No. 15483
XjEÏDSCHDAGBLAD, Zaterdag1 13 August as. Tweede Blad.
Anno 1910,
De Soordwijksche Strandkwestio.
Finaneieele Causerie.
FEUILLETON.
De gescheiden vronw.
ii.
Zooals we in het eerste artikel hebben ge-
kegd is Noordwijk-aan-Zee in de laatste
{vijfentwintig jaar aJs badplaats opgeko
men. De heer Bussink, vertegenwoordiger
yan de erven W. H. van Konijnenburg,
üeelde ons mede dat een veertigtal jaren
geleden dezo familie met een viertal bad
koetsjes was begonnen. Zij koos daarvoor
natuurlijk dit gedeelte van het strand, dat
,voor het bekende hotel lag. Men moet den
louden, aan het Noordwijksche strand wel
bekenden Piet Bedijn, badman bij uitne
mendheid, daarvoor maar eens aanklam
pen. Hij kan er alles van vertellen. Langza
merhand ontwikkelde zich het bad bedrijf, er
kwamen andere ondernemers bij en de ge
meente die van het Rijk ds> beschikking over
het strand had verkregen, hief een strand
recht van f 1.25 per badkoets en f 0.50 per
stoel voor het geheele badseizoen. Wat de
plaatsing betrof, hierbij gold het in dezen
jiiet onbillijke ancionnibeitsrechtde plaats,
'die door de exploitanten van het badbedrijf
'eenmaal was ingenomen, bleven zij elk jaar
behouden.
Voor nieuw beginnenden was dit evenwel
,nïet aangenaam. De meest voor de hanu
liggende terreinen hielden de oude exploi
tanten, die uit den aard der zaak bij de
■badgasten werden voorgetrokken en het
meest vertrouwd, zoodat het eindelijk in
derdaad moeilijk werd voor nieuwelingen
om er boven op te komen.
In de laatste jaren kwam de heer Yink,
wiens naam an de strandkwestie nogal eens
op den voorgrond wordt gebracht, badstoe
len ©xploiteeren en hij plaatste dezo wille
keurig vaak aan dat gedeelte 'van het
strand, dat voor het badbedrijf van de er
ven Van Konijnenburg, enz., werd ge
bruikt.
Dezo Yink scheen echter zijn bedrijf uit
breiding te willen geven door ook badkoet
sen te exploiteeren, iets wat te begrijpen
en te billijken was. Wie wil er in de wereld
niet vooruitkomen 1 Mocht hij voor deze uit
breiding het benoodigde kapitaal al niet
hebben, hij hoopte wel te zullen worden, ge
holpen en mensohen met kapitaal,, die het
.wilden 'doen,, deden daarmede zeker een
goed werk.
Nu geiooven wij uit de door ons van ver
schillend© zijden verkregen inlichtingen te
kunnen zeggen dat dit de aanleiding is ge-
jworden van de tegenwoordig© strandkwestie.
Door de andere ondernemers van het bad
bedrijf werd Yink geduld zoolang hij alleen
badstoelen exploiteerde, begon hij ook met
badkoetsen dan wenschten ze hem niet
langer op hun terrein te hebben.
Nu wilde het toeval want het zal wel
'toevallig zijn dat alle ondernemers pro
testant waren en de beginneling Yink
■Katholiek.
De Katholieken althans, zoo was de in
druk, dien wij uit de verschillende gesprek
ken met de Noordwijkers kregen, meenden
dat men met Vink ook den Katholiek uit
het badbedrijf wilde weren. In Protestant-
eohe kringen in Noordwijk-aan-Zee daaren
tegen heerscht de meerling dat men met den
heer Yink den Katholieken vasten voet wil
de geven aan het strand. Eerst een paar
koetsjes, straks meet en dan langzamer
hand ons verdringen, aldus sprak een pro-
testantsch Noordwijk-aan-Zeeër.
De Protestantsche invloed, die in Noord-
wijk-Binnen niet meer bestaat, moest ook
hier gebroken worden in Noordwijk-aam
Zee, zoo meendej men er.
