LEÏDSGH DAGBLAD, Woensdag1 13 Juli. Tweede Blad, Anno 1910. PERSOVERZICHT. iff O. 15*&56 Het „H andelsblad" stelde de vraag of dc" liberale beginselen nog toekomst hebben. Vast staat, dat de aanhangers der vrijzin nige beginselen in Nederland in aantal ver minderen. Maar daaruit het gevolg te trek ken, dat die vermindering zal voortgaan, dat binnen afzienbaren tijd geen kentering te verwachten is, kan allerminst gerecht- - vaardigd genoemd worden en mag zeker piet geschieden zonder te trachten de oor- zaken van dien verminderden invloed na te gaan, zonder te trachten de gevolgen daar van te overzien. Het zij dan echter tevens erkend, dat de vermindering van het aantal kiezers aieü doet denken aan wat een Engelsch partij leider het heen en weer zwaaien van den partij-slinger noemde. Wij hebben hier wel licht niet te doen met de reactie, welke zich in de sympathie der kiezers steeds vertoont tegen elke partij, die lang regeeringspartij is geweest. De verminderde beweging is een gestadige geweest, het afbrokkelen te gelijk naar links (de sociaal-democraten) en naar rechts (de kerkdijken) was onmiskenbaar en er is dus alleszins reden naar de oorza- ken daarvan te zoeken. Tot inleiding van haar onderzoek schrijft het blad eerst over de liberale beginselen zelf. Alle liberalen (daaronder de vrijzinnig- demccraten begrepen) hebben gemeen het beginsel der vrijheid. In dat woord, dat beginsel, heeft steeds de kracht en tevens de zwakheid van de liberale partij gelegen. De kracht... omdat juist in die vrijheid de onmisbare levens voorwaarde gelegen was van de ontwikke ling der liberale denkbeelden, omdat alleen daardoor het mogelijk was steeds gebruik te blijven maken van de lessen, die de erva ring, de nieuwe waarnemingen omtrent de werking en het wezen van onze maatschappij ons gaven. Wij konden onze denkbeelden i steeds herzien en waarlijk in die zestig jaren zijn de begrippen omtrent ware vrij heid, en dus omtrent de wetten, die de vrij heid bevorderen, zeer veranderd. Er is thans geen liberaal meer, die niet streeft haar be perking der vrijheid van handelen van een deel der burgerij, ten einde daardoor de vrijheid van het grootste deel te bevestigen of vermeerderen. Hij, die niet erkent, dat de Staat vaak dwingend en regelend moet ingrijpen, ook in het economisch leven der burgerij, omdat juist de vrijheid van een groot deel der bevolking dat eiocht, zal zich Ifovir»s niet liberaal noemen. D:e vrijheid is tevens de zwakke plek van het liberalisme, als staatkundige partij, om- 'dst een groot© verscheidenheid van mee ningen- omtrent tal van zaken mogelijk blijft, omdat alle partij-tucht en het hard nekkig vasthouden aan dogma's aan nauw keurig omschreven partij-programma's on mogelijk is. Steeds herziet het liberalisme? zichzelf, maar steeds blijft dat herzien ge paard gaan met onderliugen strijd, met on derlinge critiek, met splitsing in verschil lende partijgroepen. Wij zijn gelukkig in ons vertrouwen, dat die zwakke plek wel steeds onze zwakke plek zal blijven, en wen- schen waarlijk niet dat ooit „suocespolitiek" de oorzaak zal zijn van een doodsche gelijk vormigheid en volgzaamheid, die, in strijd als zij is met het wezen van liberalisme, we tenschap en beschaving, slechts verklaard eou kunnen worden door gebrek aan leven, doordien onverschilligheid voor staatkun dige idealen strijd om de voordeelen van politieke macht heeft gebracht. Ook in de liberale partij heersdht groot Verschil van meening, in welke mate de Staat ordenend en regelend op kan treden, en wat de Staat aan ingezetenen kan ver schaffen, „om hun het volle genot der be schaving te verzekeren", zonder een te na- decligcn invloed te oefenen op de produc tieve krachten van het volk waarvan de- welvaart immers afhangt en op het ka rakter en de geestkracht van de ingeze tenon. Het „H andelsblad" toont- dit aan de programma's