N°« T55T2 16 Sept erst toes8» A°. 1810. feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Groot Hcdcrlandsch Stndenteneongres. LEIISCH PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.175. Grootere letter» naar plaatsruimte. Kleine edvertentiën ran 30 woorden 40 Gent» contant j elk tiental woorden meer 10 Oents. Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden I Buiten Leiden, per looper en waar agenten geveotigd zijn Franco per post f 1.10. 1.30. 1.65. Leiden, 16 September. Bij het afscheid in den foysr der Stads- zaal docr den heer N. Brouwer als direc teur, der Kweekschool voor onder vijzers en onderwijzeressen betuigde ook nog een dame namens de onderwijzeressen di de handwer ken, die den methodiek-cursus, onder lei ding van mej. Pel, bezoeken, haar hartelij- ken dank voor hetgeen de heer Brouwer ten allen tijde in het belang van het onder wijs in de handwerken gedaan heeft, en bood hem tevens daarbij uit naam van de dames een bloemstuk in den vorm van een werkmand aan. Op de gieternamiddag te Hoorn gehou den algemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Landbouw is besloten dat de volgende algemeene vergadering in 1911 zal plaats hebben te Leiden in de maand September. Zooals men weet, zal de af deeling Leiden en Omstreken dan bij deze gelegenheid een groote landbouwtentoonstelling organisee- ren. Ook over de tentoonstelling nu door de afd. Hoorn gehouden wordt met lof géspro- ken. Op de algemeene vergadering stelde de af deeling Nieuwer-Amlstel voor: werklieden of arbeiders in de gelegenheid te stellen, te gen een vergoeding van f 1, lid te worden, om zich bij de onderlinge brandverzekering der Maatschappij ts kunnen verzekeren. Uit het prae-advies van het hoofdbestuur blijkt, dat de directeur der onderlinge brand verzekering het nut van een dergelijken maatregel ontkent, hetgeen hij in een uitvoe rig rapport toelichtte. Het bestuur gaf de vergadering in overweging, dit voorstel aan t© houden^ totdat blijkt, dat in meer afdee- lingen dit verlangen wordt uitgesproken. De afdeeling Enkhuizen en omstreken steldle voor: het hoofdbestuur wende zioh tot de regeering met beleefd verzoek, te .willen bavorderen, dat aan particulieren be voegdheid kan worden verleend tot het in enten van varkens tegen vlekziekte. Uit de toelichting blijkt, dat in drukke tijden het enten door den veearts eerst na 3 of 4 da gen geschiedt, hetgeen in spoedeischende gevallen onvoldoende is. Tegenover het prae-advieg van hét be stuur stelde de afdeeling Leiden de motie, uitsprekende den wensch, deze zaak voor goed af te doen. Het voorstel-Nieuwer-Amstel werd daar op verworpen. Over het voorstel-Enkhuizen ontspon znch een uitvoerig debat. Uit verschillende me- dedeelingen bleek, dat er dikwijls een te kort aan serum is. De wenschelijkheid werd uitgesproken hierin verbetering te bren gen. Aangenomen werd een voorstel van de afdeeling Leiden om deze zaak door het hoofdbestuur te laten onderzoeken en in een volgende vergadering te behandelen. In plaats van den heer Jac. Zijp, te Wie- ringerwaard weid als lid van het hoofdbe stuur gekozen de bee De Boer, terwijl voor Zuid-Holland zitting neemt de heer J. M. Vas Visser te 's-Gravenhage in de plaats van den heer H. A. Nebbens Sterling te 'Dordrecht, die eveneens niet herkiesbaar is. Als lid der financieel 3 commissie werd ge kozen mr. A. Ferf, to 's-Gravenhage. De heer G. Kruseman, lid van het hoofd bestuur, deed eenigo mededeelingen over de richting, waarin 't hoofdbestuur de oplos sing heeft gezocht-, om te komen tot een eenvormig sohapenras op Tesse-1, vol doende aan de eisehen van den handel. Spreker zette helder op onderhoudende wij ze uiteen, hoe door toepassing van de wet van Mendel langs wetenschappelijken weg resultaten zijn bereikt, welke doen verwach te^ dat eerlang het gewenschte resultaat bereikt zal