No. 15546. 3LEIDSCJH BAGBEfLD, Woensdag 26 October. Berde Blad. Anno 1910. FEUILLETON. De erfenis der Kodrians. Over Organopraeparaten. f Dc liocr "W. C. de Graaf f aanvaardde he- jden zijn ambt ah lector in de Pharmaco graphie en GalenischePharmaciis aan de Leid- gche Universiteit met een rede over „Or- gancpra-eparaten." Reeds te lang, aldus spr., heeft men mis tend, dat het streven van den beoefenaar ider pharmacognosy e zich oneindig verder behoort uit te strekken dan tot het on derzoek der geneesmiddelen, uitsluitend van plantaardigen oorsprong. Zijn taak is in tegendeel voel omvangrijker en dient ge zocht te worden in de studio der genees krachtige producten, welke m het algemeen de levende natuur oplevert. Na een korte •uiteenzetting van doel on wezen dor pharma- cognosie verklaart spT. uitdrukkelijk dat deze niet is de droge wetenschap, waar voor velen haar houden cn dit ondanks het droge materiaal dat zij te verwerken heeft. Te betreuren valt dat zij haar twee ledig karakter niet steeds ten volle heeft gvehandhaafd en zoodoende een bij uitstek botanisch karakter verkreeg. Het gebruik yan dierlijke organen of aftreksels daarvan is zeker even oud als het gebruik der ge neesmiddelen zelf, hoewel -rarst de grond- leggende onderzoekingen van Brown Séquard leenmeer wetenschappelijke hasis hiervoor Verleende. De geschiedenis van het gebruik der organopraeparaten wordt hierbij nage gaan, waarbij wordt gewezen op de voor- Bchriften hieromtrent gegeven door Hippocra tes, Dioscorides, Plinius en Galen us. Tot op Onzen tijd bleven dezen zich handhaven, ook ol was het gebruik sterk verminderd en nu weer hebben zij hernieuwde belangstel ling. gewekt. De vermeerdering van onze kennis aan gaande den bouw en de verrichtingen van het menschelijk lichaam gaf inzicht in de „inwendige secretie" der verschillende, zoo niet van alle organen en vestigde onze aan dacht op de z.g. bioedklieren. Be onderzoekingen van Brown Séquard en Ü'Arsarval dienaanga ndc voorden hen tot de orga no therapie, door nieuwere onderzoe kingen gesteund en uitgebreid. Eenigi van deze onderzoekingen worden door spr. mo^r in het bijzonder behandeld. Een nieuw arbeidsveld is daardoor geo pend en ze mogen talrijke moeilijkheden op Onzen weg stellen, de eerste vrucht is reeds geoogst, haar „adrenaline" liet secreet der bijnieren. De beteekenis der bijnieren voor' het organisme wordt door enkele voorbed-* den verduidelijkt. Do ziekte van Addisön, algemeen opgevat als uitgaande van deze organen, wordt dan ook bestreden door toe diening van een bijnierpraeparaat. Even eens bedient die chirurgie zich van liet ex tract der bijnieren en wel in verband met da werking daarvan op het vasomoLorisch pentrum. Een andere reden, welke leidde tob het gebruik van de organopraoparaten is g'd- legon in hun antitoxiscbe werking. De toxi- nen van den telanus-bacil, evenals het gift der hondsdolheid bezitten bijvoorbeeld een uitgesproken verwantschap ton opzichte van hot oentrale zenuwstolsel. Verschil lende on derzoekers vonden hierin aanleiding tegen dergelijke giften in te spuiten o?n emulsie Van grauwe hersensubstantio van kal vei-en jen Krokiewicz verkreeg hier mod'-: bij teta nus reeds gunstige resultaten. Ha. gewezen te hebben op de wijzo van bereiding dér dierlijke praepa,raten on de Voorzorgen welke men daarbij heeft in aolit te nemen, komt sjjr. tot hot meest klassieke vo-orboeld der organopraeparaten, de schild klier. De onmisbaarheid van dit orgaan on fcijn nevenorganen voor het organisme wordt ïnet enkele voorbeelden aangetoond en ge- Wezen op -het verband tusschen beschadi ging daarvan en het optreden van ms'xoï- deem en spontane te tan ie, op te vatten als gevolgen van gek eele of gedeeltelijke ver mindering der schildklierseepetie. Door.Mur ray werd reeds met succes het