der vrij© liberalen en vrij zinnig-democraten aan, en besluit: Wij zien dus, wel beschouwd, theoretisch 'een groote overeenkomst tusschen vrij-libe- ralen en vrijzinnig-democraten. Beiden zijn principieel niet tegen wetgeving ter „econo mische versterking van de zwakkeren in de samenleving." Beiden zien de nadeeien en d© bezwaren, daaraan verbonden. Het on derscheid is slechts, dat de vrij-liberalen te kennen geven, die bezwaren zoo sterk te gevoelen, dat de vrees gewettigd is voor te snel ingrijpen in het economisch leven der burgers; terwijl daarentegen dc vrijzinnig- democraten het wenschelijk achten door hun alom verspreid politiek program de misvat ting te doen post vatten, dat zij voor al'les, !wat den misbedeelde be voordeelen kan, to vinden zijn en dat niets in hun beginselen hen daarvan zal weerhouden. Het feit is dan ook, dat bij den wetgeven- tien arbeid het onderscheid tusschen vrij liberalen en vrijzinnig-democraten lang zoo groot niet is als deze programma's zouden deen vermoeden. Een verklaarbaar feit, wanneer men bedenkt, dat die programma's ïiiet bestemd zijn niet bestemd kunnen «zijn om dien wetgevenden arbeid te rege len, doch slechts om de kiezers meer of Ininder volledig in te lichten. De schrijver van de rubriek „sociale en politieke problemen" in de „Nieuwe Arnhemsoh'e Courant" zegt over de rechterzijde: De rechterzijde is op dit oogenblik een iwonderlijk allegaartje. Zij steunt op volksgroepen, wier maat schappelijke belangen vreemd tegenover felkander staan. De christelijk-historische jonkheer en de katholieke arbeider uit de industrieele cen tra ven Brabant en Twente. De katholieke Rr<X' -industrieel en dc anti-revolutionaire gnda rbeider van Friesland en Zeeland. De me luyden en de mannen, met vel© na men, naar de woordkeus van ch\ A. Kuy- per. De kleine middenstand en de kringen deT groot-nijverheid. En noem nu maar de groote vraagstuk ken, die den inhoud der politiek vormen, die in het hart der publieke aandacht staan, of onmiddellijk wordt duidelijk, dat een blijvende samenwerking gevaarlijk en onvruchtbaar moet blijven en tot een lieil- looze verwarring moet leiden. Moet de volksinvloed worden uitgebreid, ja dan neen Is kloek© social© hervorming door het ini tiatief van den Staat gewenscKt? Naar welke grondslagen moet het belas tingstelsel worden geregeld in gemeente en Staat? Is verdere uitbreiding der landverdedi- ging en verzwaring der militaire lasten ge oorloofd in verband met de draagkracht van het volk? Nu zij onmiddellijk erkend, dat, bij alles, wat de gToepen, waarop de rechterzijde steunt, gescheiden houdt, en hen op d.m duur verdeelen zal, gemeenschappelijke neigingen hen vereenigen. Op eenige zeer speciale onderdee'en van wetgeving, van zedelijken en godsdionstigjn aard, kan een tijdelijke eenheid tot stand komen, die den schijn van diepere eensge zindheid en samenhoorighcid wekken kan. Zoo ten opzichte van huwelijkswetgeving en van strafrecht en dan nog lang ■'iet zon der uitzondering. De opvatting van huwe lijk en strafrecht, en van den eed is onder katholieken en protestanten nog volstrekt niet principieel gelijk. Verder ontkennen wij ook beslist, dat de opvatting, in de rech terzijde over deze dingen gebruikelijk, de ©enig-mogelijke is naar christelijke jevens- beschouwing. Het is zeer wel mogelijk, dat men zich tot bestrijding van de ideeèa der rechterzijde verplicht rekent -op crhUseljjbe gronden. Maar hoe dit dan ook zij, in eenige bijzon dere détails bestaat een eenheid aan de echterzijde. De politiek echter wordt meer-en-meer be- heerscht door het sociale vraagstuk. En niet zoodra zal dit probleem de poli tiek volkomen beheerschen en met haar de regeling van kiesrecht, belasting, militairis me, arbeidsduur, staatspensionneering, volksonderwijs aller aandacht opeiscben, of de innerlijke tegenstrijdigheden der rech terzijde