No. 15532.
LEIBSCH DAGBLAD, Maandag 10 October. Tweede Blad.
Anno 1910.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De erfenis der Rodrians.
KENNISGEVING.
ZEEMILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gelet op art 138 der Militiewet 1901;
•Noodigen de lotelingen dezer gemeente voor
de lichting van het volgende jaar, die voor
yolledige oefening bij de militie te land
Bouden moeten worden ingelijfd, zoomede
de lotelingen dezer gemeente voor de lich
ting van dit jaar, die ingevolge art. 99 van
voornoemde wet in het volgende jaar moe
ten worden ingelijfd, een der na te
melden beroepen uitoefenen of tot een der
na te melden categorieën van leerlingen of
studenten aan een inrichting van onderwijs
behooren en verlangen bij de Z e e m i 1 i t ie
te dienen, uit, zich daartoe aan te melden
of te doen opgeven vóór den lsten Nov. a.
8., op een werkdag, tussohen des voormid
dags tien en des namiddags drie uren, ter
Secretarie dezer gemeente (afcL Militaire
Zaken, kamer No. 9).
Do door den Minister van Marine, over
eenkomstig de eerste zinsnede van art. 137
der wet, zooals dat art. is gewijzigd bij de
wet van 5 December 1908, (Ste.bl. No.
847), aangewezen beroepen en categorieën
van leerlingen en studenten aan een inrich
ting van onderwijs, zijn de navolgende:
Zeevarenden.
A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen,
matrozen, lichtmatrozen en jongens op
koopvaardijschepen van de groote en klein©
vaart en op zeesleepbooten.
Stuurlieden, schippers en verdere opva
renden van loodsvaartuigen, tonnenleggers
en jachten.
Diepzeeviaschers en Noordzeekust-vis-
ache ra-
Leerlingen van Zeevaartsoholen.
Binnenschippers.
B. Stuurlieden, schippers en schippers
knechts van Rijnsohepen, aken, tjalken en
onder e vaartuigen.
Stuurlieden, matrozen, schippers en
eohipperskncchts van passagiers- en aleep-
booten op binnenwateren.
Zuiderzeevisschers.
Visschers op Zeeuwsohe wateren en op
de groote rivieren.
Mossel- en oesterviasohers.
Schuitenvoerders, vletterlieden en veer
lieden.
Smeden, stoken, machinisten en bank
werkers.
0. Machinisten en machinist-leerlingen
op schepen en vaartuigen bij spoor- of
tramwegen en op fabrieken en andere in
lichtingen.
Stokers als boven.
Maahinedrijvers. (Hieronder begrepen
drijvers van motorbooten en automobielen).
8 meden en smid-bankwerkers.
Machine-bankwerkers en gewone bank
werkers (hieronder ook te verstaan rijwiel
herstellers).
W erktuigmakem
Kolen trammer*
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan
koperslagers, ketelmakers, vijlenkappers
en voorslagers).
Elektriciens.
Studenten in de werktuigkunde of in de
[E lec troteoh n iek.
Leerlingen van de Kweekschool voor Ma
chinisten te Amsterdam of van een cursus
van machinisten.
O ven ge ambachten.
D. Telegrafisten (hieronder ook te ver
staan radio-telegrafisten).
Scheepsbeschieters.
Scheepstimmerlieden (soheep makers).
E. Koek-, brood- en banketbakkers oï
knechts.
Koks en koksmaats, hetzij aan boord van
Bohepen of vaartuigen, hetzij aan de wal.
E. Koffiehuis- en hotelbedienden.
Hofmeesters en kellners op schepen of
booten.
G. Ziekenverplegers.
Barbiers.
A pothekersbedien den.
Studenten in de Geneeskunde of in de Art-
feen i j be reidkunde.
H. Personeel van 's Rijkswerven.
14)
Eerst laten zien." Hij zette een gewich
tig gezicht en nam haar hoofd tusschen zijn
handen. „Gij hebt zeer lieve oogen, Christel.
En bovendien zijn ze ook niet groen, maar
grijsblauw. Bijzonder mooi 1"
Zij zuchtte weer diep. „Ik ben gelukkig!"
En daarop vonden hun monden elkaar
weer. Zij "had zoo iets aandoenlijk-lieftalligs
in haar gevoel van geluk, dat hij haar lief
koosde als ee-n kind.