myxcêd-ram in zijn gevolgen bestreden door subcutane injectie van een glyoorine-aftreksel van schildklier. In „pulvis glandulae thyreoï- deae" heeft men een terecht geschat ge neesmiddel te zien. Een groot verschil is er tusschen de or- ganotherapie van weleer en de lieden daag- 81) Er bleef nog voldoende vrije tijd over. Be stilte scheen de dagen te lengen. Het bewustzijn, dat niets van buiten af hen in hun afzondering hier op het eiland kon storen, werkte kahneerend op hun over spannen zenuwen. Van uit de ramen van hun slaapkamer za gen zij ia het verschiet de kust van Frank rijk. 's Morgens dook daar de roodgloeiende vuurbal uit den blauwen vloed op. Dan kon den zij het nauwelijks afwachten om naar buiten in het zonlicht, in de heerlijke len telucht te komen. Tooverachtig schoone kleurschakeeringen bracht de bloesem der als feestelijk getooide jonge ooftboomen te weeg. De. plantengroei had iets zuidelijks. Er waren vijgen.en mispels en zelfs in de beschutte gedeelten van den zonnigen tuin agaven cn palmen. Den trots van het ho tel, waarin zij w^ren afgestapt, maakte een groote magnolia uit. Obrista legde eiken dag een paar der lichtrood getinte reuzenblade ren, welke de morgenwind had afgeschud, op do schrijftafel van haar man, waarop nooit een vaas met bloemen ontbrak. Als hij in zijn werk was verdiept, stoorde zij hem niet Zij vroeg hem dan niets, doch "Dam wel elke gelegenheid waar, om ten minste een tecderen blik met hem te wisse len. Op de teenen trad zij de kamer binnen, stak voorzichtig een paar bonte, kleine tak ken tn de vaas voor hem en verdween dan .weer even onhoorbaar. Of zij wandelde van sche, een verschil, bovenal te zoeken in het doelbewust toedienen der verschillende or ganen cn naarmate zich onze kannis uit breidt aangaande de functies "en de bcstand- deelcn der varscbillonde organen cn haar verrichtingen wordt de organotherapie scher per omlijnd en winnen de organopraoparaten aan - beteekenis. Ten slotte vestigt spr. de aandacht bp de pxaeparatcü der rarumtherapie, dikwijls met succes ter bestrijding van infectie-ziek ten toegediend en hoewel de bereiding hier van ligt op een geheel ander terrein der natuurwetenschappen, ontheft dit den phar- maceut geenszins van de verplichting ken nis te nemen van deze medicamenten, wil 'hij niet allengs een vreemdeling wordm in zijn eigeii apotheek. Onze kennis breidt zich steeds meer uit en elke verruiming van onzen blik weer spiegelt zich, indien slechts even mogelijk aU practische toepassing in de medische we tenschap. Nog veel arbeid in de pharmacie wacht op verrichting, zij biedt nog een ruim veld voor wetenschappelijk onderzoek en, aldus besluit spr. zijn hoogst belang rijke voordracht, zij cischt van haar' be oefenaren een algemeene kennis dei' natuur. I>© ontslag-nan vraag van vic© admiraal Van den Bosch. Dezer dagen werd bericht, dat de vice- admiraal I. van den Bosch, stelling-comman dant, in Den Helder, tegen 15 November ont slag heeft gevraagd. Omtrent de aanleiding daartoe deelt men aan „De Avondp." hot vólgende mede: De vlootpredikant heeft aanmerking ge maakt cp het lezen van een der boeken van het boekenfonds door de matrozen. Naar men zegt, was het een werk van Thórèöe Ho ven, dat Z.Éerw. ongeschikt vond voor het zieleheil der Nederlandsche Jantjes. Met dit bezwaar is hij bij den admiraal gekomen, en deze heeft natuurlijk gezegd, dat het boek volgens zijn meening mets kwaads inhield en dus als lectuur voor den schepeling ge- handhaaft blijft. Daarna heeft de vlootpredikant zich met zijn bezwaren tot den minister gewend, waarvan het gevolg geweest is een schrij ven van Zijne Excellentie, waarbij den ad miraal bevolen wérd om te handelen vol gens de wensclien van den vlootpredikant. Dit gaf den heer Van den Bosch aanlei ding om zijn ontslag te vragen. Het „Hdbl."' verneemt, dat in afwachting van de beschikking op de ontslag-aanvraag aan den admiraal verlof is verleend. In „Het Volk" lezen we over dezo kwes tie het volgende: De vice-admiraal I. v. d. Bosch heeft plotseling ontslag genomen als direoteur en commandant der marine te Nieuwediep. Als reden voor deze opzienbare" ontslag-aan vraag gaat hier het volgend gerucht, dat ik onder voorbehoud ove-vertel. De oorzaak zou dan gelegen zijn" in een kwestie, die hij zou gehad hebben- met den vloot-predik. ds. Warners. Deze zou nl. bi] 'n bezoek aan de provoost-arrestanten heb ben opgemerkt, dat een der arrestanten een der boeken las, die, naar bet schijnt, tegenwoordig uit een speciaal daarvoor be staande bibliotheek worden verstrekt. De marine-dominee was van meening dat alleen godsdienstige lectuur verstrekt moest worden en schijnt daarop bij den heer Van den Bosoh te hebben aangedron gen. Deze heeft echter geantwoord, dat do boeken clr,ein de cellen worden gele&cn, door hem zijn goedgekeurd en dat hij daar geen verandering in brengt. Daarmee moet ds. Warners minister Wentholt in kennis heb ben gesteld en dezo zou den vice-admiraal in het ongelijk hebben gesteld, waarna dezo direct zijn ontslag heeft genomen. De \lootpredikant ds. C. J. Warners zegt in een ingezonden stuk in „De Tel." - ,;ïk verklaar, dat geheel onwaar is, dat ik „aanmerking gemaakt heb op 't le zen van een der boeken van bet boeken fonds door do matrozen." Nimmer heb ik mij tegenover autoriteiten, met wie ik er over sprak, ongunstig uitgelaten over de lectuur, aan de matrozen verstrekt, inte gendeel den ernst, waarmede blijkbaar een uit den boteltuin een eind ver over het steenachtig pad, dat naar de Schlucht leid de, en klauterde dan langs den tamelijk steilen rotswand naar den top, welken Rudi van af zijn schrijftafel moest zien, wanneer hij zijn hoofd ophief en. naar de zee zag. Zij kon hem achter de ruiten niet onder scheiden; maat zij-wist, dat hij haar glim lachend toeknikte, wanneer zij als het ware uit den blauwen vloed plotseling op het puntige stuk rots verrees en haar silhouette zich tegen de lucht afteékende. Alle verwachtingen, welke Schauffert van dit uitstapje had gekoesterd, schenen in ver vulling te komen. Voor het eerst weer sinds een half jaar gelukte het hem een moei lijke, gecompliceerde stof werkelijk mees ter te worden. Voor het eerst weer had hij volharding. En Christa was trotsch cn gelukkig in het gevoel, dat haar man niemand anders noodig had dan haar. Was zij alleen, dan hield zij zich met een handwerkje of met. lectuur onledig, totdat zij tamelijk onge duldig het tijdstip afwachtte, dat als een pauze in zijn werk was vastgesteld. N3 den hoofdmaaltijd om zeven uren was het bui ten reeds donker en dus wijdde Rudi dan nog een paar uren aan zijn „monster-pro ces", .zooals Christa dat lachend noemde. De mooiste tijd van den geheelen dag was echter die vóór tafel. Het weer was tot op een enkelen regendag na zoo mooi als zelden in het voorjaar. De hotelier en zijn vrouw vonden, dat zij het bijzonder trof fen: zij waren zeker op hun huwelijksreis. Het waren zelfbewuste, maar aangename menschen. De inboorlingen spraken onder elkaar het keuze gedaan was, geroemd. Vanzelf is daardoor cok een onwaarheid, dat, „het een werk van Thérèse Hoven was, dat ik ongeschikt vond voor het zieleheil dei* Nederlandsche Jantjes". Het is me in mijn h'oofd niet opgekomen een werk van die schrijfster af te keuren. Verder, dat geheel onwaar is, dat ik met het bezwaar over een boek, dat ik niet had, bij den admiraal gekomen ben, en dat dus ook, hoe kan het anders, geheel 0 n w a a r is, dat ik mij met mijne niet be staande bezwaren over een boek tot den minister gewend heb." „De N. Ct." verneemt, dat het jongste meeningsverschil tusschen den vioe-admi- raal en den