Uit de Rechtzaal. Geveilde pereeelen. De Xiustrumfeesten. dx Inhaling der Reünisten. Het eerste nummer van hot lange fsest- program dat ons wacht! Om halfeen kwamen, daartoe de leden ■van het Leidsch Studentenkorps in het Aca- domiegchouw bijeen. Feestelijk staan alle jonge gezichten, feestelijk is ook do kdee ding van streng zwart en witpïecies op tijd wordt de stoet geformeerd; de schitte rende vaandels en banieren, die al een paar uren geleden de Academie zijn ingebracht, worden ontplooid en roen rangschikt zich, terwijl de menigte die zich voor het Aca demiegebouw bevindt nauwlettend toekijkt, acht geeft op de heeren te paard, torsen do hun banieren. Het muziekkorps van het 4de reg. inf. (kapelmeester de heer W. van Etp) opent den stoet, vervolgens treedt aan dc pedel van liet Leidsche Studenlenkorps. In volgorde komen nu de ©erewacht te paard, gevormd door de loden der Leidsche Studenten-Carous- selvorecniging, do Assessor I Cóllegii mot het Korpsvaandel te paard, hot Collegium, do oercleden van het collegium, vervolgens de foestcommissiën, ten slotte de vaandels en banieren van do diverse gezelschappen en veroenigingen en de loden van hit Leidsch Studentemkorp8 naar ieders faculteit ach ter hun banieren. Onder toevloed van Leidsche sympathie, die langs den weg reeds dichte drommen vormt, wordt hot Station bereikt. Ook het Station heeft zich' in versiering gestoken. Het wachten is op do treinen, die uit de richting Amsterdam, uit Rotterdam eni Utrecht zullen aanstoomem. Daar komt kalmpjes uit Utrecht de eer ste wagens toot, die de feest gangers brengt. Hartelijke begroetingen vullen nu do ruim ten en 't wachten op de Amsterdamsche i6 spoedig om. Bij tweeën komt eindelijk de trein uit Rotterdam aanstuiven. Nu is mon compleet. Jeugd en oud is nu bijeen om gezamenlijk do fees t\yeek tor viering van bet 335-jarig bestaan der Hoogescbool tot een onvergetelijke te maken. Do eigen!ijko ontvangst van de Raunistcm en do Senaten dei" bevriende Korpsen heeft in „Zomorzorg" plaats. Ilior leiden de eerste begroetingen al da delijk 'tot vriendschappelijk gesprek, de ver heuging van hot elkaar woerzien glanst, uit de oogen, uit zich in de gebaren. Van ongewono levendigheid is ineens de stoot dio zich weer vormen gaat. In dezelfde volgorde als bij hot uittrekken vindt ieder zijn plaats. De gasten sluiten zich direct aan achter de banieren der Vcreonigingon en nu gaat het voorwaarts. Opgewekt is de pas op de tonen dor muziek, maar zelfs de oude boe nen voelen zich verjongd en krachtig in het terugzien van de stad, waar hun jeugd do schoonste herinneringen heeft. Een dor oudste rbamisten is ongetwijfeld wel do heer Vaillant, èon óón en negentig jarige. Langs Stationsweg, Steenstraat, Prinses- sekado, Kor t-Rapen burg, Brecstraatwaar „Minerva" uitbundig door allen wordt ge groet, gaat het langs Hoogowoord, Kraaier- straat naar hot feestterrein. Eindelijk komt de lange stoet in de Feestzaal aan, welke bijna reeds geheel ge vuld is met dames en heeren genoodigden. Wie was niet vol verlangen om met eigen oogen en van nabij te aanschouwen het werk van vele maanden noesten arbeid. En vooral thans nu de gTOote ruimte geheel is gevaild met enfchusiaste, tot feestvreugde gestemde menschen maakt ook het feestge bouw van binnen een mooi offect. Als de feesttenen dor muziek die don lan gen stoet van korpsleüen, reünisten en leden der senaten van do bevriende korpsen heeft begeleid, zwijgen, neomt dc praeses van liet korps, dc heer E. F. M. J. Michiels van Verduynen, het woord en houda do vol gende inderdaad schoone redo, die net aandacht wordt gevolgd: Mij is aldus spr. na een korte inlei ding het onschatbaar voorrecht geschon ken om, alvorens ons aan eigen feestvreug de ovor te geven, U allen, Mijne Hoeren Reünisten, te