No. 15437. LEI35SCH DAGBLAD, maandag' 20 Juni. Tweede Blad. Anno 1910. Gemengd Nieuws. Burgerlijke Stand. FEUILLETON. Stella. Handel en Nijverheid te Leiden* Aan het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden uitgebracht verslag yan den toestand van handel en nijverheid over 1909 is nog het volgende ontleend: De firma R. M. Beuth en Zonen deelt mede: Bedveerenendons. De prijzen van genoemde artikelen ondergingen nagenoeg geen verandering, de omzet bleef constant, alleen was de vraag naar done ietg groo- ter. Kapok. Dit artikel wordt veel gevraagd, doch de concurrentie is zoo groot gewor den, dat slechts zeer kleine winsten te be halen zijn. De prijs is dikwijls aan groote schommelingen onderhevig; zoo was deae in dit jaar vrij laag, doch in de laatste maanden stijgende. Gestikte dokens. De omzet daarin was minder bevredigend, wat in hoofdzaak het gevolg is van den zwakken winter. Overigons begint dit artikel meer aandacht te trekken, als gevolg van het feit dat de fabricatie zooveel beter dan vroeger. De dekens van tegenwoordig zijn eierlijiker, de vulling minder zwaar doch meer warmtege- vend. De prijzen der grondstoffen-stegen in den loop van dit jaar, hetgeen een kleine ver hooging in prijs der dekens ten gevolge had. Vlaggodoe k-f abricage. Wat den toestand der fabricage van vlaggedoek en aanverwante artikelen betreft over hot jaar 1909, wordt medegedeeld, dat de:.; van bovredigenden aard is geweest. De Leidsche K a fc o e n v le c h t e- rij enNettenfabriek voorheen J a o g r Oo., meldt dat de gang van zaken der vennootschap in 1909 bevredigend mag worden genoemd, gevolg van de goede uitkomsten der liaringvisscherijdie een flinken verkoop in de hand werkt. Had men niet voortdurend te kampen gehad met ab normaal hooge katoenprijzen en vooral met sterke schommelingen van den prijs van ka toen, dan zou zelfs hoogstwaarschijnlijk van een gunstig jaar kunnen gesproken worden. De andere artikelen breikatoen en kaar8enpitten geven geen aanlei ding tot bijzondere opmerkingen.. De be trekkelijk geringe omzet van deze artikelen bleef vrijwel gelijk aan dien van andere ja ren. In alle artikelen had. men te kampen tegen een sterke concurrentie van bui ten- land soho importeurs. De firma van 'tHooft Oo., fa briek van breikatoen en lampenpitten, voegt daaraan toe dat voor haar industrie het jaar 1909 slechts matig bevredigend was, omdat rij evenals do vorige jaren ernstig te kam pen had met de hooge katoenprijzen en de scherpe binnen- en buitenlandsche concur rentie, waardoor zefs offertes werden ge daan bij openbare inschrijving beneden de® inkoopprijs der grondstoffen volgens de toen geldlende markt. Do Exploitatie van de S-t e d e 1 ij b e Eleotricibeitsfabrieb wijst op een voortdurend gunstig verloop en een voortdurende stijging, hetgeen kan blijken uit de vergelijking der cdjfera tusechen haak jes in 1908 en die in 1909. Op 31 December 1909 waren aangesloten 414 peroeelen (240). De aansluitingBwaarde binnen Leiden be droeg op dien datum voor verlichting 676 (424) K.W. en voor kracht 693 (466) K.W., totaal 1286 (881) K. W. Deze waarde is ver deeld: voor verlichting over 12050 (7200) gloeilampen en 116 (72) booglampen, waar van voor openbare verlichting 14 (13) stuks, en voor kracht 254 (168) elektromotoren met een capaciteit van 746 (670) P.K. Bovendien waren op 31 December 1909 in de gemeenten Oegstgeest en Leiderdorp 7 electro motoren geplaatst met 'n totaal ver mogen van 52 P.K., benervëos 47 gloeilam pen en 0 booglampen. Koninklijke Nederlandsohe Grofsmederij. In het afgeloopen jaar werd bet steeds moeilijker om voldoende werk te krijgen tegen