N®. 15553 X>on<IejvTa2 3 FVovember. A°. 1910. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. De erfenis der Roclriana. IEIDSCH DA&BLAB PRUS DER ADVERTENTIEN: Vu 16 regels ƒ1.05, Iedere regel meer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentién ran 30 woorden 40 Oents contant i elk tiental woorden meer 10 Oents. Voor het incaseeeren wordt/'O.OS berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden Bei ten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd iyn Franco per post f 1.10. 1.39. 1.85. Inenting. Burgemeester en Wethouders van leiden Drengen ter algemeene kennis, dat het I n- entingsbureau in het St.-Elióabebhs- hof a-an de Oude Vest van af hedcu tot nadere aankondiging zal zijn geslo ten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR. Burgemeester. VAN STRIJEN. loco-Secretaris. Leiden, 3 November 1910. De Burgemeester en Wethouders van Lei- deD doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 20en October 1910, is vastgesteld de volgende ver ordening: VERORDENING, op het rijden over de hulpbrug tusschen de Steenstraat en de Turfmajrkt. Art. 1. Onder „trekdieren" worden in deze ^er- ordening verstaanpaarden, muildieren, muil ezels en ezels; onder „rijtuig," elk vervoermiddel, bestemd om te land door één of meer trekdieren te worden voortbewogen onder „voertuig," elk vervoermiddel, Uit gezonderd motonrij tuigen en rijwielen. Art- 2. Hert is den bestuurders van tri]- en voertui gen, uitgezonderd die van tramrijtuigen, als ook den bestuurders van motorrijtuigen op meer dan twee wielen verboden, behalve van des namiddags 11 uur tot das voormiddags 8 uur en des Vrijdags gedurende de veemarkt, over de hulpbrug tusschen de Steanstraat en de Turfmarkt te rijden in de richting naar de Turfmarkt- Art 8. Het is den bestuurders van motorrijtui gen op twee wielen en van rijwielen en den berijders van trekdieren verboden van des voormiddage 8 uur tot des namiddags 11 Uur over de in artikel 2 genoemde hulpbrug te rijden, zoowel in de richting naar de Turf markt, als in de riohting naar de Steen straat Dit verbod wordt, voorzooveel betreft de motorrijtuigen op twee wiolen en de rijwie len, door waarsolmwingebocxlen als genoemd in artikel 8, litt b. 2o. der Moe tor- en Rij wiel wet op nader door Burgemeester en Wet houders aan te geven plaatsen aangeduid. Art. 4. Van dp verbodsbepalingen in de artikelen 2 en 3 kan door Burgemeester en Wethouders, zoo noodig onder door hen te stellen voor waarden, aan bepaalde personen of aan be paalde categorieën van personen ontheffing worden verleend. Art. 6. Met het opsporen der overtredingen- van do bepalingen dezer verordening1"' zijn belast de dienaren der gemeentepolitie en do brug wachters. Art. 6. Overtreding van eenige bepaling dezer ver ordening, daaronder begrepen niet naleving ©ener voorwaarde, waaronder ontheffing is verleend, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste tien gulden. Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden, in zijne openbare vergadering van den 20sten October 1910. De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR, De Secretaris, VAN HEYST. