Wo. 15425.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag* 6 Juni. Tweede Blad.
Anno 19XO.
FEUILLETON.
Het Chineesclie kopje.
Verbreeding Rijnsburgerweg»
T Het is bekend, welk een belangrijke ver
storing het gedeelte van den Rijnsburger-
jweg, dat binnen onze gemeente gelegen is,
in verband met den aanleg van den oleo
(fcrischen tramweg in den laatsten tijd heeft
pndergaan. "Wanneer eenmaal die weg over
fcijn volle breedte bestraat en geheel in orde
feehracht zal zijn, zal inderdaad oen veel
fcraaiero toestand zijn verkregen.
Opdat echter de ver breading van den wag
ten volle tot haar recht kome, zou het
Iwenschelijk zijn dat het trottoir aan de
jxvstzijdo van den weg, dat thans bij het
(stations-emplacement van de Noord-Zuid-
Hollandscho Tramweg Maatschappij wordt
onderbroken, tot aan de spoorbaan van de
Holl- IJzcren-Spoorweg-Maatschappij kon
gorden doorgetrokken. Tot nog toe was dit
piet mogelijk, omdat do daartusschen lig
gende strook grond? eigendom is van de
Noord-Zuid-Holl. Tramweg-Maatschappij.
Thans hebben R. on Ws. zich ocliter tot
laatstgenoemde Maatschappij gewend met
het verzoek om dc strook gronds, in het
Verlengde van het róóds bestaande trottoir
gelegen, kosteloos in eigendom en onder
houd aan de gemeente af te staan, zich
van de zijde van B. en Ws. bereid ver
klarende om de kosten van do verplaatsing
[van het afsluithek dan voor rekening van
1de gemeente te nemen.
Tofc hun voldoening mochten B. en Ws.
pp deze vraag oen gunstig bescheid ont
vangen. De Maatschappij verklaarde zich
.bereid" de boven aan gegeven strook gronds t?r
Ver breeding van den Rijnshurgerweg om
tiet aan de gemeente in eigendom af te etaan,
fcmder voorwaarde, dat de kosten van op-
ïnoting en van overdracht door de gemeen -
jto zouden worden gedragen ©n dat do ge-
fcneonte verder op haar kostrn:
lo. het ter plaatse pJanwezige hek naar
jen op de nieuwe grens onder vorniou-
fwing,zoo noodig, van palen zou ver
plaatsen en geheel verven
2o. den bak met meter van de water
leiding, welke in het over to dragen ter
rein gelegen is, en een aldaar aanwezige
gaslantaarn eveneens binnen dc nieuwe
grens zou verplaatsen
3o. den voor het gewone verkeer bestem
den toegang tot het tramwegemplaoemcsnt
jondcr behoorlijke hellingen zou doen aanslui
pen aan de bestrating op den Rijnsburger-
5veg en op bedoeld emplacement; en
4o. het door to trekken verhoogde voet
pad zoodanig zou aanleggen, dat geen wij
ziging in hot bestaande, bedoeld voetpad
kruisende tramspoor zou behoeven to wor
den gebracht.
Het komt B. en Ws. voor, dat al deze
Voorwaarden alleszins aannemelijk zijn en
flat er dan ook geenerlei bezwaar kan be-
ptaan om z» to aanvaarden.
De mede door de Maatschappij in haar
bohrijven van 29 April LI. gestelde voor
gaarde, dat B. en Ws. zich zouden ver
bena gen met de door de Maatschappij voor-
gestolde bijdrage in de kosten van oprui
ming'van 6 toe pen aan de Hoogewoerd, kan
Volgens [hen hier buiten beschouwing blij-
V®n, aangezien in middels reeds door hun
College met die bijdrage is genoegen, ge
komen.
