TÜLTOÏÏEEEMBH.
RECEPT.
Het is niet algemeen bekend, dat bet
taton<e«ren bij de Japanners nog bestaat.
[Wel is bet bij de wiet verboden, omdat het
een barbaarsche gewoonte is, een beschaafd
.volk als di© Japanners onwaardig; maaT wij
weten het, dat een gewoonte, die zoo vast
is ingeworteld bij de lagere klassen, tallooze
malen zal ontdok-en worden. De kunstenaars
pp dat gebied hebben daar zulk een ge-
vestigden naam, dat Europeesclie matrozen
een reisje naar het land van de Rijzende
Zon makten, om in de gelegenheid te komen
fcich op prachtige wijze te laten, versieren.
Het tatoueeren van de huid, zooals dit
.voornamelijk in d-e lagere klassen bij de
Japanners geschiedt, is daarom zoo merk-
(Waardig, wijl h'et zmlk een buitengewone
(artistieke vaardigheid vertoont.
Van alle volken, die in den loop der
jaeuwen een hoogen graad van beschaving
Rebben gekregen, ^ijn de Japanners bijna
bet penige ras, dat aan het tatoueeren is
getrouw gebleven.
Deze versiering is niet, zooals in de wes-
jtfersehe landen, beperkt tot een klein gïdeelte
van het lichaam, maar gewoonlijk is de
geheclo rug pn ook een gedeelte van de
ledematen er mee bedekt. Het hoofd, de
nek, de handen en de voeten worden echter,
pooit getatoueerd.
Vooral onder do werklieden in de groo-
jtere steden en de koelies is het nog een
zeldzaamheid, wanneer men een bejaarden
man aantreft, zonder op rug en armen op
Je bekende wijze te zijn versierd.
De teekeningen stellen yan alles yoör,
Voornamelijk groote draken, leeuwen, slag
veld-en, fraaie vrouw enkoppen, geschieclkun.
idige tafereel en, bloemen en dergelijke.
De kleunen, die bij het tatoueeren gebruikt
worden, zijn zwart, dat na d'ö behandeling
(er als blauw, uitziet, en verschillende tinten
Van rood.
De eerste kleur wordt verkregen met het
gewone schrijfmateriaal, namelijk Oostin.
dischen inkt; .voor rood wordt cinnaber ge-
nomfen.
Wanneer iemand zicli wenscht te laten
jtatoueenen, zoekt hij in een of ander pren-
ibenboek naar do een of andere voorstelling,
[welke hem aantrekt. De kunstenaar bekijkt
dan de te maken figuren en schelst die op
de huid, pf, wanneer hij zeer bedreven is,
iwordfc door hem alleen een omtrek geschetst,
(waarop onmiddellijk de details volgen.
[Wordt bij de bewoners der Zuid zee-eilan
den aan do tatoueering een godsdienstige
beteekenis gegeven, bij de Japanners is dat
Volstrekt niet bet geval.
Het penseel, waarvan de kunstenaar zich
bedient, bestaat uit een stel zeer fijne enl
scherpe naainaalden, waarvan, er vier, acht,
twaalf of twintig, ja soms zelfs veertig,
stevig samen in een stuk ho-ut ziju ge
vestigd. De punten liggen alle in hetzelfde
ylak, behalve wanneer schaduwen moeten
pangegeven worden, in welk geval de naal
den verder uitsteken naarmate de scliaauw
sterker moet wezen. Een behandeling met
dergelijke oombinatie yan korte en lange
paalden moet .vooral zeer pijnlijk zijn.
Op de plaats, waar het zoogenaamde pen-
peel werkt, wordt de huid tusschen den duim
ten den .voorsten vinger van den operateur
gespannendaarbij houdt hij tusschen den
derden en vierden vinger van dezelfde hand
een gewoon penseel, dat vooraf in inkt of
cinnaber gedoopt is. Hij houdt het houten
blokje, waarin de naalden in rijen van tien
zijn bevestigd, in zijn rechterhand, brengt
den inkt of de kleur op do naalden en
begint nu de huid met ongelooflijke snel
heid te bewerken en met de naalden te door
boren; bij laat daarbij zijn rechterhand op
den duim van z^ijn linkerhand rusten en
brengt tslkens een nieuwe hoeveelheid inkt
pf cinnaber aan d3 toppen der naalden.