Men ging zoover te geiooven, dat {het
Katholiek Dag. Bestuur daartoe zijn in
vloed aanwendde.
De heer Bussink o a. had dien indruk ge
kregen uit hetgeen de wethouder Alkemade
als loco-burgemeester jhem ten aanzien van
een deel van het door de erven Yan Konij
nenburg geëxploiteerde strand ffaft vódrge.-..
steld.
De jheer Alkemade konden wy niet te
spreken krijgen, maar zijn collega -Yan -der"
Meer, eveneens Katholiek,, verklaarde ons
Eeer beslist, dat van zijn kant van protec
tie van Vink niets aan was. Toen de voor
stellen tot strandverpachting reeds in staat
van wijzen waren, wist hij; nog niet eens,,
dat Yink voornemens was badkoetsen te
exploiteeren. Zeer toevallig hoorde hij het
te Oegstgeest van een wagenmaker, waar
deze badkoetsen had besteld.
Yan zijn kant zag hij in jhet oorspronke
lijk verpachtingsvoorstel om alleen pach
ters toe te laten* die minstens 30 badkoet
sen exploiteerden, hij nader inzien^ een be
vlekte poging om den katholieken Yink te
weren. Dat de Wethouders van een adres
van Yink aan den Gemeenteraad om een
gedeelte strand te pachten, zoo langen tijd
onkundig bleven, bracht hij ook (hiermede
in verband.
De heer Wilhelm Tappenbeek, hoewel
verklarende zich boven de partijen te stel
len en noch voorliefde te hebben voor het
Protestantisme, noch voor het Katholicis
me, zag toch ook in alles een streven van
de Katholieken om in Noordwijk-aan-Zee
terrein te winnen.
De burgemeester, die als officieel persoon
zich hierover niet wilde uitlaten, zooals hij
trouwens in de geheele kwestie verwees
naar hetgeen hij in openbare raadsvergade
ringen er over had gezegd, heeft in de ver
gadering van den Noordwijksch.cn gemeen
teraad van 17 Juni onomwonden verklaard
dat in de vergaderingen van 't Dag. Bestuur
althans geloof en politiek er steeds buiten
zijn gebleven.
„Ik heb thans het voorrecht" aldus
sprak hij „twee jaren aan het hoofd de
zer gemeente te staan, en heb in dien tijd
70 vergaderingen van het Dageliiksch Be
stuur geleid. Als ik zeer matig reken, zijn
in die 70 vergaderingen 700 besluiten geno
men en men kan wel nagaan dat zij niet
allen met eenparigheid genomen zijn. Nooit
is hierbij echter een geloofs- of politieke be
schouwing of beweegreden bij te pas geko
men en steeds was het gemeentebelang de
eenige drijfveer.
Een ander, in dit geval ook min of meer
officieel persoon, wiens naam wij echter niet
de vrijheid hebben te noemen, uit de katho
lieke partij gaf als zijn overtuiging te ken
nen dat van* hun kant althans het geloof
geheel buiten de kwestie stond.
Wij beslissen hier niet. Wij zijn als bui
tenstaanders te wecnig met de Noordwijk
sche toestanden bekend om er over te oor-
deelen, al blijft het ook voor hen, die mid
den in do kwestie staan, moeilijk de in
nerlijke roerselen van iemands handelen en
streven te leeren kennen.
Maar ter kenschetsing van den in de
Noordwijken heerschenden geest meenden
wij een en ander niet te mogen achterwege
laten. Het maakt in ieder geval een vreed
zame oplossing moeilijk als van weerskan
ten achter woorden en daden van anderen
bijbedoelingen worden gezocht.
Hoe nu echter, zijn B. en Ws., afgeschei
den van alle veronderstelde bijoogmerken*
tot het voorstel der strandverpachting ge
komen"? Het is ons uit het onderhoud, dat
wij met verschillende personen hadden,
niet duidelijk geworden.
Financieel voordeel werd met de nieuwe
regeling niet beoogd, zeide d© voorzitter.
Evengoed had men immers het bestaande
strandrecht kunnen verhoogen.