op dit terrein zullen uitbreken. Over liberalen en sociaal-demo craten zegt „De Nieuwe Courant" o. m. „"Wat wij willen schrijft „De V ad et- la n d e r" is een. bloc van Links tegen over het bloc van Hechts. Eesn bloo in dien zin, dat men zich onderling zal verstaan over de te bevochten zetels. En zulk een bloo is voor ons geen einddoel, zelfs geen middel om het regeeringskasteel j© verove ren, maar alleen het middel om den poli tieke® strijd weer terug te brengen op den bodem der waarheid." Dit laatste verlangen doelen wij, maar van het middel begrijpen wij niets. De waar heid in den politieken strijd, ïmtwaar, zou dan toch in uw eigen gedachte herwonnen worden door de rechtsche coalitie uiteen te slaan. En welk middel kunt gij bedenken om haar hechter aaneen te smeden dan tegen over haar te stellen ^en bloc van links, dan haar in haar geheel, onverschillig van welken kant te bekampen in duurzaam ac- coord met de sociaal-democratie? Van de vorming van zulk een bloc kunt gij maar 'één ding hopen. Nooit, dat het de rechtsche coalitie uit elkaar zal drijven, maar slechts dat het eenmaal hij de ver kiezingen de "meerderheid der stemmen op zich vereenigen zal. Dan hebt gij aan de coalitie de meorderheidsmacht ontnomen en als bloc zal zij zich opmaken pm diq te herwinnenInmiddels zult gij zelf met met de verkregen overwinning hopeloos ver legen staan, want daar gij als bloc- in uw strijd om 'de waarheid u de meerderheid der 'Kamerzetels zaagt toevallen, zoo zult gij als bloo hebben te regeeren. Gij zult Tdet kunnen volstaan met aan het land te zeggen: ziehier, de coalitie is verslagen hier hebt gij de waarheid, zegevierend in de politiek, doe er mee wat u blieft. Neen, het land zal aan u zeggen: Gij" hebt de meerderheid, riegeerEn dan zult gij, o triomf der waarheid, een regeeringsprogram, -hebben op te stellen op de gezamenlijke basis der liberale, radicale ©n sociaal-demo- ora tische, hoe heet het ook weer b ©- ginöelenl De heer ^oodhuyzten heeft sinds de ver kiezingen Van 1909 een prij zenswaardigen ijver *aan den dag gelegd in het bijeen brengen Van vrijzinnigen van de meest on derscheiden schakeering; vrijzinnig-democr<u ten en vrij©-liberalen heeft hij door zijn publieken lof gelijkelijk doen blozen het zou .ondankbaar zijn dit niet te ©rkeOnm. en gedenken. Maar, wie zulk werk pon a more verricht, moet toch met Est ge bruik Van het spreekwoord „de kool en de 'geit sparen" in de polemiek voorzichtig zijn. Of de liberalen voor wie ©en linksch bloc met de sociaal-democraten incluis niets begeerenswaards of zelfs aannemelijks heeft, onvermijdelijk hij de rechterzijde te land zullen komen en dus maar beter deden da delijk daarheen over te gaan staat nog te bezien. Maar dat zulk een bloc onder de leiding, neen onder de heerschappij der socdaal-democratie zou staan, daaraan kan geen twijfel bestaan. En dat juk schudde de heer Roodhuyzen maar eens van zich' af, als hij het zich eenmaal heeft opge legd! Neen, wij blijven bij onze waarschuwing elke politiek, elke ©enigszins duurzame tac tiek zelfs, die de sociaal-democratie aan het winnen of behouden van zetels helpt, is Vioor liberalen volstrekt verwerpelijk. Ih het „Sociaal "Weekblad" be spreekt nu. dr. H. J. Tasman de Memorie van Antwoord van den Minister van Land bouw, enz. op het Voorloopig Verslag der Tweed© Kamer in zake het wetsontwerp op dgii nachtarbeid van bakkers. Hij constateert, dat het antwoord is een goed gedocumenteerd b±tocg, dat tegelijkertijd, handig van de zwakke punten hij de aan vallers gebruik maakt, en concludeert ver der Ongetwijfeld zullen' ook na lezing dezer Memorie van Antwoord nog wel „princd- pieole" tegenstanders van dit wetsontwerp overblijven. Wij zijn echter overtuigd, dat deze krach tige, goed verzorgde ©n uitvoerig en dui delijk gemotiveerde bestrijding dier in het Voorloopig Verslag aangevoerd© argunucn,- ten, toch