verwelkomen en onze dank baarheid voor Uw komst te vertolkon. U allen zonder uitzondering het welkom toe te roepen in woorden, die do uitgespro ken blijde gedachten van ons allen moeten zijn. Is het wonder, dat een angstig gevoel mij beklemt niet meester genoeg te zijn van het woord, waar zoovele emoties m;jn ge dachten bezig houden, nu zooveel gevoeteng van vreugde en dankbaarheid, die ik U zou willen toeroepen, zich den voorrang be twisten. Gevoelens van blijde dankbaarheid: dat Gij aan onze roepstem hebt willen gehoor geven, om met terzijdestelling van Uw maatschappelijke bezigheden, U uit alle oorden des lands op te maken en hiorbeen te spoeden, r.aar het feestvierende Leiden. ,,Weest welkom in de oudo stad, wie het >,gogoven was de schoonste herinneringen „Uwer jeugd te bewaren I" Zooovcn zijt Gij met ons in optocht getrok ken langs straten, waarvan iedere steen her inneringen bij U opwekte, langs huizen wier groene versiering getuigd van dc vreugde zijner bewoners; want niet alleen wij, maar ook Leiden's burgerij wil vieren Uwe ,,Blijde Inkomst." Velen onder U, wien hot niet gegeven was in dit afgeloopCD lustrum onze stad te bezoeken, zullen in wond're verbazing de boulevards aanschouwd hebben, dio vroeger den naam droegen van „Paardcnetceg" en „Kort-Rapenburg." Meer onverbiddelijk dan de nooit falende tand des tijds hobben de moderne denk-' beelden omtrent verkeer en hygiëne datgene doen vervallen, wat Gij als onvergankelijk bec-ld van Leid«n in Uw geheugen bij Uw vorig afscheid tnedenaamt. Al mogo d 3 stad haar uiterlijk van stu dentenstad eenigermate verliezen, meent daarom niet, dat haar bewoners te Uwen en onzen opzichte veranderd zijn. Ik geloof niet, dat bun welkom tot U ge richt onder woorden zal behoeven gebracht te worden, waar dit reeds zoo algemeen, zx> hartelijk blijkt uit het feic, dat kosten noch moeite zijn gespaard, om het uiterlijk der 6tad bij gelegenheid van Uw terugkomst zoo feestelijk mogelijk te doen zijn. Al mogen de nieuwe stadsgedeelten de bekoorlijke charme van oudo typische plek jes missen, zoo zult Gc toch straks, wanneer go Uwen tocht naar Uw oude kamers zult aanvangen, inzien, dat het karakter dei stad, ondanks verbouwingen en verande ringen, hetzelfde gebleven is. Maar te veel loop ik Uw oordeel vooruit op dat, wat Ge straks zelf zult aanschouwen. De taak mij opgelegd is te trachten U terug te voeren langs de meest zonnige pa den van Uw studentenleven. Als een schat graver naar een hem welbekenden 6chat, zult Gij delven in den goudrijken grond dier herinneringen en Ge zult ze terugvinen de vroolijke onbezonnenheid, den jeugdigen overmoed, do dolle dartele dwaasheid. TJ zeiven zult Ge terugvinden; U zeiven met al die eigenaardigheden ons jong studenten leven eigen 1 Ge zult denken aan het uur toen Gij vol' emotie Uw eerste Io-Vivat hebt gezongen, toen de poorten tot het veelbenijde Leiden voor U open waren gezet. Ge zult U in herinnering brengen het eerste jaar van Uw studententijd, dat in ging zonder te weten wat te willen, wellicht met de gedachte reed3 genoeg voor een jaar te hebben gedaan nu Ge den titel van Leidsch Student verkregen hadt. Uwe eerste schuchtere stappen werden toen gezet op do Sociëteit „Minerva", het zooveel geroemde brandpunt der gezellig heid in ons studentenleven, dat U meer dan ongezellig voorkwam op de harde rustban ken het jongste jaar zoo welwillend toebe deeld. Uwe kille kamer is in die dagen, waar op „Minerva" U niet zoo verleidelijk als nu toelachte, herschapen in een studeerver trek dat voor meer dan juist tot studie ge schikt was. Daar hebt ge Uwe vrienden leeren ken nen, die U, met alle openhartigheid van goede vrienden, Uwe fouten en feilen toonden, die goed maakten, wat misschien ©en te eenzijdige opvoeding verzuimd had te