So. 15519. LEIDSCH DACtBXiAD, ^aüerctag' 24 September. Uerle Blad. Anno 1010.
Leidsehe Schouwburg.
Buitenlandseh Overzicht.
De Pers over de Mlioenen-nota
FEUILLETON.
De geheimzinnige kamer.
Het linwelijk van moj. Bcnlemans.
Kotterd. Tooneelgezelscltap.
Uitvoering Ier gelegenheid van het 15de Contra
voor Openbare Gezondheidsregeling.
Alweer een. Congres en daarbij bshoorend
een tooneeluitvoering.
Geen „Adam in Ballingschap", maar „Het
huwelijk van juffrouw Beulemans." Het
contrast doet glimlachen.
De heeren van de openbare gezondheids,
regeling hebben gisteravond méér dan slechts
geglimlacht. Do eer van al deze zwaarwich
tig congresseerenden te hebben doen genie-
ten komt toe aian deze willekeurigs juf.
frouw Beulemans uit Brussel.
De had in een courant een nog al heel
slechte recensie gelezen van dit stuk, niet
omtrent den inhoud, maar aangaande zijn
capaciteit om to vermaken. En verwonderde
me. De directie van het Rotterdamsch Too.
noolgezelschap heeft zulk een fijnen neus,
waar het gaat om 't publiek te amuseeren!
O, zeker, de scherts is wel eens een wei.
nighet milieu' zelf is immers óók
grof. Plet was dan ook niet een fijno lach
in het proeven dezer dialogen in 't ge
heel© stuk immers was niets van een fijne
geesteshoudinggrof in hun doen en me
kaar-de. w aa rh cid - zeggen zijn deze Brussel-
sche middenstanderskinderlijk-doorzichtig
en onboschaafd-ongetemd hun intriges te
gen elkaar. Eecre.president van de brouwersr
gezellen zijn, schijnt er een heole eer. Om
deze ocre.waardigheid wordt intusscben met
weinig ©ore, gestreden.
Eere-president zijn't is voor brouwer
Beulemans het eind der zaligheden. Het
eeuwig kibbelende echtpaar Beulemans vindt
elkaar eensgezind in dit ideaal.
Dc geheel© levensbeschouwing, en der twis.
ton-variëteit draait er immers om. Op het
dochtertje, dé jonge Suzanne, door vader
on moeder in de toekomst verbonden met
oen anderen brouwerszoon Seraph in Mou-
lemeester, wordt weinig gelet. Gemakkelijk
aanvaarden zij het, dat het meisje onzelf.
zuchtig, zach absoluut wijdt aan vader en
moeders stage' oneenigheid verwachtend van
haar dat zij, partij kiezen zal, schiften zal
wie ditmaal wèl of niet in 't. recht was.
Maar eigen hartsaangelegenheden komen
in 't gedrang. Met Seraphin Meulemeestcr
moot ze trouwen, goed, ruzie zal ze althans
niet met hem maken.
De laconieke hu wclij kstoekoms t wordt
èvenwel verstoord wanneer blijkt dat Se
raphin een petite ami© heeft, reeds lang
ien zelfs een klein Serafijntje.
Dit is Suzanne te kras en haar hart
duidt nu zwenken, naar dien anderen, den
PaTijzenaar.volontair, Albert Delpierre, op
't kantoor van haar vader geplaatst. Al-
belt valt evenwel niet in den smaak van
Suzanne's ouders. Hij gebruikt hun ons
dok tel möode woorden. Als hij aan 't eti
ketten plakken is on dó onrechtvaardige re-
doloove borschbcad van Suzanne's vader ter
sprake komt, roept hij uit, „dat is ostracis-
pië."
„OsfcracdsmJo", Suzanne kan het woord
haast niet uitspreken, dé oud© Beulemans
bouwt het na-
Zoo staan de kansen van juffrouw Beule
mans' .huwelijk met Albert Delpierre nog
biet bijster schitterend, totdat, gelukkig, het
ëeró-pnes identechap van Beulemans, voor
hem' gunstig vaarwater wordt.
