No. 15430.
Z.mi»5CH DASBLAD, Zaterdag- 11 Juni. Eerste Blad.
Anno 1910.
Officieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Uit de circasswereld.
PERSOVERZICHT,
Burgerlijke Stand.
l
Verkiezing.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gelet op art. 55, laatste lid der Kieswet;
Brengt ter kennis van de kiesgerechtigden
dat de stemming ter benoeming
van twee leden van de Provin
ciale Staten van Zui d-H olland
in het kiesdistriot Leiden zal
plaats hebben op Woensdag 15 Juni
1910, van des voormiddags acht tot des
namiddags v ij uren.
De .lijst der candidaten bevat in alphabe-
tische volgorde de volgende namen, als:
- J. A. BERGMEYER.
J. A. BOTS.
P. E. BRIëT.
A. VAN DER ELST.
A. DE KOSTER Jr.
H. PAUL.
H. SPIEKMAN.
De herstemming die zoo noodig
mocht blijken, zal plaats hebben op Vrij
dag 24 J u n i 1910.
Art. 128 van het Wetboek van Strafrecht
luidt:
,,Hij, die opzettelijk zich' voor een fflider
uitgevende, aan een krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar".
Do Burgr 'eester voornoemd,
N. 0. DE GIJSELAAR.
Leiden, 8 Juni 1910.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Vestigt de aandacht der ingezetenen op
den inhoud van de avtt. 57 en 58 der Kies
wet, luidende als volgt:
Artikel 57.
Personen, bij wie cn bestuurders van bij
zondere ondernemingen en instellingen,
waarbij mannen, die den leeftijd van vijf
en twintig jaren hebben bereikt, in dienst
betrekking zijn, zijn, voor zoover niet bij al-
gemeenen maatregel van bestuur vrijstel
ling is verleend, verplicht te zorgen, dat
ieder van dezen, die bevoegd is tot de keuze
mede te werken, gedurende ten minste twee
achtereenvolgende uren tusschen acht uren
des voormiddags en vijf uren des namid
dags daartoe gelegenheid vinde.
Artikel 58.
Personen en bestuurders, in het voor
gaande artikel bedoeld, zijn, voor zoover
arbeid wordt verricht in fabrieken of
werkplaatsen, verplicht te zorgen, dat in
het arbeidslokaal, en zoo er meerdere ar-
beidslokalen zijn, in het grootste of wel In
meer dan dén arbeidslokaal, gedurende
twee werkdagen vóór en op den tot stem
ming-bepaalden tijd op een zichtbare wijze
is opgehangen een door hen of van hun
nentwege onderteekende lijst, de uren, in
het voorgaand artikel bedoeld, vermelden
de, voor elk afzonderlijk of groepsgewijze
of voor allen gezamenlijk.
Het Koninklijk besluit van 24 Mei 1901
(Staatsblad No. 109) tot aanwijzing der
vrijstellingen, bedoeld in art 57 der Kies
wet, luidt als volgt:
Art. 1. „Vrijstelling wordt verleend aan
„de in art. 57 der Kieswet bedoelde perso-
,,nen en bestuurders van bijzondere instel
lingen en ondernemingen ten aanzien van
„bij hen in dienstbetrekking zijnde perso-
„nen, welke uit hoofde van die dienstbe
trekking op den dag der stemming tus-
„schen de in vermeld artikel genoemde
„tijdstippen niet gedurende twee achter
eenvolgende uren vertoeven in de gemeen
te, op welker kier rslijst zij voorkomen."
Art. 2. „Vrijstelling als omschreven in
„het voorgaand artikel wordt voorts ver
teend aan geneeskundigen en apothekers
„ten aanzien van bij hen in dienstbetrek-
„king zijnde personen, alsmede aan per
sonen en bestuurders van bijzondere in
stellingen en ondernemingen ten aanzien
„van bij hen in dienstbetrekking zijnde
„ziekenverplegers."
