No. 15409. LEIDSCÏT DAGBLAD, Woensdag* 19 HTeT. Tweede Blad. Anno 1910. PERSOVERZICHT. Eerste Kamer. Faillissementen. Het Algemeen Christelijk-Sociaal Week- Had „Do Beukelaar" bevatte een uit- 'yoenge beschouwing naar aanleiding van de memorie van antwoord van mr. Troelst ra in zake diens enquête- foorstel. Uit de kantteckening van het weekblad op dio M. v. A. is het volgende overge- 'jnien. "Wij hebben het betreurd, dat men juist van de rechterzijde zich verplicht geacht Beeft, op dergelijke meer vormelijke gron- 3ën dit onderzoek te bestrijden. Meer vor- tnelijke gronden, want het kan toch zoo jmoeilijk ontkend, dat het van staatkundige beteekenis en in het algemeen belang is té achten een zaak, die juist ook op po Etiek terrein zooveel beroering wekte, tot Volkomen helderheid te brengen. Wil men nu echter streng naar den vorm vragen, en dan als elsch stellen, dat bij ieder onderzoek, door één der Kamers in te stellen, een onmiddellijk staatkundig 'gevolg moet kunnen bereikt, ook dan komt Bet ons voor, dat dit onderzoek aan dien 'eisch voldoet. Dr. Kuyptór bekleedt, als Minister van Staat, het hoogste eerambt, dat wij bezit ten. Een eerambt, waartoe hij door het huidig ministerie werd geroepen. En deze Boogc onderscheiding viel dr. Ivuyper wel in de eerste plaats ten doel, kan het an ders, uit hoofde van hetgeen hij als mi nister deed. Hierdoor ging dx. Kuyper be- hooren tot hen, die in den Nederlandschen Staat het allerhoogste staan; hoe weinigen immers worden tot dit zoo hooge eerambt van Minister van Staat geroepen. Hierdoor bekleedt dr. Kuyper een officieel© waar- 'digheid van den eersten rang. Als hoofd der Anti-Rev. partij mag de beteekenis en invloed van dr. Kuyper fei telijk veel en veel grooter zijn, dit alles is in Zekeren zin officieus. Naar den vorm kan men willen zeggen, dat wat teen partij hoofd doet of hoeft gedaan, ten slotte onze volksvertegenwoordiging niet aangaat. Maar gansch binders staat het met iemand, die een eerambt bekleedt, dat feitelijk in eetro nog liooger staat dan het gewone minister- ambt. Wat zulk een Minister van Staat doet of heeft gedaan op de publieke erve des le vens, raakt dus wel degelijk ook de volks vertegenwoordiging. En dit nog te meer, Zoo dit alles betreft Idat vroegere actieve ministerschap, waarvan het eere-minister- eohap van Haat als de bekroning was. Dit raakt als vanzelf èn het huidige mi nisterie èn de volksvertegenwoordiging. H?t hoogste eerambt, man bedenke wel, dat het 'geen ridderorde, maar een ambt is, mag niet bekleed door wie van corrupt ie' wordt verdacht. Laat de Regeering dit alles gaan, 'dan kan de volksvertegenwoordiging zich. 'door een, onderzoek Bet noodige licht ver- eohaffen. En blij let dan, dat waarlijk cor- fcuptie bestaat, dan is hot aan het zittend ministerie, den Minister van Staat, die deze corruptie pleegde, ter ontslag uit dit eer ambt voor te dragen. Voor hetgeen het mi nisterie in deze dan al of niet wenscht te doen, is het aan de volksvertegenwoordiging verantwoording schuldig. Dit alles klemt te meer, waar in het onderhavige geval juist op voordracht van liet zittend ministerie hij, dio thans van Óorruptie wordt verdacht, tot Minister van Staat werd benoemd. Zoo kan dus, alles zuiver naar den vorm gerekend, een onderzoek naar hetgeen de Minister van Staat, dr. Kuyper, als ge- !woon minister verrichte, wel degelijk on- ïniddellijk practisch staatkundig gevolg heb ben. Dit alles wat den vorm betreft. Wat 'den inhoud