Reu algemeene begraafplaats van
wege de gemeente op „Rhynhof"-
In verband met do sluiting van de be
graafplaats aan de voormalige Heorcnpoort,
(ontvingen B, en Ws. den llden Mei een;
(schrijven van de Gemeente-commissie van
bet NederdL-lIerv. Kerkgenootschap, waar
bij werd voorgesteld ook de Algemeen© Be-
rifplaats aldaar te sluiten en deze over
brengen naar een afzonderlijk god eel to
Van de „begftafplaats „Rkynhof", dat de
iGemoente-oommissic bereid zou zijn onder
flezelTde voorwaarden aan de gemeente in
gebruik te geven.
Ook de tegenwoordige algemeene begraaf
plaats toch is een onderdeel van de bijzon-
flero begraafplaats aan de Heerenpoort, cm
[werd bij overeenkomst van 17 Dedember
3.904 voor den tijd van 10 jaren aan de ge
meente verhuurd, tegen een huurprijs van
[f 25 "per jaar, een en ander krachtons het
Raadsbesluit van 7 Juli 1904.
Hert komt B. en Ws. voor, dat tegen
deze overbrenging geenerlei bezwaar kam
bestaan. Wèl zou natuurlijk de zooveel groo-
tere afstand van de gemeente een bi>zw aan
kunnen opleveren, vooral met het oog op
de hocgere kosten, welke daardoor in het
vervolg een begrafenis van gemeentewege
zal jneebrengem. Maar waar in de laatste
tien jaren slechts eenmaal van de Alge
meene Begraafplaats werd gibruik gemaakt,
kan dit bezwaar geen gewicht in de schaal
leggen. En om dezelfde reden behoeft ook
de geringere oppervlakte van hot thans aan
geboden terrein geen beletsel to zijn om
op hot voorstel der G cm conto-oom missie in
te gaan. Immers een oppervlakte van 45 Ms.
(de tegenwoordige algemeene begraafplaats
beslaat een oppervlakte van ruim 70 M2.)
is nog groot genoeg om bij het geringe ge
bruik, dat van de algemeene begraafplaats
gemaakt wordt, aan de wettelijke eischon
te voldoen. En evenmin kan er daarom,
naar B. em Ws. meenen, aanleiding zijn om
nu, wegens de mindere oppervlakte van het
beschikbaar gestelde terrein, op een verla
ging van de huursom. aan te dringen.
Wel echtor komt het hun raadzaam voor,
dat het voor algemeene begraafplaats be
stemde gedeelte behoorlijk van het overigs
gedeelte van de begraafplaats worde afge
scheiden. 'Bij do Gemoente-oommissie zal
hiertegen zeker wpl geen bezwaar bis taan.
Zoodra deze pvoreenkomst zal zijn tot
stond gekomen, zal dan door B. en Ws.
tot do sluiting van de bestaande algemeen©
begraafplaats kunnen worden overgegaan.
Grond van de voorm. Lobsensloot.
Met het oog op den voorgenomen bouw
van een zevental huizen verzoekt de ho*r
C. Koordes, timmerman to Leiden, den door
demping van de voormalige Lobsensloot, aan
den Morschweg, verkregen grond tot open
bare straat te mogen inrioliten. Aangezien
deze bouw geheel past in het gemeentelijk
uitbreidingsplan, kan tegen de inwilliging
van dit verzoek geenerlei bezwaar bestaan.
A lloen zal daartoe moeten worden terug
gekomen op do Raadsbesluiten van 27 Juni
1907, waarbij aan don heer J. W. Filippo
en aan den heer J. van der Voet, resp. het
Noordelijk en Zuidelijk gedeelte van de ge
dempte sloot tot woderopzeggsns ten ge-
bruiko werden afgestaan.
En tevens zal aan adressant niet alloan
de verplichting moeten worden opgdegd,
om den door demping verkregen grond
overeenkomstig de door B. en Ws. to ge
ven voorschriften tot openbare straat in te
richten, maar ook om den daaraan gren
zen den, onmiddellijk vóór de huizen gelo
gen particulieren grond, op dezelfde wijze
in orde gebracht, aan do openbare straat
to verheelen.
