.Oïiüfiiïag IS October. A0. 1ST0.
ti\ 15539
$eze nOourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en (feestdaggen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Uit de „Staatscourant".
FEUILLETON.
De erfenis der Rodrians.
PEÜ8 DER ADVERTENTIEN:
Van X6 regels /'1,05, Iedere regel meer /'0.17J. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine adTertentiëh van 30 woorden 40 Oents contantelk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoasseerenwordt/'0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30.
Franco per post 1.65.
DRANKWET,
Burgemeester eo WethouderB van Leiden
Gelet op de artfc. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
P. J. H. VAN DEN BEUG, spekslager,
wonende te Leiden, een verzoekschrift is
ingediend, om verlof voor den verkoop
van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor
gebruik ter plaatee van verkoop, in den
winkel van het perceel Heerengracht 43.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSET.AAR.
Burgemeester.
VAN HEIJST, Secretaris.
Leiden, 18 October 1910.
DBMKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op art. 12 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
A. KLEINDANK AART, wonende te Lei
den, een verzoekschrift bdj Gedeputeerde
Staten dezer provincie is ingediend, om
vergunning tot verkoop van sterken drank
in 't klein uitsluitend aan logeergasten voor
gebruik ter plaatse van verkoop, in het be-
nedenaohtexlokaaJ van het perceel Nieuwe
Beestenmarkt No. 3.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELA AR
Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 18 October 1910.
Leiden, 18 October.
Bij de onlangs plaats gehad hebbende
verkiezing, ter aanvulling van 14 vacatures
in het Institut International de Statistique
zijn uit 24 candidaten 8 nieuwe leden ge
kozen, daaronder prof. mr. IC. B. Gr even,
te Leiden.
In het Volkshuis is deze week het twee
de gedeelte van den Rembrandt- Bij bp 1 te
zien: alle platen zijn illustraties van de
Evangelieën en de handelingen. Zij reprodu-
ceeren schilderijen, teekeningen en etsen.
Vele malen vindt men hetzelfde onderwerp
behandeld: zoo den verloren zoon, den Barm
hartigen Samaritaan, de kruisiging, de
graflegging, de Emmaüsgangers. Van het
allerschoonste werk van Rembrandt is in
dezon Bijbel bijeengebracht, al mist men
noode platen van b.v. de beide schilderijen
van den maaltijd te Emmaus uit het Louvre
en neg andere. Ook Woensdagmiddag is de
tentoonstelling open.
De „Stct." (No. 242) bevat de volg in
de opgaaf van het aantal bezoekers der
musea en monumenten, gedurende het 3de
kwartaal, 1910:
Het rijksmuseum te Amsterdam 130,616
Het koninklijk kabinet van schilderijen
te 's-Gravenhage 53,363.
Het museum Meerman no Westreenianum
'te 's-Gravenhage 84.
Het koninklijk penningkabinet te 's-Gra
venhage 136.
Het museum H. W. Mesdag te 's-Graven
hage 6,567.
Het museum „Huis Lambert van Meer-
ten" te Delft 3,409.
Het rijksmuseum van Oudheden te Lei
den 3.Ï02.
Het rijks-ethnographisch museum te Lei
den 778.
Het museum van natuurlijke historie te
Leiden 3,018.
De Gevangenpoort te 's-Gravenhage
22,632.
De historische zaal van het Prinsenhof te
Delft 6.164.
Het Muiderslot 3,210.
De ruïne van Brederode 7,565.
Het monument te Heiligerlee 3,306.
Beroepen is bij de Ned.-Herv. Gem. te
Amsterdam (vac.-dr. J. Ph. Roedemaker)
ds. N. A. Becht Jr, te Loosduinen.
In de kerk van den AUerh. Verlosser
op den Goudsohenrijweg te Rotterdam is
Zondag het zilveren priesterfeest herdacht
van pater P. van Waijenberg in de orde der
Redemptoristen. Verschillende geschenken,
voor kerkelijk gebruik bestemd, werden
daarbij aangeboden».
Bij de Maatschappij tot Exploitatie
van Staatsspoorwegen is benoemd tot inge
nieur de adjunct-ingenieur 1ste klasse M.