der zaak aangaat-, komt liet ons voor, dat de rechterzijde, als meerderheid, thans den ongerepten naam van dr. Kuyper in zekeren zin in handen heeft. Dit be denke zij wel. Bij een particulier ondcr- 'zbek missen de onderzoekers ieder dwang middel en is het zeer wel mogelijk, zoo niet waarschijnlijk, dat de zaak-Kuyper voor Beel het volk niet tot helderheid komt. Zoo blijft dan deze vlek op den politieleen Imam van dr. Kuyper rusten. Indien de rechterzijde dit wil verhoeden, indien zij zelf in dr. Kuypers onschuld ge looft en een parlementair onderzoek aandurft, dan aanvaarde zij dit onderzoek. Verwerpt ziB' het voorstel, wordt aldus dé mogelijk heid van diepgaand onderzoek afgesneden, aan do rechterzijde do schuld, zoo in onze historie dr,. Kuypers politieke naam niet ongerept is. Dit hebben vooral de Anti-Re volutionairen wel te weten. En er is meer. Zij, die het Christelijk beginsel vooropstellen, hebben ook zelfs den schijn van doofpot-politiek te mijden. Des ,te erger, zoo straks bij Verwerping van de enquête doofpot-politiek haast niet lean ont kend. Hierbij zij nog tweeërlei opgemerkt. Het 5s gevaarlijk op grond van een staatsrech terlijk betoog (hetwelk bovendien 6treng juridisch' bestreden wordt), dat door vele juristen en in ieder geval schier alge meen buiten den kring der ju- rusten, als niets dan een spitsvondigheid wordt beschouwd, een parlementair onder zoek. -door een groot doel van ons volk noodzakelijk geacht, uit te sluiten. Naar volksopvatting, naar hetgeen in hét volk leeft, en dit hoeft toch ook zeker voor de rechterzijde beteekenis, gaat het hier en kel om de vraag of de Tweede Kamer een onderzoek wil. En eindelijk is en blijft het aandringen op enquête, de noodzakelijkheid van parle mentair onderzoek de schuld van dr. Kuy per zelf. Zoo hij in stcê van verklaringen, waarin het leugenachtige niet werd gemist, een'duidelijke, heldere uiteenzetting der fei ten had gegeven, stond dit alles nu an ders. Thans werd juist de verdenking ster ker. Zoo aanvaarde men de enquête. En moge dan door die enquête blijken, dat dr. Kuy per aan hetgeen, waarvan men hem ver denkt, onschuldig staat In het ;,KafHoliëk Schoolblad'1 schrijft S. over het' ontslag bij huwe lijk: Wordt het ontwerp „ter regeling der po sitie van vrouwelijke rijksambtenaren en onderwijzeressen bij het openbaar Jager onderwijs, die in het huwelijk treden," tot wet verheven. en daaraan behoeft niet te worden getwijfeld dan zal daardoor een einde zijn gemaakt aan de oppositie, die, zich grondende op „in-strijd-met-de-wet" tot nu toe tegen sommige Gemeenteraden, die al tot Bet ontslaan van gehuwde onderwij zeressen waren overgegaan, ten minste met een schijn van gerechtvaardigdheid kon worden gevoerd. Het wetje zal zuivere toestanden schep pen, en !dat i s al veel. Bovendien zullen vele andere Gemeente besturen, die zich t ot nog toe door vrees voor wetschennis lieten weerhouden, 'dan in staat zijn zonder scrupules die maat regelen te nemen, welke ten opzichte der gehuwde onderwijzeres in het belang der school len ter wille van het gezins leven der betrokkenen zJTf noodzakelijk zijn. 't Behoeft niet gezegd, dat wij het wets ontwerp toejuichen, en het spoedig tot stand-komen dezer wetsbepalingen van harte hopen. Onze zienswijze in deze' is bekend. Trouwens: de practijk van het R.