Eindelijk maakte zij aanstalten om naar
het gezelschap terug te gaan, doch zij ver
zekerden elkaar telkens, dat zij dit „af
schuwelijk" vonden. Zij spraken daarom af,
dat zij vóór zijn vertrek 's avonds elkaar
nog eens hier onder de palmen zouden ont
moeten.
Toen Christa na een laatsten kus op de
deur toeging, bleef zij plotseling staan,
keerde zich eenige oogenblikken van hem
af en hield zich geheimzinnig met haar han
den bezig. Daarop stak zij hem glimlachend
haar rechterhand toe. Hij bemerkte, dat zij
.van den vierden vinger de beide gouden
ringen had afgetrokken.
Een seconde vloeide hem het bloed naar
het hart, het zoo was iets als ijzerzucht
want onder den indruk van haar Einder-
lijk wezen had hij in het geheel niet aan
de korte episode van haar huwelijk gedacht.
Doch dadelijk schudde hij, ontevreden op
ziel; zeiven over deze opwelling, zijn hoofd.
„Lieve, kleine Christel!" zeide hij teeder
en kuste haar smalle hand.
N. B. De personen, genoemd onder A, B
en D komen allereerst in aanmerking voor
inlijving als zee-milioien-matroos.
De personen, genoemd onder 0 komen al
lereerst in aanmerking voor inlijving als
zeemilicien-stoker.
De personen, genoemd onder E komen
in aanmerking voor inlijving ola zeemili
cien-kok.
De personen, genoemd onder F komen
in aanmerking voor inlijving als zeemili-
cien-hofmeester.
De personen, genoemd onder G komen
in aanmerking voor inlijving als zeemili
cien-ziekenverpleger.
De personen, genoemd onder H komen
in aanmerking voor inlijving als zee-mili
oien-matroos of stoker, al naarmate van
het beroep, dat zij uitoefenen.
In verband hiermede wordt aan de lote
lingen, die voornemens zijn zich overeen
komstig het bovenstaande voor den dienst
ter zee aan te melden of te doen opgeven
bekend gemaakt:
lo. dat het onderzoek naar hun geschikt
heid voor inlijving bij de zeemilitie zal
plaats hebben in het tijdvak van 1 tot 25
Jan. a.s., zullende de dag en het uur waar
op en de plaats waar het ondersoek zal g©
schieden, hun nader worden medegedeeld,
terwijl hun vóór hun aflevering zal worden
kennis gegeven, of zij voor do zeemilitie zijn
aangewezen «n wanneer zij tot eerste oefe
ning in werkelijken dienst zullen worden ge
steld;
2o. dat rij dadelijk zullen kunnen opge
ven, -- r zij in geval van aanwijzing voor de
zeemilitie wonschen te worden afgeleverd
en in werkelijken dienst gesteld in de
maand Maart van het volgende jaar, dan
wel of zij er de voorkeur aa» geven om,
zonder opkomst ter aflevering in die maand
in het genot van veriof te worden gesteld
tot in de eerste helft van Augustus daar
aanvolgend
3o. dat zooveel mogelijk met hun wen
schen rekening zal worden gehouden, doch
dat rij die na voor den zeedienst geschikt
te zijn bevonden, daartoe zijn aangewezen,
zich niet zullen kunnen terugtrekken, in
dien zij mochten worden bestemd voor in-
dienst-stelling op een ander tijdstip dan
waarvoor zij zich hebben opgegeven.
Ten slotte wordt de aandacht der lotelin
gen gevestigd op het voorschrift van art.
116 van bovengenoemde wet, luidende al
dus:
„De bij de militie te land ingelijfden wor
den niet tot het aangaan van een verbindte-
nis voor de buitenlandsche zeevaart toe
gelaten, zondier schriftelijke toestemming
vanwege Onzen Minister van Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tijden
niet geweigerd aan de lotelingen, die reeds
vóór hun inlijving bij de militie hun beroep
van de buitenlandsche zeevaart maakten
en die zich overeenkomstig art. 138 voor
de zeemilitie hebben aangeboden, doch
"daarbii niet hebben kunnen werden aange
nomen.^
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeest ir.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 6 October 1910.
KENNISGEVING.
MILITIE.