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 11 Juni 1910.
i)
De quadrille-paarden waren voor dien
nacht verzorgd, en de laaiste stalknechts en
clowns hadden de stallen verlaten. 'Yoshio
Hannikin was alleen achtergebleven bij het
rooster-vuur, dat in de door hoeven opge-
woelde aarde stond, togen den wind beschut
door de groote kooien.
Yoshio's vingers zaten vol litteekens alsof
het jongleeren met messen en bajonetten,
niet altijd goed was afgeloopen. In den
laatsten tijd hadden, ook, meer dan gewoon
lijk, de scherpe instrumenten de neiging om
met de punt neer te komen op zijn vingers
of op zijn naakte schouderseen feit, het
welk aantoonde, dat' ook de zenuwen van
een kalmen Japanner aantastbaar zijn,
wann,eer huiselijke zorgen hem kwellen.
Er heerschte diepe stilte in Ringdove's
eizenden circus cn wilde-beesten-speleen
Vilte, die nu en dan werd afgebroken door
het kortademig gekuch van een zieken pan
ter, die in een onoverdekte kooi lag. Een
eenzame roode vlam verlichtte de duister
nis van den ring van kooien en wagens,
die van buiten tegen den oircus stonden.
Onder het klappend zeil drong een scherpe
wind door, die het hoesten van het dier in
de open kooi scheen te verergeren.
In een aangrenzende kooi zat Draga, de
zwarte berin, met' haar jong. Er was in die
ontembarp Draga een element van komische
ellende. Slechts eenige maanden te voren
was zij aangekocht, van Hamburgsche han
dslaars. en zB weigerde vriendschappelijk
In een driester Libe rale Unie
zegt ,,D e Standaard":
De Liberale Unie zit nu weer op 't paard.
Ze heeft nu een spiksplinternieuw program,
met een beginselprogram in den kop.
Nu zwijgen we over het detail-program;
dit laboreert aan te groote uitgebreidheid
en aan het afdalen in te veel bijzonderhe
den. Zulk een breed opgezet program is
uitstekend voor een Kabinetsformatie, maar
deugt niet voor een politieke partij. Of toch
al enkele leden der partij saamkomen, en
zulk een program onder de pressie van het
hoofdbestuur goedkeuren, biedt niet' den
minsten waarborg, dat de kiezers, die in de
onderscheiden deelen van heb land zich hij
zulk een partij aansluiten, het in al deze
bijzonderheden met de U n i e eens zijn. Een
zoo gedetailleerd program heeft men voor
de korte periode van een ministrieel leven,
en kan zich alsdan aan den actueelen toe
stand aanpassen, maar het oordeelt zichzelf
zoo het geponeerd wordt voor een politieke
partij, die er een veel langere periode op
zal moeten teren. Vooral gaat dit met voor
de Liberale Unie, die in zoo korte jaren
op tal van hoofdpunten haar opinie totaal
gewijzigd heeft. Men denke slechts aan de
Staatspensionneering en het Algemeen
Stemrecht.
Maar het zonderlingst blijft toch aandoen
het uitroepen in het Beginselprogram van
de V r ij h e i d, als de wortel, waarop heel
het Program tieren en bloeien moet.
Nog altoos heugt het, hoe men van Libe
rale zijde, onder Thorbeckes goedkeuring,
de dragonders tegen de Afgescheidenen uit
zond. De historie van meer dan het vierde
eener eeuw toont., hoe dc Liberale politiek
opging in het onderdrukken van de school
vrijheid. Tegen vrijheid op hc-t stuk van
het Hooger onderwijs heeft de Liberale
groep zich zoo hardnekkig verzet, dat zelfs
een ontbinding der Eerste Kamer noodzake
lijk werd. Leerplicht deed aan de Vrijheid
der ouders te kort. En ook nu komen in het
detail program tal van maatregelen voor, die
de strekking hebben, om de Vrijheid van
gegadigden aan allerlei band te leggen.
