N°. 15446
Vrijdag 1 Jiilï.
k°. ism
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Va den.
FEUILLETON.
PRIJS DER ADYERTENTIEN
Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant elk
tiental woorden meer 10 Oents. Voor het incasseeren wordt f 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Afsluiting passage Pianfisoen,
Zoeterwoudsche Singel en
Singelgraclit.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat het ge
deelte van het Plantsoen, gelegen tus
schen de Rijnstraat en de Gemeenteschool
de Zoeterwoudsche Singel-
gracht en het gedeelte van den Z o e-
terwoudschen Singel, gelegen
tusschen de De-Laat-de-Kanter-straat en
het perceel Zoeterwoudsche Singel No. 46c,
op Zaterdag 2 Julia. 8. vandes
namiddags zeven tot elf uren
voor het verkeer z ai zijn afge
sloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GI.TSELAAP,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, loco-Secretaris.
Leiden, 1 Juli 1910.
Do vergadering ving plechtig aan gister-
namiddag. Staande las de Voorzitter een
woord ter eerbiedige nagedachtenis van Vor
stin von Wied, prinses Marie der Neder
landen, en de leden hoorden er naar in
staande houding. Maar daarmede was ook
het decorum er af. Er .heerschte den geheelen
middag een stemming als in een klas van
leerlingen, die voor oen vaoantie staat. En
toch is het nog niet zoover. Wij zullen
nog wel een keertje bijoen moeten komen,
vóór de Raad zomervakantie neemt. Ver
moedelijk zal de feest weck sommigen nog
in de leden gezeten hebben en onze Raad
is zoo als twee of drie een jolige bui bob
ben, worden allen er door aangestoken. En
,onze Voorzitter is er de man niet naar om
leer den druk op te zetten.
Waarom zou er ook door de ernstige be
sognes hier niet eens ea gulle lach mogen
klinken? Vreeselijk gewichtige dingen, die
men niet* anders dan in stemmigen ernst
zpu kunnen behandelen, kwamen gisteren
trouwens ook niet aan de orde-
Vreemd viel, geloof ik echter, de ontslag
aanvrage op korten termijn van prof. dr.
De Jong als directeur van het Slachthuis,
den meestem op het lijf. Voor anderen scheen
het r^eds geen geheim meer, maar de ware
Jreden toch wel.
Er lag op sommiger gelaat een verheu
gend eindelijkAnderen deden alsof ze wil
den zeggen: „Dat heb jullie er nou van,
zoo jaag je de knapste mensehen de stad
[uit
Staat dit ontslag in verhand met het rap
port der Commissie ad hoe, dat nog maar
niet uit de portefeuille komen wil Of is
de heer De Jong de eeuwige oppositie moede,
waaraan hij haast van zijn optreden af
hpeft bloot gestaan, maar die hij tot dus-
Verre bruusk trotseerde? 01 staat er voor
hem een andere werkkring open, meer in
overeenstemming met zijn wetenscbappelijtai
aanleg
Wij weten het niet. B. en Ws. zullen op
deze ontslag-aanvrage praeadviseeren en dan
zullen we er wel meer van hoonm, indien
niet vroeger.
Het adres van de Leidsche electrische in
stallateurs inzake het opdragen van instal
laties vanwege de gemeente, aan Lddsche
gegadigden en het verzoek om niet den heer
Blom aan te stellen of te handhaven als
tijdelijk onder-directeur van de Electrische
Centrale (bij afwezigheid van den heer
Thierens neemt de heer Blom deze betrek
king waar), scheen ons toe een poging om
dien heer een hak te zetten. Hier was een
ooncurrentiegeest aan het woord en of deze
onbevooroordeeld genoeg is om billijk te
zijn tegenover een concurrent, is zeer de
vraag. Het praeadvies van B. en Ws. zal
daarover wellioht meer licht verspreiden.
Een aangenamen indruk maakte het adres
niet.
Eindelijk nog een adres: De „Leidscba
Zwemclub", het herhaalde aankloppen om
de .medewerking van de gemeente voor da
oprichting van een zwem- en badinrichting
voor betalend en, blijkbaar moede, had waar
schijnlijk den „Nederlandschen Zwembond"
eens aan de mouw getrokken om zijn mede
werking, en zoo kwam men uit den hoofd
zetel .Amsterdam den Raad eens er op wij
zen, dat in Leiden behoefte bestaat aan
een tweede zwem-inrichting voor betalend-m
en dat de gemeente zich er voor moet span
nen. Het antwoord was niet onbevredigend
voor de beminnaars van watersport. Het plan
voor de oprichting van een zwemschool is
bij B. en Ws. in overweging, zoo luidde het.
