So. 15519. LEIDSCH DACtBXiAD, ^aüerctag' 24 September. Uerle Blad. Anno 1010. Leidsehe Schouwburg. Buitenlandseh Overzicht. De Pers over de Mlioenen-nota FEUILLETON. De geheimzinnige kamer. Het linwelijk van moj. Bcnlemans. Kotterd. Tooneelgezelscltap. Uitvoering Ier gelegenheid van het 15de Contra voor Openbare Gezondheidsregeling. Alweer een. Congres en daarbij bshoorend een tooneeluitvoering. Geen „Adam in Ballingschap", maar „Het huwelijk van juffrouw Beulemans." Het contrast doet glimlachen. De heeren van de openbare gezondheids, regeling hebben gisteravond méér dan slechts geglimlacht. Do eer van al deze zwaarwich tig congresseerenden te hebben doen genie- ten komt toe aian deze willekeurigs juf. frouw Beulemans uit Brussel. De had in een courant een nog al heel slechte recensie gelezen van dit stuk, niet omtrent den inhoud, maar aangaande zijn capaciteit om to vermaken. En verwonderde me. De directie van het Rotterdamsch Too. noolgezelschap heeft zulk een fijnen neus, waar het gaat om 't publiek te amuseeren! O, zeker, de scherts is wel eens een wei. nighet milieu' zelf is immers óók grof. Plet was dan ook niet een fijno lach in het proeven dezer dialogen in 't ge heel© stuk immers was niets van een fijne geesteshoudinggrof in hun doen en me kaar-de. w aa rh cid - zeggen zijn deze Brussel- sche middenstanderskinderlijk-doorzichtig en onboschaafd-ongetemd hun intriges te gen elkaar. Eecre.president van de brouwersr gezellen zijn, schijnt er een heole eer. Om deze ocre.waardigheid wordt intusscben met weinig ©ore, gestreden. Eere-president zijn't is voor brouwer Beulemans het eind der zaligheden. Het eeuwig kibbelende echtpaar Beulemans vindt elkaar eensgezind in dit ideaal. Dc geheel© levensbeschouwing, en der twis. ton-variëteit draait er immers om. Op het dochtertje, dé jonge Suzanne, door vader on moeder in de toekomst verbonden met oen anderen brouwerszoon Seraph in Mou- lemeester, wordt weinig gelet. Gemakkelijk aanvaarden zij het, dat het meisje onzelf. zuchtig, zach absoluut wijdt aan vader en moeders stage' oneenigheid verwachtend van haar dat zij, partij kiezen zal, schiften zal wie ditmaal wèl of niet in 't. recht was. Maar eigen hartsaangelegenheden komen in 't gedrang. Met Seraphin Meulemeestcr moot ze trouwen, goed, ruzie zal ze althans niet met hem maken. De laconieke hu wclij kstoekoms t wordt èvenwel verstoord wanneer blijkt dat Se raphin een petite ami© heeft, reeds lang ien zelfs een klein Serafijntje. Dit is Suzanne te kras en haar hart duidt nu zwenken, naar dien anderen, den PaTijzenaar.volontair, Albert Delpierre, op 't kantoor van haar vader geplaatst. Al- belt valt evenwel niet in den smaak van Suzanne's ouders. Hij gebruikt hun ons dok tel möode woorden. Als hij aan 't eti ketten plakken is on dó onrechtvaardige re- doloove borschbcad van Suzanne's vader ter sprake komt, roept hij uit, „dat is ostracis- pië." „OsfcracdsmJo", Suzanne kan het woord haast niet uitspreken, dé oud© Beulemans bouwt het na- Zoo staan de kansen van juffrouw Beule mans' .huwelijk met Albert Delpierre nog biet bijster schitterend, totdat, gelukkig, het ëeró-pnes identechap van Beulemans, voor hem' gunstig vaarwater wordt. „SeTaphin's vader hóeft zich uit wraak övër 't afgesprongen huwelijk, candidaat' ge steld; hij, de vorige vriend, dus doodsvijand ttu, zal worden gekozen izoo Albert mét' een gloeienden speech met de mooie ïwooTden die hém immers ten dienste staan niet wane tusschenbaide gesprongen, ten gunste van Beulemans. Beulemans wordt eere.president van de brouwers gazellen, en juffrouw; Beulemans' hu- ;wélijk is er. Elsa Mauhs heeft met Haar bekoorlijke yeTschijning en geestige zeggingswijs, het fceer aannemelijk gemaald; dat