Nieuwe Raadsels. i. v: rv. Oplossingen der Raadsels. Goedn oplossingen ontvangen van: Correspondentie. Anekdoten. Ingez., door Nioo v. d. Reyden. Mevrouw: Jansje, Jansje. Waar blijft de eend? Jansje die met 'n schotel in d'r handen komt ^aansukkelen en juist binnentreedt, roept: Hier ben ik al, mevrouw. Professor (op de wandeling tot zijn loontje): Ik wil je niet in tegenwoordig heid van je schoolmakkers beschaamd ma ken: maar thuis krijg je een geducht pak slaag, help me dat onthouden. Ingez. door de „Twee Zwartoogjes". Oppasser: „Neen, jongetje, het is verbo den met een brandende sigaar in de mena gerie rond te loopenl" Jongen: „Waarom?" Oppasser: „Anders willen de apen hier ook rookenl" Ingez. door „Een Raadsel vriendje." Kinderlijk koppig. Zus zat op den grond te spelen, tot de eon haar in het gezicht begon te schijnen. „Ga wegl" riep rij, en sloeg naar de zon nestralen. „Maar zus, ga dan wat op zij, dan hin dert de zon je niet meer" ried haar mama haar. „Neen," zei zus koppig, „ik zat hier 'fc eerst./' Ingez. door „Anjelier." Heer (in een spoortrein tot tegenover hem zittenden boer): „Zeg eens, wat ba- teekent dat Dat is nu al de derde maal dat je mijn lucifer uitblaast!" Boer: „Da motte mijn nie verkwoalik néme, meneer; ik bin van de „Vriewillige Brandweer" bie ons up 't dorp I" Ingez. door „Rosa Fluweeltje." Tooh gelijk. Onderwijzer: In welke zee mondt de Do- nau uit?" Leerling: „In de Roode." Onderwijzer: „Mis, in de Zwarte." Leerling: „Nu ja, de Zwarte dan, ik wist .wel dat 't een gekleurde wa6." Ingez. door „De twee Zwartoogjes". Mijn geheel bestaat uit 11 letters en is do Haam van een plaatsje. 2 9 5 is een dier. 2 3 9 8 is een kleur. 4 3 5 is een jongensnaam. 5 6 8 is iets waar men op rust. 8 6 10 11 is de gebiedende wijs van eeD Werkwoord. 1 6 6 7 is niet veel. 7 3 11 is op het dak. Ingez. door Jan en Cor de Groot te Leiderdorp. II. Mijn geheel bestaat uit 7 letters en .s een Eangvogel. 14 3 gebruikt men in de huishouding. 2 5 6 7 is een jongensnaam. 1 4 5 is een vervoermiddel. 2 5 is een wintervermaak. III. Mijn geheel bestaat uit 10 letters en is een zangvogel 2 8 10 is een visch. In de 1 9 3 4 5 is het donker. 1 6 6 1 is een ontkenning. 7 is de 7de letter van 'fc alphabet. Ingez. door Anthony de Graaff. Mijn geheel is een dorp in Gelderland. 5 6 7 8 heeft men aan den vinger. 3 2 9 10 is een ontkenning. 4 2 9 1 gebruikt de bakker. Ingez. door „Een raadselvriendje". V. Mijn geheel is een plaats in Zuid-Holland en bestaat uit 16 letters. I 2 3 4 5 6 is een jongensnaam de 7 8 9 10 11 is de koning der vogels. In het O. van ons land vindt men veel 13 14 15 16. II 7 12 is een hond. 13 7 8 9 10 is een mooie plant. De bewoners van Denemarken zijn 11 14 16 15 10. i. Amersfoort. II. Kopenhagen. III. Ekster raaf arend pauw. „Meikers", „Kruidje-roer-me-niet", Ca- tharina Houps, „Tromp", L. J. Hageman, „Vergeet-nüj-niet" „Mignon", Johanna en Hendrika Blom, „De kleine Zeeofficier", „Rosa Fluweeltje", „Bosch viooltje", Jo hanna Peiger,, Cato Vallentgoed, Jan van Weizen, Maria de Groot, Wilhelmina no Groot, Pieter de Goederen, „Veronica",; Jannetje en Marietje Lacourt, JohaiiDa Nieboer, Jan Jongkind, Gijsbertus de Vos, Nellie Brugmans, Adriana de Vos, „Benja min", „Padvinder", „Frederik de Groote", „Konijntje", „De twee Peren", „De Pink sterbloem", Jan en Marie van den Bosch, „Sneeuwwitje", „de drie Zusjes", „Mei- roosje' „Klein Naaistertje", Jacoba Eg- gink, „Nachtegaal", „Klein Kleutertje", Paulus Hakkenberg, L. L. Janssen, Mina Hakkenberg, „Boschanemoon", „Het Schelpje", Frans en Anna Kriek, te Lei den. Corry Honig, te D e v e n t e r. Jacoba Verbree, te Rij n sb u r g. „De kleine Officier^ te Valkenburg. Aartje Parlevliet, Johanna Pa-rlevliet, Margje van Donk, te Zoeterwoud©. Prijzen vielen ten deel aan: C. L. Jans sen, te Leiden, en Jacoba Verbree, te R ij n s b u r g. Be slag dep Pyramiden. Murad Bey had zich aan het hoofd van 6000 Mamelukken en een heirleger Arabie ren en Fellahs in het dorp Embabeh ver schanst en wachtte de aankomst der Fran- schen af, die weldra tot op 2 mijlen van de de plaats aangekomen waren. De h'itte