Was het om meerdere billijkheid te be
trachten en vrije concurrentie op het
strand te doen zegevieren?
Maar dan was het oorspronkelijke voor
stel van B. en Ws., waarbij een maximum
van 30 koetsen werd vereischt, toch niet zoo
aanbevelenswaardig. Want het mocht ver
ondersteld worden dat slechts weinigen in
staat zouden zijn zoo maar ineens met
minstens 30 koetsen „in zee te gaan". Men
sloot, dit moet den heer dr. Kervel worden
toegegeven, den kleinen man, togenoven
wien toch in de allereerste plaats billijk
heid paste, van de concurrentie uit.
En bovendien zou er toch cok een grond
van onbillijkheid in gelegen zijn, md-ci de
oude exploitanten van het badbedrijf, di6
de kwade dagen nu hebben doorgemaakt en
tot" den bloei van Noordwijk-aan-Zee heb
ben medegewerkt, op zeer hooge kosten,
„.eerden gejaagd of hun het sinds
jaren gebruikte strand werd ontnomen.
Een duur strand zou wel meer geld in de
gemeentekas brengen, maar indirect kon
het de badplaats schaden, doordat men. het
meerdere alliciht ging verhalen op de bad
gasten. De verpachting zx>u dan gelijken op
ftet slachten van de kip, die gouden eieren
legt.
Het verpachten van het strand voof
hoogstens vijf jaren werkt zooals wij
vernamen al reeds niet gunstig op de
ontwikkeling van het badbedrijf. Men
durft niet flink doorzetten omdat men
niet de zekerheid Iheeft bij een volgcndö
verpachting hetzelfde of evenveel strand te
kunnen krijgen. Dan zou men een tijdvak
van 10 of 15 jaar moeten nen^en.
Wij denken voor het naaste dat het in
1908 ingediend adres van P. Bedijn, en
dat de erven W. H. Konijnenburg om een
bepaald daarin aangeduid gedeelte van het
strand voor een aantal jaren te huren er
aanleiding toe hebben gegeven, dat B. en
Ws. over openbare verpacjhting zijn gaan
denken. Het bovengenoemde adres van
Yink heeft hen in dit gevoelen versterkt,
terwijl de regeling van het strandbedrijf t6
Zandvoort ten slotte hen als een navolgens
waardig voorbeeld voor de oogen heeft ge
staan.
En in den Raad rijn er geen bezwaren
tegen aangevoerd. Allen erkenden blijk
baar de billijkheid eener openbare ver
pachting.
Wij woonden de vergadering bij, waarin
het eerste voorstel werd aangeboden, en
vernamen uit den boezem van den Raad.
geen enkel principieel bezwaar.
De z.g. kantledcn, belanghebbenden uit
Noordwijk-aa-n-Zee, die deze vergadering
ook bijwoonden, hadden bezwaren te over.
En we dachten toen: wat zou het goed zijn
dat ook in den Raad zelf eens stemmen der
tegenstanders weerklonken.
Hadden B. en Ws. en de Raad vooruit ge
weten dat de strandverordeniDg zooveel stof
eou opjagen en zoodanig© booze demonen
oproepen als is geschied, zij zouden onge
twijfeld zich nog wel eens beraden hebben
voor zij haar hadden vastgesteld.
Wij zullen in ons volgend artikel de nieu
we strandverordening, de verpachting, en
de rumor in casa er door verwekt, eens wat
van naderbij bezien.
Er valt ditmaal melding te maken van.
belangrijk nieuws op meer dan één gebied.