„SeTaphin's vader hóeft zich uit wraak
övër 't afgesprongen huwelijk, candidaat' ge
steld; hij, de vorige vriend, dus doodsvijand
ttu, zal worden gekozen izoo Albert
mét' een gloeienden speech met de mooie
ïwooTden die hém immers ten dienste staan
niet wane tusschenbaide gesprongen, ten
gunste van Beulemans.
Beulemans wordt eere.president van de
brouwers gazellen, en juffrouw; Beulemans' hu-
;wélijk is er.
Elsa Mauhs heeft met Haar bekoorlijke
yeTschijning en geestige zeggingswijs, het
fceer aannemelijk gemaald; dat do knapps
Parij zenaar haar lief heeft.
Het spel van allen was goed. Poolman
'en Elsa Mauhs droegen het kluchtige blij
spel.
Nog een enkel zinnetje.
De polemiek in 't „Leidscli Dagblad" over
den Schouwburggang van ons Leidsche pu
bliek werd door mij gevolgd. De weinige
belangstelling werd behalve aan keuze der
stukken, geweten aan prijzen der plaatsen.
Hier was nu een vlot, aardig stuk, ter
wijl ik op 't affiche lees dat loge en baignoire
een gulden kosten. Toch wanen deze
rangen bij lange niet bezet. .Waar blijft de
conclusie
De II.
Ter zeereohtconïerèntie te
Brussel zijn Internationale verdragen be
treffende aanvaring en FiuLploon op zee,
die algemeen geldige wetten zullen worden,
definitief onderteekend. De beraadslagin
gen over hypothecaire Verantwoordelijk
heid, scheep sverband en en privilegies wor
den voortgezet.
Het congres van de nationaal
Egyptische part ij is Donderdag
middag te Brussel geopend.
Er waren ook een aantal niet-Egyptena-
ren ter vergadering aanwezig, o.a. do Duit-
sohe centrumsafgevaardigde dr. Haupt-
mann, de Engelsche socialistenleider Keir
Haidie, do Fransche afgevaardigde Rouanet
en een aantal gedelegeerden uit Turkije,
Polen, Rusland en Hindostan.
De president Mohamed Farid bey ver
klaarde in zijn openingsrede, dat het Fraii-
sohe volk niet verantwoordelijk mag worden
gesteld voor het verbod va-n de Regeering
om het congres t^ 'Parijs te houden.
Daarna betoogde hij, dat de Engclsche
minister van buitenlandsche zaken Sir Ed
ward Grey herhaaldelijk onjuiste verkla
ringen omtrent Egypte heeft afgelegd.
De jong-Egyptische partij heeft geen an
der doel dan Egypte, dat nog altijd onder
het Engclsche juk zuoht, te bevrijden en
te- zorgen, dat het land in do toekomst een
neutraal land wordt evenals België.
Hertog Adolf Friedrich van
Mecklenburg, de broeder van prins
Hendrik der Nederlanden, i^ 23 Aug. te
B o m a, in 'den Belgischen Oongo,
aangekomen en met saluutschoten begroet.
De plaatsvervangende gouverneur gaf hem
ter eere een feestmaal. Den volgenden dag
begaf de Hertog zich *Pe* spoor naar Leo-
poldiville, van waar hij allereerst het Oeban-
jigobied zal bezoeken.
Het wetsontwerp betreffende een grond
wetsherziening voor E 1 z a s-L o-
t haringen zal eerstdaags aan het Prui
sische ministerie en daarna aan de regee
ringen van do ander bondsstaten toegezon
den worden. Men verwacht bij Pruisen geen
verzet. Delbrück, de staatssecretaris van
binnenlandsohe zaken, zal in den tusschen-
tijd overleg houden met de vertegenwoor
digers van verschillende partijen in den
Rijksdag, die tot nu toe aan de vertrouwe-
lijko samensprekingen gêcn de'el hebben ge
nomen.
