Uit de Rechtzaal.
Burgerlijke Stand.
Eerste Kamer.
Ingezonden.
fiBaagiche Rechtbank»
Diefstal en heling van koffie en
suiker te Le iden.
Voor dezen diefstal stond terecht Andries
'Joh. D., 58 jaar, koffiebrander te Leiden,
cn als heelster had gefungeerd de 54-jarige
'Maria S., huisvrouw van P. D., uitdraag
ster te Leiden, die naast dezen man in
de bank der beschuldigden zat.
Eerste beklaagde was in dienst geweest bij
Iden heer Van der Linden, firma Bicsiot,
aan de Haarlemmerstraat, en wel niet min
der dan 22 jaar. Hem werd ten laste ge
legd, dat hij in deze dienstbetrekking van
15 Maart tot 19 Mei koffie en suiker had
gestolen.
Daarbij ging hij aldus te werk. Hij pakte
ieerst kleine hoeveelheden koffie, later een
kilo en eindelijk bovendien nog een zak
Buikcr van 2lA K.G. in de vuilnisbak. D.
kwam met den vuilnisman overeen, dat
deze deze zakken naar de overbuur aan
den achterkant van den winkel, vrouw D..
iii de Van-der-Werfstraat bracht. Dit ge
schiedde» in den laatsten tijd éénmaal in
de wook. Hij ontving daarvoor om de veer
tien dagen f 1.
De man bekende met schokkende stem.
Hij had het meer „uit wraak dan uit heb
zucht gedaan. Hjj was 22 jaar bij de firma
in dienst geweest en toen de heer Van der
Linden in de zaak kwam, werden hem al
lerlei onaangenaamheden aangedaan, geld in
gehouden en boeten gegeven, ssoodat hij on
verschillig werd.
Do president achtte dit toch een zonder
linge eu voor hem kwade manier van wraak-
{uemen.
Het 54-jarig juffrouwtje D. moest nu zich
jeens verklaren. Het was begonnen, zoo zeide
zij, doordat beklaagde een werkbroek had
gekocht van haar en gezegd„Ik wil er
I jou wel wat boontjes voor brengend Zij had
1 er geen kwaad in gezien en dacht, dat het
laf gekeurde boonen waren of zoo iets. Hij
kocht er dan van haar een cn ander voor.
Later iiecft zij er heelemaal geen kwaad
in gezien en werd hot een gewoonte.
„Hbo kwam je er toch bij zei do pre
sident gemoedelijk. Het vrouwtje wist het
oolc niet; zij was nog nooit eerder met de
politic in aanraking geweest.
Als eerste getuige werd gehoord de
feigenaar B. J. H. van der Linden, die
mededeelde,, dat do branderij een afgesloten
'gedeelte is, en daar was de brander alleen
[werkzaam. Er komen wel 20 a 30 balm
ongebrande koffie a 60 K.G. in, die daar
gebrand werden en in zakken van 90 K.G.
worden geborgen. Controle is dus moeilijk.
(Vroeger werden zij in kleine zakken afgc-
jwogen, maar toen men D. niet recht meer
.vertrouwde, was dit veranderd. Hij stond
al lang onder verdenking van niet trouw
te zijn, daarom had hij ook verboden, dat
beklaagde Voortaan de vuilnistonnen aan dsn
Vuilnisman gaf. Hij had daarvoor een bij
zonder persoon aangewezen. Beklaagde zeide,
dat dit niet waar was. Er werden, langer
dan .ecu jaar, al suikerwerken vermist.
Op oen vraag van den verdediger van de
tweede beklaagde, mi. P. E. Briët, hoe ge
tuige over haar dacht, verklaarde deze, dat
zij steeds bekend stond als een eerlijk, zorg
zaam vrouwtje, dat een talrijk gezin heeft
grootgebracht. Hij had haar, die juist tegen
don achteruitgang van zijn werkplaats en
magazijnen woonde, wel eens geprotegeerd
pn geholpen en had daarvan nog geen spijt.
