IC©. IS^93. BZaterdag* 2®7 Augustus. Vierde Blad. Aam© 1910. Brieven van een Leidenaar. FEUILLETON. Een zwar»@ si rijd!. V" CCCXXIV. 1 l„Ni-emand kan twee li©eren dienen," zoo. inidt eon bekend bijbelwoord en tot nadere aanduiding, waarom dat ni-et kan, wordt er aan toegevoegd: „Want hij zal den een liefhebben en den ander haten." De kwestie van twee-heer en-dienen komt, Jioewel in. eenigszins anderen zin als in den Bijbel wordt bedoeld, ook in onzen tjjd, ;nog- wel eens aan de orde. Zoo is er een strooming in onze wetgeving, die gehuwde ambtenaar-vrouw als ambte naar wensclit te ontslaan, uitgaande van. da veronderstelling, dat de taak van echt genoot© pn huisvrouw straks van mo-xlor. misschien, de vrouw het vervullen van haar taak als ambtenaar niet wel mogelijk maakt, terwijl omgekeerd zij wellicht ook nog haar, huiselijke plichten niet behoorlijk zou kun nen waarnemen. Er zijn ten opzichte van dit ^vraagstuk vóór- en tegenstanders en. beiden hebben voor hun .standpunt wel een. en ander aan te voeren, dat ik hier echter, pu niet wensch te bespreken. Het punt is voor Leiden niet aan de prde. Wel in ander opzicht heeft zich het: ■„kan iemand twee hoeren dienen oen on derwerp van beschouwing uitgemaakt in on zen Gemeenteraad. Het gold dan ambtena ren in dienst der gemeente. Do .gemeente benoemt zijn ambtenaren en beambten, groot ©n. klein, stelt zo aan en legt hen onder zekere verplichtingen een werkkring op. Meestal wordt daarbij bepaald, dat hij of zij buiten toestemming, van het gemeente bestuur geen bij- of nevenbetrekkingen mag vervullen of arbeid bij anderen mag ver richten. Geldt het werklieden of lager bezoldigde beambten, dan heeft meestal het hoofd van. dienst in den tak, waarin zij werkzaam, zijn, daarover zeggenschap, soms met recht, yan beroep op B. en Ws. Voor andere ge- yallen beslissen B. en Ws. rechtstreeks. Dit was bijv. het geval bij den Direc teur van het Openbaar Slachthuis, wicn, indertijd o. a. door dit College, de Com missie van deze instelling gehoord, werd toegestaan naast de betrekking van direc teur het hoogleeraa-rschap aan de Rijks- .universiteit to Leiden waar te nemen. Daar werd toen veel buiten het gemeente bestuur over gesproken en de vrees werd geuit, dat do directeur-hooglecraar wol eens .tot ecu conflict van plichten zou kunnen komen, waarbij een der heeren, door hem gediend, de nadcelige gevolgen zou kunnen jondorvinden. Wie het van allo ook officieel© zijden hooggeprezen rapport van de bijzon dere Slachthuis-Oommissie leest, zal den in druk krijgen, dat waarlijk de gemeente, toch (altijd nog de heer, die do oudste en voor naamst© rechten op den directeur had, daar- yan metterdaad de nadeeligo gevolgen on dervonden hoeft. En het zou mij niet ver wonderen, dat juist dat gedeelte van het trapport, waarin over het keuringspersouoel wordt gehandeld en waarvan'de heer De Jong weten kon, dat het aldus zou worden [uitgesproken, voor hem aanleiding is geweest fals directeur hem te gaan. Nadat dit in het openbaar uitgesproken [was, had hij zich toch niet in zijn dub- bele betrekking kunnen handhaven. De motie-Mulder en de daarop gevolgde toezegging van B. en Ws, om mot een wijzi-' ging van de betrokken verordening te ko men, waarbij het recht om dezen ambtenaar toestemming te verleenèn tot vervulling van bijbetrekkingen van het college van B. en Ws. zal overgaan op den Baad, wijst er op, dat het den nieuwbenoemden titularis wel niet zoo gemakkelijk zal gemaakt wor den als den tegenwoordigen, om bijbetrek kingen waar te nemen. Dat onze gemeenteraad niet kwistig meer met deze toestemmingen wenscht rond te springen, is verleden Donderdag nog weer gebleken, toen niet werd ingewilligd het verzoek van den gemeente-apotheker om, naast deze betrekking, ook te mogen vervul len Let ambt van lector aan de Rijksuniver siteit; een