ES et rcinigingsbedrijt in de
gemeente Leiden.
Nu in verband met de omlegging van
liet Rijn- Schiekanaal eerlang tot de ver
plaatsing van do vuilnisstalen in do Waard
zal moeten worden overgegaan en tevens
het contract met de pachters van de ge
meentereiniging over een paar jaar zal af-
loopen, komt het B. en Ws. geraden voor
dat de vraag, op welke wijze het reini-
gingsbedrijf in deze gemeente in de toe
komst zou behooren te worden ingericht,
in haar voUcn omvang worde onder do
oogen gezien. Immers juist op het gebied
van do gemeentelijke reiniging heeft de toeh-
Joiek in de laatste jaren zoo bolangrijke
vorderingen gemaakt, dat hot B. en Ws.
geenszins onmogelijk schijnt, dat ook hier
met het tot dusver gevolgde primitieve
systeem behoort te worden, gebroken en
wellicht ook een der nieuwere procódé's van
vernietiging van afval behoort tc worden
in toepassing gebracht.
Intusschen, tal van vragen doen zich hier
voor, die alleen door deskundigen kunnen
worden beantwoord. .Hoe zal het bedrijf moï-
ten worden ingericht? Zal het wedarom
worden verpacht of in eigen beheer geno-
ïnen Aan welke eischen behoort het to
kiezen terrein te voldoenmode in verband
met het systeem dat zal wordon gevolgd?
Hoe zal het stadsvuil en het fabrieksafval
onschadelijk worden gemaakt? En is daar
van ook nog eenig profijt të trekken? Het
zijn alle vragen, waarop alleen mannen van
het vak, met de noodigpe wetenschappelijke
kenni-q toegerust en met voldoende erva
ring pp dit gebied, het antwoord kunnen
geven. En zulke mannen zijn onder hot
korps der gemeente-ambten aren uit den aard
der zaak niet te vinden.
Het ie daarom dat het denkbeold van
den Directeur van Gemeentewerken om aan
oen tweetal deskundigen op te dragon, ad
vies uit te brengen omtrent de moest doel
matige inrichting van het toekomstig reini-
gingsbedrijf in onze gemeente, door B. en
Ws. met instemming werd ontvangen. En
ook de commissie van fabricage bleek zich
daarmede volkomen te kunnen voroenigen.
De kasten aan een deskundig onderzoek ver
bonden zuUcn echter, gelijk bij onderzoek
bleek, alles bij elkander genomen f 1500
bodragen. En aangezien daarvoor uit den
aard der zaak geen gelden op de begroo-
ting zijn uitgetrokken, hebben Bur
gemeester en Wethouders gemeend
een opdracht als hier bedoeld niet van hun
ooUego te mogen doen uitgaan, alvorens
de daartoe vercisohte gelden door den ge
meenteraad zouden zijn besohikbaar ge
steld.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven
zijn thans nog f 7080 beschikbaar.
Het gebrnik van loodwit by
gemeentewerken.
Nadat in de gemeenteraadsvergadering van
14 April 1.1., naar aanleiding van een ver
zoek van het Bestuur der Veroeniging van
Nedcrlandsche Loodwitfabrikantenovereen
komstig het praeadvies van B. en Ws onder
No. 113 van dit jaar, besloten was de ten
aanzien van het gebruik van loodwit in
do Raadsvergadering van 5 Maart 1908 aan
genomen voorloopige houding te handhaven,
bereikte den Raad reeds weder in zijn ver
gadering van 28 April 1,1. een verzoek van
het Bestuur van de Sociaal-Technische Ver
oeniging van Democratische Ingenieurs en
Architecten om het gebruik van loodhou
dende verfstoffen bij de uitvoering van
werken vanwege de gemeente nagenoeg ge
heel to verbieden.
Sedert werd dit adres gevolgd door een
adhacsiebotuiging van het hoofdbestuur van
den Nodcrlandsolien Scliildersgdzellenbond.