geven. Gezelschappen en Sociëteitsleven verruim den Uw vriendenkring, deden vergeten die onberedeneerde sympathieën en antipa thieën, die onze eerste jaren in onze Acade mies zoo veelvoildig kenmerken. Zoo vlogen zij voort, de dagen van veel vreugde, van hard werken, van goedge slaagde examens van Uaelven en van Uwe vrienden, totdat de Hooggeleerden U be kwaam genoeg aclitten, met den liier ver kregen graad de Maatschappij binnen te treden. Dienzelfden dag haalden goede vrienden de kleinste bijzonderheden van Uw studentenleven op, schetsten zij Uwe per soonlijkheid met al haar goede en kwade eigenschappen en..., den volgenden dag slo ten rich de gulden poorten van het geheim zinnige Rijk, waarin de eeuwige jeugd haar woonplaats heeft gevonden. Zoo zult Gij dien schat Uwer herinne ringen opdelven als een klaar blok goud, de ruwe kanten afgesleten, liet donker omhulsel verdwenen door het zachte lief hebben Uwer sluimerende herinnering. Zoo wa9 Uw verleden; vergelijken zult Gij dat verleden met het heden, wat U misschien droevig zal stemmen. Missen zult Gij immers velen van hen, die vroeger Uwe intimi waren en wier ver schijning Ge onafscheidelijk aan het oude Leiden verbonden hadt. Kan de gedachte U anders dan wee moedig stemmen, dat Ge juist hem, wiens hand ge bij het wederzien van zooveel oude vrienden, het eerst en het liefst placht te drukken, dat Ge juist hem tevergeefs zult zoeken. Nu juist zal in Uwe gedachten opdoemen die geheele vriendenkring van vroeger, die nooit aangevuld zou behoeven te wor den, waar immers een studievriendschap een vriendschap voor liet leven was, nu opeens voelt Ge weer, wat ge telkens be seft hebt, bij het kleiner worden van dien kring, dat Leiden weer te zien zonder licn, misschien geen Leuïc-n meer zou zijn. Maar toch zijt ge gekomen I en Uwe te genwoordigheid bewijst, dat ge niet nog eens van mij wilt hooren, wat ge voor gij hierheen kwaamt in stilte zult over dacht hebben. In stilte, waarbij woorden slechts leeg en banaal kunnen klinken. Mij is echter de harde noodzakelijkheid opgelegd hierover te spréken, omdat juist daardoor Uwe komst zooveel hooger waarde in onze oogen heeft, omdat ge de rangen hebt willen sluiten, omdat gc Uw Corps ter zjjde hebt willen staan, omdat wij zonder U geen Leidsch Studentenkorps meer zouden zijnl Ons Korps bestaat immers niet enkel uit die leden van het Leidsch Studenten korps, die het korps en het studentenleven liefhebben om hen zeiven; het korps be staat niet alleen uit hen, die komen zoe ken naar oude kennissen, naar feestetn aan lustra verbonden, maair het korps bestaat vooral uit hen, wier denken en willen het steeds geweest is te behouden het schoonc en heerlijke, dat zij vroeger, gekend hebben, wier bede het steeds was bij het eindigen van vorige reünies om na 5 jaar terug te kunnen koenen en te mo gen vinden het „Leidsche Studenten-, korps." De Praesides CoLlegii, die bij vorige lustra hetzelfde voorrecht genoten, hetwelk mij nu gegeven is, zullen in den, loop der jaren U er reeds meermalen op gewezen hebben, dat met de metamor phose van diligence in spoortrein ook het type student veranderd is; veranderd pok wat betreft rijn meer maatschappelijk ver keer. Onnoodig voor, mii dus hierover in bij zonderheden te treden waar geen nieuwe uitvindingen, tenminste tot nu toe, ons toch reeds vrij zwak isolement pog verminderd hebben. Door dat meer gemakkelijk verkeer met de buitenwereld, hebben ook buitenstaan- dors, en dikwijls maar al te eenzijdig voor gelicht, gemeend oude instellingen van ons korps te moeten critisecren zonder hare geschiedenis, zonder hare beteeke- nis te kennen. Zoo zullen in afgeloopen dagen U dien aangaande berichten ter oore zijn geko men, die U eerst met verwondering zullen hebben vervuld, maar die met het rumor