do knapps Parij zenaar haar lief heeft. Het spel van allen was goed. Poolman 'en Elsa Mauhs droegen het kluchtige blij spel. Nog een enkel zinnetje. De polemiek in 't „Leidscli Dagblad" over den Schouwburggang van ons Leidsche pu bliek werd door mij gevolgd. De weinige belangstelling werd behalve aan keuze der stukken, geweten aan prijzen der plaatsen. Hier was nu een vlot, aardig stuk, ter wijl ik op 't affiche lees dat loge en baignoire een gulden kosten. Toch wanen deze rangen bij lange niet bezet. .Waar blijft de conclusie De II. Ter zeereohtconïerèntie te Brussel zijn Internationale verdragen be treffende aanvaring en FiuLploon op zee, die algemeen geldige wetten zullen worden, definitief onderteekend. De beraadslagin gen over hypothecaire Verantwoordelijk heid, scheep sverband en en privilegies wor den voortgezet. Het congres van de nationaal Egyptische part ij is Donderdag middag te Brussel geopend. Er waren ook een aantal niet-Egyptena- ren ter vergadering aanwezig, o.a. do Duit- sohe centrumsafgevaardigde dr. Haupt- mann, de Engelsche socialistenleider Keir Haidie, do Fransche afgevaardigde Rouanet en een aantal gedelegeerden uit Turkije, Polen, Rusland en Hindostan. De president Mohamed Farid bey ver klaarde in zijn openingsrede, dat het Fraii- sohe volk niet verantwoordelijk mag worden gesteld voor het verbod va-n de Regeering om het congres t^ 'Parijs te houden. Daarna betoogde hij, dat de Engclsche minister van buitenlandsche zaken Sir Ed ward Grey herhaaldelijk onjuiste verkla ringen omtrent Egypte heeft afgelegd. De jong-Egyptische partij heeft geen an der doel dan Egypte, dat nog altijd onder het Engclsche juk zuoht, te bevrijden en te- zorgen, dat het land in do toekomst een neutraal land wordt evenals België. Hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg, de broeder van prins Hendrik der Nederlanden, i^ 23 Aug. te B o m a, in 'den Belgischen Oongo, aangekomen en met saluutschoten begroet. De plaatsvervangende gouverneur gaf hem ter eere een feestmaal. Den volgenden dag begaf de Hertog zich *Pe* spoor naar Leo- poldiville, van waar hij allereerst het Oeban- jigobied zal bezoeken. Het wetsontwerp betreffende een grond wetsherziening voor E 1 z a s-L o- t haringen zal eerstdaags aan het Prui sische ministerie en daarna aan de regee ringen van do ander bondsstaten toegezon den worden. Men verwacht bij Pruisen geen verzet. Delbrück, de staatssecretaris van binnenlandsohe zaken, zal in den tusschen- tijd overleg houden met de vertegenwoor digers van verschillende partijen in den Rijksdag, die tot nu toe aan de vertrouwe- lijko samensprekingen gêcn de'el hebben ge nomen. De Italiaanache ministerraad be sloot de K a m e r bijeen te roepen tegen de eerste helft van November. In een schrijven aan den kardinaal-vicaris protesteert Z. H. de Paus tegen de be schimping en de zware beleediging, door den burgemeester van Rome tegen de leerstellingen van het geloof geuit. De Paus eindigt met zijn verontwaardiging uifc te spreken over en de aandacht der geloovigen te vestigen op de voortdurende en steeds ernstiger wordende beleediging, den katho lieken godsdienst door do openbare over heid aangedaan in de plaats zelve, Waar de Paus zetelt. Dit sohrijven heeft betrekking op woorden van den burgemeester over do Pauselijke onfeilbaarheid, bij de feestelijke herdenking der inneming van Rome. Inzake de nationalevergade- ring van Griekenland meldt de Atheensohe correspondent van de „Vossi- sohe Zeitung" dat Theotokis in overleg met zijn aanhangers besloten heeft, met Rhallys samen to werken en te zorgen, dat de Na tionale Vergadering niet in een Constituan te wordt veranderd. Verder wil hij tot voor zitter een man gekozen