No. 15443. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag* 28 Juni.Tweede Blad. Anno 1910, Buitenlandsch Overzicht Burgerlijke Stand. Gemengd Nieuws. („o.H.ct,") FEUILLETON. Stella. ■Uit Brussel wordt gemeld, dd. 27 dezer: In de zittingzaal van den Senaat werd heden geopend de derde bijeenkomst van de Nederlandse h-B elgische Com missie. Ongeveer vijftig leden waren aanwezig, waarvan ruim twintig Nederlan ders. Hiervan waren tien leden van de Tweede Kamer. De heer Beernaert hield een hartelijke toespraak, waarin hij wees op de toenemen de betrekkingen tusschen beide landen en Nederland prees wegens zijn schoone deelneming aan de tentoonstelling. Mr. Tydeman antwoordde uitvoerig, wij zende op de betrekkelijk nog geringe prao- tische resultaten van het commissiewerk, maar op de toenemende wederzijdsche De- langstelling. Hij prees den nieuwen Ko ning en de prachtige tentoonstelling en sprak over de rol, die de kleine natiën in de wereld, inzonderheid Nederland en België, aan de spits der beschaving staandej heb ben te vervullen. Heden, Dinsdag, wordt er weer vergaderd. Het (Katholieke) „Handelsblad van Ant werpen" schrijft: Een onzer confraters kondigt aan, dat de twee voornaamste leiders onzer partij, hee- ren staatsministers Woeste en Beer naert, er aan denken eerlang aan het po litieke leven vaarwel te zeggen, de eerste wegens verergering in zijn ziekelijken toe stand, de tweede wegons vermoeienis en hooge jaren. In de Brusselsche katholieke pers zien wij daar niets van vermeld. De „Nieuwe Gazette" gelooft het bericht nog zoo gauw niet. Woeste zal zijn partij niet in den steek laten, nu die hem zoo zeer noodig heeft, tenzij zijn kwaal veel erger is geworden, en het aftreden van Beernaert, vervolgt het blad, gelooft men algemeen nog minder. Het is al zoo dikwijl^ gezegd, dat hij heengaat. Maar dan dringen de vrienden aan op blijven, en i'eernaert laat zich overhalen. Het „Handelsblad van Antwerpen" schrijft over de lichting van 1P10, onder de nieuwe Belgische legerwet ge schied: Het aantal inlijfbare oudste zonen onge rekend verleeningen van vrijstelling, be droog 28,299. Doch die zullen niet allen in gelijfd worden; men verwacht, da/t er daar van nog 2000, die niet voor de militieraden verschenen, zullen worden afgekeurd. Het aantal onder de wapenen geroepen mannen zou dus 17,200 man bedragen, 1200 meer dan voorzien werd voor de eerste toepassing der wet. De Belgische minister van spoorwegen post en telegraphie Helleputte, heeft be paald, dat het congres der postbo den in Juli met gesloten deuren moet plaats hebben. De ,,Norddeutsoh© Allgemeine Zeitung" zegt: Eenige bladen hebben het.bericht ge geven, dat prine Eulenburg weder m staat is, een strafgeding te doorstaan, en dat het parket, om een parlementaire inter pellatie te voorkomen, het proces in Sep tember weder wil opvatten. Die berichten zijn geheel en al onjuist. Eulenburg is in April en Mei 1.1. onderzocht en de onder zoekingen hebben aan het licht gebracht, dat Eulenburg nog geen strafgeding zou run nen doorstaan. Do Duitsohc keizer heeft te Kiel, waar hij de rooi- en zeilwedstrijden kwam bijwonen, den pas ontslagen minister ■van" koloniën Domburg aan boord van de Ho- hen zollern" ontvangen cn wel ben uur lang ïniet hem gesproken. De „Daily News" ontvangt in verband hiefrmede een bericht van zijn correspondent, waarin deze mededeelt, wat over dit be- ri>ek en tden politieken toestand in Kiel word gesproken. Wilhelm II had eerst een onderhoud mot Ballin, den directeur dor HamburgAmerika-lijn, waarin doze zich tegenover den Keizer zeer openhartig uit sprak over don politieken toestand, en over 'de onmogelijkheid om von