No. 15430. Z.mi»5CH DASBLAD, Zaterdag- 11 Juni. Eerste Blad. Anno 1910. Officieele Kennisgeving. FEUILLETON. Uit de circasswereld. PERSOVERZICHT, Burgerlijke Stand. l Verkiezing. De Burgemeester der gemeente Leiden; Gelet op art. 55, laatste lid der Kieswet; Brengt ter kennis van de kiesgerechtigden dat de stemming ter benoeming van twee leden van de Provin ciale Staten van Zui d-H olland in het kiesdistriot Leiden zal plaats hebben op Woensdag 15 Juni 1910, van des voormiddags acht tot des namiddags v ij uren. De .lijst der candidaten bevat in alphabe- tische volgorde de volgende namen, als: - J. A. BERGMEYER. J. A. BOTS. P. E. BRIëT. A. VAN DER ELST. A. DE KOSTER Jr. H. PAUL. H. SPIEKMAN. De herstemming die zoo noodig mocht blijken, zal plaats hebben op Vrij dag 24 J u n i 1910. Art. 128 van het Wetboek van Strafrecht luidt: ,,Hij, die opzettelijk zich' voor een fflider uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deel neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar". Do Burgr 'eester voornoemd, N. 0. DE GIJSELAAR. Leiden, 8 Juni 1910. De Burgemeester der gemeente Leiden; Vestigt de aandacht der ingezetenen op den inhoud van de avtt. 57 en 58 der Kies wet, luidende als volgt: Artikel 57. Personen, bij wie cn bestuurders van bij zondere ondernemingen en instellingen, waarbij mannen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt, in dienst betrekking zijn, zijn, voor zoover niet bij al- gemeenen maatregel van bestuur vrijstel ling is verleend, verplicht te zorgen, dat ieder van dezen, die bevoegd is tot de keuze mede te werken, gedurende ten minste twee achtereenvolgende uren tusschen acht uren des voormiddags en vijf uren des namid dags daartoe gelegenheid vinde. Artikel 58. Personen en bestuurders, in het voor gaande artikel bedoeld, zijn, voor zoover arbeid wordt verricht in fabrieken of werkplaatsen, verplicht te zorgen, dat in het arbeidslokaal, en zoo er meerdere ar- beidslokalen zijn, in het grootste of wel In meer dan dén arbeidslokaal, gedurende twee werkdagen vóór en op den tot stem ming-bepaalden tijd op een zichtbare wijze is opgehangen een door hen of van hun nentwege onderteekende lijst, de uren, in het voorgaand artikel bedoeld, vermelden de, voor elk afzonderlijk of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk. Het Koninklijk besluit van 24 Mei 1901 (Staatsblad No. 109) tot aanwijzing der vrijstellingen, bedoeld in art 57 der Kies wet, luidt als volgt: Art. 1. „Vrijstelling wordt verleend aan „de in art. 57 der Kieswet bedoelde perso- ,,nen en bestuurders van bijzondere instel lingen en ondernemingen ten aanzien van „bij hen in dienstbetrekking zijnde perso- „nen, welke uit hoofde van die dienstbe trekking op den dag der stemming tus- „schen de in vermeld artikel genoemde „tijdstippen niet gedurende twee achter eenvolgende uren vertoeven in de gemeen te, op welker kier rslijst zij voorkomen." Art. 2. „Vrijstelling als omschreven in „het voorgaand artikel wordt voorts ver teend aan geneeskundigen en apothekers „ten aanzien van bij hen in dienstbetrek- „king zijnde personen, alsmede aan per sonen en bestuurders van bijzondere in stellingen en ondernemingen ten aanzien „van bij hen in dienstbetrekking zijnde „ziekenverplegers." De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 11 Juni 1910. i) De quadrille-paarden waren voor dien nacht verzorgd, en de laaiste stalknechts en clowns hadden de stallen verlaten. 