IC©. IS^93.
BZaterdag* 2®7 Augustus. Vierde Blad.
Aam© 1910.
Brieven van een Leidenaar.
FEUILLETON.
Een zwar»@ si rijd!.
V" CCCXXIV. 1
l„Ni-emand kan twee li©eren dienen," zoo.
inidt eon bekend bijbelwoord en tot nadere
aanduiding, waarom dat ni-et kan, wordt
er aan toegevoegd: „Want hij zal den een
liefhebben en den ander haten."
De kwestie van twee-heer en-dienen komt,
Jioewel in. eenigszins anderen zin als in
den Bijbel wordt bedoeld, ook in onzen tjjd,
;nog- wel eens aan de orde.
Zoo is er een strooming in onze wetgeving,
die gehuwde ambtenaar-vrouw als ambte
naar wensclit te ontslaan, uitgaande van.
da veronderstelling, dat de taak van echt
genoot© pn huisvrouw straks van mo-xlor.
misschien, de vrouw het vervullen van haar
taak als ambtenaar niet wel mogelijk maakt,
terwijl omgekeerd zij wellicht ook nog haar,
huiselijke plichten niet behoorlijk zou kun
nen waarnemen. Er zijn ten opzichte van
dit ^vraagstuk vóór- en tegenstanders en.
beiden hebben voor hun .standpunt wel een.
en ander aan te voeren, dat ik hier echter,
pu niet wensch te bespreken.
Het punt is voor Leiden niet aan de
prde. Wel in ander opzicht heeft zich het:
■„kan iemand twee hoeren dienen oen on
derwerp van beschouwing uitgemaakt in on
zen Gemeenteraad. Het gold dan ambtena
ren in dienst der gemeente. Do .gemeente
benoemt zijn ambtenaren en beambten, groot
©n. klein, stelt zo aan en legt hen onder
zekere verplichtingen een werkkring op.
Meestal wordt daarbij bepaald, dat hij of
zij buiten toestemming, van het gemeente
bestuur geen bij- of nevenbetrekkingen mag
vervullen of arbeid bij anderen mag ver
richten.
Geldt het werklieden of lager bezoldigde
beambten, dan heeft meestal het hoofd van.
dienst in den tak, waarin zij werkzaam,
zijn, daarover zeggenschap, soms met recht,
yan beroep op B. en Ws. Voor andere ge-
yallen beslissen B. en Ws. rechtstreeks.
Dit was bijv. het geval bij den Direc
teur van het Openbaar Slachthuis, wicn,
indertijd o. a. door dit College, de Com
missie van deze instelling gehoord, werd
toegestaan naast de betrekking van direc
teur het hoogleeraa-rschap aan de Rijks-
.universiteit to Leiden waar te nemen.
Daar werd toen veel buiten het gemeente
bestuur over gesproken en de vrees werd
geuit, dat do directeur-hooglecraar wol eens
.tot ecu conflict van plichten zou kunnen
komen, waarbij een der heeren, door hem
gediend, de nadcelige gevolgen zou kunnen
jondorvinden.
Wie het van allo ook officieel©
zijden hooggeprezen rapport van de bijzon
dere Slachthuis-Oommissie leest, zal den in
druk krijgen, dat waarlijk de gemeente, toch
(altijd nog de heer, die do oudste en voor
naamst© rechten op den directeur had, daar-
yan metterdaad de nadeeligo gevolgen on
dervonden hoeft. En het zou mij niet ver
wonderen, dat juist dat gedeelte van het
trapport, waarin over het keuringspersouoel
wordt gehandeld en waarvan'de heer De
Jong weten kon, dat het aldus zou worden
[uitgesproken, voor hem aanleiding is geweest
fals directeur hem te gaan.
Nadat dit in het openbaar uitgesproken
[was, had hij zich toch niet in zijn dub-
bele betrekking kunnen handhaven.
