Uit de Rechtzaal.
Geveilde pereeelen.
De Xiustrumfeesten.
dx
Inhaling der Reünisten.
Het eerste nummer van hot lange fsest-
program dat ons wacht!
Om halfeen kwamen, daartoe de leden
■van het Leidsch Studentenkorps in het Aca-
domiegchouw bijeen. Feestelijk staan alle
jonge gezichten, feestelijk is ook do kdee
ding van streng zwart en witpïecies op
tijd wordt de stoet geformeerd; de schitte
rende vaandels en banieren, die al een paar
uren geleden de Academie zijn ingebracht,
worden ontplooid en roen rangschikt zich,
terwijl de menigte die zich voor het Aca
demiegebouw bevindt nauwlettend toekijkt,
acht geeft op de heeren te paard, torsen do
hun banieren.
Het muziekkorps van het 4de reg. inf.
(kapelmeester de heer W. van Etp) opent
den stoet, vervolgens treedt aan dc pedel
van liet Leidsche Studenlenkorps. In volgorde
komen nu de ©erewacht te paard, gevormd
door de loden der Leidsche Studenten-Carous-
selvorecniging, do Assessor I Cóllegii mot
het Korpsvaandel te paard, hot Collegium,
do oercleden van het collegium, vervolgens
de foestcommissiën, ten slotte de vaandels
en banieren van do diverse gezelschappen
en veroenigingen en de loden van hit Leidsch
Studentemkorp8 naar ieders faculteit ach
ter hun banieren.
Onder toevloed van Leidsche sympathie,
die langs den weg reeds dichte drommen
vormt, wordt hot Station bereikt. Ook het
Station heeft zich' in versiering gestoken.
Het wachten is op do treinen, die uit de
richting Amsterdam, uit Rotterdam eni
Utrecht zullen aanstoomem.
Daar komt kalmpjes uit Utrecht de eer
ste wagens toot, die de feest gangers brengt.
Hartelijke begroetingen vullen nu do ruim
ten en 't wachten op de Amsterdamsche i6
spoedig om. Bij tweeën komt eindelijk de
trein uit Rotterdam aanstuiven. Nu is mon
compleet. Jeugd en oud is nu bijeen om
gezamenlijk do fees t\yeek tor viering van
bet 335-jarig bestaan der Hoogescbool tot
een onvergetelijke te maken.
Do eigen!ijko ontvangst van de Raunistcm
en do Senaten dei" bevriende Korpsen heeft
in „Zomorzorg" plaats.
Ilior leiden de eerste begroetingen al da
delijk 'tot vriendschappelijk gesprek, de ver
heuging van hot elkaar woerzien glanst, uit
de oogen, uit zich in de gebaren. Van
ongewono levendigheid is ineens de stoot
dio zich weer vormen gaat. In dezelfde
volgorde als bij hot uittrekken vindt ieder
zijn plaats.
De gasten sluiten zich direct aan achter
de banieren der Vcreonigingon en nu gaat
het voorwaarts. Opgewekt is de pas op de
tonen dor muziek, maar zelfs de oude boe
nen voelen zich verjongd en krachtig in
het terugzien van de stad, waar hun jeugd
do schoonste herinneringen heeft. Een dor
oudste rbamisten is ongetwijfeld wel do heer
Vaillant, èon óón en negentig jarige.
Langs Stationsweg, Steenstraat, Prinses-
sekado, Kor t-Rapen burg, Brecstraatwaar
„Minerva" uitbundig door allen wordt ge
groet, gaat het langs Hoogowoord, Kraaier-
straat naar hot feestterrein.
Eindelijk komt de lange stoet in de
Feestzaal aan, welke bijna reeds geheel ge
vuld is met dames en heeren genoodigden.
Wie was niet vol verlangen om met eigen
oogen en van nabij te aanschouwen het
werk van vele maanden noesten arbeid. En
vooral thans nu de gTOote ruimte geheel is
gevaild met enfchusiaste, tot feestvreugde
gestemde menschen maakt ook het feestge
bouw van binnen een mooi offect.
