Wo. 15425. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag* 6 Juni. Tweede Blad. Anno 19XO. FEUILLETON. Het Chineesclie kopje. Verbreeding Rijnsburgerweg» T Het is bekend, welk een belangrijke ver storing het gedeelte van den Rijnsburger- jweg, dat binnen onze gemeente gelegen is, in verband met den aanleg van den oleo (fcrischen tramweg in den laatsten tijd heeft pndergaan. "Wanneer eenmaal die weg over fcijn volle breedte bestraat en geheel in orde feehracht zal zijn, zal inderdaad oen veel fcraaiero toestand zijn verkregen. Opdat echter de ver breading van den wag ten volle tot haar recht kome, zou het Iwenschelijk zijn dat het trottoir aan de jxvstzijdo van den weg, dat thans bij het (stations-emplacement van de Noord-Zuid- Hollandscho Tramweg Maatschappij wordt onderbroken, tot aan de spoorbaan van de Holl- IJzcren-Spoorweg-Maatschappij kon gorden doorgetrokken. Tot nog toe was dit piet mogelijk, omdat do daartusschen lig gende strook grond? eigendom is van de Noord-Zuid-Holl. Tramweg-Maatschappij. Thans hebben R. on Ws. zich ocliter tot laatstgenoemde Maatschappij gewend met het verzoek om dc strook gronds, in het Verlengde van het róóds bestaande trottoir gelegen, kosteloos in eigendom en onder houd aan de gemeente af te staan, zich van de zijde van B. en Ws. bereid ver klarende om de kosten van do verplaatsing [van het afsluithek dan voor rekening van 1de gemeente te nemen. Tofc hun voldoening mochten B. en Ws. pp deze vraag oen gunstig bescheid ont vangen. De Maatschappij verklaarde zich .bereid" de boven aan gegeven strook gronds t?r Ver breeding van den Rijnshurgerweg om tiet aan de gemeente in eigendom af te etaan, fcmder voorwaarde, dat de kosten van op- ïnoting en van overdracht door de gemeen - jto zouden worden gedragen ©n dat do ge- fcneonte verder op haar kostrn: lo. het ter plaatse pJanwezige hek naar jen op de nieuwe grens onder vorniou- fwing,zoo noodig, van palen zou ver plaatsen en geheel verven 2o. den bak met meter van de water leiding, welke in het over to dragen ter rein gelegen is, en een aldaar aanwezige gaslantaarn eveneens binnen dc nieuwe grens zou verplaatsen 3o. den voor het gewone verkeer bestem den toegang tot het tramwegemplaoemcsnt jondcr behoorlijke hellingen zou doen aanslui pen aan de bestrating op den Rijnsburger- 5veg en op bedoeld emplacement; en 4o. het door to trekken verhoogde voet pad zoodanig zou aanleggen, dat geen wij ziging in hot bestaande, bedoeld voetpad kruisende tramspoor zou behoeven to wor den gebracht. Het komt B. en Ws. voor, dat al deze Voorwaarden alleszins aannemelijk zijn en flat er dan ook geenerlei bezwaar kan be- ptaan om z» to aanvaarden. De mede door de Maatschappij in haar bohrijven van 29 April LI. gestelde voor gaarde, dat B. en Ws. zich zouden ver bena gen met de door de Maatschappij voor- gestolde bijdrage in de kosten van oprui ming'van 6 toe pen aan de Hoogewoerd, kan Volgens [hen hier buiten beschouwing blij- V®n, aangezien in middels reeds door hun College met die bijdrage is genoegen, ge komen. Reu algemeene begraafplaats van wege de gemeente op „Rhynhof"- In verband met do sluiting van de be graafplaats aan de voormalige Heorcnpoort, (ontvingen B, en Ws. den llden Mei een; (schrijven van de Gemeente-commissie van bet NederdL-lIerv. Kerkgenootschap, waar bij werd voorgesteld ook de Algemeen© Be- rifplaats aldaar te sluiten en deze over brengen naar een afzonderlijk god eel to Van de „begftafplaats „Rkynhof", dat de iGemoente-oommissic bereid zou zijn onder flezelTde voorwaarden aan de gemeente in gebruik te geven. Ook de tegenwoordige algemeene begraaf plaats toch is een onderdeel van de bijzon- flero begraafplaats aan de