Arie de Vogel, vuilnisman, in dienst van
■Gebr. Blok, had meermalen do vuilnis ton
faan gen omen met de wetenschap, dat er
•koffio en suiker in zat. Hij had deze be
zorgd bij vrouw D- zonder te denken, dat
hij er kwaad mee deed. Hij had er nooit
jocri cent voor gekregen.
Do president maakte hem er attent op
[toch voorzichtig te zijn. Hij kon anders
ook wel eens in do bank der beschuldigden
komen.
Maarten Koster, rechercheur van politie
Ito Leidon, die, toen de verdenking op be
klaagde rustte oen zak van binnm had
gemerkt, stelde zich daarna verdekt op en
vond do koffie en suiker in het vuilnis
vat eu nam er ook in beslag bij vrouw D.
Het was voor de politie oen .verrassing
[vrouw D. als heelster te moeten vinden. Zij
had aan een geheel andere persoon gedacht.
Bij de politie stond vrouw D. ook heel
best bekend.
Het O M., requisitoir nemende, meende
dan oolc, dat in dit geval dc healster niet
peil zoo ernstig misdrijf had gepleegd als
ide steler en vroog voor den eersten beklaag-
do twee maanden en voor de tweede drie
{weken gevangenisstraf.
De verdediger had nooit met zoo groote
sympathie en zooveel overtuiging clemen
tie gepleit als thans voor deze cliënte, zeide
liij. Zij is cen«£koopvrouw, maar heeft bij
do politie nog nooit ouder verdenking ge
staan. Hoe zij er toe gekomen is tracht
pleiter tc verklaren uit het feit, dat het in
die buurt bekend was, dat er bij deze firma
voel gestolen werd. De gestolen koffie werd
daar zelfs in een kroeg verhandeld en af
geleverd aan winkeltjes buiten.
Hij kende het gezin van beklaagde ook
persoonlijk en pleitte daarom met nog meer
overtuiging voor een lichtere straf. De wet
stelt als minimum écn dag. Pleiter wilde
dit. niet voor zijn cliënte vragen, doch wees
[niettemin met vrijmoedigheid dc rechtbank
jer op.
De eerste beklaagde zeide*-nog, dat ook
hij voor dezen nooit met de politie in
aanraking kwam en vroeg voor zichzelf
clementie.
Poging tot omlcooping van
eon ambtenaar te Noordwijk.
Daarvoor moest dp 23-jarig© D. J. van
[Rh., geboren te Voorhout, wonende te Noord-
[wijk, terecht staan.
Dc politie-agent Eet had liem bekeurd
(wegens oen motor- en rijwielwet-overtreding
Jen toen hal hij volgens ve/balbant tegen de
zen gezegd, dat er voor hem een kwartje
{aanzat, indien hij liem niet bekeurde. Dit.
(werd door den agent nogal hoog opgono-
inen en heden moest beklaagde daarvoor
ifcerecht slaan als een poging tot omkooping.
Eerst ontkende hij het gezegd te hebben en
hij verklaarde later dat hij er geen kwaad
in had gezien.
Het O. M. eisohte 7 dagen gevangenisstraf.
Boloediging der politie te
V oorburg.
Do landbouwer J. J. K., te Voorburg,
had den veldwachter M. Korenstra aldaar
voor een gemeenen dief gescholden.
De gemeente had een riool opgebroken
en het ijzer daarvan naar het gemeente
huis laten brengen. Beklaagde meende, dat
het gedeeltelijk hem toebehoorde. Hij sprak
er den veldwachter over, die hem zeide,
dat Jiij het mis had,. Het ijzer behoorde de
gemeente toé" Daardoor ontstak het boertje
in .toorn en sloeg, er allerlei onaangename
woórdét^ïult. O.a. zeide hij: jij bent al net
zoo'n gemeen© dief. als al die anderen
Beklaagde had nu berouw. Hij wist eer niets
van of hij het wel gezegd had, maar zijn
zoon en oen buurman hadden het gehoord,
evenals de veldwachter. Het zou dus wel
zoo zijn. Zoo kwaad had hij het echter
niet bedoeld.
Nu, het O. M. maakte het ook niet zoo
erg g»n vroeg ©en boote van f 7 subs. 14
dagen hechtenis.