De Italiaanache ministerraad be
sloot de K a m e r bijeen te roepen tegen de
eerste helft van November.
In een schrijven aan den kardinaal-vicaris
protesteert Z. H. de Paus tegen de be
schimping en de zware beleediging, door den
burgemeester van Rome tegen de
leerstellingen van het geloof geuit. De Paus
eindigt met zijn verontwaardiging uifc te
spreken over en de aandacht der geloovigen
te vestigen op de voortdurende en steeds
ernstiger wordende beleediging, den katho
lieken godsdienst door do openbare over
heid aangedaan in de plaats zelve, Waar de
Paus zetelt.
Dit sohrijven heeft betrekking op woorden
van den burgemeester over do Pauselijke
onfeilbaarheid, bij de feestelijke herdenking
der inneming van Rome.
Inzake de nationalevergade-
ring van Griekenland meldt de
Atheensohe correspondent van de „Vossi-
sohe Zeitung" dat Theotokis in overleg met
zijn aanhangers besloten heeft, met Rhallys
samen to werken en te zorgen, dat de Na
tionale Vergadering niet in een Constituan
te wordt veranderd. Verder wil hij tot voor
zitter een man gekozen zien,, dl© tot geen
van beide partijen behoort, maar dezen ook
niet onwelwillend gezind is, en ten slotte
na aftreden van het ministerie Dragoemis
op de benoeming van een zakelijk kabinet
aansturen.
Alle pogingen der wilden om Venizelos te
bewegen zich aan het hoofd eener nieuwe
partij te stellen, die het uitroepen eener
Constituante beoogt, zijn mislukt. Gevolg
hiervan is, dat de wilde», de radicalen en
de Thessaiiërs gemeenb zaak hebben ge
maakt om eendrachtig tegen Venizelos en
de oude partijen te velde te trekken. Zij zijn
overeengekomen den volgenden eed af te
leggen: Ik zweer bij mijn geweten, dat ik
mijn plichten ten opzichte van hét vader
land als afgevaardigde zonder verzuim zal
vervullen.
De voorzitter zal Maandag gekozen wor
den. Deze keuze beslist over het lot der Re
geering.
De bij de opening van de P o r t u-
geesche Cortes voorgelezen troon
rede wijst op de goede verhouding met de
mogendheden en legt den nadruk op het
vaste voornemen van het ministerie om een
liberaal programma te verwezenlijken, door
wetten te laten aannemen, die den rechts
toestand der godsdienstige vereenigingem
regelen
Een verbetering van den oeconomischen
en financieelen toestand kan worden opge
merkt. In verband met de regeling van de
buitenlandsche schuld wordt een wetsont
werp aangekondigd, dat het betalen van in
voerrechten met goud geld verplicht stelt.
De onderhandelingen over handelsverdra
gen worden voortgezet. Voorstellen tot be
scherming der arbeiders en het oprichten
van een afbeidsbureel zullen worden inge
diend.
De „Figaro" schrijft: De Franse li
gezant te Londen is na een langdurig ver
blijf te Konstantinopel te Parijs aangeko-
n?.en- besprekingen niet de invloed
rijkst© jong-Turksohe staatslieden kreeg hij
do overtuiging, dat de tegenwoordige crisis
in de Franse h-T urksche betrekkin
gen van voorbijgaanden aard is.
De Kamerverkiezingen in de
Zuidafrik aansche Unie hebben
voor velen in, Nederland een zeer teleurstel
lend verloop gehad. Zelfs de Engelsche im
perialistische pers verwachtte, daük zij de
bekende populariteit der mannen uit den
onafhankelijkheidsoorlog, een glansrijke
overwinning van het Boeren-element. In
werkelijkheid zijn deze verkiezingen een bit
tere nederlaag voor de Hollandsche nationa
listen geworden. In de hoofdstad zelf der
vroegere Transvaalsöhe republiek moest
Botha onderdoen voor een imperialist.
