No. 15437.
LEI35SCH DAGBLAD, maandag' 20 Juni. Tweede Blad.
Anno 1910.
Gemengd Nieuws.
Burgerlijke Stand.
FEUILLETON.
Stella.
Handel en Nijverheid te Leiden*
Aan het door de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Leiden uitgebracht verslag
yan den toestand van handel en nijverheid
over 1909 is nog het volgende ontleend:
De firma R. M. Beuth en Zonen deelt
mede:
Bedveerenendons. De prijzen van
genoemde artikelen ondergingen nagenoeg
geen verandering, de omzet bleef constant,
alleen was de vraag naar done ietg groo-
ter.
Kapok. Dit artikel wordt veel gevraagd,
doch de concurrentie is zoo groot gewor
den, dat slechts zeer kleine winsten te be
halen zijn. De prijs is dikwijls aan groote
schommelingen onderhevig; zoo was deae
in dit jaar vrij laag, doch in de laatste
maanden stijgende.
Gestikte dokens. De omzet daarin
was minder bevredigend, wat in hoofdzaak
het gevolg is van den zwakken winter.
Overigons begint dit artikel meer aandacht
te trekken, als gevolg van het feit dat de
fabricatie zooveel beter dan vroeger. De
dekens van tegenwoordig zijn eierlijiker, de
vulling minder zwaar doch meer warmtege-
vend.
De prijzen der grondstoffen-stegen in den
loop van dit jaar, hetgeen een kleine ver
hooging in prijs der dekens ten gevolge had.
Vlaggodoe k-f abricage. Wat
den toestand der fabricage van vlaggedoek
en aanverwante artikelen betreft over hot
jaar 1909, wordt medegedeeld, dat de:.; van
bovredigenden aard is geweest.
De Leidsche K a fc o e n v le c h t e-
rij enNettenfabriek voorheen
J a o g r Oo., meldt dat de gang van
zaken der vennootschap in 1909 bevredigend
mag worden genoemd, gevolg van de goede
uitkomsten der liaringvisscherijdie een
flinken verkoop in de hand werkt. Had men
niet voortdurend te kampen gehad met ab
normaal hooge katoenprijzen en vooral met
sterke schommelingen van den prijs van ka
toen, dan zou zelfs hoogstwaarschijnlijk van
een gunstig jaar kunnen gesproken worden.
De andere artikelen breikatoen en
kaar8enpitten geven geen aanlei
ding tot bijzondere opmerkingen.. De be
trekkelijk geringe omzet van deze artikelen
bleef vrijwel gelijk aan dien van andere ja
ren. In alle artikelen had. men te kampen
tegen een sterke concurrentie van bui ten-
land soho importeurs.
De firma van 'tHooft Oo., fa
briek van breikatoen en lampenpitten, voegt
daaraan toe dat voor haar industrie het jaar
1909 slechts matig bevredigend was, omdat
rij evenals do vorige jaren ernstig te kam
pen had met de hooge katoenprijzen en de
scherpe binnen- en buitenlandsche concur
rentie, waardoor zefs offertes werden ge
daan bij openbare inschrijving beneden de®
inkoopprijs der grondstoffen volgens de
toen geldlende markt.
Do Exploitatie van de S-t e d e 1 ij b e
Eleotricibeitsfabrieb wijst op
een voortdurend gunstig verloop en een
voortdurende stijging, hetgeen kan blijken
uit de vergelijking der cdjfera tusechen haak
jes in 1908 en die in 1909.
Op 31 December 1909 waren aangesloten
414 peroeelen (240).
De aansluitingBwaarde binnen Leiden be
droeg op dien datum voor verlichting 676
(424) K.W. en voor kracht 693 (466) K.W.,
totaal 1286 (881) K. W. Deze waarde is ver
deeld: voor verlichting over 12050 (7200)
gloeilampen en 116 (72) booglampen, waar
van voor openbare verlichting 14 (13) stuks,
en voor kracht 254 (168) elektromotoren met
een capaciteit van 746 (670) P.K.