H. Damine.
In de godsdienstoefening in de Doops
gezinde kerk te Harlingen heeft Zondag
ds. J. W. van der Linden, predikant bij die
gemeente, zijn 40-jarige ambtsbediening
herdacht. Vele blijken van belangstelling en
sympathie vielen den jubilaris, die reeds 26
jaar aldaar is gevestigd, ten deel.
Ten paleize Het Loo dineerden gis
teravond graaf Schiinmelpenninck en me
vrouw Van Hardenbroek van 's Heeraarts
berg en Bergambacht, grootmeesteres van
het Huis van H. M. de Koningin.
Dr. M. J. de Wilde, arts te Rotterdam,
is benoemd tot eere-ridder in de Johanniter-
orde van Spaüje.
De gewone audiëntie van den minister
van financiën zal a.s. Donderdag, die van
waterstaat a.s. Vrijdag, en die van iustüi*-
a. a. Zaterdag niet plaats "hebben.
Ter ondersteuning van het dezer dagen
in ons blad medegedeelde plan, om e^nige
matinees musicales op Zondagen te orga-
niseeren, heeft zich een comité gevormd,
beotaande uit de volgende dames en hee-
ren: mevr. HesselingSalverda de Grave,
de heer en mevr. VijghVijgh, mej. B. Vos,
mej. A. S. A. van Kaatboven en mr. H. W.
0. J. de Jong.
Uitgenoodigd door den Ned. Bond voor
Vrouwenkiesrecht zal mevr. Hanna Isaach-
senIsaachsen uit Drammen ^Noorwegen)
op Zaterdag 22 dezer een e11 ander meedee-
len over de Vrouwenbeweging in Noorwe
gen. Hier zal dan een vrouw aan het woord
zijn uit een land, waar het kiesrecht
gédert 1901 aan belasting-betalende vrouwen
is toegekend en sedert een halfjaar aan alle
vrouwen wat betreft de verkiezing voor de
gemeenteraden.
Mevr. Isaachsen is van oordeel dat,
wanneer de echt vrouwelijke hoedanigheden
naast de eigenaardige gaven van den man
zich zullen doen gelden in staat en maat
schappij, dit de gemeenschap ten goede
moet komen.
Naar wij vernemen^ weet deze spreekster
door haar warm betoog het publiek zeer te
boeien, het is daarom te hopen dat velen
van de gelegenheid gebruik zullen maken om
iets te hooren omtrent de praktische gevol
gen van de uitoefening van het kiesrecht
door vrouwen, voor zoover de korte erva
ring in Noorwegen ons die leert kennen.
Onder zeer groote belangstelling werd
gistermiddag op de algemeene begraaf
plaats te IJselstein het stoffelijk overschot
ter aarde besteld van ds. S. H. Buitendijk,
in leven emeritus-predikant bij de Ned.
Herv. Gent aldaar. Vooraf had gisteren ton
huize van den overledene een godsdienst
oefening plaats, waarin ds. Van Arkel, van
Elleoom, voorging. Dr. Gerritsen, de hof
prediker, ging daar voor in dankzegging.
Hot stoffelijk overschot frerd daarop
door vrienden en buren naar de begraaf
plaats gedragen. Achter de baar volgden
di dochter en vele kleinkinderen van den
overledene, benevens verschillende andere
familieleden en predikanten, waaronder dr.
Callcnbach, van Rotterdam, als vertegen
woordiger van de vereeniging „Het Zen-
dingsfeest."
Toen de kist in de groeve werd neerge
laten, zongen een honderdtal schoolkinde
ren van de school tot bevordering van chr.
onderwijs Gezang 43 vers 1. Aan het graf
werd niet gesproken. Alleen dr. Gerritsen
sprak, ingevolge den laatsten wensch van
den overledene, een dankgebed uit, waarna
alle aanwezigen zongen Psalm 89 vers 8.
Een kleinzoon van den overledene dankte
voor de laatste eer. Toen de aanwezigen de
begraafplaats verlieten, zengen de school
kinderen een lied.
Te Oss is in den ouderdom van 94 jaar
overleden dr. A. van der Steen, die ach
tereenvolgens als geneesheer qn burgemees
ter in die gemeente is werkzaam geweest.
De overledene was oud-lid van Ged. Staten»
van Noord-Brabant, ridder in de orde van
den NederL Leeuw, commandeur in de
orde St.-Gregorius en van den Eikenkroon».