Vrijheid zonder meer kan niet het funda
ment van een Staatkundig gebouw zijn, om
dat het volk organisch bestaat, allerlei band
ons samenbindt, en de Overheidsbemoeiing
juist strekt, ora misbruik van vrijheid te
keer te gaan. Maar allerminst kan de Vrij
heid als zulk een fundament dienst doen bij
een politieke partij, die er nooit voor is
teruggedeinsd, om do* volksgroep, die haar
tegenstond, zelfs in haar heiligste vrijheden
aan te randen en op de meest illoyale wij
ze er onder te houden.
Met Bilderdijk is dit begonnen. Het
schreedt voort, toen men tot de stembus
alleen hen toeliet, die Oranje verloochenden
en de Sansculotten toejuichten. Da Costa
is achteruitgezet. Groen vr.n Prinsterer is
gesmaad en in machteloosheid gehouden.
En nog steeds is het van hetzelfde laken
een pak gebleven.
Een prachtige leuze, de Vrijheid, maar
die hier beteekent: Vrijheid voor mijzelf cn
voor wie het met' mij eens is.
In een bespreking aangaande de algemee-
ne vergadering der Liberale Unie
concludeert ,,D e Residentiebode"
dat men nu weet, dat de Unie met volle
klacht op de liberale concentratie aan
stuurt, hetgeen, naar het blad uiteenzet, in
verschillende uitlatingen van den voorzitter
der Unie uitkomt.
Als het aan de Unie ligt, besluit het
blad zijn bosohouwingen krijgen we dus
binnenkort de groote liberale concentratie.
Dat zal nu wel zoo'n vaart niet nemen, al
meent de heer Borgesius, dat „het land" er
op zit te wachten („het land" heeft in 1909
getoond wel wijzer te zijn), maar de po
gingen der Unie, om te lijmen en te kram
men, wat vergaan is en uiteenviel, zijn toch
te merkwaardig, om zo niet in 't oog te hou
den. We zien nu bij de Statenverkiezingen,
waarbij de vrijzinnige partijen bijna overal,
zonder een afspraak in het generaal, geza
menlijk één lijn trekken, hoever een negatie
ve eensgezindheid gaan kan. En het zou dan
te worden, of ook maar toe te laten, dat de
oppassers haar lief behandelden. Eén van
hen had een geduchtcn slag gekregen bij
zijn pogingen om haar het hof te maken op
een oogenblik, toen zij gedwee scheen en
verlangend naar menschongezelschap.
Een kleine Japansche jongen, die tot
Yoshio's acrobaten-troep behoorde, kwam
uit een van de woonwagens en voegde zich
bij den ouderen man, die bij het gloeiend
kolenvuur stond. Zijn met loovertjes bezet
tricot was üchtbaar onder zijn slecht pas
sende overjas; zijn hoofd met kortgeknipt
haar kwam vlak bij dat van zijn meester,
terwijl hij in een reeks klachten uitbrak.
„Die dochter van jou is moeilijk te vol
gen, Yoshio. Je kunt haar niet in het oog
houden tussohen al de paarden, en tusschen
mannen, die een zweep in hun hand hebben.
Gisteren heeft zij me een klap om mijn
ooren gegeven, omdat ik haar een eind van
den circus af volgde."
„Maisola heeft je gebokst", verbeterde
Yoshio met een ainachtend gezicht. „Zij
heeft dat kunstje van de EngelscUe meisjes
geleerd".
„Er is niets met haar aan te vangen",
voorspelde de jongen, „tenzij zo een good
pak slaag krijgt. En dat moet jij doen,
Yoshio. Zij vergeet haar plicht jegens ons
en jegens jou".