Indeeiing Tan lotelingen-by
een bereden wapen.
De Burgemeester van Leiden,
Gezien de door den Minister van Oorlog
vastgestelde regeling betrekkelijk het aan
melden of doen opgeven van lotelingen, die
wenschen te worden ingelijfd bij een bere
den korps, zoomede nopens het onderzoek
naar hjin geschiktheid als bedoeld in de
tweede zinsnede van art. 103 der Militie-
wet 1901;
Noodigt de in deze gemeente voor de mi
litie ingeschreven lotelingen, die, ingeval van
inlijving ter volledige oefening voor indee
ling bij een bereden korps in aanmerking
wenschen te komen, uit, zich daartoe aan
te melden of te doen opgeven vóór den
lstein November aanstaande, óp een'
werkdag, tusschen des voormiddags tien
en des namiddags drie uren, ter Secretarie
En arm in arm schreden zij nu over het
knarsende kiezelzand naar de veranda, van
waar hun druk gepraat en gelach te ge-
moet klonk.
De verloving werd niet alleen dien avond
feestelijk gevierd; maar men vierde die ook
den volgenden dag bij de Hollindes, den
derden avond in Christa's eigen woning en
den daarop volgenden Zondag bij een diner,
dat de heer Mollenkopf in zijn prachtige
villa in de Rauchstrasse gaf. Zij was voor
den „juwelier en gros" de aanleiding tot
een toost, waarin hij wat hem bij offi
eieele gelegenheden steeds overkwam
meermalen bleef steken.
Het verloofde paar vond dit gevierd wor
den zooals elk verloofd paar over het
algemeen vervelend. Rudi von Sohauffert
vond het eohter bijzonder onaangenaam,
want de felicitaties, welke hij van de ken
nissen der Rodrians te hooren kreeg, vlooi
den niet over van bovenmatig veel tact. Het
was natuurlijk sleohts onhandigheid, van een
kwade bedoeling kon hij niemand verden
ken; maar het was wel toevallig, dat bijna
elke gelukwensch een herinnering aan den
„armen Leo" bevatte.
Kitty's papa was een welgedaan heer van
ongeveer zestig jaar. Op-en-top een par
venu. Hij beschikte over een tamelijk om
vangrijk buikje en een aantal bTeede onder
kinnen. Zijn lippen waren altijd vochtig.
Zijn gedachten bepaalden zich, wanneer zij
niet door de zaken in beslag werden geno
men, nauwelijks bij iets anders dan bij lek
ker eten en drinken. Ondanks zijn grooten
rijkdom, was het hem niet gelukt, in de
meer voorname kringen van Berlijn W. een
dezer gemeente (aid. Militaire Zaken, kameir
No* 9). 1
In .verband hiermede wprdt aan de lóte*
lingen, die voornemens sijn ziek vóór
dienst bij een der beredeti korpsen aan tó
melden of te doen opgeven, bekend gemaakt:
dat yoor in deeling bij een der bereden
korpsen in de eerste plaats in aanmerking
komen de lotelingen, die zich daartoe heb
ben aangemeld of doen opgeven en bij een
daartoe vóór de indeeling in te stellen ge
neeskundig onderzoek voor inlijving bij die
korpsen gesohikt zijn bevonden:
dat het aanmelden of het doen opgeven
kan geschieden zoowel door de lotelingen van
de lichting van het loopend jaar, die nog
moeten worden ingelijfd, als door de lote
lingen van de lichting van het volgend
jaar;
dat wordt vereischtvoor de bereden-ar
tillerie een lichaamslengte van tenminste 1,62
M.voor de cavalerie van tenminste 1,65 M.
met een lichaamsgewicht van ten hoogste
75 K.G.
dat do lotelingen, bestemd voor indeeling
bij een bereden korps, met uitzondering van
de weinigen hunner, voor wie de eerste-
oefening in Maart aanvangt, eerst in het
laatst van September voor eerste-oefening
in werkelijken dienst worden gesteld en dat
in verband daarmede de lotelingen der lich
ting van het loopend jaar, die allen
in Maart a.s. moeten worden ingelijfd, als
regel met verlof zullen worden gezonden tot
omstreeks einde September d.a.v.