Bethmann- H o 11 w e g te handhaven. De Keizer zou toen den kanselier onmiddellijk naar Kiel ontboden hebben. Waarschijnlijker is echter, volgbns de „Koln. Ztg.", dat de besprekingen tusschen Ballin, Demburg en den Keizer geloopen hebben over de benoeming van Demburg tot directeur der HamburgAmerika-lijn. De „Daily News" weet ook mede te dea len, dat de Keizer zeer getroffen is door den ovorgang van de nationanl-liborale partjj in dp oppositie en de verklaringen, waarin deze rich van Bethmann Hol 1 weg heeft afgewend. Daarmede is aan da blauw zwarte meerderheid wel is waar geen mate rieel verlies toegebracht, maar de moreale macht van de oppositie is or zeer door ver sterkt. De Keizer, die er steeds naar streef de, de magnaten yam handel en industrie in de iegecringspartij op te nemen, en die dat herhaaldelijk toonde, o. a. door de be noeming van Möller en Dernburg tot mi nister, is zeer ontstemd over don gang van zaken, die zoowel den minister van kolo niën bot aftreden bracht als de nationaal- liberale partij tot de oppositie deed over gaan. Dat nu zelfs de burgerlijke partijen tot ondersteuning der sociaal-democratische candidatcn worden genoodzaakt, bij aan vullingsverkiezingen, heeft op den Keizer een zoor onaangonamen indruk gemaakt- De „Norddoutseh© Allgemeine Z-utung" spreekt het bericht van het blad „Adeveroel" uit Boekarest tegen, volgons hetwelk de Kei zer in een telegTam aan don kroonprins van Roemenie de overvalling in den Piraeus oen zware beleediging voor hot gehoelo Huis van Hohenzoliern had ge noemd en do kinderen van het kroonprinselijk echtpaar geluk gewenscht had, dat zij uit de handen der aanvallers bevrijd zijn. De Keizer heeft,, zegt de „Norddeutsche", rich ton aanzien van het incident geen partij gesteld- De Rijksvlootvereeniging heeft oen schrijven gericht tot den Engelschen minister Asquith, waarin wordt aanbe volen de kwestie van de nationale verdedi ging eens voor altijd te stollen buiten partij politiek door daarvoor eon leening te slui ten van 100 mil li oom pd. st. Do onderteeke naars verlangen bovendien de benoaming van een commissie voor de nationale verdediging, om door samenwerking van leger en vloot de honderd millioen op do beste wijza te doen besteden. Het adres is goteekend door niet minder dam 155 opper-off i e leren van zee- en land macht, 11 admiraals, 13 vioe-admiraals, 24 schouten-bij-nacht, 16 generaals, 14 luite nant-generaals, 76 gen eraals-majoor en 1 ge neraal van den geneeskundigen dienst. Sir Arthur Nicholson is benoemd tot pormanont onderstaatssecretaris van buiten- landsche zaken in Engeland. In de Fransche Kamer heeft Briand, bij de beantwoording der interpellaties over de algemeono politiek gezegd, dat de Re geering zich voorstelt to steunen op de re- publikoinsche meerderheid en dat hij mem dé, dat hij zijn verklaring uitsprak uit naam' van de gansche meerderheid. In de worstelingen, waaraan de Republiek heeft weerstand te bieden, moet zij soms, om zich de overwinning te verzekeren, tot het uiterste gaan, maar is de slag geëin digd, dan is het de plicht van den leider, die don naam van zijn leger wcnscht hoog te houden, hot tot staan te brengen, opdat het de overwinning niet bezoedole. (Leven dige toejuichingen van de linkerzijde en het centrum). In den loop van Briands rede werden van alle kanten protesten der uiteerste linkerzijde gehoord. Betreffende de uitvoering van hat vloot- program, zeido hijLaten wij het zóó doen, dat do begroeting geen paradijs voor leveran ciers wordt, maar laten wij het er over eens zijn, diat do natie haar kracht moet bewaren, tot verzekering van haar veilig heid en waardigheid. TVij zijn zeker, zedde hij, van