N°. 1552U
i^Ia<an<Sag SO September1.
A0. 1910.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De erfenis der Uodrians.
LEIISCH
DA&BLAB
PELTS DEK ADYERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /'0.17J. Groeters letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contantelk
dental woorden meer 10 Oents. Voor bet incasseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per week 9 Oents; per 3 maanden
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd z(jn
Franco per post
f 1.10.
g 1.30.
1.65.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 29 Sept. 1910, des namiddags
te twee uren.
iTe behandelen onderwerpen:
1. Benoeming van eén onderwijzer-
plaatsvervangend hoofd aan de Jongens-
.echool 1ste klasse (272).
2. Benoeming van een onderwijzer m^t
verplichte hoofdakte aan de Jongensschool
2de klasse. (270).
3. Benoeming van een onderwijzer met
.verplichte hoofdakte aan de school der 2de
klasse voor Jongens en Meisjes. (280).
4. Benoeming van een derde onderwijze
res in de handwerken aan de school der
3de klasse No. 6. (281).
5. Benoeming van een derde onderwijze
res in de handwerken aan de school der 4de
klasse No. 1. (281).
6. Benoeming van een tijdelijk leeraar
£n de oude talen aan het gymnasium. (275).
7. Benoeming van een lid der Plaatse
lijke Schoolcommissie. (276).
8. Benoeming van een Directeur van het
Openbaar Slachthuis. (282).
9. Verzoek van H. J. Hartwijk om eer
vol ontslag als onderwijzer aan de school
Üer 3de klasse No. 8. (271).
10. Verzoek van dr. B. M. van Dalfsen
(om eervol ontslag als tijdelijk leeraar aan
1de Kweekschool voor onderwijzers en on
derwijzeressen. (277).
11. Praeadvies op het verzoek van W, C.
de Graaff om eervol ..ontslag als gemeente-
apotheker. (284). te-;"v
12. Staat van af-, en over schrijvibg op de
begrooting, dienst 1909, van het College
yan Vrouwen-Kraammoeaers; (278).
13. Rekening, dienst 1909, van-jbet Col
lege van Vrouwen-KraainmöedèTs. (278).
24. Begrooting, dienst 1911, van het H.
G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (279).
15. Verzoek van de Leidsche Gymnastiek-
en Schermvereeniging „Hercules" om het
gebruik van het gymnastieklokaal aan de
Pieterskerkgracht, in plaats van dat aan de
Langebrug. (273).
16. Verzoek va-n de Commissie voor de
Vblkszangschool om het gebruik van het
gymnastieklokaal aan de Langebrug, in
plaats van dat aan de Van der Werf-
straat. (283).
17. Voorstel om goed te keuren dat bij de
doortrekking van de Thorbeckestraat worde
afgeweken van de bij het uitbreidingsplan
Vastgestelde rooilijnen. (268).
18. Voorstel tot koetelooze overname in
eigendom en onderhoud bij de gemeente
(van een gedeelte van de Sophiastraat, ge
legen tusschen de Buitenlaan en de Hee
renlaan. (266).
19. Voorstel tot het geven van een naam
'aan de straat, gelegen op het terrein der
gedempte Lopsensloot. (269).
20. Voorstel tot onbewoonbaar verklaring
van de perceelen Paradijssteeg nis. 18, 20,
'22, 22a, 56 en 62. Wernersliof nis. 4a, 4f en
12a, Willem Matthijspoort nis. 1, 2, 3, 4, en
5 en Koningspoort nis. 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
(267).
21 Voorstel tot ondershandsche gunning
van de pacht van de Graanbeurs en van
bet voor koffiehuis bestemde gedeelte van
,,Do Burcht" met toebehooren aan A.
Backer, alhier. (285).
22. Verordening, houdende regeling van
do bezoldiging der politie-beambten in de
gemeente Leiden. (265).
23. Voorstel in zake verhooging van jaar
wedde voor den Commissaris van Politie.
(274).
Inkomstenbelasting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
brengen in herinnering dat 30 September
e.k. de 4de ternrin vervalt van de Plaatse
lijke Inkomstenbelasting, dienst 1910, en
dat alzoo op den lsten October minstens
vier zevende gedeelten van den aanslag
moeten zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden
uit, om, ter voorkoming van vervolgings-
kosten, tot de betaling van het verschul
digde ten kantore van den Gemeente-Ont
vanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN UEYST, Secretaris.