dat, in vergelijking met de miliciens der
onbereden korpsen, de ingelijfden bij de be
reden korpsen de na te vermelden voordealen
genieten
lo. een hoogere soldij van 5 cents per dag;
2o. bij verleende vergunning om na $en
eersten dienst krachtens art. 112 der Mili
tiewet 1901 onder de wapenen te blijven of
to komen, zonder zich als- vrijwilliger te
verbinden, een premie van vijftien gul
den (f 15.voor elke drie maanden aldus
onder de wapenen doorgebracht, gedurende
welk verblijf onder de wapenen de soldij bo
vendien met 7 cents per dag wordt ver
hoogd
3o. minder herhalingsoefeningen
4o. geen landweerdienst
dat bij de mondelinge of schriftelijke aan
melding door den loteling opgave behoort
te worden gedaan van:
a. naam en voornamen;
b. lotingsnummer;
c. beroep;
d- de gemeente waar hij woont, met aan
duiding van onderdeel der gemeente, wijk,
straat of gracht en huisnummer;
e. wapen, korps of korpsen, waarbij hij
bij voorkeur wenscht te worden ingedeeld,
en c. q., gewenschte garnizoensplaats (het
verdient aanbeveling meer dan één korps
op te geven)
f. of hij zich ook voor den dienst bij de
zeemilitie heeft aangemeld of doen opgeven;
dat hij tevens zal kunnon opgeven of hij
zou wenschen de eerste-oefening aan te van
gen in Maart hetgeen slechts bij uit
zondering zal kunnen worden toegestaan
dan wel in September van het volgend jaar,
met welken wensch zooveel mogelijk reke
ning zal worden gehouden; doch dat hij,
die zich voor een bereden korps heèft op
gegeven en na geschiktbevinding daarvoor
is aangewezen, zich niet zal kunnen terug
trekken indien hij mocht worden bestemd
voor indienststelling op een ander tijdstip
dan waarvoor hij zich heeft opgegeven;
dat vóór 25 Januari van het vol
gend jaar een geneeskundig onderzoek
zal worden ingesteld naar de geschiktheid
voor inlijving bij een bereden korps
dat aan den loteling die voor het onder
gaan van zoodanig onderzoek in aanmerking
komt, dag, uur en plaats van het onder-
zoek door den Provinciale-Adjudant nader
zullen worden bekend gemaakt
dat het onderzoek in een garnizoensplaats
zal worden gehouden, en dat de loteling,
die binnen het Rijk buiten een garnizoens
plaats woont, tot liet ondergaan van het on
derzoek en voor de terugreis naar de woon
plaats kosteloos zal worden vervoerd voor
zoover er reisgelegenheid per spoor, tram
of stoomboot bestaat en de afstand' tusschen
de gemeente van inwoning en de gemeente
waar het onderzoek zal worden gehouden
rol te spelen. Hij had zijn eerzucht in ver
schillende spe-elclubs en aan avondstamtar-
•fels moeten bevredigen: daar vond hij een
positie, wijl zijn geld imponeerde.
Aan het eind van zijn toost klonk Mollen
kopf met den bruidegom. Mevrouw Kitty
volgde zijn voorbeeld en daarop volgden nog
een paar tantes, neven en nichten van den
huize Mollenkopf, van wier bestaan de ge
lukkige Rudi tot dusver geen vermoeden
had gehad.
„Christel, maar dat is immers ontzet
tend!" kreunde hij eindelijk wanhopig.
„Wat willen al die mensohen? Zijt gij met
hen allen verwant?"
Zij moest over zijn komische vertwijfeling
lachen; maar daarbij smeekten haar oogen
toch in zekeren zin om vergeving. „Beware,
schat, dio behooren ouder gewoonte als ta
feldecoratie sleohts op groote feestdagen
tot d.e familie."
„Nu, maar dan zoeken wij later voor onze
familiefeesten andere tafeldecoraties uit!"
Zij knikte hem toe, overgelukkig, dat hij
haar den grooten, haar zelf lastigen aan
hang verder niet kwalijk nam.
Het had echter den schijn alsof hun ver
loving een gebeurtenis van zulk een betec-
kenis ware, dat zij de sluimerende genegen
heid van het geheele wijdvertakte tante-,
nicht- en neefsohap had wakker geroepen.