BOSKOOP. Gistemamiddag is het stof-
^jüjk overschot rar„ den heer A. Koster
M/.n. grafwaarts gebracht. Bij de geopende
groeve voerden verschillende sprekers het
woord en schetsten de verdiensten van den
overledene, die <>.a. de man is geweest, die
het eerst de rozencultuuT begon op de zoo
genaamde Boskoopsche onderlaag, en die de
blauwe spar (Picea pungst glauca Koster)
in den handel bracht, welke beide feiten
van groot belang waren voor de welvaart
dezer streek.
HAARLEMMERMEER: Ds Hummelen
deed Zondag zijn intrede als predikant bij
de Geref. Kerk aam den Aalsmeerderweg.
Des voormidda-gs werd hij bevestigd door
zijn vader, predikant te 't Zandt. Des na
middag bield hij zijn intree-rede naar aan-
leiding van Ef. VI 19. De consulent, ds.
De Jong, van Hoofddorp, sprak den nieu
wen predikant toe. Aanwezig waren o. a.,
behalve vele ambtgenooten, B. en Ws
onzer gemeente.
Schreven wij de vorige week over het
bestaande gevaar bij de Spoorbrug te
Nieuw-Vennep, thans kunnen wij mededee-
len, dat boomen aangebracht zijn bij de
beide overwegen en een wach'ter daarbij
aangesteld is. 't Was noodig en... tijd l
De heer A. Waterlander, wien eervol
ontslag is verleend als onderwijzer aan de
openbare school te Nieuw-Vennep, vertrekt
1 Nov. a. 8. Het aantal leerkraohten zal
dan in één maand gedaald zijn van 6 op 4,
waardoor nog slechts één leerkracht over
compleet is.
De afdeeling „Nieuw-Vennep" van den
Bond van Staatspensionneering heeft beslo
ten haüf November a. s. zoo mogelijk voor
haar te doen optreden de bekende propa-
ganda-tooneelvereenigii.g van Amsterdam
„Door inspanning uitspanning". Verleden
jaar had het optreden dier Vereeniging
groot euoces en bewerkte het toetreden
van vele nieuwe leden.
Zelden ging het rooien der bieten zoo
voorspoedig als dit najaar. Begunstigd door
het prachtige weer kan dag aan dag ge
werkt worden en aan het sohoonmaken be
hoeft geen tijd besteed te worden, daar de
droge grond onder het rooien en vervoeren
vanzelf loslaat:. Het verschil tusschen nu en
verleden jaar is zeer groot. Evenwel moet
toch nu en dan gestaakt worden, daar de
fabriek schuiten tc kort heeft om allen voor
raad te vervoeren. Vandaar dan ook, dat
vele vreemde werklieden vertrekken, door
ongeregelden arbeid tot heengaan gedwon
gen.
KATWIJK-AAN-ZEE. Het torenuurwerk
in de Nieuwe Kerk is in den laatsten tijd
vaak onbetrouwbaar. Nu eens gaat het
vóór op Amsterdamsohen tijd, dan eens
soms op denzelfden dag, achter. Niet zelden
weigert het dienst. Ook geven de wijzers
aan den Oostkant gewoonlijk een tijd aan
vijf minuten later dan die aan den west
kant.
Gelukkig, dat we op de Oude Kerk een
vertrouwde klok hebben.
LISSE. Gisteravond is in tegenwoordig
heid van de leeraren en de Commissio van
Toezicht het tweede gedeelte geopend van
den Rijkstuinbouw-wintercunsus. Het aanta)
leerlingen bedroeg elf.
VOORSCHOTEN. De R.-K. Rederijkers
kamer „St.-Genesius" heeft een uitvoering
gegeven in het Patronaatsgebouw. Opge
voerd werden het drama in vijf bedrijven:
„Pierre de Galeiboef", waarvan wij inder
tijd reeds een uitvoerig verslag gaven, en
het blijspel: „Twee emmers water." In
beide stukken werden de hoofdrollen vooral
uitstekend cn vlot gespeeld. Het harmonie
korps St.-Cecilia", van Leidschendam ver
leende welwillend zijn medewerking en
bracht op loffelijke wijze 'n 8-tal muzieknum
mers gedurende de pauzen ten gehoor©. He
den en Donderdag a.s wordt deze uitvoering
te Leidschendam herhaald. Rest nog te ver
melden, dat de zaal van hot «Fatronaatsge-
bouw flink bezet was; de tweede rangsplaat
sen waren zelfs uitverkocht.