-K. bij-: zonder onderwijs was met de strekking van minister Heemskerks wetje al lang in O. vere ens temming. In al onze „akten van benoeming", inge voerd 1 Januari 1906, vinden wij deze be paling: „Treedt een onderwijzeres in het huwelijk, dan is zij verplicht ontslag aan te vragen met ingang van een maand vóór de voltrekking van het huwelijk." En, waar wel eens op gewezen mag wor den, noch vóór, noch na het vaststellen, dezer akten, die in overleg met onze orga nisaties zijn opgemaakt, heeft ook maar één onzer gepoogd aan deze bepaling te tomen. Zóó van-zelf-sprekend is het in Room- sche kringen, dat de onderwijzeres, diei huwt, de school verlaat, om zich te wijden aan haar gezin, en de schoolopvoedinjg voor schade te bewaren." De hoefijzer-correspondent van het „Handelsblad" schreef omtrent de ontwer p-b eginselverk 1 a r i n g dor „Liberale Unie": Nu is de beginselverklaring, zooala die door de programcommissie is ontworpen, zeker nogal ruim en vaag. Aan den anderen kant bevat ze concrete desiderata „vrij zinnige handelspolitiek", „krachtige social© hervormingen", „uitoefening van het volle staatsburgerschap door allen, die niet om redenen van staatsbelang daarvan behooren te worden uitgesloten" die niet in een beginselverklaring thuis hooren en die er op schijnen te duiden dat het stellen van. een zuiver abstract beginsel in Ume-kringen nog niet vlot gaat. Maar laat ons niet alles opeens verlangen en aannemen, dat een volgend maal de beginselverklaring wel weer wat zal worden gezuiverd. Het beginsel is echter vooral nogal vaag aangeduid. „Het hoofdbeginsel" zoo lezen wijT „is bet beginsel der vrijheid". Ons komt het voor, dat men hier te doen heeft met een te waardeeren, maar niet geheel ge slaagde poging tot beginselverklaring. Te hooi en te gras worden daarna ©enige ver duidelijkingen gegeven, maar dat geschiedt te weinig systematisch om daarmee een pre ciseering van het beginsel te kunnen berei- kon. En hoe noodig deze nochtans ware, hoe weinig „het beginsel der vrijheid" op zichzelf nog zegt, blijkt bij bet lezen van par. 4 van het hervormingsprogram, waar in de ontwerpen het met „het beginsel der vrijheid" te rijmen achten om dwangverze kering in zake invaliditeitsvoorziening voor te staan Ons lijkt deze combinatie onge rijmd. Maar in elk geval bewijst dit mee- ningsverschil hoezeer een scherpere begin sel formuleering noodig was. En toch En toch verheugen wij ons niet alleen over het feit van het opstellen der begin selverklaring, maar ook over het noemen van de vrijheid als kern daarvan. Mogelijk blijft 't bij een phrase. Maar mogelijk ook niet. Wellicht zal de „Liberale Unie", nu ze eenmaal over haar leidend beginsel is gaan nadenken, ook haar daden aan dat be ginsel gaan toetsen en bet eene met het andere gaan zuiveren. Het zal zaak zijn, om te zien of haar da den in overeenstemming met de woorden van haar beginselverklaring zullen zijn. Maar geheel zonder hcop zijn wij toch niet. En de beginselverklaring lijkt ons althans de mogelijkheid van een stap in een nieuwe, een betere richting. De „N ieuwe Provinciale Gro ninger Courant" heeft van de be ginselverklaring studie gemaakt. Het blad zegt: Men, mag een heelen dag op deze verklar ring turen een halve week ook zonder te weten wat er eigenlijk in staat. Natuur lijk, de „Liberale Unie,; wil „uitbreiding en verhooging van zedelijk, geestelijk en stoffelijk welvaren van het geheele volk" en dit samengaande met een harmonische verhouding tusschen de belangen van indi viduen en groepen en die van het geheel- Maar houvast zit er weinig aan zulk een, „frase". Men kan vragen: Wat verstaat men onder zedelijk en geestelijk welvaren? De „Liberale Unie" wil vergemakkelijking van echtscheiding. Voorts do bevestiging der openbare school. Zij noemt het bijzon der onderwijs niet eens en spreekt alleen smalend van „sekte-scholen". Zal door dit alles waarlijk bet zedelijk en, geestelijk wed varen van het volk worden „uitgebreid en verhoogd" Er zijn er velen, die er anders over denken. 