Heerenpoort, cm [werd bij overeenkomst van 17 Dedember 3.904 voor den tijd van 10 jaren aan de ge meente verhuurd, tegen een huurprijs van [f 25 "per jaar, een en ander krachtons het Raadsbesluit van 7 Juli 1904. Hert komt B. en Ws. voor, dat tegen deze overbrenging geenerlei bezwaar kam bestaan. Wèl zou natuurlijk de zooveel groo- tere afstand van de gemeente een bi>zw aan kunnen opleveren, vooral met het oog op de hocgere kosten, welke daardoor in het vervolg een begrafenis van gemeentewege zal jneebrengem. Maar waar in de laatste tien jaren slechts eenmaal van de Alge meene Begraafplaats werd gibruik gemaakt, kan dit bezwaar geen gewicht in de schaal leggen. En om dezelfde reden behoeft ook de geringere oppervlakte van hot thans aan geboden terrein geen beletsel to zijn om op hot voorstel der G cm conto-oom missie in te gaan. Immers een oppervlakte van 45 Ms. (de tegenwoordige algemeene begraafplaats beslaat een oppervlakte van ruim 70 M2.) is nog groot genoeg om bij het geringe ge bruik, dat van de algemeene begraafplaats gemaakt wordt, aan de wettelijke eischon te voldoen. En evenmin kan er daarom, naar B. em Ws. meenen, aanleiding zijn om nu, wegens de mindere oppervlakte van het beschikbaar gestelde terrein, op een verla ging van de huursom. aan te dringen. Wel echtor komt het hun raadzaam voor, dat het voor algemeene begraafplaats be stemde gedeelte behoorlijk van het overigs gedeelte van de begraafplaats worde afge scheiden. 'Bij do Gemoente-oommissie zal hiertegen zeker wpl geen bezwaar bis taan. Zoodra deze pvoreenkomst zal zijn tot stond gekomen, zal dan door B. en Ws. tot do sluiting van de bestaande algemeen© begraafplaats kunnen worden overgegaan. Grond van de voorm. Lobsensloot. Met het oog op den voorgenomen bouw van een zevental huizen verzoekt de ho*r C. Koordes, timmerman to Leiden, den door demping van de voormalige Lobsensloot, aan den Morschweg, verkregen grond tot open bare straat te mogen inrioliten. Aangezien deze bouw geheel past in het gemeentelijk uitbreidingsplan, kan tegen de inwilliging van dit verzoek geenerlei bezwaar bestaan. A lloen zal daartoe moeten worden terug gekomen op do Raadsbesluiten van 27 Juni 1907, waarbij aan don heer J. W. Filippo en aan den heer J. van der Voet, resp. het Noordelijk en Zuidelijk gedeelte van de ge dempte sloot tot woderopzeggsns ten ge- bruiko werden afgestaan. En tevens zal aan adressant niet alloan de verplichting moeten worden opgdegd, om den door demping verkregen grond overeenkomstig de door B. en Ws. to ge ven voorschriften tot openbare straat in te richten, maar ook om den daaraan gren zen den, onmiddellijk vóór de huizen gelo gen particulieren grond, op dezelfde wijze in orde gebracht, aan do openbare straat to verheelen. ES et rcinigingsbedrijt in de gemeente Leiden. Nu in verband met de omlegging van liet Rijn- Schiekanaal eerlang tot de ver plaatsing van do vuilnisstalen in do Waard zal moeten worden overgegaan en tevens het contract met de pachters van de ge meentereiniging over een paar jaar zal af- loopen, komt het B. en Ws. geraden voor dat de vraag, op welke wijze het reini- gingsbedrijf in deze gemeente in de toe komst zou behooren te worden ingericht, in haar voUcn omvang worde onder do oogen gezien. Immers juist op het gebied van do gemeentelijke reiniging heeft de toeh- Joiek in de laatste jaren zoo bolangrijke vorderingen gemaakt, dat hot B. en Ws. geenszins onmogelijk schijnt, dat ook hier met het tot dusver gevolgde primitieve systeem behoort te worden, gebroken en wellicht ook een der nieuwere procódé's van vernietiging van afval behoort tc worden in toepassing gebracht. Intusschen, tal van vragen doen zich hier voor, die