Bij Koninklijk besluit is benoemd tot no
taris binnen 't arr. Heerenveen, ter stand
plaats Drachten, gemeente Smallingerland
mr. J. F. de Jong Posthumus, candidaat-
nataris, advocaat en prooureur te Leeuwar
den;
met 1 November o.s. aan J. de Kluiver,
eervol ontslag verleend als sluismeester te
Andel;
benoemd tot notaris binnen het arr. Am
sterdam, ter standplaats Amsterdam, A*
Bonga W. F. van Campen, beiden candi-
daat-notaris aldaar;
met 16 Nov. 1910, benoemd tot directeur
van het post- en telegraafkantoor te Rijs-
sen, F. Colmjon, thans in gelijko botrek-
king te Terschelling;
aan H. A. Mulder, kind uit het huwelijk
van wijlen den gepensioneerden sergeant
majoor van het 8e reg. inf. H. Mulder met
wijlen M. J. Simon, ingevolge de Weduwon-
wet voor de landmacht 1909, met ingang
van l Juli 1910, een pensioen verleend van
f 100 's jaars.
ülontenrs-einmen.
Het 13de theoretisch leerling monteurs en
het 11de theoretisch monteurs-examen had
den plaats van Dinsdag 4 October tot en
met Maandag 17 October.
De examens werden afgenomen ten over
staan van de hoeren A. J. Roeloffsz w.-I. en
Adriaan Pot w.-I., gedelegeerden van de vak-
af deeling voor Electrotechniek van het Ko
ninklijk Instituut van Ingenieurs, benevens
het Bestuur van „M. S., G.".
Aan het theoretisch monteurs-
examen namen deel 14 leerlingen, van wie
11 slaagden
M. O. A. Dingjan, uit Leiden; A. C- Dor
cas, Den Haag; H. Drenthen, Wou brugge;
J. G. N. Fraikin, Leiden; C- J. Nicboer,
LeidenG. Schmink, MeppelA. Th. B.
Smith, Paramaribo; B. J. van der Stig-
chel, Den Haag; J. Ph. Wassenaar, Lei
den; R. L. Weber, Den Haag; J. J. van
der Zwaai, Monster.
Aan hot theoretisch loorlingmon-
te ui-s-examen namen deel 22 leerlingen, van
wie 19 slaagden:
F. A. Brandsma, Meppol; M. J. de Groot,
Zwolle; W. Hess, Den Haag; E. van Hinto,
Assen; G. J. Hoftijzer, ScheveningenJ.
van Kassei, MiddolharnisA. Th. J. Lui-
ben, Den Haag; L. O. van Meura, Voor
schoten; Sioo Dj ion Ongkiehong, Amboina,
(Ned.-Indië)J. H. Overmcijcr, Amsterdam;
W. do Rooy, Den Haag; J. van Rijn» Kat-
wijk-aan-Zee; W. F. van Terthoien, Lei
den; M. Turksma, Den Haag; P. Vonders,
Scheveningen; D. A. Burggraaff, Katwijk a.-
Zee; C. A. Maaxtense, Leiden; J. C. van
den Ende, Ddiden; A. J. Lankhorst, Lei
den.
De Corantijn-expeditïe.
De thans ontvangen bladen u/it Paramari
bo melden, dat de officier van gezondheid
P. C. Flu en de heer J. A. Polak, spoorin-
tendant, naar het binnenland vertrokken,-
om geneeskundige hulp te verleenen en de
Oorantijn-expeditie terug te brengen naar
Paramaribo.
Hot plan was per spoor te gaan tot
Kwakoegron daar in boschneger-corjalen
over te stappen om daarmedo de Suriname
verder op te varen.
Men koesterde te Paramaribo bij het stel
len dier berichten nog hoop, dat de luite
nant ter zee Eilerts de Haan niet dood zou
zijn, een hoop, die helaas, zooals men weet,
niet in vervulling is gegaan.
<*ranf De la R.iiné.
Onze regeering heeft do uitlevering van
graaf de La Ramé aan Duitscbland toege
staan.