vlootpredikant moet zijn ont staan over de lectuur in het provoosthuis verstrekt, waarvoor een speciale regeling schijnt te bestaan; niet dus over bet z.g. Boekenfonds voor de marine in het alge meen. Deze geschiedenis moet echter, zoo zegt „De N. Ct." verder, de druppel geweest zijn, die voor den admiraal den emmer heeft-doen overloopen. Reeds, moeten tevo ren strubbelingen zijn voorgekomen, waar bij de minister den predikant tegenover den admiraal in het gelijk gesteld heeft. Aan de „Zutfensche Courant" wordt meegedeeld, dab tot de ontslag-aanvrage nog een andere oorzaak moet hebben mee gewerkt. Een paar'maanden geleden hebben eenige zeeofficieren in Den Helder op straat on- eenigheid gekregen met enkele midder nacht zendelingen. Die middernachtzende lingen stonden onder aanvoering van ds C. van der Voort van Zijp, lid der Tweede Kamer. Deze heeft toen, in 't volle bewust zijn van zijn macht als zoodanig, een klacht ingediend bij den minister van marine, spe ciaal tegen een zee-officier- thans op non activiteit- Het gevolg van die aanklacht ia geweest, dat door den minister een commis sie van onderzoek werd benoemd, die, na verhoor, haar dossier ter beschikking van den krijgsraad Leeft, gesteld. De krijgsraad verklaarde zich evenwel onbevoegd. En nu moet de verstoordheid van den minister over het in 't zand loopen van de beele quaestie. zich geuit hebben in een schrijven aan vice-admiraal Van don Bosch, wat dan mede deaanleiding moet geweest zijn tct deze ontslag-aanvrage. Thérèse* Hoven zelf verzoekt de ,,N. R. Ct." de volgende rectificatie op te nemen: „Het. door ds. Warners te Helder ge wraakte boek was niet van, mij. „Naar mij uit welingelichte bron, nl. uit den Marinekring te Helder, meegedeeld wordt was het een Indische roman: „Een Liefde in de Binnenlanden", geschreven on der een pseudoniem; dat ik nimmer ge bruikte." (De naam van de schrijfster van dat boek is: Nji Sri). De verslaggever, van het-„Handelsblad" te.Den Helder heeft.hij ds.>Warners en bij een aantal marine-officieren een onderzoek ingesteld naar de redenen, die den vioe- ad mi faal Van den Bosch aanleiding gege ven kunnen hebben zijn ontslagaanvrage in te dienon. De conclusie van liet onderhoud met den vioot-predikant is deze Admiraal Van den Bosch moet in de He- noeming van een vloot-prediker een ongun stige meening, een ongunstige waardeering ten opzichte van de vloot hebben gezien. Voor den admiraal zou daarin een aandui ding gelegen hebben als had het marine personeel bijzondere geestelijke zorg noo dig en de admiraal zou hierin iets onaan genaams, iets krenk ends ten opzichte van het gehalte van het vlootpersoneel hebben gezien. Zoo iets*. alsof het vlootpersoneel iets minderwaardigs is. Dit is de lezing van de marine-dominee, die elk persoonlek conflict met den ver- trekkehden vice-admiraal ontkent. Do marine-officieren, door den corres pondent geraadpleegd, veronderstellen het volgende als een verklaring van do zeer be treurde ontslagaanvrage in kwestie: De admiraal kan zich niet vereenigen met de richting, welke de regeering in deze door den minister van marine verte genwoordigd uit wil op godsdienstig ge- oud Normandiseh Fransch; in het stadjo en tegenover vreemden bediende men zich van het Eugelseh. Christa amuseerde zich koste lijk, wanneer haar man, dio beido talen niet goed machtig was, in het discours aan het radbraken geraakte. Do paar vrije uren voor het diner, gebruikten zij voor een rij toer naar St.:lleliers, wanneer zij kleine in- koopen moesten doen. Eens waagden zij zich ook bij goed weer in het zeil bootje, dat bij het hotel behoorde, op het water. Het liefst echter wandelden zij langs het onherbergzame strand, hetwelk altijd geheel verlaten was. De rotsachtige kust, welke zich in grillige vormen hier en daar tot een hoogte ran