alleen door deskundigen kunnen worden beantwoord. .Hoe zal het bedrijf moï- ten worden ingericht? Zal het wedarom worden verpacht of in eigen beheer geno- ïnen Aan welke eischen behoort het to kiezen terrein te voldoenmode in verband met het systeem dat zal wordon gevolgd? Hoe zal het stadsvuil en het fabrieksafval onschadelijk worden gemaakt? En is daar van ook nog eenig profijt të trekken? Het zijn alle vragen, waarop alleen mannen van het vak, met de noodigpe wetenschappelijke kenni-q toegerust en met voldoende erva ring pp dit gebied, het antwoord kunnen geven. En zulke mannen zijn onder hot korps der gemeente-ambten aren uit den aard der zaak niet te vinden. Het ie daarom dat het denkbeold van den Directeur van Gemeentewerken om aan oen tweetal deskundigen op te dragon, ad vies uit te brengen omtrent de moest doel matige inrichting van het toekomstig reini- gingsbedrijf in onze gemeente, door B. en Ws. met instemming werd ontvangen. En ook de commissie van fabricage bleek zich daarmede volkomen te kunnen voroenigen. De kasten aan een deskundig onderzoek ver bonden zuUcn echter, gelijk bij onderzoek bleek, alles bij elkander genomen f 1500 bodragen. En aangezien daarvoor uit den aard der zaak geen gelden op de begroo- ting zijn uitgetrokken, hebben Bur gemeester en Wethouders gemeend een opdracht als hier bedoeld niet van hun ooUego te mogen doen uitgaan, alvorens de daartoe vercisohte gelden door den ge meenteraad zouden zijn besohikbaar ge steld. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog f 7080 beschikbaar. Het gebrnik van loodwit by gemeentewerken. Nadat in de gemeenteraadsvergadering van 14 April 1.1., naar aanleiding van een ver zoek van het Bestuur der Veroeniging van Nedcrlandsche Loodwitfabrikantenovereen komstig het praeadvies van B. en Ws onder No. 113 van dit jaar, besloten was de ten aanzien van het gebruik van loodwit in do Raadsvergadering van 5 Maart 1908 aan genomen voorloopige houding te handhaven, bereikte den Raad reeds weder in zijn ver gadering van 28 April 1,1. een verzoek van het Bestuur van de Sociaal-Technische Ver oeniging van Democratische Ingenieurs en Architecten om het gebruik van loodhou dende verfstoffen bij de uitvoering van werken vanwege de gemeente nagenoeg ge heel to verbieden. Sedert werd dit adres gevolgd door een adhacsiebotuiging van het hoofdbestuur van den Nodcrlandsolien Scliildersgdzellenbond. Zoo min als liet zooe vengenoom dc adres van de Nederl. Loodwitfabrikantcn, kunnen deze adressen B. en We. aanleiding geven om af te gtappen van hot tot dusver inge nomen standpunt. Ook thans nog toch is er o-Uo roden om de beslissing af te wach ten, welke de Rcgoering naar aanlriding van het verschenen eindrapport der Lood- wit-oommissio zal nemen. En van den an deren ka-nt mogen B. en Ws. veilig aan nemen dat de voorkopige gedragslijn, door hen krachtens 's Raadsbesluit van 5 Maart 1908 gevolgd, gunstig heeft gewerkt. Zij geven dus in overweging hen te mach tigen aan adressant te berichten, dat de ge meenteraad, in afwachting van de door do Regeering te nemen beslissing, geen vrij heid kan vinden om terug te komen op het besluit van 5 Maart 1908, van welks in houd ook aan do beide thans adresseirond© vereoni gin gen destijds mededeeling werd ge daan. Bezwaarschriften aansla»; vergunningsrecht. Behalve de Den Raad reeds bekende be zwaarschriften tegen hun aanslag in het ver gunningsrecht van de heeren W. F. Prins en A. G. M. van Noort, is sedert ook nog van den heer J. H. Wedekind een bezwaar schrift ingekomen. Geen daarvan is anders gemotiveerd, dan door de enkele mededee- ling, dat bij de herschatting do door belang hebbenden aangewezen deskundige de