Bovendien waren op 31 December 1909 in
de gemeenten Oegstgeest en Leiderdorp 7
electro motoren geplaatst met 'n totaal ver
mogen van 52 P.K., benervëos 47 gloeilam
pen en 0 booglampen.
Koninklijke Nederlandsohe
Grofsmederij. In het afgeloopen jaar
werd bet steeds moeilijker om voldoende
werk te krijgen tegen loonende prijzen, tor-
wijl de prijzen der grondstoffen zich juist
in stijgende richting bewogen.
Dit verschijnsel behoeft in zooverre niet
te bevreemden als gewoonlijk de opvolgen
de perioden van bloei en depressie der ijzer-
industrie in het buitenland, hier te lande
eerst na verloop van eenige® tijd weerklank
vinden.
Ook het groot aannemersbedrijf, waar
van de Woei een grooten invloed heeft op
dien van het bedrijf der Grofsmederij,
klaagde in 1909 over buitengewone slapte.
Een en ander had ten gevolge dat men in
de laatste maanden dea jaars herhaaldelijk
genoodzaakt was werkvolk te ontslaan en
dat de omzet minder was dan ten vorige®
jare.
Aan een voorspelling voor de naaste toe
komst zou men zich niet gaarne wagon;
velen moenen dat verbetering niet lang
meer op zich kan laten wachten.
Gebroeders Boot. Scheepstini
merwerf. Het jaar 1909 was zeer bevre
digend niettegenstaande de toestand bij de
scheepvaart en dientengevolge bij den
scheepsbouw in het algemeen ongunstig was
te noemen. Er was ruim werk en mocht in
de® loop van den zomer het gevaar lang
niet denkbeeldig zijn geweest, dat in het
najaar zoodanige stilte zou intreden, dat tot
afdanken van werklieden zou moeten wor-
dJen overgegaan en er ook eenigen be
dankt werde®, dit gewaar is gelukkig ge
weken, de ontslagen werklieden konden
weder aangenomen worden en er Weef ge
durende den geheelen winter druk werk te
doen.
Geldt dit in het bijzonder de werf van
Gefor. Boot, niettemin zijn er vele werven,
die weinig of geen werk hadden en in hoofd
zaak zijn dat de werven, die uitsluitend
voor den bouw van Rdjnschepen zijn inge
richt. De toestand voor de Rijnvaart was
zeer eteeht; een groot aantal schepen lag
in de verschillende havenplaats_n zonder
werk e® waar door den schipper weinig o
niets verdiend wordt, kan dit den scheeps
bouw uit den aard der zaak niet gunstig
zijn. Vandaar dan cSs dat op de werven bij
Gehr. Boot veel minder werk was voor de
Rijnvaart dan andere jaren en de betalingen
der schippers in het algemeen alles te wen-
schen overlieten.
De prijzen der schepen waren ook zeer ge
drukt e® vele schepen werden aangeno
men om maar werk te hebben, zoodat er
van winst geen sprake is.
In het jaar 1909 werde® gebouwd vijftig
vaartuigen.
Daarvan waren er 32 bestemd voor Neder
land, 14 voor België en 4 voor Zuid-Amerika.
Thans zijn in bestelling 46 diverse vaar
tuigen.
Gvor het répara tiew ork oP de hellingen is
men ook tevreden en ook de afdeeling Bank-
werkerij en Kerenfabriek had het goheole
jaar voldoende werk.
De middelen van vervoer te
water hebben ook dit jaar geen noemens
waardige veranderingen ondergaan- het
jaar 1909 hoewel ongunstig wat. de weersge
steldheid betreft, leverde voor de gewone
diensten geen reden tot; klagen op; op de
speciaal op het vreemdelingenverkeer «aan
gewezen ondernemingen hebben de koude
winderige maanden Juli en Augustus zeker
nadedig gewerkt. Het goederenvervoer
neemt allengB meer en meer toe; doch het
vee vervoer was minder dan in vorige jaren-
In verband hiermede wordt niet onbe
sproken gelaten dat m 1909 het medelid
Van Nouhuye het feit herdacht dat hij ge
durende 25 jaar aan het hoofd stond der
stoombbotonderneming ,,De Volharding" en
een terugblik wordt van belang geacht voor
de geschiedenis van handel en nijverheid.