besluit,, dat ik toejuich. Ik ken den heer De Graaff persoonlijk niet, zoo dat mijn oordeel vrij is van persoonlijke sympathie of antipathie en ik geheel afge scheiden van den persoon tot deze overwe ging kom. 11) Dat kwam er zóó komisch uit en de ge dachte alleen scheen Antje zóó grappig, dat ze moest lachen door haar tranen lieen. Maar haar protest overtuigde Maria Lo- renzen niet geheel. Zij legde de armen op de tafel en vervolgde: „U kunt mij gerust vertrouwen, juffrouw. Iedereen heeft im mers een hart en ik wil u wel zeggen.... nu in Hamburg... toen ik bij mijn tante in huis was... kwam daar dikwijls een neef van haar, een stuurman; Hendrik heette hij. En hij was zoo knap en zoo flink l Al spoedig merkte ik, dat hij mij graag mocht. Want zoo iets ziet men dadelijk, nietwaar1? Toen hij weer op zee ging, naar Amerika, heeft hij mij zijn portret gegeven. Dat wij elkaar liefhadden, heeft geen van beiden gezegd en toch wisten wij het. En nu denk ik nog altijd aan hem; als hij van mij is blijven houden, zal hij den weg naar Ebenstedt wel vinden. Maar verraad mij niet, juffrouw; er is nog niemand, die het weet. U is de eerste, aan wio ik het vertel." Wanneer Marie Lorenzen dacht, dat Antje vertrouwen zou beantwoorden met vertrou wen, dan vergiste zij zich. Wel is waar had de liefde nog niet haar intrede in dit jonge hart gedaan, maar het lag overigens niet in Antjo's natuur om zich aan te sluiten en nit te spreken. Wel kon zij haar tranen niet inhouden, maar de ware oorzaak van haar verdriet kon zij aan niemand toever trouwen, Ja, als zij het zichzelf eerlijk af- Het stelsel, hierbij gehuldigd, deugt m. i. niet. In het onderhavig geval hadden B. en Ws. zelf kunnen beslissen, zoo als zij dezen amb tenaar ook reeds verlof hebben verleend om op te treden als assistent van prof. Nolen, doch de verantwoordelijkheid scheen hun te groot en vooraf stelden zij een wijziging voor in de betrokken verordening, waarbij dit recht werd toegekend aan den Raad. Wel adviseerden zij gunstig op het verzoek, maar eenmaal toegestaan, bleef de verant woordelijkheid aan den Raad en was later gebleken, dat samen waarnomen van beide betrekkingen aan de hoofdbetrekking scha de deed, dan zouden B. en Ws. toch tot den Raad hebben kunnen zeggen: ,,Gij hebt het zelf toegestaan." Ik geloof, dat de Raad door het verzoek te weigeren zich' op een zuiver gtandpunt heeft gesteld. Zeker, een ambtenaar moet, hoewel onder zekere voorwaarden, de vrije beschikking gelaten worden over zijn vrijen tijd, maar het gold hier niet alleen v r ij e n tijd, het betrof ook tijd, welke de gemeente toekwam. Tot twee uur in den namiddag moest de ambtenaar voortaan in de gemeente-apo theek zijn, zoo luidde de voorwaarde. Maar na tweeën blijft de apotheek ook open .en de verantwoordelijkheid voor een goeden gang van zaken blijft bij het hoofd van de apotheek berusten. Ik ken evenmin als den gemeente-apotheker het personeel en het kan best zijn, dat diü volkomen vertrouwd is om zelfstandig te werken en „het pog van den meester" niet noodig heeft; maar het kan ook andersom wezen en wie waarborg de dan een goeden gang van zaken, wanneer dc gemeente-apotheker het lectorschap waarnam Het is in den Raad terecht opgemerkt: bij de aanstelling wist de titularis welke jaarwedde aan de betrekking verbonden was en welke eischen er aan werden gesteld. Nu hij voor de keuze gezet wordt tc kiezen tus- schen de practische werkzaamheden van apotheker en den wetenschappelijken ar beid van lector, mag hij kiezen welke der twee heeren hij dienen wil en dezen dan ook zijn volle werkkracht en toewijding geven. Het komt mij voor, dat het vcor hem niet wel mogelijk zou zijn ze beiden te dienen en tevreden te houden. „Ik heb ambtenaren gekend, die, juist omdat zij bijbaantjes vervulden, heel wat werk maakten van hun hoofdbetrekking, opdat er