Uitspraak Dinsdag 19 Juli.
Amsterdamsche Rechtbank.
Een kruidenier te Naarden was herhaal
delijk tot de ontdekking gekomen dat tij
dens zijn afwezigheid geld uit zijn woning
werd gestolen. Toen nu op 8 Mei j.l. we
derom pl.rn. f 31 uit zijn linnenkast was ver
dwenen, nam hij de politie in den arm. Op
12 Juni, j.l., toen de kruidenier er met zijn
vrouw op uit was gegaan, doch vooraf 2
Tijksdaalders en 5 guldens met een kruis
had gemerkt, stelde een agent zich verdekt-
op. Al spoedig bleek dat een overbuur van
den kruidenier, een gehuwd man die vroe
ger bij hem in dienst was geweest, over de
schutting klom, een raam open schoof en
den diefstal pleegde.
Gisteren heeft hij voor de rechtbank te
rechtgestaan.
De subst.-officier mr. Bruyn vorderde fe-
gen hem 1 jaar gevangenisstraf.
Een 69-jarige man pas uit de rijkswerkin
richting ontslagen, had op het Damrak een
ruit van een winkeldeur ingeslagen en later
op klaarlichten dag in een horlogcmagazijn
aan den Haarlemmerdijk een groote spiegel
ruit verbrijzeld en zich van een gouden hor
loge meester gemaakt.
Het wai hem, volgens zijn verklaring gis
teren voor de rechtbank, louter te doen om
van de straat te komen.
De subst.-officier mr. Bruyn vorderde
gisteren tegen hem wegens landlooperij twee
dagen hechtenis en 2 jaar en 9 maanden ver
blijf in een rijkswerkinrichting; voorts we
gens den diefstal een maand gevangenis
straf.
Het ingestorte huis te Breda.
Door de heeren J. Mermans en Th. Beckers,
resp. aroliitect te Breda, en aanne
mer te Princenhage, is appèl aangeteekend
tegen het vonnis der rechtbank te Breda,
waarbij zij wegens het veroorzaken van dood
door schuld, werden veroordeeld resp. tot
3 en 2 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank te Assen heeft gisteren den
kleermaker "W. S., tc Rolde, wegens brand
stichting op 31 December in zijn eig-sn
woning, 'tot 4 jaar gevangenisstraf met af-
trek der vocxrloopigo hechtenis veroordeeld.
TER-AAR. Overleden: J. J. Hoogervoret,
wedn. van E. Terhaar, 79 j. H. A. van 8 moor en-
burg D. 3 w.
WOUBHUGGE. Bevallon: A, Buis geb.
Bontenbal Z.
WASSENAAR. Geboren: Adrianns Antonins
Cornelis, van G. P. C. de Smit en G. E. Noord-
hoff. Anna Maria, D. van P. Pntker en A.
v. d. Geer. Elisabeth Maria, D. vanJ. Meiland
en A. Kaptqn.
Ondertrouwd: G. K. v. d. Horst 26jaaren
M. A. Klomp 27 jaar.
Overleden: J. C. Vogels jm. 28 j. C. de
Moei Vr, 55 jaar.
ZOETER. WOUDE. G eb ore n: Petronolla Alida,
D. van C. van Teijlingen en P. C. Janson.
Getrouwd: Nicolaas Dniinebier 22 j. eu
Jannetje Eriks 25 j.
Opgave van personen, die zich te
Leiden hebben gevestigd.
A. Brinks en gezin, Korte Hansenstraat
1, spoorwegbeambte.
M. M. van der Veen, Pasteurstraat 42.
J. Severrien, Ufcr. Jaagpad 36, tuinier.
J. Elles, Rapenburg 105, bouwk. opzich
ter.
H. W. Scheuer en gezin, Zoeterw. Singel
78, gep. majoor der genie N. O.-I. leger.
A. F. Grijping, Utr. Jaagpad 41, bank
werker.
C. M. Lekkerkerker, Jan-vau-Houtkade
20 A.
J. L Langeveld, Haarlemmerstraat 226,
verpleegster.