Men heeft eohter reeds zoolang overwogm,
zal de „Leidsche Zwemclub" zeggen, en ze
heeft geen ongelijk. Van den anderen kant
geloof ik dat wij de zwem-inrichting al
lang zouden hebben gehad, als niet het
betrachten der zuinigheid een gebiedende
eisch voor de gemeente was en nieuwe uit
gaven met schroom worden aanvaard. We
hopen eohter dat de zwem-inrichting nu dan
ook eindelijk uit de sfeer dar overwegingen
als een werkelijkheid té voorschijn komt.
Voor men tot de eigenlijke agenda kwam,
werden nog een paar zaken afgedaan, die
na de vaststelling der agenda- op de prop
pen waren gekomen en toch geen uitstel
gedoogden.
Eerstens het verzoek van de Maskerade-
commissie om de getimmerten aan don Zoe.
terwoudschen Singel nog te mogen laten
staan, tot na Zaterdag, op welken
avond de laatste opvoering van „Alianora"
nog zal plaats hebben.
Als men over den hond komt, komt men
ook over den staa-rt, zal de Raad gedaokt
hebben, die dadelijk toestemde. De: Singel-
bewoners, die al zoolang op de kale plan
ken der schutting hebben gekeken, zullen
deze paar dagen ook niet al te veel hin
deren. Straks hebben ze. weer tot over vijf
jaar het genot van Singel en Plantsoen.
In de tweede plaats -^vilden B. en Ws.
den Raad polsen, over het idee om vanwege
de gemeente den Romnanscben burcht met
de daarbij behoorende brug, voor rekening
der gemeente te laten staan tot 1 October,
't Zou f 500 kosten, maar daarvoor had
men dan ook een aardige attractie voor
de vreemdelingen, meenden B. en Ws. We
krijgen in den loop van den zomer nog
een paar congressen; voor de bezoekers er
van zou het ook wel aardig zijn, dacht
de Voorzitter en me>& zou er eens een con
cert kunnen houden; enfin, 't zou aardig
zijn.
't Voorstel of liever het polsen van den;
Raad tot het voorstel, kwam wat rauwelings.
Het bleek echter al dadelijk dat de hoe
ren niet blaakten van geestdrift. De heer
Sijtsma kwam het eerst mededeelen, dat hij
er de f 500 niet voor over had. Indien het
Lsidsch Studentenkorps uit erkentelijkheid
voor de royale wijze, waarop de gemekte
het was tegemoet gekomen, liet had aange
boden, zou het wat anders zijn. En zouden
de gebouwtjes zich zoolang wel goed hou
den
Mr. Fokker sloot zich daarbij aan en bleef
dit doen, toen men hem interrompeerend
herinnerde, dat hij, als een der hoofdman
nen van „Vreemdelingenverkeer", dit niet
mocht doen. Er zal om deze gebouwtjes toch
geen vreemdeling meer in de stad kom sa.
Prof. Fockema Andreae vreesde voor de
schendende handen der balddadige straat
jeugd. Wie zou de herstellingen betalen
Eindelijk verklaarde ook de heer Vergou
wen „er zich niet voor". De. straatjeugd ver
trouwde hij ook niet. Hij noemde merk
waardige staaltjes van rebellie van onze
spes patriae.
De wethouder Korevaaï kwam den heer
Sijtsma vertellen, dat elke week welks- de
gebouwtjes na Juli blijven staan, het Leidsch
Studentenkorps f 50 kost. Tot 1 October
zou dat f 750 bedragen, zeker wat al te
veel gevergd van het Korps. En wat het
onderhoud betreft, ala de gemeente f 500
betaalt, zorgt de aannemer voor het onder
houd.
Maar als hij liet eens verwaarloosde? De
heer Roem toch meende, dat de gebouwtjes
er niet op gemaakt zijn om het nog drie
maanden behoorlijk uit te houden en pre
fereerde daarom één maand voor f 200.