huur waarde op een lager bedrag had getaxeerd. De behandeling dezer bezwaarschriften, zeg gen B. en We., kan dan ook uiterst eenvou dig zijn en behoeft, naar zij meenen, niet tot de instelling van een bijzondere raads commissie aanleiding te geven. De huurwaarde van het perceel van recla mant Van Noort werd in het vorigo ver gunningsjaar vastgesteld op f 250. Waar nu zijn inslag van gedistilleerd van 1908 op 1909 met 408 liter gestegen is, meenen en We. met den door hun ooilege en den van rijkswege aangewezen deskundige dat er voor een verhooging der huurwaarde tot f 260, alleszins reden bestaat. En een dergelijk geval doet zich voor ten aanzien van reclamant Prins. Ook bij dezen kon over 1909 een hoog^re inslag van 3-12 liter worden vastgesteld en het schijnt B. en Ws. dan ook alleszins natuurlijk dat ook voor hem de huurwaarde in verband met den omzet met f 10 werd verhoogd. Daarentegen schijnt het bezwaar van re clamant Wedekind hierop te berusten dat voor hem het vroeger in dat perceel uit geoefend debiet tot grondslag is genomen van den om2ct, hoowel inmiddels het bedrijf wegens te-late-indiening zijner aanvrage om vergunning 14 dagen heeft stilgestaan. Adressant schijnt van meening te zijn dat het nu een geheel nieuwe zaak geldt, en dat dus do meerdere of mindere winstgevend heid van zijn bedrijf niet kan worden afge meten naar de door zijn voorganger bereikte resultaten. Dezo redeneering nu schijnt B. en Ws. niet houdbaar. Dat door toevallige omstandigheden het bedrijf 1-1 dagen moest worden onderbroken, behoeft naar zij mee nen volstrekt geen reden te zijn, waarom de omzet zou zijn achteruitgegaan. En het schijnt B. en Ws. dan ook alleszins rationeel, dat de inslag van reclamants voorganger over het jaar 1909 ook weder wordt geno men tot basis van zijn aanslag. Mocht dan na afloop van het loopende vergunningsjaar blijken dat de omzet inderdaad is achteruit gegaan, dan zal dat een reden moeten zijn om voor het volgend jaar de huurwaarde op een lager bedrag te stellen. Maar thans reeds, zonder eenig nader gegeven, tot oen willekeurige verlaging der huurwaarde over te gaan, zou, dunkt en Ws. volkomen on gemotiveerd zijn. Zij geven mitsdien in overweging op alle drie de bezwaarschriften afwijzend te be schikken. Ovcrbrngging van do Visclipoort. Rij adres vraagt de firma Vroom on Drees- mann de gemeenteraad vergunning tot het maken van een overloop over de Visch- poort tusschen de perceelcn, Aalmarkt nis. 26 en 27. Op een verzoek van dezelfde strekking dat den Raad den 27sten Septem ber 190-1 bereikte werd, ondanks een, gun stig advies van B. en Ws., door den Raad bij besluit van 17 November 1901 afwijzend beschikt. Sedert' zijn echter de omstandigheden be langrijk gewijzigd. Immers inwilliging van het verzoek vond destijds vooral tegenkan ting van de zijde van den eigenaar van het nangrenzendo perceel, den heer Feld. Maar thans is ook dat perceel in handen van adressant' overgegaan en het zal aan diens winkelhuis worden verheeld. En ook do heer Van Wavercn, eigenaar van hot café ,,In den Vergulden Turk", heeft thans zijn bezwaren laten varen,. Kwamen B. en Ws dus reeds vroeger de ingebrachte bezwaren niet overwegend voor, thans behoeft, naar zij meenen, niets meer aan dc inwilliging van het verzoek in den weg te staan. Mitsdien geven bij.in overweging de ge vraagde vergunning te verleenen onder dc navolgende voorwaarden: lo. dat do overbrugging worde samenge steld uit onbrandbare materialen, aan beide einden worde afgesloten met brandwerende ijzeren deuren en ten genoegen van B. en Ws. worde gemaakt en onderhouden. 