Als de feesttenen dor muziek die don lan
gen stoet van korpsleüen, reünisten en
leden der senaten van do bevriende korpsen
heeft begeleid, zwijgen, neomt dc praeses
van liet korps, dc heer E. F. M. J. Michiels
van Verduynen, het woord en houda do vol
gende inderdaad schoone redo, die net
aandacht wordt gevolgd:
Mij is aldus spr. na een korte inlei
ding het onschatbaar voorrecht geschon
ken om, alvorens ons aan eigen feestvreug
de ovor te geven, U allen, Mijne Hoeren
Reünisten, te verwelkomen en onze dank
baarheid voor Uw komst te vertolkon.
U allen zonder uitzondering het welkom
toe te roepen in woorden, die do uitgespro
ken blijde gedachten van ons allen moeten
zijn.
Is het wonder, dat een angstig gevoel mij
beklemt niet meester genoeg te zijn van
het woord, waar zoovele emoties m;jn ge
dachten bezig houden, nu zooveel gevoeteng
van vreugde en dankbaarheid, die ik U zou
willen toeroepen, zich den voorrang be
twisten.
Gevoelens van blijde dankbaarheid: dat
Gij aan onze roepstem hebt willen gehoor
geven, om met terzijdestelling van Uw
maatschappelijke bezigheden, U uit alle
oorden des lands op te maken en hiorbeen
te spoeden, r.aar het feestvierende Leiden.
,,Weest welkom in de oudo stad, wie het
>,gogoven was de schoonste herinneringen
„Uwer jeugd te bewaren I"
Zooovcn zijt Gij met ons in optocht getrok
ken langs straten, waarvan iedere steen her
inneringen bij U opwekte, langs huizen
wier groene versiering getuigd van dc
vreugde zijner bewoners; want niet alleen
wij, maar ook Leiden's burgerij wil vieren
Uwe ,,Blijde Inkomst."
Velen onder U, wien hot niet gegeven
was in dit afgeloopCD lustrum onze stad te
bezoeken, zullen in wond're verbazing de
boulevards aanschouwd hebben, dio vroeger
den naam droegen van „Paardcnetceg" en
„Kort-Rapenburg."
Meer onverbiddelijk dan de nooit falende
tand des tijds hobben de moderne denk-'
beelden omtrent verkeer en hygiëne datgene
doen vervallen, wat Gij als onvergankelijk
bec-ld van Leid«n in Uw geheugen bij Uw
vorig afscheid tnedenaamt.
Al mogo d 3 stad haar uiterlijk van stu
dentenstad eenigermate verliezen, meent
daarom niet, dat haar bewoners te Uwen en
onzen opzichte veranderd zijn.
Ik geloof niet, dat bun welkom tot U ge
richt onder woorden zal behoeven gebracht
te worden, waar dit reeds zoo algemeen, zx>
hartelijk blijkt uit het feic, dat kosten noch
moeite zijn gespaard, om het uiterlijk der
6tad bij gelegenheid van Uw terugkomst zoo
feestelijk mogelijk te doen zijn.
Al mogen de nieuwe stadsgedeelten de
bekoorlijke charme van oudo typische plek
jes missen, zoo zult Gc toch straks, wanneer
go Uwen tocht naar Uw oude kamers zult
aanvangen, inzien, dat het karakter dei
stad, ondanks verbouwingen en verande
ringen, hetzelfde gebleven is. Maar te
veel loop ik Uw oordeel vooruit op dat,
wat Ge straks zelf zult aanschouwen.
De taak mij opgelegd is te trachten U
terug te voeren langs de meest zonnige pa
den van Uw studentenleven. Als een schat
graver naar een hem welbekenden 6chat,
zult Gij delven in den goudrijken grond dier
herinneringen en Ge zult ze terugvinen de
vroolijke onbezonnenheid, den jeugdigen
overmoed, do dolle dartele dwaasheid. TJ
zeiven zult Ge terugvinden; U zeiven met
al die eigenaardigheden ons jong studenten
leven eigen 1
Ge zult denken aan het uur toen Gij vol'
emotie Uw eerste Io-Vivat hebt gezongen,
toen de poorten tot het veelbenijde Leiden
voor U open waren gezet.