u alle noodige opofferingen te ver krijgen voor de nationale verdediging. Briand zoide geen wijziging te willen brem- gen jin do denkbeelden, maar de republi- koinscho partij moet niet uit het oog ver liezen, dat zij geen oppositie-partij meer is, en dat zij daardoor tot zekere verplichtin gen is gehouden om voor iedereen te r> gearon. Op dozen grondslag vToog Briand het blijvende vertrouwen van de meerder heid; hij vroeg de Kamer, in alle oprecht heid te zeggen, of zij de Regeering haaf volle vertrouwen kan schenken. Briand toom de aan, dat de kiesrechthervorming door de meerderheid moet tot stand worden ge bracht, en hij ging in het kort de aangekon digde hervormingen na. Het beginsel van schoolplicht moet worden geëerbiedigd, het welk oen staatstoezicht noodzakelijk maakt. De inkomstenbelasting en de werklieden-pan- sioenen verzekerde hij zullen ten uit voer worden gelegd. De Regiering h-saft geen partij te kiezen vóór of tegen oen politiek van monopolies. Briand zette voorts de noodzakelijkheid voor de Regeering uit een om de orde en veiligheid op straat te verzekeren en schetste de voorvallen van den vorigen dag, waarbij hij de vraag stelde, aan welke zijde de moordenaars waren. Hij eindigde met te herhalen, dat hij een motie van vertrouwen zonder beperking wilde, zelfs van hen, die een beslissen den aanval, welke hun nu niet gelegen schijnt te komen, tot later willen uitstellen. „Alles of niets!" zedde Briand, terwijl hij op de tribuno sloeg. Do linkerzijde bracht hem een ovatie; de gehcelo Kamer juichte hem toe, behalve do uiterste linkerzijde en eenige banken dar rechterzijde. De vergadering is daarna opgeheven. In de Italiaansche Kamer heeft de minister van buitenlandsche zaken, sprekend over de zaken v&n Kreta, ge zegd, dat de politiek van Italië de hand having van den vrede en vermijding van het verwekken van verwikkelingen ten doe» heeft. De fundamenteele grondslag der Italiaan sche politiek is de handhaving van den terri- torialen status quo en de onschendbaarheid' van het Turksche rijk en van de Balkan- staten. Italië handelt in volle overeenstem ming met de overige beschermende mogend heden. Het kan niet geduld worden, dat de vrede in gevaar gebracht wordt door de houding der Kretenzers, die zich ten opzich te van Turkije van elke uittarting behooren te onthouden; soo niet, dan stellen zij zich er aan bloot, dat op het eiland een regee- ringsstelsel wordt ingevoerd, dat minder gunstig is dan het tegenwoordige. De hou ding van Griekenland is correct gebleven. De koning van Griekenland heeft geen en kele verklaring afgelegd, die een tussohen- komst van Turkije op Kreta zou kunnen motivecren. De Minister sprak de hoop uit, dat Tur kije een einde zou maken aan het boycot. De koning van Portugal heeft het besluit tot ontbinding der Kamer van Afgevaardigden geteebend. De datum der verkiezingen is nog niet vastgesteld. De Oortes zullen op 23 September weder bijeenkomen. Volgens een telegram uit Boekarest is de toestand van de koningin van Ro e- m o n i de laatste dagen weder verer gerd. De Russische Rijksraad heeft het wets ontwerp betreffende Finland in den door de Rijksdoema goedgekeurden vorm aangenomen. De te Rome verschijnende ,ÜJ3ervatora Romano" publiceert een nieuwo lijst van Katholieke vereenigingen, dio tegen de ker kelijke politiek van het Spaansoheka- b i n e t protesteeren. De regeering van minister Canalejas zal de geheele Spaansche natie tegenover zich hebben, seint de Madridsche oorrespondent van het genoemde Katholieke blad. Inmiddels meldt de Madridsche oorres pondent van de Matin," dat deputatiën van vrouwen uit het volk zich Zaterdag en Zondag naar versoheiden