Nienwe Eaadsels.
Oplossingen der Raadsels.
Goede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
Ingez. door Aaronskelk.
Gast* „Nu wacht ik al 'n halfuur op die
schildpadsoep."
Kellner: ,,U weet toch, hoe langzaam
Behildpadden zijn, meneer!"
Ingezond«i door een raadselvriendje.
Papa: ,,Ik begrijp niet, wat er aan mijn
horloge mankeert, 't moet maar eens naar
den horlogemaker om schoongemaakt te
!w orden.
Zoontje: „Maar pa, dat hebben sus en ik
al gedaan in de waschkom."
Minder gevaar.
Dokter: „Wat is er gebeurd, dat ik dade
lijk komen moet?"
Moeder: „Ach dokter, verbeeld u eens,
we dachten dat Pietje een dubbeltje inge
dikt had."
Dokter: „En is dit niet zoo?"
Moeder: „Neen gelukkig, het was maar
«en centstuk.
Ingez. door W. Lindeman.
I.
Mijn geheel bestaat uit 13 letters en is
©en bloem, die in de lente voorkomt.
1 2 3 4 is een deel van de hand.
0 12 7 8 is een kleverige vloeistof.
10 11 5 is niet vast.
6 2 12 3 is een getal.
9 11 13 vaart op zee.
Ingez. door „Sloequi"
II.
Zoek uit elk der zinnen een woord, die te
lam en een spreekwoord vormen.
Wie klopt daar?
Het is vandaag mooi weer.
Ik zag laatst een rijke dame.
Hij deed niets, hij laoht steeds.
Je lacht om niets.
Ik heb het hepi gezegd.
Ik vind het heel best
Ingez. door „Theeroos."
III.
Een voorzetsel door mijn natuur,
Ben ik met d niet vreeslijk duur.
Met kl. haalt men mij uit de aard,
En pronk met fr. op menig taart.
En zet ge sp. voor mijnen naam,
Dan wascht de meid èn pui èn raam;
En maakt gij soms wat veel gedruisch.
Met sch. breng ik u veilig thuis.
IV.
Mijn geheel is een echt Hollandsche lief
hebberij.
1 2 8 9 3 krijgen de paarden.
1 7 3 5 is ver van zacht.
7 8 9 10 11 is niet goed voor een schip.
8 2 5 9 3 is uw beste vriend.
8 9 3 is niet dichtbij.
5 6 2 7 4 gebruikt kleermaker en naaister.
Ingez. door „Asschepoetster"
V.
Verborgen school behoeften.
Max is een knappe neger.
Piet ging met zijn pa pieren zoeken om
te visschen.
Wanneer vader zegt: „werken!" begin
ik terstond.
Als ik roep „boe, boe!" kruipt ons kleine
Mietje van angst in een hoek.
De Tien Geboden staan in ons hart ge
grift.
i.
Jan van Sehaffelaar.
II.
Zaltbommel.
III.
Vele varkens maken de spoeling dun.
IV.
Sterren.
V.
Gemeenteschool.
Cato Vallentgoed, „De twee Kersen", Ja-
coba Eggink, Freek en Zus Bey, „Sneeuw
klokje", „Dwergroosje", „Boschanemoon",
„Nachtegaal", „Rosa Fluweeltje", „Leide-
naar", „Wilhelmina", „Wilhelmus", Jo
hanna en Hendrika Blom, Pieter de Goede-
reu, „Matroos", „Edelweiss", „De drie
Zusjes", „De Duifjes", „Padvinder", „Win
terkoninkje", Hansje Rozcngaarde, „De
twee Peren", Paulus Hakkenberg, „Sloe-
qui", C. L. Janssen, Jacobus en Pieter Val
lentgoed, Frans en Anna Kriek, „Nege
rinnetje", „De ferme Jongen", „Batavier",
„Orchidee", „Klein Naaistertje", „Bosch-
viooltje" Paulus v. d. Linden, „Jeanne",
Herman en Hendrik v. Zanten, „Zwaluw",
„Kastanj ©bloesem", Martinus Jansen, Ma
rie en Cato Kettenis, „Vergeet-mij-niet",
„Pioenroos", Nellio Brugmans, Jan van
Weizen, Joh. Riebeek, „De jeugdige Her
der", „De kleine Zee-officier, „Meiroosje",
Margaretha en Mina Bomli, Johannes Nie-
boer, Jannetje en Marietje Lacourt, „Vero
nica", Johanna Peiger, „Lekkerbekje",
„Anjelier", „Tromp", Annie en Corrie Ha-
braken, Betsie Groenendijk, „Aronskelk",
Rika en Louis van Velsen, „Elianora",
Catharina Houps, Maria de Groot, Wilhel
mina de Groot, „Doornroosje", A. de Hie,
„De kleine Officier", Josephina van Wijk,
„Het bloeiende Roosje", Wilhelm Bijleveld,
„Silvia", „Bastdaan", Annie de l'Ecluse,
„Héliotrope", Hendrik van den Heuvel, te
Leiden.
,,'t Slagertje", te Bodegraven.
C. Horsman, te Leiderdorp.
Neeltje, Johanna en Jannie Timmers, te
Oegstgeest.
Gijsje v. d. Mey, Marie Rodenburg, te
Rijnsburg.
Jannetje Zwaan, „De kleine Officier",
te Valkenburg.
„Candalaria", Cornelis Honig, te Voor
schot e n.
