N°« 1552U SraaiKÏrig SO Septembei». A°. 1910. §eze (Courant wordt dagelijks, met uitsondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. De erfenis der Hodrians. PEL'S DEE ADVEETENTIEN: Van 10 regels f 1,05. Iedere regel meer f 0.17J. Groetere letters naar plaatsruimte. Kleins edvertentiën ran 30 voorden 40 Cents contantelk dental woorden meer 10 Cents. Voor het incasseeren wordt/'0.05 berekend. PEIJS DEZEB COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden Bciten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd syn Franco per post f 1.10. 1.30. 1.65. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 29 Sept. 1910, das namiddags te twee uren. iTe behandelen onderwerpen 1. Benoeming van eén onderwijzer- plaatsvervangend hoofd aan de Jongens- ,6chool 1ste klasse (272). 2. Benoeming van een onderwijzer mot verplichte hoofdalt te aan de Jongensschool 2de klasse. (270). 3. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 2de klasse voor Jongens en Meisjes. (230). 4. Benoeming van een derde onderwijze res in de handwerken aan de school der 3de klasse No. 6. (281). 5. Benoeming van een derde onderwijze res in de handwerken aan de school der 4de klasse No. 1. (281). 6. Benoeming van een tijdelijk leeraar £n de oude talen aan het gymnasium. (275). 7. Benoeming van een lid der Plaatse lijke Schoolcommissie. (276). 8. Benoeming van een Directeur van het Openbaar Slachthuis. (282). 9. Verzoek van H. J. Hartwijk om eer vol ontslag als onderwijzer aan de school Üer 3de klasse No. 8. (271). 10. Verzoek van dr. B. M. van DaJfsen ©m eervol ontslag als tijdelijk leeraar aan 1de Kweekschool voor onderwijzers en on derwijzeressen. (277). 11. Praeadvies op het verzoek van W. C. de Graaf f om eervol, ontslag ais gemeente- apotheker. (284). 12 Staat van af- en ovérsclmjving op de begrooting, dienst 1909 - van het College van Vrouwen-Kraanimoe ders. (278). 13. Rekening, dienst 1909, van het Col lege van Vrouwen-KraainmöedëTs. (278). 24. Begrooting, dienst 1911, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (279). 15. Verzoek van de Leidsch© Gymnaetiek- 'en Schermvereeniging Hercules" om h'et gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht, in plaats van dat aan de Langebrug. (273) 16. Verzoek van de Commissie voor de Vblkszangschool om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Langebrug, in 'plaats van dat aan de Van der Werf- straat. (283). 17. Voorst-el om goed te keuren dat bij de doortrekking van de Thorbeckestraat word© afgeweken van de bij het uitbreidingsplan „Vastgesteld© rooilijnen. (268). 18. Voorstel tot koetelooze overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente [van een gedeelte van de Sophiastraat, ge legen tusschen de Buitenlaan en de Hee- renlaan. (266). 19. Voorstel tot het geven van een naam aan de straat, gelegen op het terrein der gedempte Lopsensloot. (269). 20. Voorstel tot. onbewoonbaar verklaring van de perceelen Paradijssteeg nis. 18, 20, '22, 22a, 56 en 62. Wemershof nis. 4a, 4f en 12a, Willem Matthijspoort nis. 1, 2, 3, 4, en 5 en Koningspoort nis. 1, 2, 3, 4, 5 en 6. (267). 21 Voorstel tot ondershandsche gunning van de pacht van de Graanbeurs en van het voor koffiehuis bestemde gedeelte van. ,,Do Burcht" met toebehooren aan A. Backer, alhier. (285). 22. Verordening, houdende regeling van d© bezoldiging der politie-beambten in de gemeente Leiden. (265). 23. Voorstel in zake verbooging van jaar wedde voor den Commissaris van Politie. (274). Inkomstenbelasting. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen Jn herinnering dat 30 September e.k. de 4de termen vervalt van de Plaatse lijke Inkomstenbelasting, dienst 1910, en dat alzoo op den lsten October minstens vier zevende gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit, om, ter voorkoming van vervolgings- kosten, tot de betaling van het verschul digde ten kantore van den Gemeente-Ont vanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN IIEYST, Secretaris. Leiden, 26 September 1910. Leiden, 2S September. Tegen den in haar handen gestelden staat van. af- en overschrijving op de begroo ting van het College van Vrouwen Kraam- moeders en de rekening dier instelling, bei de het dienstjaar 1909 betreffende, heeft de Commissie van Financiën geen bedenkingen- Zij adviseert dus tot goedkeuring van dien staat en dier rekening, wat de rekening be treft: in ontvangst op f 2403.541-, in i Itgaaf f 2302.881, sluitende dus met een batig salclo van f 100.66. Evenmin heeft do Commissie bezwaren te gen de begrooting van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, voor het dienst jaar 1911. Reeds sedert vele jaren is aan de Commissie voor do Volkszangschool van het Departement Leiden der Maatschappij „Tot Nut van 't Algemeen'' voor het geven van zanglessen het kosteloos gebruik toegestaan van gemeentelijke school- of gymnastieklo kalen. Thans is voor dat doel bij haar in gebruik het gymnastieklokaal der openbare school in de Van-der-Werfstraat. Blijkens haar ver zoek zou de commissie evenwel gaarne de beschikking willen hebben over een ander lokaal, nl. over het gymnastieklokaal aan de Langebrug, en wel des Woensdagsavonds van 6 tot 8 uren. Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat bij B. en Ws. geen bezwaar. Door de firma J. J. van Hoeken en Zoon te Leiden en J. L. Hoos en Zoon te Leiderdorp wordt verzocht het hun toebe- hoorende gedeelte van de Sophiastraat, ge legen tusschen de Buitenlaan en de Heerpn- laan, door de gemeente in eigendom te doen overnemen. Aangezien bedoeld straatgedeelte behoor lijk is aangelegd en gorioleerd bestaat tegen de overname, zonder eenige kosten, noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij B. Ws. bezwaar. In overweging wordt gegeven aan den heer H. J. Hartwijk op zijn verzoek, met in gang van den dag van het door den Raad te nemen besluit, eervol ontslag te verlee nen uit zijn betrekking, van onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 8 alhier, wegens zijn benoeming tot leer aar in de algebra aan de af dee ling A van de Kweekschool voor Onderwijzers en Onder wijzeressen alhier. Voorgesteld wordt ook gunstig te beschik ken op het verzoek van Dr. B. M. van Dalfsen, om eervol ontslag uit zijn betrek king van tijdelijk leeraar in de wiskunde aan de Afdeeling B der Kweekschool voor On derwijzers en Onderwijzeressen alhier en hem dat ontslag eervol te verleenen met in gang van 1 December 1910, in verband met zijn benoeming als leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Den Helder. Ter vervulling van de vacature in de Plaatselijke Schoolcommissie, ontstaan door de uittreding van haar medelid dr. A. W. Kroon Jr.t biedt die commissie den Raad de volgende aanbeveling aan: lö. de heer N. Brouwer; 2o. de heer dr. J. H. P. van Kerckhoff. Een 30-tal dames, meest godsdienstonder wijzeressen waren Zaterdagnamiddag in het Wijkgebouw Geloof, Hoop, Liefde bij een. Zij hadden den vakantiecursus, gege ven door de hooggel. hoeren: prof. dr. II. Oorfc, dr. W. B. Kristenson, dr- L. Knap pert, dr. F. Pijper en dr. K. Lake, gevolgd en wilden in hot Gebouw dat hun