G. Brobbel Dorsman, Zoeterw. Singel 47,
dienstbod©.
G. C. Nauta-Van Wingen en gezin, Hooi.
gracht 51.
J. van Bènten en gezin, Haverstraat 95,
koetsier.
P. Kokkes, Nieuwe Rijn 62, bakker.
D. Henny en gezin, 5de Binnenvest-gracht
9, kellner.
J. Bontenbal, Pieter Huibertsliof 8.
C. P. Nollen, Aalmarkt 28, winkeljuf
frouw.
D. Labmyère en gezin, Haverstraat 12.
J. Huisman, Hoog© Rijndijk 21, dienst
bode.
J. R. Brouwer, Pr. Hendrikstraat 15 A.
W. Verbrugge, Botermarkt 16, winkeljuf
frouw.
Wed. Kneyber en gerin, Oude Ve9t 123.
H. Brugman en. gezin, Zijlstraat 1 A,
schoenmaker.
Bij de beraadslaging gisternamiddag ovor
het wetsontwerp tot verhooging van Hoofd
stuk VIIB der Staatsbegrooting voor 1910
(17de predikant dor NedHerv. Gcm.
te Rotterdam) zeide de minis-
tor van financiën, de he^r Kolk
man, dat liet voor hem uiterst moeilijk
is andere gegevens te verstrekken omtrent
den-toestand van Rotterdam, dan die van
d© gemeentelijke kerkelijke autoriteiten, waar
de gemeente Rotterdam niet onder een hoo-
gere kerkelijke controle staat.
Spr. motiveerde nogmaals het toekennen
van deze suhsidi© voor een 17den predi
kant. Wijst men er op, dat andere kerkge
nootschappen niet bij den Staat aankloppen,
daarvoor kan spr. een woord van hulde
hebben, maar dat behoeft niet .te bewijzen,
dat de Rotterdn.Tn.sche gemeente niet deed
wat zij kon.
De grondwettige .kwestie lijkt spr. ten
slotte uitgeput en on-cerbiedig uitge
drukt zou spr. willen zeggen: men zou
predikant moeten wezen, om er nog over
te kunnen praten.
Tegenover den beer Van der Feltz be
streed de Minister de bewering, dat liet-
tweede lid van art. 171 der Grondwet al
leen zou slaan op de predikanten, in 1815
in dienst. Zou men den eisch stellen, dat
alleen subsidie gegeven kon worden voor
een reeds aangestelden leeraar, dan zou men
het artikel tot een schijnbcpaling maken,
aangezien de Gemeente toch zou zeggen geen
predikant te kunnen aanstellen en de Staat
met subsidie te wachten tot er een predi
kant aangesteld is; aldus ging men een
cirkelgang.
Nogmaals verklaarde spr. ten slotte, dat
met deze zaak geen precedent gesteld wordt.
De beraadslaging werd gesloten en het
wetsontwerp, zooals wij reeds meldden, met
21 tegen 17 stemmen verworpen.
Tegen stemden d© heeren Laan, Bloember
gen, Broebaart, Waller, Rahusen, Staal,
Welt, Stork, Woltjer, Röell, Van Lobcn
Seis, De Jong, Van Wclderen Rengers, Frans-
sen, Sickenga, 't Hooft, Van Leeuwen, Pe-
linck, Doyes, Van der Feltz, Van Star
ken borgh.
Hiorna werden nog tal van kloin-yrc ont
werpen aangenomen, o.a. nadere bepalingen
omtrent den accijns; het arbitrage-v-erdrag
tusschen Nederland en Italië; de onteige
ning voor het bouwen van eon stadhuis en
post- en telegraafkantoor te Rotterdam en
voor een pakketpost- en expeditiegebouw der
posterijen aan do Dc-Ruyter-kade te Am
sterdam; het ontwerp ter naasting van den
spoorweg G oudaSchoonhoven.
Do Kamer ging toen tot nadere bijecn-
r&oping uiteen.
„D© Nieuwe Courant" zogt van de Ka
merzitting van gisteren o. in.