De motie-Mulder en de daarop gevolgde
toezegging van B. en Ws, om mot een wijzi-'
ging van de betrokken verordening te ko
men, waarbij het recht om dezen ambtenaar
toestemming te verleenèn tot vervulling van
bijbetrekkingen van het college van B. en
Ws. zal overgaan op den Baad, wijst er
op, dat het den nieuwbenoemden titularis
wel niet zoo gemakkelijk zal gemaakt wor
den als den tegenwoordigen, om bijbetrek
kingen waar te nemen.
Dat onze gemeenteraad niet kwistig meer
met deze toestemmingen wenscht rond te
springen, is verleden Donderdag nog weer
gebleken, toen niet werd ingewilligd het
verzoek van den gemeente-apotheker om,
naast deze betrekking, ook te mogen vervul
len Let ambt van lector aan de Rijksuniver
siteit; een besluit,, dat ik toejuich. Ik ken
den heer De Graaff persoonlijk niet, zoo
dat mijn oordeel vrij is van persoonlijke
sympathie of antipathie en ik geheel afge
scheiden van den persoon tot deze overwe
ging kom.
11)
Dat kwam er zóó komisch uit en de ge
dachte alleen scheen Antje zóó grappig, dat
ze moest lachen door haar tranen lieen.
Maar haar protest overtuigde Maria Lo-
renzen niet geheel. Zij legde de armen op
de tafel en vervolgde: „U kunt mij gerust
vertrouwen, juffrouw. Iedereen heeft im
mers een hart en ik wil u wel zeggen.... nu
in Hamburg... toen ik bij mijn tante in
huis was... kwam daar dikwijls een neef van
haar, een stuurman; Hendrik heette hij. En
hij was zoo knap en zoo flink l Al spoedig
merkte ik, dat hij mij graag mocht. Want
zoo iets ziet men dadelijk, nietwaar1? Toen
hij weer op zee ging, naar Amerika, heeft
hij mij zijn portret gegeven. Dat wij elkaar
liefhadden, heeft geen van beiden gezegd
en toch wisten wij het. En nu denk ik nog
altijd aan hem; als hij van mij is blijven
houden, zal hij den weg naar Ebenstedt wel
vinden. Maar verraad mij niet, juffrouw;
er is nog niemand, die het weet. U is de
eerste, aan wio ik het vertel."
Wanneer Marie Lorenzen dacht, dat Antje
vertrouwen zou beantwoorden met vertrou
wen, dan vergiste zij zich. Wel is waar had
de liefde nog niet haar intrede in dit jonge
hart gedaan, maar het lag overigens niet in
Antjo's natuur om zich aan te sluiten en
nit te spreken. Wel kon zij haar tranen
niet inhouden, maar de ware oorzaak van
haar verdriet kon zij aan niemand toever
trouwen, Ja, als zij het zichzelf eerlijk af-
Het stelsel, hierbij gehuldigd, deugt m. i.
niet.
In het onderhavig geval hadden B. en Ws.
zelf kunnen beslissen, zoo als zij dezen amb
tenaar ook reeds verlof hebben verleend om
op te treden als assistent van prof. Nolen,
doch de verantwoordelijkheid scheen hun te
groot en vooraf stelden zij een wijziging
voor in de betrokken verordening, waarbij
dit recht werd toegekend aan den Raad.
Wel adviseerden zij gunstig op het verzoek,
maar eenmaal toegestaan, bleef de verant
woordelijkheid aan den Raad en was later
gebleken, dat samen waarnomen van beide
betrekkingen aan de hoofdbetrekking scha
de deed, dan zouden B. en Ws. toch tot den
Raad hebben kunnen zeggen: ,,Gij hebt het
zelf toegestaan."
Ik geloof, dat de Raad door het verzoek
te weigeren zich' op een zuiver gtandpunt
heeft gesteld. Zeker, een ambtenaar moet,
hoewel onder zekere voorwaarden, de vrije
beschikking gelaten worden over zijn vrijen
tijd, maar het gold hier niet alleen v r ij e n
tijd, het betrof ook tijd, welke de gemeente
toekwam.