'Yoshio Hannikin was alleen achtergebleven bij het rooster-vuur, dat in de door hoeven opge- woelde aarde stond, togen den wind beschut door de groote kooien. Yoshio's vingers zaten vol litteekens alsof het jongleeren met messen en bajonetten, niet altijd goed was afgeloopen. In den laatsten tijd hadden, ook, meer dan gewoon lijk, de scherpe instrumenten de neiging om met de punt neer te komen op zijn vingers of op zijn naakte schouderseen feit, het welk aantoonde, dat' ook de zenuwen van een kalmen Japanner aantastbaar zijn, wann,eer huiselijke zorgen hem kwellen. Er heerschte diepe stilte in Ringdove's eizenden circus cn wilde-beesten-speleen Vilte, die nu en dan werd afgebroken door het kortademig gekuch van een zieken pan ter, die in een onoverdekte kooi lag. Een eenzame roode vlam verlichtte de duister nis van den ring van kooien en wagens, die van buiten tegen den oircus stonden. Onder het klappend zeil drong een scherpe wind door, die het hoesten van het dier in de open kooi scheen te verergeren. In een aangrenzende kooi zat Draga, de zwarte berin, met' haar jong. Er was in die ontembarp Draga een element van komische ellende. Slechts eenige maanden te voren was zij aangekocht, van Hamburgsche han dslaars. en zB weigerde vriendschappelijk In een driester Libe rale Unie zegt ,,D e Standaard": De Liberale Unie zit nu weer op 't paard. Ze heeft nu een spiksplinternieuw program, met een beginselprogram in den kop. Nu zwijgen we over het detail-program; dit laboreert aan te groote uitgebreidheid en aan het afdalen in te veel bijzonderhe den. Zulk een breed opgezet program is uitstekend voor een Kabinetsformatie, maar deugt niet voor een politieke partij. Of toch al enkele leden der partij saamkomen, en zulk een program onder de pressie van het hoofdbestuur goedkeuren, biedt niet' den minsten waarborg, dat de kiezers, die in de onderscheiden deelen van heb land zich hij zulk een partij aansluiten, het in al deze bijzonderheden met de U n i e eens zijn. Een zoo gedetailleerd program heeft men voor de korte periode van een ministrieel leven, en kan zich alsdan aan den actueelen toe stand aanpassen, maar het oordeelt zichzelf zoo het geponeerd wordt voor een politieke partij, die er een veel langere periode op zal moeten teren. Vooral gaat dit met voor de Liberale Unie, die in zoo korte jaren op tal van hoofdpunten haar opinie totaal gewijzigd heeft. Men denke slechts aan de Staatspensionneering en het Algemeen Stemrecht. Maar het zonderlingst blijft toch aandoen het uitroepen in het Beginselprogram van de V r ij h e i d, als de wortel, waarop heel het Program tieren en bloeien moet. Nog altoos heugt het, hoe men van Libe rale zijde, onder Thorbeckes goedkeuring, de dragonders tegen de Afgescheidenen uit zond. De historie van meer dan het vierde eener eeuw toont., hoe dc Liberale politiek opging in het onderdrukken van de school vrijheid. Tegen vrijheid op hc-t stuk van het Hooger onderwijs heeft de Liberale groep zich zoo hardnekkig verzet, dat zelfs een ontbinding der Eerste Kamer noodzake lijk werd. Leerplicht deed aan de Vrijheid der ouders te kort. En ook nu komen in het detail program tal van maatregelen voor, die de strekking hebben, om de Vrijheid van gegadigden aan allerlei band te leggen. Vrijheid zonder meer kan niet het funda ment van een Staatkundig gebouw zijn, om dat het volk organisch bestaat, allerlei band ons samenbindt, en de Overheidsbemoeiing juist strekt, ora misbruik van vrijheid te keer te gaan. Maar allerminst kan de Vrij heid als zulk een fundament dienst doen bij een politieke partij, die er nooit voor is teruggedeinsd, om do* volksgroep, die haar tegenstond, zelfs in haar heiligste vrijheden aan te randen en op de meest illoyale wij ze er onder te houden. Met Bilderdijk is dit begonnen. Het schreedt voort, toen men tot de stembus alleen hen toeliet, die Oranje verloochenden en de Sansculotten toejuichten. Da