loonende prijzen, tor- wijl de prijzen der grondstoffen zich juist in stijgende richting bewogen. Dit verschijnsel behoeft in zooverre niet te bevreemden als gewoonlijk de opvolgen de perioden van bloei en depressie der ijzer- industrie in het buitenland, hier te lande eerst na verloop van eenige® tijd weerklank vinden. Ook het groot aannemersbedrijf, waar van de Woei een grooten invloed heeft op dien van het bedrijf der Grofsmederij, klaagde in 1909 over buitengewone slapte. Een en ander had ten gevolge dat men in de laatste maanden dea jaars herhaaldelijk genoodzaakt was werkvolk te ontslaan en dat de omzet minder was dan ten vorige® jare. Aan een voorspelling voor de naaste toe komst zou men zich niet gaarne wagon; velen moenen dat verbetering niet lang meer op zich kan laten wachten. Gebroeders Boot. Scheepstini merwerf. Het jaar 1909 was zeer bevre digend niettegenstaande de toestand bij de scheepvaart en dientengevolge bij den scheepsbouw in het algemeen ongunstig was te noemen. Er was ruim werk en mocht in de® loop van den zomer het gevaar lang niet denkbeeldig zijn geweest, dat in het najaar zoodanige stilte zou intreden, dat tot afdanken van werklieden zou moeten wor- dJen overgegaan en er ook eenigen be dankt werde®, dit gewaar is gelukkig ge weken, de ontslagen werklieden konden weder aangenomen worden en er Weef ge durende den geheelen winter druk werk te doen. Geldt dit in het bijzonder de werf van Gefor. Boot, niettemin zijn er vele werven, die weinig of geen werk hadden en in hoofd zaak zijn dat de werven, die uitsluitend voor den bouw van Rdjnschepen zijn inge richt. De toestand voor de Rijnvaart was zeer eteeht; een groot aantal schepen lag in de verschillende havenplaats_n zonder werk e® waar door den schipper weinig o niets verdiend wordt, kan dit den scheeps bouw uit den aard der zaak niet gunstig zijn. Vandaar dan cSs dat op de werven bij Gehr. Boot veel minder werk was voor de Rijnvaart dan andere jaren en de betalingen der schippers in het algemeen alles te wen- schen overlieten. De prijzen der schepen waren ook zeer ge drukt e® vele schepen werden aangeno men om maar werk te hebben, zoodat er van winst geen sprake is. In het jaar 1909 werde® gebouwd vijftig vaartuigen. Daarvan waren er 32 bestemd voor Neder land, 14 voor België en 4 voor Zuid-Amerika. Thans zijn in bestelling 46 diverse vaar tuigen. Gvor het répara tiew ork oP de hellingen is men ook tevreden en ook de afdeeling Bank- werkerij en Kerenfabriek had het goheole jaar voldoende werk. De middelen van vervoer te water hebben ook dit jaar geen noemens waardige veranderingen ondergaan- het jaar 1909 hoewel ongunstig wat. de weersge steldheid betreft, leverde voor de gewone diensten geen reden tot; klagen op; op de speciaal op het vreemdelingenverkeer «aan gewezen ondernemingen hebben de koude winderige maanden Juli en Augustus zeker nadedig gewerkt. Het goederenvervoer neemt allengB meer en meer toe; doch het vee vervoer was minder dan in vorige jaren- In verband hiermede wordt niet onbe sproken gelaten dat m 1909 het medelid Van Nouhuye het feit herdacht dat hij ge durende 25 jaar aan het hoofd stond der stoombbotonderneming ,,De Volharding" en een terugblik wordt van belang geacht voor de geschiedenis van handel en nijverheid. De eerste 26 jaren der Mjj. zajn uit don aard der zaak de moeilijkste geweest en de Directeur erkent dot Ifij met goed geluk heeft kunnen voortbouwen op den arbeid zijner voorgangers. Hoofdzaak was dat er groote 'behoeft© bestond n-an een toenmaals geheel ontbrekende verbinding met de dor pen; in 1852 kreeg de onderneming na veel tobben haar beslag. Is