crescit kindo zulke afmetingen aannamen, dat ook Gij een oogenbiik aan ons korps zult hebben getwijfeld. Dankbaar ben ik voor Uwe aanwezig heid, daar ik hier de plechtige verzeke ring kan en moet afleggen, dat in de afge loopen jaren wij ons de "misbruiken niet bewust zijn geweest, die ons korps worden aangewreven. Dankbaar ben ik wederom voor Uwe te genwoordigheid, waar de sober geargumen teerde bewering, die nog niob lang geleden ncdcrgesclixeven word, „als zou ons korps- lrbnaiaischap niets meer dan ©en droombeeld „zijn, waarvan men nooit iets bemerkte, noch ten aanzien van zichzelf, noch ton „aanzien van anderen" door Uwe komst hier meer afdoend wordt weerlegd, dan boek doelen vol goede en deugdelijke argumen tatie het zouden kunnen. Nieuwo gewoonten zijn wellicht in den loop der jaren opgekomenoude instellin gen zullen door den dwang der noodzake lijkheid zijn verdwenen, maar zeker weet ik: dat eLlc uur, elke dag dezer week u zullen toonen, dat wat door U word ge sticht, gebleven is. Het voorbeeld door U gegeven, hoe onzo vrijheid aan onze oude Academiestad bet best te gebruiken, hebben wij trachten to volgen, en in de historie van ons korps hebben wij gezocht en gevonden liet „Leara what is true to do what is right". Is het wonder dus de gevolgtrekking te maken, dat de geest, dat het karakter van het Korps dezelfde gebleven zijn? Een ka rakter dat zich niet laat terugbrengen tot de begrippen Yakvcrccniging met Academie of Gezelligheidsverceniging mot Sociëteit! Voor ons, heeft onze Vcrceniging gom de finities voor haar uitleg noodig, waar zij gebleven is, wat zij geweest is en zal blij ven „bet Leidsch Studentenkorps". Vast is bij mij de overtuiging, dat zij onder u die het voorrecht zullen genieten hun zoons naar do Academie te zenden, ze zullen sturen naar de Leidsche Hooge- school, om Lid te worden van het Leid sche Korps, dat in den zoon den vader hoopt terug to vinden. Dan zal ons Korps voortbloeicn als een heerlijke schoone plant, wijd vertakt on gesierd met onverwelkbare bloomen van bon to kleuren, in wier hart zij slechts den uitleg van dat onverklaarbaar wezen zal vinden, die medeleeft het leven van ons Korps! Ziedaar wat ik U te zeggen had. Een beeld van Uwe studiejaren, getocst aan misschien ie jeugdige eigen ondervin ding. Een beeld van ons Korps, getoost aan zijn historie in dit afgeloopen lustrum: Van een Korps dat zijn devies van „Vertois, Con cordia, Fides!" heeft hoog gehouden. En nu zult Gij, Mijne Hoeren, die weet, dat wat U naast en boven U zei ven in Uwe studiejaren het liefste was, dat Uw Korps zijn cmbevlckten, glansrijken naam heeft be houden, ^U overgeven aan eigen vrienden, aan eigen feestvreugde Welaan, Mijne Heeren, de gulden poor ten zijn weer opengeworpen. De poorten tot het Rijk wier bewoners hun kracht niet «oeken in begrensden en besloten vrienden kring, maar die niets liever wenschen dan hei voorrecht te mogen genieten U :n hun maatschappij op te nemen, wier welkom ge richt is tot U allen, onverschillig of Gij hi t korps lange jaren reeds hebt verlab vj, of dat de genoegens van Uw studentenl ivcn U nog sinds konen tijd zijn ontzegd. Toont ons Uwerzijds, dat de vervlogen jaren het enthusiasme dat U eens vo>r Lei den bezielaet, niet hebben gedood. Toont ons, dat Gij in deze dag in d»en droom van Uw vervlogen jeugd weer wilt aanvangen. Moge dan het afscheid, na deze week, U even pijnlijk zijn, als toen Gij jaren geleden ons korps verliet. Dan zal -dit feest voor ons een dubbele waarde krijgen; dan zullen wij bemerken in niets van U to zijn veranderd; dan zullen wij weten dat bet welzijn van het korps bij ons in veilig© handen berust. Mijne Heeren Reünisten 1 Er is een wijs en waar woord, dat zegt: De Geschiedenis herhaalt zich. Moge dan nu op dit oogen biik de