De Voorzitter, don Raad eens monsterend,
meende hot voorstel wel te kunnen opber
gen, maar de heer Carpentier Alting vond
dit niet. Er hadden nog maar weinigen over
uitgesproken. En zoo kwam men tot een
stemming over het principe, dat verwor
pen werd mot slechts 7 stemmen voor. Het
denkbeeld van den heer Roem om voor
f 200 de gebouwtjes nog één maand te kijk
te houden, telde nog twee voorstanders min
der.
Als men inderdaad met het behouden van
deze aardige gebouwtjes gedurende drie
maanden beoogde vreemdelingen te trekken
en dus f 500 wilde uitgeven om er langs
indireoten weg meer voor terug te ont
vangen, dan leek ons dit geen goede specu
latie toe. Dat noemt men in de zakenwe
reld goed geld gooien naar kwaad geld
en men houdt liever de hand op de beurs,
zoöals de Raad ook heeft gedaan.
Mr. Fokker kwam 3. en "Ws. nu al da
delijk aan boord met de vraag, wat zij
voornemens waren te doen met het feest
terrein, als straks het feestpaleis is af
gebroken. Op deze vraag konden B. en "Ws.
nu nog niet antwoorden. Ze zouden later
met een plan komen. Er is ook niet zoo'n
haast bij, dunkt ons. Dat men er geen wei
land weer van zal maken, staat al reeds
vast. Het zal plantsoen blijven en het ach
terste gedeelte, waar nu het feestgebouw
staat, zou men kunnen doen inrichten voor
speeltuin, sportterrein, enz. We hebben
gisteren weer eens: hooren klagen over de
bal'ddadigheid der straatjeugd, maar wordt
die ook niet hierdoor veroorzaakt, dat de
jeugd zdoh niet behoorlijk kan uitvieren?
Geef haar een ruim veld voor balspel, voor
bet oplaten van vliegers en ik weet niet
al, dan zal zij niet zoo licht tot straat
schenderij overgaan.
De agenda zelf was niet overbelangrijk
en haast geen enkel punt gaf aanleiding tot
uitvoerige discussie.
De rekening van „Endegeesfc" en „Rhyn-
geest" maakte een goeden indruk. Zij sloot
met een groot voordeelig saldo. Wel is dit
tot krap f 8000 geslonken, na afschrijving
van rente en aflossing, maar daardoor wor
den de gebouwen ook meer vrij, de rente
ieder jaar kleiner, het winstsaldo grooter.
Bij de vaststelling eener salarisregeling
voor de aan deze gestichten verbonden ge-
neesheeren heeft alleen de heer Pera en
mot hem ook nog even de heer Briët opposi
tie gevoerd.
D© Raad liet eerstgenoemde echter bij
de noodelooze stemming over de verorde
ning met den heer Briët alleen staan
Ook de reorganisatie van het gymnastiek
onderwijs ging er met vlag en wimpel door.
Deze regeling heeft o.a. dit goc 'j dat nu
ook door vakleeraars onderwijs zal worden
gegeven aan de leerlingen der hoogste vier
klassen der 3de- en 4de-klasse-scholcn. De
regeling zal een weinig meer geld kosten
dan de vorige, waar er een nieuwe leeraar
Aen een nieuwe leerares bij zullen komen,
maar het gymnastiek-onderwijs zal daar
door ook in omvang en degelijkheid winnen.
Ten slotte werd nog besloten een Raads-
oommissie te benoemen tot het onderzoeken
van de bezwaarschriften tegen den aanslag
in het vergunningsrecht. De heeren vergun
ninghouders plegen meer vertrouwen te f tel
len in zulk een oommissie dan van B. en Ws.
Daarom deden B. en Ws. verstandig zulk
een commissie voor te stellen. De heer
Bosch achtte het ditmaal niet noodig. maar
de voorzitter vond dat men deze concessie
aan de reclamanten moet geven. De hee
ren Bosch, Bots en Zweers werden door hem
als leden dier oommissie aangewezen en lie
ten zïoh deze keuze welgevallen.
Hiermede was agenda afgewerkt. De
heer Fokker kwam bij de rondvraag zeer
van pas de politie van hoog tot laag een
pluim op den hoed te zetten, door haar
flink optreden tijdens de lustrumfeesten te
prijzen. Zij hebben heel wat extra-diensten
gedaan, zeide hij. En daarom zou hij willen
dat er bij de salarisregeling, die in overwe
ging is, ook in dezen tak van dienst het
stelsel van het betalen van overuren worde
ingevoerd.