De verkiezingen, die thans plaats hadden,
waren voorgeschreven door de nieuwe grond
wet van 1909, waarbij voor-de vereenigde
Znidafrikaanscho Staten één parlement werd
ingesteld. Van do 121 ze-tels, welke de Ka-
mor telt, komen er 51 aan de Kaapkolonie,
36 aan Transvaal, 17 aan den ouden Oranje-
Vrijstaat en eveneens 17 aan Natal. Om te
voorkomen, dat de negers een te grooten in
vloed zouden uitoefenen!, werden alleen in
de Kaapkolonie zwarten tot de stembus
toegelaten..
Van deze 121 zetels zijn er bij de jongste
verkiezingen 66 aan do nationalistische Boe
renpartij ten deel gevallen; de Jameson-
unionisten wonnen 38 zetels; de arbeiders
party 4 en de onafhankelijken 13. Zoowel
dc arbeiderspartij als de onafhankelijken
moeten onder de tegenstanders van Botha
gerekend worden, zoodat de partijverhou
ding is: 66 tegen 55.
Men kan zich denken welk een ontgoo
cheling deze uitslag moest zijn voor Botha.
Hierbij komt, dat verscheidene leden van
't kabinet een persoonlijk échec leden. Daar
entegen werd dr. Jameson te Kaapstad met
groote meederheid gekozen. Om Botha in
ieder geval voor bet parlement te behou
den, zal een te Stander ton gekozen nationa
list hem zijn, zetel inruimen.
Het is moeilijk met zekerheid té zeggen,
welke de redenen zijn, die de populariteit
der Boerenpartij zoozeer deed dalen. Na-
tuurlijk denkt men in de eerste plaats aan
het onmiskenbaar kolonisatie-talent der En
gelsehen; ook staat vast, dat reeds ten tijde
van Kruger het aantal in Zuid-Afrika ver-
blijfhoudende Engelschen, die voor kiesrecht
in aanmerking kwamen, zóó groot was, dat
het een gevaar bood voor het bestaan der
oude Republieken- De „Tunes" noemt het
een fout van Botha., dat hij met geen con
centratie-, maar met een partijkabinet de
regeering aanvaardde. Misschien is het ook
een misgreep van Botha geweest, dat nij,
om do landbouwende bevolking to steunen,
de mijnindustrie te zwaar drukte. Ook
wordt het aan Botha's medewerker, gene
raal Hertzog, verweten, dat hij op in 't oog
looponde wijze het Hollandsch ten koste van
het Engelsch bevoordeelde.
De vraag is thans, of Botha den moed
zal hebben na dezen teleurstellenden uit
slag der verkiezingen zijn positie te hand
haven. Er staan hem drie wegen openaan
blijven met zijn geheele ministerie, zijn ka
binet hervormen in een concentratie-kabi
net, of aftreden. Welken weg hij zal kiezen,
hangt af van het verloop der besprekingen,
die sinds eenige dagen te Pretoria tusschen
de voornaamste Afrikaansche politici ge
voerd worden. Eén, zaak staat echter vast:
een imperialistisch kabinet kan bij de te
genwoordige samenstelling der Kamer do
Regeering onmogelijk aanvaarden.
De correspondent van de „Times" te
Pretoria twijfelt er niet aan of Botha zal,
met het oog op de sterke meerderheid die
zijn Regeering in den Unie-Volksraad heeft
blijven. Botha's persoonlijke nederlaag,
schrijft diezelfde correspondent, heeft een
plotselinge sterke daling van waarden in
Pretoria veroorzaakt, hetgeen hij opvat als
een merkwaardig bewijs van den zenuw-
achtigen naijver tusschen de beide hoofd
steden. Ook zien velen het niet ongaarne,
dat Botha's persoonlijke positie wordt ver
sterkt door de algemeene ontsteltenis reeds
bij het denkbeeld alleen dat hij zou heen
gaan.