worden. De voorzitter richtte een woord van harte- lijken dank tot de aftredende leden van het hoofdbestuur de heeren Nebbens Sterling en Zijp voor de door hen bewezen diensten. Benoemd is tot onderwijzer aan een «ohool der ,,Vereeniging voot Geref. School onderwijs' te Haarlemmermeer (Oostzijde.) do heer E. van Ingen Schenau Op de voordracht voor onderwijzeres aan de openb. lag. school te Bhenoy komt voor mej. A. M. den Ouden, te Oegstgeest. De burgemeester van Den Haag bij wien, zooals gemeld werd, het plan bestond zijn verlof eenigen tijd te onderbreken om enkele dagen in de Residentie te zijn, is [Woensdagavond laat aldaar aangekomen. De burgemeester heeft gistervoorirdddag 'enkele uren ten stadhuize vertoefd, waar üiij een zeer langdurig onderhoud had met den wethouder den heer Jansen, die hem tijdelijk in het burgemeestersambt ver vangt, De burgemeester die er welvarend uit ziet en wiens gezondheidstoestand door het buitenlalidsch verblijf wel is verbeterd, lijdt niettemin nog steeds aan slapeloosheid. Zijn kort bezoek aan de Residentie baron Sweerts keert heden naar zijn familie te Locarno in Zwitserland terug strekte dan ook in hoofdzaak om advies van zijn geneesheer in te winnen. Met vrij groote zekerheid kan worden gemeld, dat do burgemeester in ieder geval niet vóór 10 November, wanneer het hem verleende verlof eindigt, zijn ambtsbezig heden zal hervatten. Gisternamiddag te 3 uren werd te Am sterdam de ministerraad gehouden. De minister van landbouw, nijverheid en handel, de heer Talma, werd gisteren door ongesteldheid verhinderd, zich, evenals de andore ministers, naar Amsterdam to be geven, ter gelegenheid van het bezoek van den koning en de koningin der Belgen. De ongesteldheid is van lichten aardde minister kon thuis zijn ambtsbezigheden verrichten. De prins en prinses van Wied zijn gis teren in een hofrijtuig naar het Huis de Pauw te Wassenaar gegaan». HAARLEMMERMEER. Aan de Chr. school te Hoofddorp is tot onderwijzer be noemd de heer J. A. de Jong, van Oostzaan. Werkzaamheden verrichtende aan een groote dorschmachine, viel de landbouwer L. Verhuist boven van het hooge gevaarte. Hij bezeerde zich vooral aan den rug en ook inwendig. Geneeskundige hulp werd inge roepen. De heer A. W. Sevenhuysen, onderwij zer aan de o. 1. school te Nieuw-Vennep, zal, naar wij vernemen, geplaatst worden aan de openbare school te Hoofddorp om te voorzien in dj vaoature door het vertrek van den heer E. van Gcuns, met 1 Oct. a.s. In plaats •v.".i den heer Sevenhuysen zal geen nieuwe leerkracht te Nieuw-Vennep benoemd worden. Wij vernemen, dat aan de openbare scholen voortaan de Paaschvacantie zal vervallen. Daar voor in de plaats komt een vacantie-week in het begin van Mei. Dit sohijnt voornamelijk te geschieden, omdat dan de kachels in de scholen beter gemist kunnen- worden dan met Paschen. HILLEGOM. De gemeentebegrootinj over het jaar 1911 sluit met een totaal bedrag van f 101,791.50, waarbij aan buitengewone in komsten en uitgaven f 18,637.41^. De kosten dor straatverlichting worden geraamd op f4225; het onderhoud van straten en plei nen, anders een bedrag van f 500, is nu op f 1600 gebracht, waarvan f 1080 is uitgetrok ken voor verstrating en waterafvoer van den Stationsweg. De subsidie, door de ge meente te betalen ten behoeve van leerlin gen, die elders (Haarlem) middelbaar onder wijs genieten, wordt op f 500 begroot, waar voor de ouders naar draagkracht aan de gemeente zullen terugbetalen; de subsidie aan bewaarscholen in deze gemeente be draagt eveneens f 500. Voor krankzinnigen verpleging is f 3850 uitgetrokkenvoor on derstand aan behoeftigen f4650. In 1911 zal de gemeente aan rente van geldleeningen hebben te betalen f9955, terwijl f 11,648.50 zal worden afgelost. De onvoorziene uitgas- ven worden geraamd op f 2459de kosten van de aan te brengen automatische