Toen de beer Fokker de politie prees,
werd er warm geapplaudisseerd en o.i. zeer
terecht. De politie heeft zich kranig ge
houden. Onder persoonlijke leiding van den
Commissaris zelf, die dag en nacht op de
meest drukke punten tegenwoordig was, is
de orde uitstekend gehandhaafd en liep
alles vlot van stapel en werden tevens de
stille buitenwijken ook nog bewaakt.
Voor het stelsel van overuren te betalen
voelen wij voor den eigenaardigen tak van
dienst als die van de politie niet zoo hij-
zonder. Men zou er ook moeilijk de Com
missaris en de inspecteurs onder kunnen
doen vallen. En toch hebben ook deze
ambtenaren hun overwerk, bij gelegenheden
als we nu er weer gehad hebben. Het poli
tiewerk is eigenlijk ook geen arbeid bij het
uur af te meten. Deze mannen van hoog tot
laag moeten behoorlijk gesalarieerd wordent
hun diensttijd in normale gevallen niet to
lang zijn en dan zullen ze er ook niet tegen
op zien in buitengewone omstandigheden
eens extra diensten te doen. Wij hopen dat
de burgemeester als hij straks als hoofd der
politie met een nadere dienstregeling voor
het politiepersoneel komt, zich door dit
beginsel zal laten leiden en niet door dat
van mr. Fokker.
De heer Sijtsma en met hem de heeren
P. J. Mulder en Meuleman, kwamen met
het voorstel om dooT het verleenen van een
gratificatie van f 300 's Raads erkentelijk
heid te betuigen. Gaarne hadden zij het be
drag wat hooger genomen, doch zij vrees
den dan eenigen tegenstand. Gelukkig voor
de politie behoefde 't voorstel niet in stem
ming to worden gebracht. De voorzitter toch
verklaarde dat hij na overleg met den Com*
missaris zelf met een voorstel wcnschte te
komen. De voorstellers trokken daarop on
middellijk hun voorstel in, zich met de hoop
vleiende waarschijnlijk dat het bedrag nu
allicht grooter zal zijn.
De heer Vergouwen kwam nog even op de
ontslag-aanvrage van dr. De Jong terug.
Wat willen B. en Ws. doen, nu ook de be
trekking van adjunct-directeur vacant is?
vroeg spr. Het zou eens kunnen zijn dat er
nu een regeling kon worden getroffen,
waarbij de adjunct kon worden uitgcschar
kr1 1
Do Voorzitter kon er begrijpelijkerwijs nu
nog niets van zeggen. Een directeur zou er
toch altijd wel moeten zijn, dacht hij, tenzij
de Slachthuisoommissie de 'leiding op zich
zou willen nemen, zeide hij lachend. De
heeren moesten het praeadvies maar eens
afwachten.
Hiermede werd de vergadering gesloten.
Leiden, I Ju8i.
Wij ontvingen het jaarverslag van de
Nationale Vereerd ging tot steun aan mili
ciens over het jaar 1909, uitgebracht in de
algemeene vergadering, gehouden te Am
sterdam.
Daaraan is hier het volgende ontleend:
Leiden steunde 4 miliciens. Maar Leideri
klaagt over gemis aan steun van H.H.,
Werkgevers, en vraagt of daardoor de Af-
deeling niet overbodig wordt. „Vereenigin-
gen die alléén geldlijk steunen zijn er ge-,
noeg", zoo luidt het verslag.
„Leiden vergunne ons" zoo zegt de
secretaris in het verslag „dat wij haar
wijzen op Zutfen. Ook de afdeeling Zutfen
was voor eenige jaren moedeloos.
Maar Zutfen hield toch het hoofd
op en hielp in het afgeloopen jaar
4 miliciens. Wij moeten stand houden,
en dat is het moeilijkst in tijden van m a-
1 a i s e. Maar er komen wel weer betere
dagen, en wie volhardt tot den einde, hem
is de kroon 1 Het zijn juist onze Algemeene
Vergaderingen waar wij elkander moeten
bemoedigen.
Moge Leiden's afgevaardigden deze alge
meene Vergadering niet verlaten zonder
nieuwen werklust en nieuwe liefde voor dé
voorzeker moeilijke taak die onze Vereeni-
ging onderneemt. Daarenboven: Leiden
miskent haar eigen werk. Leiden heeft dit
jaar 4 miliciens geholpen. Die 4 waren
hoofden van gezinnen. Een cor
poratie die dit heeft godaan, mag niet zeg
gen dat zij overbodig is."