't Is hier maar de vraag, wat men onder zedelijk en geestelijk welvaren verstaat. „Harmonische," zoo gaat het blad verder, ontwikkeling tusschen de belangen van in dividuen en groepen en die van 't geheel. De grootste helft van het volk schijnt echter gevaar te loopen van die harmonie uitgeslo ten te zijn. Of zal zjj de disharmonie zijn, die verdwij nen moet, voor de harmonie der „Liberale Unje" volkomen zal zijn? „Het hoofdbeginsel, dat het streven naar bereiking van dat doel moet beheerschen, is het beginsel der vrijheid". Zelfs de „Nieuwe Rotterdam- sche Courant" heeft deze omschrij ving erg vaag gen,oemd en gezegd: vrijheid, alleen vrijheid. Maar wordt er in de „Liberale Unie" niet gedacht om het gezag? Vrijheid dat wil ook de anarchist. Vrij heid, dat vragen ook wij. Maar onder die vrijheid wordt dan telkens heel iete anders verstaan. Welke vrijheid verkiest do „Liberale ■Unie" Vrije uiting van gedachte, persoonlijke vrijheid gehandhaafd, vrije ontwikkeling der iq het volk aanwezige krachten een „vrijzinnige handelspolitiek" daar begint het een gewoon menscli te schemeren. Men vraagt zioh af: Meent de „Liberale Ui\ie", dat vrijzinnig en vrij woorden van één beteekenis zijn? Dan heeft een „eeuw van strijd" het ons wel anders geleerd. De conclusie, waartoe het blad komt, is deze: Voorzeker zal men zelden een meer stum perachtige beginselverklaring ergens vin den. En het pleit niet voor de kracht eener partij, dio in zulke vaagheden haar diepst verlangen uitdrukt. Een enkel woord zegt ons echter heel dui delijk, wat wij in de „Liberale Unio" voor hebben. Het woord „sektescholen" is welspreken der dan heel de beginselverklaring met het ontwerp-progTam van hervorming incluis. Het be teekent, dat men vai\ het „beginsel der vrijheid" nog beel weinig verstaat. Aan „D e Residentiebode" is het volgende ontleend: Waar moot dat allés heen? Waar zal, vol gens dit ontwerp-program, de Unie komen te staan? heeft men gevraagd, En men wees op de onvaste belijning. In de begin selverklaring vurige liefde voor „de vrij heid", welke in de uitwerking der practi- sche paragrafen smadeb'jk wordt afgeschud, althans al van zeer platonischen aard blijkt te zijn. Zal de Unie meer overhellen naar de vrij-liberalen of zal zij een zwenking mar ken wat ze practisch reeds vaak deed naar de vrijzinnig-dómocraten? Duidelijk is het niet, maar het heeft er o.L veel van weg, dat zij beide dingen te gelijk wil doen. Een kniebuiging naar links-vrijzinnig, een kniebuiging naar rechts-vrij zinnig. „D e N ederlandcr" eindigt oen ar tikel over de nieuwe nota van den heer Van Heeckeren aldus: Inderdaad, van een nieuwe wending in de jongste nota van den heer Van Heeckeren kan men spreken, het is de wending, die deze oud-diplomaat behoeft om zijn draai te nemen. Wellicht om do vriendschapsbanden met zijn „zegsman" vast te houden, schuift hij den Minister voor het doel, waarop hij zijn pijlen richt. Zoo schiet hij wel in dezelfde richting, maar het doelwitis een ander. Intusschen sou dan ook een andere „Standaar d"-pijl doel hebben getrof fen, nl. die, waarbij