vele aanvankelijke tegenstanders zal hebben bekeerd. De kansen op aanne ming, die hopeloos schenen, zijn o.i. onge twijfeld versterkt. Geschiedt dit, dan zal een stuk sociale wetgeving, dat reeds jaren min of meer ac tueel is geweest, poeds verschillende ont werpen heeft zien komen en weer verdwij nen, eindelijk afgedaan zijn. Daarmede zal dan een stap gedaan zijn, die tegelijkertijd, al is zij niet meer de oerste stap op dat gebied, toch om den ruimen omvang van principieel© beteokenis moet worden geacht voor wettelijke beperking van arbeidsduur ook voor volwassen mannen. Hot Leidsche Gemeentearchief. Aan het verslag over 1909 is nog het vol gende ontleend: Na de reeds vermelde klooster-archieven werd door den gemeente-archivaris, mr. Overvoerde het archief van het sin te Gabha- rina gasthuis ter hand genomen. Hierbij werden d© ruim 150 charters door hem be schreven, waarbij de in 190S teruggevonden 142 charters konden gevoegd worden. Bij do bewerking bleek, dat de meeste charters op een bijzondere wijze gemerkt waren, die de archivaris ook reeds vroeger bij eenige charters onder de nog,te bewerken klooster- archieven had aangetroffen. Een verder on derzoek leidde tot de ontdekking, dat zich hieronder een groot aantal charters bevon den, die niet als geheel tot een der kloosters waren te brengen, doch waaronder took vele waren, die in verband bleken te staan met de Leidsche klooster-, en gasthuisarchieven. De bewerking van deze ruim 500 charters moest nu voorgaan. ^Hierbij kon reeds ter stond. de afkomst van een honderdtal char ters worden vastgesteld, en mr. Overvoorde hoopt dat dit aantal nog vermeerderd zal worden na vergelijking met de carbularia en rekeningen. Bij de verdere bewerking van het gasthuis-archief in 1910 gelukte het hem op deze wijze hieronder nog ongeveer 20 charters van dit archief terug te vinden. Van een andere, collectie eigendomsbewlj-zen kon geen. verband met een der archieven worden aangetoond. De voorloopige be schrijving dezer collecties geschiedde deels door mr. Oyervoorde^ deels door den heer Bijleveld. Het kleinere archief van. het O. L. V. gast huis werd door mr. Overvoorde ter bewer king gegeven aan Mr. Meerkamp van Emb- den. De beschrijving werd door mr. Over voorde nagewerkt en aangevuld, doch kon nog niet worden afgesloten voordat ook de andere gasthuis-archieven voorloopig zijn bewerkt, daar de mogelijkheid niet is uitge sloten, dat hieronder ook bescheiden van dit gasthuis verdwaald geraakt zijn. Behalve voor de bovengenoemde werk zaamheden en het in het net schrijven der afgewerkte inventarissen en regestanlijsten, werd weder veel tijd geëischt voor het be antwoorden der talrijke aanvragen om in lichtingen. Onder de kleine werkzaamheden valt nog het volgende te vermelden. Van mr. Th. C. van Eyk Bijleveld te Hee renveen werd het archief Ier heerlijkheid Alkemade ter inzage ontvangen. Yan deze gelegenheid werd door den heer W. J. J. O. Bijleveld gebruik gemaakt om hieruit eenige aanteekeningen te ma-ken. Door hem werd ook een extract gemaakt uit het register der Rijnlandsche dorpen uit 1623 en een lijst sa mengesteld van de burgemeesters na 1795. Het afschrijven en op fiches brengen van de doopboeken werd door den heer P. J. Groen voortgezet, die dit jaar die van de Hooglandsche kerk over de jaren 16351694 bewerkte; door den ambtenaar, den heer W. P. van Rhjjn, werden de reeds bewerkte fiches ever de jaren 1661—1680 geoollatio- neerd. De heer Yan Ehijn bleef belast met de loopende werkzaamheden voor de leeska mer en de klerk O. P. H. Staats met het schrijfwerk. Door hem werden de opnieuw opgezette prenten genummerd en werden eenige portefeuilles uit het notarieel archief geordend. De toestand der arohiefverzamelingen bleef - bevredigend. De bliksemafleiders werden op een nieuwe wijze met den grond verbonden en het aantal hiervan