De eerste 26 jaren der Mjj. zajn uit don
aard der zaak de moeilijkste geweest en de
Directeur erkent dot Ifij met goed geluk
heeft kunnen voortbouwen op den arbeid
zijner voorgangers. Hoofdzaak was dat er
groote 'behoeft© bestond n-an een toenmaals
geheel ontbrekende verbinding met de dor
pen; in 1852 kreeg de onderneming na veel
tobben haar beslag. Is de Maatschappij in
vergelijking van die jaren groot geworden,
de behoefte aan liaar bestaan wordt sinds
1885 veel minder en daalt in de laatste
jaren hoe langer hoe meer Haar bestaan
en haar ontwikkeling worden allengs meer
en meer bemoeilijkt door de spoor- en tram
verbindingen, al blijft haar toestand ook ta
melijk gezond, dank zij de vroegere pracs-
tatiës.
Maar het behoeft geen betoog dat haar
bestaan vaak als een hinderpaal wordt be
schouwd om het nieuwe vervoermiddel meer
ingang te doen vinden en zij dikwijls
door groote en kleine autoriteiten met
ee® niet vriendelijk oog wordt aangezien-
Dat zij intusschen den strijd nog durft voe
ren; moge blijken uit eenige cijfers:
In 1885 was het maatschappelijk kapitaal
f 62,000, thans f 90,000
In 1065 waren er 8 booten voor 7 diensten,
thans 16 voor 14 diensten.
In 1885 vervoerde de Mij. 200,000 perso
nen, in 1909 pim. 500,000.
Eigenaardig is ook het steenkolenver-
bruik; werden in 1685 30746 H.L. steenko
len verbruikt, zoo bedroeg dit aantal in 1909
36,000 H.L- Wanneer men dit kolenverbruik
over het aantal diensten verdeelt, dan
springt het nut der nieuwere machine© in
het oog. Dab de winst daarmee niet evenre
dig is, is het gevolg van de stijging der prij
zen; in 1885 werd voor 1700 Kilogram nog
minder betaald dan in 1900 voot de 1000
kilogram.
Voorts werd in 1909 nog een 17de boot op
stapel gezet, die in de maand Mei van dit
jaar in de vaart werd gebracht.
Omtrent de fabriek van B r o u w e r's
Aardewerk rijn geene andere bijzon
derheden bekend, dan dat zij druk bozig is
uitvoering te geven aan verschillende op
drachten voor het Vredespaleis, een even
moeilijke als hoogst eervolle taak.
Schelpkalkfabrieken. De fir-
ma Wed. P. A. W. Wemink e® Zoon,
sohclpkalkfabriek te Loiden, deelt mede dat
omtrent haar onderneming niets bijzonders
valt op te merken. Het artikel schelpkalk
blijft' zijn goede reputatie handhaven, doch
niettegenstaande dat gaat het met veel
moeite gepaard het fabrikaat geplaatst; te
krijgen, daar de concurrentie met de buiten-
landsohe kluitkalk niet mogelijk is. Het
erkend feit echter, dat Rijk, Provinciën,
Gemeenten en vele architecten voortgaan
om het artikel in de bestekken voor te
schrijve®, geeft goede verwachtingen voor
de toekomst.
Het Bestuur van hot Geme ©n-
telijk Werkloozenfonds heeft het percen
tage van den böjslag voor Juli vastgesteld
op 100 voor do typografen en 60 voor de
andere vakken.
Devoornaamstesigarenb a-a
delaars te Haarlem hebben besloten von 1
Juli af des Zondags hun zaken van 26
uren te sluiten.
Vaoantietijd. Door het Be
stuur der Vereeniging van Armbesturen te'
Amsterdam wordt door middel der dagbladen
tot de stadgenooten, die geheel den zomer
of een deel daarvan buiten gaan doorbren
gen, het verzoek goriaht tijdelijk personeel
als schoonmaaksters, naaisters, enz., die als
dan haar verdienste moeten derven, alsnog
haar loon gedurende de afwezigheid der fa
milie te doen behouden.