Ge zult U in herinnering brengen het
eerste jaar van Uw studententijd, dat in
ging zonder te weten wat te willen, wellicht
met de gedachte reed3 genoeg voor een jaar
te hebben gedaan nu Ge den titel van Leidsch
Student verkregen hadt.
Uwe eerste schuchtere stappen werden
toen gezet op do Sociëteit „Minerva", het
zooveel geroemde brandpunt der gezellig
heid in ons studentenleven, dat U meer dan
ongezellig voorkwam op de harde rustban
ken het jongste jaar zoo welwillend toebe
deeld.
Uwe kille kamer is in die dagen, waar
op „Minerva" U niet zoo verleidelijk als
nu toelachte, herschapen in een studeerver
trek dat voor meer dan juist tot studie ge
schikt was.
Daar hebt ge Uwe vrienden leeren ken
nen, die U, met alle openhartigheid van
goede vrienden, Uwe fouten en feilen
toonden, die goed maakten, wat misschien
©en te eenzijdige opvoeding verzuimd had
te geven.
Gezelschappen en Sociëteitsleven verruim
den Uw vriendenkring, deden vergeten die
onberedeneerde sympathieën en antipa
thieën, die onze eerste jaren in onze Acade
mies zoo veelvoildig kenmerken.
Zoo vlogen zij voort, de dagen van veel
vreugde, van hard werken, van goedge
slaagde examens van Uaelven en van Uwe
vrienden, totdat de Hooggeleerden U be
kwaam genoeg aclitten, met den liier ver
kregen graad de Maatschappij binnen te
treden. Dienzelfden dag haalden goede
vrienden de kleinste bijzonderheden van Uw
studentenleven op, schetsten zij Uwe per
soonlijkheid met al haar goede en kwade
eigenschappen en..., den volgenden dag slo
ten rich de gulden poorten van het geheim
zinnige Rijk, waarin de eeuwige jeugd haar
woonplaats heeft gevonden.
Zoo zult Gij dien schat Uwer herinne
ringen opdelven als een klaar blok goud,
de ruwe kanten afgesleten, liet donker
omhulsel verdwenen door het zachte lief
hebben Uwer sluimerende herinnering.
Zoo wa9 Uw verleden; vergelijken zult
Gij dat verleden met het heden, wat U
misschien droevig zal stemmen.
Missen zult Gij immers velen van hen,
die vroeger Uwe intimi waren en wier ver
schijning Ge onafscheidelijk aan het oude
Leiden verbonden hadt.
Kan de gedachte U anders dan wee
moedig stemmen, dat Ge juist hem, wiens
hand ge bij het wederzien van zooveel
oude vrienden, het eerst en het liefst placht
te drukken, dat Ge juist hem tevergeefs
zult zoeken.
Nu juist zal in Uwe gedachten opdoemen
die geheele vriendenkring van vroeger,
die nooit aangevuld zou behoeven te wor
den, waar immers een studievriendschap
een vriendschap voor liet leven was, nu
opeens voelt Ge weer, wat ge telkens be
seft hebt, bij het kleiner worden van dien
kring, dat Leiden weer te zien zonder
licn, misschien geen Leuïc-n meer zou zijn.
Maar toch zijt ge gekomen I en Uwe te
genwoordigheid bewijst, dat ge niet nog
eens van mij wilt hooren, wat ge voor
gij hierheen kwaamt in stilte zult over
dacht hebben. In stilte, waarbij woorden
slechts leeg en banaal kunnen klinken.