toekomst U even zalig toelachen als vroeger bij Uw intreden in ons korps Moge U dan nu in eene enkele week die vreugde worden geschonken, di© Gij onder vonden hebt in Uw geheele studentenzijn. Moge dan nu even glorierijk als voorheen Uw enthusiasm© zich uiten in een grooisch en kraohtig Io-Vivat I'' Een geestdriftig cn machtig Io-Vivat galmt door de zaal, gevolgd door eon geweldig, doch welverdiend applaus. Dan verkrijgt een der oudsten en eerwaar digs ton ondor de reünisten, mr. F. N. L. Aber- son, raadsheer aan het Gerechtshof te 's-Grar hage, hot woord, om namons allen het Stu dentenkorps van heden dank te zeggen voor de hartelijke ontvangst on don praoses voor zijn sohoono wel komstrede, die door hem op verschillende punten op geestige wi>ae wordt beantwoord. Daarop volgt een tweede, ook door de traditie geijkte plechtigheid. Mej. Kluyver, dochter van den rector- magnificus, richtte zioli in opdracht der Leidsahe jonge domos met oen sympathieke toespraak tot hot Collegium van hot Leidsch Stüdentenkorps. Zij herinnerde er aan, dat van iftUe oude gewoonten, die door het korps in core gehouden worden, zelcor do lustrumviering voor de Leidsohe jonge dames de meest bekende traditie is. Ook doze wonsohto ditmaal aan een oudo gewoonte getrouw to blijven en |a<le blijk van haar welwillende gezindheid aan het Korps dm geschenk aan to bi oden. Do dames hadden daartoe gekozen een staanklok, bestemd voor do collogiumskamer en hoopient dat dit ge schenk welkom zou zijn. Terwijl de spreek ster een album met de nameu der geefsters overhandigde, uitte zij namens allen de wel gemeende wenschen voor deu blij venden voor spoed en bloei van het Leidsch Studenten- korps. Ook nu weder luide toejuichingen nas tuur lijk. De praeses aanvaardde het treffend ge schenk met groot© dankbaarheid. Het is een mooi en kostbaar stuk, deze groote antieke staanklok in stijl, die vol komen past bij het interieur van de Colle giumskamer. Naast de geschenken die bij vorige lustrums de Leidsche schoonen het Collegium aanboden, maakt dit geschenk een goeden indruk. Of de jonge dames met dit cadeau ook nog hebben willen symboliseeren de groote waarde van het goed gebruiken van den tijd, kunnen wij niet beslissen. Maar we sluiten ons van harte aan bij den wenscb, dat de mooie wijzers en de heldere metalen klank van het slagwerk de opvolgende Collegiaims steds zullen mogen herinneren aan hun plicht ook dan als het gezellig samenzijn schier onweerstaanbaar tot langer blijven dringt. Ook het album, dat aan het geschenk vergezeld ging, is een kostbaar stuk var» groote kunstwaarde vervaardigd door de Leidsche firma J. J. Labree. De band is van wit marokkijnleer met het wapen van het Leidsche Studentenkorps in goud en goud snede li et vergulde binnenranden. De opdracht, waaronder de namen ■'der medewerkende jonge dames is in blauw en goud geteekend door onzen stadgenoot, den heer H. J. Valk. Hiermede waren de plechtigheden in het feesfckebouw voor dezen dag gesloten; de stoet verliet het feestterrein, zijn weg ne mend langs Kraaierstraat, Hoogewoerd, Breestraat naar de Sociëteit „Minerva", waar hij werd ontbonden. Tijdens de receptie van de eereleden van hot Collegium had echter nog een eigenaar dige plechtigheid plaats, nl. de aanbieding van een medaillon van Francois Haver- schmidt (Piet Paaltjens) aan het Leidsch Stüdentenkorps, door eeniee zijner tijdge- nooten. De commissie voor het medaillon was ge vormd uit de heeren dr. C. J. Vrillant en P. Brillenburg (Schiedam), mr. W. van der Kaay (Den Haag), mr. A. van Wassem (Tiel) en dr. Joh. Dyserinek (De*. ÏB;\g). Hot bronzen medaillon stelt de b^ltenis van Fr. Haverschmidt en profil zijn naam er om heen, en onder het medaillon een eikenhouten bandstuk, waarin met eb benhouten letters do naam Piet