Leiden, 26 September 1910.
Leiden, SS Sepiember.
Tegen den in haar handen gestelden
staat van. af- en overschrijving op de begroo
ting van het College van Vrouwen Kraa.m-
moeders en de rekening dier instelling, bei
de het dienstjaar 1909 betreffende, heeft de
Commissie van Financiën geon bedenkingen-
Zij adviseert dus tot goedkeuring van dien
staat en dier rekening, wat de rekening be
treft: in ontvaangst op f 2403.541, in uitgaaf
f 2302.881, sluitende duS met een batig saldo
van f 100.66.
Evenmin heeft do Commissie bezwaren te
gen do begrooting van het H. G. of
Arme Wees- en Kinderhuis, voor het dienst
jaar 1911.
Reeds sedert vele jaren is aan de
Commissie voor de Volkszangschool van het
Departement Leiden der Maatschappij „Tot
Nut van 't Algemeen" voor het geven van
zanglessen het kosteloos gebruik toegestaan
van gemeentelijke school- of gymnastieklo
kalen.
Thans is voor dat doel bij haar in gebruik
het gymnastieklokaal der openbare school in
de Van-der-Werf straat. Blijkens haar ver
zoek zou de commissie evenwel gaarne de
beschikking willen hebben over een ander
lokaal, nl. over het gymnastieklokaal aan
de Langebrug, en wel des Woensdagsavonds
van 6 tot 8 uren.
Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat
bij B. en Ws. geen bezwaar.
Door de firma J. J. van Hoeken cn
Zoon te Leiden en J. L. Hoos en Zoon te
Leiderdorp wordt verzocht het hun toebe-
hoorende gedeelte van de Sophiastraat, ge
legen tusschen de Buitenlaan en de Heeren
laan, door de gemeente in eigendom te doen
overnemen.
Aangezien bedoeld straatgedeelte behoor
lijk is aangelegd en gorioleerd bestaat tegen
de overname, zonder eenige kosten, noch bij
de Commissie van Fabricage, noch bij B.
Ws. bezwaar.
In overweging wordt gegeven aan den
heer H. J. Hartwijk op zijn verzoek, met in
gang van den dag van het door den Raad
te nemen besluit, eervol ontslag te verlee
nen uit zijn betrekking, van onderwijzer aan
de openbare lagere school der 3e klasse
No. 8 alhier, wegens zijn benoeming tot leer
aar in de algebra aan de afdeeling A van de
Kweekschool voor Onderwijzers en Onder
wijzeressen alhier.
Voorgesteld wordt ook gunstig te beschik
ken op het verzoek van Dr. B. M. van
Dalfsen, om eervol ontslag uit zijn betrek
king van tijdelijk leeraar in de wiskunde aan
de Afdeeling B der Kweekschool voor On
derwijzers en Onderwijzeressen alhier en
hem <lat ontslag eervol te verleenen met in
gang van 1 December 1910, in verband met
zijn benoeming als leeraar aan de Rijks
Hoogere Burgerschool te Den Helder.
Ter vervulling van de vacature in de
Plaatselijke Schoolcommissie, ontstaan
door de uittreding van haar medelid dr. A.
W. Kroon Jr., biedt die commissie den Raad
de volgende aanbeveling aanlö. de heer N.
Brouwer; 2o. de heer dr. J. H. P. van
Kerokhoff.
Ecu 30-tal dames, meest godsdi?nstonder-
wijzeressen waren Zaterdagnamiddag in
het Wijkgebouw Geloof, Hoop, Liefde bij
een. Zij hadden den vakantiecursus, gege
ven door do hooggel. heeren: prof. dr. H-
Oort, di*. W. B. Kristenseh, dr- L. Knap
pert, dr. F. Pijper en dr. K. Lake, gevolgd
cn wilden in hot Gebouw dat hun buiten
do college-uren gastvrijheid had geboden,
tot slot nog eens samen zijn. Daar werd
met gTootè dankbaarheid Jisrdacht wat de
dagen van 1224 Sept. voor hen geweest
waren en besloten als klein bewijs daar
van f 100 to geven aan' de Academische
Bibliotheek.
Na het vele dat genoemde lieeren gege
ven hadden, hetgeen tot studie opwekte c-u
tot ernstig nadenken stemde, was het zin
gen van oonigo verzen uit Lied 53 (Godsd.