Costa is achteruitgezet. Groen vr.n Prinsterer is gesmaad en in machteloosheid gehouden. En nog steeds is het van hetzelfde laken een pak gebleven. Een prachtige leuze, de Vrijheid, maar die hier beteekent: Vrijheid voor mijzelf cn voor wie het met' mij eens is. In een bespreking aangaande de algemee- ne vergadering der Liberale Unie concludeert ,,D e Residentiebode" dat men nu weet, dat de Unie met volle klacht op de liberale concentratie aan stuurt, hetgeen, naar het blad uiteenzet, in verschillende uitlatingen van den voorzitter der Unie uitkomt. Als het aan de Unie ligt, besluit het blad zijn bosohouwingen krijgen we dus binnenkort de groote liberale concentratie. Dat zal nu wel zoo'n vaart niet nemen, al meent de heer Borgesius, dat „het land" er op zit te wachten („het land" heeft in 1909 getoond wel wijzer te zijn), maar de po gingen der Unie, om te lijmen en te kram men, wat vergaan is en uiteenviel, zijn toch te merkwaardig, om zo niet in 't oog te hou den. We zien nu bij de Statenverkiezingen, waarbij de vrijzinnige partijen bijna overal, zonder een afspraak in het generaal, geza menlijk één lijn trekken, hoever een negatie ve eensgezindheid gaan kan. En het zou dan te worden, of ook maar toe te laten, dat de oppassers haar lief behandelden. Eén van hen had een geduchtcn slag gekregen bij zijn pogingen om haar het hof te maken op een oogenblik, toen zij gedwee scheen en verlangend naar menschongezelschap. Een kleine Japansche jongen, die tot Yoshio's acrobaten-troep behoorde, kwam uit een van de woonwagens en voegde zich bij den ouderen man, die bij het gloeiend kolenvuur stond. Zijn met loovertjes bezet tricot was üchtbaar onder zijn slecht pas sende overjas; zijn hoofd met kortgeknipt haar kwam vlak bij dat van zijn meester, terwijl hij in een reeks klachten uitbrak. „Die dochter van jou is moeilijk te vol gen, Yoshio. Je kunt haar niet in het oog houden tussohen al de paarden, en tusschen mannen, die een zweep in hun hand hebben. Gisteren heeft zij me een klap om mijn ooren gegeven, omdat ik haar een eind van den circus af volgde." „Maisola heeft je gebokst", verbeterde Yoshio met een ainachtend gezicht. „Zij heeft dat kunstje van de EngelscUe meisjes geleerd". „Er is niets met haar aan te vangen", voorspelde de jongen, „tenzij zo een good pak slaag krijgt. En dat moet jij doen, Yoshio. Zij vergeet haar plicht jegens ons en jegens jou". „Ik zal Maisola niet slaan", bromde de jongleur met gefronste wenkbrauwen. „Zij is mijn zevende dochter en het geeft on geluk je zevende kind te slaan. Toch moet er iets gedaan worden om haar te beletten, dat ze met pikeur Bernays trouwt. Mijn handen beven bij mijn werk, als ik aan dien ook niet behoeven te verwonderen als in de leuze „tegen de kerkelijke partijen" straks hot vereenigingspunt gezocht en gevonden is, evenals in 1905. Het spel kan dan weer opnieuw beginnen. Met een negatieve „een heid" in de meerderheid trachten te komen, die uiteenvalt, zoodra er positieve daden moeten tot stand gebracht worden. De pe riode 19051907 ligt echter nog versch in het geheugen en „het land" zal zich zoo heel gemakkelijk niet meer laten verschal ken. Een gewaarschuwd man telt voor twee. Den Haagschen Briefschrijver der „Zaanlandsche Courant" komt het voor, dat inderdaad door het nieuw vastgestelde program een brug is gelegd tusschen de drie hoofdgroepen van de lin- kerzijdsche vrijzinnigen. Der Unie-commis sie, die het ontwierp, brengt hij deswege een woord van lof. Ik voor mij schrijft hij zie in het nu vastgestelde programma het beste en meest betrouwbare hereenigingspunt voor de drie vrijzinnige groepen. Het ideaal van onzen te vroeg ontslapen Pierson de liberale