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeer de Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 25 Octobar1 November 1910, B. No. 3510 (le afd.) G. S. No. 4G/1, in afschrift medegedeeld» En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 3den November 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, loco-Secretaris. Wat er voor de afgeschafte kermis in de plaats moet komen. Over de afschaffing der Leidsche kermis wordt nog dagelijks geredetwist. Wij zullen hier den strijd met vóór- en tegen argu menten niet nog eens ophalen. Nu het af- sohaffingsbesluit is gevallen, heeft dit toch geen waarde meer. Wel willen we even opmerken dat de arbeiders, ter wille van wie vooral voor het behoud der ker mis is gepleit, zich over de afschaffing niet al te druk maken. Instinctmatig voe len ze het zeker wel, dat zoo'n week van kermisjool de som van hun levensgeluk :n wezenlijkheid toch niet verhoogt en dan hebben ze het zeker bij het rechte eind. Hoe het zij, de vraag is numoet er wat voor in de plaats worden gesteld, en zoo ja: wat moet dat dan zijn? Nu duchten wc geen tegenspraak wan neer we bewe>zen dat dit deel der burgerij wat men het arbeidende volk pleegt te noemen, ook wel eenige genoegens mogen worden bereid, di® werkelijk genoegens heeten mogen. Het leven van een werkman is wel van dien aard dat het niet overdre ven is wanneer zij af en toe eens uit den alledaagsohen sleurgang worden wegge- fcild. De mooiste oplossing leek ons dat de fabrikanten deze menschen in de gelegen heid stelden een of meer malen in het jaar met hun gezin een uitstapje te maken naar buiten, onder eenige leiding, zooals af en toe reeda geschiedt op enkele fabrieken. Maar wij zijn nog niet zoover dat zulke uitstapjes algemeen zijn. En van boven af kan men ze niet decreteeren. Zoo iets moet langzamerhand in de fabrikanten- en ar beiderswereld doordringen. Van een vermomde kermis, die geheel op de afgeschafte kermis zou gelijken met dit onderscheed dut eenige kermisvermakelijk heden van buiten zouden worden geweerd, moeten wij niets hebben. Dan zou men de oude toestanden terugkrijgen alleen met dit versohil dat do gemeente daarbij haar 6 7 duizend gulden aan staangelden zou derven Trouwens een dag van kermisjool blijft er nog altijd op 3 October over. Wie er be hoefte toe gevoelt, kan zioh dan eens uit vieren en daarvoor is één dag en één naobt lang genoeg. Er is gezegd dat wij nu wel een kermis op particulier terrein zullen krijgen, Kan wezen, maar zulk een kermesse d'óté is tooh niet voor het volk. Daar wordt toe gangsgeld geheven en dit wordt door onzo fabrieksarbeiders niet betaald. En volksvrienden moeten er bij zijn om met wat beters de aandacht daarvan af te lei den. In den winter moet men trachten door enkele goede concerten en aangename voordrachtavonden het volk te bereiken. De commissie der Volksbijeenkomsten werkt al reeds jaren bijzonder goed in die richting en de stichting het Leidsche Volkshuis eveneens. Die avonden kunnen misschien nog wel wat aantrekkelijker gemaakt wor den. Waarom zou men er af en toe niet een vroolijk karakter aan geven? En an- der© vereenigingen of particulieren moe ten, 't zij in samenwerking of afzonderlijk ook iets in dezen geest trachten te doen, of meer dan als tot dusverre geschiedt. Wij denken hier aan de Christelijke Oranje Vereeniging en aan verschillende tooneel- en zangvereenigingen, fanfare korpsen en harmoniegezelschappen. Deze laatsten voeren onzen aandaoht weer naar den zpmertijcL Wij hebben onze iFarkooneerten, die hoe langer hoe meer worden gewaardeerd, dooh nog niet die waardeering genieten, welke ze behoorden te genieten. Maar in den afgeloopen zo mer werden pleohts 10 Parkconcerten ge geven. Dat is te weinig. Ook met het oog op het gemeentelijk subsidie van f 4000 mo- I gen er wel eenige bij. Misschien wil Musis Sacrum" haar hek ook wel eens openzetten voor zulk eën volksconcert en kunnen ook