Liederen uitgegeven door den N. P..B.) uit
drukking van wat bij allen omging.
Met erkentelijkheid mag hier tevens wor
den herdacht, dat de hoor S. Cohen een lezing
hoeft geliouden over Joodscho gebruiken cn
toegang heeft gegeven tot bezichtiging van
do Synagoge en dat de heeren Juynboll,
Visser em Boesor belangrijke verklaring ga
ven van hetgeen in de Musea te zien was.
Een 46-ta.l hoeren en dames waren voor dezen
cursus ingeschreven. In alle opzichten mag
liij geslaagd lieeten. Het is de hartelijke
wenscli van allen, die aan dezen cur
sus deelnamen, dat het niot de laatste zal
zijn.
Het volgend adres is met een uitvoerige
memorie van toelichting aan den Raad de
zer gemeente verzonden.
Geven eerbiedig te kennen, ondergetee-
kenden, Gerrit van Putten en Hendrik
Dorst, beiden agent van politie te Leiden,
in hun hoedanigheid, onderscheidenlijk als
president en le secretaris der Yereeivigmg
van bezoldigde agenten van politie ,Dcor
Eendracht Saamgebracht", geveegd te
Leiden, erkend bij K. B. d.d. 13 Mei 3S01,
No. 332 en van 30 October 1908, No. 77
dat zij, in opdracht van genoemde Vcr-
eeniging, hiermede de eer hebben, bet na
volgende onder de aandacht van Uw Acht
baar College te brengen;
dat bedoelde vereeniging met genoegen
heeft kenui6 genomen van het prae-advies
van B. enWs. dezer gemeente, (Ingekomen
stukken No. 265) op haar adres van 20 Juli
1909 inzake haar verzoek om verhooging der
jaarwedden van het agenten-personeel, in
hoofdzaak van het feit, dat B. en Ws. zich
hebben kunnen vereenjgen met het voor
stel van het Hoofd der Politie, haren hoog-
geachten Burgemeester, om te breken met
die thans bestaande verdeeling der politie
agenten ia 4 klassen en daarvoor in de
plaats te wilen stellen een regeling waarbij
wordt voorgesteld het personeel voortaan
uit 3 klassen te doen bestaan.
dat zij evenwel tot haar leedwezen uit be
doeld prae-advie3 heeft moeten opmaken,
dat volgens de thans voorgestelde regeling S
agenten der thans bestaande le klasse,
geen verhooging zullen ontvangen;
dat zij, naar aanleiding van het verhan
delde in de zitting van Uwen Raad, d.d. 16
December 1909, in de hoop heeft verkeerd,
dat wanneer een nadere regeling der jaar
wedden aan Uw College zou worden voor
gelegd, elk agent een billijke verhocging zij
ner wedde zou mogen ontvangen
dat zij, nu volgens het voorstel van B. en
Ws. 8 agenten der bestaande le klasse geen
verhooging zullen ontvangen, zij Uwen Raad
niet mag verhelen, dat zulks voor die cate
gorie agenten een groote teleurstelling is;
dat adressante alsnog van meening is, dat
daaraan nog wel ware tegemoet te komen,
indien alsnog de wedden der agenten le kL
(ook nu reeds le klasse) konden worden ver
hoogd;
dat volgens het voorstel van 1». en Wis.
de agenten 3de klasse (nieuwe regeling 2d5
klasse) nagenoeg allen een verhooging van
wedde zullen ontvangen van f 50 en enkelen
zelfs een verhooging van f 75 per jaar;
dat adressante zich daarom eerbiedig tot
Uwen Raad^wendt, met 't verzoek 'n hier
na volgende nadere regeling alsnog wel in
"ernstige overweging te willen nemen, door
te willen bepalen dat het maximum der
agenten Side klasse (oude regeling 3de klas
se) zal bedragen f 750 en de aanvangswedde
der agenten le klasse werd gebracht op f 775
met een maximum van f 850.
Uit de memorie van toelichting blijkt dat
de door de agenten zelf voorgestelde rege
ling den door B. en Ws. voorgcstelden ver-
hoogingspost met f 2000 zou verhoogen. De
agenten baseeren zich bij hun regeling even
wel op de bestellers der Posterijen, die
met f 6C0 beginnen en waarvan he-t maxi
mum salaris ook £875 is.