Tot twee uur in den namiddag moest de
ambtenaar voortaan in de gemeente-apo
theek zijn, zoo luidde de voorwaarde. Maar
na tweeën blijft de apotheek ook open .en
de verantwoordelijkheid voor een goeden
gang van zaken blijft bij het hoofd van de
apotheek berusten. Ik ken evenmin als den
gemeente-apotheker het personeel en het
kan best zijn, dat diü volkomen vertrouwd is
om zelfstandig te werken en „het pog van
den meester" niet noodig heeft; maar het
kan ook andersom wezen en wie waarborg
de dan een goeden gang van zaken, wanneer
dc gemeente-apotheker het lectorschap
waarnam
Het is in den Raad terecht opgemerkt:
bij de aanstelling wist de titularis welke
jaarwedde aan de betrekking verbonden was
en welke eischen er aan werden gesteld. Nu
hij voor de keuze gezet wordt tc kiezen tus-
schen de practische werkzaamheden van
apotheker en den wetenschappelijken ar
beid van lector, mag hij kiezen welke der
twee heeren hij dienen wil en dezen dan
ook zijn volle werkkracht en toewijding
geven.
Het komt mij voor, dat het vcor hem niet
wel mogelijk zou zijn ze beiden te dienen en
tevreden te houden.
„Ik heb ambtenaren gekend, die, juist
omdat zij bijbaantjes vervulden, heel wat
werk maakten van hun hoofdbetrekking,
opdat er niets van zou worden gezegd" is
door iemand in den Raad opgemerkt-
Maar dat mag toch nooit een reden zijn
om ambtenaren bijbetrekkingen te laten
waarnemen, Menschen, die voor een rich-
tige vervulling van hun ambtsplicht dezen
prikkel noodig hebben, zijn de ware broe
ders niet.
Het vraagstuk ik erken het is een
moeilijk vraagstuk.
En men zal steeds goed doen elk* geval
afzonderlijk te beschouwen. In het alge
meen zou, dunkt mij echter deze regel
kunnen gelden: Een ambtenaar is het niet
geoorloofd bijbetrekkingen te vervullen,
waarvan de arbeidsprestatie valt in den
tijd, dien bij krachtens zijn aanstelling heeft
te geven aan zijn hoofdbetrekking.
Hierbij kunnen uitzonderingen ter sprake
komen, die beoordeeld kunnen en moeten
worden door een of ander college. Af wijkin
gen van den regel behoor en evenwel zeld
zaam te zijn.
Maar hoe staat hef dan met bijbetrek
kingen, die iemand vervult en vervullen kan
na of tusschen diensttijd?
Hier mag, dunkt mij, als algemeenen
regel gelden, dat deze zijn toegelaten, al
zullen er ook weer tal van uitzonderingen
op dien regel moeten worden .gemaakt.
Eerstens zullen zekere categorieën amb
tenaren, zooals die van de politie bijv.,
geen bijbetrekkingen kunnen vervullen,
omdat dit hen in een afhankelijke positie
zou kunnen brengen tot andere menschen,
waartegenover ze vrij moeten staan. Zoo is
het bijv. den politie-ambtenaren en den
brugwachters dan ook bij instructie verbo
den in andere dienstbetrekking te staan
of een bedrijf of zaak uit te oefenen, welk
verbod ook tot de overige leden van het
gezin zich uitstrekt.
"vroeg, kon zij zich niet ten volle rekenschap
geven der aandoeningen, die haar drukten
en haar alle vreugde ontnamen. Zij noemde
zichielf ziekelijk en dwaas, maar streed te
vergeefs tegen haar zwaarmoedigheid. En
toch was dat noodzakelijk, vooral tegenover
haar vader. Hij was zoo goed voor haar.
Marie Lorenzen had volkomen gelijk.
Al die weelde, welko haar omgaf, was
eigenlijk alleen voor haar bestemd. Haar va
der had er geen genoegen in en geen be
hoefte aan. Wat hij verlangde was krachtig
eten en een flink glas wijn of bier. Toen hij
voor de eerste maal met Antje door de
nieuwingerichte villa ging, schudde hij het
hoofd en mompelde: „Wat een onnutte din
gen. Dat zal heel wat geld kosten!"