Uit Bogota wordt bericht, dat het perso
neel van het V e n e zolaansch ge
zantschap telegraphisch last kreeg de stad
to verlaten en te Panama op nadere instruc
ties te wachten.
Deze onverwachte terugroeping, waarvan
geen nadere verklaring is gegeven, veroor
zaakt te New-York groote ontstemming.
Het Perzische parlement
heeft Nasr-el-Moelk, die zich op het oogen
blik in Europa bevindt, tot regent ge
kozen.
,,De Beukelaar," het christelijk-sociaaJ
orgaan van mr. dr. A. R. van do Laar te
Gendringen, meent naar aanleiding van de
Troonrede, dat tariefsherziening nu wel 't
eerste wetsvoorstel zal zijn, dat onder hot
Christelijke ministerie-Heemskerk in open
bare behandeling komt en spreekt in dit
verband van:
Een tariefsherziening, die geenszins uit
vloeisel is van Christelijke beginselen, die
ons inziens veeleer met die Christelijke be
ginselen in strijd komt. In hoofdzaak zal
het belang van de schatkist bij deze verhoo
ging van invoerrechten drijfveer zijn, maar
ook bescherming der nationale nijverheid
zal er mede worden beoogd. Wat het
eerste, het vullen der schatkist aangaat,
zullen liet mee de minst bemiddelden zijn,
die de hoogere prijzen, door deze tariefsher
ziening in het leven geroepen, zullen heb
ben to betalen. Yan eenige belasting naar
draagkracht kan hierbij nimmer sprake zijn.
De arbeiders met de laagste loonen en de
grootste gezinnen zullen ex zelfs eenig na
deel door prijsverhooging van ondervinden.
En wat de bescherming der nationale
nijverheid betreft, deze bescherming zal im
mer slechts aan een deel, een betrekkelijk
klein deel dier nijverheid ten goede kunnen
komen. Aan alle nijverheid, die van uitvoer
bestaat, za* heel deze bescherming wel na
deel kunnen berokkenen door de hoogere
prijzen, maar nimmer eenig voordeel. Land
en tuinbouw, die zelf door geen bescher
mende rechten kunnen en zullen worden
gesteund, zullen alleen het nadeel der hoo
gere prijzen ondervinden.
Zoo is deze tariefsherziening voor een
Christelijk kabinet werkelijk een wel uiterst
gevaarlijke proefneming, waaraan men een-
zoogenaamde politiek van Christelijke be
ginselen wel nimmer mocht wagen.
Aan dat alles gaf men dan steeds wat
fraaier kleur door te betoogen, dat al het
geld, uit die tariefsherziening gewonnen,;
toch zou bestemd zijn voor do sociale wet
geving, het zou slechts don arbeiders ten
goede komen. Nog schrijft zelfs „De
Standaard" naar aanleiding van deze troon
rede: ,,Van verdere plannen hooren we al
leen, dat de Tariefsverhooging in aantocht
is en dat de algemeen© Inkomstenbelasting
ons welhaast zal komen verrassen. Die saam
binding van twee bestaande in één nieuwe
belasting kan een bate afwerpens maar dit
kan niet het geval zijn met het Tarief. Op
wat daar meer van komt, is reeds beslag ge
legd door de sociale wettenen minister
Talina zal wol zorgen dat goen zijner col
lega's met het profijt er van loopen gaat.
Dan toch ware hij een verloren man
Welnu, dan is minister Talma thans reeds
volgeiis „De Standaard" een verloren man.
In zijn nota betreffende den toestand van
's lands financiën, daags na het artikel van
„De Standaard" gepubliceerd, geeft minis
ter Kolkman uitdrukkelijk aan, dat hij voor
herstel van evenwicht tusschen gewone ont
vangsten en uitgaven ook zal behoeven
„hetgeen het nieuwe tarief meer zal op
brengen dan voor de maatregelen van
socialen aard noodig zal rijn.'