Hedenmiddag arriveerde alhier het
10de regiment infanterie uit Haarlem om,
na hedennacht in de kazerne aan de Morsen
poort overnacht te hebben morgen vroeg met
heb 4de regiment uit Leiden spiegelge veen-
ten onder Wassenaar te gaan houden tegen
de Grenadiers en Jagers uit Den Haag.
De manschappen zullen morgennacht on
der bivak blijven en Woensdagochtend we
der naar hun kazerne te Haarlem terug
ke-ererL
Z. K. H. Prins Hendrik reed gister
middag op Het Loo uit in jachtwagen met
zesspan ter bezichtiging van de ontgin
ningen te Kootwijk en Hoenderloo. Z. K. H.
was vergezeld van den opperhoutvester, den
heer Tutein Nolthenius, en den adjudant
van den Prins, den heer Hooft Graafland*
De Staatscourant bevat de statuten
van de Vereeniging tot st-ohting en instand
houding van Scholen met den Bijbel te
Reeuwijk.
Aangenomen is de toezegging van be
roep naar de Ned.-Herv. Gem. te Assen
door ds. A. J. Werner, te Stomp etoren.
In October vertrekken er vijf detache
menten der koloniale reserve naar Üost-
Indië, elk sterk 3 onderofficieren cn 25
minderen. Deze detachementen zullen staan
onder bevel van:
1 October s.s. („Prinses Juliana") de 2e
luit. A. van Pelt; medegeleider do 2e luit.
J. Vogïer; 8 October (s.s. „Kawi") de 2e
luit. W. V. van der Hart; medegeleider de
2o luit. J. P. Lancel; 15 October (s.s. „Oran
je") de le luit. Th. J. Koremans; medege
leider de 2e luit. G. B. Ch. Feekcs; 22 Oc
tober (s.s. „Sindoro") dc le luit. N. F', van
der Stok; medegeleider de 2e luit. W. Bod-
de; 29 October (s.s. „Rembrandt") do 2e
luit. H. W. L. Schram; medegeleider de 2e
luit. C. M. A. Stoutjesdijk.
Genoemde officieren behooren allen tot
de infanterie O.-I. leger.
De minister van staat jhr. rnr. A. F.,
de Savornin Lobman gaat zich, naar „De
Ned." meldt, voor eenigen tijd buitenslands
begeven.
Ter kennig van belanghebbenden
wordt gebracht, dat de gecommitteerde van
het stoomwezen in Nederlandsch-Indië, do
hoofdingenieur F. A. G. Mallinckrodt, voor
eerst verhinderd is zijn functio waar te ne
men, in verband waarmede zdj zioh voor za
ken het stoomwezen in Ned.-Indic betref
fende (onderzoek van teekeningen, enz.) tob
nadere aankondiging gelieven te wenden tot
afdeeling A 3 van 't departement van kolo
niën. (Stot.)
De kerkeraad der Gereformeerde Kerk
te Amsterdam heeft besloten aan den burge
meester een adres te zenden, houdende
verzoek om in het vervolg geen toestemming
te verleenen tot het houden van optochten
en betoogingen op den Zondag, waardoor
de rust uitermate gestoord wordt en vele
leden der kerk bij het aan- en uitgaan der
godsdienstoefeningen hinder hebben.
(Stand.)
De kapitein L. Noest, van het 5dt
rcg. infanterie te Amersfoort, wordt bin
nenkort bevorderd tot majoor.
De bij het O.-I. leger benoemde off/
van gez. 2de kl. J. F. Schouw zal, na boëedi
ging, bij de koloniale reserve en in afwach
ting van vertrek, in het genot van verlof
worden gesteld.
-r- Ds. A. Merkelijn, predikant bij de Ge
reformeerde kerk te Schoonrtijke, heeft het
beroep aangenomen voor den arbeid te
Band jar Negara op Java.
Ilr. Ms. pantserdekschip „Utrecht"*
onder bevel van den kapitein ter zee W. T.
de Booy, is 23 dezer van Paramaribo ver
trokken, met bestemming naar Port Cas
tries (Santa Lucia.)