lan- taarnopsteking op f 2187. Als buitengewone ontvangsten worden ge boekt o.a. f 16,000, de verkoopprijs van het postkantoor, met welk bedrag een geldlee- ning van ongeveer dezelfde grootte, geslo ten bij de Maatschappij voor gemeentekre diet, zal worden afgelost. Het batig said a van de rekening over 1909 bedraagt f 3291,63. De gasfabriek zal aan de gemeente hebben te betalen als zuivere winsjb over 1909 f 5309,81, waaraf 10 pCt. voor het reserve fonds is f 530,98, blijft in de gemeentekas te storten f 4778,83. Dan betaalt zij verder aan rente van voorgeschoten kapitaal f 6265,12i en voor aflossing op die kapitalen f 5829.33, hetwelk met de voorgaande be dragen een totaal maakt van f 16,873,28}. De straat- en riook elasting wordt gesteld op f 4000 de hoofdelijke omslag op f 24,500 d.i. f 5000 minder dan het vorige jaar. NOORDWIJK. Hedenmorgen had er een ongeluk plaats op het bouwkarwei, waarmee men bezig is aan de R.-K. Meisjesschool aan do Bronckhorststraat. De opperman Louis N. stond op een bint, dat uitgleed, waardoor de man naar beneden stortte van een vrij aanzienlijke hoogte. Hij werd per rijtuig naar huis gebracht. Vermoedelijk heeft de man een been» gebroken, terwijl hij ook nog andere kwetsuren bekwam. Gisteravond gaf onze Harmonie-kapel, directeur de heer G. Verhey Sr., een con cert op het Lindenplern. Hoe ze juist op dezen datum, 15 Sept., zoo tot musiceer en kwam, konden wij niet te weten komen. Enfin, dat is bijzaak. Hoofdzaak is, dat er aardige en vroolijke stukken gespeeld zijn, en dat er den gansdhen avond veel men- schen op de been waren op enj in de nabij heid van het Lindenplein. De behoefte aan een muziektent deed ach alweer gevoelen. Hoe zit heb toch met de gemeentelijke mu- «dektent? Het geld is er voor toegestaan en gedeeltelijk in do gemeentekas. We zul len maar geduldig afwachten. STOMPWIJK. Gisteren is in deze ge meente aan de Kniplaan een zwaar beladen bak met zand, doordat de ketting brak, ge zonken. De vaart is gedeeltelijk gestremd. VEUR. Alhier is plotseling gestorven do heer J. Metz, eertijds notaris in deze ge meente. Hij bereikte den leeftijd van 63 jaj-en. VALKENBURG. Gisternamiddag te vier uren had aan de Zanderij' onder dezo ge meente een ougeluk plaats. Bij het ledigen der ,,kiepkarren" raakte van den werkman N. B., de duim der linkerhand zóó in de knel, dat het op het eerste gezioht wel scheen, of het eerste lid geheel verbrijzeld was. Na het J eggen a an een voorloopig ver band werd B. per brik gebracht naar den heer J. Hueting, arts te Katwijk-Biimen, die na onderzoek verkaren kon, dat het beentje niet geschonden was, zoodat behoud van den duim niet is uitgesloten. In onze gemeente wordt heden en morgen het tweede Groot-Nederlandsch Studenten- congres gehouden, dat beurtelings in Noord en Zuid-Nederland plaats heeft. Leiden her bergt dezer dagen dus een aantal dames en heeren-studenten, uit België vooral, en ook uit Zuid-Afrika en elders, die zich met de Hollandsche studenten één gevoelen door hun taal en zeden. Gisteravond werden de Congresleden, die van heinde cn verre waren saamgekomen, in deze Academiestad, in den foyer der Stadszaal ontvangen. De zaal zag er recht feestelijk uit. Eh het bestuur had zich do muzikale medewerking verzekerd van de heeren van J. A. v. d. Starp, P. J. Blok, B. Edersheim, L. C. W. Naéssens on Th. Uljee. Het programma bestond uit kwar- tet-muziek van Van Beethoven en Mozart en eenige soli van den hoer Uljee, mooie pud- Hollandscho en Vlaamsche liedjes. De bijeenkomst werd ook bijgewoond door den rechter-magnicifus, den praesea van het Leidsch Studentenkorps, den burge meester cn den garnizoens-commandant ko lonel De Roon. Nadat de aanwezigen staande het Wilhel mus hadden gezongen, verleende de voor zitter van het Congres, mr. A. M. Joekes, het woord aan prof. mr. W. v. d. Vlugt tot het houden der