„Ik zal Maisola niet slaan", bromde de
jongleur met gefronste wenkbrauwen. „Zij
is mijn zevende dochter en het geeft on
geluk je zevende kind te slaan. Toch moet
er iets gedaan worden om haar te beletten,
dat ze met pikeur Bernays trouwt. Mijn
handen beven bij mijn werk, als ik aan dien
ook niet behoeven te verwonderen als in de
leuze „tegen de kerkelijke partijen" straks
hot vereenigingspunt gezocht en gevonden
is, evenals in 1905. Het spel kan dan weer
opnieuw beginnen. Met een negatieve „een
heid" in de meerderheid trachten te komen,
die uiteenvalt, zoodra er positieve daden
moeten tot stand gebracht worden. De pe
riode 19051907 ligt echter nog versch in
het geheugen en „het land" zal zich zoo
heel gemakkelijk niet meer laten verschal
ken. Een gewaarschuwd man telt voor twee.
Den Haagschen Briefschrijver der
„Zaanlandsche Courant" komt
het voor, dat inderdaad door het nieuw
vastgestelde program een brug is gelegd
tusschen de drie hoofdgroepen van de lin-
kerzijdsche vrijzinnigen. Der Unie-commis
sie, die het ontwierp, brengt hij deswege
een woord van lof.
Ik voor mij schrijft hij zie in het nu
vastgestelde programma het beste en meest
betrouwbare hereenigingspunt voor de drie
vrijzinnige groepen. Het ideaal van onzen
te vroeg ontslapen Pierson de liberale
concentratie is door den arbeid der Unie
commissie uit het rijk der utopie 'én opgehe
ven en tot een wezenlijk en in de practijk
gemakkelijk te bereiken einddoel verheven.
De beslissing te Amsterdam genomen
de heer Goeman Borgesius mocht het na
de stemming met recht zeggen, is voor
het liberale Nederland van onberekenbare
beteekenis. Want er ligt een vingerwijzing
in voor alle vrijzinnigen, oin, op den grond
slag van hét aangenomen programma, we
der te komen tot die krachtige samenwer
king en eensgezinde bevordering der gemeen
schappelijke beginselen, die ten slotte tegen
over de clerical© en reactionnaire groepen
zoowel als tegenover de socialistische, zul
len blijken op den duur heb diepst in onze
natie te zijn ingeworteld.
„H et Volk" schrijft:
Mochten wij een oogenblik al te optimis
tisch worden, de heeren zelf (van de Lib.
Unie) heipon ons wel uit den droom. Merk
waardig is in dit opzicht de nadruk, in de
jongste UnicHvergadjering gelegd op de
samenwerking van alle vrijzinnigen. Wil de
Unie ooit tot een democratische Grondwets
herziening komen, dan zal zij met ons al
liaar kracht moeten, richten op de bestrij
ding niet alleen van de clericale, maar ook
van de liberale reactie. Dan mag er voor
haar geen pardon zijn voor de vrije libera
len, die slechts bezield worden door do ge
dachte, hoe zij aan de democratie van het
algemeen mannenlriesrecht het ruggemerg
zal ontnemen. Maar op hetzelfde oogenblik,
dat de Unie de democratie om den hals valt,
werpt zij nog lonkjes toe aan het conser
vatisme, vanwege do verwantschap in het
vrijzinnige
Het zijn zulke oude rotten, de heeren Bor
gesius en zijn vrienden'En wij zijn zoo jmg
en onl)€dreven. En toch: wat hebben wij den
heeren al geleerd; maar vooral, hoeveel
blijft er voor hen nog van ons te leeren
over
„H e t Y o 1 k," dat de Lib. Unie prijst
vanwege haar „aanvaarden, zonder morren,
van het algomeen manncnkiesrccht," wijst
er op, dat ten aanzien van het vrouwen
kiesrecht de afstand tusschen wat de
S.-D. A.-F'. eisoht en het Unie-program wiL
nog zeer groot is.
„Terwijl het nimmer een geheim is géwecst,
waarheen de sociaal-democratie wil .net het
vrouwenkiesrecht, is het doel van de Liberv
le Unie in dit opzicht een groote onbekende.