HILLEGOM. Gisteren word uit" dc Ha
ven alhier opgehaald het lijk van de eo<
dert Dinsdag 1.1. vermiste dienstbode P., td
Haarlem woonachtig, doch hier werkzaam.-
J)
Wannseo 1
De ooupéde-uren vlogen, open en haastig
elkaar verdringend schoven de bonte
scharen Berlijners over liet perron.
Een heerlijke Septemberdag.
Tusschen de piinboomen waarvan de
knoestige stammen door den. namiddagzon
goudrood getint werden, dook de blauwe
Havel op. Tallooze roeiboot en, op kleine
notedoppen gelijkend, verlevendigden de
licht gerimpelde vlakte van den inham, wel
ken de rivier hier vormt. Ginds bij de druk
bezochte restauratie „Het Zweedsche pavil
joen" passeerden fraaie zeiljachten elkaar.
Flinke motorbooten en de sneeuwwitte Ha-
velbooten brachten de pleizierreiziger6 naar
den biertuin op de landtong aan den over
kant.
Mooie winkeljuffrouwen, die haar uit-
gaansnamiddag hadden; vereenigingen, die
een gezamenlijken watertocht wilden onder
nemen; studenten en jonge kooplui, burger
families uit Berlijn N. S. en O.liet met
juweelen versierde menschdom uit de Ber-
lijnsche dieren/tuinwijk, alles drong uit den
heeten, o vervollen lokaal trein en haastte
zioh naar het water. Het grootsteedsche
egoïsme veroorloofde zich overal ellebogen-
vrijheid; ternauwernood gunde de een den
ander een vluchtigen blik.
Maar midden in het gewoe^op de trap,
welke uit den half donkeren tunnel weer
naar het daglicht omhoog voert, herkende
dr. jur. Rudolf von Schauffert, de assessor,
toch dadelijk zijn voormaligen kamerhuur uit
den Heidelberger studententijd weer, zijn
vriend uit Karlsruhe, met wiens grappig dia
lect en steeds eenigszins te korte broekspij
pen hij zich vroeger zoo dikwijls had geamu
seerd.
„Gustaafjeriep hij lachend.
En de jonge scheikundige, een bleek, ma
ger mensch, met een scherpen haviksneus
en groote, goedo vergeet-mij-niet-blauwe
kinderoogen, sloeg zich op zijn knie en riep
„Wel, kijk eens aan V' Dat is Rudi
Zij staken beiden hun rechterhand uit,
maar het kwam pas buiten op de straat tot
een handdruk, want de opdringende, gedeel
telijk brommende, gedeeltelijk spotlustige
reizigers schoven in dichte drommen verder.
Nu vluchtten zij in den mooien, parkach-
tigen aanleg, welke zich van het station tot
aan de landingsplaats der booten uit
strekte.
„Gustaafje, menschenkind, waar hebt gij
al dien tijd gezeten? Sinds wanneer zijt gij
in Berlijn? Het is toch reeds wacht eens
vier jaren geleden, dat wij elkaar het
laatst hebben gezien, nietwaar?"
„Sinds Kerstmis ben ik te Berlijn." Om
Gustaaf Köberles lippen speelde een schuch
ter, doch vroolijk lachje. „Ik heb jou wel
in dien tijd gezien: eens in den dièrentuin
en een andere maal in de kunsttentoonstel
ling...."
„Zoo? En waarom zijt gij toen niet da
delijk op mij afgekomen?"
„Dat heb ik niet gedurfd."
„Niet gedurfd?! Hoezoo? Waarom?"
„Ach. gij waart toen in zulk fijn gezel
schap. En daar pa® ik toch niet in."
„SchaapskopRudolf von Schauffert
lachte hartelijk en schoof zijn arm door dien
van zijn ouden vriend. „Gij zijt dus nog ge
heel de oude. Jongen, jongen! Nu en hoe
gaat het je anders? Indertijd hadt gij juist
je doctorsgraad verkregen. Zijt gij nog niet
ergens professor?"
„Och, lieve deugd, professor? Nu wordt
het vermakelijkDat zeide hij echter zeer
neerslachtig en met een diepen zucht.
„Maar privaat-docent? Wat? Gij, bolle
boos? En met je groote vlijt!"
„Ik ben niets vooruitgekomen. Ik ben
blijven staan, steeds op dezelfdo plek. Ik
breng hetook zeker nooit tot iets. Het
geld ontbreekt me. En de courage. En dan
heb ik altijd mijn moedertje moeten helpen.
