Bout en veeren.
EIGENHEIMERS.
Het Heine-gedenkteeken uit Korfu, het
welk de uitgever van Heine's werken Cam-
pe naar Hamburg deed overbrengen en daar
thans te zien is. De urohiteetonisaiio om
geving er van is ontworpen door prof. Bru
no Paul.
feeet. De zoon van de onderschepte brie
ven trakteerde, d'r was nou toch niks meer
an te doen.
En de dochter speelde den heelen avond
„moppies."
De prijzen van echte veeren stijgen met
dezelfde snelheid als die van het echte bont
werk, dat binnen enkele tientallen jaren,
wanneer bet systematisch uitroeien der pels-
dieren blijft aanhouden, beslist nergens meer
verkrijgbaar zal zijn. Daar in die landen
de jacht niet verboden is, zal de tijd niet
ver meer zijn, dat sommige diersoorten, die
het ongeluk h'ebben in de oogen der Mode
genade te vinden, geheel uitgeroeid zullen
zijn en enkel nog maar in zoologische verza
melingen als zeldzaamheden door het nage
slacht met verbazing kunnen worden aan
gestaard. Een eigenaardig verschijnsel, dat-
berust op de psychologie der Kedendaagscbe
mode, is, dat de prijsverhooging van een
mode-artikel den omzet er van niet vermin
dert, doch dezen integendeel verhoogt. Dit
ia een gevolg van het Amerikanisme in de
mode, dat in de kleeding zijn rijkdom tot
oibing wil brengen, en daarom alleen dat-
gene begunstigt, wat zoo duur mogelijk ia.
Zou het heden gelukken, briljanten op che
mische wij zo goedko op te vervaardigen, dan
zou binnen weinige jaren het artikel uit den
handel verdwijnen. Evenzoo gaat het met
bont en echte veeren. Mocht men heden een
tot nu toe onbekend gebied ontdekken,
waarin millioenen blauwvossen, sabeldieren,
reigers, enz., te vinden waren, dan zou het
al spoedig met de bont- en reigermode ge
daan zijn. Thans echter zal de elegante
wereld bont en veeren van jaar tot jaar
meer en meer begunstigen, tot de tijd zal
zijn gekomen, waarop men zelfs voor al
geld der wereld geen voldoend materiaal
meer zal kunnen aanschaffen.
Een ÊngeLscb. vakkundige, James Buck-
land, toonde op een lezing aan, dat het
aantal vogels, door het reusachtig ver
bruik van veeren, reeds op onrustbarende
wijze aan het afnemen is. In het jaar 1898
werden in Venezuela 1,538,738 witte reigers
gedood; hun aantal was in het jaar 1906
tot 257,916 gedaald. Men is daarom in den
laatsten tijd den verdelgingskrijg op ande
re vogels gaan ondernemen, o.a. tegen de
Amerikaansche jabiru, van welker witte
vleugels en staartveeren alleen in Londen
jaarlijks 30,000 stuks verkocht worden. Of
schoon in 1903 door de Indische regeering
een wet op den export van veeren van wil
de vogels werd uitgevaardigd, vindt toch
nog altijd een vlotte omzet tusschen Indië
en Londen plaats, daar men het verbod
door allerlei kunstgrepen ontduikt; de vee
ren worden onder valsche opgaven inge
voerd, of ook wel gesmokkeld. Ook de uit
voer van de colibri's uit West-Indië is door
een wet sterk beperkt geworden en toch
zijn dit jaar reeds meer dan 25,000 dieren
naar Londen verzonden. De staart van den
Australischen liervogel, die eertijds in den
veerenhandel een groote rol speelde, is
thans bijna geheel uit den handel verdwe
nen. Men ziet ze zóó hoogst zelden, dat de
mode-dames, ondanks haar groote voor
liefde voor deze garneering, daarvan zul
len moeten afzien.
De teelt van aardappelen Beeft in ons
Vaderland een hooge vlucht genomen. Yol-
gena het jongst verschenen Regeeringsver
slag wordt in Nederland ruim achttien pCt-
van de totale oppervlakte bouwiand door
aardappelen ingenomen. Zij vormen dan
ook een gerecht op de tafel van den meest
gefortuneerde zoowel als op die van den
minst bedeeldezij zijn een voornaam han
delsartikel en worden verwerkt in de indus
trie tot zetmeel, dextrine, suiker, jenever
en wat niet al. In den laatsten tijd verna
men we zelfs, dat er biljartballen en potloo-
den van worden vervaardigd.