De Eerst© Kamer hoeft haar zittingjaar
besloten met een verwerping. De 17de Rot-
terdamselio predikant, dien zij midden in
d© discussie van 1 Juli jl.l had laten staan
wachten, moet, na lien dagen in spanning
te hebben d-oorgebraeht, platzak naar huis
gaan. Met 21 tegen 17 stemmen ontzegde
man hem eon traktements-subsidie uit de
Staatskas.
De Kamer heeft zich niet laten over
tuigen door do herhaalde verzekering van
den (Minister van Financiën, dat er „niets aan
dit wetsontwerp vastzit" en dat men alle ver
dere aanvragen (waarvan er een aantal in
uitricht zijn gesteld) elk naar haar eigen
mérites zou kunnen booordeelen. Hiermede
is nu uitgemaakt, naar ons voorkomt, dat
verdere uitbreiding van de financieele be
trekkingen tusschen Staat en kerkgenoot
schappen al zegt art. j 171 der Grond
wet, dat het kan niet gewenscHt wordt..
Hot is althans niet waarschijnlijk, dat
een Minister van Financiën zich, na deze
ervaring, door oen Roomschen bewindsman
met een aanvraag ten behoeve van oen Her
vormd predikant opgedaan, ooit wocr aan
iets dergelijks zal wagen. In deze weigering
moge, vergelijkenderwijs, iets onbillijks ge
legen zijn tegenover de Ned.-Herv. Gemeen,
to to Rotterdam, toch valt er dit voor te
zeggen, dat nu althans dc toepassing van
genpemd Grondwetsartikel gefixeerd is go-
warden, totdat het door een ander zal zijn
vervangen. Bij do aanstaande Grondwets
herziening zal het niet ongewijzigd kunnen
blijven.
"Vijf antirevolutionaire stommen werden er
tegen uitgebracht, die van de heeren Waller,
Woltjer, Van Löbcn Seis, Franss-en en
't Hooft. Overigens stemde dï geheolc lin
kerzijde (16 man) tegen, anders dan in de
Tweede Kamer, waar het ontwerp vier stem
men van links verkreeg. Alle Roomschen
gingen met den Minister van Financiën en
den dominee mode.
Onder de menigte wetsontwerpen, die aan
genomen werden, whs ook dat tot subsi-
dieering van het moer uitgebreid en uit
gebreid lager onderwijs. Daarbij deed zich
het curieuze verschijnsel voor, dat de heer
Woltjer op wiens wenk het. ontwerp
vroeger zoodanig was gewijzigd, dat er vcor
de linkerzijde van de Tweede Kamer het
mooie van af was er nu in zijn ge-wij
zigden vorm niet van wilde weten en tegen
stemde. Met liem de heeren Laan, Staal
en Röell, wier bezwaren wel evenwijdig zul
len geloopen hebben aan die, wellce de lin
kerzijde der Tweede Kamer deden tegen
stemmen, nadat het amendement-'Wijnbergen-
Van der Molen de oorspronkelijke bedoeling
was komen faussoeren.
Het „Handelsblad" zegt:
Het bedenkelijke tornen aan den status
que in zake de verhouding tusschen Kerk
en Staat, dat minister Kolkman met dit
voorstel, vrij luchtigjes, zou hebben begon
nen, is dus gelukkig nog tijdig gestuit.
En de Eerste Kamer heeft dus weer tens
gedaan wat de Tweede had verzuimd.