niets van zou worden gezegd" is door iemand in den Raad opgemerkt- Maar dat mag toch nooit een reden zijn om ambtenaren bijbetrekkingen te laten waarnemen, Menschen, die voor een rich- tige vervulling van hun ambtsplicht dezen prikkel noodig hebben, zijn de ware broe ders niet. Het vraagstuk ik erken het is een moeilijk vraagstuk. En men zal steeds goed doen elk* geval afzonderlijk te beschouwen. In het alge meen zou, dunkt mij echter deze regel kunnen gelden: Een ambtenaar is het niet geoorloofd bijbetrekkingen te vervullen, waarvan de arbeidsprestatie valt in den tijd, dien bij krachtens zijn aanstelling heeft te geven aan zijn hoofdbetrekking. Hierbij kunnen uitzonderingen ter sprake komen, die beoordeeld kunnen en moeten worden door een of ander college. Af wijkin gen van den regel behoor en evenwel zeld zaam te zijn. Maar hoe staat hef dan met bijbetrek kingen, die iemand vervult en vervullen kan na of tusschen diensttijd? Hier mag, dunkt mij, als algemeenen regel gelden, dat deze zijn toegelaten, al zullen er ook weer tal van uitzonderingen op dien regel moeten worden .gemaakt. Eerstens zullen zekere categorieën amb tenaren, zooals die van de politie bijv., geen bijbetrekkingen kunnen vervullen, omdat dit hen in een afhankelijke positie zou kunnen brengen tot andere menschen, waartegenover ze vrij moeten staan. Zoo is het bijv. den politie-ambtenaren en den brugwachters dan ook bij instructie verbo den in andere dienstbetrekking te staan of een bedrijf of zaak uit te oefenen, welk verbod ook tot de overige leden van het gezin zich uitstrekt. "vroeg, kon zij zich niet ten volle rekenschap geven der aandoeningen, die haar drukten en haar alle vreugde ontnamen. Zij noemde zichielf ziekelijk en dwaas, maar streed te vergeefs tegen haar zwaarmoedigheid. En toch was dat noodzakelijk, vooral tegenover haar vader. Hij was zoo goed voor haar. Marie Lorenzen had volkomen gelijk. Al die weelde, welko haar omgaf, was eigenlijk alleen voor haar bestemd. Haar va der had er geen genoegen in en geen be hoefte aan. Wat hij verlangde was krachtig eten en een flink glas wijn of bier. Toen hij voor de eerste maal met Antje door de nieuwingerichte villa ging, schudde hij het hoofd en mompelde: „Wat een onnutte din gen. Dat zal heel wat geld kosten!" Op zekeren dag had Antje moed gevat en gevraagd: „Vader, waarom hebt u ons huis eigenlijk zoo overdadig rijk laten inrich ten?" Toen had hij over haar vlechten ge streken en gezegd: „Om te maken, dat jij tevreden zult zijn, kleintje." Zij was rood goworden.-„Voor mij, vader? Dat was toch niet noodig geweest." „GekheidDat zog je nu maar zoo. Ik weet dat wel beter. Zulk een klein vogeltje wil nu eenmaal een gouden nestje hebben.'' „Ik niet, vader; ik niet!" Ze hief, als af werend de .handen op; hij greep die met zijn reuzenvuist ©n drukte zijn dochter zacht op haar stoel neer. ,,'t Is goed, kindje! Ik wil niet, dat je hier je erg^ps over zult beklagen, en even min wil ik, dat die domme menschen hier zullen zeggen: Rergholm laat het zijn doch ter aan iets ontbreken. Je moet hier te vreden zijn!" Erger dan de kle-ine huiselijke zorgen Men behoort bij de salarieering van deze ambtenaren daarmede dan ook wel reke ning te houden. Zij hebben in den regel in het geheel geen bijverdienste. Voor alle ambtenaren- geldt eindelijk' deze voorwaarde, dat de arbeid, buiten het ambt verricht, niet zoo vermoeiend, niet zoo afmattend mag zijn, dat de man of de vrouw in kwestie niet frisch en krachtig voor het hoofdwerk komt te staan en moei lijk in staat is op den duur de hoofdtaak naar behooren te vervullen. Zoodra dit ge merkt wordt, zou men er een. stokje voor moeten steken. Er moet dps wel op gelet worden welk werk in vrijen tijd wordt ge daan en hoe lang men het verricht. Men geve een behoorlijk, loon of wedde", maar ga dan ook van het