2o. dat, vóórdat met do uitvoering van het werk wordt begonnen, een in bijzonder heden uitgewerkt plan de goedkeuring van B. en Ws. zal hebben verworven; 3o. dat de vrije hoogte onder do over brugging ten minste 3.80 M. moet bedragen 4o. dat daags vóór dat met de uitvoering wordt begonnen, daarvan worde kennis go- geven op het' Bureau van Gemeentewerken; 5o. dat deze vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór 1 Januari 1911 geen gebruik is gemaakt; en Go. dat voor het hebben dezer overbrug ging een jaarlijksche recognitie verschul digd is van f 3. Aflossing; Leidsche goldleening. Bij de voorwaarden van de goldleening groot f S90,000, aangegaan krachtens Raadsbesluit van 21 Juni 1906, is bepaald, dat in de jaren 1907—1909 jaarlijks ten minste f 10,000; in de jaren 1910-19-15 jaar lijks ten minste f 23,210, en in 19-16 het restant of i 23,360 zou worden afgelost, doch dat, wanneer in ocnig jaar móór dan de genoemde bedragen is afgelost, deze meer dere aflossing in mindering zou kunnen worden gebracht van de aflossing in volgen de jaren. In verband hiermede is over 19071909 ieder jaar f 10,000 afgelost en werd voor 3910 een aflossing van f 23,210 op de be grooting uitgetrokken. Aangezien echter de obligation dozer lec- ning allo f 1000 groot zJjn en van 19071909 niet meer dan het minimum afgelost werd, moesten in 1910 21 ibligatiën worden uitge loot en zal daardoor het aflossingsbedrag met f 760 moeten worden verhoogd. B. en Ws. stellen dientengevolge voor door vaststelling van den overgelegden be- grootingsstaat, volgnr. 193 der begrooting voor 1910 te verhoogen met 760, te vinder, door afschrijving van den post voor On voorziene Uitgaven. Zooals uit het voren staande blijkt, zal door deze Loogere af lossing van f 760, reeds, zoo noodig, in dó iaien 1911, 1912 en 1913 mtl een l agere af lossing van f 210 per jaar en derhalve met -een [bedrag van f üS.OOO kunnen worden volstaan. Koop en verpachting weiland. Bij de voorloopige overeenkomst in zake den aankoop van de perceelcn wcilaud, kadastraal bekend o.*der Sectie E, Nis 780 en 781, gem. Oegstgeest, van wijlen den heer 0. Diebcn, weid o. in. o.creengckomen dat de verkboper of z jn rechtverkrijgenden hot recht van pacht zouden hebben van. do ver kochte landerijen voor de som van f 100 per H.A. per jaar, ti-tdat aan het verkochte een andere bestemming zou worden gege ven, in welk geval do pocht 6 maanden tc voren zou moeten worden opgezegd, en in geen geval langer dan tot 31 December 1920. Toen nu evenwel dezo aankoop in do ver gadering van 27 Januari 1.1. spoedshalve mondeling werd aanhangig gemaakt', werd van de zijde van B. en Ws. verzuimd van dezo aan den koop verbonden voorwaarde mededeeling tc doen. Dientengevolge werd zij ook niet in het Raadsbesluit' vermeld, en kon daaraan ook niet de goedkeuring van Gcdcp. Sta'cn worden gehecht. Het gevolg van een en ander was, dat in de dezer dogen verleden notariocle akte evenmin van deze voorwaarde melding kon worden gemaakt. Hot is intusschen duide lijk, zeggen B. en W*.t dat dit verzuim zoo spoedig mogelijk behoor! te worden hersteld en dat kan het best geschieden door een afzonderlijk Raadsbesluit tot verhuring van do aangekochte landerijen aan de rechtver krijgenden van wijlen den heer C. Diebcn, mot dien verstande dat do paoht zal komen te vervallen onder dc hierboven ver melde voorwaarde. Congres voor openbare gezondheid» regeling te Leiden Naar aanleiding van het ingekomen adres van hot Bestuur vau het Nederlandscli Con gres voor Openbare Gozon<dhcidsregoling,f houdende verzoek om ten behoeve van de vergaderingen van dat congres en van de daaraan verbonden tentoonstelling kosteloos' gebruik te mogen maken van een 2-tal ioca- liteiten van de Stadszaal, stellen B. en Ws den Raad voor aan adressant toe te staai» lo. het kosteloos gebruik van den foyo*^ op 23 en 24 September a. 8. ten behoeve van de vergaderingen van het XVste Con gres voor Volksgezondheid; 2o. het kosteloos gebruik van de lcleino zaal van 20 tot en met 30 September a. s. ten behoeve van hot houden der aan dat' Congres verbonden tentoonstelling. 