De „Nieuwe Rotterdamsehe Courant":
Aan de overzijde van het Binnenhof was
het voorstel (omtrent den predikaat) er met
45- tegen 21 stemmen doorgegaan. De gan-
sche rechterzijde heeft daar voorgestemd
(evenals vier unie-liberalen). In onzen Se
naat echter, waar het politiek opportunisme
veelal minder welig tiert dan in de Tweede
Kamer, konden de meeste anti-revolutio
nairen het niet over zich verkrijgen, voor het
verleenen der subsidie te stemmen. Men was
bevreesd voor het stellen van een vèr-rei-
kend antecedent; men sprak van onrecht
vaardigheid jegens andere .minder welwil
lend beduchte Ned.-Hervormde Gemeenten,
om van de Gereformeerde Gemeenten
(die troetelkinderen van sommige anti-revo
lutionairen) maar heelemaal te zwijgen. En
ook van liberale zijde werd hetzij onder be
roep op de geschiedenis (gelijk de heer Van
Weideren Rengers in de vorige vergadering
deed), hetzij op grond van grondwettelijke
bezwaren, het voorstel, bestreden. Die oon-
stitutioneele bezwaren werden behoeven
wij het nog te zeggen aangevoerd "cïoor
den trouwen wachter bij onze staatsrege
ling, den heer Van der Feltz, die meende,
dat artikel 171* tweede lid, der Grondwet-
niet toeliet, dat vaststelling van een sfagts-
traktement aan de beroeping van een pre
dikant zou voorafgaan. Wij moeten er aan
toevoegen, dat dit argument op niet onver
dienstelijke wijze door den Minister bestre
den is geworden.
Hoe dit zij, de Ned.-Herv. Gemeente te
Rotterdam zal liet zonder de f 1500 rijkssub
sidie moeten .stellen.
In het Kameroverzicht van „Do Maasbo*
de" 'lezen wij
Ofschoon die beslissing gevallen is buiten
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, mo
gen we er in dit overzicht wel op wijzen, dat
juist heden, Dindagochtend de Provin
ciale Staten van Zuid-Holland het Eerste
Kamerlid Van Heeckeren van Keil niet- als
zoodanig hebben herkozen. Die beslissing is
gevallen zonder dat oc-k maar één stem ten
gunste van den aftredende, werd uitge
bracht. En daarbij heeft vooral den door
slag gegeven het feit, dat de heer Van
Heeckeren in de eerste jaren van zijn. lid
maatschap bijna nooit de zittingen van den
Senaat bijwoondeterwijl hij later, toen hij
dan als senator iote minder non-actief was,
zijn activiteit bepaalde tot het bespreken
van zijn eigen aangelegenheden; terwijl hij
nooit deelnam aan beraadslagingen over
's lands belangen of die liepen over onder
werpen van belangrijke, politieken aard. En
ten slotte gaf, tot het nu gevallen votum
der Provinciale Staten van Zuid-Holland
nog deze overweging den doorslag, dat d©
heer Van Heeckeren door zijn jongste op
treden in de Eerste Kamer heeft bewezen
niet te kennen het onderscheid, dat er be
staat tusschen de Eerste Kamer en hetgeen
tot haar territoir behoort^ en de Tweede
Kamer met haar eigen territoir.
De heer Van Heeckeren is dus beden ge
vonnist
En juist op hetzelfde uur, waarop de Zuid-
Hollandsche Staten bezig waren dit vonnis
te voltrekken, kwam in de Eerste Kamer
de heer Van Lamsweerde het opnemen voor
dezen diplomaat-senator. Immers kwam de
heer Van Lamsweerde op tegen de wijze,
waarop in de vorige zitting tijdens het Van-
Heeckeren-debat. de motie-Rengers is aan
genomen, welige motie toen het debat deed
doodloopen.
De bezwaren van. den heer Van Lamsweer
de v/aren van zuiver formeeden aard. Im-
mers verklaarde hij dat zou geschonden zijn
art. 39 van het Reglement van Orde. Maar
het grappig© daarbij was, dat Hij, om deze
formeele bezwaren te berde te kunnen
brengeu, zich plaatste op zuiver-practisch
standpunt en do motie-Rengers eenvoudig
verklaarde te zijn een motie tot sluiting, van
het debat. Dit nu was die motie niet. Zij
was de zuivere motie van orde; een motie,
waarin de Kamer, zich voldaan verklarend©
over de gegeven inlichtingen, concludeerde
om over te gaan tot do orde van den dag.
Practisch leidde zij wel tot hetzelfde re
sultaat als een motie tot sluiting van debat;
maar formeel was zij iets geheel anders.
En formeel kon men zich er dus nooit op
beroepen, dat art. 19 van bet Reglement
van Orde geschonden was.