verzekerd word, dat dit blad niet bedoeld bad: „op den heer Van Heeckeren de blaam te leggen, dat rijn be weren louter verzinsel zou zijn." Men zou, het een met het ander in ver band gebracht, acker orgaan kunnen nazeg gen: „De zoen is getroffen", het is tus schen den heer Van Heeckeren en zijn „zegs man" weer in orde gekomen, en nu moet er natuurlijk een zondenbok de woestijn in wor. den gejaagd. Die sondenbok zal dan de beer Van Swindcren moeten zijn. Daarvoor pleit ook de virtuositeit der hartstochtelijkheid, waarmede do heer Van Heeckeren ettelijke malen in zijn nota op dien bewindsman aanvalt, en dat op een wijze, die misschien in een debgting-club eenig succes kan hebben, maar tusschen di plomaten weinig gebruikelijk is. Van dezelfde hartstochtelijkheid wordt ook „een Nederlandsch dagblad" het slacht offer, in welka poover conterfeitsel, wij, helaas, onze eigen armzalige figuur meenen te moeten ontdekken, al noemt de heer Van Heeckeren onzen naam niet. De heer Van Heeckeren trouwens is zeer bescheiden in het noemen van namen. Niet alleen dr. Kuyper wordt in de jongste no ta niet met name genoemd, maar ook wach ten wij nog tevergeefs op de namen van de oud-ministers en Kamerleden, op wier me deweten van den brief de beer Van Heookeren zich voormaal8 beroepen beeft. Ons dunkt, niets kon zoozeer geschikt zijn om ons en anderen in de gelegenheid te stel len, te oor doelen waar nu eigenlijk de „ver gissing" schuilt, dan juist het mededeelen. van die namen, en ons er van te over tuigen, dat inderdaad „bij den minister van buitenlandsche zaken zelf de geïncrimineer de „vergissing sal te zoeken zijn Nu de heer Van Heeckeren ons die we tenschap onthoudt, en ons daarentegen te gemoet treedt achter het schild van den schrijver in „De Telegraaf', wiens aanval uit het duister door heel de pers als onbehoorlijk is afgewezen, houde hij ons ten goede te ooncdudeeren, dat zijn nieuwe nota ons behoudens misschien zain aanbod tot overlegging zijner persoon lijke briefwisseling geen stap verder brengt, en dat wij dus heden. nog precies zoo ver zijn als op den 30sten Maart LL, toén wij schreven, „dat de vraag, wie van beiden, dr. Kuyper of baron Van Heecke ren, willens of onwillens, aan de waarheid te kort doet, door ons niet kan worden be antwoord." SPORT. Hippische Sport. .Courses te .Woestduin. 15. Mei.- i (Troubadour.prijs: Prijzendraverij 4e kl. Afstand 2000 M- 1. April,- 2030 M. in *3 min. 47*/s sec. 2. Erik, 1950 M. in 3 min. 51s/5 sec. yakntine-prijsVerkoopsren op de vlak ke baan vooi; inlandsche paarden van 3 jaar en ouder. Afstand 1300 M. 1. Golden Lad, 56 KG., in 1 min. 29Vs sec. 2. De Vleermuis, 541/j KG., 5 lengton achter. Amiëns-prijsPrijzendraverij 2e en 3e klasse. Afstand 2800 M. 1. Lohengrin, 2900 Ml in 4 min. 56 sec. 2. Sierra Fils, 2925 ML in 4 min. 57 she. Le-Cid-prijsVerkoopsren op de vlakke baan voor paarden van drié jaar cn ouder. 1. Yole, 62 KG. in 2 min. 31s/s sec. 2. Aemilia, 62 KG., vele lengten achter. De Gouden Zweep. Heat-prijzcndraverij le klasse. Afstand 1600 M. Eerste heat. 1. Lady Hesperus, 1610 M. in. 2 min. en 354/s sec. 2. Foottit, 1630 ML in 2 min. 38l/5 sec. Tweede heat. 1. Lady Hesperus in 2 min, 344/j sec. 2. Foottit in 2 min. 37s/s sec. Billiton-prijsRen vlakke baan voor paarden van 3 jaar en ouder. Afstand! 1300 M.: 1. Pastry, 61 KG.,- in 1 min. 284/s sec. 2. Haematite, 63 KG.,- 7* lengte achter. 