Zoo gaat dus nu reeds de heer Kolkman,
om in de lijn van „De Standaard" te spre
ken, met een deel van het profijt der ta
riefsherziening loopen. Doch zoo men heel
deze nota van den heer Kolkman nagaat,
wordt de zaak voor de sociale wetgeving
nog bedenkelijker. Minister Kolkman toch
wenscht wat de verhooging van den accijns
op het gedistilleerd aan bate afwierp naar
zijn vroegere toezegging op den duur aan tQ
wenden ter verlaging van den suikcraccijns.
Een voornemen dat zeker niet genoeg kan
toegejuroht. Gebeurt dit echtei^ mag deze
bate dus niet gerekend tot herstel van even
wicht tusschen inkomsten en uitgaven, dan
acht minister Kolkman, dat de vermeerder
de opbrengst eeneT algemeene inkomstenbe
lasting plus wat van de tariefsherziening
overschiet na de uitgaven voor de sociale
wetgeving voor herstel van dit evenwicht
nog niet voldoende zal wezen. Daarom hoopt
de heer Kolkman hiertoe binnenkort een
nieuwe belasting voor te stellen, een nieuwe
belasting, die nu nog in onderzoek is cn
waaromtrent een bijzondere geheimzinnig
heid bewaard wordt.
Al deze bate èn d£e uit de algemeene in
komstenbelasting èn die uit deze nieuwe
belasting, zullen dus enkel moeten dienen
om het thans reeds geschokte evenwicht tus
schen inkomsten en uitgaven te herstellen.
Doch hoe dan moet dan wel gevraagd
met gansch nieuwe uitgaven, zooals de gel
den voor de kustverdediging, die nog geheel
buiten deze berekening vallen. En nu kan
men vrij gemakkelijk voorspellen, dat ook
voor deze nieuwe uitgaven zal aangewend
wat als bate der tariefsherziening inkwam.
Met die baten uit de tariefsherziening dan
aan te wenden voor de sociale wetgeving is
het toch eigenaardig gesteld. Vóór nog de
uitgaven voor de sociale wetgeving zelfs
zijn vastgesteld, zullen zeer waarschijnlijk de
baten der hoogere invoerrechten reeds in
komen.
Nu is dit bij een particulier huishouden
zeker alleszins aanbevelenswaardig, hier zet
men de tering naar de nering. Maar bij do
staatsuitgaven wordt het toch altoos wat
anders opgevat. Zoo bepaalde maatregelen
bes-kst noodig zijn, zal de overheid in ge
meen overleg met de volksvertegenwoordi
ging er toe besluiten; dan zal er straks het
geld voor moeten gevonden. Als van zelf zal
bij een wijs regeeringsbeleid dan van te vo
ren zijn overlegd, op welke wijze wel het
beste in deze meerdere uitgaven zal kunnen
voorzien, maar men zal niet eerst reeds de
staatsinkomsten gaan verhoogen om dan
strak3 to beslissen over maatregelen, waar
voor dit meerdere geld noodig zou zijn.
6}
Het meisje knielde neer en keek naar het
^bleeke gelaat en de gesloten oogen. Zij be
merkte, dat de lucht was bezwangerd met
[een zwaren, zwavelachtigen reuk. Zij beur
de het hoofd van dc gravin op en legde het
1 op haar knie. De oude graaf sloeg haar
gade.
„Denkt u, dat u sterk genoeg bent om
'mij te helpen?" vroeg hij.
„O ja. Zij is niet zwaar. En, zooals u zei,
is het beter de bedienden niet te wekken."
De oude man zette de lantaren neer en
wees Jeanne hoe zij het hoofd en de schou-
ders van de bewustelooze vrouw moest aan-
1 vatten. Hij nam haar voeten. Langzaam en
vaak rustend, bereikten zij de slaapkamer
en legden de gravin te bed.