buiten do college-uren gastvrijheid had geboden, tot slot nog eens samen zijn- Daar werd met groot© dankbaarheid ^herdacht wat de dagen van 1224 Sept. yoor hen geweest waren en besloten als klein bewijs daar van f 100 to geven aan' de Academische Bibliotheek. Na liet vele dat genoemde lieer en gege ven hadden, hetgeen tot studie opwekte en tot ernstig nadenken stemde, was het zin gen van oonigo verzen uit Lied 53 (Godsd. Liederen uitgegeven door den N. F..B.) uit drukking van wat bij allen omging. Met erkentelijkheid mag hier tevens wor den herdacht, dat de hoor S. Cohen een lezing heeft geliouden over Joodseho gebruiken cn toegang heeft gegeven tot bezichtiging van de Synagoge en dat de hoeren Juynboll, Visser en- Boeser belangrijke verklaring ga ven van hetgeen in de Musea te zien was. Een 46-tal heeren en dames waren voor dezen cursus ingeschreven. In alle opzichten mag liij geslaagd hëeten.Het is de hartelijke wenscli van allen, die aan dezon cur sus deelnamen, dat het niet de laatste zal zijn. Het volgend adres m^t een uitvoerige memorie van toeliohting aan den Raad de zer gemeente verzonden. Gewen eerbiedig te kennen, ondergetee- kenden, Gerrit van Putten en Hendrik Dorst, beiden agent van politie te Leiden, in hun hoedanigheid, onderscheidenlijk als president en le secretaris der Vereeniging van bezoldigde agenten van politie Door Eendracht Saamgebracht", gevestigd te Leiden, erkend bij K. B. d.d. 13 Mei 3901, No. 332 en van 30 October 1908, No. 77 dat zij, in opdracht van genoemde Ver- eeniging, hiermede de eer hebben, bet na volgende onder de aandacht van Uw Acht baar College- te brengen; dat bedoelde vereeniging met genoegen heeft kennis genomen van het prae-advies van B. enWs. dezer gemeente, (Ingekomen stukken No. 265) op haar adres van 20 Juli 1909 inzake haar verzoek om verhooging der jaarwedden van het agenten-personeel, in hoofdzaak van het feit, dat B. en Ws. zich hebben kunnen vereenigon met het voor stel van het Hoofd der Politie, haren hoog- geachten Burgemeester, om te breken met die thans bestaande verdeeling der politie agenten in 4 klassen en daarvoor in de plaats te wilen stellen een regeling waarbij wordt voorgesteld het personeel voortaan uit 3 klassen te doen bestaan. dat zij evenwel tot haar leedwezen uit be doeld prae-advie3 heeft moeten opmaken, dat volgens de thans voorgestelde regeling S agenten der thans bestaande le klasse, geen verhooging zullen ontvangen; dat zij, naar aanleiding van het verhan delde in de zitting van Uwen Raad, d.d. 16 December 1909t in de hoop heeft verkeerd, dat wanneer een nadere regeling der jaar wedden aan Uw Ooilege zou worden voor gelegd, elk agent een billijke verhooging zij ner wedde zou mogen ontvangen dat zij, nu volgens het voorstel van B. en Ws. 8 agenten der bestaande 3 e klasse geen verhooging zullen ontvangen, zij Uwen Raad niet mag verhelen, dat. zulks voor die cate gorie agenten een groots teleurstelling is; dat adressante alsnog van meening is, dat daaraan nog wel ware tegemoet te komen, indien alsnog de wedden der agenten le kb (ook nu reed's le klasse) konden worden ver hoogd; dat volgens het voorstel van U. en Ws. de agenten 3de klasse (nieuwe regebng 2d klasse) nagenoeg allen een verhooging van wedde zullen ontvangen van f 50 en enkelen zelfs een verhooging van f 75 per jaar; dat adressante zich daarom eerbiedig tot Uwen Raad-wendt, met 't verzoek 'n hier na volgende nadere regeling alsnog wel in "ernstige overweging te willen nemen, door te willen bepalen dat het maximum der agenten 2de klasse (oude regeling 3de klas se) zal bedragen f 750 en de aanvangswedd© der agenten le klasse werd gebracht op f 775 met een maximum van f 850. Uit de memorie van toelichting blijkt dat de door de agenten zelf voorgestelde rege ling den door B. en Ws. voorgcstelden ver- hoogingspost met f 2000 zou verhoogen. De agenten baseeren zich bij hun regeling even wel op de bestellers der Posterijen, die met f 6C0 beginnen en waarvan he-t maxi mum salaris ook f875 is. Hedenmiddag arriveerde alhier het 10de regiment infanterie uit Haarlem om, na hedennacht in de kazerne aan de Morsen poort overnacht te hebben morgen vroeg met het 4de regiment uit Leiden spiegelgevecn- ten onder Wassenaar te gaan houden tegen de Grenadiers en Jagers uit Den Haag. De manschappen zullen morgennacht on der bivak blijven en Woensdagochtend we der naar hun kazerne te Haarlem terug keeren. Z. K. H. Prins Hendrik reed gister middag op Het Loo uit in jachtwagen met zesspan ter bezichtiging van de ontgin ningen te Kootwijk en Hoenderloo. Z. K. H. was vergezeld van den opperhoutvester, den heer Tutein Nolthenius, en den adjudant van den Prins, den heer Hooft Graafland* De Staatscourant bevat de statuten van de Vereenigirig tot gt ohting en instand houding van Scholen met den Bijbel te Reeuwijk. Aangenomen is de toezegging van be roep naar de Ned.-Herv. Gem. te Assen door ds. A. J. Werner, te Stompetoren. In October vertrekken er vijf detache menten der koloniale reserve naar üost- Indiè, elk sterk 3 onderofficieren cn 25 minderen. Deze detachementen zullen staan onder bevel van: 1 October s.s. („Prinses Juliana") do 2e luit. A. van Pelt; medegeleider de 2e luit. J. Vogïer; 8 October (s.s. ,,Kawi") de 2e luit. W. V. van der Hart; medegeleider de 2e luit. J. P. Lancel; 15 October (s.s. „Oran je") de le luit. Th. J. Koremans; medege leider de 2e luit. G. B. Ch. Feekcs; 22 Oc tober (s.s. „Sindoro") de le luit. N. F. van der Stok; medegeleider de 2e luit. W. Bod- de; 29 October (s.s. „Rembrandt") do 2e luit. II. W. L. Schram; medegeleider de 2e luit. C. M. A. Stoutjesdijk. Genoemde officieren behooren allen tot de infanterie O.-I leger. De minister van staat jhr. inr. A. F.j de Savornin Lohman gaat zich, naar „De Ned." meldt, voor ©enigen tijd buitenslands begeven. Ter kennig vau belanghebbenden wordt gebracht, dat de gecommitteerde van het stoomwezen in Nederlandsch-Indië, do hoofdingenieur F. A. G. Mallinckrodt, voor eerst verhinderd is zijn functio waar te ne men, in verband waarmede zij zioh voor za ken het stoomwezen in Ned.-Indic betref fende (onderzoek van teekeningen, enz.) tot nadere aankondiging gelieven te wenden tot afdeeling A 3 van 't departement van kolo niën. (Stot.) De kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Amsterdam heeft besloten aan den burge meester een adre3 te zenden, houdende verzoek cm in het vervolg geen toestemming te verleenen tot het houden van optochten en betoogingen op den Zondag, waardoor de rust uitermate gestoord wordt en vele leden der kerk bij het aan- en uitgaan der godsdienstoefeningen hinder hebben. (Stand.) De kapitein L. Noest, van het 5dt rcg. infanterie te Amersfoort, wordt bin nenkort bevorderd tot majoor. De bij het O.