Zoo min als liet zooe vengenoom dc adres
van de Nederl. Loodwitfabrikantcn, kunnen
deze adressen B. en We. aanleiding geven
om af te gtappen van hot tot dusver inge
nomen standpunt. Ook thans nog toch is
er o-Uo roden om de beslissing af te wach
ten, welke de Rcgoering naar aanlriding
van het verschenen eindrapport der Lood-
wit-oommissio zal nemen. En van den an
deren ka-nt mogen B. en Ws. veilig aan
nemen dat de voorkopige gedragslijn, door
hen krachtens 's Raadsbesluit van 5 Maart
1908 gevolgd, gunstig heeft gewerkt.
Zij geven dus in overweging hen te mach
tigen aan adressant te berichten, dat de ge
meenteraad, in afwachting van de door do
Regeering te nemen beslissing, geen vrij
heid kan vinden om terug te komen op het
besluit van 5 Maart 1908, van welks in
houd ook aan do beide thans adresseirond©
vereoni gin gen destijds mededeeling werd ge
daan.
Bezwaarschriften aansla»;
vergunningsrecht.
Behalve de Den Raad reeds bekende be
zwaarschriften tegen hun aanslag in het ver
gunningsrecht van de heeren W. F. Prins
en A. G. M. van Noort, is sedert ook nog
van den heer J. H. Wedekind een bezwaar
schrift ingekomen. Geen daarvan is anders
gemotiveerd, dan door de enkele mededee-
ling, dat bij de herschatting do door belang
hebbenden aangewezen deskundige de huur
waarde op een lager bedrag had getaxeerd.
De behandeling dezer bezwaarschriften, zeg
gen B. en We., kan dan ook uiterst eenvou
dig zijn en behoeft, naar zij meenen, niet
tot de instelling van een bijzondere raads
commissie aanleiding te geven.
De huurwaarde van het perceel van recla
mant Van Noort werd in het vorigo ver
gunningsjaar vastgesteld op f 250. Waar nu
zijn inslag van gedistilleerd van 1908 op
1909 met 408 liter gestegen is, meenen
en We. met den door hun ooilege en den van
rijkswege aangewezen deskundige dat er
voor een verhooging der huurwaarde tot
f 260, alleszins reden bestaat.
En een dergelijk geval doet zich voor ten
aanzien van reclamant Prins. Ook bij dezen
kon over 1909 een hoog^re inslag van 3-12
liter worden vastgesteld en het schijnt B.
en Ws. dan ook alleszins natuurlijk dat ook
voor hem de huurwaarde in verband met
den omzet met f 10 werd verhoogd.
Daarentegen schijnt het bezwaar van re
clamant Wedekind hierop te berusten dat
voor hem het vroeger in dat perceel uit
geoefend debiet tot grondslag is genomen
van den om2ct, hoowel inmiddels het bedrijf
wegens te-late-indiening zijner aanvrage
om vergunning 14 dagen heeft stilgestaan.
Adressant schijnt van meening te zijn dat
het nu een geheel nieuwe zaak geldt, en dat
dus do meerdere of mindere winstgevend
heid van zijn bedrijf niet kan worden afge
meten naar de door zijn voorganger bereikte
resultaten. Dezo redeneering nu schijnt B.
en Ws. niet houdbaar. Dat door toevallige
omstandigheden het bedrijf 1-1 dagen moest
worden onderbroken, behoeft naar zij mee
nen volstrekt geen reden te zijn, waarom de
omzet zou zijn achteruitgegaan. En het
schijnt B. en Ws. dan ook alleszins rationeel,
dat de inslag van reclamants voorganger
over het jaar 1909 ook weder wordt geno
men tot basis van zijn aanslag. Mocht dan
na afloop van het loopende vergunningsjaar
blijken dat de omzet inderdaad is achteruit
gegaan, dan zal dat een reden moeten zijn
om voor het volgend jaar de huurwaarde
op een lager bedrag te stellen. Maar thans
reeds, zonder eenig nader gegeven, tot oen
willekeurige verlaging der huurwaarde over
te gaan, zou, dunkt en Ws. volkomen on
gemotiveerd zijn.