Er moet vrouwenkiesrecht komen, maar
welk?? Algemeen vrouwenkiesrecht? Op £0
jaar? Op 25 jaar? Kiesrecht voor de onge
huwde vrouw alleen? Met of zonder extro-
verhooging van den leeftijd Het dames
kiesrecht van Sam van Houten? Het „orga
nische" vrouwenkiesrecht?
Hier is het Unie-program de vaagheid
zelf. Naar regelen, door de wet te stellen,
antwoordt de sphynx. En met die uitspraak
zet zij haar eisch van 1908, kiesrecht voor
de ongehuwde vrouw van 25 jaren of ouder,
als een te scherpe omschrijving op zij.
Zij wil vaagheid. Er heerscht in de Unie
geen unie, geen eenheiJ, ten aanzien van
man denk. Het moet hem belet worden.
Hayadi. Luister je?"
„Ik luister", knikte dc jongen, ,,en ik
denk aan je zes dochters thuis, en hoe jé
re sloeg, en aan de rietjes, die je dat ge
kost moet hobben."
„Dat is zoo, jongen; dat is zoo. Maai
toch moet ik beletten, dat die blanke mijn
zevende kind steelt. Mijn heele leven heb
ik gewerkt om een artiste van haar te ma
ken, zoodat ze mij zou kunnen onderhou
den op mijn ouden dag. Dat is slechts zoo-
als het behoort."
„Zooals het behoort", stemde de Japan
sche jongen toe. „En er zal geen rijst en
brood meer rijn voor Yoshio, als die En-
gelsehman zijn dochter krijgt".
„Neen", klaagde de oude jongleur bijna
luid. „Ik zal een koeli worden, een karre-
voerder, een rickshaw-looper. Ik denk aan
al die dingen, warmee^ ik aan het balan-
ceeren ben of met mijn messen gooi. Dat
is een ellendige gedachte, Hayadi."
In den laatsten tijd had Yoshio wat van
zijn handigheid verloren. De eigenaars van
den circus hadden ook reeds rijn salaris
verminderd wegens eenige karaktergebre
ken, die dreigden te zullen beletten, dat
hij optrad.
Hij werd alleen nog gehouden ter willé
van zijn dochter Maisola, wier gymnasti
sche oefeningen en wier toeren op het ijzer-
draad veel opgang maakten. Maisola's sala
ris, dat haar vader aan het eind van iedere
maand opeischte, om aan rijn toenemende
behoefte aan opium te kunnen voldoen, wae
nauwelijks voldoende voor hun huishoude
lijke bcnoodigdheden. Hij had gehoopt op
salaris verhooging naarmate haar populari-
het vrouwenkiesrecht. Deze halfslachtigheid
is hierom van een bedenkelijk karakter,
omdat in de laatste jaren met toenemende
duidelijkheid is gebleken, dat het behoud,
de reactie., naarmate zij tegen den drang
naar algemeen mannenkiesrecht minder
weerstand kan bieden, zich in een vrouwen
kiesrecht, gefatsoeneerd naar de eischen
van de bezittende klasse, een nieuw bolwerk
poogt te stichten."
De eerste en ijverigste propagandisten
voor het vrouwenkiesrecht' waren de intel
lectueel©, door de maatschappelijke ontwik
keling tot economische zelfstandigheid op
gevoede vrouwen der bourgeoisie. Met meer
klem dan de arbeidsters, en met meer suc
ces bij de machthebbers bepleiten zij do
noodzakelijkheid van haar politieke mondig-
verklaring. Daarom vreest ,,H et Y o 1 k",
dat menig burgerlijk-vooruit-strevend hart,
menig Unicsliberaal, onder den indruk
daarvan geneigd zal zijn, met het vrouwen
kiesrecht te boderven wat hij met het man
nenkiesrecht goed maakte; d. w. z. door
het een of ander dameskiesreaht aan de
volksvertegenwoordiging haar kapitalistisch
karakter teruggeven, hetwelk hij door het
algemeen mannenkiesrecht ontnam.