Wat deed nu echter de heer Van Lams
weerde 1
Hij wierp al dat formeele op rij en noem
de de motie-Rengers op zuiver-practische
overwegingen een sluitings-motie. Maar een
maal zoo ver, begroef hij zich dan weer
plotseling zeer diep onder formeele bezwa
ren, om aan t© tooncn, dat die, door hem
zelf eerst verfomfaaide motie niet deugde.
De Voorzitter hield dan ook staande, dat
er bii het Van-Heeckeren-debat geen infor
maliteiten zijn gepleegd. En toen memand
bet woord meer vroeg, werden de beraad
slagingen gesloten waarmee ook dit restje
van het Van-Heeckeren-debat van de baan
Ten slotte werd toch nog het traktement
voor de 17de predikants-plaats te Rotter
dam geweigerd. De Kamer stemde het af
met 21 tegen 17 stemmen. Een stemming
overigens, die niet bij all© tegenstemmers
kan voortgekomen rijn uit anti-kerkelijke
gevoelens. Er zullen daarbij wel andere
overwegingen hebben voorgezeten; en zoo
zou het ons niets verwonderen, als sommi
gen hebben tegengestemd alleen uit vrees
voor de consequenties, die van het toe
staan van dit predikantetraktement h'et ge
volg zouden kunnen zijn.
De heer Van der Molen is vandaag ook
nog vijf minuten in de Eerste Kamer ge
weest om zijn wetsontwerp tot wijziging dei
Lager Onderwijswet (Tegeling der bevoegd
heden van de houders der onderwijsakten,
uitgereikt in 18903 to verdedigen. Daar eï
niemand het woord vroeg, bepaalde die ver
dediging zich tot het plaats nemen door den
heer Van der Molen in een der senatoren-
banken die hij, scheen h'et, slechts noode
en aarzelend verliet.
Wat zélfs de Voorzitter grappig schijnt te
hebben gevonden.
Mijnheer de Redacteur 1
Met kracht en klem wil ik opkomen tegen
do valsohe voorstelling van den anoniemen
Briefschrijver, als zou ik meermalen, oo
ware berichten in dit blad plaatsen.
In al de jaren van mijn correspondent
schap heeft nog nooit iemand mij van on
waarheid in dit blad beschuldigd terwijl het
van algemeene bekendheid is en ook in
dezen Brief weer is gebleken, dat dc Brief
schrijver met de waarheid soms rare bok-
kesprongen maakt. Daar is hij dan ook
anoniem Briefschrijver voor.
Wat de twee door hem genoemde feiten
betreft, wil ik mededeelen, dat de haring-
prijzen mij door den officeelen afslager
worden bekend gemaakt, en wat de zaak
met die ruiten betreft, de heer anonieme
Briefschrijver heeft in dezen zeker een even
onpartijdig onderzoek ingesteld als naar de
bewuste bedreigmg&zaak.
Dit, wat mijn naam als eerlijk correspon
dent aangaat.
Wat den heer officier van justitie bewo
gen heeft, de „zaak'"' niet voor vervolging
vatbaar te vinden, ligt voor mij en zeer veel
anderen nog in het duister; wellicht komt
ér later meer licht in deze zaak. Dat ik de
onschuldig-verklaring niet mededeelde, is
omdat het geding nog niet ten einde, maar
integendeel in vollen gang is. Wel kan ik
mededeelen, dat wij van welingelichte zijde
vernamen, dat de Inspecteur een dagvaar
ding heeft ontvangen om voor den kanton
rechter te verschijnen^ ter zake van het te
gen het verbod in op het aardappelenveld
komen.
De Briefschrijver zegt op onderzoek te
zijn uitgegaan doch bij wient Had hij zijn
licht opgestoken bij de beleedigde partij
of het aantal getuigen aan haar zijde, zijn
oordeel zou wel anders rijn uatgcrvallen.
Maar de goede man wil, dat de politie
gevreesd wordt; dus is zijn oordeel
steeds eenzijdig.
Wij willen hier even weergeven de woor
delijke verklaring van een ooggetuige, die
er geen belang bij heeft, de zaken an
ders voor te stellen dan deze rioh' hebben
toegedragen.