Mij is echter de harde noodzakelijkheid
opgelegd hierover te spréken, omdat juist
daardoor Uwe komst zooveel hooger
waarde in onze oogen heeft, omdat ge de
rangen hebt willen sluiten, omdat gc Uw
Corps ter zjjde hebt willen staan, omdat
wij zonder U geen Leidsch Studentenkorps
meer zouden zijnl
Ons Korps bestaat immers niet enkel
uit die leden van het Leidsch Studenten
korps, die het korps en het studentenleven
liefhebben om hen zeiven; het korps be
staat niet alleen uit hen, die komen zoe
ken naar oude kennissen, naar feestetn
aan lustra verbonden, maair het korps
bestaat vooral uit hen, wier denken en
willen het steeds geweest is te behouden
het schoonc en heerlijke, dat zij vroeger,
gekend hebben, wier bede het steeds was
bij het eindigen van vorige reünies om na
5 jaar terug te kunnen koenen en te mo
gen vinden het „Leidsche Studenten-,
korps."
De Praesides CoLlegii, die bij vorige
lustra hetzelfde voorrecht genoten, hetwelk
mij nu gegeven is, zullen in den,
loop der jaren U er reeds meermalen op
gewezen hebben, dat met de metamor
phose van diligence in spoortrein ook het
type student veranderd is; veranderd pok
wat betreft rijn meer maatschappelijk ver
keer.
Onnoodig voor, mii dus hierover in bij
zonderheden te treden waar geen nieuwe
uitvindingen, tenminste tot nu toe, ons toch
reeds vrij zwak isolement pog verminderd
hebben.
Door dat meer gemakkelijk verkeer met
de buitenwereld, hebben ook buitenstaan-
dors, en dikwijls maar al te eenzijdig voor
gelicht, gemeend oude instellingen van
ons korps te moeten critisecren zonder
hare geschiedenis, zonder hare beteeke-
nis te kennen.
Zoo zullen in afgeloopen dagen U dien
aangaande berichten ter oore zijn geko
men, die U eerst met verwondering zullen
hebben vervuld, maar die met het rumor
crescit kindo zulke afmetingen aannamen,
dat ook Gij een oogenbiik aan ons korps
zult hebben getwijfeld.
Dankbaar ben ik voor Uwe aanwezig
heid, daar ik hier de plechtige verzeke
ring kan en moet afleggen, dat in de afge
loopen jaren wij ons de "misbruiken niet
bewust zijn geweest, die ons korps worden
aangewreven.
Dankbaar ben ik wederom voor Uwe te
genwoordigheid, waar de sober geargumen
teerde bewering, die nog niob lang geleden
ncdcrgesclixeven word, „als zou ons korps-
lrbnaiaischap niets meer dan ©en droombeeld
„zijn, waarvan men nooit iets bemerkte,
noch ten aanzien van zichzelf, noch ton
„aanzien van anderen" door Uwe komst
hier meer afdoend wordt weerlegd, dan boek
doelen vol goede en deugdelijke argumen
tatie het zouden kunnen.
Nieuwo gewoonten zijn wellicht in den
loop der jaren opgekomenoude instellin
gen zullen door den dwang der noodzake
lijkheid zijn verdwenen, maar zeker weet
ik: dat eLlc uur, elke dag dezer week u
zullen toonen, dat wat door U word ge
sticht, gebleven is.
Het voorbeeld door U gegeven, hoe onzo
vrijheid aan onze oude Academiestad bet
best te gebruiken, hebben wij trachten to
volgen, en in de historie van ons korps
hebben wij gezocht en gevonden liet „Leara
what is true to do what is right".
Is het wonder dus de gevolgtrekking te
maken, dat de geest, dat het karakter van
het Korps dezelfde gebleven zijn? Een ka
rakter dat zich niet laat terugbrengen tot
de begrippen Yakvcrccniging met Academie
of Gezelligheidsverceniging mot Sociëteit!
Voor ons, heeft onze Vcrceniging gom de
finities voor haar uitleg noodig, waar zij
gebleven is, wat zij geweest is en zal blij
ven „bet Leidsch Studentenkorps".
Vast is bij mij de overtuiging, dat zij
onder u die het voorrecht zullen genieten
hun zoons naar do Academie te zenden,
ze zullen sturen naar de Leidsche Hooge-
school, om Lid te worden van het Leid
sche Korps, dat in den zoon den vader
hoopt terug to vinden. Dan zal ons Korps
voortbloeicn als een heerlijke schoone plant,
wijd vertakt on gesierd met onverwelkbare
bloomen van bon to kleuren, in wier hart zij
slechts den uitleg van dat onverklaarbaar
wezen zal vinden, die medeleeft het leven
van ons Korps! Ziedaar wat ik U te
zeggen had.