Op zekeren dag had Antje moed gevat en
gevraagd: „Vader, waarom hebt u ons huis
eigenlijk zoo overdadig rijk laten inrich
ten?" Toen had hij over haar vlechten ge
streken en gezegd: „Om te maken, dat jij
tevreden zult zijn, kleintje."
Zij was rood goworden.-„Voor mij, vader?
Dat was toch niet noodig geweest."
„GekheidDat zog je nu maar zoo. Ik
weet dat wel beter. Zulk een klein vogeltje
wil nu eenmaal een gouden nestje hebben.''
„Ik niet, vader; ik niet!" Ze hief, als af
werend de .handen op; hij greep die met
zijn reuzenvuist ©n drukte zijn dochter zacht
op haar stoel neer.
,,'t Is goed, kindje! Ik wil niet, dat je
hier je erg^ps over zult beklagen, en even
min wil ik, dat die domme menschen hier
zullen zeggen: Rergholm laat het zijn doch
ter aan iets ontbreken. Je moet hier te
vreden zijn!"
Erger dan de kle-ine huiselijke zorgen
Men behoort bij de salarieering van deze
ambtenaren daarmede dan ook wel reke
ning te houden. Zij hebben in den regel
in het geheel geen bijverdienste.
Voor alle ambtenaren- geldt eindelijk'
deze voorwaarde, dat de arbeid, buiten het
ambt verricht, niet zoo vermoeiend, niet zoo
afmattend mag zijn, dat de man of de
vrouw in kwestie niet frisch en krachtig
voor het hoofdwerk komt te staan en moei
lijk in staat is op den duur de hoofdtaak
naar behooren te vervullen. Zoodra dit ge
merkt wordt, zou men er een. stokje voor
moeten steken. Er moet dps wel op gelet
worden welk werk in vrijen tijd wordt ge
daan en hoe lang men het verricht.
Men geve een behoorlijk, loon of wedde",
maar ga dan ook van het juiste beginsel
uit, dat de gehoele persoon zich aan het
werk of het ambt wijdt.
Want het vervullen van_ bijbetrekkingen
door ambtenaren heeft nog meer scha
duwkanten, die niet rechtstreeks verband
houden met het al of niet richtig vervul
len van de hoofdbetrekking, maar toch
wel raken de belangen van de gemeen
schap in het algemeen. Eén er van wil
ik nog noemen.
Ambtenaren treden in hun vrije uren dik
wijls als concurrenten op yan hun particu
liere confraters en doen deze een oneer
lijke concurrentie aan.
lyen administratief ambtenaar in dienst
van Rijk en gemeente doet -b\jv. in vrije
uren dienst als boekhouder bij particulie
ren. Hij doet dat voor een kléine vergoe
ding, denkende, dat het tóch nog meege
nomen is. Hij treedt daarbij echtjer op als
een concurrent en nog wel als een onno-
be!c concurrent van een ander, die voor
zulk een klein bedrag riiet werken kan,
omdat hot hem geen bestaan oplevert. Dit
voorbeeld schildert geen denkbeekligen
toestand en zal op velerlei gebied kunnen
worden vermeerderd.
Men ziet het, het vraagstuk van „twee
heeren dienen," is nog niet zoo gemakke
lijk en het bijbelwoord, dat het niet mo
gelijk acht, gejdt ook nog. voor onzen tijd.
Zeker zou het van weerskanten beter zijn,
dat elke dienaar slechts één heer diende.
Gemeenteraad Tan Oadskoorn.
Voorzitter de burgemeester. Aanwezig alle
leden. Na opening der vergadering en lezing
der notulen, die worden ..goedgekeurd, ge
schiedt mededeel in g van enkel© ingekomen
stukken.
Van L. Gesman en E. J. Bruggemann
zijn adressen ingekomen om aangesteld te
worden als makelaar, alsmede, een door bei
den onder teekend schrijven, waarin zij den
Raad verzoeken gemelde adressen niet in
behandeling te nemen. Aldus - besloten.
Van Sinn© is een dankbetuiging inge
komen voor liet hem toegekend pensioen cn
waarin hij levens verzoekt liém dit pensioen
in plaats van per drie maanden per maand
uit te keeren. Aljlus besloten.
