N°. 15446 Vrijdag 1 Jiilï. k°. ism feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Va den. FEUILLETON. PRIJS DER ADYERTENTIEN Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant elk tiental woorden meer 10 Oents. Voor het incasseeren wordt f 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post 1.65. Afsluiting passage Pianfisoen, Zoeterwoudsche Singel en Singelgraclit. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat het ge deelte van het Plantsoen, gelegen tus schen de Rijnstraat en de Gemeenteschool de Zoeterwoudsche Singel- gracht en het gedeelte van den Z o e- terwoudschen Singel, gelegen tusschen de De-Laat-de-Kanter-straat en het perceel Zoeterwoudsche Singel No. 46c, op Zaterdag 2 Julia. 8. vandes namiddags zeven tot elf uren voor het verkeer z ai zijn afge sloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GI.TSELAAP, Burgemeester. VAN STRIJEN, loco-Secretaris. Leiden, 1 Juli 1910. Do vergadering ving plechtig aan gister- namiddag. Staande las de Voorzitter een woord ter eerbiedige nagedachtenis van Vor stin von Wied, prinses Marie der Neder landen, en de leden hoorden er naar in staande houding. Maar daarmede was ook het decorum er af. Er .heerschte den geheelen middag een stemming als in een klas van leerlingen, die voor oen vaoantie staat. En toch is het nog niet zoover. Wij zullen nog wel een keertje bijoen moeten komen, vóór de Raad zomervakantie neemt. Ver moedelijk zal de feest weck sommigen nog in de leden gezeten hebben en onze Raad is zoo als twee of drie een jolige bui bob ben, worden allen er door aangestoken. En ,onze Voorzitter is er de man niet naar om leer den druk op te zetten. Waarom zou er ook door de ernstige be sognes hier niet eens ea gulle lach mogen klinken? Vreeselijk gewichtige dingen, die men niet* anders dan in stemmigen ernst zpu kunnen behandelen, kwamen gisteren trouwens ook niet aan de orde- Vreemd viel, geloof ik echter, de ontslag aanvrage op korten termijn van prof. dr. De Jong als directeur van het Slachthuis, den meestem op het lijf. Voor anderen scheen het r^eds geen geheim meer, maar de ware Jreden toch wel. Er lag op sommiger gelaat een verheu gend eindelijkAnderen deden alsof ze wil den zeggen: „Dat heb jullie er nou van, zoo jaag je de knapste mensehen de stad [uit Staat dit ontslag in verhand met het rap port der Commissie ad hoe, dat nog maar niet uit de portefeuille komen wil Of is de heer De Jong de eeuwige oppositie moede, waaraan hij haast van zijn optreden af hpeft bloot gestaan, maar die hij tot dus- Verre bruusk trotseerde? 01 staat er voor hem een andere werkkring open, meer in overeenstemming met zijn wetenscbappelijtai aanleg Wij weten het niet. B. en Ws. zullen op deze ontslag-aanvrage praeadviseeren en dan zullen we er wel meer van hoonm, indien niet vroeger. Het adres van de Leidsche electrische in stallateurs inzake het opdragen van instal laties vanwege de gemeente, aan Lddsche gegadigden en het verzoek om niet den heer Blom aan te stellen of te handhaven als tijdelijk onder-directeur van de Electrische Centrale (bij afwezigheid van den heer Thierens neemt de heer Blom deze betrek king waar), scheen ons toe een poging om dien heer een hak te zetten. Hier was een ooncurrentiegeest aan het woord en of deze onbevooroordeeld genoeg is om billijk te zijn tegenover een concurrent, is zeer de vraag. Het praeadvies van B. en Ws. zal daarover wellioht meer licht verspreiden. Een aangenamen indruk maakte het adres niet. Eindelijk nog een adres: De „Leidscba Zwemclub", het herhaalde aankloppen om de .medewerking van de gemeente voor da oprichting van een zwem- en badinrichting voor betalend en, blijkbaar moede, had waar schijnlijk den „Nederlandschen Zwembond" eens aan de mouw getrokken om zijn mede werking, en zoo kwam men uit den hoofd zetel .Amsterdam den Raad eens er op wij zen, dat in Leiden behoefte bestaat aan een tweede zwem-inrichting voor betalend-m en dat de gemeente zich er voor moet span nen. Het antwoord was niet onbevredigend voor de beminnaars van watersport. Het plan voor de oprichting van een zwemschool is bij B. en Ws. in overweging, zoo luidde het. Men heeft eohter reeds zoolang overwogm, zal de „Leidsche Zwemclub" zeggen, en ze heeft geen ongelijk. Van den anderen kant geloof ik dat wij de zwem-inrichting al lang zouden hebben gehad, als niet het betrachten der zuinigheid een gebiedende eisch voor de gemeente was en nieuwe uit gaven met schroom worden aanvaard. We hopen eohter dat de zwem-inrichting nu dan ook eindelijk uit de sfeer dar overwegingen als een werkelijkheid té voorschijn komt. Voor men tot de eigenlijke agenda kwam, werden nog een paar zaken afgedaan, die na de vaststelling der agenda- op de prop pen waren gekomen en toch geen uitstel gedoogden. Eerstens het verzoek van de Maskerade- commissie om de getimmerten aan don Zoe. terwoudschen Singel nog te mogen laten staan, tot na Zaterdag, op welken avond de laatste opvoering van „Alianora" nog zal plaats hebben. Als men over den hond komt, komt men ook over den staa-rt, zal de Raad gedaokt hebben, die dadelijk toestemde. De: Singel- bewoners, die al zoolang op de kale plan ken der schutting hebben gekeken, zullen deze paar dagen ook niet al te veel hin deren. Straks hebben ze. weer tot over vijf jaar het genot van Singel en Plantsoen. In de tweede plaats -^vilden B. en Ws. den Raad polsen, over het idee om vanwege de gemeente den Romnanscben burcht met de daarbij behoorende brug, voor rekening der gemeente te laten staan tot 1 October, 't Zou f 500 kosten, maar daarvoor had men dan ook een aardige attractie voor de vreemdelingen, meenden B. en Ws. We krijgen in den loop van den zomer nog een paar congressen; voor de bezoekers er van zou het ook wel aardig zijn, dacht de Voorzitter en me>& zou er eens een con cert kunnen houden; enfin, 't zou aardig zijn. 't Voorstel of liever het polsen van den; Raad tot het voorstel, kwam wat rauwelings. Het bleek echter al dadelijk dat de hoe ren niet blaakten van geestdrift. De heer Sijtsma kwam het eerst mededeelen, dat hij er de f 500 niet voor over had. Indien het Lsidsch Studentenkorps uit erkentelijkheid voor de royale wijze, waarop de gemekte het was tegemoet gekomen, liet had aange boden, zou het wat anders zijn. En zouden de gebouwtjes zich zoolang wel goed hou den Mr. Fokker sloot zich daarbij aan en bleef dit doen, toen men hem interrompeerend herinnerde, dat hij, als een der hoofdman nen van „Vreemdelingenverkeer", dit niet mocht doen. Er zal om deze gebouwtjes toch geen vreemdeling meer in de stad kom sa. Prof. Fockema Andreae vreesde voor de schendende handen der balddadige straat jeugd. Wie zou de herstellingen betalen Eindelijk verklaarde ook de heer Vergou wen „er zich niet voor". De. straatjeugd ver trouwde hij ook niet. Hij noemde merk waardige staaltjes van rebellie van onze spes patriae. De wethouder Korevaaï kwam den heer Sijtsma vertellen, dat elke week welks- de gebouwtjes na Juli blijven staan, het Leidsch Studentenkorps f 50 kost. Tot 1 October zou dat f 750 bedragen, zeker wat al te veel gevergd van het Korps. En wat het onderhoud betreft, ala de gemeente f 500 betaalt, zorgt de aannemer voor het onder houd. Maar als hij liet eens verwaarloosde? De heer Roem toch meende, dat de gebouwtjes er niet op gemaakt zijn om het nog drie maanden behoorlijk uit te houden en pre fereerde daarom één maand voor f 200. De