om hem verdrongen, luisterde hij
naar het verhaal van meneer, dan naar dat
van den conducteur. Dan haalde hij be
daard zijn boekje uit den achterzak van zijn
jas, spande het elastiekje los en noteerde..
„En uw beroep, meneer?"
„Bankier", zei de zwaarlijvige heer. De
agent schreef nog even, klapte dan het
boekje dicht, schoof het potlood' op zijn
plaats en greep weer naar zijn achterzak
De oonducteur belde, de tram zette zirii
in beweging met den conducteur en den nijt.
digen meneer tegenover elkaar op het ach
terbalkon. De menschen keken haar nog:
even na, liepen dan weer door. Alleen een y
paar jongens bleven nog doelloos om' den
agent heendrentelen.