Van het Bestuur van het Departement
Alphen-Oudshoorn der Maatschappij tct Nut
van 't Algemeen is een adres ingekomen
om do gemeentelijke subsidie voor de Am-
bochts toeken school nader te willen bepalen
van f 100 op f 125. Besloten wordt dit adres in
behandeling tc nemen bij de bcgrooting voor
1911.
Mededeeüng geschiedt van het proces-ver
baal van kasopneming van 22 Juli j.l. In
kas was f 2952.58. Boeken en kas werden
in orde bevonden.
Aangezien de heeren Pannovis en Dam
dit jaar als Zetters periodiek aftreden, wor
den de volgende dubbeltallen opgemaakt
voor de vacature-Pannevis, bestaande uit de
heeren C. Panneyis en E. J. Bruggemann,
vcor de vacature-Dam, bestaande uit de
hoeren A. M. Dam en A. Verduyn.
"Wordt vervolgens overeenkomstig de rap
porten van de financieel© commissie beslo
ten
lo. tot voorloopigo vaststelling van de ge
meen te-rekening dienst 1909.
2o. tot goedkeuring van de rekening van
liet Algemeen Armbestuur dienst 1909.
Komt in behandeling het adres van G.
de Jeu, waarin liij verzoekt om tot makolaar
te worden aangesteld. B. en Ws. stellen
voor dit adres te stellen in handen van B.
cn Ws. ter afdoening.
drukte Antje de eenzaamheid waarin zij
leefde. Haar vader ging meestal 's morgens
reeds zeer vroeg naar het werk of naar zijD
kantoor. Zij had wel geprobeerd samen
met hem te ontbijten, maar hij lachte haar
uit en verbood haar aanwezigheid.
„Ik spreek 's morgens niet graag, hoog
stens het noodige. En dan kan ik ook geen
vast uur bepalen. Vandaag moet ik om vier
uren op, morgan om zes, overmorgen mis
schien eerst om negen. Waartoe zouden wij
het elkaar lastig maken?"
Voor het middagmaal kwam hij, tot groot3
ergernis van Christien, de keukenmeid, zeer
onregelmatig thuis. Hij at dan zoo snel mo
gelijk, wierp zich daarna voor een uur op
de canapé en ging dan weer aan zijn were.:
In het begin was hij 's avonds thuis geble
ven. Spoedig echter had hij Antjo voorge
steld een uurtje naar Lorenzen te gaan en
verbaasde oogen had hij opgezet, toen zij
hem vroeg thuis te mogen blijven. Zij had
een afkeer van de tabakslucht in de zaal
van het logement en van de flauwe grappen
en complimenten van.Bühler. Haar vader
ging nu alleen, bijna avond aan avond, en
zij zat thuis eenzaam over haar boeken of
met een handwerkje. Zelfs de muziek,
waarvan rij zooveel hield, bleef rusten. Zel
den slechts, dat zij den vleugel opende, of
zacht een van haar zwaarmoedige lievelings
liederen zong.
Op den tweeden Zondag had zij met baar
vader visites gemaakt. Hij deed het niet
slechts ter wille van den vorm, maar ook
omdat hij voelde, dat zijn dochter aanslui
ting bij families móest krijgen.
Eerst waren zij bij den ingenieur Kratz ge
komen L den eenigen getrouwden ambtenaar
De heer Van den Berg meent, dat liet
adres in handen van B. en Ws. is gesteld]
om advies en nu komen zij met oen voor
stel, waarop de Voorzitter mededeelt, dat
dit voorstel een advies inhoudt. Wil men
daaromtrent nader .worden ingelicht, dan
kan hij modedeelen, dat B. en Ws. niet
voornemens zijn tot dc benoeming van een
makelaar over te gaan, waarop de heer
Van den Berg als zijn meaning t© kennen
geeft of het wel aangaat, dat liet benoe
mingsrecht door den Raad aan B. en Ws.
wordt overgedragen.