Een beeld van Uwe studiejaren, getocst
aan misschien ie jeugdige eigen ondervin
ding.
Een beeld van ons Korps, getoost aan zijn
historie in dit afgeloopen lustrum: Van een
Korps dat zijn devies van „Vertois, Con
cordia, Fides!" heeft hoog gehouden.
En nu zult Gij, Mijne Hoeren, die weet,
dat wat U naast en boven U zei ven in Uwe
studiejaren het liefste was, dat Uw Korps
zijn cmbevlckten, glansrijken naam heeft be
houden, ^U overgeven aan eigen vrienden,
aan eigen feestvreugde
Welaan, Mijne Heeren, de gulden poor
ten zijn weer opengeworpen. De poorten
tot het Rijk wier bewoners hun kracht niet
«oeken in begrensden en besloten vrienden
kring, maar die niets liever wenschen dan
hei voorrecht te mogen genieten U :n hun
maatschappij op te nemen, wier welkom ge
richt is tot U allen, onverschillig of Gij hi t
korps lange jaren reeds hebt verlab vj, of
dat de genoegens van Uw studentenl ivcn U
nog sinds konen tijd zijn ontzegd.
Toont ons Uwerzijds, dat de vervlogen
jaren het enthusiasme dat U eens vo>r Lei
den bezielaet, niet hebben gedood.
Toont ons, dat Gij in deze dag in d»en
droom van Uw vervlogen jeugd weer wilt
aanvangen. Moge dan het afscheid, na deze
week, U even pijnlijk zijn, als toen Gij
jaren geleden ons korps verliet. Dan zal -dit
feest voor ons een dubbele waarde krijgen;
dan zullen wij bemerken in niets van U to
zijn veranderd; dan zullen wij weten dat
bet welzijn van het korps bij ons in veilig©
handen berust.
Mijne Heeren Reünisten 1 Er is een wijs
en waar woord, dat zegt: De Geschiedenis
herhaalt zich. Moge dan nu op dit oogen
biik de toekomst U even zalig toelachen als
vroeger bij Uw intreden in ons korps
Moge U dan nu in eene enkele week die
vreugde worden geschonken, di© Gij onder
vonden hebt in Uw geheele studentenzijn.
Moge dan nu even glorierijk als voorheen
Uw enthusiasm© zich uiten in een grooisch
en kraohtig Io-Vivat I''
Een geestdriftig cn machtig Io-Vivat galmt
door de zaal, gevolgd door eon geweldig,
doch welverdiend applaus.
Dan verkrijgt een der oudsten en eerwaar
digs ton ondor de reünisten, mr. F. N. L. Aber-
son, raadsheer aan het Gerechtshof te 's-Grar
hage, hot woord, om namons allen het Stu
dentenkorps van heden dank te zeggen voor
de hartelijke ontvangst on don praoses voor
zijn sohoono wel komstrede, die door hem
op verschillende punten op geestige wi>ae
wordt beantwoord.
Daarop volgt een tweede, ook door de
traditie geijkte plechtigheid.
Mej. Kluyver, dochter van den rector-
magnificus, richtte zioli in opdracht der
Leidsahe jonge domos met oen sympathieke
toespraak tot hot Collegium van hot Leidsch
Stüdentenkorps. Zij herinnerde er aan, dat
van iftUe oude gewoonten, die door het
korps in core gehouden worden, zelcor do
lustrumviering voor de Leidsohe jonge dames
de meest bekende traditie is. Ook doze
wonsohto ditmaal aan een oudo gewoonte
getrouw to blijven en |a<le blijk van haar
welwillende gezindheid aan het Korps dm
geschenk aan to bi oden. Do dames hadden
daartoe gekozen een staanklok, bestemd voor
do collogiumskamer en hoopient dat dit ge
schenk welkom zou zijn. Terwijl de spreek
ster een album met de nameu der geefsters
overhandigde, uitte zij namens allen de wel
gemeende wenschen voor deu blij venden voor
spoed en bloei van het Leidsch Studenten-
korps.