concentratie is door den arbeid der Unie commissie uit het rijk der utopie 'én opgehe ven en tot een wezenlijk en in de practijk gemakkelijk te bereiken einddoel verheven. De beslissing te Amsterdam genomen de heer Goeman Borgesius mocht het na de stemming met recht zeggen, is voor het liberale Nederland van onberekenbare beteekenis. Want er ligt een vingerwijzing in voor alle vrijzinnigen, oin, op den grond slag van hét aangenomen programma, we der te komen tot die krachtige samenwer king en eensgezinde bevordering der gemeen schappelijke beginselen, die ten slotte tegen over de clerical© en reactionnaire groepen zoowel als tegenover de socialistische, zul len blijken op den duur heb diepst in onze natie te zijn ingeworteld. „H et Volk" schrijft: Mochten wij een oogenblik al te optimis tisch worden, de heeren zelf (van de Lib. Unie) heipon ons wel uit den droom. Merk waardig is in dit opzicht de nadruk, in de jongste UnicHvergadjering gelegd op de samenwerking van alle vrijzinnigen. Wil de Unie ooit tot een democratische Grondwets herziening komen, dan zal zij met ons al liaar kracht moeten, richten op de bestrij ding niet alleen van de clericale, maar ook van de liberale reactie. Dan mag er voor haar geen pardon zijn voor de vrije libera len, die slechts bezield worden door do ge dachte, hoe zij aan de democratie van het algemeen mannenlriesrecht het ruggemerg zal ontnemen. Maar op hetzelfde oogenblik, dat de Unie de democratie om den hals valt, werpt zij nog lonkjes toe aan het conser vatisme, vanwege do verwantschap in het vrijzinnige Het zijn zulke oude rotten, de heeren Bor gesius en zijn vrienden'En wij zijn zoo jmg en onl)€dreven. En toch: wat hebben wij den heeren al geleerd; maar vooral, hoeveel blijft er voor hen nog van ons te leeren over „H e t Y o 1 k," dat de Lib. Unie prijst vanwege haar „aanvaarden, zonder morren, van het algomeen manncnkiesrccht," wijst er op, dat ten aanzien van het vrouwen kiesrecht de afstand tusschen wat de S.-D. A.-F'. eisoht en het Unie-program wiL nog zeer groot is. „Terwijl het nimmer een geheim is géwecst, waarheen de sociaal-democratie wil .net het vrouwenkiesrecht, is het doel van de Liberv le Unie in dit opzicht een groote onbekende. Er moet vrouwenkiesrecht komen, maar welk?? Algemeen vrouwenkiesrecht? Op £0 jaar? Op 25 jaar? Kiesrecht voor de onge huwde vrouw alleen? Met of zonder extro- verhooging van den leeftijd Het dames kiesrecht van Sam van Houten? Het „orga nische" vrouwenkiesrecht? Hier is het Unie-program de vaagheid zelf. Naar regelen, door de wet te stellen, antwoordt de sphynx. En met die uitspraak zet zij haar eisch van 1908, kiesrecht voor de ongehuwde vrouw van 25 jaren of ouder, als een te scherpe omschrijving op zij. Zij wil vaagheid. Er heerscht in de Unie geen unie, geen eenheiJ, ten aanzien van man denk. Het moet hem belet worden. Hayadi. Luister je?" „Ik luister", knikte dc jongen, ,,en ik denk aan je zes dochters thuis, en hoe jé re sloeg, en aan de rietjes, die je dat ge kost moet hobben." „Dat is zoo, jongen; dat is zoo. Maai toch moet ik beletten, dat die blanke mijn zevende kind steelt. Mijn heele leven heb ik gewerkt om een artiste van haar te ma ken, zoodat ze mij zou kunnen onderhou den op mijn ouden dag. Dat is slechts zoo- als het behoort." „Zooals het behoort", stemde de Japan sche jongen toe. „En er zal geen rijst en brood meer rijn voor Yoshio, als die En- gelsehman zijn dochter krijgt". „Neen", klaagde de oude jongleur bijna luid. „Ik zal een koeli worden, een karre- voerder, een rickshaw-looper. Ik denk aan al die dingen, warmee^ ik aan het balan- ceeren ben of met mijn messen gooi. Dat is een ellendige