zien,, dl© tot geen van beide partijen behoort, maar dezen ook niet onwelwillend gezind is, en ten slotte na aftreden van het ministerie Dragoemis op de benoeming van een zakelijk kabinet aansturen. Alle pogingen der wilden om Venizelos te bewegen zich aan het hoofd eener nieuwe partij te stellen, die het uitroepen eener Constituante beoogt, zijn mislukt. Gevolg hiervan is, dat de wilde», de radicalen en de Thessaiiërs gemeenb zaak hebben ge maakt om eendrachtig tegen Venizelos en de oude partijen te velde te trekken. Zij zijn overeengekomen den volgenden eed af te leggen: Ik zweer bij mijn geweten, dat ik mijn plichten ten opzichte van hét vader land als afgevaardigde zonder verzuim zal vervullen. De voorzitter zal Maandag gekozen wor den. Deze keuze beslist over het lot der Re geering. De bij de opening van de P o r t u- geesche Cortes voorgelezen troon rede wijst op de goede verhouding met de mogendheden en legt den nadruk op het vaste voornemen van het ministerie om een liberaal programma te verwezenlijken, door wetten te laten aannemen, die den rechts toestand der godsdienstige vereenigingem regelen Een verbetering van den oeconomischen en financieelen toestand kan worden opge merkt. In verband met de regeling van de buitenlandsche schuld wordt een wetsont werp aangekondigd, dat het betalen van in voerrechten met goud geld verplicht stelt. De onderhandelingen over handelsverdra gen worden voortgezet. Voorstellen tot be scherming der arbeiders en het oprichten van een afbeidsbureel zullen worden inge diend. De „Figaro" schrijft: De Franse li gezant te Londen is na een langdurig ver blijf te Konstantinopel te Parijs aangeko- n?.en- besprekingen niet de invloed rijkst© jong-Turksohe staatslieden kreeg hij do overtuiging, dat de tegenwoordige crisis in de Franse h-T urksche betrekkin gen van voorbijgaanden aard is. De Kamerverkiezingen in de Zuidafrik aansche Unie hebben voor velen in, Nederland een zeer teleurstel lend verloop gehad. Zelfs de Engelsche im perialistische pers verwachtte, daük zij de bekende populariteit der mannen uit den onafhankelijkheidsoorlog, een glansrijke overwinning van het Boeren-element. In werkelijkheid zijn deze verkiezingen een bit tere nederlaag voor de Hollandsche nationa listen geworden. In de hoofdstad zelf der vroegere Transvaalsöhe republiek moest Botha onderdoen voor een imperialist. De verkiezingen, die thans plaats hadden, waren voorgeschreven door de nieuwe grond wet van 1909, waarbij voor-de vereenigde Znidafrikaanscho Staten één parlement werd ingesteld. Van do 121 ze-tels, welke de Ka- mor telt, komen er 51 aan de Kaapkolonie, 36 aan Transvaal, 17 aan den ouden Oranje- Vrijstaat en eveneens 17 aan Natal. Om te voorkomen, dat de negers een te grooten in vloed zouden uitoefenen!, werden alleen in de Kaapkolonie zwarten tot de stembus toegelaten.. Van deze 121 zetels zijn er bij de jongste verkiezingen 66 aan do nationalistische Boe renpartij ten deel gevallen; de Jameson- unionisten wonnen 38 zetels; de arbeiders party 4 en de onafhankelijken 13. Zoowel dc arbeiderspartij als de onafhankelijken moeten onder de tegenstanders van Botha gerekend worden, zoodat de partijverhou ding is: 66 tegen 55. Men kan zich denken welk een ontgoo cheling deze uitslag moest zijn voor Botha. Hierbij komt, dat verscheidene leden van 't kabinet een persoonlijk échec leden. Daar entegen werd dr. Jameson te Kaapstad met groote meederheid gekozen. Om Botha in ieder geval voor bet parlement te behou den, zal een te Stander ton gekozen nationa list hem zijn, zetel inruimen. Het is moeilijk met zekerheid té zeggen, welke de redenen zijn, die de populariteit der Boerenpartij zoozeer deed dalen. Na- tuurlijk denkt men in de eerste