-I. leger benoemde off van gez. 2de kl. J. F. Schouw zal, na boëedi- ging, bij de koloniale reserve cn in afwach ting van vertrek, in het g~n«M Van verlof worden gesteld. Ds. A. Merkelijn, prod:kant bij de Ge reformeerde kerk te Schoonrtijke, heeft het beroep aangenomen voor den arbeid to Band jar Negara op Java. Ilr. Ms. pantserdekschip „Utrecht"* onder bevel van den kapitein ter zee W. T. do Booy, is 23 dezer van Paramaribo ver trok kon, met bestemming naar Port Cas tries (Santa Lucia.) HILLEGOM. Gisteren werd uit" do. Ha ven alhier opgohaald het lijk van de so* dort Dinsdag 1.1. vermiste dienstbode P., td Haarlem woonachtig, doch hier werkzaam. i) Wannse© I De ooupédeuren vlogen, open en haastig elkaar verdringend schoven de bonte scharen Berlijners over liet perron. Een heerlijke Septemberdag. Tusschen de pijnboomen waarvan de knoestige stammen door den namiddagzon goudrood getint werden, dook de blauwe Havel op. Tallooze roeiboot en, op kleine notedoppen gelijkend, verlevendigden de licht gerimpelde vlakte van den inham, wel ken de rivier hier vormt. Ginds bij de druk bezochte restauratie „Het Zweedsche pavil joen" passeerden fraaie zeiljachten elkaar. Flinke motor booten en de sneeuwwitte Ha- velbooten brachten de pleizierreizigers naar den biertuin op de landtong aan den over kant. Mooie winkeljuffrouwen, die haar uifc- gaansnamiddag hadden; vereenigingen, die een gezamenlijken watertocht wilden onder nemen; studenten en jonge kooplui, burger families uit Berlijn N. S. en O.het met juweelen versierde menschdom uit de Ber- lijnsche dierentuinwijk, alles drong uit den heeten, overvollen lokaaltrein en haastte zioh naar het water. Het grootsteedsche egoïsme veroorloofde zich overal ellebogen- vrijheid; ternauwernood gunde de een den ander een vluchtigen blik. Maar midden in het ge-woe^op de trap, welke uit den half donkeren tunnel weer naar het daglicht omhoog voert, herkende dr. jur. Rudolf von Schauffert, de assessor, toch dadelijk zijn voormaligen kamerhuur uit den Heidelberger studententijd, weer, zijn vriend, uit Karlsruhe, met wiens grappig dia lect en steeds eenigszin3 te korte broekspij pen hij zich vroeger zoo dikwijls had geamu seerd. „Gustaafje!" riep hij lachend. En de jonge scheikundige, een bleek, ma ger mensch, met een scherpen haviksneus en groote, goedo vergcet-mij-niet-blauwe kinderoogen, sloeg zich op zijn knie en riep „Wel, kijk eens aanDat is Rudi Zij staken beiden hun rechterhand uit, maar het kwam pas buiten op de straat tot een handdruk, want de opdringende, gedeel telijk brommende, gedeeltelijk spotlustige reizigers schoven in dichte drommen verder. Nu vluchtten zij in den mooien, parkach- tigen aanLeg, welke zich van het station tot aan de landingsplaats der booten uit strekte. „Gustaafje, menschenkind, waar hebt gij al dien tijd gezeten? Sinds wanneer zijt gij in Berlijn? Het is tcch reeds wacht eens vier jaren geleden, dat wij elkaar het laatst hebben gezien, nietwaar?" „Sinds Kerstmis ben ik te Berlijn." Om Gustaaf Köberles lippen speelde een schuch ter, doch vrodijk lachje. „Ik heb jou wel in dien tijd gezien: eens in den dièrentuin en een andere maal in de kunsttentoonstel ling...." „Zoo? En waarom zijt gij toen niet da delijk op mij afgekomen?" „Dat heb ik niet gedurfd." „Niet gedurfd?! Hoezoo? Waarom?" „Ach, gij waart toen in zulk fijn gezel schap. En daar pas ik toch niet in." „Schaapskop!" Rudolf von Schauffert lachte hartelijk en schoof zijn arm door dien van zijn ouden vriend. „Gij zijt dus nog ge heel de oude. Jongen, jongen! Nu en hoe gaat het je anders? Indertijd hadt gij juist je doctorsgraad verkregen. Zijt gij nog niet ergens professor?" „Och, lieve deugd, professor? Nu wordt het vermakelijk!" Dat zeide hij echter zeer neerslachtig en met een diepen zucht. „Maar privaat-docent? Wat? Gij, bolle boos? En met je groote vlijt!" „Ik ben niets vooruitgekomen. Ik ben blijven staan, steeds