werd uit gebreid; op de leeskamer werd een nieuwe boekenkast geplaatst. Door den concierge A. de Bruin werd voortgegaan met het opzetten en bijplakken van de teekeningen en prenten, waarmede hij gereed kwam tot No 7000. Het restee- rend gedeelte zal waarschijnlijk in 1910 wor den afgewerkt. Verschillende portefeuilles werden door hem gemaakt en het bindwerk werd geregeld bijgehouden. Enkele Leidsohe teekeningen uit particuliere collecties wer den door hem gephotographeerd en enkele zeer verteerde bescheiden, die een spoedig ingrijpen noodig maakten, werden door hem volgens een speciaal procédé bewerkt en verhard. Bij de overname van het Notarieel archief bleek, dat verschillende deelen in zeer slechten toestand verkeerden; enkele waren zelfs reeds zoover door vocht aangetast, dat een geheel uiteenvallen van het papier te verwachten was, indien niet spoedig maatregelen tot behoud genomen werden. Op verzoek van den gemeente-archivaris werd door den Minister van Binnenlandsche Zaken een crediet verleend om met de drin gendst noodige herstellingen te kunnen be ginnen. Het archief is grootendeels gebon den; waar de minuten in portefeuilles be waard waren, bleek hierin dikwijls de groot st© wanorde te heerachen. Zoodra de andere werkzaamheden dit toelieten, werd begon nen met hierbij zooveel mogelijk de oude ordening te herstellen. Veel moeite ware hierbij te voorkomen geweest, indien zij, die vóór de overbren ging naar het rijksarchief deze bescheiden bewerkt hebben, den wenk hadden gevolgd op een blafferd van het sinte Catharina gasthuis van 1489 geschreven: „Ende wie dese te doen heeft, daerop begeert men her telick, dat hij se weder legge gelijcken hy die vant". Het aantal bezoekers en dat der aanvra gen om inlichtingen was dit jaar weder zeer groot. Veel tijd werd geëischt voor een on derzoek naar de vergaderingen der Staten- Generaal in de jaren 14651515, hetwelk werd verzocht door de Commission d'Histoi- re van de Académie Royale de Belgique. Hiervoor werden door mr. Overvoorde de vroedschapsresoluties en de stadsrekeningen over deze jaren nagegaan. Door den heer Yan Rhijn werden in verband met dit on derzoek 76 afschriften uit deze deelen ver vaardigd. Door tal van personen, in het verslag bij namen genoemd, werden inlichtingen ver zocht of onderzoekingen ingesteld. Onder dit aantal van 212 onderzoekers waren er 82 uit Ledden, 107 uit andere plaatsen in Nederland, en 23 uit het bui tenland, waaronder 6 van buiten Europa. Yoor verschillende onderzoekingen werd ap het archief gelegenheid— gegeven om arohivaliën uit andere archieven te raad plegen. Hiervoor werden bescheiden ont vangen uit: het Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage, het Algemeen Rijksarchief aldaar en de Gemeente-archieven te Delft en te Dordrecht. Omgekeerd worden ar chiefstukken tijdelijk ter bewerking afge staan aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, het Rijksarchief te Assen, de Gemeente-Archieven te Amsterdam, Dordrecht, Nijmegen,- en Winschoten, de Koninklijk© Bibliotheek te 's-Gravenhage en de Universiteitsbibliotheken te Amsterdam en te Leiden. Aan den archivaris der Gemeente Utrecht werd verzocht een handschrift uit de Ge meente-bibliotheek ter inzage te mogen ont vangen, waarin afbeeldingen voorkomen betreffende Leiden en omgeving. De arohiefverzamelingen ondervonden dit jaar geen verliezen. Daarentegen werden van verechillende rijden blijken van belang stelling in de archiefverzamelingen onder vonden. Onder de aanwinsten valt in het bijzon der te wijzen op de overbrenging van het oud-notarieel archief, waartoe reeds den lOden November 1908 door den Minister van BinDenlandsche Zaken machtiging was ver leend en welke in Maart 1909 eindelijk plaats vond. Het archief, dat 330 strekkende Meter beslaat bevat 2760 deelen en bundels minu ten van te Leiden vóór 1811 geresideerd