Bij de verzending der verlovingskaarten en
ook bij het afdoen der gezamenlijke bezoeken
had Rudi ziah willeloos naar alles gevoegd,
wat „tantetje" beschikte. Maar daarna wei
gerde hij beslist al de uitnoodigingen voor
diners en partijen bij al die hem geheel
vreemde en onverschillige bankierslui van
meer d#n 5 K.M, (een, klein .uur gaans) be-
ttraagc;
d&t de joteling, die voor Het onderzoek
de "gemeente vah inwoning moet verlaten,
onmiddellijk na afloop van het onderzoek
een gulden ontvangt als vergoeding voor
verblijfkosten
dat in den loop van Februari van Het
volgend jaar aan den loteling, die ziek voor
den .dienst bij oen bereden korps Heeft op
gegeven, door den Minister van Oorlog zal
worden bekend gemaakt of Hij al dan niet
daarbij zal worden ingelijfd en, in Het be
vestigend geval, bij welk korps en tegen
wanneer zijn inlijving zal plaats vinden.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 8 October 1910.
De Leidsche Kermis.
Omtrent Het bekende voorstel der hecren
raadsleden Briët, Bosch, Van Hoeken en
A. Mulder tot de afschaffing van de kermis
over te gaan, zeggen B. en Ws. dat zij zich
tot een zeer sobere (ook door ons medege
deelde1) toelichting bepaald hebben. De
voorstellers waren blijkbaar van meening,
dat de argumenten, door voor- ©n tegen
standers van de afschaffing nu reeds sinds
jaar en dag kenbaar gemaakt, als voldoende
bekend mogen worden aangemerkt, om niet
in wijdloopige herhalingen te behoeven te
vervallen. En naar B. en Ws. meenen te
recht. Hun ooilege zal zich dan ook, waar
het door den Raad werd uitgenoodigd. over
dit voorstel praeadvies uit te brengen, naar
het voorbeeld der heer en Briët o.s. gedra
gen. Er het kan daartoe te eer vrijheid
vinden, omdat het volkomen overtuigd is,
dat wat thans ook nog door voor- of tegen
standers mocht worden aangevoerd, dit in
de meening, welke op dit punt bij ieder van
de Raadsleden bestaat, toch geen verande
ring meer zou brengen. B. en Ws. gelooven
niet te zeer mis te tasten, wanneer zij zeg
gen, dat wanneer door den Raad zonder na
dere voorlichting van hun college en zonder
nadere discussie tot stemming over dit
voorstel werd overgegaan, de resultaten dier
stemming geen andere zouden zijn, dan
thans het geval zal blijken te wezen.
Trouwens ook in den boezem zelf van hun
ooilege van B. en Ws. bestaat omtrent dit
vraagstuk geen eensternmigibei-d. De meer
derheid van hun ooilege is geneigd tot de
aanneming van het voorstel te adviseeren;
de minderheid meent die te moeten öd tra
den.
Het gewichtigste bezwaar tegen de af
schaffing van de kennis is zeker wel, dat
daardoor een zeer belangrijke bate aan de
gemeente zal worden onttrokken. In Het
vorige jaar bedroeg die bate f 6165in het
loopende jaar zelfs f 9325. Het gemiddelde
van de laatste 10 jaren bedraagt- niet min
der dan f 6600. Er zal wel niemand onder
de Raadsleden zijn, voor vien dit bezwaar
niet zeer zwaar weegt.
Maar het mag daarom toch niet den
doorslag geven, wanneer de kermis om an
dere redenen te veroordeelen is.
Juist hierover echter loopen de mecningen
in het ooilege van B. en Ws. uiteen. Dc
meerderheid is het met de voorstellers eens,
dat do kermis een minder goeden invloed
op de bevolking uitoefent. Van de oude
jaarmarkt, toon de menschen van heinde en
verre uit de omgeving naar de stad kwamen
om daar, zoowel op als buiten de kermis,
hun irukoopen te doen, is niets meer over
gebleven. Toen bood de kermis de gelegen
heid om het nuttige met het aangename te
vereenigen. Thans is sleohts die gelegenheid
tot vermaak, en van welk gehalte, overge
bleven.