16 Mei. Bussum-prijsPrijzendraverij 4e klasse. Afstand 2400 M. 1. Matos, 2400 AL in 4 min. 162/s sec. 2. Vlok, 2425 ML in 4 min. 19s/s sec. Utrecht-prijs: Producten Ren V. Ren vlakke baan voor inlandsche paarden van 3 jaar. Afstand 1800 ML 1. Luna, 6573 KG., in 2 min 476 sec. 2. Eersteling, 551/* KG.,- 17* lengte achter. Breda-prijsPrijzendraverij 3e en 4é klasse. Afstand 2000 M. 1. Admiraal C, 2060 ML in 3 min. 31 sec. 2. Drusbacka, 2060 Ml. in 3 min. 34 sec. Rottérdam-prijsVerkoopsren vlakke baan voor paarden van 3 jaar en ouder. Afstand 1000 M. 1. Jack in the Box, 57 KGL in 1 mini- 9 s. 2. de Vleermuis, 517* KG., 7# 1* achter. Haarlem-prijs: Prijzendraverij le klasse. Afstand 2000 'M. 1. Cleo D, 2140 ML in 3 min. 24 sec. 2. Minnie H., 2180 M. in 3 min. 244/s sec. Amsterdam-prijs: Ren vlakke baan voor paarden van 3 jaar en ouder. Afstand) 2000 M. 1. Crainquelaillé, 567* KG. in 2 min 165/ö sec. 2. Poker, 61 KG.,- vele lengten achter. STAND. V oetbaL Loidsch'o Voo tb al-B dn <L Eerste Klasse. Eindstand. lil No. Voretol jlogon. 5 i i j i L L. V. V. 10 8 17 34-10 L70 3. D. 0. a L. 10 3 13 34-18 L30 8. 't Vierdo 10 6 4 12 28-23 1.30 4. De 8portman II 10 5 5 10 23-18 1.- 5. AJax UI 10 8 4 15-42 0.40 6. Berosteyn 10 a 8 4 10-33 0.40 Opgave van personen, die ileh te beiden hebben gevestigd. J. den Duijn, Oude Vest 107, bouwk. ppziahter. Af. van Oostende, Haven 11. M. Th. Rlompé, Hooge Rijndijk 25, on* der wij zeros. A. M. de Nie, Heerengracht 112. J. Witsenburg, Afeutjesstccg 15, metse laar. J. Vos en gezin, van der Helmstraat 24, sigarenmaker. O. J. J. Aders, Br eestraat 13, kapper. J. Bakker, Hoogcwoerd 144, dienstbode. J. Meinsma, Heerensteeg 33, kleermaker. A. van Vclzon, Heerenstraat 1, dienst bode. A. Dories, Acad. Ziekenhuis. G. Giezen, 4de Binnenvestgracht 53, si garenmaker. Al. Guldcmond, Breestraat 156, dienstbode. J. J. J. Cloux, Rijnkade 4, steenhouwer. J. de Boer, Stationsweg 51, dienstbode. C. Luiken en gezin, Heerensingel 32, grond werker. W. Heukels, Hooigracht 75. P. Exalto en gezin, Utr. Jaagpad 56, fabrieksarbeider. L. Af. B. Herfkens, Aalmarkt 28. H. P. van .Waardcnburg, Haarlemmer straat 160, dienstbode. A. van der Wal, Morsohsfcraat 37, arbei der. J. E. van Unen, Aaad. Ziekenhuis, leer ling-verpleegster. G. van den Berg, Hoogl. Kerkgracht 22, dienstbode. J. P. GoedbloedDe Jongh en gezin, Vrco- wijkstraat 17. M. Th. Vinck, Oude Vest 223, kapelaan. T- Batelaan, Hoog© Rijndijk 213, diénst- Af. Piket, Heerengracht 134. G. F. Wouters, H. G. Weeshuis, Hoogl. Kerkgr., portier. A. van Riet en gezin, Haven 24 AL, boek houder. Af. C. Hooft, Acad. Ziekenhuis. A. van der Horst, Levendaal 118. H. van der Poel en gezin, Utr. Jaag pad. 66, arbeider. G. van Dissel, Hooigracht 102, dienst bode. A. M. van de Ven en gezin, Oude Rijn 51 A, oondiicteuf.^ De nieuwe predikant t e Rotterdam. De Memorie van Ant\.oord van den mi nister van Financiën nopens het wetsont werp tot verhooging van de begrooting voor dit jaar bevat geen nieuwe motieven voor het verleenen van den gevraagde*, steun. Naar do meening van den Minister is in do Tweede Kamer duidelijk aangetoond, dat aan vermeerdering van het getal predi kanten der Hervormde gomeente te Rotter dam groote behoefte «.estaat en zijn voort^ volgons den Minister, klemmende argumen ten aangevoerd ten bctoogo van het alles zins gemotiveerde dat door het Rijk in de kosten van salarieering van een nieuwen predikant worde bijgedragen. Er is op ge wezen dat het ledental dier gomeente in de laatste dertig jaren van beneden 75,000 tot boven 