hebbende notarissen. Een overzicht van het archief is als bijiage bij het verslag gevoegdhet oudste stuk is van 1564. Voortdurend is er navraag naar stukken uit dit archief, hetgeen wel een bewijs is van het groot belang voor het Leidsch archief bij de overbrenging van deze rijke verza meling. Gas- en Llectriciteitsfabriek te Leiden. Uit het verslag van den toestand en de werking der Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit is het volgende ontleend De rekening der Gasfabriek over 1909 sluit met een winst van f 130,208,82b na betaling van rente ad f 46,171,35 en van aflossing ad f 42,524,07 Bij de behandeling van de begrooting op 29 October 1908 was de winst op f 121,938,38 geraamd en waren da aflossingen aan de ge meente op f 21,262,04 vastgesteld. De meer gunstige uitkomsten zijn een gevolg van de vermindering van de uitgaven voor kolen en gas olie. Op 1 Januari 1909 had het vemieuwings- en uitbreidingsfonds een tekort van f 21,563,12, waar tegenover stond, dat nog mocht worden beschikt over f 45,000. Bij de behandeling van de begroeting voor 1909 werd voor het fonds f 27,054,88 gevoteerd. Op 31 December 1909 sloot het met een voor- deelig saldo van f 4034,04. De rekening der Electriciteitsfabriek over 1909 sluit met een voordeelig saldo van f 9233,60 na betaling van rente ad f 20,149,89, na afschrijvingen op de verschillende hoof den ad f 11,874,88 en na storting van 2 pCt. van f 510,000 of f 10,200 in het vemiewings- en uitbreidingsfonds dor Electriciteitsfa briek. Op 1 Januari 1909 bedroeg het kapitaal der electriciteitsfabriek in den bouw en de uitbreidingen gestoken f 510,000; voor ver dere uitbreiding was nog f 80,000 bescliik- baar. In 1909 werd f 400,000 voor uitbreiding beschikbaar gesteld, hiervan was op 31 De cember niets opgenomen. Het kapitaal in de Electriciteitsfabriek gestoken, heeft op ulti mo December 1909 f 590,000 bedragen. Op de gasfabriek zijn aanwezig 19 ovens, elk met 8 retorten, dus 152 retorten. In Jannari, November en Deeember zijn 16, van einde Mei tot einde Augustus 7 ovens in werking geweest. In de nieuwe stokerij werd oven No. 19 geheel nieuw ingemetseld en werden de ovens Nos. 14, 17 en 18 van nciuwe retorten voorzien. Yerder had aan alle ovens het gewone onderhoud als het nazien der vuurhaarden, het herstellen der schoorsteenen, enz. plaats. Yoor particuliere rekening werd b i n- nen de gemeente 541 meter gecanaiiseerd. In de gemeenten Oegstgeest en Zoeterwoude werd het buizennet reap, met 332 en 327 meter uitgebreid. De lengte van het gasbuizennet, waaron der verstaan wordt de lengte van alle gego ten ijzeren leidingen, uitgenomen die ten be^ hoeve van een enkel perceel zijn gelegd, eBj zonder de persleidingen naar S assen lied m en Voorschoten, heeft op 31 December 190£ bedragen: 77.010 meter. Hiervan zijn gelegd, binnen dc go* meentc Leiden: in gemeentewegen en straten 61.694 M. in rijkswegen 1.683 in provinciale wegen 2.671 in particuliere wegen en straten 4.917 en buiten de gemeente Leiden 6.01-5 te zamen 77.010 M. In 1909 zijn gemaakt 7,502,122 kub. M. koolgas en 2,073,499 kub. M. gecarbureerd watergas, totaal 9,575,621 kub. M. menggas, zijnde per 100 kub. M. menggas: 78,35 kub. M. koolgas en 21,65 kub. M. gecarbureerd watergas. De totale gasproductie is met 166,561 kub. M. of 1,7 pCt. afgenomen; indien de kwar talen van 1909 vergeleken worden met die van 1908 bedraagt de afneming der pro ductie resp. 3.79; 1,11; 0,21 en 0,88 pCt. De aflevering van het gas is nagenoeg ge lijk gebleven, in 1909 is totaal verkocht: 9,118,167 kub. M. tegen 9,087,793 kub. M. in 1908. De vermindering der «productie wordt verklaard door het lagere verliescijfer, in 1908: 5,39 pCt. en in 1909: 3,55 pCt. De grootste etmaal productie van het steenkolengas is geweest op Vrijdag 17 De cember en wel 30,445 kub. M. Er waren toen in werking 126 retorten, per