Maandag j.l. werd te Washington door 't
Landbouw-Bureau gepubliceerd het offi-
cioele rapport omtrent d©n oogst. Daaruit
blijkt dat de Mais sedert een maand ge
leden vrij' sterk to lijden heeft gehad. Im
mers wordt de opbrengst goraaind op
2,897,758.000 bushels tegen 3,114,466,000
bushels verleden maand en een definitieve
opbrengst van 2,772,376.000 bushels 't vo
rige jaar. Een scherpe achteruitgang dus
tegen de raming van een' maand geleden,
wat niet' wegneemt," dat de huidige raming
tocli altijd nog 125,382,000 bushels blijft
boven de definitieve opbrengst van verleden
jaar. Do totale Tarwe-opbrengst (winter- en
voorj aars tarwe samen) wordt geraamd op
657,698,000 bushels tegen 625,183,000 del
vorige maand en een opbrengst van
737,189,000 bushels 't vorige jaar. Bij een
verbetering tegen de training der vorige
maand, blijft do huidige raming 79,491.000
bushels ten achter bij de definitieve op
brengst van verleden jaar. De meerdere op
brengst van Maïs weegt, in contanten uit
gedrukt, zoowat op tegen de mindere op
brengst van Tarwe. Ofschoon wc thans nog
maar enkele weken van den oogst af zijn,
karï er intusschen nog wel verandering ko-
ïnen ten goede of ten kwade. De kwaliteit
der Tarwe wordt zeer geroemd.
Voorts werden we vergast op de Kopor-
statistiek over de maand Juli. De voor
raden 170,641,000 pond wijzen een toenam1©
aan van 2,254,000 pond. De productie ver
minderde met 8,849,000 pond tot 118,370,000
pondde leveringen namen af met 3,143,000
pond tot 116,115,000 pond. Het verdient de
aandacht dat de voorraden nog gem l1/*
maand productie bedragen. Dé geruchten om
trent een combinatie van de pro du oen ten'
om tot inkrimping over te gaan, houden'
aan. Het valt nog altijd moeilijk te be
grijpen waarom men de oplossing der kwsstie
2oeki w'aaï' zé niet te vinden is. Inkirbmi-
ping der productie is een kunstmiddel om
den prijs van 't ïnietaal te doen stijgen, waar
van echt*» 't natuurlijke gevolg is, dat
ialjnetn, dié reeds lang 't bijltje er hij neer
gelegd hebben omdat ze niet rendeenen' bij
dezfe prijzen en die dus ook niet tot deze
oombinatie zijn toegetreden, zoodra de prijs
op eon niveau! komt, waarop ontginning
door hen weer kan worden aangevangen,
gretig van de gelegenheid, zullen gebruik
knaken en 'zoodoende de productie zullen'
doen toenemen. Een betere oplossing schijnt
nog altijd don prijs aan zijn lot over te
laten; hoe lager dezo gaat, hoe meer mijnen
moeten sluiten en hoe groot-er 't verbruik
wordt van, en de vraag naar 't metaal. £)at
do mijnen, die tegen lagen prijs kunnen
produceeren, zooals Utah Copper en Nevada
Consolidated op i 8 cents per pond, 'tbest
varen bij die politiek, blijkt wel uit 't feit,
dat bedden hun productie geregeld door
yesrkoopen tegen den prijs van 't oogcnblik.
De Canadian Pacific heeft een lialfjaar-
lijksch dividend aangekondigd van 31/* pCt
en Vs pCt, extra uit land verkoop en. De Union
en Southern Pacific verklaarden de ge
wone kvartaalsdividendcn van 2l/e en 1V2
pCt. respectievelijk. De jaarcijfers der,'
laatste twee Maatschappijen zijn schitterend.
Southern Pacific verdiende 14,501,000 doll,
"moer bruto en 6,300,000 doll, meer notto.
Union Pacific li,478,000 doll, meer bruto
én 1,794,000 doll, meer netto, waarbij valt
op te merken dat Union Pacific groot aan-
doelhoudster is van Southern Pacifio. In-
tusschen zijn dezo cijfers oude historie, om
dat 't boekjaar loopt tot 30 Juni dezes
jaars. Ten einde do vrachttarieven verhoogd
te zion, zal men de nelto's wel sterk doen
inkrimpen. Intusschen zal dit wel van tij
delijke® aard zijn, daar een redelijke ver
hooging der tarieven vrijwel zeker is.