10) ,,0, tante, hoe moet ik u begrijpen 1!" ,,Hij zal zich veel moeite hebben te ge troosten om zich dat kopje te verschaffen en waarschijnlijk tevergeefs," zeide Caec lia met een droeven glimlach. ,,Want der gelijk porselein wordt slechts in een fa briek in China vervaardigd en die werkt niet voor het buitenland, zoodat alleen een bijzonder gelukkig toeval iemand aan por selein uit die fabriek zou kunnen helpen. Wolfgang zal dus hoogstwaarschijnlijk einde looze teleurstellingen ondervinden. Blijft hij je niettemin liefhebben, zonder dat hem de zaak gaat vervelen en hij bij een andere dame gemakkelijker tot zijn doel iraoht te geraken, dan is dat een bewijs, dat hij inderdaad een trouw man ifl en jou en jo liefde waardig. „Och, tante 1" verzekerde Margot door haar tranen heen, ^trouw blijft hij me ze ker 1" „God geve hetl" „Maar wat, als hij het kopje niet kan krij gen, en het niet waagt terug te komen?" Caecilia bootr zich en kuste de bevende lippen: „Ik zal het als mijn eersten plicht beschouwen te zorgen, dat het scheepje van je geluk niet op die klip komt te stranden. En nu, moed gehouden, mijn lieveling! Ga naar je kamer en pak je koffer. Morgen vroeg gaan we op reis Caecilia bleef alleen. Zij trad aan het venster en sloeg het gordijn open. Aan den hemel blonken de sterren in den winter nacht als het licht en de oogen van een op recht geloovende mensohenzieL Dc eenzame vrouw slaakte een diepen zuoht. Zij vouwde de bevende handen, zag naar boven plech tig en ernstig en toch onuitsprekelijk wee moedig. Zij dacht aan den droom, dien ze eens droomde, en hoorde Hellmuths woor den: „Ook wat gij u als het geluk van Eden hebt gedroomd, moet eerst aan soherven liggen voordat de bruidskroon uw lokkon zal tooien." „Ja, mijn Heer en God, uit mijn para dijs ben ik verdreven; wat zou ik nog te wachten hebben? Mijn hareD zijn reeds te grijs geworden voor een bruidskans. Daar om smeek ik U, Almachtig God, beschik bet in Uwe genade, dat hij om de slapen van Margot gevlochten wordt. Niet meer mijn geluk, maar het hare smeek ik van Uwe hand 1'' Eensklaps vlamde een helder licht aan aen hemel op. Een verschietende ster scheen een antwoord vol belofte op haar bede te brengen. Als de stormwind snelde Wolfgang door de straten der residentie, maar niet om te vernielen hetgeen hem in den weg kwam. Integendeel Geloof, hoop en liefde leenden hem hun vleugelen. De sneeuwvlokken warrelden om zijn hoofd cn smolten op zijn gloeiend ge laat; als tranen liepen ze over zijn wangen. En toch was de officier niet tot tranen en klachten gestemd, hoewel hij zonder verlo vingsring en zonder de toestemming der strenge tante uit het huis van mevrouw von Kreutzer vertrokken was. Eigenlijk zou dat ook te veel geluk zijn geweest 1 Zijn levendige fantasie had hem wel de moge lijkheid daarvan voorgespiegeld, maar dat die mogelijkheid terstond werkelijkheid wor den zou, aan de vervulling van dien stouten wensch had hij toch nooit waarlijk geloofd. Hij was er bijna vast van overtuigd geweest, dat Margots tante hem eens en voor altijd baar huis zou ontzeggen, en in plaats daar van kreeg hij, ja wel zijn afscheid, maar met een tot weerziens. Kon hij het gebro ken kopje door een nieuw vervangen, dan was Margot de zijne. Dat had tante beloofd en zij was een strenge, maar ook oprechte vrouw, op wier woord men huizen bouwen kon. Wolfgang