juiste beginsel uit, dat de gehoele persoon zich aan het werk of het ambt wijdt. Want het vervullen van_ bijbetrekkingen door ambtenaren heeft nog meer scha duwkanten, die niet rechtstreeks verband houden met het al of niet richtig vervul len van de hoofdbetrekking, maar toch wel raken de belangen van de gemeen schap in het algemeen. Eén er van wil ik nog noemen. Ambtenaren treden in hun vrije uren dik wijls als concurrenten op yan hun particu liere confraters en doen deze een oneer lijke concurrentie aan. lyen administratief ambtenaar in dienst van Rijk en gemeente doet -b\jv. in vrije uren dienst als boekhouder bij particulie ren. Hij doet dat voor een kléine vergoe ding, denkende, dat het tóch nog meege nomen is. Hij treedt daarbij echtjer op als een concurrent en nog wel als een onno- be!c concurrent van een ander, die voor zulk een klein bedrag riiet werken kan, omdat hot hem geen bestaan oplevert. Dit voorbeeld schildert geen denkbeekligen toestand en zal op velerlei gebied kunnen worden vermeerderd. Men ziet het, het vraagstuk van „twee heeren dienen," is nog niet zoo gemakke lijk en het bijbelwoord, dat het niet mo gelijk acht, gejdt ook nog. voor onzen tijd. Zeker zou het van weerskanten beter zijn, dat elke dienaar slechts één heer diende. Gemeenteraad Tan Oadskoorn. Voorzitter de burgemeester. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering en lezing der notulen, die worden ..goedgekeurd, ge schiedt mededeel in g van enkel© ingekomen stukken. Van L. Gesman en E. J. Bruggemann zijn adressen ingekomen om aangesteld te worden als makelaar, alsmede, een door bei den onder teekend schrijven, waarin zij den Raad verzoeken gemelde adressen niet in behandeling te nemen. Aldus - besloten. Van Sinn© is een dankbetuiging inge komen voor liet hem toegekend pensioen cn waarin hij levens verzoekt liém dit pensioen in plaats van per drie maanden per maand uit te keeren. Aljlus besloten. Van het Bestuur van het Departement Alphen-Oudshoorn der Maatschappij tct Nut van 't Algemeen is een adres ingekomen om do gemeentelijke subsidie voor de Am- bochts toeken school nader te willen bepalen van f 100 op f 125. Besloten wordt dit adres in behandeling tc nemen bij de bcgrooting voor 1911. Mededeeüng geschiedt van het proces-ver baal van kasopneming van 22 Juli j.l. In kas was f 2952.58. Boeken en kas werden in orde bevonden. Aangezien de heeren Pannovis en Dam dit jaar als Zetters periodiek aftreden, wor den de volgende dubbeltallen opgemaakt voor de vacature-Pannevis, bestaande uit de heeren C. Panneyis en E. J. Bruggemann, vcor de vacature-Dam, bestaande uit de hoeren A. M. Dam en A. Verduyn. "Wordt vervolgens overeenkomstig de rap porten van de financieel© commissie beslo ten lo. tot voorloopigo vaststelling van de ge meen te-rekening dienst 1909. 2o. tot goedkeuring van de rekening van liet Algemeen Armbestuur dienst 1909. Komt in behandeling het adres van G. de Jeu, waarin liij verzoekt om tot makolaar te worden aangesteld. B. en Ws. stellen voor dit adres te stellen in handen van B. cn Ws. ter afdoening. drukte Antje de eenzaamheid waarin zij leefde. Haar vader ging meestal 's morgens reeds zeer vroeg naar het werk of naar zijD kantoor. Zij had wel geprobeerd samen met hem te ontbijten, maar hij lachte haar uit en verbood haar aanwezigheid. „Ik spreek 's morgens niet graag, hoog stens het noodige. En dan kan ik ook geen vast uur bepalen. Vandaag moet ik om vier uren op, morgan om zes, overmorgen mis schien eerst om negen. Waartoe zouden wij het elkaar lastig maken?" Voor het middagmaal kwam hij, tot groot3 ergernis van Christien, de keukenmeid, zeer onregelmatig thuis. Hij at dan zoo snel mo gelijk, wierp zich daarna voor een uur op de canapé en ging dan weer aan zijn were.: In het begin was hij 's avonds thuis geble ven. Spoedig echter had hij Antjo