plaats aan het onmiskenbaar kolonisatie-talent der En gelsehen; ook staat vast, dat reeds ten tijde van Kruger het aantal in Zuid-Afrika ver- blijfhoudende Engelschen, die voor kiesrecht in aanmerking kwamen, zóó groot was, dat het een gevaar bood voor het bestaan der oude Republieken- De „Tunes" noemt het een fout van Botha., dat hij met geen con centratie-, maar met een partijkabinet de regeering aanvaardde. Misschien is het ook een misgreep van Botha geweest, dat nij, om do landbouwende bevolking to steunen, de mijnindustrie te zwaar drukte. Ook wordt het aan Botha's medewerker, gene raal Hertzog, verweten, dat hij op in 't oog looponde wijze het Hollandsch ten koste van het Engelsch bevoordeelde. De vraag is thans, of Botha den moed zal hebben na dezen teleurstellenden uit slag der verkiezingen zijn positie te hand haven. Er staan hem drie wegen openaan blijven met zijn geheele ministerie, zijn ka binet hervormen in een concentratie-kabi net, of aftreden. Welken weg hij zal kiezen, hangt af van het verloop der besprekingen, die sinds eenige dagen te Pretoria tusschen de voornaamste Afrikaansche politici ge voerd worden. Eén, zaak staat echter vast: een imperialistisch kabinet kan bij de te genwoordige samenstelling der Kamer do Regeering onmogelijk aanvaarden. De correspondent van de „Times" te Pretoria twijfelt er niet aan of Botha zal, met het oog op de sterke meerderheid die zijn Regeering in den Unie-Volksraad heeft blijven. Botha's persoonlijke nederlaag, schrijft diezelfde correspondent, heeft een plotselinge sterke daling van waarden in Pretoria veroorzaakt, hetgeen hij opvat als een merkwaardig bewijs van den zenuw- achtigen naijver tusschen de beide hoofd steden. Ook zien velen het niet ongaarne, dat Botha's persoonlijke positie wordt ver sterkt door de algemeene ontsteltenis reeds bij het denkbeeld alleen dat hij zou heen gaan. Uit Bogota wordt bericht, dat het perso neel van het V e n e zolaansch ge zantschap telegraphisch last kreeg de stad to verlaten en te Panama op nadere instruc ties te wachten. Deze onverwachte terugroeping, waarvan geen nadere verklaring is gegeven, veroor zaakt te New-York groote ontstemming. Het Perzische parlement heeft Nasr-el-Moelk, die zich op het oogen blik in Europa bevindt, tot regent ge kozen. ,,De Beukelaar," het christelijk-sociaaJ orgaan van mr. dr. A. R. van do Laar te Gendringen, meent naar aanleiding van de Troonrede, dat tariefsherziening nu wel 't eerste wetsvoorstel zal zijn, dat onder hot Christelijke ministerie-Heemskerk in open bare behandeling komt en spreekt in dit verband van: Een tariefsherziening, die geenszins uit vloeisel is van Christelijke beginselen, die ons inziens veeleer met die Christelijke be ginselen in strijd komt. In hoofdzaak zal het belang van de schatkist bij deze verhoo ging van invoerrechten drijfveer zijn, maar ook bescherming der nationale nijverheid zal er mede worden beoogd. Wat het eerste, het vullen der schatkist aangaat, zullen liet mee de minst bemiddelden zijn, die de hoogere prijzen, door deze tariefsher ziening in het leven geroepen, zullen heb ben to betalen. Yan eenige belasting naar draagkracht kan hierbij nimmer sprake zijn. De arbeiders met de laagste loonen en de grootste gezinnen zullen ex zelfs eenig na deel door prijsverhooging van ondervinden. En wat de bescherming der nationale nijverheid betreft, deze bescherming zal im mer slechts aan een deel, een betrekkelijk klein deel dier nijverheid ten goede kunnen komen. Aan alle nijverheid, die van uitvoer bestaat, za* heel deze bescherming wel na deel kunnen berokkenen door de hoogere prijzen, maar nimmer eenig voordeel. Land en tuinbouw, die zelf door geen bescher mende rechten kunnen