Paaltjens is aangebracht mot de jaren, gedurende welke liij student te Leiden is geweest: 1853—1858. De hoogleeraar A. W. M. Od<S, te Delft, dio indertijd een leerling van Haverschmidt was, heeft het geheel vervaardigd. Deze waardige herinnering aan den man, wiens naam en werk trouwens in studenten kringen wel nooit zal worden vergeten, werd met een geestige, tevens gevoelvolle toespraak aangeboden door dr. Johs. Dyse rinek, die ook op vele andere, wijzen heeft getoond hoe veel hij van Haverschmidt heeft gehouden en boe bij zijn nagcd.icbte- nis in hooge eere houdt. Het geschenk werd namens het korps door den praeses dankbaar aanvaard. Voor hedenavond luidt het programma: Reunie-diner in het feestgebouwReünie van oud-leden van het Leidsch Studenten korps en concert op het feestterrein door het stafmuriekkorps van het 4de reg. inf.. Optocht van reünisten van het feestterrein naar de sociëteit „Minerva" en te elf uren concert in de sociëteit „Minerva" van het wrkest van het 3de reg. huzaren. Dan zullen de feestgenooten, jongen en ouden en de reünisten vooral, wel Daar bed verlangen. De Senaat van het Amsterdamsche korps is gehuisvest in de „Harmonie", van het Utrechteche in „Lion d'Or", van het Gro- ningsche in „Hotel Centraal". Kantongerecht te Leiden.. Voor heden stonden op de rol 72 zaken voor openbare behandeling en 5 Kinder zaken. De belangstelling van het publiek en de opkomst van beklaagden waren "dit maal zeer gering. H. B., winkelier aan hef Utrechtscli Jaagpad, onder Zoeterwoude, stond terecht wegens het in zijn winkel verkoopen van kersenlimonade. Hij was daartoe niet ge rechtigd. Beklaagde beweerde, dat hij de limo nade niet verkocht had. Zijn vrouw had den drank opgedaan en hij had iemanid er enkel eens van laten proeven. Degeen, die geproefd had, verklaarde, dat hij er niets voor betaald had. 't Smaak te hem lekker. De rijksveldwachter M. verklaarde, dat de proever nog niet had betaald; van een plan tot ten-geschenke.geven had liij echter ook niets gemerkt. Thans schijnt in de woonkamer te worden geschonken. Bekl. beweerde, dat de fleschjes, limo nade voor zeven' cents worden verkocht, nooit uitgedronken ter plaatse van ver koop. Hef O. M. vroeg vrijspraak, maar waar schuwde B., omdat dje politie streng zal toezien. yB., bloëmisf te Sassenheim, was niet" verschenen in kwaliteit van brandweer man, foen aldaar op 17 Mei de brand- bluschmiddelen werden beproefd. Bekl. zei, dat hij werd aangesteld, toen Jijj zich in Amerika bevond. Zijn schrif telijke aanstelling als perspomppomper had men thuis wel goed opgeborgen, maar men had er hem geen kennis van gegeven voordat hij aanwezig had moeten zijn. Het document had hij te laat gevonden. Eischdrie gulden boete of twee dagen hechtenis. A. Ie C., ook een bloemist aldaar, stond terecht voor eenzelfde feit. Hem was van de beproeving niets be kend. Hij bevond zich te Maasland er had daar het kleppen van de Sassen- heimsche klok niet gehoord. Dezelfde eisch als in de vorige zaak. D. O., smid të Leiden, liet op den open baren weg zonder vergunning een fornuis staan aan de Groenesteeg. Het stond er' niet ter uitstalling, maar slechts even In verband met den aanvoer per schipper, voerde bekl. aan. Met den verbalïseerenden agent had O. al meer last". Vandaar dat zijn vrouw hem waarschuwde het fornuis in te halen, wijl „hef kreng" woorden van O's gade in de buurt was. Tof 4 Juli werd de zaak" uitgesteld. Uitspraak in alle zaken, bfc-halve in dé laatstvermelde zaak, a.s. Zaterdag. Den volgenden Maandag is er geen zïf- ting. Gehouden Verkooping in het Notarishuis aan Den Burg te Leiden, op Zaterdag 18 Juni 1910, ten overstaan van: lo. Mr. J. A. F. Coebergh, notaris bi LeidenHet huis Rijn- en Schiekado No. 52, in hod f 3500, kooper do hoer J. Boter- mans, q. q. Het huis Nieuwe Beestenmarkt No. 3, in bod f 2550, kooper de heer J. A. Klein. De heido overige pereeelen zijn niet gegund. 