prefecturen bega ven, om te protesteeren tegen do houding van de aristocratische dame©, die beweer den, dat zij namens alle Spaansche vrouwen handelden, toen zij minister Canalejas haar protest-adres tegen de Regeering overhan digden. De vrouwen van de vereeniging van het „Heilige Hart van Jezus" zullen Woensdag in bijna alle Spaansche kathedralen gods dienstoefeningen houden, als een manifesta tie tegon de Regeering; de republikeinen en radicalen zullen oontra-betoogingen houden. Ook zijn, altijd volgens den oorres pondent '•an de Matin," een groot aan tal anti-clericale meetings in Spanje aange kondigd en is tegen Zondag a.s. een groot© betooging te Madrid op touw gezet. HAARLEMMERMEER. Getrouwd: T. van der Luit on L. C. Gortzak. E. Hoogeveen en C. van Mul. Bevallen: C. de Vos geb. Vonk Z. Overleden: J. H. Hnisintveld 8 m' OUDSHOORN. Bevallen: M. Blom geb. Van Baarle D. A. Ber^shoeff geb. Vau Braak Z. C. Kelderman geb Van Weeren D. Overleden: M, Iramerzeel, 64 j., geh. met J. van Slraten. Gehuwd: C. G. floogendoorn jm. met L. Burggraaf jd. REEUWIJK. Bevallen: L. Schouten geb. Oostrum D. P. Hey geb. Van D(jk Z, D. J. Verboom geb. Van Reede D. Overlodon: S. v. d. Heiden 3 w. E. P. Kuijf 3 m. J. Slappendel 51 j. J. v d. Heidoi 4 w. TER-AAR Overleden: J. Touw, 74 j., wedn. van P. v. d. Meer. WOUBRUGGE. Bevallen: C. Baak gob. Van Loyden D. Overleden: H. P. S. Bleijswyk, 56 j., m. vnn M. Zoetemelk. ZEVENHOVEN. Bevallen: G. Verkerk geb. Van Vliet Z. Overleden: P. van Es, echtgenoote van C. Maarsse^een, 51 i. Gehnwd: J. Wensveen en G. Rjjnekor. A. van Poelgeest en M. Znidam. M. Kalshovon en N. Verzaal De politic in Den Haag hoeft een man aangehouden, die verdaoht wordt zich te hebben schuldig gemaakt aan tal rijke feiten van oplichting, O.a. moet hij zich hebben uitgegeven voor secretaris van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer* en als belast met het innen van gelden voor verschillende vereenigingen, waardoor hij zich ten nadeele van vele ingezetenen van de residentie golden wederrechtelijk heeft toe geëigend. Bedoelde persoon is ter beschik king van de justitie gesteld. Men meldt uit Rotterdam: Zondag, avond tegen 10 u. heeft 'n gedetineerds in d-3 strafgevangenis aan den Noordsingel alhier, uit. kwaadwilligheid zijn stroomatras en hoofdkussen in brand gestokon, waardoor te vens brand in de cel ontstond cn zelfs de vlammen door de tralies naar buiten sloegen, hetgeen werd opgemerkt door be woners van een aangrenzende straat. Inmiddels maakten andere gevangenen, die den brand hadden bemerkt, alarm en ean zoodanig lawaai dat oen kleine paniek in de go vangen is ontstond. Op het schellen der gevangenen kwamen een aantal cipiers on der leiding van den adjunct-directeur toe snellen en bluschtcD met brandbluscliappa- raten den brand. De gevangene, die don brand gesticht ho?ft waarschijnlijk met het oogmerk om van do ontstane verwarring gebruik te maken om te ontvluchten, is nu in een onder do ge vangenis gelegen cachot ondergebracht. Gisternamiddag omstr e e k s kwart voor twee, is te Rotterdam een felle brand uitgebroken op de derde of zolder verdieping van pand No. 9 aan den Bóeren- steiger. Het bovenhuis is in gebruik bij den kamerverhuurder J. B. Broeders. Op den zolder, waar de brand ontstond, had Broe ders, die tevens schoenmaker is, rijn werk plaats. Een brandend sohoenmakerelampjo moet daar omgevallen zijn en den brand veroorzaakt hebben. Gasten van de spuiten 10, 9 en 11 hebben den brand met eenige op de waterleiding geplaatste slangen gebluscht. De zolderverdieping brandde uit, en een gedeelte van het dak brandde af. Voorts is op alle verdiepingen en in het benedenhuis, waarin een pakhuis is gevestigd, belangrij ke waterschade aangericht. De schade wordt door verzekering gedekt. O n t v 1 u 0 h t.