De maandstaat der Sted Corporation be
treffende de onuilgevoerde orders was niet
erg opwekkend. Hij toont oen afname van
287.000 tons tot 3,971,000 tons aan. Dat
is 't laagste cijfer sedert Maart 1909.
Ziedaar wel zoo wat 't voornaamsto
nieuws, dat de week bracht. Over 't alge
meen zeker niet ongunstig. Een donker punt
is de politiek, do meest onberekenbare van
alle factoren en daarom do gevaarlijkste
Wat voert Teddy uit? In do „outlook", die
door hem, in gemeenschap met twee an
deren wordt geredigeerd, heet 't, dat de?
a.s. verkiezingen- niet zuilen beslissen om
trent de kwestie of de Republikeinen of d©
Democraten moeten winnen; ook niet of de
in- on uitvoerrechten moeten worden be
houden of verlaagd. Het zou ditmaal gaan
om de vraag of 't land moet geregeerd
worden door enkele rijkaards of door 't volk,
door do oligarchie of door de democratie!
Waarlijk oen grootsch planDe vraag is
echter of 't volk rijp is voor do revolutie*
en -of da oliegarchie zich maar zoo voetstoots
zal laton afdanken. De macht van 't kapi
taal is zoo ontzettend groot in de Staten'
en de aanbidding van 't gouden kalf zoo
danig doorgedrongen in *t karakter van heel
't volk, dat 't nobele plan van Teddy wel
niet zoo één, twee, drte, in vervulling zal
gaan. Wil men inderdaad beweren, dat de
spoorwegen publiek eigendom zijn, dan is
er slechts een weg: annexatie door den Staat.
Maar in dat geval is er evenveel belang
voor do politici van 't Roosevelt „genus"
om den to betalen prijs zoo la-ag mogelijk
te bodingen, als voor de magnaten om dien
zoo hoog mogelijk te stellen. En men kan
geredelijk aannemen, dat er nog heel wat
tijd van politieke agitatie noodig zal zijn,
om de sterke veste dor magnaten voldoend©
te verzwakken a.ls dit zelfs mogelijk
is. Bovendien is 't vrijwel z?ker, dat
annexatie der spoorwegen niet wordt ge-
wenscht door de Regeering. Is 't doel al
leen om wettelijke bepalingen te maken,,
waardoor de exploitatie der spoorwegen op
zoodanige wijze ten bate geschiede van t
publiek, als bijv. in Engeland, dan is daar
niets tegen. Maar 't denkende deel der
natie is te zeer overtuigd van 't feit, dat
do voorspoed der sporen be beekent don voor
spoed van handel en industrie, dus van 't
geheele land, dan dat de Roosevelt politiek
kans heeft van een leien dakje te gaan.
Summa summarum geiooven wij overigens,
dat de marlet dermate is gezuiverd, dat
een rijzing veel waarschijnlijker is, dan een
'daling, 't Is te hope®, dat mén zdcli daarbij
Iniet aan excessen' zal schuldig maken', noch
vrat betreft snelheidnoch wat betreft
hoogte. Trouwens Ook daarvoor is to mim
der kans, nxf een wilde kauseebeweging al
licht tot ongewenschte toestanden zou kun-,
nem aanleiding geven op da geldmarkt^
Zonder excessen in die richting mag men,
wel aannemen, dab do voorbehoedmiddelen,
die mén in toepassing gebracht heeft, ons
dezen herfst zond-er moeilijkheden op do
geldmarkt zullen doen doorleven.
Do kalmere houding der Amerikaansché
markt heeft allo and-e.ro markten gunstig
geïnfluenceerd, 't Best is dit zichtbaar te
Londen, waar de speciaal daar verhandelde
waardon, zooals Kaffirs en Rhodesions, En-
gelscke en Canadeescho sporen van een goede
tendenz blijk geven, daarin geholpen door
voortdurend goedkoop geld en de betaling
van oen bedrag van 4,000,000 pd. sb., in di
videnden op Kaffirs alléén. Do opbrengst
der mijnen over Juli wijst opnieuw een record
aan.