„Toen ik 's avonds ongeveer halfzeven van
mijn werk huiswaarts keerde, zag ik, dat
P. Haasnoot stond te praten met een Pater
van het gymnasium te Katwijk-B innen en.
mijns inziens hadden zfj nogal een neftige
woordenwisseling en daarom Bleef ik staan
kijken.
Ik hoorde toen den Pa-ter zeggen, dat,
wanneer hij den bal niet uit hef aardap
pelveld mocht halen, hij de politie zou
laten halen. Nadat een zekere Tan Egmond,
fotograaf te Katwijk-Binneu, genoemden
Pater wat in het oor gefluisterd had, reed
hij weg, waarna P. Haasnoot weder aan
zijn werk ging. Ongevéer een halfuur na
het vertrek van den heer Van Kgmond
kwam de inspecteur van politie pér Beta
aanrijden en begaf zioh naar den Pater.
Na met desen e enige woorden gewisseld te
hebben, begaf hij rich in het aardappelen
veld en begon naar den bal te zoeken, waar
op de Gebrs. Haasnoot zich tot hem bega
ven en op den dijk, grenzende aan het
aardappelenveld, hem verschillende keeren
aanmaanden hun aardappelenveld te verla
ten, met de opmerking, dat, wanneer hij ge
vraagd had, deze handeling te mogen doen,
dit niet geweigerd zou rijn.
De inspecteur antwoordde hierop, dat
hij dit niet behoefde te doen, daar bij dit
doen moest vanwege de bediening van zijn
ambt.
Door mij werd niet gezien, dat één der
Gebrs. Haasnoot den inspecteur bedreigde,
hoewel er wel heftige woorden werden ge
wisseld. Daarna haalde de inspecteur een
revolver uit een tasehje en hield die in de
hand
Ek hoorde daarna den inspecteur de
woorden bezigen, ongeveer in deeen zin
omvat:
,,Ik schiet er door heen." De ander© woor
den rijn door mij niet goed verstaan. Hier
na verlieten de Gebrs. Haasnoot het land.
Na nog eenigen tijd in het aardappelen
veld gezocht te hebben werd de bal dooï
den inspecteur gevonden en aan den Pater
ter hand gesteld."
(Volgt de onderteekening).
Uw correspondent voor Katwijk-aan-Zee
Katwijk-aan-Zee, 13 Juli 1910.
CORRESPONDENTIE. Een paar
ingezonden stukken moesten tot een vol
gend nummer blijven liggen.
Vereeniging; Tan huiseigenaren.
Onlangs heeft te 's-Gravenhage een ver
gadering plaatg gehad van vertegenwoordi
gers van vereenigingen van huiseigenaren
te Amsterdam, Leiden, Haarlem, Den
Haag, Delft, Dordrecht en Rotterdam, op
welke vergadering middelen van verweer
werden besproken tegen de huidige toepas
sing van de Woningwet en plaatselijke ver
ordeningen en tevens het denkbeeld ter
sprake kwam van 't oprichten van een Lan-
delijken Bond van vereenigingen van Huis
eigenaren. Een voorloopig comité werd ge
kozen, waarin o.a. zitting nemen de heeren
Peeters (Amsterdam)Van der Horst,
(Leiden), Eckhart (Den Haag) en Schaf-
fers (Dordrecht).
Als gevolg der getroffen voorbereidingen
heeft dit comité nu tegen Donderdag 14
Juii a.s. een groote vergadering te Utrecht
uitgeschreven en per circulaire de vereeni
gingen van huiseigenaren in ons land tot
deelname uitgenoodigd.
Op deze vergadering zrullen in hoofdzaak
de volgende punten besproken worden:
In beginsel te besluiten tot oprichting
van een „Landelijken Bond van vereenigin
gen van Huiseigenaren."
De middelen van verweer tegen de hui
dige toepassing en uitvoering van de Wo
ningwet en plaatselijke verordeningen en
het op touw zetten eener beweging om bij
de in uitricht gestelde wetswijziging der
Woningwet, de bestaande grieven aan de
Regeering kenbaar te maken, en haai* over
de beJAngen der huiseigenaren in t© lichten.