2o. KAISER en VIJGH, Notarissen te Leiden: Het Hoerenhuis, Breestraat 45, in bod f 10,200, kooper de hoetr J. F. Boek hout q.q., voor f 10,400. Het logement „De Trasmolen", Nieuwe/ Rijn 65, in bod f5010, kooper do heer J. Splinter q.q., voor f 5235- Het huis met Tuin, Noordcindo 45, in hod f 4000, kooper do hoer W. Raad- scn q.q. Het Pakhuis mot Bovenwoning Kort Rapenburg 5 en 5a, in bod f 10,000, kooper do heer J. L. F. Bomingh q.q. De opgebrachte Haagsche joarnali?!. In de Zaterdagavond gehouden vergade ring van de H&^gsche Journalis ton-Vereen i- ging werden de vMgmde moties aangeno men: lo. De „H. J.-V.", op 18 Juni vergade rende naar aanleiding van de zaak-Van. Raai te-Van Rossen, konnis genomen hebbende van do gepubliceerde uitspraak dei' com missie van advies over het opleggen van straf aan politic-beambten, verklaart, dat dozo uitspraak in het oordeel der Vereeni- ging, over bedoelde zaak ter vorige ver gadering te kennen gegeven, geen wijziging heeft gebracht; spreekt haar verontwaar diging uit over do krenkende bojogcuing. den hoor Van Kaalte door den impcctciii Van Rossen aangedaan, en botuigt haren collega haar volle sympathie. 2o. De „H. J.-V.", overwegende, dat uit de in haar vergadering gehouden bespre king van de zaak Van Raait©Van Rossen, is gebleken, dat het van politiewogc aan Haagsche journalisten verstrekte pers-insigne niet voldoende waarborg verschaft voor do onbelemmerde uitoefening van het beroep en oen behoorlijke "behandeling van degenen, aan wio het insigne is uitgercilct, verzoekt het bestuur bij de bevoegde autoriteit aan t© dringen op afdoende verbetering var dien toestand. I>e Limbnrgschc candidaat. De beer Aug. Kamps, de ziohzelf steeck aanprijzende candidaat te Sittard, heeft" ook thans weer van zich laten hooren. De „L. K." bevat het slot van een circu laire, door hem in het district Sittard rond gezonden aan de „Weledele Heeren Kie zers": Wat in andere landen kan, kun hier ook. Weet dat ik niet op mijn mondje ben ge vallen en zal als oud-strijder voor recht ev welzijn uwe rechten behartigen. Die groote geleerden hebben wij niet noo dig, 'n practischen man, zie daar de eeDigo weg tot verbetering en nu beveel ik mij be leefd in Uw geëerde gunst. Hoogachtend, J. J. AUG. KAMPS, Candidaat. Presentiegelden te *ï-Bra»enbare. Bij Kon. besluit is ongegrond verklaard het beroep van den Raad der gomoon to 's-Gravenhage, tegen het besluit van Gede puteerde Staten van Zuid-Holland, waarbij goedkeuring werd onthouden aan het be sluit van den raad tot wijziging van de gomoentebegrooiing voor 1910 met betrek king tot den post van f 2500 voor „pre scntiegcld voor hot bijwonen der vergade riDgcn van raadscommissiö'n en aFdeclin- gen". Het Kon. besluit berust op de overwe ging, dat, waar de wet zelve, bij axt 58 der (jemeentewet, het onderwerp van hV presentiegeld voor dc leden van den ge meenteraad regelt-, de vergaderingen, voor bijwoning waarvan het gegeven kan wor den, bepaalt, en de vaststelling van het be drag, opdraagt aan Gedeputeerde Staten, de toekenning van presentiegeld aan de leden van den raad bij raadsbesluit en voor an dere vergaderingen noodwendig is uitgeslo ten; dat derhalve Gedeputeerde Staten ti- ^oht goedkeuring aan bovenvermeld raadsbesluit hebben onthouden. Prins Alexan«ler-*«tichtiii£. Bij „Huis ter Heide," onder Zeist, is Za terdag de eerste steen gelegd van een nieuw gebouw voor do Prins-Aloxandcr-Siichting, dio zich ten doel stelt het geven vun on- derwijs en hot verplegen van blinde kin deren van alle gezindten. Dr. Judo, van Amsterdam, hoeft daarbij een toespraak gehouden-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6