De „Stichtache Courant" zegt
over de Bakkerswet:
De minister Taltna heeft zijn memorie van
antwoord op de Bakkerswet en op het ont~
werp tot instelling van de bakkorsraden in
gezonden.
Wij haddon hoop, dat nu dene ontwer
pen nog vóór de zomervoeantie zouden
worden'behandeld in de Tweodo Kamer.
Doch tin wordt in sommige bladen ge
meld, dat dit niet het geval zal zijn, maar
dat deze voorstellen blijven liggen tot de
nieuwe zitting.
Waar is dit voor noodig?
De zaak is nu toch waarlijk lang en
breed van alle kanten bezien, zoodat een
beslissing nu wel vallen kan. Ook heeft de
Kamer in het afgeloopen voorjaar zoo
weinig vergaderd, dat ze nu wel eens een
paar weken langer dan anders kan bijeen
blijven.
Zou er wel een tweede land zijn, waar
zulk een betrekkelijk eenvoudig wetje na
zooveel geschrijf nog weer langer blijft
liggen?
In het volgend zittingsjaar zal er waar
lijk weer ander werk genoeg zijn!
Aan een artikel van ,,D o N i e u w 6
Courant" over het jongste arrest van
den Hoogen Raad betreffende de ver
plichting tot het afleggen van
den e e d is het volgende ontleend:
Do hoer Rethaan Macaré maakte in zijn.
conclusie melding van het hem bekende feit
„dat de Regeering den loop van dit geding
met groote belangstelling volgt en zich ze
ker, zoodra daarin door uw Hoog Collego
een eindbeslissing zal gegeven zijn, de
vraag zal stellen of die haar aanleiding
geeft, hetzij tot wets verbetering, hetzij tot
wetsaanvulling.
De Rogeering zal die vraag ongetwijfeld
bevestigend beantwoorden en met een, rij
het partieele, oplossing van het eedsvraag-
sfcuk als nu dringend blijkt to zijn, niet lang
wachten. Yoor den geregelden gang deb
rechts is de eonklaps in hoogste instantie
geconstateerde leemte gevaarlijk.
Haar oplcesing geschiede in vrijheidlieven-
den geest. Yan allen, die niet tot een kerk
genootschap behooren, dat bepaalde vormen
of gebruiken huldigt, wordt, zoo vaak de
Staat een plechtige verklaring meent te
moeten vorderen, niet andere gevergd dan
deze af te leggen in dien vorm, waaraan
ieder, zonder onderscheid van godsdienstige
of ongodsdienstige overtuiging, zich kan on
derwerpen d. w. z. wat het getuigenis in
rechte betreft; de belofte van de waarheid
en niets dan de waarheid te zullen zeggen.
Men moet den Hoogen Raad dank weten,
dat hij door zijn jongste arrest, hetwelk tien
duizenden Nederlanders plotseling aan de
heerschappij der bestaande rechtsorde ont
trekt, den eedsdwang voortaan onmogelijk
heeft gemaakt. De eed is het aanroepen
van God en dit mag alleen gevergd worden
teit toenam, had met gerustheid de toe
komst van den ouden dag te gemoct ge
zien, die voor de mccsten van zijn beroeps-
genooten ontbering en geldgebrek bracht.
Maar nu, door een loop der omstandighe
den, die een eind scheen to zullen maken
aan rijn opium-genot, en die zijn toekomst
plannen verwoestte, had de andere zoo ge
hoorzame Maisola genegenheid opgevat
voor den jongen Bernays, den pikeur van
den circus.
Het is slechts billijk te zeggen, dat Ber
nays meer dan een gewone bewondering had
voor het Japansche meisje, dat iederen
avond een reeks schitterende toeren deed,
en de duizenden toeschouwers, die bijeen
kwamen om haar to zien, in een vreemde,
magnetische spanning hield.