22)
Freddy zet een bedroefd gezicht en Ea-
thrien roept dadelijk: „Uw barometer is on
uitstaanbaar." Zij is niet in het minst van
plan het genoegen van haar kind te laten
bederven door den voorbarig-en weerprofeet.
„Ja, Edgar, je barometer is een onbe
schofte vlegel beweert de ritmeester met
koddigen ernst.
Een onbeschofte vlegel is, zooals men
weet, in de oogen der dames iedereen, die
zich veroorlooft een waaiheid te verkondi
gen, welke haai* voor het oogenblik onaan
genaam of ook maar lastig is.
Kathrien begeeft zich ondertusschen naar
bet terras, overtuigt er zioh van, dat heb
.weer bijzonder mooi is en terwijl zij den
waarschuw end en Rohritz een vernietigen
den blik toewerpt, beveelt zij den knecht,
die juist met een tweede bezending amandel
koeken is binnengetreden, dadelijk te laten
inspannen.
Rohritz draait doodbedaard zijn knevel op
en zegt, opstaande, dat hij zijn regenman
tel in .zijn riem wil gespen. Een weinig la
ter zijn de rijtuigen, een licht gebouwd
jachtwagentje en een solide landauer,
voorgereden. Voor het jachtwagentje trap
pelt een vurig span paardjes; voor den lan
dauer zijn, daar een der equipagepaarden
sinds gisteren kreupel is, een paar droevig
Blakke werkpaarden gespannen.
Lachend en praten staan de gasten vooï
bet slot op het okergele kiezelplein. Kar
thrien's stem klinkt nog, bevelen gevend, nu
eens hier, dan daar, terwijl Stella den rit
meester helpt den rijken voorraad aan pro
viand in de rijtuigen te bergen.
In luchtige wolken van mousseline en pou-
dre de riz gehuld, eenigszins lijdend, maat
ondanks alle overreding van het gezelschap,
niet tot thuisblijven te bewegen, leunt
Anastasia tegen een der met groene ranken
begroeide pilaren van het terras en houdt
een flacon onder haar neus.
Vóórdat nog het laatste bevel door de
vrouw des huizes is gegeven, bestijgt de
ritmeester naast Stella den bok van het
jachtwagentje, de generaal neemt naast
Freddy op de achterbank plaats dc koet
sier is wegens de absolute onmogelijkheid,
hem te plaatsen, thuis gelaten en voort
snellen de hitten. De rest van het vezel
schap zoekt een onderkomen in den lan
dauer, barones Meineck en freule von Gur-
lichingen rijden achteruit, Rohritz en Ka
thrien zitten op de voorbank. Er verstrijken
nog een paar onrustige minuten, de een
vraagt den ander of hij niets heeft verge
ten, de knecht wordt met allerlei opdrach
ten buiten adem gejaagd, totdat eindelijk
een voldoend aantal plaids, parapluies cn
tooneelkijkcrs bijeengebracht is en den koet
sier wordt gezegd, dat hij kan wegrij
den.
In Reierstein, aan den voet van een ro
mantische ruïne zonder ruïne gaat het
nu eenmaal bij buitenpartijen niet zal
een lunch in de open lucht gebruikt wor
den. Voor het diner, hetwelk van zeven op
acht uren is gesteld, wil men te Erlachhof
terug zijn.
Kathrien heeft gelijk, het is een prach
tige dag, een feit, dat zij niet moede wordt,
den eigenaar van den onuitstaanbaren ba
rometer aan het verstand te brengen.
,,Men moet den dag niet voor den avond
prijzen", antwoordt Rohritz bedaard; „de
zonnestralen steken als herfstvliegen, dat is
een slecht teeken".
„O, gij ziet altijd door een zwarten bril",
herneemt Kathrien geërgerd.
