ZPNDAG5BIAD LE-ID5CH DAGE)IAD No. 15519. 24 September. Anno 1910. v«iv7 -ttgm tight lêflml glinig 1ml it ml gh<il|llt VAN HE.T All eoaeaöo.oöeaöööódê lil WJ4Ü WIE? Het Montenegrijnsche Koningspaar. S. e y s 1 •Ï*®?1»S®#*I 1 I I* I «I*®?!®!?® I 11;®,# M Rachel, Nancy en Camilla, de drie oude zustere, woonden in het huis, waarin zjj geboren waren. Zij waren heel oud, de jongste was bij- ia zeventig maar toch waren zij de jeug digs te meisjes in het dorp. Geen kind, dat zijn pop penw agent je voorbij het raam trok, geen jong meisje, dat in de schemering voorbij wandelde aan den arm van haar beminde, was zoo jong als zij, want de jeugd in haar had gezegepraald over den ouder dom. Speelden Camilla en Nancy, de twee jongsten, niet 's avonds soms nog ringspel? Nadat de kaarsen waren aangestoken, kon men duidelijk op de gordijnen de' ringen zien vliegen en de fantastische oude schadu wen, die, met stijve rheumatische gebaren, de bewegingen der jeugd nabootsten. De ringen zelf, omwonden met verkleurde lin ten, overblijfselen van het bevallig spel ha- xer meisjesjaren, moesten iedereen in het oog vallen op hun plaats boven de mahonie houten tafel in de vestibule. In diezelfde vestibule, behangen met oud, groenachtig papier, met landschappen er op, met de wenteltrap, die in het midden zachtglooiend zich naar boven kronkelde, zaten de drie oudjes gewoonlijk in de koel- jte van zomer-achtermiddagen Om vijf uren werd de voordeur, met haar groen glas er boven, opengeworpen en zag men het drietal statig daar zitten aan haar borduurwerk. De drie oude zusters, Rachel, Nancy en Camilla, zaten daar -in haar vestibule, ge dost in ouderwetsohe zijde en neteldoek, nog altijd gemaakt volgens de mode van haar meisjesjaren. Nauwe rokken met strooken, welke eng om de magere ledematen sloten, droeg het drietal, en lange lijven, met korte mouwen, welke haar beenige halzen en armen lieten zien, die al de zachte rondingen der jeugd verloren hadden. Haar dunne, grijze lokken waren opge maakt in krullen, en versierd met schildpad den kammen, en soms met een guirlande ,Van verkleurde, gemaakte bloemen. Het was onbegrijpelijk, hoe de eeno, als zij de anderen gadesloeg, die daar zoo vroo- lijk getooid zaten, niet in haar gezichten het verlies van haar eigen jeugd weerkaatst zag, al had de spiegel haar dat niet ver teld maar indien dit het geval was, gaf zij het toch niet te kennen. Geen harer scheen eenig vermoeden te hebben, dat deze ouder- wetsche gewaden haar niet evengoed ston den als vroeger, en niemand kwam ooit te weten, of haar illusies haar ooit begaven bij het zien van eikaars perkamenten huid en de holten tusschen haar oude, arme been deren. Als zij daar op mooie zomer-achtermidda gen in haar vestibule zaten, kwam van de overzijde van den weg de oude vrijgezel uit zijn huis, dat half verborgen achter een groepje pijnboomoa stondt to voorschijn. Hij was van den leeftijd van de oudste zus ter, maar geenszins verouderd. Zijn knap, wit hoofd was fier opgericht boven zijn ouderwetsche, hooge stropdas en in zijn houding had hij iets militairs. De oude vrijgezel, die er in zijn morgen- kleeding niet zoo heel anders uitzag als een man van den tegenwoordigen tijd, bloef al tijd vasthouden aan het oude, als hij in gala wa?. Als hij den weg naai' de zusters overstak, droeg hij altijd zijn hoogen, zij den hoed en blauwe jas met lange en glin sterend vergulde knoopen en zwaaide met het voornaam gebaar van den ouden tijd zijn ouderwetschen rotting met ivoren knop* Niemand wist wie der zusters de warmste genegenheid van zijn trouw, oud hart be zat. Hij was sinds menschenheugenis altijd den weg overgestoken om ze te bezoeken. Hij ha-d nooit een andere geliefde gehad en zij nooit een anderen beminde. Nu eens had men gedacht, dat de ©eno en dan dat de andere zuster haar maagde lijk hart aan hem gewijd, en gekwijnd had onder zijn vrijage, die al te lang duurde. De meesten dachten, dat het Nancy, de middelste zuster, was, die het hoogste in zijn gunst stond. Yage geruchten waren er in omloop, dat hij, in vervlogen jaren haar bijzondere oplettendheden had bewezen. Buitendien was zij de schoonheid van de familie geweest. Lang en slank van gestalte, met