de Maatschappij in vergelijking van die jaren groot geworden, de behoefte aan liaar bestaan wordt sinds 1885 veel minder en daalt in de laatste jaren hoe langer hoe meer Haar bestaan en haar ontwikkeling worden allengs meer en meer bemoeilijkt door de spoor- en tram verbindingen, al blijft haar toestand ook ta melijk gezond, dank zij de vroegere pracs- tatiës. Maar het behoeft geen betoog dat haar bestaan vaak als een hinderpaal wordt be schouwd om het nieuwe vervoermiddel meer ingang te doen vinden en zij dikwijls door groote en kleine autoriteiten met ee® niet vriendelijk oog wordt aangezien- Dat zij intusschen den strijd nog durft voe ren; moge blijken uit eenige cijfers: In 1885 was het maatschappelijk kapitaal f 62,000, thans f 90,000 In 1065 waren er 8 booten voor 7 diensten, thans 16 voor 14 diensten. In 1885 vervoerde de Mij. 200,000 perso nen, in 1909 pim. 500,000. Eigenaardig is ook het steenkolenver- bruik; werden in 1685 30746 H.L. steenko len verbruikt, zoo bedroeg dit aantal in 1909 36,000 H.L- Wanneer men dit kolenverbruik over het aantal diensten verdeelt, dan springt het nut der nieuwere machine© in het oog. Dab de winst daarmee niet evenre dig is, is het gevolg van de stijging der prij zen; in 1885 werd voor 1700 Kilogram nog minder betaald dan in 1900 voot de 1000 kilogram. Voorts werd in 1909 nog een 17de boot op stapel gezet, die in de maand Mei van dit jaar in de vaart werd gebracht. Omtrent de fabriek van B r o u w e r's Aardewerk rijn geene andere bijzon derheden bekend, dan dat zij druk bozig is uitvoering te geven aan verschillende op drachten voor het Vredespaleis, een even moeilijke als hoogst eervolle taak. Schelpkalkfabrieken. De fir- ma Wed. P. A. W. Wemink e® Zoon, sohclpkalkfabriek te Loiden, deelt mede dat omtrent haar onderneming niets bijzonders valt op te merken. Het artikel schelpkalk blijft' zijn goede reputatie handhaven, doch niettegenstaande dat gaat het met veel moeite gepaard het fabrikaat geplaatst; te krijgen, daar de concurrentie met de buiten- landsohe kluitkalk niet mogelijk is. Het erkend feit echter, dat Rijk, Provinciën, Gemeenten en vele architecten voortgaan om het artikel in de bestekken voor te schrijve®, geeft goede verwachtingen voor de toekomst. Het Bestuur van hot Geme ©n- telijk Werkloozenfonds heeft het percen tage van den böjslag voor Juli vastgesteld op 100 voor do typografen en 60 voor de andere vakken. Devoornaamstesigarenb a-a delaars te Haarlem hebben besloten von 1 Juli af des Zondags hun zaken van 26 uren te sluiten. Vaoantietijd. Door het Be stuur der Vereeniging van Armbesturen te' Amsterdam wordt door middel der dagbladen tot de stadgenooten, die geheel den zomer of een deel daarvan buiten gaan doorbren gen, het verzoek goriaht tijdelijk personeel als schoonmaaksters, naaisters, enz., die als dan haar verdienste moeten derven, alsnog haar loon gedurende de afwezigheid der fa milie te doen behouden. De „Arnh. Ot" vornoemt, dat de wed. De B., die sedert twee maanden in de gevangenis te Arnhem zit, bekend heeft de verschillende branden in haar wo ning zelf gesticht te hebben en de aan haar gerichte dreigbrieven celf te hebben ge schreven Zekere R., uit Laag-Soeren, di© in ver band daarmede ook bijna twee maanden in de gevangenis zat, werd daaruit onmiddel lijk ontslagen. Bij het uitgraven van veen te Meyol (Limb.) heeft oen arbeider op 2i meter diepte een gouden helm gouden voet sporen, een gouden balletje en drie goud stukjes ter grootte van een kwartje gevon den deze laateten met het jaartal 512. Het gevondene is nog in gaven toestand. T e Bolswardis een elfjarig meisje, T. D., van een trap gevallen, e® aan de gevolgen overleden. Gistermorgen is te Dongen de ververij van de® heer H. Gijsels afge brand. Verzekering dekt de schade. Het ongeluk te Weste r voort, waarvan de „Arnh. Ct." berichtte, is in dat-blad niet volkomen juist medegedeeld Het verdronken kind was, zoo meldt het thans, een zoontje van een bewoner van den Eueebiusbuitensingol te Arnhem en behoor de dus niet te Wester voort thuis. Het was met zijn 8 h 9-jarig zusje gaan wandelen naar Westervoort, om bloemen te zoeken. 