Zij geven mitsdien in overweging op alle
drie de bezwaarschriften afwijzend te be
schikken.
Ovcrbrngging van do Visclipoort.
Rij adres vraagt de firma Vroom on Drees-
mann de gemeenteraad vergunning tot het
maken van een overloop over de Visch-
poort tusschen de perceelcn, Aalmarkt nis.
26 en 27. Op een verzoek van dezelfde
strekking dat den Raad den 27sten Septem
ber 190-1 bereikte werd, ondanks een, gun
stig advies van B. en Ws., door den Raad
bij besluit van 17 November 1901 afwijzend
beschikt.
Sedert' zijn echter de omstandigheden be
langrijk gewijzigd. Immers inwilliging van
het verzoek vond destijds vooral tegenkan
ting van de zijde van den eigenaar van het
nangrenzendo perceel, den heer Feld. Maar
thans is ook dat perceel in handen van
adressant' overgegaan en het zal aan diens
winkelhuis worden verheeld. En ook do
heer Van Wavercn, eigenaar van hot café
,,In den Vergulden Turk", heeft thans zijn
bezwaren laten varen,. Kwamen B. en Ws
dus reeds vroeger de ingebrachte bezwaren
niet overwegend voor, thans behoeft, naar
zij meenen, niets meer aan dc inwilliging
van het verzoek in den weg te staan.
Mitsdien geven bij.in overweging de ge
vraagde vergunning te verleenen onder dc
navolgende voorwaarden:
lo. dat do overbrugging worde samenge
steld uit onbrandbare materialen, aan beide
einden worde afgesloten met brandwerende
ijzeren deuren en ten genoegen van B. en
Ws. worde gemaakt en onderhouden.
2o. dat, vóórdat met do uitvoering van
het werk wordt begonnen, een in bijzonder
heden uitgewerkt plan de goedkeuring van
B. en Ws. zal hebben verworven;
3o. dat de vrije hoogte onder do over
brugging ten minste 3.80 M. moet bedragen
4o. dat daags vóór dat met de uitvoering
wordt begonnen, daarvan worde kennis go-
geven op het' Bureau van Gemeentewerken;
5o. dat deze vergunning vervalt, wanneer
daarvan vóór 1 Januari 1911 geen gebruik
is gemaakt; en
Go. dat voor het hebben dezer overbrug
ging een jaarlijksche recognitie verschul
digd is van f 3.
Aflossing; Leidsche goldleening.
Bij de voorwaarden van de goldleening
groot f S90,000, aangegaan krachtens
Raadsbesluit van 21 Juni 1906, is bepaald,
dat in de jaren 1907—1909 jaarlijks ten
minste f 10,000; in de jaren 1910-19-15 jaar
lijks ten minste f 23,210, en in 19-16 het
restant of i 23,360 zou worden afgelost, doch
dat, wanneer in ocnig jaar móór dan de
genoemde bedragen is afgelost, deze meer
dere aflossing in mindering zou kunnen
worden gebracht van de aflossing in volgen
de jaren.
In verband hiermede is over 19071909
ieder jaar f 10,000 afgelost en werd voor
3910 een aflossing van f 23,210 op de be
grooting uitgetrokken.
Aangezien echter de obligation dozer lec-
ning allo f 1000 groot zJjn en van 19071909
niet meer dan het minimum afgelost werd,
moesten in 1910 21 ibligatiën worden uitge
loot en zal daardoor het aflossingsbedrag
met f 760 moeten worden verhoogd.