De „Arnh. Ot" vornoemt, dat
de wed. De B., die sedert twee maanden
in de gevangenis te Arnhem zit, bekend
heeft de verschillende branden in haar wo
ning zelf gesticht te hebben en de aan haar
gerichte dreigbrieven celf te hebben ge
schreven
Zekere R., uit Laag-Soeren, di© in ver
band daarmede ook bijna twee maanden in
de gevangenis zat, werd daaruit onmiddel
lijk ontslagen.
Bij het uitgraven van veen te
Meyol (Limb.) heeft oen arbeider op 2i
meter diepte een gouden helm gouden voet
sporen, een gouden balletje en drie goud
stukjes ter grootte van een kwartje gevon
den deze laateten met het jaartal 512. Het
gevondene is nog in gaven toestand.
T e Bolswardis een elfjarig
meisje, T. D., van een trap gevallen, e®
aan de gevolgen overleden.
Gistermorgen is te Dongen
de ververij van de® heer H. Gijsels afge
brand. Verzekering dekt de schade.
Het ongeluk te Weste r voort,
waarvan de „Arnh. Ct." berichtte, is in
dat-blad niet volkomen juist medegedeeld
Het verdronken kind was, zoo meldt het
thans, een zoontje van een bewoner van den
Eueebiusbuitensingol te Arnhem en behoor
de dus niet te Wester voort thuis. Het was
met zijn 8 h 9-jarig zusje gaan wandelen
naar Westervoort, om bloemen te zoeken.
'Bij de fortgracht aldaar wilde het 12-jarige
kind, dat aan duizelingen leed, uit de gracht
wat drinken en geraakte zoo te water.
Vlektyphua Naar het „N. v.
N." verneemt, doe® zich Amsterdam
eenige gevallen van vlektyphus voor. De lij
ders aan deze gevreesde ziekte zijn naar do
barakken der gasthuizen vervoerd.
De oolijk© dief, die bij den k a p-
per Gavers te Breda verlof vroeg om een
daar staand rijwiel eens te mogen beproe
ven en er zioh heimelijk mee uit de voeten
maakte, is te Esschen (België) aangehou
den. De fiets had hij te Roosendaal voor
twee rijksdaalders van de hand gedaan. Ook
te Bergen-op-Zoom, op den Raai berg, bleek
hij een fiets te hebben ontvreemd. Boven
dien heeft hij in België nog drie maanden
gevangenisstraf te goed wegens lijwiel-
diefstallen. Het ia dus een geroutineerde in
het vak.
Volgens een Reuter-fcelegram
uit Petersburg, waren er in de afgeloopen
veertien dagen in het gouvernement Oher-
son 122 gevallen van cholora geweest met- 35
dooden. Sedert 7 dezer waren er 41 gevallen
en 14 dooden uit Kiëf gemeld. In het gou-
vemernent Orel waren er 14 gevallen en
7 dooden geweest, en in. het Kozakkengebied
vo® Kaban 15 gevallen e® 13 dooden.
Odessa is volgens een ander bericht, ver
dacht van cholera verklaard en Nikolajef als
door cholera bedreigd.
Afrikaanders aan eaze heogesctiool.