Voorzitter, don Raad eens monsterend, meende hot voorstel wel te kunnen opber gen, maar de heer Carpentier Alting vond dit niet. Er hadden nog maar weinigen over uitgesproken. En zoo kwam men tot een stemming over het principe, dat verwor pen werd mot slechts 7 stemmen voor. Het denkbeeld van den heer Roem om voor f 200 de gebouwtjes nog één maand te kijk te houden, telde nog twee voorstanders min der. Als men inderdaad met het behouden van deze aardige gebouwtjes gedurende drie maanden beoogde vreemdelingen te trekken en dus f 500 wilde uitgeven om er langs indireoten weg meer voor terug te ont vangen, dan leek ons dit geen goede specu latie toe. Dat noemt men in de zakenwe reld goed geld gooien naar kwaad geld en men houdt liever de hand op de beurs, zoöals de Raad ook heeft gedaan. Mr. Fokker kwam 3. en "Ws. nu al da delijk aan boord met de vraag, wat zij voornemens waren te doen met het feest terrein, als straks het feestpaleis is af gebroken. Op deze vraag konden B. en "Ws. nu nog niet antwoorden. Ze zouden later met een plan komen. Er is ook niet zoo'n haast bij, dunkt ons. Dat men er geen wei land weer van zal maken, staat al reeds vast. Het zal plantsoen blijven en het ach terste gedeelte, waar nu het feestgebouw staat, zou men kunnen doen inrichten voor speeltuin, sportterrein, enz. We hebben gisteren weer eens: hooren klagen over de bal'ddadigheid der straatjeugd, maar wordt die ook niet hierdoor veroorzaakt, dat de jeugd zdoh niet behoorlijk kan uitvieren? Geef haar een ruim veld voor balspel, voor bet oplaten van vliegers en ik weet niet al, dan zal zij niet zoo licht tot straat schenderij overgaan. De agenda zelf was niet overbelangrijk en haast geen enkel punt gaf aanleiding tot uitvoerige discussie. De rekening van „Endegeesfc" en „Rhyn- geest" maakte een goeden indruk. Zij sloot met een groot voordeelig saldo. Wel is dit tot krap f 8000 geslonken, na afschrijving van rente en aflossing, maar daardoor wor den de gebouwen ook meer vrij, de rente ieder jaar kleiner, het winstsaldo grooter. Bij de vaststelling eener salarisregeling voor de aan deze gestichten verbonden ge- neesheeren heeft alleen de heer Pera en mot hem ook nog even de heer Briët opposi tie gevoerd. D© Raad liet eerstgenoemde echter bij de noodelooze stemming over de verorde ning met den heer Briët alleen staan Ook de reorganisatie van het gymnastiek onderwijs ging er met vlag en wimpel door. Deze regeling heeft o.a. dit goc 'j dat nu ook door vakleeraars onderwijs zal worden gegeven aan de leerlingen der hoogste vier klassen der 3de- en 4de-klasse-scholcn. De regeling zal een weinig meer geld kosten dan de vorige, waar er een nieuwe leeraar Aen een nieuwe leerares bij zullen komen, maar het gymnastiek-onderwijs zal daar door ook in omvang en degelijkheid winnen. Ten slotte werd nog besloten een Raads- oommissie te benoemen tot het onderzoeken van de bezwaarschriften tegen den aanslag in het vergunningsrecht. De heeren vergun ninghouders plegen meer vertrouwen te f tel len in zulk een oommissie dan van B. en Ws. Daarom deden B. en Ws. verstandig zulk een commissie voor te stellen. De heer Bosch achtte het ditmaal niet noodig. maar de voorzitter vond dat men deze concessie aan de reclamanten moet geven. De hee ren Bosch, Bots en Zweers werden door hem als leden dier oommissie aangewezen en lie ten zïoh deze keuze welgevallen. Hiermede was agenda afgewerkt. De heer Fokker kwam bij de rondvraag zeer van pas de politie van hoog tot laag een pluim op den hoed te zetten, door haar flink optreden tijdens de lustrumfeesten te prijzen. Zij hebben heel wat extra-diensten gedaan, zeide hij. En daarom zou hij willen dat er bij de salarisregeling, die