Zeer te verwonderen is het, dat bij zulk
een snelheid, namelijk met een tiental naal
den, niet minder dan honderd prikken per
peoondiö, toch nog fraaie figuren en goede
slagschaduwen verkregen worden. Op deze
wijze kan (een handig operateur de borst,
de maag (en den rug van een volwassen
man in één dag behoorlijk tatoueeren.
v De portoon., die behandeld wordt, lijdt bij
zulk een operatie niet zooveel pijn als men
zou denkenwant de prikken gaan niet
diep (-er komt zelfs geen bloed te voorschijn)
en veroorzaken eerder een soort van jeuk
dan van pijn.
Toch is dat niet altijd zoo. Vooral op
plaatsen, waar slagschaduwen mo-eten ko
men, en waar dus de naalden dieper in
de huid dringen, doet de bewerking wel
degelijk pijn, en komt er meest altijd bloed
naar de» oppervlakte. Vooral het tatoueeren
op de ellebogen en knieën gaat met pijn ge
paard; vandaar dat heb als oen teeken van
mannelijkheid geldt, zioh ook op die plaatsen
te laten versieren.
Zoodra de operatie volbracht is, worden
de behandelde plekken met warm watar
afgewassehenwaardoor de kleur duidelij
ker te voorschijn treedt. Een paar uur na
bet tatoueeren heeft de patiënt in lichten
graad de koorts, doch dat duurt slechts kort
en na drie dagen is de huid overal ge
nezen en kan de man weer gewoon aan
zijn werk gaan.
De oudste mededeeling omtrent het tatou
eeren dagteekent van voor ongeveer drie
duizend jaar. toen een Chineesche prins,
dien men tegen zijn wil tot troonopvolger
had benoemd, zich liet tatoueeren, ten einde
zijn troonsbeklimming onmogelijk te maken.
Behalve het tatoueeren, dat, wat China
betreft, nog (alleen in Birma schijnt te
bestaan, maken de Japanners nog gebruik
van den moxa, wat ook op de huid wordt
aangebracht. Dat zijn een aantal ronde witte
vlekken, die men op het lichaam van den.
Japanner aantreft. Dit zijn. de moxa-vlek-
ken, verkregen door het branden van het
vleesch met- een bepaalde soort van plant,
moxa genaamd, met het doel om de een
of andere plaatselijke aandoening te gene
zen. Dit branden geschiedt aldus: In Mei
worden de bladen van Artemisia chinensis
gedraaid en tot poeder gewreven en de massa
in kleine blokjes geperst. Zulk een stukje
legt men op de verlangde plaats en steekt
het nu aan. Natuurlijk wordt daardoor een
wond gebrand, die na genezing een wit tee
ken overlaat. Het geloof aan de goede uit
werking van een dergelijke remedie is npg
algemeen; ze schijnt met hetzelfde do?l ge
bruikt te worden als bij ons de trekpleisters.
Gevulde komkommers.
3 Komkommers, pLm. 300 Gr. kalfsgehakt
of 200 Gr. kalfsvleeschrest-en, 30 Gr. oud
brood zonder korst, d.L. melk, zout, pe
per, noot, pl.m. 60 Gr. boter.
Bereiding: De komkommers schillen, af
spoelen, overlangs doorsnijden, het zaad er
uit nemen, de komkommers even opkoken
in water met veel zx>ut. Het gehakt op de
gewone manier, goed gekruid, aanmaken,
in de komkommers doen, deze met den
open kant boven naast elkaar in een vuur
vasten schotel leggen, waarin men de bo
ter heeft laten smelten, ze met een dun
laagje paneermeel bestrooien. De komkom
mers in matig warmen oven laten gaar en
licht bruin worden, onder af en toe be
druipen.
Gisteren passeerde de tram op bet druk
ste punt onzer stad.
Hoewel alle plaatsen bezet waren sprong
er toch' een arbeider op, die, men kon het
hem aanzien, een beetje te veel pret had
gehouden en daardoor nu juist niet vast
meer op zijn beenen stond.
Meer uit voorzichtigheid, dan wel uit be
leefdheid, lieten de heeren, die op het bal
kon stonden, onzen vriend door, want
van dronken lui heb je maar last zoodat
hij binnen in het rijtuig belandde.