'Bij de fortgracht aldaar wilde het 12-jarige kind, dat aan duizelingen leed, uit de gracht wat drinken en geraakte zoo te water. Vlektyphua Naar het „N. v. N." verneemt, doe® zich Amsterdam eenige gevallen van vlektyphus voor. De lij ders aan deze gevreesde ziekte zijn naar do barakken der gasthuizen vervoerd. De oolijk© dief, die bij den k a p- per Gavers te Breda verlof vroeg om een daar staand rijwiel eens te mogen beproe ven en er zioh heimelijk mee uit de voeten maakte, is te Esschen (België) aangehou den. De fiets had hij te Roosendaal voor twee rijksdaalders van de hand gedaan. Ook te Bergen-op-Zoom, op den Raai berg, bleek hij een fiets te hebben ontvreemd. Boven dien heeft hij in België nog drie maanden gevangenisstraf te goed wegens lijwiel- diefstallen. Het ia dus een geroutineerde in het vak. Volgens een Reuter-fcelegram uit Petersburg, waren er in de afgeloopen veertien dagen in het gouvernement Oher- son 122 gevallen van cholora geweest met- 35 dooden. Sedert 7 dezer waren er 41 gevallen en 14 dooden uit Kiëf gemeld. In het gou- vemernent Orel waren er 14 gevallen en 7 dooden geweest, en in. het Kozakkengebied vo® Kaban 15 gevallen e® 13 dooden. Odessa is volgens een ander bericht, ver dacht van cholera verklaard en Nikolajef als door cholera bedreigd. Afrikaanders aan eaze heogesctiool. De Nederiandsch Z u id-Af r ikaa nsche Vjereeniging vraagt dringend geld voor beurzen voor Afrikaanders, die aap onze hoogjesc holen willen studeer en. „In 1903 7feg*t een omzendbrief deed het Stu diefonds Voor Zuid-Afrikaansche studen ten voor bet eerst een beroep op de sym pathie der Nederlanders. Toen kwamen, iefr. al mëer aanvragen van Afrikaanders in, dajë hier. wilden studjeeren, en het Stu-, dtefopds gtev'oejde t erecht, dat; werden de aanvragers nijet? geholpen, or, meer ver- spjefeld werd dan, in woorden is to zeggen, daar zij dan den Engélschen in do arme® werden gejaagd. Toen is er hulp gekomen w-En mi is èr opnieuw krachtige hulp noodig. .Waf toch is hjet geval? Er is in de laatste jaren een aanwassende stroom Van Afrikaander studenten in Nederland geko men; er zijn er nu needs meer dan 60, waarvan' 34 op etenïge wijze, door hef Stu diefonds worden gesteund. Nog blijven de aanvragen inkomen^ en wij moeten bib- Ven helpen, jn, dezen tjjd nog altijd blijven helpen. Want, als wij nii ophouden, dan Verliezen wij wat we gewonnen hebben „De nü studeerenden gaan toch over Öenige jaren terug. Dit jaar, is terugge> gaan T. H. lë Roux, prof. aan het Univer sity, College te Pretoria. Weldra gaat te rug W- A. Joubert, onz!e ijverige propa gandist, als prof. te Sbedlenbosch. Van hem verwachten wij veeL Theologen zijn teruggegaan, die het den Afrikaanders Züllen laten zien, dat z\j hun zonen go- jrusf hierheen kunnen zenden §n die me nige vrees zullen banjten; en, als de bier opgeleide dokforpn weerkeeren, dan zal het blijkten, dat die opleiding wel het o/fer yan meer fijd waard is Maar, nog. is heti zoovter niet, (en 'daarom,- nu is hulp noodig; later, komen de studenten zelf,- naar mén vterwacht „Daarom, stélt de Zuid-Afrikaansche Vtereemging en rijn