gedachte, Hayadi." In den laatsten tijd had Yoshio wat van zijn handigheid verloren. De eigenaars van den circus hadden ook reeds rijn salaris verminderd wegens eenige karaktergebre ken, die dreigden te zullen beletten, dat hij optrad. Hij werd alleen nog gehouden ter willé van zijn dochter Maisola, wier gymnasti sche oefeningen en wier toeren op het ijzer- draad veel opgang maakten. Maisola's sala ris, dat haar vader aan het eind van iedere maand opeischte, om aan rijn toenemende behoefte aan opium te kunnen voldoen, wae nauwelijks voldoende voor hun huishoude lijke bcnoodigdheden. Hij had gehoopt op salaris verhooging naarmate haar populari- het vrouwenkiesrecht. Deze halfslachtigheid is hierom van een bedenkelijk karakter, omdat in de laatste jaren met toenemende duidelijkheid is gebleken, dat het behoud, de reactie., naarmate zij tegen den drang naar algemeen mannenkiesrecht minder weerstand kan bieden, zich in een vrouwen kiesrecht, gefatsoeneerd naar de eischen van de bezittende klasse, een nieuw bolwerk poogt te stichten." De eerste en ijverigste propagandisten voor het vrouwenkiesrecht' waren de intel lectueel©, door de maatschappelijke ontwik keling tot economische zelfstandigheid op gevoede vrouwen der bourgeoisie. Met meer klem dan de arbeidsters, en met meer suc ces bij de machthebbers bepleiten zij do noodzakelijkheid van haar politieke mondig- verklaring. Daarom vreest ,,H et Y o 1 k", dat menig burgerlijk-vooruit-strevend hart, menig Unicsliberaal, onder den indruk daarvan geneigd zal zijn, met het vrouwen kiesrecht te boderven wat hij met het man nenkiesrecht goed maakte; d. w. z. door het een of ander dameskiesreaht aan de volksvertegenwoordiging haar kapitalistisch karakter teruggeven, hetwelk hij door het algemeen mannenkiesrecht ontnam. De „Stichtache Courant" zegt over de Bakkerswet: De minister Taltna heeft zijn memorie van antwoord op de Bakkerswet en op het ont~ werp tot instelling van de bakkorsraden in gezonden. Wij haddon hoop, dat nu dene ontwer pen nog vóór de zomervoeantie zouden worden'behandeld in de Tweodo Kamer. Doch tin wordt in sommige bladen ge meld, dat dit niet het geval zal zijn, maar dat deze voorstellen blijven liggen tot de nieuwe zitting. Waar is dit voor noodig? De zaak is nu toch waarlijk lang en breed van alle kanten bezien, zoodat een beslissing nu wel vallen kan. Ook heeft de Kamer in het afgeloopen voorjaar zoo weinig vergaderd, dat ze nu wel eens een paar weken langer dan anders kan bijeen blijven. Zou er wel een tweede land zijn, waar zulk een betrekkelijk eenvoudig wetje na zooveel geschrijf nog weer langer blijft liggen? In het volgend zittingsjaar zal er waar lijk weer ander werk genoeg zijn! Aan een artikel van ,,D o N i e u w 6 Courant" over het jongste arrest van den Hoogen Raad betreffende de ver plichting tot het afleggen van den e e d is het volgende ontleend: Do hoer Rethaan Macaré maakte in zijn. conclusie melding van het hem bekende feit „dat de Regeering den loop van dit geding met groote belangstelling volgt en zich ze ker, zoodra daarin door uw Hoog Collego een eindbeslissing zal gegeven zijn, de vraag zal stellen of die haar aanleiding geeft, hetzij tot wets verbetering, hetzij tot wetsaanvulling. De Rogeering zal die vraag ongetwijfeld bevestigend beantwoorden en met een, rij het partieele, oplossing van het eedsvraag- sfcuk als nu dringend blijkt to zijn, niet lang wachten. Yoor den geregelden gang deb rechts is de eonklaps in hoogste instantie geconstateerde leemte gevaarlijk. Haar oplcesing geschiede in vrijheidlieven- den geest. Yan allen, die niet tot een kerk genootschap behooren, dat bepaalde vormen of gebruiken huldigt, wordt, zoo