en zullen worden gesteund, zullen alleen het nadeel der hoo gere prijzen ondervinden. Zoo is deze tariefsherziening voor een Christelijk kabinet werkelijk een wel uiterst gevaarlijke proefneming, waaraan men een- zoogenaamde politiek van Christelijke be ginselen wel nimmer mocht wagen. Aan dat alles gaf men dan steeds wat fraaier kleur door te betoogen, dat al het geld, uit die tariefsherziening gewonnen,; toch zou bestemd zijn voor do sociale wet geving, het zou slechts don arbeiders ten goede komen. Nog schrijft zelfs „De Standaard" naar aanleiding van deze troon rede: ,,Van verdere plannen hooren we al leen, dat de Tariefsverhooging in aantocht is en dat de algemeen© Inkomstenbelasting ons welhaast zal komen verrassen. Die saam binding van twee bestaande in één nieuwe belasting kan een bate afwerpens maar dit kan niet het geval zijn met het Tarief. Op wat daar meer van komt, is reeds beslag ge legd door de sociale wettenen minister Talina zal wol zorgen dat goen zijner col lega's met het profijt er van loopen gaat. Dan toch ware hij een verloren man Welnu, dan is minister Talma thans reeds volgeiis „De Standaard" een verloren man. In zijn nota betreffende den toestand van 's lands financiën, daags na het artikel van „De Standaard" gepubliceerd, geeft minis ter Kolkman uitdrukkelijk aan, dat hij voor herstel van evenwicht tusschen gewone ont vangsten en uitgaven ook zal behoeven „hetgeen het nieuwe tarief meer zal op brengen dan voor de maatregelen van socialen aard noodig zal rijn.' Zoo gaat dus nu reeds de heer Kolkman, om in de lijn van „De Standaard" te spre ken, met een deel van het profijt der ta riefsherziening loopen. Doch zoo men heel deze nota van den heer Kolkman nagaat, wordt de zaak voor de sociale wetgeving nog bedenkelijker. Minister Kolkman toch wenscht wat de verhooging van den accijns op het gedistilleerd aan bate afwierp naar zijn vroegere toezegging op den duur aan tQ wenden ter verlaging van den suikcraccijns. Een voornemen dat zeker niet genoeg kan toegejuroht. Gebeurt dit echtei^ mag deze bate dus niet gerekend tot herstel van even wicht tusschen inkomsten en uitgaven, dan acht minister Kolkman, dat de vermeerder de opbrengst eeneT algemeene inkomstenbe lasting plus wat van de tariefsherziening overschiet na de uitgaven voor de sociale wetgeving voor herstel van dit evenwicht nog niet voldoende zal wezen. Daarom hoopt de heer Kolkman hiertoe binnenkort een nieuwe belasting voor te stellen, een nieuwe belasting, die nu nog in onderzoek is cn waaromtrent een bijzondere geheimzinnig heid bewaard wordt. Al deze bate èn d£e uit de algemeene in komstenbelasting èn die uit deze nieuwe belasting, zullen dus enkel moeten dienen om het thans reeds geschokte evenwicht tus schen inkomsten en uitgaven te herstellen. Doch hoe dan moet dan wel gevraagd met gansch nieuwe uitgaven, zooals de gel den voor de kustverdediging, die nog geheel buiten deze berekening vallen. En nu kan men vrij gemakkelijk voorspellen, dat ook voor deze nieuwe uitgaven zal aangewend wat als bate der tariefsherziening inkwam. Met die baten uit de tariefsherziening dan aan te wenden voor de sociale wetgeving is het toch eigenaardig gesteld. Vóór nog de uitgaven voor de sociale wetgeving zelfs zijn vastgesteld, zullen zeer waarschijnlijk de baten der hoogere invoerrechten reeds in komen. Nu is dit bij een particulier huishouden zeker alleszins aanbevelenswaardig, hier zet men de tering naar de nering. Maar bij do staatsuitgaven wordt het toch altoos wat anders opgevat. Zoo bepaalde maatregelen bes-kst noodig zijn, zal de overheid in ge meen overleg met de volksvertegenwoordi ging er toe besluiten; dan zal er straks het geld voor moeten gevonden. Als van