was ontzettend en de soldaten waren uiterst vermoeid, zoodat Napoleon zijn troepen even halt liet houden. Maar zoodra de Mamelukken de vijande lijke legermachten bemerkten, stelden rij zich op de vlakte, recht tegenover den rechtervleugel der Franschen in slagorde. Ter linkerzijde der republikeinen verrezen eerwaardige pyramiden, wier onverganke lijke massa's het lot van zoovele groote rij ken overleefd hebben; achter hen stroomde de Nijl en in de verte verschenen Cairo, de heuvels van Mokattan en de velden van het oude Memphis. Napoleon plaatste zich in het front van zijn leger naar de Pyramiden wijzende riep hij met luider stem: „Soldaten, denkt dat van de hoogte de zer monumenten veertig eeuwen op u ne der zien." Jan Jongkind. Aangenaam kennis te maken vriendje! Je medewerking zal mij veel genoegen doen. frijntj eKriegete Wassenaar. Als je gedurende de vaCantie een paar maal uit logeeren waart, verwondert het me niet, dat je er niet aan toe kwam aan den teekenwedstrijd deel te nemen en ik neem je verzuim dan ook niet kwalijk. De wed strijd was ook meer voor de thuieblij vertje» bedoeld. „De kleine Officier", te Val-» k e n b u r g, dank ik voor de mooie prentkaart die ik van. hem ontving en ver zoek hem er in 't vervolg aan te willen den ken, dat de oplossingen zoowel met den; waren naam als met den schuilnaam moeten' onderteekend .worden. Jannetje en Marietje La court. Het doet me pleirier, dat jullie zoo'n prettige vacantie hadt en vooral dat je je op Koninginnedag zoo vermaakt hebt.; Jammer maar, dat het 's avonds zoo out* zettend hard regendel Cato Vallentgoed. Ja meisje, ik vond je teekening zeer verdienstelijk en raad je stellig aan je in het teekenen te blijven oefenen. Heb je nog al veel pleirier in het modevak? „M eikers" en „K r u i d j e-r o e r- me-niet." Neen meisjes, ik ben even min op reis geweest als jullie, doch heb in de vacantie tooh prettige dagen gehad; zoodat ik weer met frisschen moed aan den arbeid ga. In Den Haag was het op den 31sten Aug. erg kalm, er waren geen bij zondere feestelijkheden georganiseerd, terwijl de gewone illuminatie in het bosch, veel van den stortregen te lijden had. „Mig non." Ja meisje, Aug. heeft veel mooie dagen gebracht, zoodat de meeste schoolkinderen het met hunne vacantie goed getroffen hebben. Prettig voor jullie dat je zoo dikwijls naar Katwijk kon ga-an om van al het heerlijke daar te genieten. Cor Honig. Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart van Deventer. „K lein Kleutertj eWelzoo meis je, was jij blij, dat de vacantie weer voorbij was? Nu, ik kan me dat wel eenigszins be grijpen want er gaat niets boven een gere geld leventje.; „M e i r o o s j e". In dank ontving ik je bijdrage, doch kan je omtrent de plaatsing niets beloven, dat moet je dus maar af wachten, meisjelief en intusschen steeds, nieuwe bijdragen inzenden, want na de va cantie is het met mijn voorraad slecht gesteld. „K lein Naaistertj e." Broer had zeker nog niet veel weet van zijn feestdag, is het wel? Wat zijn jullie kort na elkander jarig! „De drie z u s je s." Wat jammer, da^ Jo niet naar Den Haag kon gaan logeeren,i omdat ze ziek werdWat scheelde haar' eigenlijk „P advinde r." Gaarne zal ik aan je, verzoek voldoen vriendje, en hoop dat je' de verlangde plaatjes zult ontvangen. „Benjamin." Ja beste kind, je verpn- derstelling was volkomen juist, want er was* inderdaad een fout in het raadsel geslopen./ G. d e V o s. Welzoo vriend, ben jij ook zoö blij dat er weer prijsraadsels in ons blaadje staan? Je zult zeker denken: nu zijn er weer mooie boeken te verdienen ©n die kun nen we met de lange winteravonden best gebruiken! en daar heb je.gelijk in ook. M e j. J. B. Aan de gezonden postzegels( bob ik niets, dus moet u er mij maar geen- meer zenden, aangezien ik geen gelegenheid' heb deze terug te zenden. MARIE VAN AMSTEL. Onderlinge Correspondentie. Wie heeft voor mij winterplaatjes in ruil voor zwartjes-plaatjes, 2 zwartjes voor één winter. En wie heeft voor mij een leeg lente-album te koop Mijn adres i* F. Grooss, Wasstr. 12 Leiden.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 14