Het duro geld ten onzent schijnt einde
lijk de laatste dagen zijner regeering te ge-
moet te gaan. Woensdag werd 100,000 pd. st.
en Donderdag 50,000 pd. st. in baren goud
uit Engeland betrokken en Maandag volgt
waarschijnlijk meer. Ware 't niet, dat onze
Bank zich aan allerlei verouderde gebrui
ken vastklampt, dau zou ons land niet zoo
lang onder den druk van 't dure geld ge
zwoegd hebben. De Nederlandse he Bank
noemt alleen baren, die hoogstens 12,6 K.G.
wegen, terwijl het maximum gewicht dor
Engelsche Bank is 12,75 K.G. Nu is de
moeilijkheid om in Engeland baren to bo
rn acli ti geil, die minstens 0.15 K.G. minder
wegen dan dö meest courante soort, dio
123/i K.G. weegt. Vandaar dat, hoewel do
prijs, waarop do Engelsche Bank goud in
baren afgeeft zoodanig is, dat da invoer
bij 12061206Vi loon end is, tot nu toe
slechts mondjesmaat js overgezondenMen.
kan eenvoudig niet de vcreischto gewichten
la-ij gen. Het importeeren van zwaardere!
banen, dan onze Bank accepteert, is weer
onmogelijk, omdat de transactie door 't om
smolten tot 't juiste gewicht, 't opnieuw os-
sayocron etc., niet loonond zou zijnGe
munt metaal is slechts in to voeren bij 1204l/s
12043/4. Gelukkig, dat do Indische Bank
instellingen thans den goudinvo® bevorde
ren, door hun af giften van, cheque Londen,
tegen suikerverschopingen uit onze Oost,,
terwijl do ar bitrage-vraag grootondeels is
gedokt. W.
Onze Koninklijke Familie naar
België.
Het „Hbl. van Antw." schrijft:
Men verwachtte te Brussel het bezcolc
van president Fallières en van koningin
Wilheimina, en ter gelegenheid van dit
hoogstveraerend feit, zouden g-roote feeste
lijkheden worden ingericht.
Nu vernoemt men dat de zoogenaamde!
„internationale protocol" of hofetiket al dia
verwachtingen is komen in de war gooien.
Inderdaad, de Belgische Vorsten hun eerst©
bezoek aan buitonlandsche hoven gebracht
hebbend te Berlijn, zoo betaamt het, zegfc
men, dat het de Duitschc Keizer zij die
het eerste tegenbezoek te Brussel aan onzq
Vorston brengt.
En daar Wilhelm II zijn aankomst te
Brussel hoeft aangemeld in de maand Oc
tober, zal or gee.n tijd moer oversellietemj
om president Fallières of koningin Wilhol-
inina te ontvangen en rond te leiden op
do Wereldtentoonstelling.
Zoo deze protocol naar de letter moot
worde® gevolgd en president Fallicres zijn'
bezoek uitstelt tot de aanstaande Lente,
moeten wij hier koningin Wilheimina ca
prins Hendrik niet verwachten vóór den,'
zomer van 1911. j
Notarieel Staatsexamen.
's-Gravenhage. Eerste gedeelte. Geslaagd
do hoerenC. W. de Rochefort, Tiol; G. W.
Nagtglas Boot, Wageningen; G. C. v. Nieu-
wenliuizon, Maarssen; G. L. Born, Middel-
haraisF. J. C. Cox, Eiudhoven.
Tweede gedeelte. Geslaagd: mej. Joh. C.
Tukker, Briclle; en de hoeren J. C. M.
Knitel, Goes, en M. A. Verkerk, Kuilen
burg.
8)
„Hofraad Weser en andere geneesheeren
hielden het niet voor buitengesloten."
Weer kijkt zij hem smeckend aan.
Hadden zijn collega's haar slechts uit me
delijden een weinig hoop gelaten of....
,;Ik zal de klerne gadeslaan," beloofde hij
ontwijkend met de terughouding van den
ervaren geleerde.
Spoedig daarop nam hij afscheid.