Ook nu weder luide toejuichingen nas
tuur lijk.
De praeses aanvaardde het treffend ge
schenk met groot© dankbaarheid.
Het is een mooi en kostbaar stuk, deze
groote antieke staanklok in stijl, die vol
komen past bij het interieur van de Colle
giumskamer. Naast de geschenken die bij
vorige lustrums de Leidsche schoonen het
Collegium aanboden, maakt dit geschenk
een goeden indruk.
Of de jonge dames met dit cadeau ook
nog hebben willen symboliseeren de groote
waarde van het goed gebruiken van den
tijd, kunnen wij niet beslissen.
Maar we sluiten ons van harte aan bij
den wenscb, dat de mooie wijzers en de
heldere metalen klank van het slagwerk de
opvolgende Collegiaims steds zullen mogen
herinneren aan hun plicht ook dan als het
gezellig samenzijn schier onweerstaanbaar
tot langer blijven dringt.
Ook het album, dat aan het geschenk
vergezeld ging, is een kostbaar stuk var»
groote kunstwaarde vervaardigd door de
Leidsche firma J. J. Labree. De band is van
wit marokkijnleer met het wapen van het
Leidsche Studentenkorps in goud en goud
snede li et vergulde binnenranden.
De opdracht, waaronder de namen ■'der
medewerkende jonge dames is in blauw en
goud geteekend door onzen stadgenoot, den
heer H. J. Valk.
Hiermede waren de plechtigheden in het
feesfckebouw voor dezen dag gesloten; de
stoet verliet het feestterrein, zijn weg ne
mend langs Kraaierstraat, Hoogewoerd,
Breestraat naar de Sociëteit „Minerva",
waar hij werd ontbonden.
Tijdens de receptie van de eereleden van
hot Collegium had echter nog een eigenaar
dige plechtigheid plaats, nl. de aanbieding
van een medaillon van Francois Haver-
schmidt (Piet Paaltjens) aan het Leidsch
Stüdentenkorps, door eeniee zijner tijdge-
nooten.
De commissie voor het medaillon was ge
vormd uit de heeren dr. C. J. Vrillant en
P. Brillenburg (Schiedam), mr. W. van der
Kaay (Den Haag), mr. A. van Wassem
(Tiel) en dr. Joh. Dyserinek (De*. ÏB;\g).
Hot bronzen medaillon stelt de b^ltenis
van Fr. Haverschmidt en profil zijn
naam er om heen, en onder het medaillon
een eikenhouten bandstuk, waarin met eb
benhouten letters do naam Piet Paaltjens is
aangebracht mot de jaren, gedurende welke
liij student te Leiden is geweest:
1853—1858.
De hoogleeraar A. W. M. Od<S, te Delft,
dio indertijd een leerling van Haverschmidt
was, heeft het geheel vervaardigd.
Deze waardige herinnering aan den man,
wiens naam en werk trouwens in studenten
kringen wel nooit zal worden vergeten,
werd met een geestige, tevens gevoelvolle
toespraak aangeboden door dr. Johs. Dyse
rinek, die ook op vele andere, wijzen heeft
getoond hoe veel hij van Haverschmidt
heeft gehouden en boe bij zijn nagcd.icbte-
nis in hooge eere houdt.
Het geschenk werd namens het korps
door den praeses dankbaar aanvaard.
Voor hedenavond luidt het programma:
Reunie-diner in het feestgebouwReünie
van oud-leden van het Leidsch Studenten
korps en concert op het feestterrein door
het stafmuriekkorps van het 4de reg. inf..
Optocht van reünisten van het feestterrein
naar de sociëteit „Minerva" en te elf uren
concert in de sociëteit „Minerva" van het
wrkest van het 3de reg. huzaren.
Dan zullen de feestgenooten, jongen en
ouden en de reünisten vooral, wel Daar bed
verlangen.