De Nederiandsch Z u id-Af r ikaa nsche
Vjereeniging vraagt dringend geld voor
beurzen voor Afrikaanders, die aap onze
hoogjesc holen willen studeer en. „In 1903
7feg*t een omzendbrief deed het Stu
diefonds Voor Zuid-Afrikaansche studen
ten voor bet eerst een beroep op de sym
pathie der Nederlanders. Toen kwamen,
iefr. al mëer aanvragen van Afrikaanders
in, dajë hier. wilden studjeeren, en het Stu-,
dtefopds gtev'oejde t erecht, dat; werden de
aanvragers nijet? geholpen, or, meer ver-
spjefeld werd dan, in woorden is to zeggen,
daar zij dan den Engélschen in do arme®
werden gejaagd. Toen is er hulp gekomen
w-En mi is èr opnieuw krachtige hulp
noodig. .Waf toch is hjet geval? Er is in de
laatste jaren een aanwassende stroom Van
Afrikaander studenten in Nederland geko
men; er zijn er nu needs meer dan 60,
waarvan' 34 op etenïge wijze, door hef Stu
diefonds worden gesteund. Nog blijven
de aanvragen inkomen^ en wij moeten bib-
Ven helpen, jn, dezen tjjd nog altijd blijven
helpen. Want, als wij nii ophouden, dan
Verliezen wij wat we gewonnen hebben
„De nü studeerenden gaan toch over
Öenige jaren terug. Dit jaar, is terugge>
gaan T. H. lë Roux, prof. aan het Univer
sity, College te Pretoria. Weldra gaat te
rug W- A. Joubert, onz!e ijverige propa
gandist, als prof. te Sbedlenbosch. Van
hem verwachten wij veeL Theologen zijn
teruggegaan, die het den Afrikaanders
Züllen laten zien, dat z\j hun zonen go-
jrusf hierheen kunnen zenden §n die me
nige vrees zullen banjten; en, als de bier
opgeleide dokforpn weerkeeren, dan zal
het blijkten, dat die opleiding wel het o/fer
yan meer fijd waard is Maar, nog. is
heti zoovter niet, (en 'daarom,- nu is hulp
noodig; later, komen de studenten zelf,-
naar mén vterwacht
„Daarom, stélt de Zuid-Afrikaansche
Vtereemging en rijn Studiefonds in staat
nog meer të doen. Engeland weet, waar
om het beurjzen, t er beschikking van Afri
kaanders stelt; het gevoelt rijn plichtNe-'
der]and, verspeelt een van de schoonste'
gelegenheden, die het nog heeft, wanneer
hét niet tracht, de Afrika an sche jonge
lingschap hiénheen te trekken. Er wordt
al Veel gedaan, maaïi het is niet genoeg;
een tiental jongelui willen onmiddellijk na
dë vacantie' hier komen om hun studiën^
te beginnen; beurzen zyn er niet voor hen<
Wil mén, dat ze niet komen?"
H3et adres Van dr. N. Mansvelt, secreta
ris dér Zuid-Afrikaansche Vereeniging. is.
Damrak 95, Amsterdam; van dr G. Bel
laar Spruyf, penningmeester van liet Stuj
diefonds, Prinsengracht 716, Amsterdam;
van prof. dr. J. W. Pont, secretaris van hef
Studiefonds, WiUemlaan 23, Bussum.
Tentoonstelling te Brussel.
Do Koning dor "Belgen hooft de Neder-»
la®dsohc ministens, din 4 Juli a.s. éon be
zoek aa® de Rrusselschc tentoonstelling zul-
len brengen, nl. de ministers van bi®-
nenlandsohs zalcem mï\ Heemskerk, van jus-
titio mi. Ragout, en va® koloniën, den hear
De Waal Maiefijt, uitgenoodigd bij deze ge
legenheid aa® de koninklijk» tafel aan te'
ritte®;.
ALPHEN. Bevallen. G„ Hoogondoorn
gob. Laros, Z. A. C. G. v. Pijlen gob.
Sluis, Z. T. Altona gob. Brunt, D.
J Noordogxaaf g»b. De Koning, Z. A.
Sijtsma geb. Brouwer, D. M. Fenders,
g»b. Balvert, Z. W. Kok gob. Va® Lub
nen, Z. E. van Spongen gob. Rui ton-
burg, D. L. Uithol gob. Kranenburg,
D. O. Duits gob. Kooien borg, Z.
Overleden: J. W. Kroon, z. 1 j.
J. W. Domburg, jm. 36 j. G. d. Vis,
z. 2 m.
Gohuwd: J. van ArkeJ e® O. van Wie.
ringen.
BODEGRAVEN. Bevaila®: 0. Spruyti
geb. Va® Ingen, Z. J M. van Kootwn,
geb. Va® Putten, Z. D. H. Vaxluija,
geb. Va® Wijngaarden, D.