Studiefonds in staat nog meer të doen. Engeland weet, waar om het beurjzen, t er beschikking van Afri kaanders stelt; het gevoelt rijn plichtNe-' der]and, verspeelt een van de schoonste' gelegenheden, die het nog heeft, wanneer hét niet tracht, de Afrika an sche jonge lingschap hiénheen te trekken. Er wordt al Veel gedaan, maaïi het is niet genoeg; een tiental jongelui willen onmiddellijk na dë vacantie' hier komen om hun studiën^ te beginnen; beurzen zyn er niet voor hen< Wil mén, dat ze niet komen?" H3et adres Van dr. N. Mansvelt, secreta ris dér Zuid-Afrikaansche Vereeniging. is. Damrak 95, Amsterdam; van dr G. Bel laar Spruyf, penningmeester van liet Stuj diefonds, Prinsengracht 716, Amsterdam; van prof. dr. J. W. Pont, secretaris van hef Studiefonds, WiUemlaan 23, Bussum. Tentoonstelling te Brussel. Do Koning dor "Belgen hooft de Neder-» la®dsohc ministens, din 4 Juli a.s. éon be zoek aa® de Rrusselschc tentoonstelling zul- len brengen, nl. de ministers van bi®- nenlandsohs zalcem mï\ Heemskerk, van jus- titio mi. Ragout, en va® koloniën, den hear De Waal Maiefijt, uitgenoodigd bij deze ge legenheid aa® de koninklijk» tafel aan te' ritte®;. ALPHEN. Bevallen. G„ Hoogondoorn gob. Laros, Z. A. C. G. v. Pijlen gob. Sluis, Z. T. Altona gob. Brunt, D. J Noordogxaaf g»b. De Koning, Z. A. Sijtsma geb. Brouwer, D. M. Fenders, g»b. Balvert, Z. W. Kok gob. Va® Lub nen, Z. E. van Spongen gob. Rui ton- burg, D. L. Uithol gob. Kranenburg, D. O. Duits gob. Kooien borg, Z. Overleden: J. W. Kroon, z. 1 j. J. W. Domburg, jm. 36 j. G. d. Vis, z. 2 m. Gohuwd: J. van ArkeJ e® O. van Wie. ringen. BODEGRAVEN. Bevaila®: 0. Spruyti geb. Va® Ingen, Z. J M. van Kootwn, geb. Va® Putten, Z. D. H. Vaxluija, geb. Va® Wijngaarden, D. Ovorlodë®: J- Dekker, wed. va® G, van der Klis, 33 j. P» Uittenbogaard,- 10 m. W. Verwoord, wed van N. va® den Berg, 66 j. HAZKR8WOUDE. Rova,l-lon: N. Ra- demakcr gob. Helsloot, D. E. Hoijnja geb. Kef, D. E. v. d. Ploeg, geb. y. d. Poel, D. M. v. d. Pod. geb. v. d- Vlugt, D. Overleden: W. P. van Velson, z. 2 j. 4 NIEUWKOOP. Bevallen: A. Oostor- kainp geb. Bosman, levonl. Z. J. va® Wijngaarden gob. De Groot, Z. OUDSHOORN. Bevallen: A. Vink gob, Tja® 't Woud, Z. Over lede®: A. v. 't Woud gehuwd mot J. Viuk, 39 j. J. de Wilde wodn. 87 j\ J. G. Ph. Ja®seen 2 w. K. Cootnausi gjoh. mot W. v. Varik 64 j. REEUWUK. Bevallo n: W. C. Tijna, gels, geb. Va® den Hoorn, Z. O ver led o®: J. P. do Hoop, 13 mnd. N. A. Rijkonhuizen, 4 m®d. TER-AAR. Bovallo®: A. M. v. <L Hoor® geb. Woerd©, Z. M. C. Kempe naar gob. Treur, Z. M. Hölsoher geb. Pouw, Z. M. A. RakoUiof geb. \Tas- nki®, D. J. Boekonsteijn gob. Kalsdio- vie®, Z. c® D. A. Pols geb. Va® Vliet Z. M. va® Smoorenburg geb. Menken, D Oy.öxleden: 0. J. v. d. Zwaan, d. 2 j". G. Verlaan, wedm van Th. Bade®, (83 j. C. via® Daint d. 5 (m. D. Ambagts- hecr z. 1 tn. VOORSCHOTEN. G e b o r o Martinuv Gerard us, zoon van: B. van Buuren en M. E. Verdouw. Nioolaas Gerardus, zoo® Van: N. P. va® Oassol e® J. Zwetsloot. WASSENAAR. Geboren: Wilhelmina Cornelia, d. V. J. F. B. Pannaart» en 0. PoTlnvlieb. Jacobus Leonard us, z. v. J^ Rcnrmerewaal e® 0. J. v. L Borg. Ja cobus Loendetrt, z. v. A. L. Visser on A'. v. d. Gaag. HondLrikus Maria on Com©< lis Johannes, Zs. van J. E. Parlevliot e® A. T. v. d. Boog. Overleden: C. Dobbe vr. 67 j. i E. M. v. <L Spek d. 3 j. ZWAMMERDAM. Be val Ion: M. Bur ger geb. ToUnassen, Z. A. Meerburg, geb. Don Hertog, Z. E. van Munster geb. Va® der Werf, Z. Gohuwd: H. Witte, jm. 27 j. on E. Brökor, jd. 27 j. WOUBRUGGE. Bevallen: A. Bulk geb. Boer, Z. P. O. de Blanken geb. Hijtelecodoom, Z. M. de Boer geb. Maat, Z. 