honderd _meter verhief, maakte, vooral bij zonsondergang, een grootsch effect.. Zij wandelden in een stevigen pas over de smalle voetpaden, welke tusschen de on zichtbare forten voor de troepen van dé Engelsche bezetting om bet eiland been wa ren aangelegd, zonder doel, juist zooals op hun huwelijksreis. Maar zoo jongensachtig uitgelaten als in dertijd aan bet meer van Geneve'was Rudi niet. Het gebeurde zelfs meermalen, dat hij een tijdlang stil en in zichzelf gekeerd was. Eens, toen dit weer bet geval was, liet zij plotseling haar helderen, hartelijken lach hooren. „Rudi, denkt gij aan die af schuwelijke Pilsoners? Altijd nog? Toe, het is nu rusttijd." Hij was blijven staan en teckende met zijn nieuwen stok figuren in het zand, hetwelk de rots bedekte. De ruwe stok, welko ech ter zoo licht als een veer was en een ge schenk van Christa, was uit een koolsoort vervaardigd, welke daar tot een hoogte van bied bij de marine. Deze richting, dio het sterkst door de aanstelling van een marine dominee gedemonstreerd werd, vindt de ad miraal niet in het belang van de vloot. De admiraal vindt die richting bepaald nadee- lig voor een goeden geest onder het marine personeel. Voorts vernam de verslaggever van het „Handelsblad" van deze marine-officieren nog dit: De vloot kende tot nu toe geen gods diensttwisten. Naar vele meenen zullen do godsdiensttwisten thans ook komen, indien de minister van marine zijn kerkelijke vloot-politiek voortzet. Voorboden hiervan bestaan reeds. To Den Helder is opgerieht de vereeniging „Geestelijke Bijstand", een verceniging op vrijzinnig-godsdienstigen grondslag. Deze vereeniging wenscht nu, tegenover den rechtzinnigen ds. Warners, een vrijzinnigen predikant aan to stellen, eveneens om d© geestelijke belangen van de Jantjes te behartigen. De twee vrijzinnige Holderscbe predikanten ds. Poort en ds. Onnekes, mede-oprichters van „Geestelijke Bijstand", zijn te zeer bezet, dan dat zij zelf bijzondere aandacht aan de vloot wij den kunnen. De vereeniging beeft nu den minister van marine gevraagd, haar een zelfde subsidie te willen toestaan als aan de christelijke officierenvereeniging is ver leend, waarna ook zij een marine-dominee zal aanstellen. Dit subsidie is voorloopig geweigerd. Ninisiei* Briand in de Fransche Kamer. Gisteren werd de parlementaire zitting geopend. Toen de heer Lcpine, de Parijsche prefect van politie, dc Kamer binnenkwam, word hij aan de uiterste linkerzijde begroet met het geroep van: „Er uitEr uit Het centrum en de linkerzijde applau disseerden. Er lieerschte een onbeschrijf lijk tumult. De voorzitter zette zijn hoed op en de ver gadering werd geschorst. Een goed begin dus I Toen dc kalmte was weergekeerd, werd de vergadering andermaal geopend. Briand vroeg, dat onmiddellijk tot bespreking der interpellaties overgegaan zou worden, waar toe werd besloten. De Senaat ging tot Donderdag uiteen. De afgevaardigde Golly, van de uiterste linkerzijde verweet de Regeering, dat zij de staking gefnuikt heeft, door stakers in hechtenis te nemen. Hij viel Briand heftig aan en verweet dezen, dat hij machinisten in de gevangenis heeft laten zetten en ge probeerd heeft, hoe ver hij tegenover de pu bliek© opinie kon gaan, om t© woten te ko men of men soldaten tegen arbeiders kan afzenden. „Dat is een smerige streek!" Briand haaide de schouders op. Colly toekende verzet aan tegen 't gebrui ken van soldaten ten voordeele van indus- trieele ondernemingen en verzekert, dat den spoorwegmaatschappijen de vrije hand was gelaten om de arbeiders onder de wa penen te rcepen. Daarna nam Briand het woord cn begon met te verklaren, dat hij niet van plari was, in te gaan op persoonlijke aanvallen. Be spoorwegstaking, vervolgde hij, was geen beweging, die vakbelangen tot oorzaak had (heftig protest bij de uiterste linker