B. en Ws. stellen dientengevolge voor
door vaststelling van den overgelegden be-
grootingsstaat, volgnr. 193 der begrooting
voor 1910 te verhoogen met 760, te vinder,
door afschrijving van den post voor On
voorziene Uitgaven. Zooals uit het voren
staande blijkt, zal door deze Loogere af
lossing van f 760, reeds, zoo noodig, in dó
iaien 1911, 1912 en 1913 mtl een l agere af
lossing van f 210 per jaar en derhalve met
-een [bedrag van f üS.OOO kunnen worden
volstaan.
Koop en verpachting weiland.
Bij de voorloopige overeenkomst in zake
den aankoop van de perceelcn wcilaud,
kadastraal bekend o.*der Sectie E, Nis 780
en 781, gem. Oegstgeest, van wijlen den heer
0. Diebcn, weid o. in. o.creengckomen dat
de verkboper of z jn rechtverkrijgenden hot
recht van pacht zouden hebben van. do ver
kochte landerijen voor de som van f 100
per H.A. per jaar, ti-tdat aan het verkochte
een andere bestemming zou worden gege
ven, in welk geval do pocht 6 maanden tc
voren zou moeten worden opgezegd, en in
geen geval langer dan tot 31 December 1920.
Toen nu evenwel dezo aankoop in do ver
gadering van 27 Januari 1.1. spoedshalve
mondeling werd aanhangig gemaakt', werd
van de zijde van B. en Ws. verzuimd van
dezo aan den koop verbonden voorwaarde
mededeeling tc doen. Dientengevolge werd
zij ook niet in het Raadsbesluit' vermeld,
en kon daaraan ook niet de goedkeuring
van Gcdcp. Sta'cn worden gehecht.
Het gevolg van een en ander was, dat in
de dezer dogen verleden notariocle akte
evenmin van deze voorwaarde melding kon
worden gemaakt. Hot is intusschen duide
lijk, zeggen B. en W*.t dat dit verzuim zoo
spoedig mogelijk behoor! te worden hersteld
en dat kan het best geschieden door een
afzonderlijk Raadsbesluit tot verhuring van
do aangekochte landerijen aan de rechtver
krijgenden van wijlen den heer C. Diebcn,
mot dien verstande dat do paoht zal
komen te vervallen onder dc hierboven ver
melde voorwaarde.
Congres voor openbare gezondheid»
regeling te Leiden
Naar aanleiding van het ingekomen adres
van hot Bestuur vau het Nederlandscli Con
gres voor Openbare Gozon<dhcidsregoling,f
houdende verzoek om ten behoeve van de
vergaderingen van dat congres en van de
daaraan verbonden tentoonstelling kosteloos'
gebruik te mogen maken van een 2-tal ioca-
liteiten van de Stadszaal, stellen B. en Ws
den Raad voor aan adressant toe te staai»
lo. het kosteloos gebruik van den foyo*^
op 23 en 24 September a. 8. ten behoeve
van de vergaderingen van het XVste Con
gres voor Volksgezondheid;
2o. het kosteloos gebruik van de lcleino
zaal van 20 tot en met 30 September a. s.
ten behoeve van hot houden der aan dat'
Congres verbonden tentoonstelling.
10)
,,0, tante, hoe moet ik u begrijpen 1!"
,,Hij zal zich veel moeite hebben te ge
troosten om zich dat kopje te verschaffen
en waarschijnlijk tevergeefs," zeide Caec
lia met een droeven glimlach. ,,Want der
gelijk porselein wordt slechts in een fa
briek in China vervaardigd en die werkt
niet voor het buitenland, zoodat alleen een
bijzonder gelukkig toeval iemand aan por
selein uit die fabriek zou kunnen helpen.
Wolfgang zal dus hoogstwaarschijnlijk
einde looze teleurstellingen ondervinden.
Blijft hij je niettemin liefhebben, zonder dat
hem de zaak gaat vervelen en hij bij een
andere dame gemakkelijker tot zijn doel
iraoht te geraken, dan is dat een bewijs,
dat hij inderdaad een trouw man ifl en jou
en jo liefde waardig.