Do Voorzitter merkt op, dat het niet
vaststaat wi© benoemd, ómdat in 't Wetboek
wordt gesproken van Gemeentebestuur. Nu
verstaat de een daaronder den Raad, do
ander B. en Ws. Dez© kwestie is echter,
naar het oordeel van den heer Van den
Berg, niet aanwezig, omdat ook B. cn Ws.
van oordeel zijn, dat de Raad benoemt.
De heer Do Rooy weet niet wie de be
noeming moet doen, echter vraagt hij zich
af welke bezwaren zijn er tegen en dan
is zijn antwoord „gecne".
Op een adres van gelijke strekking, door
den hoer Vlasman ingediend, hebben B. en
Ws. van Alphen gunstig geadviseerdech
ter is op verzoek van adressant de be
handeling van het adres door den Raad
uitgesteld.
De Voorzitter merkt op, dat d© .kwestie
thans niet den persoon raakt, alleen be
staat er, naar het oordeel van B. en Ws.,
-geen behoef te aanmakelaars in deze ge
meente; zij nicenen on zulks in tegenstelling
met het gevoelen van B. en Ws. van Aljihcn,
niet tot benoeming te moeten overgaan.
Do heer Pannovis maakt bezwa-ar "tot een
eventueel© benoeming mede te werken. Eer
stens kan de Raad niet oordeelen over de
capaciteiten van adressanten en tweedons kan
men niet van hun zeggen, dat ze de sporen
in het vak verdiend hebben.
Adressant begaat de fout, dat hij eigenlijk
niet opgeeft, waarin hij makelaar wenscht
te worden, cn dan wijst hij er nog op,
dat ingeval van benoeming roquestrant niets
voor zichzelf in dat vak zat mogen doen.
Nadat de heer Clant nog uitvoerige inlich
tingen heeft verstrekt, blijft dc heer Van
den Berg van oordeel, dat aan den Raad
de benoeming behoort, waarom hij dan ook
tegen het voorstel van B. cn Ws. zal stem
men.
Het voorstel van B. en Ws, wordt daarna
aangenomen met 4 tegen 3 stemmen, die
van de heeren Van den Berg, Hoogendijk
en De Rooy.
Op een adres van liet bestuur der afd.
Alphen-Oudshoorn-Aarlanderveon van de
Holl. Maatschappij van Landbouw inzak©
het gebruik van ©cn lokaal van de open
bare lager© school voor de landbouwcur-
sussen van 1910 op 1911 en van 1911 op
1912 stellen B. en Ws. voor gunstig te
beschikken, onder voorwaard©, dat als ver
goeding voor de kosten van licht en brand
stoffen bij den aanvang van eiken cursus
aan de gemeente een bedrag van f 40 wordt
betaald.
Aldus besloten.
Bij d© rondvraag merkt de heer Van
Voortkuysen' op, dat liet hoog tijd wordt,
dat de lindeboomen op den Heerénweg wor
den verwijderd, omdat zij de iepen in den
weg staan.
Dc Voorzitter zal dit in een vergadering
van B. cn Ws. ter sprake brengen, waarna,
de vergaderiug overgaat in geheime zit
ting voor de behandeling van ©en 2-tal,
reclames hóófde-lijken omslag.
Gemeenteraad van Wassenaar.
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig alle leden.
Het nicuwgekozcn raadslid, de heer A.
L. Rcoyakkers, legt de voorgeschreven
èeden af en neemt zitting. De Voorzitter
wenscht hem geluk en hoopt, dat d© heer
R. lang in het belang der gemeente werk
zaam moge zijn.
Ingekomen zijnlo. Het rapport van het
onderzoek van het water uit de Norton-
pomp aan de haven. Uit het chemisch cn
bacteriologisch onderzoek blijkt, dat het
water uitstekend geschikt is voor drinkwa
ter.
2o. Missives van Ged. Staten, geleidend
goedgekeurde Raadsbesluiten, af- en over
schrijvingen en verhuring van het terrein
aan do haven.
3o. Het verslag van de volkshuisvesting.
4o. Proces-verbaal van kasopneming bij
den gemeente-ontvanger. In kas is een be
drag van f 11,238,76.V.