zelf zal bij een wijs regeeringsbeleid dan van te vo ren zijn overlegd, op welke wijze wel het beste in deze meerdere uitgaven zal kunnen voorzien, maar men zal niet eerst reeds de staatsinkomsten gaan verhoogen om dan strak3 to beslissen over maatregelen, waar voor dit meerdere geld noodig zou zijn. 6} Het meisje knielde neer en keek naar het ^bleeke gelaat en de gesloten oogen. Zij be merkte, dat de lucht was bezwangerd met [een zwaren, zwavelachtigen reuk. Zij beur de het hoofd van dc gravin op en legde het 1 op haar knie. De oude graaf sloeg haar gade. „Denkt u, dat u sterk genoeg bent om 'mij te helpen?" vroeg hij. „O ja. Zij is niet zwaar. En, zooals u zei, is het beter de bedienden niet te wekken." De oude man zette de lantaren neer en wees Jeanne hoe zij het hoofd en de schou- ders van de bewustelooze vrouw moest aan- 1 vatten. Hij nam haar voeten. Langzaam en vaak rustend, bereikten zij de slaapkamer en legden de gravin te bed. Een lamp brandde op de tafel. Haar jü- weelen en avondtoilet lagen neergegooid alsof zij zich haastig van die overtollighe den had ontdaan vóór. ze zich kleedde in de peignoir, die ze droeg. „Kunt u haar uit haar kleeren krijgen?" vroeg de oude man. „U behoeft niet veront rust te zijn. Zij weet niets en voelt niets. Als zij eenmaal in nachtgewaad in bed ligt.. Maar ik zal even heen gaan. Zie wat u kunt 1 doen." Het meisje hoorde de deur sluiten. Toen wendde zij al haar krachten aan voor de geenszins gemakkelijke taak, die van haar gevorderd werd. Het duurde een heelen tijd voor zij rokken en korset uit had, ea de hulpelooze vrouw in een los nachtgewaad had gekleed. Maar eindelijk was dat klaar, en lag de gravin met dezelfde onbeweeg lijke doodsheid op het bed. Door het raam werd het zwakke morgenrood zichtbaar. Toen ging Jeanne naar de deur. De oude man zat op een bank in de gang te wachten, Hij keek vragend op. „Is het klaar?" Jeanne knikte. Zij was te uitgeput om te spreken. Hij stond op, kwam weer in de kamer, en bleef eenige oogenblïkken voor de be wustelooze staan. Het meisje stond naast hem; haar gelaat was bijna even wit als dat va n do kussens. Al haar zelfbeheer- sching kon niet de teekenen van den in- wendigen angst terughouden, die haar zenu wen deed trillen. Dat bleeke gelaat en dat stijve lichaam deden zóó sterk aan den dood denken, dat het haar onmogelijk scheen, dat er ooit weer leven in zou kun nen teruglceeren. Eindelijk nam de graaf, uit zijn zak een klein glazen flesehje. Hij hield het tegen het licht, als om den inhoud te meten. Daarna ontkurkte hij het, en zich over de stijve gestalte heen buigend, liet hij een paar druppels tusschen de lippen vloeien. Langzaam herkregen deze weer wat kleur. Zij gingen open. De graaf herhaalde het, en na een oogenblik kwam er weer leven op het gelaat. De oogleden beefden en werden eindelijk opgeslagen. Dé oogen staarden naar Jeanne, die zich over het bed boog. Zij gaven geen blijk van herkenning. Zij keken langs haar heen. achter haarj de kamer door; maar haar uitdrukking verried geen belangstelling of herinnering. „Spreek tot haar," zei de oude man angstig. Jeanne deed het, en riep haar bij haar naam. Maar zonder resultaat. Zij keek naar den graaf. „Wat is er gebeurd?" smeekte zij. „Het is of zij verdoofd is." Zij lijdt aan de nawerking van den schok," antwoordde hij. „Het gevolg van haar oigen daad; haar eigen onvoorzichtig heid. Het spijt me erg. Maar ik kan er niet« meer tegen doen. Zij was gewaarschuwd. Zij verkoos daar niet op te letten. Zij moet nu de gevolgen aanvaarden." „Maar wat deed zij en waarom bent u hier?" vroeg Jeanne, sterk bevend. „Zij probeerde de deur te openen, dié ik gesloten en verzegeld had. Mijn redenen voor het verbod daar