Bij het weggaan wierp hij een blik op hefc
naamplaatje bij de voordeur: Mevrouw Iled-
wig Wender. Daar stonc. het: Hedwig! Hij
had het immers moeten begrijpen. En wat
was er van haar geworden? Een ongelukki
ge vrouw met een totaal mislukt leven. Dat
komt er van, wanneer bekrompen lieden
twee mensehen van elkaar scheiden, d e
van Godswege bij elkaar bebooren en el
kaar gelukkig kunnen maken.
Onhoorbaar, op gummiraderen deze
weelde veroorloofde hij zijn vermoeiden
zenuwen reed hij in zijn coupé door de
stille zijstraten. Wie hem op den heenweg
had gezegd, dat hij voor Hedwig zou staan
Hij had jarenlang nauwelijks aan haar ge
dacht. Nu kon hij over dit weerzien niet
heenkomenDe eerste liefde heeft iets
van een plant welke altijd groen blijft voor
zwaartillende naturen zoals zij en hij.
Hoe was het leven voor hem veranderd
sinds den dag, waarop zij, op de ijsbaan uit
glijdend, zich in haar angst aan zijn mouw
vastklemde en den bedeesden student
Erichsen mede op den grond sleurde. Toen
zij beiden geheel verlegen opstonden, stelde
hij zich aan haar voor. Zij w .3, ondanks
haar krachtige gestalte en haar negentien
jaren, schuchter als een bakvisch en hij
kreeg een kleur, wanneer hij tegen een
meesje moest spreken.
Ja, het begin van hun kennismaking was
komisob, maar het einde was treurig. Twee
onbeholpen, gesloten naturen met een ouder-
wetschen rijkdom van gevoel en een treu
rige jeugd, hadden elkaar gevonden. Zij be
minden elkaar vol illusies en opofferende
toewijding. Hij wilde voor haar werken, zij
tien jaren op hem wachten en hem dienen.
Het gebeurde echter anders. De rijke, be
krompen bloedverwanten, die het meisje,
dat vroeg wees was geworden, als kind had
den aangenomen, wezen den onbemiddelden
jongeling af.
Hedwig schikte zioh. Haar al te nauwge
zette aard veroordeelde haar uit een over
dreven gevoel van dankbaarheid tot blinde
onderwerping.
En hij
Hij was nu een geneesheer met een druk
ke praktijk, maar nog altijd niet getrouwd.
Niet omdat hij de „een", die hij gaarne
had gehad, niet kon vergeten. O neenEen
man van zijn leeftijd met een interessant
beroep, velerlei indrukken en zware plich
ten, kon zich niet met sentimentaliteiten
ophouden. Maar hem beviel geen andere;
dat was het. De meisjes waren hem te mo
dern met haar luchtige levensopvatting.
Aldus werd hij als jonggezel steeds zwaar-
tillender. De vrouwen beschouwden hem in
't geheel niet meer als een huwelijkscandi-
daat. Yan allen* die hij kende, wenschte hij
rioh geen enkele tot gezelschap, als hij zich
eenzaam en gedrukt ge oolde.
Zal hij bij zijn eerstvolgend bezoek weten
dat ik een gescheiden vrouw ben'?
Die vraag kwelde mevrouw Hedwig bo
ven alle andere. Zij kende Erichsens op
vatting. Zou hij een steen op haar wer
pen, omdat zij de gemeenschap met een
man, dien zij had leeren verachten, n:et
langer had kunnen verdrag m?
Zij sloeg hem, toen hij terugkwam, wan
trouwend gade; hij was onbevangen en har
telijk, vermeed echter bescheiden elke toe
speling, zoowel op haar huwelijksomstan-
digheden als op hun gemeenschappelijk ver
leden. En toch zeide een inwendigo stem
haar: Hij heeft je herkend, hij zwijgt uit
een gevoel van kiesckheidhij weel alles
Erichsen onderzocht de kleine en be
schouwde haar, zonder z>:ch vcorloopig over
haar toestand uit te laten. Hedwig drong
er ook niet op aan. Langzamerhand werden
zijn bezoeken een behoefte des harten voor
haar. Er kwam emotie in haar eentonig
leven; gaandeweg verdween uit haar oogen
de uitdrukking van loerende vrees, alsof
hij haar onverwacht zou kunnen slaan. De
vrees voor het tergende medelijden der
anderen, die onverholen haar kind voor
haar ongeluk hielden, waarvoor er slechts
één uitkomst bestond, neen. Zij wil er niet
over denken!