in andere gedeelten der stad concerten worden gegeven. Tegen goring entrée kan men geregeld profiteeren van bioscoop-voorstelhngei, maar het was misschien ook wel mogelijk dat er eens een bioecoop-voorsbellLng werd gegeven in de openlucht, wat ook nog wel buitenlui zou trekken. Wij zien de Vereeni ging tot bevordering van Vreemdelingen verkeer tooh niet al te veel van den kleinen kant aan, als wij haar dit of iets dergelijks tea- overweging aanbevelen? Wellicht noemt men dit alles slechte sur rogaten en men heeft met geheel ongelijk ala men er echter bij bedenkt dat het sur rogaat nog altijd beter is dan de kermis zelf. Maar we hebben ook nog iets wezenlijks, iets waaraan de arbeider wat heeft en dat is.... arbeiderstuinen buiten de stad. Het denkbeeld is eenige jaren geleden reeds door den Leidsohen Briefschrijver hier geïntroduceerd en toen heeft, naar we vernamen het Departement Leiden tot Nut van 't Algemeen het al eens losjes overwo gen. Sindsdien is het niet alleen in het bui tenland, maar ook hier ©n daar in ons land reeds in toepassing gebracht. En met buo ces. Geef den stadsarbeider een lapje grond niet ver buiten de grens der gemeente en gij hebt hem iets geschonken waarbij hij niet een heele of halve week zijn zinnen verzet, maar wat hem in zijn gezin een wezenlijk genot verschaft en nog waarde voor hem heeft bovendien. Het is nu de tijd niet, het denkbeeld nader uit te werken, dooh waar er thans gezocht wordt om den arbeider voor de hom voornamelijk ontnomen kermis iets an ders en dan zoo mogelijk iets beters te ge ven, daar meenden wij op den arbeiders tuin vooral de aandacht te moeten vestigen En we zijn hier op zuiver neutraal terrein waar politiek noch geloof scheidsmuren hebben op te richten. Dit werk ligt o.i. geheel in de lijn van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Laat ons Departement er zich daarom voorspannen, zouden we zeggen, en sa menwerking zoeken met anderen. Wij kunnen oiia voorstellen dat de heeren dis tot de afschaffteg der kermis het ini tiatief hebben genomen, ook druk aan het zoeken zijn naar wat anders en beters dan do kermis. Laten zij 'naast het Nut een lichaam aanwijzen en als de groep, die in den Raad bij do beraadslaging over bet af- aohaffingsbesluit den heer Meuleman tot woordvoerder had, hetzelfde doet, dan twijfelen we niet of met de verwezenlijking van bot denkbeeld zou heb volgend voorjaar reeds een proef kunnen worden genomen, die als zij goed werd gedaan, alle kans van slagen had. Wie sympathie voor dit denkbeeld heeft, spreke thans zich op ©en of andere wijzo uit. Het is nu de tijd deze zaak aan te pakken. Leiden, 3 November. Maandag 14 November a.8. zal in het klein-auditorium van het academiegebouw optreden prof. dr. B. Simons, hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Groningscho universiteit en alsdan een uiteenzetting geven van de voorstellen der Staatscommissie voor de reorganisatie van het onderwijs. In het tijdelijk vergaderlokaal van den Leidscben Bestuurders bond in de Morsch- straat hielden de Vrije-socialisten gister avond ©on vergadering om te protesteeron tegen de derde gevangenneming van den dienstweigeraar D. Koning. Het zaaltje was geheel gevuld on onder do aanwezigen waren een aantal vrouwen- De voorzitter, de hoer Akkerman, opende met ©en kort woord de bijeenkomst- Dc dienst weigeraar Koning was den 23sten October in vrijheid gesteld na voor de tweede maal gevangenisstraf te hebben ondergaan, mocht ©enigen tijd onder zijn vrienden zijn, doch moest toen weder