had het gevoel alsof hij van blijdschap zijn hoofddeksel omhoog moest gooien tusschen de sneeuwvlokjes in. Een nieuw kopje 1 Eigenlijk was het toch wel wat naïef van mevrouw von Kreutzer, om hem op een dergelijke proef te stellen. Wat was dat nu voor kunst bij den tegen- woordigen toestand onzer industrie, om een kopje, van welke soort dan ook, zoo na to maken, dat men namaak en model niet meer onderscheiden kon? Dat was immers kinderspel 1 Bravo 1 Daar hebben we al den éérsten porselein- en glaswinkel, zelfs nog verlicht en openl Vooruit dan en het kopje uit het Hemelsche Rijk nabesteld I Luite nant von Soltau trad haastig binnen. Zijn schako zat een beetje te veel achterover, zijn oogen schitterden in het hoogrood ge kleurde gelaat. „Bonsoir, juffrouwIk heb een ongelukje gehad en een lcopjo gebro ken en wou nu eens vragen of u me er pre cies zoo een zoudt kunnen laten namaken." „Natuurlijk, luitenant." „Kom, dat is goed. Maar waar heb ik nu het oorpus delicti? Aha, hier!" Wolfgang diepte met moeite het kopje en het driekante stukje, dat er uit gebroken was, uit den zak van zijn uniformjas op. I „Het fatsoen is wol wat ongemeen, maar dat doet er zeker wel niet toe, nietwaar?" De juffrouw maakte een beweging van schrik. „Chineesch? Hm, ja, dat maakt do zaak ingewikkelder; op hefj fatsoen komt het minder aan, maarEn zij bekeek hot kopje nauwkeurig. „Zonderling! Zoo'n soort heb ik nog nooit gezien 1 Zou dat wel porselein zijn, luite nant?" „Ja, lieve hemel, dat zult u toch wel het beste weten. Wat zou het anders zijn?" De jonge dame hield het kopje tegen het licht. „Dat heeft wel iets van glas, of zoo iets tusschen melkglas en porselein. En dan dat vreemde patroon. Dat ligt er geheel bovenop! Net als bij Hongaarsch majolikai" Zij schudde nadenkend het hoofd. „Waar komt dat kopje vandaan, luite nant?" „Dat mag Joost weten! 't Is een oud erf stuk. Maar wat doet dat er ook toe Hoe lang duurt het voordat het nieuwe kopje klaar is?" De juffrouw draaide zich om en riep den patroon. Een oud heer kwam uit do kamer daarnaast, boog en keek de juffrouw vra gend aan. „Mijnheer, hier ia een bestelling, waar van ik niet zeker weet of wij zc wel kunnen aannemen. De luitenant wenscht, dat er een kopje gemaakt wordt precies naar dit gebroken model." „Heel goed." De oude heer wreef zijn bril af, nam het kopje, keek verbaasd op, hield het tegen het licht, woog het op zijn hand, wreef er een beetje op en zuchtte diep: „Dat is iets zeer buitengewoonszoo iets licb ik nog nooit verkocht. Hm, dit soort porselein en dat schilderwerk." Hij staarde, in gedachten verzonken, naar do scherven. „Moet het precies zóó worden nagemaakt luitenant?" „Zeer zeker, zoo precies mogelijk't Moet bij het andere servies passen. Zeg u me nu maar, wanneer ik het nieuwe kopje afha len kan." Do oude heer lachte en haalde verlegen zijn schouders op, keek de juffrouw aan eu wikkelde het kopje voorzichtig in zijde papier. „Eerlijk gezegd, luitenant, is 't me onmogelijk u eon kopje te verschaffen. Ik wil u niet met ijdele belofte paaien. In heel Europa zult u zoo'n kopje niet kunnen krij gen, ten minste niet precies deze soort en zoo beschilderd. Het uit China te bestellen zou een kapitaal kosten en heel waarschijn lijk toch zonder resultaat zijn. Het patroon en de soort van het kopjo zJjn me totaal onbekend, boewei ik er me anders op be roemen kan, juist in Chinee-sche patronen uitstekend thuis te zijn. Het servies, waar toe dit kopjo behoort, schijnt te komen uit de fabriek, die uitsluitend voor het Keizer lijke Hof werkt cn die niets van haar fabrikaat uitvoeren mag. Dat is me eeal mooie geschiedenis." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5