op dezelfde plek. Ik brertg hetook zeker nooit tot iets. Het geld ontbreekt me. En dc courage. En dan heb ik altijd mijn moedertje moeten helpen. Men doet dat gaarne. Maar er zit dan niets anders op dan werken en sloven voor beetje brood. Wij, scheikundigen, worden i-n het begin zeer slecht betaald. Nu ben ik bij den heer Lohsc-s; ik ben tweede scheikun dige in de parfumeriekeuken en krijg drie duizend marken in het jaar. Ja, zie je, 't is toch altijd wat vasts." De assessor knikte meermalen toestem mend. J a, die duiten, daar weet ik alles van. - „Gij zijt toch altijd een rechte geluksvo gel geweest, Rudi, Men behoeft je maar aan te zien: gij zijt immers het bloeide le ven in eigen persoon." Schauffert lachte even, bijna weemoedig. Hij was in roeikostuum, hetwelk zijn slanke gestalte zeer goed kleedde: witte linnen schoenen, witte broek en wit overhemd, ma- rineblauw sacco en witte linnen muts. Zijn gelaat was door de zon en door de water sport bijna koperbruin; de groote, licht blonde knevel, de heldere grijze oogen en de witte tanden vormden daarmee een pot sierlijk contrast. „Ach, Gustaafje", zeide hij na een poosje, terwijl hij zijn stem liet dalen, „wanneer gij eens wist, welk een be klagenswaardig wezen er van je „geluksvo gel" is geworden. Ik ben namelijk juist op den sprong.... Och, maar waarom den mooien avond te bederven. Een andermaal daarover. De eerstvolgende uren behooren nog aan het water, den zeilwind en aan mijn lieve, kleine, vlugge „Meeuw". Morgen wordt er onder de geheele rekening een streep gezet.'' „Ik wil niet in je dringen, Rudi..." „Och, kerel", hij gaf hem onwillekeu rig do hand „het is mij zoo eigenaardig te moede, dat ik je juist vandaag in de ar men ben geloopen. Jongen, jongen..." ,Hebt ge zorgen?" „Zorgen niet meer. Neen. Want nu heb ik zekerheid." Zijn vriend keek hem onzeker smeekend aan. „De zekerheid, kerel, dat ik mijn leven verknoeid heb. Totaal verknoeid." „Ach, Rudi, het doet iemand zoo pijnlijk aan, wanneer men je zoo hoort spreken. Zij hebben je toch in Heidelberg altijd „hs& gelukskind" genoemd. En wanneer het met mij in dien tusschentijd eens in het ge heel niet wilde vlotten, dan dacht ik: „Wat zijt gij toch een stumperd, bij Rudi verge leken", en dan heb ik mij geschaamd en de tanden opeengeklemd en ik heb l,«?t overwonnen." De manier, waarop zijn oude vriend sprak, had zoo iets hartdijks, dat Schauf fert bepaald aangedaan werd. Sentinient.v liteit was anders niets voor hem. „Kom, oude jongen, gij moet mijn „Meeuw" lecren kennen. Ge hebt toch wel tijd, hè?" Gustaaf Köberle keek op zijn horloge. „N'u, een paar uurtjes". „Zijt gij daarna bezet?" „Niet juist bezet, maar een juffrouw uit het pension, waar ik woon... Och, neen* gij moet niet dadelijk wat bijzonders den ken..." „Kijk mij dat Gustaafje eens aan! In ro^ zenketenen?" Gustaaf Köberle zuchtte even, doch ci- kwam tevens een schalksche uitdrukking ir zijn oogen, welke zijn mager, bleek gelaat verjongde, en hij zeide: „Ik zou wel wil len I" „Wel, dat is reeds een halve bekentenis., Ik zie, dat wij elkaar vreeselijk veel hebben te vertellen. Dus voorwaartsgij moet me de aan boord..." „Op 't water?" „Natuurlijk. Of zijt gij bang?" Zij stonden nu aan het strand, dicht bij de plaats, waar de huurbooten lagen. Op een afstand van ongeveer honderd meter schommelden op het meer een paar klcino jollen. Zeil, mast en stang waren ingetrok ken en in een geteerd stuk linnen gewik keld, hetwelk nog een eind buiten do boot uitstak. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 3