zijde) en de Regeering bevond zich niet tegenover een staking, niaar tegenover een beweging, die dood en ondergang van het land beoogde; een beweging, waarvan de arbeiders de ware bedoeliug niet kenden, en waarvan zij de werktuigen waren. (Heftig protest bij de uiterste linkerzijde). Aaugezien de Regeering, vervolgde Briaad onder het tumult, de bewijzen in banden had, dat de beweging een anarchistisch cn opstandig karakter had, moest zij maatre gelen troffen om de nationale voiligheid te verzèkeren. Briand wees dan op de pogin gen, die de Regeering in het belang der spoorwegbeambten heeft gedaan, en verze kerde, dat hij ever materieel© bewijzen cn door de leiders der beweging onderteeken- de sohriftstukken beschikt, en dat de spoorwegbeambten bekend hebben, sabotage drie meter wordt gekweekt. „Ik dacht daar aan nu niet, lieveling, ten minste niet juist aan dit proces. Maar ik stelde mij voor, boe gij het zoudt vinden, als wij nu al tij d zoo leefden, zoo stil als nu." „Zoo gelukkig als nu, Rudi!" zeide zij en kwam dadelijk op hem toe, terwijl zij baar handen op zijn armen legde en hem met stralende oogen aankeek. „Ik verlang mets anders, dan dat gij morgen nog een uurtje meer voor mij over kondet hebben." „Maar gesteld het ge\al, dat gij slechts mijn vrouw en niet bovendien nog een rijks vrouw waart, die zichzelvo alles kan ver sohaffen, wat zij maar wensoht, hoe zou het leven jo' dan bevallen?" „Gij bedoelt, wanneer wij voortdurend zooals nu leefden?" „Ja. Zoo eenvoudig-burgerlijk. En zonder een dozijn dienende geesten, op wio men altijd een waakzaam oog moet houden, wijl zij anders bedriegen en stelen. E11 zonder auto, zonder de groote diners." „Vraagt ge dat nog? Zegt jo dan niet elk mijner blikken, dat ik mij als in den hemel voel? I" Hij kustte haar, waarop zij hun weg voort zetten. Doch na een tijdje begon hij weer: „Herinnert gij je den dag na Kerstmis, toen ik 's avonds alleen bij j~e te Wannsee was? Ik verzocht jo toen het zóó in te richten, dat wij niet buiten in de villa be hoefden te wonen, deur a-an deur met tante Kitty? Maar dat kwam jo toen onmogelijk voor. En indertijd wildet gij eigenlijk ook niet zoo recht uit je omgeving. Is dat niet zoo?" Wanneer er kans bestond, dat wij de be zitting goed van de hand konden doen..." te hebben gepleegd. De spoorwegbeambten, konden in October lotsverbetering krijgen, maar zekere elementen wilden ongeregeld heden. Briand is dan ook van oordeel, dat, met het oog op do verzoeningsgezinde hou ding der Regeering, het afkondigen der sta king, midden in de onderhandelingen, een onduldbare zaak was. Daarna herinnerde de minister-president aan de omstandigheden, waaronder do sta king op de Noorderspoorwegen is afgekon digd en zei, dat men tegenover een organi-' satie van stelselmatige sabotage staat, waai van de Regecring hoopt de draden in handen te hebben. Het geheel© land beeft getoond, dat het zich niét van do wijs zou laten brengen. De Minister las tien e?n omzendbrief voor, die bij de poststaking door zekers agenten is verzonden cn die zeer nauwkeurig aan duidingen bevat voor de sabotage van te legraafdraden. De leiders van de tcginwoor- digo staking hebben oen dergel ij km omzend brief onderteek-end cn als dc socialisten vra gen: "Welke leiders? antwoordt Briand, dab zij dat spoedig zullen weten, misschien nl te spoedig naar hun zin. De bedrogen arbei ders hebben hun woede reeds geuit. Do Regeering heeft, niettegenstaande do angsten, dio het land, mot het oog op het gevaar, heeft doorgestaan, geen andera mid delen gebruikt dan do wot te harer be schikking stelt. Do socialisten violen Briand herhaald olijk in do rede. Dc Voorzitter heeft do grootste moeito om do stilte to herstell-cn. Toen Briand eindelijk kon voortgaan, zei hij: Do vrijheid, die de socialisten verde digen, is