vaak de Staat een plechtige verklaring meent te moeten vorderen, niet andere gevergd dan deze af te leggen in dien vorm, waaraan ieder, zonder onderscheid van godsdienstige of ongodsdienstige overtuiging, zich kan on derwerpen d. w. z. wat het getuigenis in rechte betreft; de belofte van de waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen. Men moet den Hoogen Raad dank weten, dat hij door zijn jongste arrest, hetwelk tien duizenden Nederlanders plotseling aan de heerschappij der bestaande rechtsorde ont trekt, den eedsdwang voortaan onmogelijk heeft gemaakt. De eed is het aanroepen van God en dit mag alleen gevergd worden teit toenam, had met gerustheid de toe komst van den ouden dag te gemoct ge zien, die voor de mccsten van zijn beroeps- genooten ontbering en geldgebrek bracht. Maar nu, door een loop der omstandighe den, die een eind scheen to zullen maken aan rijn opium-genot, en die zijn toekomst plannen verwoestte, had de andere zoo ge hoorzame Maisola genegenheid opgevat voor den jongen Bernays, den pikeur van den circus. Het is slechts billijk te zeggen, dat Ber nays meer dan een gewone bewondering had voor het Japansche meisje, dat iederen avond een reeks schitterende toeren deed, en de duizenden toeschouwers, die bijeen kwamen om haar to zien, in een vreemde, magnetische spanning hield. Maisola was door haar waakzamen va der gewaarschuwd om den jongen pikeur te mijden. Hij had een beroep gedaan op haar ijdelheid, door er op te wijzen, dat rijn inkomen haar geen kans zou geven op schoengespen, en dus nog veel minder op een positie in do maatschappij, iets, waar van ieder dochter van den ouden samoerat droomt. Maisola had zwijgend geluisterdhaar kinderlijk gelaat had niets verraden van den harte-strijd of van de gemoedsbewegin gen, die een blanke vrouw zou hebben doen blijken. Want in liefdeszaken is een echt Japansoh meisje evenzeer een raadsel voor haar ouders als voor den man, wiens gene genheid zij wenscht te beantwoorden. Yoshio vernam niets van het kind-vrouw tje met haar kalm voorhoofd; zijn woeste bedreigingen bleven machteloos tegenovei de heldere onschuld van haar oogen. Bo- van geloovigen, d_ w. z. voor den rechter* die het gemoed der getuigen niet onder zoeken kan, van hen, die blijkens hun lid maatschap van een kerkgenootschap het aanroepen van God bij het plechtig getui gen der waarheid onontbeerlijk achten. Mr. J. A. Levy bespreekt in „H et Va derland" do rechtsgevolgen van het ar-, rest van don Hoogen Raad inzake de afleg ging van den eed. De schrijver wijst et op, dat door dit arrest geholpen zijn rij, die niet tot een kerkgenootschap behooren, dooh dat de eed vastgeklonken blijft aan het lid maatschap van een kerkgenootschap. Naar aanleiding hiervan merkt mr. Levy op, dat de geloovige, die op hot stuk van den eed zich van zijn kerkgenootsohap af scheidt, zal achterstaan bij den godlooche naar, die vrij is van den cod. Dan vraagt mr. Levy nog, hoe het nu zal gaan inct den katholiek, die zijn belijdenis heeft vaarwel gezegd. De Staat bemoeit zich niet met kerkrechtelijke dogmatiek en laat het jus in saora ter regeling aan de verschillende Kerken over, zoodat dé Staat in dit geval den eed gelast op grond der onuitwischhaarheid van de belijdenis. Mr. Levy is benieuwd te vernemen, of ge loovige katholieken dit hazardspel overeen komstig do waardigheid hunner Kerk vin den. Programma van ffluzlekgllvoeringen. SACRUM. Zondag 12 Juni, to nebt uren. ta gevon door het „Lridscli Muziekkorus" voorb. Stofmuzirkkorps der dd. Schutterij. Direc teur: do beer Job. C. Geyp. Korste a'doeling: r}' Zigöimorlagar", Marscb, M. Oscheit; 2. Ouverturo .Don Juan", W. A. Mozut; 3. Fantaisio op de