Een lamp brandde op de tafel. Haar jü-
weelen en avondtoilet lagen neergegooid
alsof zij zich haastig van die overtollighe
den had ontdaan vóór. ze zich kleedde in de
peignoir, die ze droeg.
„Kunt u haar uit haar kleeren krijgen?"
vroeg de oude man. „U behoeft niet veront
rust te zijn. Zij weet niets en voelt niets.
Als zij eenmaal in nachtgewaad in bed ligt..
Maar ik zal even heen gaan. Zie wat u kunt
1 doen."
Het meisje hoorde de deur sluiten. Toen
wendde zij al haar krachten aan voor de
geenszins gemakkelijke taak, die van haar
gevorderd werd. Het duurde een heelen
tijd voor zij rokken en korset uit had, ea de
hulpelooze vrouw in een los nachtgewaad
had gekleed. Maar eindelijk was dat klaar,
en lag de gravin met dezelfde onbeweeg
lijke doodsheid op het bed. Door het raam
werd het zwakke morgenrood zichtbaar.
Toen ging Jeanne naar de deur. De oude
man zat op een bank in de gang te wachten,
Hij keek vragend op.
„Is het klaar?"
Jeanne knikte. Zij was te uitgeput om te
spreken.
Hij stond op, kwam weer in de kamer,
en bleef eenige oogenblïkken voor de be
wustelooze staan. Het meisje stond naast
hem; haar gelaat was bijna even wit als
dat va n do kussens. Al haar zelfbeheer-
sching kon niet de teekenen van den in-
wendigen angst terughouden, die haar zenu
wen deed trillen. Dat bleeke gelaat en dat
stijve lichaam deden zóó sterk aan den
dood denken, dat het haar onmogelijk
scheen, dat er ooit weer leven in zou kun
nen teruglceeren.
Eindelijk nam de graaf, uit zijn zak een
klein glazen flesehje. Hij hield het tegen
het licht, als om den inhoud te meten.
Daarna ontkurkte hij het, en zich over de
stijve gestalte heen buigend, liet hij een
paar druppels tusschen de lippen vloeien.
Langzaam herkregen deze weer wat kleur.
Zij gingen open. De graaf herhaalde het,
en na een oogenblik kwam er weer leven op
het gelaat. De oogleden beefden en werden
eindelijk opgeslagen. Dé oogen staarden
naar Jeanne, die zich over het bed boog.
Zij gaven geen blijk van herkenning. Zij
keken langs haar heen. achter haarj de
kamer door; maar haar uitdrukking verried
geen belangstelling of herinnering.
„Spreek tot haar," zei de oude man
angstig.
Jeanne deed het, en riep haar bij haar
naam. Maar zonder resultaat. Zij keek naar
den graaf.
„Wat is er gebeurd?" smeekte zij. „Het
is of zij verdoofd is."
Zij lijdt aan de nawerking van den
schok," antwoordde hij. „Het gevolg van
haar oigen daad; haar eigen onvoorzichtig
heid. Het spijt me erg. Maar ik kan er niet«
meer tegen doen. Zij was gewaarschuwd.
Zij verkoos daar niet op te letten. Zij moet
nu de gevolgen aanvaarden."
„Maar wat deed zij en waarom bent u
hier?" vroeg Jeanne, sterk bevend.
„Zij probeerde de deur te openen, dié ik
gesloten en verzegeld had. Mijn redenen
voor het verbod daar binnen te komen wa
ren eenvoudig genoeg. Ik ben een schei
kundige. Ik heb sedert jaren studie ge
maakt van vergiften. De lucht van die ka
mer is soms heel gevaarlijk voor hen, die
niet, zooals ik, weten, welke voorzorgen ze
moeten nemen. Ik moet u nog vertellen, dat
er een onderaardsche gang in dien toren is,
uitkomend daar beneden ^an de* zee. Ik heb
daar reeds langen tijd een bootje, en ga
daar uit en in naar vxijen wil. Toen ik be
paalde. dat die kamer niet ter beschikking
van de huurster zou zijn, achtte ik mijzelf
vrij om haar te gebruiken naar mijn verkie
zing. Ik was bezig met onderzoekingen naar
een nieuw preparaat, een gevaarlijk goedje,
waarvan de dampen het geheugen aantas
ten. Om mijn proefnemingen te voltooien,
had ik nog eenige dagen noodig. U zult u
herinneren, mademoisselle, hoe indringerig
uw tante was, en hoe zij er op stond dade
lijk hier te komen. Nu. ik stemde toe. Maar
tevens besloot ik de kracht van haar eer
gevoel op de proef te stellen, en bond haar
door een belofte, zooals u weet.