welkomstrede. Spr. begon met een woord van welkom, dat tegelijk van een groote waardeering mocht getuigen, nu schitterende feesten als voor de vacantie niet te wachten staan en dus de aanwezigen blijkbaar voornamelijk zijn gekomen om de zaak die het geldt: te handhaven en toe te lichten het recht van onzen stam op zijn plaats onder de zon. Hij ging voort met er op te wijzen, dat dit op tweeërlei manieren kan gesohieden, vooreerst kunnen wij onze titels vragen aan het verleden en hier weidde spr. uit eens deels over den roem, dien de Vlamingen mo gen dragen op de schoonste bladzijden hun ner geschiedenis, anderdeels op hetgeen weinige jaren geleden de Zuid-Afrikaanders hebben gedaan om den naam van onzen stam groot te maken in de wereld. Intussohen, aldus ging de geachte rede naar voort, wij mogen op den roem, die vroeger anderen voor ons hebben verworven niet blijven teren en nader de vraag stel lende wat dan de academische jeugd van thans te doen vindt om de gemeenschappe lijke zaak tc dienen, stelde hij vooral dit denkbeeld op den voorgrond: de broeders van Zuid-Nederland en van Zuid-Afrika mo gen niet door zeker ontzag voor de oudere beschaving der Noord-Nederlanders zich la ten vorleiden tot slaafsche navolging van het door dezen gegeven voorbeeld. Als iedere tak van den stam poogt zichzelf te blijven is dank zij di© verscheidenheid het samenleven rijker en schooner. Die ge dacht© werd nader uitgewerkt met twee voorbeelden, nl. den meer weelderigen le vensstaat der Noord-Nederlajidsche studen ten cn hun korpswezen. Bij ieder dezer twe© stond spr. geruimen tijd stil. Tot slot sprak de hoogleeraar zijn inge nomenheid uit met de ruimte van blik der Zui d -Nederland sche studenten, blijkende uit hun ijver voor een eigen hoogeschool, waarin onderwezen zal worden in hun eigen taal. Spr. eindigde met een warm pleidooi voor de gelijkwaardigheid der Dietsche taal en met een heilwensch voor het streven der "Vlaamsche broederen. Deze keurige, fijn gestyleende rede werd met warmte en bezieling uitgesproken en maakte grooten indruk op de aanwezigen, die zich uitt© in geestdlriftigen bijval. De heer Joekes dankte nog met een en kel woord den feestredenaar en sprak ver volgens over hot doel en de beteekenis van dit Congres, daarbij wijzond op hetgeen vooral de Vlaamsche broeders voor de Dietsohe taalstam in hun land doen. Ver der werd de avond zeer gezellig doorge bracht. Hedenvoormiddag te halfelf werd in het klein Auditorium der Academie het Con gres met een kort woord geopend door den Voorzitter mr. A. M. Joekes, waarna deze het woord gaf aan prof. mr. M. C. van Vollenhoven, die een voordracht hield over: Nederlands plaats en taak tegenover het buitenland, in 't bijzonder in de Vredesbe weging." Spr. gaf allereerst aan, dat als men voor de ontwikkeling van het internationale le ven der volken internationale rechtspraak (arbitrage) en algemeene ontwapening als de twee hoofdzaken beschouwt, er geen plaats is voor een bijzondere roeping van den Nederlandsohen Staat of stam, want de arbitrage wordt al door de meeste Staten bevorderd en zelfs een volledige ontwape ning door Nederland zou de groote mo gendheden geen slagschip of vesting msader doen bouwen. Evenwel is naast internatio nale rechtspraak nr:ets dringender noodig dan een wereldstrijdmaoht, die als instru ment en oncler het oog van dien rechter recht en rust kan handhaven met de daad; eerst wanneer di© er is en voor zoover zij er is, zullen de zooveel duurdere nationale wapeningen van eiken Staat voor zich kun nen afnemen en wegvallen. Niet Vrede door recht" derhalve, maar vrede door zulk een werelcLstrijdmacht als rechten be schermen; niet algemeene ontwapening, maar wereld wapening als onvermijdelijk tussckenstadaum tussrhen de nationale wa peningen van thans en de rustig© wereld organisatie eener verwijderde toekomst. In