B. en Ws. willen daarmede niet zeggen,
dat de kermis op zichzelf zoo slecht is. On
zedelijke ventooningen worden er, voor
zoover hun bekend is, in de laatste jaren
niet gegeven, en de genoegens die zij biedt,
zijn over het geheel van onsohulddgen aard.
Maar het kan niet ontkend worden, dat de
kermis aanleiding geeft tot uitspattingen en
losbandigheid. Door velen worden de spaar
penningen van misschien een geheel jaar in
die enkele kermisweek zoek gebracht. En
het zijn juist de minst welgestelden onder
de dierentuinwijk en het nieuwe Westen aan
te nemen.
Er werd dus een schifting gehouden. Tan
tetje besliste welke invitaties in de termen
vielen, want Christa gaf bij voorbaat toezij
was zelve niet op de hoogte van haar ont
zettend omvangrijke familie. Een paar schei
dingen en opnieuw gesloten huwelijken be
moeilijkten het overzicht over den wijd ver
takten stamboom.
Christa was als herboren, als tot een nieuw
leven ontwaakt. Haar omgeving was geheel
verbaasd over de groote verandering. Het
dienstpersoneel kon zich nauwelijks herin
neren, haar ooit eens vroolijk te hebben ge
zien. In den korten tijd van haar huwelijk
was zij zeer schuchter, en in zichzelve ge
keerd geweest, zij was niaast haar materia-
listischen echtgenoot in het geheel niet tot
haar recht gekomen. En in haar weduw
schap had zij zioh eenzaam en ongelukkig
in haar groot, veel te groot huis gevoeld.
De rouwtijd had mevrouw Kitty rijkelijk
lang geduurd. Zij voelde zich nog altijd als
een jong*, bogeerenswaardige vrouw en had
het nauwelijks kunnen afwachten, dat zij
eindelijk weer aan de wereldsche genoegens
mocht deelnemen. Dat zij weer zou trou
wen, daaraan twijfelde niemand. Maar ook
was men het er algemeen over eens, dat
haar keuzo anders zou uitvallen dan die
harer stiefdochter. Christa deed een huwe
lijk uit genegenheid; dat stond vast. Haar
verloofde was evenmin een graaf als een
millionnair; dus moest het een huwelijk
uit liefde zijn. Men veronderstelde, dat
mevrouw Kitty haar hand zoo zou wegschen
ken, dat zij voor haar millioenen con tosr.-
boar maatschappelijk voordeel in rail kreeg
de burgerij, die hun cdjns aan de kermiê
betalen. Dronk ensohap en losbandigheid
vinden op het kermisterrein een vruchtba
ren bodem. En dat de kermisweek dan. ook
in menig gezin haar naweeën achterlaat,
staat voor de meerderheid van het college
van B. en 'Ws. met de voorstellers vast.
Dan aldus vervolgt het praeadvies van
B. en Ws. de voorstellers zeggen het te
recht, brengt de kermis allerlei bedelvolk
en onwaardig gespuis voor een week in on
ze stad. Dat niet slechts de openbare vei
ligheid, maar ook de openbare gezondheid
daardoor in gevaar komt, behoeft wel niet
te worden gezegd.
De minderheid ochter acht dit alles sterk
overdreven. De invloed van de kermis op
d^ bevolking is zoo verderfelijk niet, als men
het veelal wil voorstellen. De kermis is een
oude nationale instelling, waaraan een
groot deel van ons volk nog gehecht is. Zij
biedt aan de min-gegoeden de gelegenheid
om zioh voor weinig geld eenige ontspan
ning te verschaffen. En vele neringdoenden
vinden in haar nog een bron van inkomsten,
die zij niet gaarne zouden missen. Dan,
men denke toch niet te licht over de bate
van eenige duizenden guldens, die de op
heffing van de kermis voor de gemeentekas
zou doen teloorgaan. Steeds vragen nieuwe
behoeften om voorziening en telkens weer
vraagt men zich af, waar de gelden vandaan
moeten komen om in die behoeften te voor
zien.
Telkens weer gaan stemmen op die op be
zuiniging aandringen en nu zou men op
eenmaal een instelling gaan opheffen, die
jaarlijks pl.m. f 7000 in de gemeentekas
brengt? Het zullen al weer de belasting
schuldigen zijn, die ook deze duizenden zul
len moeten opbrengen en wier draagkracht
dientengevolge op weer zwaardere proef zal
worden gesteld. En eindelijk, de kermis is
immers rec<ds ten doode opgeschreven.