„Gisteravond", vervolgde de oude graaf
Got to, „dacht ik mijn proefnemingen te vol
tooien. Ik werkte uren achtereen in mijn
laboratorium. Even na middernacht hoorde
ik een vreemd geluid aan de buitenzijde van
de deur. Ik sloot mijn donkere lantaarn en
luisterde. Iemand was bezig het slot los te
maken; dat was duidelijk. Ik hoorde het
geritsel van papier en begreep toen welk een
sluw plan was bedacht om mijn voorzorgen
te verijdelen. De zegels aan beide zijden
werden van onderen los gemaakt met een
scherp voorwerp. Dan werd het slot vrij.
In een oogwenk had ik besloten den indrin
ger een lesje te geven. Ik zette het masker
op, dat ik draag wanneer ik met gevaarlijke
gassen werk. Het is van glas en in zijn
soort nogal schrikwekkend. Toen bleef ik
wachten tot de deur open ging. De ceno
sleutel na den anderen werd geprobeerd.
Eindelijk scheen er een te passen.
Het slot werd omgedraaid, de deur ging
open, ik liet plotseling het licht van mijn
lantaren weer schijnen, en zag... die dame
daar Ongetwijfeld deed ik haar schrikken,
want zij ga.f een gil en viel op den drempel
neer. Op hetzelfde oogenblik stiet ik met
mijn hand bij ongeluk tegen mijn flesschen.
Eén of meer vielen op den grond, en de
dampen verspreidden zich door het vertrek.
Ik had slechts tijd om de bezwijmde vrouw
buiten de deur te trekken en die te sluiten
vóór wij beiden vergiftigd waren. Ik zag,
dat zij bewusteloos was, en was eerst van
plan om hulp te roepen. Toen dacht ik aan
u. Ik had gehoord, dat u een kamer zoudt
krijgen in den anderen toren. Ik besloot u
te gaan roepen. Ik zette mijn masker af
en ging naar u toe. Dat is de heele geschie
denis, mademoiselle."
Jeanne was te diep getroffen om te spre
ken. Haar tante had zelf dat ongeluk over
zich gebracht. Daar was geen twijfel aan.
Maar wat moest men nu tegenover de an
deren zeggen?
„Zou het niet goed zijn, als ik de bedien
den riep en een dokter liet halen?" vroeg
zij
De graaf keek scherp naar de starende
oogen en naar het beweginglooze gelaat op
het kussen.
„Hij zou niets kunnen doen", zei hij ein
delijk. „Zij zal nu slapen, misschien eenige
uren. Wanneer zij wakker wordt, zal bet
nog tijd genoeg zijn om te beslissen wal
u moet doen. Haar leven is niet in gevaar,
dat kan ik u verzekerenmaar wat haar ge
heugen betreft, daar kan ik niet voor in
staan."
„Zij scheen mij niet te herkennen", sta-
meldde Jeanne.
„Neen, noch mij. De schok en die verra
derlijke dampen hebben haar geesteswerk-
tuigen verdoofd tijdelijk."
„Yoor hoe lang denkt u?" vroeg Jeanne
aarzelend.
Hij haalde zijn schouders op.
„Dat weet ik niet Een week, een maand;
misschien wel een jaar."
(Slot volgL)