Opeia „Madame üuttei lly") J. Pucoini; 4. „Am Vi'lago", E. Gillet; 5. Fantnis'o sur 1 Opéra „Salammbö", E Roijer. Tweede afdoeling: No. 6. „Spanisclies Lnatspiel" Ouvortuie, Kéler-Béla; 7. Fantaisio sur „LesSaltimbanquos", Opéra Comique, L. Ganoo; 8. Wals uit .Dio geschiedeno Frau", L. Fall; 9. Potpourri uit «Ie Ope ette „i as sQsso Müdel", H. lteinhardt; 10. Maskerado-Marscb, Joh. C. Goyp. Nrs. 1, 8, 5 en 8 lslo uitv. RIJNSBURG. Goboron: Alboitba. D. van D. Liodtbout en A. Nooit. Magarolha Christina Adriana, D. van H. Coster oo J. G. Zuidain. Jan, Z. van P. v. Kralingon on J. do Mooy. STOMPWIJK. Beval Ion: C. C. Luk gob. Schilperoord Z. 11. Onderwater geb. Penniags D. VEUR, Be val Ion: A. J. van Baron geb Tas D. 11. C. Beaseling geb. Van den Berg Z. Overleden: J. van Litb 9 j.C. J. Kou wen- bovon Z. 13 m. C'orantijn-expoditie. Gistermorgen vertrokken uit Amsterdam, per stoomschip „Prins Willem I" van den' Kon. West-Indischen Maildienst' naar Su riname de deelnemers aan de expeditie, dio het laatste, nog onbekend zijnde deel van het binnenland, t. w. do strook oostwaarts-' van de Corantijn, zal hebben in kaart to brengen. Het zijn de heeren J. G. W. J.' Eilcrts do Haan, luitenant ter zee 1ste kl.f die reeds de vorige expeditie leidde en thnna weder de leiding op zich zal nemen, 0. C.. Kayse, luit. ter zee 2de kl., cn J. Frits Hulk, officier van gezondheid 2do kl. bij do Kon. Marine. Bij het vertrok van de „Frins Willem I" waren eenigo bestuursleden van het Kon.,' Aardrijkskundig Genootschap aanwezig, o.a., de heer J. W. IJzerman, voorzitter van liet. Genootschap, dio de leden der expeditie vóór de boot afvoer, de hand drukten. Ook zag men daarbij Jhr. C. H. A. van der Wyck, oud-gouvernour-generaal van NocL, Indië. Het te verkennen terrein zal de expeditie trachten te bereiken door de Suriname-ri- v'or tot het hoogst bereikbare punt op te'( varen, dan over land te trekken naar de bij de vorige expeditie ontdekte Lucie-rivier,- die niet andere dan oen zijrivier van de Corantijn kan zijn, en deze rivier verder af' te varen. De eigenlijke tooht zal ongeveer 7 maanden in beslag nemen; de terugtocht geschiedt langs de Corantijn. Men hoopt in de eerste helft van Februari weder te Paramaribo terug te zijn. vendien was zij rijn zevende dochter, cn een bijgeloovige vrees hield de zweep met knoopen terug. De slanke dochter van Nippon was her haaldelijk in aanraking gekomen met den jongen pikeur.Do circus leok ook op een groot familie-gezelschap, zooals het zwierf van stad tot stad, waardoor de leden van de verschillende groepen onvermijdelijk tot elkaar werden gebraolit. Zulk een leven van voortdurend reizet^ onder afwisselende omstandigheden was Liet zonder kleine gevaren en moeilijkheden. Do zachtoogige Maisola had dat ook ondervon den. Daar had men bijvoorbeeld de bende van opgeschoten jongehecren en dandy's, die haar iederen avond opwachtten aan clen ingang. Het was Bernays, di© hen handig verstrooide, wanneer hun attenties haar verwarden en hinderden. Het was Bernays, die haar uit den doodclijken kriog van, brandend hooi en voorraad had gehaald, toen acht van hun woonwagens plotseling door vlammen waren omringd. Zij herinner-' de zich alleen maar 't gehuil van dc angstigé' dieren, het getrappel van de wegrennende, paarden, en een ondeelbaar oogenblik het, geschreeuw van een door de vlammen dol geworden panter, die zijn tralies stuk wrong. "Wanneer zij werkte, wanneer zij bezig was op het staaldraad of als zij honderd voet boven de toeschouwers zweefde, tel kens was haar blik gericht op de lange, jonge gestalte beneden met' de met zilver beslagen zweep. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5