8) Heeft u wel ooit' zoo iets van een jong meisje gehoord baron RohritzT' vraagt zij. Rohritz trekt ongeduldig zijn schouders op en Stella vertelt onbevangen verder. „Hij maakte steeds de keukenmeid 't hof en de kamenier verklikte dat uit jaloezie. Daarop werd de kamenier om financieele redenen uit het huishouden gestreken, ver volgens do keukenmeid om gezondheids redenen; zij had ons bijna op een goeden dag, wegens slecht schoongemaakte kope ren pannen, met kopergroen vergiftigd. Z werd nooit vervangen, want in den tus- 6chentijd, namelijk terwijl wij een nieuwe keukenprinses zochten, kwam mama tot de ontdekking, dat een keukenmeid kostbaar was en men zich wel zonder kon behelpen. En dus doen wij het nu zonder een I Onze laatste, helpster was een gebochelde van nog geen vier voet lang, die op een voeten bankje moest staan, om de tafel të dekken. Mama had haar genomen, wijl zij meende, dat zij om haar leelijkheid voor aardigheid jes beveiligd was Stella breekt' den draad van interessante mededeeling af om vroo- lijk te grinniken. Zij lacht juist als een tor telduifje. „Maar een werkelijk talent weet alle hinderpalen omver te werpen, mama is een treurige ervaring rijker geworden door haar experiment namelijk die, dat niet eens een bochel r;n afdoend middel is tegen alles." De ritmeester lacht. De ontzetting van Stase bereikt haar hoogste punt; het ge duld verliezend, wijst zij Rohrite geërgerd terecht. „Wat die goede papa wel zou zeggen, wanneer hij dat alles kon zien?" zegt St-olla op plotseling geheel anderen toon. „Hebt' gij nog altijd zulk een heimwee naar je vader, hartje?'' vraagt do ritmees ter medelijdend als Hij ziet, hoe Stella bij de herinnering aan den overledene met moeite haar tranen terugdringt. „Dat zou u niet vragen, wanneer gij wist, welk een leven ik leid,'' antwoordt zij met gesmoorde stem; „ja, als men het zoo hoort vertellen, is het heel grappig, maar om het door te maken. Wat helpt het, om er aan te denken 1" Met die woorden buigt zij zich een weinig over haar neefje, dat nog altijd tegen den schouder van den ritmeester aan ligt. „Hij is vast in slaap," fluistert zij, ter wijl zij een brutalen nachtvlinder van Fred dy's mooi gezichtje afweert. „Het begint koel te worden", merkt Kathrien midden in een interresant gesprek over de nieuwste uitvindingen op genees kundig gebied op, terwijl zij angstig naar Freddy kijkt en, baar sohoonzuster verla tend, op haar zoontje toetreedt: „Geef mij den jongen, Hans, dan zal ik hem naar bo ven dragen!" „Wilt gij den zwaren jongen torsen? Dat zou wat moois zijn 1" roept de ritmeester. Freddy wordt bij deze woordenwisseling wakker, wrijft zich in de oogen, is als alle slaapdronken kinderen eorst wat verdrietig, maar besluit dan den aanwezigen goeden nacht te zeggen, waarop hij, met zijn te ere vingertjes in de hand zijner moeder, heen gaat. „Hier slaapt ook iemand!" zegt Kathrien, als zij den generaal passeert, die met zajn hoofd op de borst en slap neerhangende armen in zijn stoel ligt. „Zoudt gij my kunnen zeggen, Hans, of mummies ook rheumaiiek kunnen krijgen?'' vroeg zij spottend; „in elk geval moest gaj hem, dunkt me, wakker maken. Ik zal bo- van hot whisttafeltje laten klaar zetten en gij, kindlief", voegde zij er bij, zioh tot Stella wendend, „zoudt je muziek kunnen uitpakken en ons wat voorzingen." Terwijl Stella gewillig opspringt om haar tante te volgen, en mevrouw Memeck haar nasnelt met de bewering, dat zij zelf de mu ziek moet uitpakken, anders komen haar manuscripten in wanorde, wendt Stase zich tot Rohritz: „Wat zegt u daarvan? Heeft u ooit zoo iets beleefd va® een meiaje van goeden