De Senaat van het Amsterdamsche korps
is gehuisvest in de „Harmonie", van het
Utrechteche in „Lion d'Or", van het Gro-
ningsche in „Hotel Centraal".
Kantongerecht te Leiden..
Voor heden stonden op de rol 72 zaken
voor openbare behandeling en 5 Kinder
zaken.
De belangstelling van het publiek en
de opkomst van beklaagden waren "dit
maal zeer gering.
H. B., winkelier aan hef Utrechtscli
Jaagpad, onder Zoeterwoude, stond terecht
wegens het in zijn winkel verkoopen van
kersenlimonade. Hij was daartoe niet ge
rechtigd.
Beklaagde beweerde, dat hij de limo
nade niet verkocht had. Zijn vrouw had
den drank opgedaan en hij had iemanid
er enkel eens van laten proeven.
Degeen, die geproefd had, verklaarde,
dat hij er niets voor betaald had. 't Smaak
te hem lekker.
De rijksveldwachter M. verklaarde, dat
de proever nog niet had betaald; van
een plan tot ten-geschenke.geven had liij
echter ook niets gemerkt. Thans schijnt
in de woonkamer te worden geschonken.
Bekl. beweerde, dat de fleschjes, limo
nade voor zeven' cents worden verkocht,
nooit uitgedronken ter plaatse van ver
koop.
Hef O. M. vroeg vrijspraak, maar waar
schuwde B., omdat dje politie streng zal
toezien.
yB., bloëmisf te Sassenheim, was niet"
verschenen in kwaliteit van brandweer
man, foen aldaar op 17 Mei de brand-
bluschmiddelen werden beproefd.
Bekl. zei, dat hij werd aangesteld, toen
Jijj zich in Amerika bevond. Zijn schrif
telijke aanstelling als perspomppomper
had men thuis wel goed opgeborgen, maar
men had er hem geen kennis van gegeven
voordat hij aanwezig had moeten zijn. Het
document had hij te laat gevonden.
Eischdrie gulden boete of twee dagen
hechtenis.
A. Ie C., ook een bloemist aldaar, stond
terecht voor eenzelfde feit.
Hem was van de beproeving niets be
kend. Hij bevond zich te Maasland er
had daar het kleppen van de Sassen-
heimsche klok niet gehoord.
Dezelfde eisch als in de vorige zaak.
D. O., smid të Leiden, liet op den open
baren weg zonder vergunning een fornuis
staan aan de Groenesteeg. Het stond er'
niet ter uitstalling, maar slechts even In
verband met den aanvoer per schipper,
voerde bekl. aan.
Met den verbalïseerenden agent had O.
al meer last". Vandaar dat zijn vrouw hem
waarschuwde het fornuis in te halen, wijl
„hef kreng" woorden van O's gade in
de buurt was.
Tof 4 Juli werd de zaak" uitgesteld.
Uitspraak in alle zaken, bfc-halve in dé
laatstvermelde zaak, a.s. Zaterdag.
Den volgenden Maandag is er geen zïf-
ting.
Gehouden Verkooping in het Notarishuis
aan Den Burg te Leiden, op Zaterdag 18
Juni 1910, ten overstaan van:
lo. Mr. J. A. F. Coebergh, notaris bi
LeidenHet huis Rijn- en Schiekado No.
52, in hod f 3500, kooper do hoer J. Boter-
mans, q. q. Het huis Nieuwe Beestenmarkt
No. 3, in bod f 2550, kooper de heer J.
A. Klein. De heido overige pereeelen zijn
niet gegund.
2o. KAISER en VIJGH, Notarissen te
Leiden: Het Hoerenhuis, Breestraat 45, in
bod f 10,200, kooper de hoetr J. F. Boek
hout q.q., voor f 10,400. Het logement „De
Trasmolen", Nieuwe/ Rijn 65, in bod
f5010, kooper do heer J. Splinter q.q., voor
f 5235- Het huis met Tuin, Noordcindo 45,
in hod f 4000, kooper do hoer W. Raad-
scn q.q. Het Pakhuis mot Bovenwoning Kort
Rapenburg 5 en 5a, in bod f 10,000, kooper
do heer J. L. F. Bomingh q.q.