Waarom haar dan niet haar eigen dood te
laten sterven, zonder het misnoegen op te
wekken en de belangen te schaden van zoo-
velen, die nog op haar behoud blijken prijs-
tc stellen?
Inderdaad, de meerderheid van het col
lege van B. en Ws. erkent dit; die enkele
duizendon zullen door de belastingplichtigen
moeten worden opgebracht Maar de vraag
is toch gewettigd welk kwaad hier grooter
is? De staangelden, die in de gemeentekas
vloeien, zijn het betrekkelijk kleine over
schot van de oneindig veel grootere bedrag
gen, die de kermisreizigers uit de zakken
van do minst welgestelden uit de burgerij
naar elders met zich nemen. Het zijn onze
eigen medoburgers uit de volkswijken, die
die f 7000 in de gemeentekas brengen, en
di i ter betaling van genoegens, die zoo zij al
geen kwaad opleveren, in onzen tijd van
volks verheffing en volksveredeling toch ze
ker geen reden van bestaan meer hebben.
Ook dit argument kan dus geen verande
ring brengen in het gevoelen van de meer
derheid) van B. en Ws., dat tot aanneming
van het voorstel van de heeren Briët c.s.
behoort te worden overgegaan.
Zij willen het hierbij laten. De vraag of
wanneer tot de opheffing van de kermis
wordt overgegaan, daarvoor iets anders aan
het volk moet worden in de plaats gegeven,
is er een, die eerst dan met vruoht kan
worden onder de oogen gezien, wanneer tot
dopheffing zelve besloten is. Op dit oogen-
blik zou die vraag de eigenlijke beslissing,
waarom het hier gaat, slechts noodeloos be-
fnoeilijken.
Kosten onderzoek ►Slachthuis.
Blijkens door B. en Ws. ontvangen mede-
deelïng van de in de Raadsvergadering van
25 Februari 1909 benoemde commissie, be
last met het instellen van een onderzoek
naar de oorzaken van het tekort op de
exploitatie van het Openbaar Slachthuis
hebben - de kosten van het door Haar in
andere slachthuizen ingesteld onderzoek en
van het drukken van het door haar uitge
bracht rapport, tezamen bedragen f 929.85^.
B. en Ws. geven in overweging te beslui
ten deze kasten te voldoen uit den post
voor Onvoorziene Uitgaven van dit jaar,
op welken post nog f 1701.48 beschikbaar
zijn.
Want het ging bij haar om millioencn. Hel
gezamenlijk vermogen der Rodrians was
den beiden weduwen zonder beperking ten
deel gevallen en mevrouw Kitty bezat be
halve deze inkomsten van moederskaat r.cg
haar eigen vermogen.
In de beide villa s -c..vn de Wannsee zag
men nu dikwijls gasten, ofschoon het reed:
te ver in het jaar was voor landelijko ge
noegens en watersport, en het eigenlijke
winterseizoen ook nog niet was aangebro
ken. Men stond voortdurend met Berlijn in
verbinding. Of mevrouw Kitty bevond zich
met haar auto onderweg, öf Oen der bestel
wagens der groote Berlijnsche firma's
stond voor het groote ijzeren hek, hetwelk
de bezittrng omgaf, ten einde allerlei uit-
gelez6Dfi voor keuken en kelder te leveren.
Ook de inkoopen voor Christa's huishouden
hoe oompleet dat ook was vermeerder
den. Eenige kamers werden volgens de aan
wijzingen van mevrouw Kitty geheel nieuw
ingericht.
Er bestond voor mevrouw Kitty geen
grooter genoegen dan „winkelen." Maar zij
had daarvoor gfzels'diap noodig. Wanneer
Christa om de een of andere reden niet
mede naar de stad wilde gaan, dan liet zij
te Berlijn haar auto voor het kantoor van
Schauffert stilhouden en verzocht den „jon
gen neef" haar voor het doen van eenige
commissies te begeleiden. Het betrof dan
het uitkiezen van echte bronzen beelden voor
zijn nieuw studeervertrek cf zij had zijn
raad bij het aanschaffen van een nieuw ta
pijt noodig. Want hij had veel smaak.
(Wordt vervolgd.)