aansluiting daarmede betoogde spr. dat om tal van redenen het initiatief tot het geleidelijk scheppen van zulk een we reldstrijdmaoht moeilijk van eenig land ge schikter zou kunnen uitgaan dan juist van Nederland. Spr. gaf in een korte formuleering hoe wij z.i. voor de executie van internationale vonnissen en voor de handhaving van ze- kore onzijdigheidsregels een deel van onze vloot, en als steunpunten van een interna tionale vloot de havens van Sabang en Curasao beschikbaar zonden kunnen stellen. Gebeurden die bereidverklaringen tijdig, dan zou do derdo vredesconferentie naast opgewarmdon kost ook een prikkelend nieuw voedsel ontvangen, dan zou zij moe ten worden uitgelokt niet door Rusland of Amerika, maar door koningin Wilh'elmina. Spr. ontveinsde zich niet dat de regee ring te dezen niet* zou ondernemen, als zij niet evenals bij de uitzending van de „Gelderland" in 1900, de natie achter zich voelde. Uit het spontane verbond der studenten van Nederlandsohen stam moge hun over tuigend blijken dat die stam nog een roe ping heeft. Na hartelijke toejuichingen op deze be langwekkende voordracht vertolkte de voor zitter nog de gevoelens van dankbaarheid der aanwezigen voor het gehoorde. Hierna gaf hij het woord aan mr. M. Ty- deman, lid van de Tweed© Kamer der Sta^ ten-Generaal, over het onderwerp: ,,De be trekking tusschen Nederland en België". Dat het bestuur hem had gevraagd dit on derwerp te bespreken schreef spr. toe aan de omstandigheid dat hij mede-oprichter is en een der beide voorzitters van de Hol- landsch-Belgischo commissie. En nu ver klaarde hij nadrukkelijk dat die Hollandsch- Belgische commissie niet is een Groot-Ne- derlandsche zaak. Er zijn er evenwel die willen doen voor komen, of onze toenaderingspogingen wel iets Groot-Nederlandsch zijn en beo ogen, zij het dan niet uitgesproken, zeide spr. Maar wie dit zeggen zijn onzo vrienden niet, meende spr., wat hij nader met uitingen uit. de Zuid-Ned. pers aantoonde. Hij wraakte deze uitlatingen ook wegens de onbetamelijke bewoordingen en stelde vast dat voor eene, neen voor elke toenade ringspoging België een eenheid vormt. Te genover het buitenland staat de Belgische natie in haar geheel. Hierna tot zijn eigenlijk onderwerp ko mend, zeide spr., dat het hem te ver zpu voeren te spreken over „de betrekkingen tusschen Nederland en België, maar dat hij iets wenscht te vertellen van den tegen- wooixhgen stand van het vraagstuk, dat men zon kunnen noemen het toenaderingsvraag- stuk van Nederland en België. Die toena dering is niet iets van heden of gisteren, dezelfde gedachte, die nu weder op den voorgrond is gekomen, duikt telkens met een zekere hardnekkigheid op. Een zeer be voegd beoordeelaar, mr. W. H. de Beau fort, noemde dan ook deze hernieuwde toe naderingspoging een merkwaardig ver schijnsel in de geschiedenis der beide aan grenzende volken. En inderdaad mag dit alrihis genoemd worden. Het feit dat de aan sluiting ondanks zeer uiteenloopende lots wisseling der beide landen, steeds verder naar bovenkomt,, stempelt deze gedachte tevens tot een staatkundige meer dan tot een oultuur-historisoke. Reeds spoedig na het mislukken der pacificatie van Gent, was het Marnix van St.-Aldegonde, do bur gemeester van Antwerpen, die Zuid-Neder land hoopte te zullen versterken door Ne- derlandsche onafhankelijkheidszin en durf; drio kwart eeuw later beproefde de groote kunstenaar, diplomaat zonder aanstelling. Rubens, hetzelfde. Beroepsd:plomaten ver ijdelden oohter zijn pogen. In de vereeniging van Nederland en Bel gië tot een Koninkrijk door het Weener Congres zag men do aansluiting belichaamd. Het gedwongen samenzijn in 1S15—1830 heeft echter veel meer gestrekt tot verwij dering of afstooting dan tot toenadering en verbroedering. Omstreeks en Da 1975 ziet men het toe- naderingsvraagstuk in den vorm van een tolverbond