in overwe ging is, ook in dezen tak van dienst het stelsel van het betalen van overuren worde ingevoerd. Toen de beer Fokker de politie prees, werd er warm geapplaudisseerd en o.i. zeer terecht. De politie heeft zich kranig ge houden. Onder persoonlijke leiding van den Commissaris zelf, die dag en nacht op de meest drukke punten tegenwoordig was, is de orde uitstekend gehandhaafd en liep alles vlot van stapel en werden tevens de stille buitenwijken ook nog bewaakt. Voor het stelsel van overuren te betalen voelen wij voor den eigenaardigen tak van dienst als die van de politie niet zoo hij- zonder. Men zou er ook moeilijk de Com missaris en de inspecteurs onder kunnen doen vallen. En toch hebben ook deze ambtenaren hun overwerk, bij gelegenheden als we nu er weer gehad hebben. Het poli tiewerk is eigenlijk ook geen arbeid bij het uur af te meten. Deze mannen van hoog tot laag moeten behoorlijk gesalarieerd wordent hun diensttijd in normale gevallen niet to lang zijn en dan zullen ze er ook niet tegen op zien in buitengewone omstandigheden eens extra diensten te doen. Wij hopen dat de burgemeester als hij straks als hoofd der politie met een nadere dienstregeling voor het politiepersoneel komt, zich door dit beginsel zal laten leiden en niet door dat van mr. Fokker. De heer Sijtsma en met hem de heeren P. J. Mulder en Meuleman, kwamen met het voorstel om dooT het verleenen van een gratificatie van f 300 's Raads erkentelijk heid te betuigen. Gaarne hadden zij het be drag wat hooger genomen, doch zij vrees den dan eenigen tegenstand. Gelukkig voor de politie behoefde 't voorstel niet in stem ming to worden gebracht. De voorzitter toch verklaarde dat hij na overleg met den Com* missaris zelf met een voorstel wcnschte te komen. De voorstellers trokken daarop on middellijk hun voorstel in, zich met de hoop vleiende waarschijnlijk dat het bedrag nu allicht grooter zal zijn. De heer Vergouwen kwam nog even op de ontslag-aanvrage van dr. De Jong terug. Wat willen B. en Ws. doen, nu ook de be trekking van adjunct-directeur vacant is? vroeg spr. Het zou eens kunnen zijn dat er nu een regeling kon worden getroffen, waarbij de adjunct kon worden uitgcschar kr1 1 Do Voorzitter kon er begrijpelijkerwijs nu nog niets van zeggen. Een directeur zou er toch altijd wel moeten zijn, dacht hij, tenzij de Slachthuisoommissie de 'leiding op zich zou willen nemen, zeide hij lachend. De heeren moesten het praeadvies maar eens afwachten. Hiermede werd de vergadering gesloten. Leiden, I Ju8i. Wij ontvingen het jaarverslag van de Nationale Vereerd ging tot steun aan mili ciens over het jaar 1909, uitgebracht in de algemeene vergadering, gehouden te Am sterdam. Daaraan is hier het volgende ontleend: Leiden steunde 4 miliciens. Maar Leideri klaagt over gemis aan steun van H.H., Werkgevers, en vraagt of daardoor de Af- deeling niet overbodig wordt. „Vereenigin- gen die alléén geldlijk steunen zijn er ge-, noeg", zoo luidt het verslag. „Leiden vergunne ons" zoo zegt de secretaris in het verslag „dat wij haar wijzen op Zutfen. Ook de afdeeling Zutfen was voor eenige jaren moedeloos. Maar Zutfen hield toch het hoofd op en hielp in het afgeloopen jaar 4 miliciens. Wij moeten stand houden, en dat is het moeilijkst in tijden van m a- 1 a i s e. Maar er komen wel weer betere dagen, en wie volhardt tot den einde, hem is de kroon 1 Het zijn juist onze Algemeene Vergaderingen waar wij elkander moeten bemoedigen. Moge Leiden's afgevaardigden deze alge meene Vergadering niet verlaten zonder nieuwen werklust en nieuwe liefde voor dé voorzeker moeilijke taak die onze Vereeni- ging onderneemt. Daarenboven: Leiden miskent haar eigen werk. Leiden heeft dit jaar 4 