22)
Hij had haar dat indertijd beloofd,
ofschoon hij er zelf niet aan geloofde, dat
hij zijn belofte zou kunnen houden. Maar
hju overviel hem het oude verlangen weer.
En hoop en twijfel streden in zijn binnen
ste. Beteeken ie hij dan iets in Loni's le
ven Of dreef zij slechts een spel met hem
„Goeden avond, mijnheer Köberle I" zoo
stond er te lezen.
,En hij zeide zacht: „Goeden avond, Lo-
ni!"
Maar dadelijk daarop geneerde hij zich
voor ziohzelven en begaf zich haastig naar
bed. Den volgenden morgen was hij de al
lereerste aan de ontbijttafel.
„Is er een nieuwe pensionnaixe gekomen»?"
vroeg hij het dienstmeisje, dat, nog een;gs-
zin8 slaperig, de koffielepeltjes rinkelend
verdeelde.
„Ja. Een dame uit Weenen»." Den naam
wist zij echter niet.
„Misschien juffrouw Loni Stiglmair, d'e
hier vroeger ook reeds gewoond heeft?"
„Ja, de keukenmeid heeft gezegd, dat die
dame hier verleden herfst ook is geweest.
Zij blijft ook niet in de achterkamer. Wan-
Deer mevrouw von Wistinghausen, de dame
uit Riga, over eon paar dagen het salon
voor aan de straat met do blauwe slaap
kamer ontruimt, dan zal zij daarheen ver
huizen, want zij heeft licht noodig. Het is
een schilderes of teekeD&res of zoo iets."
Miss Antenbrink verscheen nu en beves
tigde, dat het juffrouw Loni Stiglmair uit
Weenen was. Ook zeide dat mevrouw Leh-
mann, de „pensionemama", een bejaarde,
bleeke dame, met wel vriendelijke oogen,
maar met een bezorgde uitdrukking op het
gelaat. Juffrouw Stiglmair was middags
gekomen, had dadelijk met hen gogeten, ai-
Ierlei grappen verteld en mevrouw Lehmann
een prachtige broche van Venetiaansoh mo
zaïek meegebracht. Zij was nog geheel de
oude ondeugd, die iedereen moest liefheb
ben.
„Zij heeft ook naar u gevraagd, mijnheer
Köbcrlo. En heeft mij beknord, in scherts
zoo als zij dat kan doen dat gij nog altijd
uw oud achterkamertje bewoont. Ik zeide
natuurlijk, dat ik u reeds dikwijls een be
ter vertrek had aangeboden. Nu, gij weet
wel..."
„Blijft zij dan niu weer hier?" vroeg Kö
berle haastig. „Voorgoed?"
„Neen, zij wil zich niet binden. Dat kan
zij niet, zegt zij. Wanneer ik de kamers voor
langen tijd kan verhuren, dan moet ik geen
rekening met haar houden. Maar zoo ben ik
immers niet. Wat marmelade, mijnheer Kö
berle?"
Neen, de heer Köberle bedankte. Hij kon
niet ontbijten van zenuwachtigheid. Gaan
deweg vulde zich de kamer. Men gebruikte
den eersten maaltijd meestal zwijgend. Al
deze menschen het waren voor het meo-
rendeel buitenlanders hadden immers ook
niets met elkaar gemeen. Doch eindelijk
ging de dour weer open en Loni Stiglmair
versoheen.
Het was bij Loni's binnenkomst, alsof
het lange, altijd halfduistere Berlijnsche
vertrek door een zonnestraal werd verlicht.
j Dat bewerkte haar vroolijk, bruin getint ge
laat met het overmoedige neusje, de volle,
gezonde wangen, de mooie, verblindend wit
te tanden. Haar schalksohe, goudbruine, iet
wat smalle oogen, welke tamelijk diep in het
hoofd lagen, gaven aan haar gelaat iets
Japansch, en toch keken zii zoo vol humor,
zoo vol levenslust de wereld in. Daarbij het
eenigszing Weeener accent van haar helder
orgaan in het kort: het geheel© overmoe
dige persoontje met de krachtige en» toch
slanke en lenige gestalte en de mooie,
lichte blouse, welke bij de kleurlooze toilet
ten der andere dames bijna feestelijk afstak.
„Goeden morgen mijnheer Köberle I Wat ib
u een nachtbraker geworden I Wij hebben
gisteravond tot middernacht op u gewacht
en gij zijt niet gekomen. Hoe gaat het u?