omhoog komen. Het heeft toen zelfs de regeeringen der beide landen ern stig bezig gehouden. In tijdschriftartikelen werden deze denk beelden verdedigd en bestreden. Eenig re sultaat werd ook nu niet bereikt. Een andere poging deed de heer Beer- neart. Hij vertelde de Commissie in zijn openingsrede in November 1907, hoe hij ge durende zijn eerste ministerschap, leden van het Haagsche Kabinet officieus onder hield over de mogelijkheid van een econo mische toenadering en dat hij als eerste uit drukking van de vriendschappelijke gevoe lens der Belgen voorstelde een Nederland- sche Academie te stichten, gemeenschap pelijk aan beide landen, met twee zetels, een te Leiden en een te Gent. Spr. kwam eindelijk tot do Holl.Belgi sche Commissie en schetste liaar ontstaan beginnende met liet interview door den heer Baie bij spr. en verder aantoonende dat de opzet van Baie en zijn vrienden tweeledig was; een tolverbond: entente coo- nomique, een militairverbondentente mi litaire, en dezo plannen zouden in een bij eenkomst van leden van de parlementen der berde landen besproken en uitgewerkt kun nen worden. Op 4 November 1807 hield do Commissie haar eerste en constitutieve vergadering on der leiding van den minister van Staat Beernaert. Van de Nederlandsche zijde was het onze tegenwoordige Minister-President mr. Heemskerk die de leiding op zich nam. Er is toen opgericht een oommissie be staande uit 58 leden, de helft Belgen, de helft Nederlanders. Zij beschouwde zich als een orgaan der publieke meening. Zonder opdracht van iemand, zonder andere auto riteit, dan die van haar individueele leden, stelt zij zich voor de publieke meening voor te lichten en waar het pas geeft zich tot de gouvernementen der beide landen te wen den. Het veld harer werkzaamheid heeft zij bij haar oprichting omschreven. Met uitslui ting van dc politiek stelt zij zich voor be paalde en vooraf aan de orde gestolde vraagstukken van economisch belang voor de beide landon te doen bestudeeren en zoo mogelijk tot een practische oplossing to brengen. Ook Let militaire vraagstuk werd uitge sloten, want daarmede zou de commissie hot terrein der internationale politiek te nabij komen. Met het bespreken der werkzaamheden kwam spr. tot het derde deel zijner rede: de be teekenis van de jonge instelling, door mr. Heemskerk op de constitutieve verga dering aldus omschreven: het bestudeeren van do onderlinge betrekkingen, het onder zoek hoe die betrekkingen kunnen vermenig vuldigd worden; hot nagaan wat gedaan kon worden om het elkaar gemakkelijk te ma ken en het opruimen van hinderpalen in wetgeving of rechtsinstituut. Spr. noemdo dit een groot en beteekenis- vol werk, in het bijzonder waar het geldt twe© nabuurstaten, wier nijvere en werk zame leer talrijke bevolkingen in dagelijk- sche aanraking en verkeer met elkander staan. Vooraan staat de beteekenis der Commis sie ter bevordering van de verkeersbelan- gen zoo materieele als intellectueel© der beide volken. Doch daarnaast heeft zij een niet minder gewichtige beteekenis: de banden tusschen de burgers van de beide landen Dauwer aan te halen. Hoe do commissie dit doel wil be reiken werd door spr. nader aangegeven. Spr. besloot met deze treffendo woorden: Bevoorrecht als wij zijn door onze geogra- pbische ligging aan den hoofdingang van Europa, door ons klimaat on bodem door eeuwenoude welvaart en roemrijke tradition, zijn wij verplicht den standaard van bescha ving en vrijheid hoog te houden waar dezo gevaar loopen. Maar allereerst dan ook de zorg voor het eigen, onafhankelijk bestaan, de vaste onwrikbare wil dat bestaan te band- Haven en te verzekeren. Gezamenlijk die wil te koesteren, het be wustzijn levendig te houden, dat het lot van beide landen één is, is ten slotte heu doel en de betoekenis van elke toenadering.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1