— Willen Joha li nes Roos, oen der leden van het beruchts inbrekers-trio, dat een paar jaar geleden, door tal van brutale inbraken Amster.liro onveilig maakte, is gisternacht uit hei krankzinnigengesticht te Castricum ont vlucht. Hij was na zijn veroordeeling toi jaar gevangenisstraf daar sedert cenigen tijd in observatie. Roos heeft zich, zonde*, opgemerkt te worden, verwijderd op het rij wiel van den directeur van het gestbus De schrijver der briever. „Uit de Hoofdstad" aan de „Prov. Gron. Crt." deelt het volgende mede: Er is iets, waarbij Amsterdam ten achter staat bij de andere grooto steden des landr en dat is zijn vleesch. Toen ik me in de hoofdstad vestigde, viel het me al op, hoe veel minder van qualiteit het vleesch was, dat men mij voorzette, dan dat hetwelk ik in mijn vorige woonplaats op tafel zag ver schijnen. Maar dat kon het gevolg van d6 omstandigheden zijn; in mijn vorige woon plaats genoot ik van moeders pappot, nu was ik overgeleverd aan de willekeur vau een huisjuffrouw, die mij togen idem zoo veel per maand wel wilde onderhouden, maar natuurlijk er op uit was om het op een zuinigje to doen. Edoch toen ik later ©011 eigen huishouden opzette, bleek mo alras, dat het toch niet enkel Aan mijii huisjuffrouw lag, dat de ossenlapjes vet tig, de kalfslapjes vellerig, en dikke lenden samengelapt halsvlecsch, de roastbeof taai als schoenJeer was. Mijn slager leverde ook mij voor mijn goedo geld dat zeer middel matige goedje en de ervaring leerde me, dat hoc me absoluut niets hielp, of ik van slager veranderde: de een was geen haar boter dan de ander. Nu berusten we er in, trachten ons zoo veel mogelijk variatie tf bezorgen met bchulo van den varkensslager het varkensvleesch is hier niet slechter dan elders den vischman en, op extra dagen, den poelier en als we eens een heel enkelen keer ons do weelde veroorloven om in een restauratie te gaan eten, dan staan we te kijken: daar is het vleesch uitmun tend Dat is evenwel de oplossing van het raadsel van het slechte Amsterdamscho vleesch: het goede wordt door dc heeret. slagers afgeleverd aan hun beste, geregelde en grooto klanten: hoofdzakelijk do hotels en cafe's, het overschot wordt aan de kleine afnemers, de particulieren, welwillend ver kocht. Of een particulier van slager ver andert dat hindert niet, maar Amstelho- tel of „Kras" of noem maar een ander* groote onderneming, te verliezen, wel, dat, beteekent een financieelen ondergang, en dus daar hoeft men de noodige égards mefi* Maar als men nu denkt, dat wij particu lieren dan ook goedkoop uit zijn bij do hoe ren slagers, dan vergist men zich. Do vleeschprijzen zijn hooger dan elders, en men ziet er geen been in om nu en dan den prijs wat op te slaan. Aldus is dezer dagfin ook geschied: een dubbeltje meer zuilen we voortaan per k:Jo moeten betalen. Do reden? Ik heb me laten wijsmaken, dat 't te... Brussel, dank zij der tent tonstelling 200 druk is, dat de hotelhouders c,s. al het goe de. Nederlandsche vleesch noodig hebben en onze slagers er tegen op moeten bieden om ook nog een brokje machtig te worden. Maar nu vind ik in een der bladen een van!' de zijde der slagers verstrekte inlichting, zoo curieus, dat ik ze hier wil navertellen^. Het voorjaar en dc zomer aldus do stoutmoedige bewering zijn të mooi go-. weest. De veeboeren hebben te beschikken over zulke weelderige weiden, dat het vee het gras haast niofc op kan en het den boer aan het harte gaat zijn koetjes te verkoo- pen Maar voor een goed bod bezwijkt hij en dientengevolge zijn do veeprijzen