„Och, tante 1" verzekerde Margot door
haar tranen heen, ^trouw blijft hij me ze
ker 1"
„God geve hetl"
„Maar wat, als hij het kopje niet kan krij
gen, en het niet waagt terug te komen?"
Caecilia bootr zich en kuste de bevende
lippen: „Ik zal het als mijn eersten plicht
beschouwen te zorgen, dat het scheepje van
je geluk niet op die klip komt te stranden.
En nu, moed gehouden, mijn lieveling! Ga
naar je kamer en pak je koffer. Morgen
vroeg gaan we op reis
Caecilia bleef alleen. Zij trad aan het
venster en sloeg het gordijn open. Aan den
hemel blonken de sterren in den winter
nacht als het licht en de oogen van een op
recht geloovende mensohenzieL Dc eenzame
vrouw slaakte een diepen zuoht. Zij vouwde
de bevende handen, zag naar boven plech
tig en ernstig en toch onuitsprekelijk wee
moedig. Zij dacht aan den droom, dien ze
eens droomde, en hoorde Hellmuths woor
den: „Ook wat gij u als het geluk van Eden
hebt gedroomd, moet eerst aan soherven
liggen voordat de bruidskroon uw lokkon
zal tooien."
„Ja, mijn Heer en God, uit mijn para
dijs ben ik verdreven; wat zou ik nog te
wachten hebben? Mijn hareD zijn reeds te
grijs geworden voor een bruidskans. Daar
om smeek ik U, Almachtig God, beschik
bet in Uwe genade, dat hij om de slapen
van Margot gevlochten wordt. Niet meer
mijn geluk, maar het hare smeek ik van
Uwe hand 1''
Eensklaps vlamde een helder licht aan
aen hemel op. Een verschietende ster
scheen een antwoord vol belofte op haar
bede te brengen.
Als de stormwind snelde Wolfgang door
de straten der residentie, maar niet om te
vernielen hetgeen hem in den weg kwam.
Integendeel
Geloof, hoop en liefde leenden hem hun
vleugelen. De sneeuwvlokken warrelden om
zijn hoofd cn smolten op zijn gloeiend ge
laat; als tranen liepen ze over zijn wangen.
En toch was de officier niet tot tranen en
klachten gestemd, hoewel hij zonder verlo
vingsring en zonder de toestemming der
strenge tante uit het huis van mevrouw
von Kreutzer vertrokken was. Eigenlijk zou
dat ook te veel geluk zijn geweest 1 Zijn
levendige fantasie had hem wel de moge
lijkheid daarvan voorgespiegeld, maar dat
die mogelijkheid terstond werkelijkheid wor
den zou, aan de vervulling van dien stouten
wensch had hij toch nooit waarlijk geloofd.
Hij was er bijna vast van overtuigd geweest,
dat Margots tante hem eens en voor altijd
baar huis zou ontzeggen, en in plaats daar
van kreeg hij, ja wel zijn afscheid, maar
met een tot weerziens. Kon hij het gebro
ken kopje door een nieuw vervangen, dan
was Margot de zijne. Dat had tante beloofd
en zij was een strenge, maar ook oprechte
vrouw, op wier woord men huizen bouwen
kon. Wolfgang had het gevoel alsof hij van
blijdschap zijn hoofddeksel omhoog moest
gooien tusschen de sneeuwvlokjes in.
Een nieuw kopje 1 Eigenlijk was het toch
wel wat naïef van mevrouw von Kreutzer,
om hem op een dergelijke proef te stellen.