En Rohritz buigt, waarop alles zwijgt. Ka
thrien ziet er plotseling geagiteerd uit,
houdt zich in haar geest met de vraag be
zig of niet in bet laatste oogenblik de
mayonnaise is vergeten. Stase hanteert kwij
nend haar flacon en barones Meineck, die
tot dusver geheel in haar eigen gedachten
verzonken is geweest, wordt plotseling vol
doende wakker om met haar diepe stem
een zeer diepzinnige opmerking over de
tegenstrijdigheid in de schepping en de
overbodigheid van 's menschen bestaan te
maken, welke beschouwingen Rohritz ge
heel deelt. Met groote handigheid secon
deert hij haar bij een Schopenhauer duet,
waarin zij de eerste stem meesterlijk weet
te handhaven. Zij beweert., dat het huwelijk
als een misdaad, welke de ellende der men
schen voortplant, door alle fatsoenlijke lie
den moest vermeden worden, terwijl Roh
ritz de uitvinding van een groote dyna-
mietpatroon, welke in staat zou zijn, de ge
heel e aarde in stukken te doen springen,
als de meest eervolle taak van toekomstige
ingenieurs prijst.
Intusschen schitteren de zonnestralen
warm op het sappige Julilooi en wiegelen
zich op het staalblauwe stroomende water
van het vroolijk naast den straatweg kab
belende beekje. In de witte kelken der wil
de winde, welke met bevallige teederheid
het wilgen- en elzenhout aan den oever om
slingert, glinsteren dauwdruppels; de lange
grashalmen buigen rich, alsof zij zich op een
namiddagdutje voorbereiden, en daar tus
schen wuiven gele, rose en blauwe veldbloe
men, terwijl de vogels luid jubelend in de
lucht kwinkeleeren.
Onze beide pessimisten nemen natuurlijk
van deze kleinigheden niet de minste notitie.
De weg gaat bergopwaarts, wordt slecht
en steenachtig en steeds vermoeider slepen
de paarden zich voort, komen ten laatste
nauwelijks meer van de stee. Anastasia
wordt groener en groener; half onmachtig
valt zij in de kussens van het rijtuig. „Ach,
ik sterf..."
Zoowel om den last der paarden te ver
lichten als om zich aan den blik van freule
van Gurlichingen te onttrekken, deelt Roh
ritz mede, dat hij wil uitstappen, ten ein
de over het hem bekende, veel kortere voet
pad naar Reierstein te loop en.
XII.
Middelerwijl hebben de vurige paardjes
van den ritmeesterr reeds lang het doel van
den tocht bereikt. Paarden en rijtuig vin
den in een herberg van het dichtstbijzijnde
dorpje oen onderkomen. Het is een goed
logement en men had daar zeer goed de
lunch kunnen gebruiken. Maar daar; zxx>als
bekend is, het genot van een buitenpartij
daarin bestaat, ongenietbaar warme gerech
ten aan een rookend vuurtje te fabriceeTen
en de meegebrachte, voortreffelijke koude
keuken in de ongemakkelijkste houdingen
te verorberen, wandelt men oogenblikkelijk
het dorp uit en Stella, Freddy en de beide
heeren trachten, met behulp van een ge-
huurdën boerenjongen, de proviand naar de
weide in de buurt van de ruïne te zeulen,'
waar onder de romantische takken van een
ouden eik zal getafeld worden.
Dwars door de weide slingert zich de beek,
welke van tijd tot tijd langs den grooten
weg voorbijgeschoten is en tot een aanzien
lijke breedte is gezwollen.
Terwijl Leskjewitsch en de generaal zich
gelaten als martelaars van de genoegens
van een buitenpartij op weg begeven om
dood hout te verzamelen, trekt Freddy,
die oogenblikkelijk heeft vastgesteld, dat de
beek kreeften moet bevatten, en na daar
toe zijns vaders toestemming verkregen te
hebben, schoenen en kousen uit en springt
nu tusschen de steenen en in het wateï
rond als een ocht kaboutermannetje.
„Wel, kind, mij dunkt, gij hebt ook groo.
ten lust kreeften te vangen, hè?"' merkt de
ritmeester op, als hij de verlangende oogeu
ziet, waarmede Stella den kleinen jongen na
kijkt,
„Ja, ik zou wol gaarne willen", verzekert
zij ernstig knikkend, „maar is dat wel ge-»
past, oom?"
„Voor wien zoudt gij je geneer en, voor mij
of voor dien grijsaard?" met een knipoog
over zijn schouder naar den generaal.
Stella schiet in den laoh.
„Die is mij volkomen onverschillig", zegfl/
zij, „maar..." zij bloost een weinig
„wanneer de anderen komen I"
(Wordt' vervolgd.)