5o. Een missive van den Inspecteur der
Posterijen en Telegraphie, houdende een
afwijzende beschikking op het verzoek om
plaatsing van een brievenbus bij do R.-K.
kerk.
Go. Een schrijven van den generaal-ma-
joor der Infanterie, houdende dankbetui
ging voor de 'meer dan uitstekende verple
ging van de manschappen van het 23 sta
bat. dei- Landweerinfanterio op 13 en li
Mei. jL.
De Voorzitter deelt mede, dat, een tele
gram van rouwbeklag gezonden is bij gele
genheid van het overlijden van H. K. II.
Prinses von Wied en dat een telegram van
dankbetuiging is terug ontvangen.
Het verstel van B. en Ws. om een sub
sidie van 150 gld. te verleenen aan de
Koninsin-Wilhelmina-Vereeniging,wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Ruygrck meent te dezer plaatse u?
meéning zoowel van het publiek als van de
geestelijkheid te vertolken, wanneer hij in
het licht stelt, dat de feestviering in het
dorp de voorkeur verdient boven d o cp
©en buiten de kom liggend stuk weiland til
wel met het oog op de zedelijkheid. Hij be
treurt het, dat de burgemeester, de vergun
ning om de kramen, enz. op het Plein een
plaats te geven slechts wild© verleenen voor
één "dag. Iets, wat de uitvoering van dit
plan in den weg stond.
De Voorzitter meent er tegen te moeten
opkomen, dat uitsluitend eischen van zede
lijkheid aan den wensch om in het dorp
feest te vieren zouten ten grondslag liggen.
Immers voor onzedelijkheid op een stuk
weilaDd, van alle zijden te bereiken en be
hoorlijk verlicht, behoeft allerminst vrees te
bestaan en om een ander terrein te berei
ken, zou men te water moeten gaan.- Hij
meent, het Plein en zijn omgeving vrij wat
meer gelegenheid tot afzondering aan
biedt.
De Voorz. wenscht echter tc constateeren,
dat, hoewel hij persoonlijk de feestdrukte
liever elders zag, hij zich tegen plaatsing
van kramen, enz. op het Plein niet zal ver
zetten, wanneer vaststaat, dat de burgerij
hieraan de voorkeur geeft.
Ingekomen is nog een request van den
heer Van Hattum omtrent afsluit- ng van
de stoeplaan. B. en Ws. adviseeren het ver
zoek af te wijzen, op grond, dat aangrenzen
de eigenaren, die thans op de Stoeplaan
recht van uitpad hebben, zouden worden
ingesloten. De Stoeplaan is thans wel geen
hoofdweg, maar men weet niet wat zij in de
toekomst kan worden. Overeenkomstig het
voorstel van B. en Ws. wordt zonder hoof
delijke stemming besloten.
Op de voordracht ter benoeming van tweo
leden voor het College van Zetters worden
geplaatst de aftr. leden dr.- F. van Praag
cn W. A. Konings en de heeren G. J. van
der Mark cn C. C. Leyen.
Gelezen wordt een request van bewoners
van den Achterweg om verbetering van
ricleering en uitbreiding der straatverlich
ting. Volgens rapport van den gsm.-op
zichter zou de rioleering in voldoenden toe
stand zijn. Wat betreft de straatverlich
ting stellen B. en Ws. voor het adres .voors
hands aan te houden. De heer Ruygrok en
Rooyakkers beweren, dat de rioleering wer
kelijk onvoldoende is. De Voorzitter zegt
een nader onderzoek toe
De gemeenterekening over 1S0D wordt
den Raad aangebodeu. Zij sluit met een na-
deelig saldo \an even 135 gld. Overeenkom
stig het rapport der Commissie van .Onder-'
zoek wordt de rekening voorloopig vastge
steld.