huizo? Die gesprekken! Men moet haar echter veel ten goede houden I'» Maar Rohritz mompelt slechts: „Arm meisje f „Ja, zij is zeker te beklagen, haar opvoe ding was betreurenswaard I" zegt Stase met een zucht en haar stem een weinig latende dalen, voegt zij er bij: „De overste..." „Welke Meineck was het?" valt Rohritz haar ongeduldig in de rede, „er dienen hier vier of vijf in het. leger, zonen van een veld maarschalk, als ik mij niet' vergia Was het die van de WuKÜschgrötzdragonders of van de Ulanon?" „Frons Meineck, die van de X-huzaaren"j zegt Hans. „Dat' is toch die, die in Bosnië het Tbe- reeiakruis beeft gekregen", merkt' Roh ritz op. „Ja, dezelfde", antwoordt de ritmeester. „Ik weet niet, waarom ik had gedacht, dat het een Heinrich Meineck moest geweest zijn. Dus Frans, en aarzelend laat bij er op volgen: „Ik kende hem niet persoonlijk, maar heb veel van hem gehoord. Hij moet een alleraangenaamste ohef zijn geweest, een prettige kameraad, bovendien een der dapperste soldaten in het leger." „Hij muntte vooral uit als echtgenoot," roept Stase met haar gewone ongegeneerde bitsheid. „Spreek daarover niet, freule Stase," zegt de ritmeester, „het huwelijk van mijn zuster was een dolle, overspannen geschie denis en Frans heeft zijn vrouw alle reden gegeven, om van hem te scheiden, maar van beider levens is het zijne bedorven I" V. Toen zij elkaar leerden kennen in There- sienstadt bij Lina's vader, generaal Leskje- witsch, was hij zes en twintig, zij ruim twee en dertig jaar. En toch verwonderde zich de wereld de wereld, welke juist deze beide menschen kende veel meer over haar ge negenheid voor hem, dan daarover, dat hij zich door haar 't hoofd op hol liet brengen. Zij had altijd, zeÜB van af haar prilste jeugd, tot de interessante, bijzondere meis jes behoord en als een dusdanige werd zij ook behandeld, zonder dat zij zelve daartoe aanleiding gaf; want dat moest men toege ven: bij al haar grillen en eigenaardigheden bezat zij geen greintje affectatie of preten sie. Wat de menschen van haar zeiden liet haar totaal onverschillig. In haar door de toegevendheid harer omgeving gevoede zelf zucht gaf zij aan al haar luimen toe en daar zij bijzonder mooi en, waneer zij wilde, be- tooverend beminnelijk kon zijn, haar vader bovendien een zeer hooge betrekking be kleedde, zoo vond men alles aan haar excentriek, origineel en geniaal, wat men bij andere meisjes als ongepast zou veroor deeld hebben. Van kind ai veel voor kennis en weten schap voelend, werd zij in de tweede helft van de twintig een erkende blauwkous, be studeerde het Sanskriet en hield met de grootste wetenschappelijke corypheeëa van Europa briefwisseling. Zij was daarbij niet ernstig en stil, integendeel vol humor e® leven. Zij zwom als een visch geheel alleen ver d© zee of de rivier in en reed met de koenheid eener amazone zonde# heerenbegeleiding en altijd zonder groom. Zij had echter nooit willen dansen: Hetti eenige bal, hetwelk zij zich liet bewegen té bezoeken, had haar ergernis opgewekt. Hel dansen kon haar niet behagenzij beweerd# met' een verachtelijken blik op de in heb rond draaiende paren, dat het haar óf be lachelijk, óf kinderachtig óf vreeselijk on-» voegzaam voorkwam. Even uit de hoogte als op het dansen keek zij op elke hofmakerij neer. Het verveeld© haar onuitsprekelijk zich vleierijen van mannen te moeten laten welgevallen. Ja, zij vond het bepaald afschuwelijk. Zij verhoo* vaardigde er zich dikwijls lachend op, dat zij in haar leven slechts drie hartstochten had gekoesterd en wel voor Bonaparte, voo< lord Byron en voor Bakunin. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5