Wat was dat nu voor kunst bij den tegen-
woordigen toestand onzer industrie, om
een kopje, van welke soort dan ook, zoo na
to maken, dat men namaak en model niet
meer onderscheiden kon? Dat was immers
kinderspel 1 Bravo 1 Daar hebben we al den
éérsten porselein- en glaswinkel, zelfs nog
verlicht en openl Vooruit dan en het kopje
uit het Hemelsche Rijk nabesteld I Luite
nant von Soltau trad haastig binnen. Zijn
schako zat een beetje te veel achterover,
zijn oogen schitterden in het hoogrood ge
kleurde gelaat. „Bonsoir, juffrouwIk
heb een ongelukje gehad en een lcopjo gebro
ken en wou nu eens vragen of u me er pre
cies zoo een zoudt kunnen laten namaken."
„Natuurlijk, luitenant."
„Kom, dat is goed. Maar waar heb ik nu
het oorpus delicti? Aha, hier!"
Wolfgang diepte met moeite het kopje en
het driekante stukje, dat er uit gebroken
was, uit den zak van zijn uniformjas op. I
„Het fatsoen is wol wat ongemeen, maar
dat doet er zeker wel niet toe, nietwaar?"
De juffrouw maakte een beweging van
schrik.
„Chineesch? Hm, ja, dat maakt do zaak
ingewikkelder; op hefj fatsoen komt het
minder aan, maarEn zij bekeek hot
kopje nauwkeurig.
„Zonderling! Zoo'n soort heb ik nog nooit
gezien 1 Zou dat wel porselein zijn, luite
nant?"
„Ja, lieve hemel, dat zult u toch wel het
beste weten. Wat zou het anders zijn?"
De jonge dame hield het kopje tegen het
licht. „Dat heeft wel iets van glas, of zoo
iets tusschen melkglas en porselein. En dan
dat vreemde patroon. Dat ligt er geheel
bovenop! Net als bij Hongaarsch majolikai"
Zij schudde nadenkend het hoofd.
„Waar komt dat kopje vandaan, luite
nant?"
„Dat mag Joost weten! 't Is een oud erf
stuk. Maar wat doet dat er ook toe Hoe
lang duurt het voordat het nieuwe kopje
klaar is?"
De juffrouw draaide zich om en riep den
patroon. Een oud heer kwam uit do kamer
daarnaast, boog en keek de juffrouw vra
gend aan.
„Mijnheer, hier ia een bestelling, waar
van ik niet zeker weet of wij zc wel kunnen
aannemen. De luitenant wenscht, dat er
een kopje gemaakt wordt precies naar dit
gebroken model."
„Heel goed."
De oude heer wreef zijn bril af, nam het
kopje, keek verbaasd op, hield het tegen
het licht, woog het op zijn hand, wreef er
een beetje op en zuchtte diep: „Dat is iets
zeer buitengewoonszoo iets licb ik nog
nooit verkocht. Hm, dit soort porselein en
dat schilderwerk."
Hij staarde, in gedachten verzonken, naar
do scherven.
„Moet het precies zóó worden nagemaakt
luitenant?"
„Zeer zeker, zoo precies mogelijk't Moet
bij het andere servies passen. Zeg u me nu
maar, wanneer ik het nieuwe kopje afha
len kan."
Do oude heer lachte en haalde verlegen
zijn schouders op, keek de juffrouw aan eu
wikkelde het kopje voorzichtig in zijde
papier. „Eerlijk gezegd, luitenant, is 't me
onmogelijk u eon kopje te verschaffen. Ik
wil u niet met ijdele belofte paaien. In heel
Europa zult u zoo'n kopje niet kunnen krij
gen, ten minste niet precies deze soort en
zoo beschilderd. Het uit China te bestellen
zou een kapitaal kosten en heel waarschijn
lijk toch zonder resultaat zijn. Het patroon
en de soort van het kopjo zJjn me totaal
onbekend, boewei ik er me anders op be
roemen kan, juist in Chinee-sche patronen
uitstekend thuis te zijn. Het servies, waar
toe dit kopjo behoort, schijnt te komen uit
de fabriek, die uitsluitend voor het Keizer
lijke Hof werkt cn die niets van haar
fabrikaat uitvoeren mag. Dat is me eeal
mooie geschiedenis."
(Wordt vervolgd.)