Eenige af- en overschrijvingen op de be
grooting van 1910 worden goedgekeurd
Op voorstel van de Gascommissie wordt
besloten om ter bevordering van dc roene
ming van het aantal aansluitingen aan de
gemeente-gasfabriek voor persceelen, waar
voor aansluit ng gevraagd wordt voor 1
Jan. 1911 de kosten van aanleg der gaslei
ding geheel of gedeeltelijk voor rekening
der gemeente te nemen en wel voor per-
ceelen waarvan de huurwaarde niet meer
van de kleine kanaalkolonte. Mevrouw
Kratz, een magere, zeer groote dame, met
scherpe trekken, had Antje zeer vriende
lijk hegroet, maar van Bergholm op bijna be-
leedigende wijze weinig notitie genomen.
Zij begon dadelijk een onderzoek naar de
kennis van de moderne literatuur van het
jongo meisje en was zeer verbaasd, dat An
tje Ibsen noch Strindberg, noch Ohnet ken
de. Zij verzekerde dat ze het zonder haar
bibliotheek in Ebenstedt in het geheel niet
zou uithouden. De beide spruiten van de
familie, twee kleine meisjes, die er niet zeer
zindelijk uitzagen, rolden over den grond,
en toen Antje haar de hand wild.n geven,
liepen ze schreeuwend w.eg.
„Een onuitstaanbaar dom wezen 1" zei
Bergholm, toen zo het huis achter zich had
den en naar den dokter gingen. „Zoo'n
blauwkous is toch iets verschrikkelijks
Bühler heeft mij verteld dat ze zelfs romans
schrijft; ze ziet er zoo slecht uit, omdat
geen enkele redactie dat tuig wil opnemen."
Het zag er bij den dokter weelderig uit
en d© heer des huizes, die vader en dochter
eerst alleen ontving, beviel Antje niet
slecht. Ook zijn vrouw, die een omvang had,
welke niet recht, bij haar jeugd paste, zag
er lief en vriendelijk uit. Maar toen zij be
gon te spreken, wist Antje dadelijk waar
om de heeren bij Lorenzen zoo dikwijs over
de vrouw van den dokter lachten. De jonge
vrouw was zeer onbeschaafd en haar man
kon, met al zijn handigheid, niet verhinde
ren, dat dit dadelijk trof. Een vertrouwelij
ke omgang met haar, die steeds de rijke
boerendochter bleef, was niet mogelijk.
j,Na den dokter krijgen wij den apothe
ker, kind! Mama Klasen is verlamd* sinds
vele jaren, naar ik hoorde. Maar hij heeft
twee dochters, die ik ken van zien en hoo-
ren zeggen. Men noemt ze hier in de plaats
juffrouw Chloral cn juffrouw Sulfonal. Ze
helpen den oude/die, hij al zijn clwaash?-.
den, een beste kerel is, in de apotheek;
maar hij heeft heel weinig te zeggen eo
past wel op, dat hij niet lang bij Lorenzen
blijft zitten. Hier zijn wij er al...."
De gewone apc-theeklucht kwam hen reed»
bij het binnenkomen van het huis t© ge-
moet. Zij kwamen in een gang en kondei*
door een glazen deur rechts de apotheek
zien. De heer Klasen stond achter een les
senaar; toen het klein? mannetje echter zij:
gasten zag, schoot hij als een pijl uit eer
boog cp hen toe. Hii bracht hen naar óo
ven en klopte rechts en links op een deur
Bijna te gelijk ging deze deuren open en
twee gestalten kwamen te voorschijn, die
Klasen als zijn dochters Klara cn Senta
voorstelde.
Men ging in een kamer, waarvan de» meu
belen lichtrood peluehe en dc gordijnen licht
geel waren. De beide reeds eenigszins oud©
meisjes namen Antje in haar midden en
terwijl de een zei: We moeten vriendinnen
worden, juffrouw Bergholm," verklaard©
de andere: „Ik heb al van u gehouden
van het eerste oogeublik af, dat ik u zag.
Waarom komt u vandaag eerst bij ons?"
Als een elastieken bal sprong Klara op er
haalde een blad met koekjes, die ze verw
klaarde zelf te bakken. En nauwelijks zat
Klara, of Senta snelde weg om terug te ko
men met vier klerine glazen cn een flescty
Tokajer.
(Wordt vervolgd).