retort is dien dag verkregen 241 kub. M. Op denzelfden dag is de grootste gaspro ductie verkregen en wel 30,445 kub. M. steenkolengas en 9,787 kub. M. gecarbureerd watergas, totaal 40,232 kub. M. Hot gasverbruik geregistreerd door 6243 meters met 57,211 meterlichten heeft bodra. gen 6,677,182 kub M. Per gewonen nieter is het verbruik 1064 kub. M., per meter- licht 117.41 kub. M. geweest, hierbij is het gemiddelde genomen van bet aantal meters, resp. mete dichten, van 1 Januari en 31 December. In 1908 waren deze cijfers >*esp. 1140 cn 121.06 kub. M. Het gasverbruik over de gewone meters heeft in 1908: 6,876,554 kub. M. bedragen ©n is dus met 199,372 kub. M-, zijnde 2.9 pet. afgenomen. Onder dit verbruik is dat voor industriee le doeleinden begrepen. Op 31 December waren aangesloten 77 gasmotoren gezamen lijk met 394% paardenkrachten. De moto ren eisahten 242,828 kub. M. zijnde 282 pet. van al het aan particulieren afgelcverJo gas. Het aantal muntgasmeters klom in 1909 van 3596 op 1 Januari tot 3997 op 31 Dec. Op dezen laatsten datum bedroeg het aantal meterlichten 12,119. Over de munt gasmeters is verbruikt 1,600,046 kub. M. Deelt men het gemiddelde van h'et aantal muntmeters geplaatst op 1 Januari en 31 December op 1,600,046 kub. M., dan. ver krijgt men per muntgasverbruiker een ge bruik van 421.5 kub. M en per meter licht van 139 kub. M. In het vorige jaar waron deze oijfers resp. 420 en 138 kub. M. In 1908 heeft het gasverbruik over de muntgasmeters 1,446,215 kub. M. bedragen.. Dit verbruik is dus met 153,831 kub. M.t zijnde 10.63 pet. toegenomen. Het aantal abonné's voor lantaarnliohtco bedraagt 33 met 148 lichten. Volgens den fabrieksmeter aan de Stede lijke Gasfabriek en rekening houdende met de voorraden in dc gashouders te Sassen- heim en Voorschoten werd afgeleverd: 302,732 kub. M., waarvan aan Sassenheim 147.459 kub. M. en aan Voorschoten 155,279 kub. M. Volgens den fabrieksgasmeler te Sassen heim werd ontvangen 145,991 kub. M. Het verlies in de lei-ding naar S. heeft -bedragen 1468 kub. M. of 1 pet. van de af levering; de lengte der leiding is 9100 me ter, dus het verlies per strekkende meter, 0.161 kub. M. Te S. waren geplaatst op 1 Januari: 141 gewone en 103 muntgasmeters en op 31 December 1909: 153 gewone meters en 15C muntgasmeters. Dc lengte van het buizennet (gegoten ijzeren buizen) heeft op 31 December bcdra- gen3946 meter. Volgens den fabrieksgasmeter te Voorscho- ten werd ontvangen: 152.705 kub. M. Het verlies in de leiding naar V. i. ft be dra gen 2568 kub. M. of 1.65 pCt. van de ah levering; de lengte der leiding is 5100 M*. dus het verhes per strekkendeu meter 0.504 kub. M. To V. waren geplaatst: op 1 Januari 161, gewone meters en 43 muntgasmeters en op, 31 December 1909 224 gewone meters en 88 muntgasmeters. Het buizennet van Voorschoten werd ii? 1909 uitgebreid met een leiding beginnende 135 M. ten noorden van de St.-Nicolaasbrug tot do Vinken en van daar tot de grens der. gemeente Valkenburg totaal 3518 M. De ge- heele lengte van het buizennet heeft op 31 December 1909 bodragen 9223 M., waar van 1400 M. in de gemeente Zoeterwoude zijn gelegd. Op 31 December waren te S. 68 en te V» 88 openbare lichten geplaatst. In beide gemeenten zijn de openbare üchy ten voorzien van- automatische lantaarnop stekers- en blusscbers, systeem Bauduin. Kamerverkiezing te Helmond. In het district Helmond heeft gisteren d? verkiezing plaats gehad voor een lid van de Tweede Kamer, noodig geworden door he. optreden van mr. E, R. H. Regout als mi-> nister van Justitie. Uitgebracht werden 5437 goldige stem men. Hiervan verkreeg de heer A. F. Flea kens, burgemeester van Geldrop, 3222 steur men en mr. I. Swane, te 's-Hertoscnbosoh (die voor een benoeming had bedankt)* 2265 stemmen, zoodat gekozen is de beeC A. F. Fleskens,.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5