hooger dan anders, welke verhooging de slager na tuurlijk afwentelt op zijn consumenten, die geen vast contract met hem hebben loopen Wie het niet gelooft, betaalt een dub beltje, zegt Andersen aan het eind van een zijner sprookjes. Dit woord zou ook kunnen volgen op het malle bakersprookje, dat de slagers nu der goe-gemeente willen wijs maken 1 17) Moeder en zuster bevonden zich op het perron. Toen de conducteur het portier opentrok, zat Stella onbeweeglijk met het hoofd van den doode op haar knieën. Het was avond. De sterren schitterden aan den donkerblauwen hemel. Zwijgend en bleek wandelde mevr. Mein- eck het korte eind van het station naar den molon, naast Stella, achter het lijk. Bij een onhandigo beweging der dragers gleed een arm van het lijk naar beneden de hand sleepte over den grond. Met een onstuimig gebaar greep mevrouw Meineck die, drukte de doode, koude hand aan baar lippen on behield die het overige van den weg in de hare. Zij legden het lijk in het frissche, naar lavendel ruikende bed, hetwelk voor den zieke was opgeslagen in de hoekkamer, waarin hij altijd zcv> gaarne mocht zijn. Twee kaarsen brandden aan 't hoofdeneind daarvan. Een pijnlijke onrust maakte zich plotseling meester van Stella, die tot dus ver als verlamd alles half werktuiglijk met zich had laten doen. Zij bedacht ineens, dat zij iets had vergeten, greep naar het gou den medaillon, dat de overste haar voor haar moeder had gegeven en dat rij sinds dien tijd altijd om haar hals had gedragen. Duidelijk en op eentonigen toon deelde zij haar de boodschap van den stervende mede. ,,U moest hem het medaillon om den hals hangen, vóórdat men hem in 't graf legdet. En eens zeide hij, dat hij u nog zoo gaarne vergiffenis zou hebben gevraagd.'' Mevrouw Meineck nam het kleine voor werp uit de hand van haar kind. Zij was bleek geworden, haar oogen hadden den strakken, naar binnen gekeerden blik van mensóhen, die door een visioen in een reeds ver verleden worden terug verplaatst. Opeens begonnen de handen der oude, grijze vrouw te beven. „Laat mij een oogenblik met hem alleen", verzocht zij zacht en Stella sloop weg. In de vreeselijke aoht dagen, welke op dien onvergetelijken avond volgden, was de barones jegens Stella allerliefst en vol tee- derheid. In die dagen leerde Stella begrij pen, welke een onweerstaanbare betoove- ring deze vrouw op de menschen vermocht uit te oefenen; leerde zij begrijpen, hoe het verlangen naar haar nog na een jarenlange scheiding aan het hart van den stervende had geknaagd. Daarna kwam alles weer in de oude sleur, echter met dit onderscheid, dat de weduwe rich nooit meer onvriendelijk over den va der van haar kinderen uitliet-, maar tegen over de meisjes altijd zijn goede eigenschap pen prees. VII. Het heeft den gebeelen namiddag gere gend. Het regent nog. Het gezelschap té Erlachhof heeft huis-arrest. Freddy is we gens een ongehoorzaamheid en wijl hij 's na middags driemaal geniesd heeft, vroeg naar bed gezonden en veroordeeld kamillen-thee te drinken. De volwassenen brengen intus- sehen den avond in plaats van buiten in het salon door. Stase heeft voor de zes-cn-twintigste maal „Paul en Virginie" gelezen en wijdt zich nu aan een ander genre van literatuur, leest het „Ontwaken der Lente", van We- dekind, slechte om met de ontzetting to pralen, welke zulk een roman haar moet inboezemen. Elke vijf minuten uit zij met groote energie een verontwaardigd „Neen!" of „Dat is te erg!" waarbij zij met een harer handen haar blozend gelaat bedekt en met de andere Kathrien het boek toehoudt. Maar Kathrien toont niet veel lust om aan haar ontzetting deel te nemen „Ik moet niets van dat allee hebben", zegt