niets dan hot afziclitwekk-onde beeld van do tweedracht en list grijnzende bieb' van den burgeroorlog. Do vrijheid der vakvereenigingen bistaat niot in gewelddadigheden tegen do arbeiders, evenmin bestaat do politieke vrijheid in dj tegenwoordige houding dor uiterste linker zijde. Briand verweet don socialisten mis> bruik te maken van de persvrijheid. Er zijn oogenblikken, vervolgde hij, waar in een staatsman zijn plicht vervult, alloa bedreigingen ten spijt -an met gevaar voor zijn leven. Ik vertrouw, dat ik mij tegen- ovor de jongste gebeurtenissen aan de zijdfl der vrijheid heb gehouden. Briand eindigde aldus: In do ernstige omstandigheden, waarin hc-ti land naar den burgeroorlog werd gedreven, zou iedere Regiering, die dien naam waard, is, gedaan hebben, wat wij lvebbsn gedaan. Do Regeering neemt in haar geheel do ver antwoordelijkheid op zich. Do vrijheden^ waarin de spoorwegarbeiders zich verheu gen, zijn door do staking niot bedreigd. Do Regeering bestudeert de wijze, waarop het land in dc toekomst tegen dergelijke ge varen behoed kan worden, zond-er dat de Wezenlijke vrijheid der va k ver e mgin gen zal verminderd worden. Het is aan u om te zeggen, of gij do Regiering toevertrouwt dezen arbeid tot een goed einde te brengen. (Toejuichingen óp bijna allo banken, be halve op dio van de uiterste linkerzijde). Donderdag voortzetting. Do redevoering, welke de bier Briand voo> de vuist had gehouden, werd in de wandete gangen der Kamer druk besproken cn dat niet altijd op loffelijke wijze. Sommigsa hadden er uit gehoord do bekentenis, dat e»r oneenigheid zou zijn onder d-s ministers. Briand liceft daarom nog in een onderhoud verklaard, dat de leden van het kabinet in do gehouden ministerraden verr en ïia; do staking hot. -eens zijn geweest d-i ver antwoordelijkheid der beslissingsn te aan vaarden. „Ik heb niet gewild," aldus Briand, „dat bet kabinet midden in een crisis voor beslissingen zou staan, waarvan later ge bruik gemaakt zou kunnen worden om een herhaling te voorkomen. Do Rogeering heeft nog niet beraadslaagd. Terwijl ik voorbe houd maak voor do meening van ieder mijner collega's, heb ik alle mogolijkhrid van ecu incident geweerd, door in d-s Kamer te zog gen, dat wij weigeren in to gaan op eiken verwachten maatregel, dien men ons door moties zou willen opdringen." Do ministerraad zal eerst na sluiting der thans aan den gang zijnde debatten lijden- komen. „Dus aangenomen, dat een bloedverwant der Rodrian's ulieden eenmaal het eigen domsrecht op het huis betwistte; dat het daarover tot eon proces kwam en do tegeu- partij gelijk kreeg, zoudt gij je daarin dan gemakkelijk kunnen schikken?" „Zeker." Zij daalden nu tamelijk steil bergaf. Do machtige rotspartij van Grève do Lccq be vatte een ketelvormige uitholling. IJzeren trappen leidden naar beneden. Reeds meer malen hadden zij tevergeefs getracht be neden te komen, wijl bij hoogen vloed de zee door een soort natuurlijke ïotstunncl stroomde, en tegen de rotswanden van d© kloof met kracht omhoog spatte. Voor heb oogenblik was het eb. Toen zij honderd me ters gedaald waren, hadden zij vasten rots grond onder zich, welke met zeegras en zeeschelpen was bedekt. Tegenover hen ver hief zich een natuurlijke rotspoort van ge weldige afmetingen. De zeo had hier een weg ver het land in gevormd. Nu, bij eb, vulde het w^ter slechts de diepste geul van de lango uitholling. Maar tegen de opetiing aan den anderen kant klotste do branding in groote golven, welko schuimend en wet donderend geweld over de onregelmatige rotsen heensloegen, om daarop weer klet terend over de müJicenen steencn op heb strand achteruit te wijken. Zij stonden hand in hand op de steencn en tuurden door do rotspoort. Het was hiec huiveringwekkend mooi. fWordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 9