Ovorlodë®: J- Dekker, wed. va® G,
van der Klis, 33 j. P» Uittenbogaard,-
10 m. W. Verwoord, wed van N. va®
den Berg, 66 j.
HAZKR8WOUDE. Rova,l-lon: N. Ra-
demakcr gob. Helsloot, D. E. Hoijnja
geb. Kef, D. E. v. d. Ploeg, geb. y.
d. Poel, D. M. v. d. Pod. geb. v. d-
Vlugt, D.
Overleden: W. P. van Velson, z. 2 j.
4 NIEUWKOOP. Bevallen: A. Oostor-
kainp geb. Bosman, levonl. Z. J. va®
Wijngaarden gob. De Groot, Z.
OUDSHOORN. Bevallen: A. Vink gob,
Tja® 't Woud, Z.
Over lede®: A. v. 't Woud gehuwd mot
J. Viuk, 39 j. J. de Wilde wodn. 87 j\
J. G. Ph. Ja®seen 2 w. K. Cootnausi
gjoh. mot W. v. Varik 64 j.
REEUWUK. Bevallo n: W. C. Tijna,
gels, geb. Va® den Hoorn, Z.
O ver led o®: J. P. do Hoop, 13 mnd.
N. A. Rijkonhuizen, 4 m®d.
TER-AAR. Bovallo®: A. M. v. <L
Hoor® geb. Woerd©, Z. M. C. Kempe
naar gob. Treur, Z. M. Hölsoher geb.
Pouw, Z. M. A. RakoUiof geb. \Tas-
nki®, D. J. Boekonsteijn gob. Kalsdio-
vie®, Z. c® D. A. Pols geb. Va® Vliet
Z. M. va® Smoorenburg geb. Menken, D
Oy.öxleden: 0. J. v. d. Zwaan, d. 2
j". G. Verlaan, wedm van Th. Bade®,
(83 j. C. via® Daint d. 5 (m. D. Ambagts-
hecr z. 1 tn.
VOORSCHOTEN. G e b o r o Martinuv
Gerard us, zoon van: B. van Buuren en M.
E. Verdouw. Nioolaas Gerardus, zoo®
Van: N. P. va® Oassol e® J. Zwetsloot.
WASSENAAR. Geboren: Wilhelmina
Cornelia, d. V. J. F. B. Pannaart» en 0.
PoTlnvlieb. Jacobus Leonard us, z. v. J^
Rcnrmerewaal e® 0. J. v. L Borg. Ja
cobus Loendetrt, z. v. A. L. Visser on A'.
v. d. Gaag. HondLrikus Maria on Com©<
lis Johannes, Zs. van J. E. Parlevliot e®
A. T. v. d. Boog.
Overleden: C. Dobbe vr. 67 j. i
E. M. v. <L Spek d. 3 j.
ZWAMMERDAM. Be val Ion: M. Bur
ger geb. ToUnassen, Z. A. Meerburg, geb.
Don Hertog, Z. E. van Munster geb. Va®
der Werf, Z.
Gohuwd: H. Witte, jm. 27 j. on E.
Brökor, jd. 27 j.
WOUBRUGGE. Bevallen: A. Bulk
geb. Boer, Z. P. O. de Blanken geb.
Hijtelecodoom, Z. M. de Boer geb. Maat, Z.
8)
Heeft u wel ooit' zoo iets van een jong
meisje gehoord baron RohritzT' vraagt zij.
Rohritz trekt ongeduldig zijn schouders
op en Stella vertelt onbevangen verder.
„Hij maakte steeds de keukenmeid 't hof
en de kamenier verklikte dat uit jaloezie.
Daarop werd de kamenier om financieele
redenen uit het huishouden gestreken, ver
volgens do keukenmeid om gezondheids
redenen; zij had ons bijna op een goeden
dag, wegens slecht schoongemaakte kope
ren pannen, met kopergroen vergiftigd. Z
werd nooit vervangen, want in den tus-
6chentijd, namelijk terwijl wij een nieuwe
keukenprinses zochten, kwam mama tot de
ontdekking, dat een keukenmeid kostbaar
was en men zich wel zonder kon behelpen.