Tal van soorten zijn achtereenvolgens ver
bouwd, en als men de verschillende variëtei
ten nagaat, welke nog heden worden ge
teeld, dan duizelt men van het aantal. On
der al de soorten neemt de Eigenheimer,
eon teelproduct van Nederlandschen bodem,
een voorname plaats in; een kruisingspro
duct van den heer Veeiihuizen, te Sappe-
meer, die ze won uit Blauwe Reuzen en
Eransche. Aanvankelijk was deze variëteit
bestemd om als fabrieks-aardappel te wor
den verbouwd, en daarvoor is zij een ge
wilde soort, omdat zij rijkdom aan zetmeel
paart aan hooge opbrengst. Langzamerhand
heeft men dezen aardappel ook voor de
consumptie leeren waardeeren, en hij i8 zoo
geworden een voornaam handelsartikel,
vooral voor Duitschland en België. En zelfs
onze ©enigszins kieschkeurige Nederlan
ders versmaden hem niet langer voor hun
eigen tafel, al meenen sommigen bij ons,
dat er voor eigen gebruik nog we] betere
en smakelijker soorten worden verbouwd.
Maar al mogen enkele variëteiten lekkerder
zijn voor den fijnproever, wij kunnen en
durven hier niet uitmaken, of de verbouw
van die soorten voor den boer betere finan-
cieele uitkomsten zal opleveren.
Van de Eigenheimers weten we, dat ze
grif worden verkoc-ht, en wat er voor de
consumptie te veel is, kan altijd nog aan de
fabriek worden geplaatst. De loofontwik-
keling is vroeg en krachtig, en nu wil het
nogal eens voorkomen, dat het loof gaat
legeren.
Hieruit zou iemand misschien willen af
leiden, dat de Eigenheimers dan ook veel
te lijden zullen hebben van de zoo gevrees
de aardappelziekte. Gelukkig zijn ze hier
tegen vrij goed bestand, beter ten minste
dan veel andere soorten. Daarenboven zijn
ze half Augustus al haast rijp en kunnen
voor export naar Duitschland van begin
Augustus af worden verzonden. In goede
jaren oogst men van 1 H.A. wel eens 4 tot
500 H.L., wat toch zeker als een goede op
brengst mag worden gerekend. En niet al
leen in de klei wil de Eigenheimer groeien,
maar ook op veen en zand tiert hij heel
goed. Aanvankelijk was hij bestemd voor de
veenkoloniën, maar om zijn goede hoeda
nigheden is hij langzamerhand over heel Ne
derland verspreid geraakt, en wij moeten
erkennen, dat deze aardappel verdient nog
meer verbreid t© worden dan tot nu reeds
het geval is.
Onze veenkoloniale boeren, de aardappel-
verbouwers bij uitnemendheid, weten, cat
groote opbrengsten alleen door krachtig©
bemesting zijn to verkrijgen. Zij strooien
dan ook gerust per H.A. 20 tot 25 balen
kainiet in het najaar of 12 tot 15 balen pa
tentkali in don winter of de lente en voegen
daaraan 10 tot 15 balen slakkenmeel of
superphosphaat toe, terwijl zij in het voor
jaar overbcmesten met 4 tot 8 halen C'hili-
salpeter. Onze kleiboeren, en zeker onze
arme keuterboeren op de zandgronden,
duizelen van zulke ontzaglijke hoeveelhe
den kunstmest, maar waar ook zij beginnen
met flink te bemesten, zien zij de gunstige
gevolgen. En velen hunner hebben reeds tot
hun eigen schade ondervonden, dat bespa
ring van mest uitloopt op geringer op
brengst en derhalve nadeelig is voor de
beurs.
Beteekenis en herkomst van
den Rijksappel.
De rijksappel is een teeken van heer
schappij in de handen der vorsten. Hij be
staat uit een kogel met een kruis. De oor
sprong van den kogel moet gezocht worden
bij de Romeinen. Het bewijs hiervoor le
vert een munit van keizer Augustus, waar
op drie kogels zijn voorgesteld, één met E.
V. R,, de andere met A. S. I. en de derde
met A. F. R., wat wijst op de drie toen
maals bekende werelddeelen. Op talrijke
munten komt deze kogel voor, deels met
een stuurroer of met den hoorn des over-
vloeds onder de klauwen van den adelaar,
later met de godin der overwinning „Nike"
versierd, in de hand des Keizers. De godin
werd door het kruis verdrongen. D© rijks
appel werd bij feestelijke gelegenheden
door een beambte voor den Keizer uit ge
dragen.