Laat mij u eens bekijkenO, welk een kar
merkleur I Kinderen, uw Berlijneche lucht
deugt niet. U moet mij veel vertellen, mijn
heer Köberle. Ib u nog altijd bij Lohse Nu,
waarom zegt gij niets? Kent gij mij niet
meer? Zoo, leg uw hand eens in de mijne!
Hu, hij heeft vingors zoo koud als een kik-
vorsch I"
Algemeen gelach Köberle lachte mede
en terwijl Loni Stiglmair haar chocolade
omroerde, vertelde zij levendig van haar
reizen in het laatste halfjaar. Het waren
zoozeer geen reizen voor genoegen dan wel
voor de studie geweest; zij had in» Venetië,
Florenoe en Rome oude meeeters geko
pieerd.
Langzamerhand kreeg Köberle moed om
af en toe een vraag te doen. Hij wendde
daarbij zijn oogen niet van haar gelaat af.
Zuodra zij hem echter aankeek, sloeg H* ze
neer en hypnotiseerde zijn beide boterham
men, welke hij nu met geen mogelijkheid
kon binnen krijgen.
Had zij oude meesters gekopieerd? Maar
waartoe? Dat was toch in het geheel niet
haar vak?
„Mijn vak?" Loni glimlachte een weinig
weemoedig. „Neen, maar sinds mijn moe
dertje dood is, is het altijd mijn illusie ge
weest, om zoodra ik zooveel geld bijeen had,
dat ik een paar jaartjes gemakkelijk kon
leven, van voren af aan met mijn studie te
beginnen'L
„Maar met Kerstmis uw nieuw schets
boek bracht Köberle in het midden.
„Dat is immers nog hier in Berlijn ont
staan. Weet gij nog, dien avond te Wann
sec toen heb ik de laatste studiën da»ar-
voor gemaakt".
„Gij zijt toen zoo opeens vertrokken",
merkte de penaionsmama op.
Zij trok haar schouders op. Dat Köberle
haar daarbij met brandende blikken fixeer
de, 8oheen zij niet te bemerken.
Na afloop van het ontbijt verdween de
'een na den ander. Het meerendeel dor pen-
eionnairea wachtten les- of kantooruren.
Köberle hunkerde er naar, eindelijk met
Loni alleen te zijn.
„Hoor eens, Köberle, oude vriend", zeide
zij hartelijk, toen zij zioh met hun beiden
bevonden, „wanneer gij een» eind te voet
wilt gaan, dan ga ik met u mee. Ik moet
in de stad zijn. Een menigte boodschappen.
Vindt gij dat goed
Of bij het goed vond!
Vijf minuten later stonden zij beiden, tot
üitgaan gereed, in de gang. Zij in een ele
gant voetvrij wandelkostuum, zoodat Köber
le de hooge knooplaarsjes herkende.
„Ik heb mij vannacht erg verheugd, juf
frouw Loni", bekerwlo hij haar onder hart
kloppingen.
Zij gaf hem onwillekeurig de hand. „En
ik verheug mij nog. Ik heb mij daar bene
den in Italië dikwijls een beetje eenzaam
gevoeld."
„En ik hier boven ook".
„Kom, Köberle Vertel mij onderweg." Zij
had bijna iets zusterlijks over zich. Maar
er lag toch zulk een vastberadenheid en zor
geloosheid in haar gcheelo optreden, dat hij
den moed niet vond, haar zijn verccring
in den» voorgenomen vorm te kennen te cre-
ven.
„En hoe lang gij nu hier blijft, dat is
dus nog geheel onbepaald?" vroeg hij od
de stoep.
,,Ik maak geen plannen in het leven meer.
Kijk eens, oude vriend, wat ik zelve heb
kunnen doen om mijn lot een beetje te ver
beteren dat is gebeurd. Nu komfc alles op
het geluk aan."
hebt toch reeds zooveel geluk gehad.
Gij zijt bijna beroemd."
„Bijna, ja." Zij glimlachte weer wat wee
moedig. „Ach, Köberle I Maar gij moet mij
nu eens van u zelf vertellen.. Hoe staat heb
er mee?"
„Ja, hoe staat het er mee Ik waeht ook
nog altijd op mijn geluk.-
iV.'-rdt vervolgd.)