naar de kazerne gaan. waar hij weder even fier bleef weigeren. Nu is hij heden naar Den Haag vervoerd en zal vermoedelijk ook nu weer tot ge vangenisstraf worden veroordeeld. Daartegen moet een protest uitgaan. Maar spr. zelf wildij ook nog even protesteeron tegen het „Leddsch Dagblad" dat ingezon den stukken over deze kwestie weigerde, als ook die, welke betrekicing hebben op den strijd der metaalbewerkers. Hierna verkreeg de spreker voor don avond, de heer J. W. Smit, te 's-Gravecu- hage, het woord, die begon met op to mer ken, dat in den persoon van Koning door de regeering een schandelijke aanslag op de vrijheid was gedaan. Is militaire dienst weigering dan pen misdaad? vroeg hij. Van Staatswege gezien ongetwijfeld, niet echter uit het oogpunt van humaniteit on men- scliclijkheid. Integendeel, dan moet men de dienstweigering als iets schoons eeren- Spr. haat moord, maar een moord uit zei f verdediging en zelfs uit drift is on eindig minder erg dan het moorden op ge zag, waartoe de militairen kunnen woerden veroordeeld. En zou dan hij die weigert dit te doen, een misdadiger zijn? In de maatschappij zijn twee heofdslroo- mingen, die van hot gezag en die van de gezagloosbeid, die zijn geweten alken ge zag toekent- En de laatste strooming zal eenmaal andere verzwelgen, daarvan is spr. innig overtuigd. Spr. schetste de noodelooze ellende door het .militarisme veroorzaakt, om er daar na op te wijzen hoe èn door de dienstwei gering èn door de algemeene werkstaking de oorlog, maohts-instrument in handen van het kapitalisme, onmogelijk kan worden gemaakt. Spr. was soms zeer st^rk in zijn uitdruk kingen. Zoo sprak hij als zijn meening uit, dat iemand, die een tiran doodt, oen monsch- lievond© daad doet, omdat hij daardoor ver hindert dat vele zijner medemenschen onder de tirannie zouden lijden, en zeide oen roe ver preer te «respecteeren dan een bedelaar, die om een aalmoes de hand ophoudt, maar hij stond dan ook op het standpunt van het noem- en eetrecht- Debat had niet plaate. Op voorstel van den voorzitter werd b© sloten een telegram van sympathie na~v Ko ning te zenden. De Voorzitter deelde mede, dat op 27 No vembcr weder een protestvergadering worden gehouden. Er werd aan den uitgang gecollecteerd. Bij beschikking van den minister v-in binnenlandsohe zaken ia, voor het tijdvak van l Januari tot en met 31 December 1911 benoemd tot conservator bij 'b Rijks Ethno- graphisch Museum te Leiden, de heer J. P. B. de Josselin de Jong alhier. De „Staatscourant" van hedon bevat de wijzigingen in de statuten der „Vereeni ging voor vrouwelijke studenten te Leiden' In de jaarvergadering van de Vereen) ging van Vrijzinnige Hervormden :n Zuid- Holland, welke gisteren in „Tivoli" aan den Oooisingel te Rotterdam gehouden is, heeft de heer F. E. van Santen, te Oegst- geest, een oud-Dordrechtenaar, 't woord ge voerd over: ,,Do sedert zeer vete jaren in Dordrecht gevoerde strijd." Door het Prov. kerkbestuur van ZuiJ- Holland zijn tot de Evangeliebediening toegelaten de heeren A G. Kloot», oand. te Leiden, en B. J. van Garderen, cand. t© Baarn. Reuter seint uit Weenen, dat H. M. de Koningin-Moeder gisteren des ochtend» de kunstverzameling Albertina hoeft bezich tigd en des namiddags de Lichtenstein-ga lerij. De mededeeling omtrent generaal van den Brandeler, gouverneur der Kon. Mil. Academie te Breda, moet' voor zoover zij be trof een benoeming tot adjudant van H. M. de Koningin op een vergissing berusten. Men meldt ons uit Delft: Het rijk if door aankoop eigenaar geworden van