miliciens geholpen. Die 4 waren hoofden van gezinnen. Een cor poratie die dit heeft godaan, mag niet zeg gen dat zij overbodig is." 22) Freddy zet een bedroefd gezicht en Ea- thrien roept dadelijk: „Uw barometer is on uitstaanbaar." Zij is niet in het minst van plan het genoegen van haar kind te laten bederven door den voorbarig-en weerprofeet. „Ja, Edgar, je barometer is een onbe schofte vlegel beweert de ritmeester met koddigen ernst. Een onbeschofte vlegel is, zooals men weet, in de oogen der dames iedereen, die zich veroorlooft een waaiheid te verkondi gen, welke haai* voor het oogenblik onaan genaam of ook maar lastig is. Kathrien begeeft zich ondertusschen naar bet terras, overtuigt er zioh van, dat heb .weer bijzonder mooi is en terwijl zij den waarschuw end en Rohritz een vernietigen den blik toewerpt, beveelt zij den knecht, die juist met een tweede bezending amandel koeken is binnengetreden, dadelijk te laten inspannen. Rohritz draait doodbedaard zijn knevel op en zegt, opstaande, dat hij zijn regenman tel in .zijn riem wil gespen. Een weinig la ter zijn de rijtuigen, een licht gebouwd jachtwagentje en een solide landauer, voorgereden. Voor het jachtwagentje trap pelt een vurig span paardjes; voor den lan dauer zijn, daar een der equipagepaarden sinds gisteren kreupel is, een paar droevig Blakke werkpaarden gespannen. Lachend en praten staan de gasten vooï bet slot op het okergele kiezelplein. Kar thrien's stem klinkt nog, bevelen gevend, nu eens hier, dan daar, terwijl Stella den rit meester helpt den rijken voorraad aan pro viand in de rijtuigen te bergen. In luchtige wolken van mousseline en pou- dre de riz gehuld, eenigszins lijdend, maat ondanks alle overreding van het gezelschap, niet tot thuisblijven te bewegen, leunt Anastasia tegen een der met groene ranken begroeide pilaren van het terras en houdt een flacon onder haar neus. Vóórdat nog het laatste bevel door de vrouw des huizes is gegeven, bestijgt de ritmeester naast Stella den bok van het jachtwagentje, de generaal neemt naast Freddy op de achterbank plaats dc koet sier is wegens de absolute onmogelijkheid, hem te plaatsen, thuis gelaten en voort snellen de hitten. De rest van het vezel schap zoekt een onderkomen in den lan dauer, barones Meineck en freule von Gur- lichingen rijden achteruit, Rohritz en Ka thrien zitten op de voorbank. Er verstrijken nog een paar onrustige minuten, de een vraagt den ander of hij niets heeft verge ten, de knecht wordt met allerlei opdrach ten buiten adem gejaagd, totdat eindelijk een voldoend aantal plaids, parapluies cn tooneelkijkcrs bijeengebracht is en den koet sier wordt gezegd, dat hij kan wegrij den. In Reierstein, aan den voet van een ro mantische ruïne zonder ruïne gaat het nu eenmaal bij buitenpartijen niet zal een lunch in de open lucht gebruikt wor den. Voor het diner, hetwelk van zeven op acht uren is gesteld, wil men te Erlachhof terug zijn. Kathrien heeft gelijk, het is een prach tige dag, een feit, dat zij niet moede wordt, den eigenaar van den onuitstaanbaren ba rometer aan het verstand te brengen. ,,Men moet den dag niet voor den avond prijzen", antwoordt Rohritz bedaard; „de zonnestralen steken als herfstvliegen, dat is een slecht teeken". „O, gij ziet altijd door een zwarten bril", herneemt Kathrien geërgerd. En Rohritz buigt, waarop alles zwijgt. Ka thrien ziet er plotseling geagiteerd uit, houdt zich in haar geest met de vraag be zig of niet in bet laatste oogenblik de mayonnaise is vergeten. Stase hanteert kwij nend haar flacon en barones Meineck, die tot dusver geheel in haar eigen gedachten verzonken is geweest, wordt plotseling vol doende wakker om met haar diepe stem een zeer diepzinnige