Zij huivert; het grootste verdriet, dat haar
het leven nog kon aandoen, wenschte men
haar onder het masker van welwillendheid
toe.
Hij, Gerhard, Goddank, hij begreep haar 1
Als een juichkreet ging het door haar ver
bitterde ziel. Iemand, die in haar weemoe
dig maar heilig geluk kon komen, hetwelk
haar de verpleging van dit mooie, engel
reine wezentjo bereidde.
Juist wijl het zoo hulpbehoevend was,
had zij het immers dubbel, onbogrensd lief
In hefc bijzijn van Gerhard deed zij haar
moederlijk gevoel geen dwang aan. Zij boog
zich teeder over de kleine heen. Wanneer
zij maar een enkelen keer glimlachteZij
zou haar hartcbloed geven voor een blik van
herkenning in de prachtige, blauwe oogen
van haar kind.
Welk 'n schat van onbaatzuchtige tceder-
heid wist die vrouw te gevennoe mooi had
zij kunnen zijn met haar slanke gestalte,
haar oog?n, welke het kind van haar had
geërfd, en dien rijkdom van glanzend,
zwart, glad haar, waarvan de krans van
vlechten het halve achterhoofd bedekte
Maar haar ontbraken houding, kracht, la
chen: de zonneschijn van geluk en liefde.
Als mevrouw Hedwig opkijkt, ontmoet zij
zijn bewonderende blikken. Zij bloost ver
legen. Is zij dan nog jong, dat Lij haar zoo
aankijkt?
Drie dagen later bezoekt hij haar weer.
Als hij het salon binnentreedt, maakt dit
op hem een veel vriendelijker indruk, be
paald gezellig. Witte kleedjes op de tafels,
voor het raam bloeiende azalia's en de pen
dule met den vroolijken jagersjongen tikt
haastig, alsof zij den verloren tijd moet in
halen.
De vrouw des huizes treedt Erichsen met
een lieven glimlach te gemoet. Yoor het
eerst niet in het grijs, maar in een lichte,
jeugdige blouse* met de kleine Margot op
den arm
„Reeds weer?" Hij dreigt haar verwij
tend met den vinger. ,,U moet het kind
niet altijd dragonHet is grooter dan een.
kind van vier jaren gewoonlijk u en juist,
omdat de ledematen onbeweeglijk zijn, zeec
moeilijk te houden."
„Beknor mij niet!" Gehoorzaam zette
do kleine op de sofa tusschen kussens. „Ik
wilde 11 niet boos maken; ik had het echter,
vergeten."
Deemoedig-bescheiden als een jong meis
je: „Gij en mij boos maken! Ik zou dengene
wel eens willen zien, dio boos op u zo?
kunnen zijn. Ik verzoek u slechts telken*"
opnieuw: ontz e u
„Voor wien?" Gelaten staat zij voor het
raam en kijkt naar buiten, waar de sneeuw
in dikke vlokken neervalt.
„Yoor mij, die u aanbidtwien gij na
do eerste de laatste liefde van zijn leven zijfc
geworden," riep zijn hart. Wanneer hij dat
hardop zeide?.... Dan zou zij hem zeker
verwonderd aanzien. Zij had immers geen1
liefde meer te geven. Die behoorde immers
uitsluitend haar kindEen gevoel van wrok
welde in hem op tegen het onnoozele wezen
tje, dat moeder niet van een vreemde ko^
onderscheiden.
„Gelooft gij voor u aan geen geluk meer?'^
Zijn somber gelaat maakto haar Ixv
schroomd. Wat heeft een gescheiden vrou
nog van het leven te verwachten
„Zoolang mijntind leeft, heb ik geluk go,
noeg."
(Wordt vervolgd).