En dus doen wij het nu zonder een I Onze
laatste, helpster was een gebochelde van nog
geen vier voet lang, die op een voeten
bankje moest staan, om de tafel të dekken.
Mama had haar genomen, wijl zij meende,
dat zij om haar leelijkheid voor aardigheid
jes beveiligd was Stella breekt' den draad
van interessante mededeeling af om vroo-
lijk te grinniken. Zij lacht juist als een tor
telduifje. „Maar een werkelijk talent weet
alle hinderpalen omver te werpen, mama is
een treurige ervaring rijker geworden door
haar experiment namelijk die, dat niet
eens een bochel r;n afdoend middel is
tegen alles."
De ritmeester lacht. De ontzetting van
Stase bereikt haar hoogste punt; het ge
duld verliezend, wijst zij Rohrite geërgerd
terecht.
„Wat die goede papa wel zou zeggen,
wanneer hij dat alles kon zien?" zegt St-olla
op plotseling geheel anderen toon.
„Hebt' gij nog altijd zulk een heimwee
naar je vader, hartje?'' vraagt do ritmees
ter medelijdend als Hij ziet, hoe Stella bij
de herinnering aan den overledene met
moeite haar tranen terugdringt.
„Dat zou u niet vragen, wanneer gij wist,
welk een leven ik leid,'' antwoordt zij met
gesmoorde stem; „ja, als men het zoo hoort
vertellen, is het heel grappig, maar om het
door te maken. Wat helpt het, om er aan
te denken 1" Met die woorden buigt zij zich
een weinig over haar neefje, dat nog altijd
tegen den schouder van den ritmeester aan
ligt. „Hij is vast in slaap," fluistert zij, ter
wijl zij een brutalen nachtvlinder van Fred
dy's mooi gezichtje afweert.
„Het begint koel te worden", merkt
Kathrien midden in een interresant gesprek
over de nieuwste uitvindingen op genees
kundig gebied op, terwijl zij angstig naar
Freddy kijkt en, baar sohoonzuster verla
tend, op haar zoontje toetreedt: „Geef mij
den jongen, Hans, dan zal ik hem naar bo
ven dragen!"
„Wilt gij den zwaren jongen torsen? Dat
zou wat moois zijn 1" roept de ritmeester.
Freddy wordt bij deze woordenwisseling
wakker, wrijft zich in de oogen, is als alle
slaapdronken kinderen eorst wat verdrietig,
maar besluit dan den aanwezigen goeden
nacht te zeggen, waarop hij, met zijn te ere
vingertjes in de hand zijner moeder, heen
gaat.
„Hier slaapt ook iemand!" zegt Kathrien,
als zij den generaal passeert, die met zajn
hoofd op de borst en slap neerhangende
armen in zijn stoel ligt.
„Zoudt gij my kunnen zeggen, Hans, of
mummies ook rheumaiiek kunnen krijgen?''
vroeg zij spottend; „in elk geval moest gaj
hem, dunkt me, wakker maken. Ik zal bo-
van hot whisttafeltje laten klaar zetten en
gij, kindlief", voegde zij er bij, zioh tot
Stella wendend, „zoudt je muziek kunnen
uitpakken en ons wat voorzingen."
Terwijl Stella gewillig opspringt om haar
tante te volgen, en mevrouw Memeck haar
nasnelt met de bewering, dat zij zelf de mu
ziek moet uitpakken, anders komen haar
manuscripten in wanorde, wendt Stase zich
tot Rohritz: „Wat zegt u daarvan? Heeft u
ooit zoo iets beleefd va® een meiaje van
goeden huizo? Die gesprekken! Men moet
haar echter veel ten goede houden I'»
Maar Rohritz mompelt slechts: „Arm
meisje f
„Ja, zij is zeker te beklagen, haar opvoe
ding was betreurenswaard I" zegt Stase met
een zucht en haar stem een weinig latende
dalen, voegt zij er bij: „De overste..."