voorge steld een uurtje naar Lorenzen te gaan en verbaasde oogen had hij opgezet, toen zij hem vroeg thuis te mogen blijven. Zij had een afkeer van de tabakslucht in de zaal van het logement en van de flauwe grappen en complimenten van.Bühler. Haar vader ging nu alleen, bijna avond aan avond, en zij zat thuis eenzaam over haar boeken of met een handwerkje. Zelfs de muziek, waarvan rij zooveel hield, bleef rusten. Zel den slechts, dat zij den vleugel opende, of zacht een van haar zwaarmoedige lievelings liederen zong. Op den tweeden Zondag had zij met baar vader visites gemaakt. Hij deed het niet slechts ter wille van den vorm, maar ook omdat hij voelde, dat zijn dochter aanslui ting bij families móest krijgen. Eerst waren zij bij den ingenieur Kratz ge komen L den eenigen getrouwden ambtenaar De heer Van den Berg meent, dat liet adres in handen van B. en Ws. is gesteld] om advies en nu komen zij met oen voor stel, waarop de Voorzitter mededeelt, dat dit voorstel een advies inhoudt. Wil men daaromtrent nader .worden ingelicht, dan kan hij modedeelen, dat B. en Ws. niet voornemens zijn tot dc benoeming van een makelaar over te gaan, waarop de heer Van den Berg als zijn meaning t© kennen geeft of het wel aangaat, dat liet benoe mingsrecht door den Raad aan B. en Ws. wordt overgedragen. Do Voorzitter merkt op, dat het niet vaststaat wi© benoemd, ómdat in 't Wetboek wordt gesproken van Gemeentebestuur. Nu verstaat de een daaronder den Raad, do ander B. en Ws. Dez© kwestie is echter, naar het oordeel van den heer Van den Berg, niet aanwezig, omdat ook B. cn Ws. van oordeel zijn, dat de Raad benoemt. De heer Do Rooy weet niet wie de be noeming moet doen, echter vraagt hij zich af welke bezwaren zijn er tegen en dan is zijn antwoord „gecne". Op een adres van gelijke strekking, door den hoer Vlasman ingediend, hebben B. en Ws. van Alphen gunstig geadviseerdech ter is op verzoek van adressant de be handeling van het adres door den Raad uitgesteld. De Voorzitter merkt op, dat d© .kwestie thans niet den persoon raakt, alleen be staat er, naar het oordeel van B. en Ws., -geen behoef te aanmakelaars in deze ge meente; zij nicenen on zulks in tegenstelling met het gevoelen van B. en Ws. van Aljihcn, niet tot benoeming te moeten overgaan. Do heer Pannovis maakt bezwa-ar "tot een eventueel© benoeming mede te werken. Eer stens kan de Raad niet oordeelen over de capaciteiten van adressanten en tweedons kan men niet van hun zeggen, dat ze de sporen in het vak verdiend hebben. Adressant begaat de fout, dat hij eigenlijk niet opgeeft, waarin hij makelaar wenscht te worden, cn dan wijst hij er nog op, dat ingeval van benoeming roquestrant niets voor zichzelf in dat vak zat mogen doen. Nadat de heer Clant nog uitvoerige inlich tingen heeft verstrekt, blijft dc heer Van den Berg van oordeel, dat aan den Raad de benoeming behoort, waarom hij dan ook tegen het voorstel van B. cn Ws. zal stem men. Het voorstel van B. en Ws, wordt daarna aangenomen met 4 tegen 3 stemmen, die van de heeren Van den Berg, Hoogendijk en De Rooy. Op een adres van liet bestuur der afd. Alphen-Oudshoorn-Aarlanderveon van de Holl. Maatschappij van Landbouw inzak© het gebruik van ©cn lokaal van de open bare lager© school voor de landbouwcur- sussen van 1910 op 1911 en van 1911 op 1912 stellen B. en Ws. voor gunstig te beschikken, onder voorwaard©, dat als ver goeding voor de kosten van licht en brand stoffen bij den aanvang van eiken cursus aan de gemeente een bedrag van f 40 wordt betaald. Aldus besloten. Bij d© rondvraag merkt de heer Van Voortkuysen' op, dat liet hoog tijd wordt, dat de lindeboomen op den Heerénweg wor den verwijderd, omdat zij de iepen in den weg staan. Dc Voorzitter zal dit in een vergadering van B. cn Ws. ter sprake brengen, waarna, de vergaderiug overgaat in geheime zit ting voor de behandeling van ©en 2-tal, reclames hóófde-lijken omslag. Gemeenteraad van Wassenaar. Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig alle leden. Het nicuwgekozcn raadslid, de heer A. L. Rcoyakkers, legt de voorgeschreven èeden af en neemt zitting. De Voorzitter wenscht hem geluk en hoopt, dat d© heer R. lang in het belang der gemeente werk zaam moge zijn. Ingekomen zijnlo. Het rapport van het onderzoek van het water uit de Norton- pomp aan de haven. Uit het chemisch cn bacteriologisch onderzoek blijkt, dat het water uitstekend geschikt is voor drinkwa ter. 2o. Missives van Ged. Staten, geleidend goedgekeurde Raadsbesluiten, af- en over schrijvingen en verhuring van het terrein aan do haven. 3o. Het verslag van de volkshuisvesting. 4o. Proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente-ontvanger. In kas is een be drag van f 11,238,76.V. 5o. Een missive van den Inspecteur der Posterijen en Telegraphie, houdende een afwijzende beschikking op het verzoek om plaatsing van een brievenbus bij do R.-K. kerk. Go. Een schrijven van den generaal-ma- joor der Infanterie, houdende dankbetui ging voor de 'meer dan uitstekende verple ging van de manschappen van het 23 sta bat. dei- Landweerinfanterio op 13 en li Mei. jL. De Voorzitter deelt mede, dat, een tele gram van rouwbeklag gezonden is bij gele genheid van het overlijden van H. K. II. Prinses von Wied en dat een telegram van dankbetuiging is terug ontvangen. Het verstel van B. en Ws. om een sub sidie van 150 gld. te verleenen aan de Koninsin-Wilhelmina-Vereeniging,wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Ruygrck meent te dezer plaatse u? meéning zoowel van het publiek als van de geestelijkheid te vertolken, wanneer hij in het licht stelt, dat de feestviering in het dorp de voorkeur verdient boven d o cp ©en buiten de kom liggend stuk weiland til wel met het oog op de zedelijkheid. Hij be treurt het, dat de burgemeester, de vergun ning om de kramen, enz. op het Plein een plaats te geven slechts wild© verleenen voor één "dag. Iets, wat de uitvoering van dit plan in den weg stond. De Voorzitter meent er tegen te moeten opkomen, dat uitsluitend eischen van zede lijkheid aan den wensch om in het dorp feest te vieren zouten ten grondslag liggen. Immers voor onzedelijkheid op een stuk weilaDd, van alle zijden te bereiken en be hoorlijk verlicht, behoeft allerminst vrees te bestaan en om een ander terrein te berei ken, zou men te water moeten gaan.- Hij meent, het Plein en zijn omgeving vrij wat meer gelegenheid tot afzondering aan biedt. De Voorz. wenscht echter tc constateeren, dat, hoewel hij persoonlijk de feestdrukte liever elders zag, hij zich tegen plaatsing van kramen, enz. op het Plein niet zal ver zetten, wanneer vaststaat, dat de burgerij hieraan de voorkeur geeft. Ingekomen is nog een request van den heer Van Hattum omtrent afsluit- ng van de stoeplaan. B. en Ws. adviseeren het ver zoek af te wijzen, op grond, dat aangrenzen de eigenaren, die thans op de Stoeplaan recht van uitpad hebben, zouden worden ingesloten. De Stoeplaan is thans wel geen hoofdweg, maar men weet niet wat zij in de toekomst kan worden. Overeenkomstig het voorstel van B. en Ws. wordt zonder hoof delijke stemming besloten. Op de voordracht ter benoeming van tweo leden voor het College van Zetters worden geplaatst de aftr. leden dr.- F. van Praag cn W. A. Konings en de heeren G. J. van der Mark cn C. C. Leyen. Gelezen wordt een request van bewoners van den Achterweg om verbetering van ricleering en uitbreiding der straatverlich ting. Volgens rapport van den gsm.