Maisola was door haar waakzamen va
der gewaarschuwd om den jongen pikeur
te mijden. Hij had een beroep gedaan op
haar ijdelheid, door er op te wijzen, dat
rijn inkomen haar geen kans zou geven op
schoengespen, en dus nog veel minder op
een positie in do maatschappij, iets, waar
van ieder dochter van den ouden samoerat
droomt.
Maisola had zwijgend geluisterdhaar
kinderlijk gelaat had niets verraden van
den harte-strijd of van de gemoedsbewegin
gen, die een blanke vrouw zou hebben doen
blijken. Want in liefdeszaken is een echt
Japansoh meisje evenzeer een raadsel voor
haar ouders als voor den man, wiens gene
genheid zij wenscht te beantwoorden.
Yoshio vernam niets van het kind-vrouw
tje met haar kalm voorhoofd; zijn woeste
bedreigingen bleven machteloos tegenovei
de heldere onschuld van haar oogen. Bo-
van geloovigen, d_ w. z. voor den rechter*
die het gemoed der getuigen niet onder
zoeken kan, van hen, die blijkens hun lid
maatschap van een kerkgenootschap het
aanroepen van God bij het plechtig getui
gen der waarheid onontbeerlijk achten.
Mr. J. A. Levy bespreekt in „H et Va
derland" do rechtsgevolgen van het ar-,
rest van don Hoogen Raad inzake de afleg
ging van den eed. De schrijver wijst et
op, dat door dit arrest geholpen zijn rij, die
niet tot een kerkgenootschap behooren, dooh
dat de eed vastgeklonken blijft aan het lid
maatschap van een kerkgenootschap.
Naar aanleiding hiervan merkt mr. Levy
op, dat de geloovige, die op hot stuk van
den eed zich van zijn kerkgenootsohap af
scheidt, zal achterstaan bij den godlooche
naar, die vrij is van den cod.
Dan vraagt mr. Levy nog, hoe het nu zal
gaan inct den katholiek, die zijn belijdenis
heeft vaarwel gezegd. De Staat bemoeit
zich niet met kerkrechtelijke dogmatiek en
laat het jus in saora ter regeling aan
de verschillende Kerken over, zoodat dé
Staat in dit geval den eed gelast op grond
der onuitwischhaarheid van de belijdenis.
Mr. Levy is benieuwd te vernemen, of ge
loovige katholieken dit hazardspel overeen
komstig do waardigheid hunner Kerk vin
den.
Programma van ffluzlekgllvoeringen.
SACRUM. Zondag 12 Juni, to nebt
uren. ta gevon door het „Lridscli Muziekkorus"
voorb. Stofmuzirkkorps der dd. Schutterij. Direc
teur: do beer Job. C. Geyp. Korste a'doeling:
r}' Zigöimorlagar", Marscb, M. Oscheit;
2. Ouverturo .Don Juan", W. A. Mozut; 3.
Fantaisio op de Opeia „Madame üuttei lly") J.
Pucoini; 4. „Am Vi'lago", E. Gillet; 5. Fantnis'o
sur 1 Opéra „Salammbö", E Roijer. Tweede
afdoeling: No. 6. „Spanisclies Lnatspiel" Ouvortuie,
Kéler-Béla; 7. Fantaisio sur „LesSaltimbanquos",
Opéra Comique, L. Ganoo; 8. Wals uit .Dio
geschiedeno Frau", L. Fall; 9. Potpourri uit «Ie
Ope ette „i as sQsso Müdel", H. lteinhardt; 10.
Maskerado-Marscb, Joh. C. Goyp.
Nrs. 1, 8, 5 en 8 lslo uitv.
RIJNSBURG. Goboron: Alboitba. D. van D.
Liodtbout en A. Nooit. Magarolha Christina
Adriana, D. van H. Coster oo J. G. Zuidain.