Men doet dat gaarne. Maar er zit dan niets
anders op dan werken en sloven voor •»,n
beetje brood. Wij, scheikundigen, worden
i-o het begin zeer slecht betaald. Nu ben ik
bij den heer Lohsos; ik ben tweede scheikun
dige in de parfumeriekeuken en krijg drie
duizend marken in het jaar. Ja, zie je, 't
is toch altijd wat vasts."
De assessor knikte meermalen toestem
mend. J a, die duiten, daar weet ik alles
van.
„Gij zijt toch altijd een rechte geluksvo
gel geweest, Rudi. Men behoeft je maar
aan te zien: gij zijt immers het bloeide le
ven in eigen persoon."
Schauffert lachte even, bijna weemoedig.
Hij was in roeikostuum, hetwelk zijn slanke
gestalte zeer goed kleedde: witte linnen
schoenen, witte broek en wit overhemd, ma
rineblauw sacco en witte linnen muts. Zijn
gelaat was door de zon en door de water
sport bijna koperbruin; de groote, licht
blonde knevel, de heldere grijze oogen en de
witte tanden vormden daarmee een pot
sierlijk contrast. „Ach, Gustaafje", zeide
hij na een poosje, terwijl hij zijn stem liet
dalen, „wanneer gij eens wist, welk een be
klagenswaardig wezen er van je „geluksvo
gel" is geworden. Ik ben namelijk juist
op den sprong.... Och, maar waarom den
mooien a-vond te bederven. Een andermaal
daarover. De eerstvolgende uren behooren
nog aan het water, den zeil wind en aan mijn
lieve, kleine, vlugge „Meeuw". Morgen
wordt er onder de geheele rekening een
streep gezet."
„Ik wil niet in je dringen, Rudi..."
„Och, kerel", hij gaf hem onwillekeu
rig do hand „het is mij zoo eigenaardig
te moede, dat ik je juist vandaag in de ar
men ben geloopen. Jongen, jongen..."
,Hebt ge zorgen?"
„Zorgen niet meer. Neen. Want nu heb
ik zekerheid."
Zijn vriend keek hem onzeker smeekend
aan.
„De zekerheid, kerel, dat ik mijn leven
verknoeid heb. Totaal verknoeid."
„Ach, Rudi, het doet iemand zoo pijnlijk
aan, wanneer men je zoo hoort spreken-
Zij hebben je toch in Heidelberg altijd ,,h«c
gelukskind" genoemd. En wanneer het met
mij in dien tusschen tijd eens in het ge
heel niet wilde vlotten, dan dacht ik: „Wat
zijt gij toch een stumperd, bij Rudi verge
leken", en dan heb ik mjj geschaamd en
de tanden opeengeklemd en ik neb ''«?t
overwonnen."
De manier, waarop zijn ooi de v.-tend
sprak, had zoo iets hartéiijks, dat Schauf
fert bepaald aangedaan werd. Sentimenta
liteit was anders niets voor hem.
„Kom, oude jongen, gij moet mijn
Meeuw" leeron kennen. Ge hebt toch wel
tijd, hè?"
Gustaaf Köberle keek op zijn horloge. „N'u,
een paar uurtjes".
„Zijt gij daarna bezet?"
„Niet juist bezet, maar een julfrouw
uit het pension, waar ik woon... Och, neen*
gij moet niet dadelijk wat bijzonders den
kon..."
„Kijk mij dat Gustaafje eens aan! In ro*
zenketenen?"
Gustaaf Köberle zuchtte even, doch et
kwam tevens een schalksche uitdrukking ic
zijn oogen, welke zijn mager, bleek gelaat»
verjongde, en hij zeide: „Ik zou wel wil
len
„Wel, dat is reeds een halve bekentenis.,
Ik zie, dat wij elkaar vreeselijk veel hebben
te vertellen. Dus voorwaarts: gij moet me
de aan boord..."
„Op 't water?"
„Natuurlijk. Of zijt gij bang?"
Zij stonden nu aan het strand, dicht bij
de plaats, waar de huurbooten lagen. Op
een afstand van ongeveer honderd meter
schommelden op het meer een paar kleine
jollen. Zeil, mast en stang waren ingetrok
ken en in een geteerd stuk linnen gewik
keld, hetwelk nog een eind buiten do boot
uitstak.
(Wordt vervolgd.)