De opgebrachte Haagsche joarnali?!.
In de Zaterdagavond gehouden vergade
ring van de H&^gsche Journalis ton-Vereen i-
ging werden de vMgmde moties aangeno
men:
lo. De „H. J.-V.", op 18 Juni vergade
rende naar aanleiding van de zaak-Van.
Raai te-Van Rossen, konnis genomen hebbende
van do gepubliceerde uitspraak dei' com
missie van advies over het opleggen van
straf aan politic-beambten, verklaart, dat
dozo uitspraak in het oordeel der Vereeni-
ging, over bedoelde zaak ter vorige ver
gadering te kennen gegeven, geen wijziging
heeft gebracht; spreekt haar verontwaar
diging uit over do krenkende bojogcuing.
den hoor Van Kaalte door den impcctciii
Van Rossen aangedaan, en botuigt haren
collega haar volle sympathie.
2o. De „H. J.-V.", overwegende, dat uit
de in haar vergadering gehouden bespre
king van de zaak Van Raait©Van Rossen,
is gebleken, dat het van politiewogc aan
Haagsche journalisten verstrekte pers-insigne
niet voldoende waarborg verschaft voor do
onbelemmerde uitoefening van het beroep
en oen behoorlijke "behandeling van degenen,
aan wio het insigne is uitgercilct, verzoekt
het bestuur bij de bevoegde autoriteit aan
t© dringen op afdoende verbetering var
dien toestand.
I>e Limbnrgschc candidaat.
De beer Aug. Kamps, de ziohzelf steeck
aanprijzende candidaat te Sittard, heeft"
ook thans weer van zich laten hooren.
De „L. K." bevat het slot van een circu
laire, door hem in het district Sittard rond
gezonden aan de „Weledele Heeren Kie
zers":
Wat in andere landen kan, kun hier ook.
Weet dat ik niet op mijn mondje ben ge
vallen en zal als oud-strijder voor recht ev
welzijn uwe rechten behartigen.
Die groote geleerden hebben wij niet noo
dig, 'n practischen man, zie daar de eeDigo
weg tot verbetering en nu beveel ik mij be
leefd in Uw geëerde gunst.
Hoogachtend,
J. J. AUG. KAMPS,
Candidaat.
Presentiegelden te *ï-Bra»enbare.
Bij Kon. besluit is ongegrond verklaard
het beroep van den Raad der gomoon to
's-Gravenhage, tegen het besluit van Gede
puteerde Staten van Zuid-Holland, waarbij
goedkeuring werd onthouden aan het be
sluit van den raad tot wijziging van de
gomoentebegrooiing voor 1910 met betrek
king tot den post van f 2500 voor „pre
scntiegcld voor hot bijwonen der vergade
riDgcn van raadscommissiö'n en aFdeclin-
gen".
Het Kon. besluit berust op de overwe
ging, dat, waar de wet zelve, bij axt 58
der (jemeentewet, het onderwerp van hV
presentiegeld voor dc leden van den ge
meenteraad regelt-, de vergaderingen, voor
bijwoning waarvan het gegeven kan wor
den, bepaalt, en de vaststelling van het be
drag, opdraagt aan Gedeputeerde Staten,
de toekenning van presentiegeld aan de leden
van den raad bij raadsbesluit en voor an
dere vergaderingen noodwendig is uitgeslo
ten; dat derhalve Gedeputeerde Staten ti-
^oht goedkeuring aan bovenvermeld
raadsbesluit hebben onthouden.
Prins Alexan«ler-*«tichtiii£.
Bij „Huis ter Heide," onder Zeist, is Za
terdag de eerste steen gelegd van een nieuw
gebouw voor do Prins-Aloxandcr-Siichting,
dio zich ten doel stelt het geven vun on-
derwijs en hot verplegen van blinde kin
deren van alle gezindten.
Dr. Judo, van Amsterdam, hoeft daarbij
een toespraak gehouden-