opmerking over de tegenstrijdigheid in de schepping en de overbodigheid van 's menschen bestaan te maken, welke beschouwingen Rohritz ge heel deelt. Met groote handigheid secon deert hij haar bij een Schopenhauer duet, waarin zij de eerste stem meesterlijk weet te handhaven. Zij beweert., dat het huwelijk als een misdaad, welke de ellende der men schen voortplant, door alle fatsoenlijke lie den moest vermeden worden, terwijl Roh ritz de uitvinding van een groote dyna- mietpatroon, welke in staat zou zijn, de ge heel e aarde in stukken te doen springen, als de meest eervolle taak van toekomstige ingenieurs prijst. Intusschen schitteren de zonnestralen warm op het sappige Julilooi en wiegelen zich op het staalblauwe stroomende water van het vroolijk naast den straatweg kab belende beekje. In de witte kelken der wil de winde, welke met bevallige teederheid het wilgen- en elzenhout aan den oever om slingert, glinsteren dauwdruppels; de lange grashalmen buigen rich, alsof zij zich op een namiddagdutje voorbereiden, en daar tus schen wuiven gele, rose en blauwe veldbloe men, terwijl de vogels luid jubelend in de lucht kwinkeleeren. Onze beide pessimisten nemen natuurlijk van deze kleinigheden niet de minste notitie. De weg gaat bergopwaarts, wordt slecht en steenachtig en steeds vermoeider slepen de paarden zich voort, komen ten laatste nauwelijks meer van de stee. Anastasia wordt groener en groener; half onmachtig valt zij in de kussens van het rijtuig. „Ach, ik sterf..." Zoowel om den last der paarden te ver lichten als om zich aan den blik van freule van Gurlichingen te onttrekken, deelt Roh ritz mede, dat hij wil uitstappen, ten ein de over het hem bekende, veel kortere voet pad naar Reierstein te loop en. XII. Middelerwijl hebben de vurige paardjes van den ritmeesterr reeds lang het doel van den tocht bereikt. Paarden en rijtuig vin den in een herberg van het dichtstbijzijnde dorpje oen onderkomen. Het is een goed logement en men had daar zeer goed de lunch kunnen gebruiken. Maar daar; zxx>als bekend is, het genot van een buitenpartij daarin bestaat, ongenietbaar warme gerech ten aan een rookend vuurtje te fabriceeTen en de meegebrachte, voortreffelijke koude keuken in de ongemakkelijkste houdingen te verorberen, wandelt men oogenblikkelijk het dorp uit en Stella, Freddy en de beide heeren trachten, met behulp van een ge- huurdën boerenjongen, de proviand naar de weide in de buurt van de ruïne te zeulen,' waar onder de romantische takken van een ouden eik zal getafeld worden. Dwars door de weide slingert zich de beek, welke van tijd tot tijd langs den grooten weg voorbijgeschoten is en tot een aanzien lijke breedte is gezwollen. Terwijl Leskjewitsch en de generaal zich gelaten als martelaars van de genoegens van een buitenpartij op weg begeven om dood hout te verzamelen, trekt Freddy, die oogenblikkelijk heeft vastgesteld, dat de beek kreeften moet bevatten, en na daar toe zijns vaders toestemming verkregen te hebben, schoenen en kousen uit en springt nu tusschen de steenen en in het wateï rond als een ocht kaboutermannetje. „Wel, kind, mij dunkt, gij hebt ook groo. ten lust kreeften te vangen, hè?"' merkt de ritmeester op, als hij de verlangende oogeu ziet, waarmede Stella den kleinen jongen na kijkt, „Ja, ik zou wol gaarne willen", verzekert zij ernstig knikkend, „maar is dat wel ge-» past, oom?" „Voor wien zoudt gij je geneer en, voor mij of voor dien grijsaard?" met een knipoog over zijn schouder naar den generaal. Stella schiet in den laoh. „Die is mij volkomen onverschillig", zegfl/ zij, „maar..." zij bloost een weinig „wanneer de anderen komen I" (Wordt' vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1