een groot terrein, thans toebehoorend© aan de gemeente Delft. Op dit terrein zal het Rijk een groote bibliotheek voor de Technische Hoogeschool laten bouwen. De thans be staande bibliotheek is te klein geworden nu de zeer belangrijke en uitgebreide biblio- 39) Een uur later was haar kolfertje gepakt, en toen zij voor het souper in de algemeene zitkamer verscheen, deelde zij de pensions mama mede. dat zij voornemens was een paar dagen op reis te gaan. „Zij is als kwikzilver I" zeide mevrouw Lekmann glimlachend. En de pensionnaires wierpen elkaar veelbeteokenende blikken toe. Het betrof zeker de m llioenen-erfenis l Beste kerel", schreef Rudi von Schauf- ïert zijn voormaligen academievriend den dag na zijn bezoek in de fabriek, „mijn vrouw zou gaarne met je verloofde kennis maken, wees dus zoo goed mij per telefoon te melden, wanneer zij haar kan ontmoe ten." Gustaaf Köberle werd dien avand na acht uren meermalen aan de telefoon in de ach tergang van het pension Lehmann geroepen. En van het dan daarin gevoerde gesprek boeide het hoorbare gedeelte de kamerburen in hoogo mate. Neen, Lohi liet zich niet slechts veront schuldigen, zij was werkelijk uit de stad, dat kon hij zijn vrouw gerust verzekeren. Hij moest zich daaromtrent volstrekt geen zor gen maken. Neen, zijn verloofde wilde voor- loopig van de geheele gesohi edenis niets hooren. Schrijven had geen doeL Hij mocht hem ook haar adres niet geven. „Maar, natuurlijk; zij geloofden immers, dat hem en zijn vrouw geen schuld trof. Neen, neen, dat had nog al den tijd. Onzin, boe kon hij denken, dat zijn verloofde ook maar een penning, ook maar een naald van zijn vrouw zou aannemen^ vóórdat het ge recht zou beslist bobben. Hij zou de znak nu toch laten rusten. Goed, dus basta." In die dagen bevatte een lokaalblad het bericht uit Wannsee, dat er tegen de erfge namen der Rodrians en erfenis-proces aan hangig was en dat de bewoners der beide bekende paleisachtige villa's dce reeds had den verlaten. Gustaaf Köberle las dit. En bij hoorde ook nog veel, dat -daarmee in verband stond. Veel onwaars. Maar hij ontkende bet niet. Hij maakte in zijn briefje aan Loni ook geen melding van deze geruchten. Zij wilde voor- loopig immers „van de geheele geschiede nis" niets hooren. Nog een paar malen deed Rudi von Schauf- fert navraag in de telefoon of juffrouw Stiglmair dan nog altijd te Berbjn was te rug gekomen, en scheen verwonderd, ge krenkt over het voortdurend ontkennend antwoord. Het was duidelijk, dat hij zijn ouden vriend niet geloofde. Köberle kon dat ech ter niet verhelpen. Het scheen Loni in zijn geboorteplaats uitstekend te bevallen. Hij kreeg het eene briefje na het andere van haar, minne briefjes, waarin zij hem haar vereerendo liefde voor een potsierlijk vrouwtje bekende, dat „juist zoo wonderlijk" was als hij, over 't geheel veel op hem geleek. En I notabenê, wat hij over de goede oogen van mevrouw Köberle' senior had gezegd, was zij volkomen met hem eens. Op zekeren dag la» mevrouw Lehmann in de courant de volgende verlovingsadverten- tie: Consul Paaach met mevrouw Kitty Rodrian, geb. Mollenkopf. En eenigo dagen later bracht de postbod© een verzegeld pakket voor juffrouw Loni Stiglmair. Daar mevrouw Lehmann's pen sion op het adres was vermeld, kon de vrouw des huizes het gezondene, na onder- tsekening, in ontvangst nemen. Zij liet het daarop aan Köberle zien. Als afzendster was op bet adres aangegeven: „Madame Kitty Rodrian, Grand Hotel du Pala s, Paris." „Of had ik het haar liever moeten nazen den?" vroeg