zij lakoniek, terwijl zij het boek afweert en aan het rood-wit dekentje, dat voor den op handen rijnden verjaardag van Freddy af moet zijn, blijft doorhaken. Barones Meineck speelt intusschen met den generaal een partij schaak, het eenige spel, dat rij niet veracht, en de ritmeester kijkt toe. Stella heeft tot dusver, zichzelve accom- pagneerend, het gezelschap mooie Italiaan sche liederen voorgezongen, welke zij in zoele lentenachten van de liedjeszangers aan het Canal grande heeft afgeluisterd. Zij rit nog altijd voor de piano, maar speelt niet meer. Met haar handen op de toetsen, terwijl rij af en toe zacht een paar maten uit een Mazurka van Cïïopm speelt, houdt rij haar gelaat naar Rohritz opgeheven, die, met rijn ellebogen op het deksel van de piano leunend, pratend op haar neerziet. „Wat is Rohritz in een druk discours mcC Stella; hij is geheel veranderd!" merkt Des kje witsch lachend op.. „Wanneer hij gevraagd wordt, moet hij antwoorden 1" antwoordt Stase bits, van haar boek opkijkend. „Nu,wanneer hij geen lust had met haar te praten, dan behoefde hij rich immers niet met haar te bemoeien." geeft de ritmeester brommend ten antwoord; „zij heeft hom immers niet aan de piano vastgenageld." „Hi, hi, hi I Zij nagelt hem met haar blik ken vast. Hebt gij niet gemerkt, hoe koket zij hem aankijkt?" grinnikt Stase. „Tk zou wel eens willen weten, wat hij haar vertelt." „Yan Mexico en de phosphorescence der tropische zeeën," antwoordt de ritmeester kortaf. „Ah, wordt er werkedijk niet iets meer gevoelvols en persoonlijks behandeld? sist Anastasia. „Nu, wanneer ik daarmee g-sea onbescheidenheid bega, wil ik eens luiste ren, en het „Ontwaken der Lente" dicht klappend, rekt zij haar dunnen hals uit. Het is doodstil in het groote vertrek; er klinkt niets, behalve hot eentonige ruischen van den regen buiten, het zachte verschui ven der schaakstukken bij hun verschillende reizen over het slagveld, en het gesprek der beiden aan de piano. „U kan zich geen voorstelling maken vin het lichten der zee in de tropen, barones Stella. De nachten, welke ik op mijn tocht naar Mexioo op het dek van de „Europa" heb doorgebracht, zullen mij onvergetelijk Hijven I" zegt Rohritz. 8te-lla, die tot dusver met de grootste be langstelling naar rijn verhalen geluisterd heeft, trekt plotseling een grappig, wijs ge richt en een kort, hard aocoord aanslaand, vraagt rij „Hoe oud waart' gij toen?" „Ik begrijp eigenlijk niet," merkt hij e enigs zins verbaasd op. „O, u behoeft ook in het geheel niet te begrijpen, alleen te antwoorden," antwoordt) zij doodbedaard. „Vier en twintig jaar." Het is een eigenaardigheid van haar, welke aan haar zonderlinge opvoeding moet toegeschreven worden, dat zij dikwijls onbe zonnen en uit louier overmoed een thema aanroert, hetwelk elk welopgevoed meisje zorgvuldig zou vermijden. „Vier en twintig jaren 1" herhaalt zij na denkend, waarop zij haar verhoor voortzet- „Waart gij toon verliefd?" Hij lacht eenigszins verlegen. „U doet mij gewetensvragen." Ik sta u toe hetzelfde met mij te doen," verklaart zij edelmoedig. „Gij geeft 'n ont. wijkend antwoord; dus waart gij bepaald verliefd. Ik wou dat maar weten om precies te kunnen beoordeelen, hoeveel procent poëzie ik van uw beschrijving moet aftrek ken. Alles wêl beschouwd, stel ik in uw schildering van het lichten der zee in de tropen geen recht vertrouwen meer, want als de mensóhen verliefd zijn, zien zij alles bij Bengaalsche verlichting." Deze bondige uitspraak geeft Rohritz na« tuurlijk dadelijk aanleiding tot de vraag). „Weet u dat uit eigen ervaring, baroaefi Stella!" (Wordt vervolgd^.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5