Dooi het schokken van het rijtuig kor.
onze maat in het geheel niet meer onbe
weegijk blijven staan en fijne damesvoetjes
en blank-gepoetste heerenschoenen raakten
menigmaal tusschen zijn voet en Jen bo
dem gekneld.
Gemompel en verontwaardiging over
dien lompen kerel hoorde men van beide
kanten en men stond er op, dat de conduce
teur hem er uit zou gooien.
Maar te midden van dat gemompel eü
leven stond een goedig heer op en met
een vriendelijke, bijna zalvende stem
zei hij
„Nee! nee! mijn beste menschen, laat
hem nu kalm gaan zitten
De verontwaardiging der passagiers sloeg
in luid lachen over en de bijna schreiende
dames van daareven gilden het uit van d6
pret, toen de dronkene zijn weldoener hij
de hand nam en uitriep: „Dank... u, o...
dank u, meneer, uw... weet zeker ook w...
w... wattt 't zeggen wi„ as... je 'm... om...
om hebt."
Verkeerd begrepen! Jan was
de nieuwe hotelkneoht, en vervulde voor
den eersten nacht zijn nieuwe en verant
woordelijke betrekking. Het was vijf uren
in den morgen, en zoo ver had Jan alles
wat hem bevolen was gedaan, en 't ging
best.
„Roept zeventien op de derde verdieping
en vier op de tweede!-" beval de nacht
klerk, opziend van zijn boek. Jan gehoor
zaamde.
Nadat hij al een heele poos weg wasj
stond de klerk op om te zien, of hij de
goede nummers gewekt had.
„Nou," zei de nieuwe knecht, dien bij
tegenkwam, van de derde verdieping neer
dalende, „dat was een heele toer, de zeven
tien heb ik er uit, maar met de andere
vier moet ik nog beginnen."
Bedenkelijk Politieagent:
„Kom eens gauw van dien muur af!"
R ep o r t e r: „Pardon, ik ben journa-
lit en moet een bericht over den brand
schrijven."'
P 0 1 i t i e a g e n t: „Och wat, kom er
af, zeg ik u. Daarboven mag u niet blijven.
Het bericht over dn brand kunt u morgan
in de courant lezen."
Geldige reden. Mevrouw (vU
bet kindermeisje)„Jansje, waarom wil je
weg? Je hebt het toch heel goed bij ous
J ansj e: „Dat wel, mevrouw, ma^r -Ie
kinderen zijn me te bang voor soldaten."
Laatste argument. Zij als
haar man haar toestemming en geld voor
de reis naar een zeebad weigert): „Schaam
je; zelfs niet dat beetje water gun je me."
De prikkelige vrijer. „Wat
heb je je vrijer voor zijn verjaardag ge
geven, Mina?"
„Een scheerabonnement."
Tegenstrijdig. Vraag: „Wat
is bet toppunt van tegenstrijdigheid
Antwoord: „Als een confiseur-glacier
zijn ijs warm aanbeveelt.'"
Haar gedachten waren bi',
hem! Mevrouw (met groote harte
lijkheid baar thuis komenden echtgenoot
begroetende): „Dag, manlief, ben je daar
eindelijk van dat akelige bureau? Ik beb
den geheelen dag om je gedacht."
Manlief: „Zool Maar mijn twaalf
uurtje heb je vergeten te sturen!'7
Dokter: „Wat zie ik Drinkt u bij
liet eten? O, maar dat moet u nooit te ge
lijk doen, dat is erg ongezond!"
„Vrouw, neem bet eten weg!"
Onderdenhoe d. Voor een „con-
ditorei", waar veel dames buiten zitten:
Echtgenoot: „Kellner, kunt ge ook
zeggen, waar mijn vrouw is?"
Kellner: „Zeker, meneer, op de der
de rij, onder den zevenden hoed van links.'7
Op de Sterrenwacht. Astro
noom: „Ziet u nu den Kleinen Beer?"
Jonge dame* „Neen."
Astronoom: (stelt nogmaals den kij
ker)„Nu toch wel?"
Jonge dame: „O ja, nu zie ifc hem}
snoezig! Wat een aardig klein diertje."-