zij Loni's verloofde. „Neen, neen. Dat heeft geen haast!" Maar bij verkeerde tooh wel een beetje in spanning. Eindelijk kondigde een telegram Loni'8 terugkomst aan. En zij stapte la chend, stralend, geheel de oude, vroolijke Loni, op een middag uit den trein. Natuurlijk maakte hij haar in het rijtuig een verwijt van haar lang uitblijven. Maar zij verzekerde, dat zij „waanzinnig veel" te doen had gehad. „Zoo, wat dan alles?" „Het uitzet. Is dat niet genoeg? Je moe dertje heeft moeten helpen." Hij deed bijna een sprong in de luoht. „Trouwen wij eer? Stemt gij er eindelijk in toe?" Zij knikte lachend. „Weet ge, Gustaaf je, dan richten wij ons leven eenvouc^iger in dan wij dat later zouden doen. Heb ik geen gelijk?" „Maar wanneer, Loni? Zeg het toohNog in Mei?" „Wees tooh niet dadelijk zoo dol. Neen^ ik dacht in het najaar. In October mis schien." „In Juni, Loni" „Laten wij zeggen September. Of Augus tus, of Juli." „Juni, Juni. De rozenmaand. Denk toch eens aan I" „Ach, Gustaaf!" En mond en mond wer den zij het samen eens over den datum van him levensfeest. Eindelijk, zij waren reeds een tijdlang in het pension, kwam ook het pakket van mevrouw Kitty Rodrian aan de beurt Toen Loni het touw doorsneed en het pa pier verwijderde, haar hand beefde, maar daaraan had zeker Köberle sohuld, hij had haar immers zoo onstuimig gekust kwa men met een bundel documenten do ggel geworden brieven van haar vader to voor schijn. „Geachte Mejuffrouw", luidde het bege leidend schrijven: „Toevallig kwam ik tot de onbdekking, dat de brieven van mijn overleden man, waaraan gij met zooveel piëtiet waarde hecht, nog in mijn bezit zijn. Ik meende ze met andere voor mij waar- dclooze papieren vernietigd te hebben. Ik ben blij, dat ik ze gevonden heb, want het zou immer© den schijn kunnen hebben, alsof ik tegen u intrigeerde. Dat Lehoef ik ech ter niet te doen. Laat het gerecht kalm be slissen en maak u van de brieven het ge bruik, dat gij voor uw geweten kunt ver antwoorden." Loni keek bedaard de brieven door. Er ontbrak geen enkele. „Piëteit!" zeide zij daarop, terwijl zij trotsch haar hoofd in den nek wierp. „Dat woord moest mij kren ken., 'Maar het treft mij niet, wijl ik im mers geen piëteit huichel zooals zij. Ik ver dedig aleohts mijn recht, niets anders/' Köberle deelde haar de vele pogingen van he«t jonge echtpaar von Scliauffert mede om haar van zijn loyale gezindheid te verzeke ren. Of zij Rudi's vrouw zou ontvangen, wan neer zij bij haar kwam vroeg hij een weinig onzeker. Zij streed een oogenblik met zichzelve, waarop zij zeide: „Ik zal haar zelve morgen of overmorgen een bezoek brengen. Zij mag niet denken, dat ik niet d.n moed heb haar in de oogen te zien." In Zuid-Duitschland had do lente een voorsprong van ongeveer veertien dagen gehad. Doch nu had zij ook reeds in den Berlijnschen dierentuin haar intrede gedaan De grijze musschen vormden niet meer de eenige bevolking van de boomtyppen en struiken, de bontgevederde virfcuosen keer den van hun Afrikaansche winter toch ten te rug, 's morgens jubileerden de leeuweriken, sloegen do vinken, 's avonds zongen de nachtegalen hun adagio's. Alles gratis. En steeds wae er een dankbaar publiek, meestal paarsgewijze, aanwezig. Eén jong ding genoot echter alleen van dit gezang en de heerlijke voorjaarslucht, ter wijl zij daarbij met haar vroolijke Japan- sche oogen, welke het jeudcg frisch gelaat zoo iets origineel© gaven, om zich heen. keek. De wereld bood haar immers overal stof. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1