-op zichter zou de rioleering in voldoenden toe stand zijn. Wat betreft de straatverlich ting stellen B. en Ws. voor het adres .voors hands aan te houden. De heer Ruygrok en Rooyakkers beweren, dat de rioleering wer kelijk onvoldoende is. De Voorzitter zegt een nader onderzoek toe De gemeenterekening over 1S0D wordt den Raad aangebodeu. Zij sluit met een na- deelig saldo \an even 135 gld. Overeenkom stig het rapport der Commissie van .Onder-' zoek wordt de rekening voorloopig vastge steld. Eenige af- en overschrijvingen op de be grooting van 1910 worden goedgekeurd Op voorstel van de Gascommissie wordt besloten om ter bevordering van dc roene ming van het aantal aansluitingen aan de gemeente-gasfabriek voor persceelen, waar voor aansluit ng gevraagd wordt voor 1 Jan. 1911 de kosten van aanleg der gaslei ding geheel of gedeeltelijk voor rekening der gemeente te nemen en wel voor per- ceelen waarvan de huurwaarde niet meer van de kleine kanaalkolonte. Mevrouw Kratz, een magere, zeer groote dame, met scherpe trekken, had Antje zeer vriende lijk hegroet, maar van Bergholm op bijna be- leedigende wijze weinig notitie genomen. Zij begon dadelijk een onderzoek naar de kennis van de moderne literatuur van het jongo meisje en was zeer verbaasd, dat An tje Ibsen noch Strindberg, noch Ohnet ken de. Zij verzekerde dat ze het zonder haar bibliotheek in Ebenstedt in het geheel niet zou uithouden. De beide spruiten van de familie, twee kleine meisjes, die er niet zeer zindelijk uitzagen, rolden over den grond, en toen Antje haar de hand wild.n geven, liepen ze schreeuwend w.eg. „Een onuitstaanbaar dom wezen 1" zei Bergholm, toen zo het huis achter zich had den en naar den dokter gingen. „Zoo'n blauwkous is toch iets verschrikkelijks Bühler heeft mij verteld dat ze zelfs romans schrijft; ze ziet er zoo slecht uit, omdat geen enkele redactie dat tuig wil opnemen." Het zag er bij den dokter weelderig uit en d© heer des huizes, die vader en dochter eerst alleen ontving, beviel Antje niet slecht. Ook zijn vrouw, die een omvang had, welke niet recht, bij haar jeugd paste, zag er lief en vriendelijk uit. Maar toen zij be gon te spreken, wist Antje dadelijk waar om de heeren bij Lorenzen zoo dikwijs over de vrouw van den dokter lachten. De jonge vrouw was zeer onbeschaafd en haar man kon, met al zijn handigheid, niet verhinde ren, dat dit dadelijk trof. Een vertrouwelij ke omgang met haar, die steeds de rijke boerendochter bleef, was niet mogelijk. j,Na den dokter krijgen wij den apothe ker, kind! Mama Klasen is verlamd* sinds vele jaren, naar ik hoorde. Maar hij heeft twee dochters, die ik ken van zien en hoo- ren zeggen. Men noemt ze hier in de plaats juffrouw Chloral cn juffrouw Sulfonal. Ze helpen den oude/die, hij al zijn clwaash?-. den, een beste kerel is, in de apotheek; maar hij heeft heel weinig te zeggen eo past wel op, dat hij niet lang bij Lorenzen blijft zitten. Hier zijn wij er al...." De gewone apc-theeklucht kwam hen reed» bij het binnenkomen van het huis t© ge- moet. Zij kwamen in een gang en kondei* door een glazen deur rechts de apotheek zien. De heer Klasen stond achter een les senaar; toen het klein? mannetje echter zij: gasten zag, schoot hij als een pijl uit eer boog cp hen toe. Hii bracht hen naar óo ven en klopte rechts en links op een deur Bijna te gelijk ging deze deuren open en twee gestalten kwamen te voorschijn, die Klasen als zijn dochters Klara cn Senta voorstelde. Men ging in een kamer, waarvan de» meu belen lichtrood peluehe en dc gordijnen licht geel waren. De beide reeds eenigszins oud© meisjes namen Antje in haar midden en terwijl de een zei: We moeten vriendinnen worden, juffrouw Bergholm," verklaard© de andere: „Ik heb al van u gehouden van het eerste oogeublik af, dat ik u zag. Waarom komt u vandaag eerst bij ons?" Als een elastieken bal sprong Klara op er haalde een blad met koekjes, die ze verw klaarde zelf te bakken. En nauwelijks zat Klara, of Senta snelde weg om terug te ko men met vier klerine glazen cn een flescty Tokajer. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 13