binnen te komen wa ren eenvoudig genoeg. Ik ben een schei kundige. Ik heb sedert jaren studie ge maakt van vergiften. De lucht van die ka mer is soms heel gevaarlijk voor hen, die niet, zooals ik, weten, welke voorzorgen ze moeten nemen. Ik moet u nog vertellen, dat er een onderaardsche gang in dien toren is, uitkomend daar beneden ^an de* zee. Ik heb daar reeds langen tijd een bootje, en ga daar uit en in naar vxijen wil. Toen ik be paalde. dat die kamer niet ter beschikking van de huurster zou zijn, achtte ik mijzelf vrij om haar te gebruiken naar mijn verkie zing. Ik was bezig met onderzoekingen naar een nieuw preparaat, een gevaarlijk goedje, waarvan de dampen het geheugen aantas ten. Om mijn proefnemingen te voltooien, had ik nog eenige dagen noodig. U zult u herinneren, mademoisselle, hoe indringerig uw tante was, en hoe zij er op stond dade lijk hier te komen. Nu. ik stemde toe. Maar tevens besloot ik de kracht van haar eer gevoel op de proef te stellen, en bond haar door een belofte, zooals u weet. „Gisteravond", vervolgde de oude graaf Got to, „dacht ik mijn proefnemingen te vol tooien. Ik werkte uren achtereen in mijn laboratorium. Even na middernacht hoorde ik een vreemd geluid aan de buitenzijde van de deur. Ik sloot mijn donkere lantaarn en luisterde. Iemand was bezig het slot los te maken; dat was duidelijk. Ik hoorde het geritsel van papier en begreep toen welk een sluw plan was bedacht om mijn voorzorgen te verijdelen. De zegels aan beide zijden werden van onderen los gemaakt met een scherp voorwerp. Dan werd het slot vrij. In een oogwenk had ik besloten den indrin ger een lesje te geven. Ik zette het masker op, dat ik draag wanneer ik met gevaarlijke gassen werk. Het is van glas en in zijn soort nogal schrikwekkend. Toen bleef ik wachten tot de deur open ging. De ceno sleutel na den anderen werd geprobeerd. Eindelijk scheen er een te passen. Het slot werd omgedraaid, de deur ging open, ik liet plotseling het licht van mijn lantaren weer schijnen, en zag... die dame daar Ongetwijfeld deed ik haar schrikken, want zij ga.f een gil en viel op den drempel neer. Op hetzelfde oogenblik stiet ik met mijn hand bij ongeluk tegen mijn flesschen. Eén of meer vielen op den grond, en de dampen verspreidden zich door het vertrek. Ik had slechts tijd om de bezwijmde vrouw buiten de deur te trekken en die te sluiten vóór wij beiden vergiftigd waren. Ik zag, dat zij bewusteloos was, en was eerst van plan om hulp te roepen. Toen dacht ik aan u. Ik had gehoord, dat u een kamer zoudt krijgen in den anderen toren. Ik besloot u te gaan roepen. Ik zette mijn masker af en ging naar u toe. Dat is de heele geschie denis, mademoiselle." Jeanne was te diep getroffen om te spre ken. Haar tante had zelf dat ongeluk over zich gebracht. Daar was geen twijfel aan. Maar wat moest men nu tegenover de an deren zeggen? „Zou het niet goed zijn, als ik de bedien den riep en een dokter liet halen?" vroeg zij De graaf keek scherp naar de starende oogen en naar het beweginglooze gelaat op het kussen. „Hij zou niets kunnen doen", zei hij ein delijk. „Zij zal nu slapen, misschien eenige uren. Wanneer zij wakker wordt, zal bet nog tijd genoeg zijn om te beslissen wal u moet doen. Haar leven is niet in gevaar, dat kan ik u verzekerenmaar wat haar ge heugen betreft, daar kan ik niet voor in staan." „Zij scheen mij niet te herkennen", sta- meldde Jeanne. „Neen, noch mij. De schok en die verra derlijke dampen hebben haar geesteswerk- tuigen verdoofd tijdelijk." „Yoor hoe lang denkt u?" vroeg Jeanne aarzelend. Hij haalde zijn schouders op. „Dat weet ik niet Een week, een maand; misschien wel een jaar." (Slot volgL)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 13