Jan, Z. van P. v. Kralingon on J. do Mooy.
STOMPWIJK. Beval Ion: C. C. Luk gob.
Schilperoord Z. 11. Onderwater geb. Penniags D.
VEUR, Be val Ion: A. J. van Baron geb Tas
D. 11. C. Beaseling geb. Van den Berg Z.
Overleden: J. van Litb 9 j.C. J. Kou wen-
bovon Z. 13 m.
C'orantijn-expoditie.
Gistermorgen vertrokken uit Amsterdam,
per stoomschip „Prins Willem I" van den'
Kon. West-Indischen Maildienst' naar Su
riname de deelnemers aan de expeditie, dio
het laatste, nog onbekend zijnde deel van
het binnenland, t. w. do strook oostwaarts-'
van de Corantijn, zal hebben in kaart to
brengen. Het zijn de heeren J. G. W. J.'
Eilcrts do Haan, luitenant ter zee 1ste kl.f
die reeds de vorige expeditie leidde en thnna
weder de leiding op zich zal nemen, 0. C..
Kayse, luit. ter zee 2de kl., cn J. Frits
Hulk, officier van gezondheid 2do kl. bij do
Kon. Marine.
Bij het vertrok van de „Frins Willem I"
waren eenigo bestuursleden van het Kon.,'
Aardrijkskundig Genootschap aanwezig, o.a.,
de heer J. W. IJzerman, voorzitter van liet.
Genootschap, dio de leden der expeditie
vóór de boot afvoer, de hand drukten. Ook
zag men daarbij Jhr. C. H. A. van der
Wyck, oud-gouvernour-generaal van NocL,
Indië.
Het te verkennen terrein zal de expeditie
trachten te bereiken door de Suriname-ri-
v'or tot het hoogst bereikbare punt op te'(
varen, dan over land te trekken naar de bij
de vorige expeditie ontdekte Lucie-rivier,-
die niet andere dan oen zijrivier van de
Corantijn kan zijn, en deze rivier verder af'
te varen. De eigenlijke tooht zal ongeveer 7
maanden in beslag nemen; de terugtocht
geschiedt langs de Corantijn.
Men hoopt in de eerste helft van Februari
weder te Paramaribo terug te zijn.
vendien was zij rijn zevende dochter, cn
een bijgeloovige vrees hield de zweep met
knoopen terug.
De slanke dochter van Nippon was her
haaldelijk in aanraking gekomen met den
jongen pikeur.Do circus leok ook op een
groot familie-gezelschap, zooals het zwierf
van stad tot stad, waardoor de leden van de
verschillende groepen onvermijdelijk tot
elkaar werden gebraolit.
Zulk een leven van voortdurend reizet^
onder afwisselende omstandigheden was Liet
zonder kleine gevaren en moeilijkheden. Do
zachtoogige Maisola had dat ook ondervon
den. Daar had men bijvoorbeeld de bende
van opgeschoten jongehecren en dandy's,
die haar iederen avond opwachtten aan clen
ingang. Het was Bernays, di© hen handig
verstrooide, wanneer hun attenties haar
verwarden en hinderden. Het was Bernays,
die haar uit den doodclijken kriog van,
brandend hooi en voorraad had gehaald,
toen acht van hun woonwagens plotseling
door vlammen waren omringd. Zij herinner-'
de zich alleen maar 't gehuil van dc angstigé'
dieren, het getrappel van de wegrennende,
paarden, en een ondeelbaar oogenblik het,
geschreeuw van een door de vlammen dol
geworden panter, die zijn tralies stuk
wrong.
"Wanneer zij werkte, wanneer zij bezig
was op het staaldraad of als zij honderd
voet boven de toeschouwers zweefde, tel
kens was haar blik gericht op de lange,
jonge gestalte beneden met' de met zilver
beslagen zweep.
(Wordt vervolgd.)