Trijntje Kriege, P. C. v. d. Stoel, Hen
drik Binnendijk, te Wassenaar.
Johanna van Tilburg, Sara Vonk, Geer-
truida Vonk, Margje v. Donk, Johanna en
Aartje Parlevliet, te Zoeterwoude.
De prijzen vielen ten deel aan:
Saartje Verhoog, en Wilhelmina de Groot,
beiden te Leiden.
„Pioenroos." Ja meisje, het beste is,
dat je geregeld nieuwen voorraajd zendt,
want dan heb je allicht kans dat er iets ge
schikts bij is.
„De jeugdige herder." Ja
vriend, je moogt de raadsels en anekdoten
gerust overnemen, daar heb ik geen be
zwaar tegen.
„Zwaluw." Hartelijk gefeliciteerd met
je verjaardag, meisje, het is wel wat laat,
maar heusch niet minder goed gemeend.
De oadeaux, die je gekregen hebt, vind ik
héél mooi en practisch tevens.
„B oschviooltje." Misschien wa
ren je ingezonden ïaadsels niet voor plaat
sing geschikt meisjelief; dat kan ik je ech
ter niet met zekerheid zeggen. Wat nu de
correspondentie betreft, kan ik je alleen
maar een babbeltje zenden, als je briefjes
mij daartoe aanleiding n.
„K lein naaistertj e." Het ver
wondert me, dat je met het tweede raadsel
zooveel moeite hebt gehad, meisje, want er
kwamen tal van goede .".ntwoorden in mijn
bezit.
Saartje Verhoog. Het is zeker
heel treurig voor je, als je nog een heel jaar
geduld moet oefenen meisje, doch er zal
niets anders aan te doen zijn aan berustpn.
Jacobus en Pieter Vallent
goed. Met genoegen vernam ik, dat jullie
beiden verhoogd zajit. dat belooft een pret*
tige vacantie.
PaulusHakkenber^. Ik vind het
natuurlijk best, dat je zusje Mina eveneeni
aan onze rubriek wil medewerken en gaarne
zal ik haar in onzen kring opnemen. Jam
mer echter, dat ze zich niet wat eerder heeft
aangemeld, want binnenkort zullen de raad*
seis voor eenige weken achterwege blijven.
„P a d v i n d e r." Neen vriend op Maan»,
dag kan je geen brief meer inzenden, dat ia
te laat. Je werk ziet er heel netjes uit, maar
ik zou wel willen, dat je mij ook eens eenige
raadsels en anekdoten toezendt.
„B e n j a m i n." Ben je de jongste van
de familie, dat je dez. i naam als schuil
naam hebt gekozen? Ik vind, dat je briefje
er voor een meisje van jouw leeftijd heel
netjes uitzag.
„De Leidenaa r." Ja vriend, den
schuilnaam, welken je gekozen hebt vind
ik best, en ik hoop dat hij dikwijls in ons
blaadje zal prijken.
Joh. Freek en zus Bey. Ja kinde
ren, ik begrijp best, dat Johan bet nu watj
drukker heeft; doch als hij in het gekozen
vak pleizier heeft zal hij er het vroege op
staan wel voor over hebben denk ik. Boven
dien men went even goed aan vroeg opstaan!
als aan laat opstaan, het is alles een kwestie'
van gewoonte.
Cato Vallentgoed. Welzoo meis
je, heb je een maand vacantie, nu dat is,
prettig voor je, vooral wanneer je mooi
weer treft. Ik hoop, dat je te Katwijk veel
pleizier zult hebben. Vriendelijk dank voor
de mooie prentkaart.
Margaretha en Mina Bomli.
Met genoegen vernam ik, dat je zoo bij
zonder in je schik bent, met het gewon
nen prijsje.
„Candalaria" te Voorscho
ten. Ja meisje, handwerkjes vallen in
den regel tegen, dat heb ik vroeger ook
wel ondervonden, ik neem je je verzuim
dan ook volstrekt niet kwalijk. Was de
jarige nogal ingenomen met de verrassing,
die. je haar bereid hebt?
„Hansje Rozengaard®." Om
trent raadsels kan ik nooit iets beloven
meisje, dat moet je heusch maar af wadi.
ten.
„Het bloeiende Roosje."
Ik ben nieuwsgierig van je te vernemen,
hoe het met je oog gaat. Ben je er nog
mee naar het ziekenhuis geweest?
„Aronskelk." Vriendelijk dank, voor
je mooie prentkaart.
Wilhelminade Groot. Heb je
er heusch' zoo lang over gewerkt om de
raadsels op te lossen? Ik hoop, dat je ze
nu gemakkelijker zult vinden.
„Eleonora." Het doet me pleizier
uit je briefje te vernemen, dat je je op
nieuw tot onze rubriek aangetrokken ge
voelt; ik hoop dat je me nu niet zoo spoe»
dig in den steek zult laten, meisje,
Rika en L o u is v a d Velzen.
Wel kinderen, wat hebben jullie een
prachtig mooi uitstapje gemaakt 1 Ik kan
me voorstellen dat je volop genoten hebt"
van het natuurschoon te Nijmegen en om
streken, want het is daar inderdaad heel
mooL
Betsy Groenendijk. Neen
meisje, je leeftijd is volstrekt geen be-
j zwaar om met ons mee te doen; je
moogt mijn raadselvriendinnetje zijn, noc
I lang je er lust in hebt. Vriendelijke groet-
1 jes. MARIE VAN AMSTEI