lange, bruine krullen, die over rozige wangen vielen, met zachte, blauwe oogen, zóó had Nancy er uitgezien in haar jeugd Het scheen waarschijnlijk, dat zij zich het dichtst genesteld had in het hart van den ouden vrijgezel; maar eigenlijk weten deed niemand het. Hij was een zeer ge sloten man en een soort van geleerde; hij leefde in zijn oude bibliotheek, omgeven door dikke boeken, en schreef met een vee- ren pen bladzijden vol met fijne, kleine let ters, die niemand ooit las, waarvan nie mand wist waarover zij handelden. De eenige ontspanning buitenshuis was het bezoek, dat hij in, den namiddag bij de zusters aflegde. Dan, 's zomers, in een gebeeldhouwden armstoel in haar vestibule gezeten, en 's winters in haar salon, met damasten ser vetje op de magere knieën, dronk hij thee uit een blauw porseleinen kopje, en nuttig de taart van een blauw porseleinen bord. De kamenier der zusters zette in den na middag altijd een theeblad klaar, een oud, deftig gebruik, dat nergens anders in het dorp in zwang was. Nancy, de middelste zuster, stierf het eerst: van ouderdom, zei men in do stad, hoewel dat onmogelijk scheen, en de andere zusters volhielden, dat zij kou had gevat op de longen. ,,Er was tering in de familie van onze moeder en Nancy is altijd zwak geweest. Ik heb altijd wel gedacht, dat zij niet oud zou worden', zei Rachel tot den dominee, toen deze kwam condoleeren. Na Nancy's dood kwam de oude vrijgezel den volgenden zomer nog bij de andere zusters theedrinken. Toen stierf Rachel en Camilla bleef alleen over. Nu kwam hij haar niet meer eiken middag bezoeken. Algemeen begreep men, dat zij er aan twijfelde, of het betamelijk was, dat hij zoo alleen bij haar kwam. Het was te dien tijde, dat de oude vrij gezel iets onrustigs over zich kreeg. Op het uur, dat hij gewoon was geweest zijn vrien dinnen te bezoeken, dwaalde hij doelloos langs de wegen, met zijn rotting tegen het onkruid aan den kant slaande. Ongeveer drie maanden na Rachels dood, op een Zondag, in het midden van den zo mer, zag men den ouden vrijgezel en Camil la samen den weg naar de kerk afkomen; men zei, dat zij dien morgen bij den domi nee geweest waren, om zich te laten trou wen. De bruidegom was in zijn oud gala-kos tuum, een hoogen hoed en blauwe jas met lange panden, en vorstelijk verhief zich zijn knap, wit hoofd boven zijn hooge stropdas, en de bruid trippelde zachtjes naast hem, in een witten bruidstooi, van een lang ver vlogen mode efla-enit> Een witte bruidshoed met witten sluier en witte veer en versierde de oude bruid j zij droeg een glanzig, wit sa-^ tijnen kleed, met lagen hals, eon wit krip pen sjaal en wit satijnen schoentjes. Het bruidskostuum was zeker jaren en jaren ge leden gemaakt voor een der zusters. Maar voor wie 1 Dat is niemand ooit te weten ge-' komen. Sommigen vonden wel, dat de wit satij nen rek wat te lang was voor Camilla, en voor Nancy beter gepast zou hebben; maar wie zou dit met zekerheid kunnen zegge% daar Camilla wat gebogen wa6 door ouder dom. D« oude bruid kwam de kerk binnen, met haar ouden bruidegom, en een jeugdige. glimlach, zegepralend over ouderdom en, herinnering, blonk door den witten sluier' heen op haar oud gelaat. Niemand heeft ooit geweten of het haar eigen bruidskleed was, dat ze droeg, of dat van haar zuster, of zij haar eigen beminde getrouwd had, of dien van haar zuster. Niet lang geleden beeft men feestgevierd in Montenegro. Het vorstendom werd ko-' ninkrijk en d® Montenegrijnen jubelden geestdriftig over de r, hun Vorst ten deel' gevallen, en leefden hartelijk mee diens ge luk als Vorst en als mensch. Want de Vorst' herdaoht ook zijn 50-jarig huwelijksfeest. De tegenwoordige koning van Montenegro huwde reeds zeer jong, op 20-jarigen leef-! tijd, met Milena, de dochter van den Montenegrijnschen Wojwode Petar Voeko-' tic, die zoowel om zijn ongewone lichaams-! kracht als om zijn mannelijke schoonheid' den bijnaam genoot van den mooisten Mom tengrijn. Het huwelijk met Milena, een kind uit het volk, was een huwelijk uit liefdej want de jonge Vorstin, het vrouwelijke even beeld van haar vader, was mooi en zeer verstandig. Thans nog vertelt men in Moa-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 19