„Welke Meineck was het?" valt Rohritz
haar ongeduldig in de rede, „er dienen hier
vier of vijf in het. leger, zonen van een veld
maarschalk, als ik mij niet' vergia Was het
die van de WuKÜschgrötzdragonders of van
de Ulanon?"
„Frons Meineck, die van de X-huzaaren"j
zegt Hans.
„Dat' is toch die, die in Bosnië het Tbe-
reeiakruis beeft gekregen", merkt' Roh
ritz op.
„Ja, dezelfde", antwoordt de ritmeester.
„Ik weet niet, waarom ik had gedacht,
dat het een Heinrich Meineck moest geweest
zijn. Dus Frans, en aarzelend laat bij er op
volgen: „Ik kende hem niet persoonlijk,
maar heb veel van hem gehoord. Hij moet
een alleraangenaamste ohef zijn geweest,
een prettige kameraad, bovendien een der
dapperste soldaten in het leger."
„Hij muntte vooral uit als echtgenoot,"
roept Stase met haar gewone ongegeneerde
bitsheid.
„Spreek daarover niet, freule Stase,"
zegt de ritmeester, „het huwelijk van mijn
zuster was een dolle, overspannen geschie
denis en Frans heeft zijn vrouw alle reden
gegeven, om van hem te scheiden, maar van
beider levens is het zijne bedorven I"
V.
Toen zij elkaar leerden kennen in There-
sienstadt bij Lina's vader, generaal Leskje-
witsch, was hij zes en twintig, zij ruim twee
en dertig jaar. En toch verwonderde zich de
wereld de wereld, welke juist deze beide
menschen kende veel meer over haar ge
negenheid voor hem, dan daarover, dat hij
zich door haar 't hoofd op hol liet brengen.
Zij had altijd, zeÜB van af haar prilste
jeugd, tot de interessante, bijzondere meis
jes behoord en als een dusdanige werd zij
ook behandeld, zonder dat zij zelve daartoe
aanleiding gaf; want dat moest men toege
ven: bij al haar grillen en eigenaardigheden
bezat zij geen greintje affectatie of preten
sie. Wat de menschen van haar zeiden liet
haar totaal onverschillig. In haar door de
toegevendheid harer omgeving gevoede zelf
zucht gaf zij aan al haar luimen toe en daar
zij bijzonder mooi en, waneer zij wilde, be-
tooverend beminnelijk kon zijn, haar vader
bovendien een zeer hooge betrekking be
kleedde, zoo vond men alles aan haar
excentriek, origineel en geniaal, wat men
bij andere meisjes als ongepast zou veroor
deeld hebben.
Van kind ai veel voor kennis en weten
schap voelend, werd zij in de tweede helft
van de twintig een erkende blauwkous, be
studeerde het Sanskriet en hield met de
grootste wetenschappelijke corypheeëa van
Europa briefwisseling. Zij was daarbij niet
ernstig en stil, integendeel vol humor e®
leven. Zij zwom als een visch geheel alleen
ver d© zee of de rivier in en reed
met de koenheid eener amazone zonde#
heerenbegeleiding en altijd zonder groom.
Zij had echter nooit willen dansen: Hetti
eenige bal, hetwelk zij zich liet bewegen té
bezoeken, had haar ergernis opgewekt. Hel
dansen kon haar niet behagenzij beweerd#
met' een verachtelijken blik op de in heb
rond draaiende paren, dat het haar óf be
lachelijk, óf kinderachtig óf vreeselijk on-»
voegzaam voorkwam.
Even uit de hoogte als op het dansen keek
zij op elke hofmakerij neer. Het verveeld©
haar onuitsprekelijk zich vleierijen van
mannen te moeten laten welgevallen. Ja, zij
vond het bepaald afschuwelijk. Zij verhoo*
vaardigde er zich dikwijls lachend op, dat
zij in haar leven slechts drie hartstochten
had gekoesterd en wel voor Bonaparte, voo<
lord Byron en voor Bakunin.
(Wordt vervolgd).