150,000 is gestegen, terwijl het getal der predikanten hetzelfde is gebleven; dat die zeer sterko uitbreiding het reclit- streeksch gevolg is geweest van den aanleg van werken van rijkswege en van do bui tengewoon .snelle en krachtige ontwikke ling van Rotterdam's handel en scheep vaart; dat de overgroote meerderheid dor nieuwe leden onbemiddclden en zelfs voor een groot deel armlastigen zijn cn juist vole welgestelden in de laatsto jaren zich van de gemeente hebben afgescheiden, zoodat haar financieele draagkracht niet te hoog moet worden aangeslagen; en ein delijk dat de gemeenteleden voor de uit breiding van het aantal leeraren reeds uit eigen middelen een aanzienlijke som hebben bijeengebracht en het vragen om geld uit 's Rijks kas dus niet is geweest een zich trachten te onttrekkon aan het zelf zooveel mogelijk bekostigen van do uitgaven ter voorziening in het tekort aan geestelijko hulp. Voorbereidend militair onderricht. Ingevolge hot bepaalde in do Rogoling van het Voorbereidend Alilitair Onderricht, zal do laanmolding tot deelneming aan dit onderricht, dat kasteloos wordt verstrekt, moeten geschieden vóór dan lslen Juni eerst komende on wal: a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting- Artillerie in garnizoen ligt, bij den Com mandeerenden Officier der Infanterie of dor Vesting-artillerie b. in de overige plaatsen bij den Bur gemeester der gemeente. Bedoelde Comm.andeerondo-0 ffi cieren cn Burgemeesters zendon vóór of op 1 Juli aan don Inspecteur der Infanterie een staat in, vermeldende onder moer, welke jongelieden, zich tot deelneming hebben aangemeld. Vermits nu door genoemden Inspecteur na ontvangst van bedoelde staten, a 11 e v c r- zoeken om alsnog tot hot onder- riöht te worden toegelaten, zuk Ion worden afgewezen, tenzij do be langhebbenden kunnen oantoonan, dat zij door verblijf in hot buitenland of om an dere redenen onschuldig zijn aan te late' aanmelding, meenen wo do jongelieden, dio aan het voorbereidend militair onderricht wonschon deel to nemen, dat 1 October as. begint, nadrukkelijk opmerkzaam te moe ten maken op do noodzakelijkheid zich daar toe vóór 1 Juni as. aan to melden, ter wijl wo tevens in herinnering brengen, dat gelijke aanmelding ook moot gc- soliiodoadoor lion, dioton vorigch jaro reeds aan het onderricht' doolnamon. Het onderzoek der enqnete- commisMie. Reeds jverd gemeld, dat B. on We. te Amsterdam, don hoer Resting, directeur dor X3 emeente-Eloctri ci I ei ts - werkenuit gene oJigd hebben twee maanden met verlof te gaan, cn zulks wegens da voor hem nadoeligo uitkomsten der enquête. Deze uitnoodiging aan welke de heer Resting reeds gevolg hooft gegevon, geschiedt op verzoek van do enquête-oommissio. Op een ander punt is oehtor geen overeenstemming verkregen' tusschen deze commissie cn hot college van B. en Ws. De enquête-commissie achtte het mede-noodzakelijk, dat twoo hoofd-ambtcna- ren van do Gomoentc-ElcctriciteitswarkenJ; do lieeron J. C. GrooLhoff, hoofdboekhouder, cn administratief leider, on L. H. Grivd, chef van do installaties, geschorst werden, omdat hun aanwezigheid in de Centrale den gang van het onderzoek in menig opzicht bemoeilijkte. Hierop weigerden B. en Ws. in te gaan en het gevolg van dio wei gering zal zijn, dat do commissie weldra, een beroep op den Gemeenteraad zal doen. Keurt deze zooals verwacht wordt do houding der oommissio goed, dus sluit de' Raad zich aan bij den wcnsch der com- missioom do beide hiervoor genoemde hoofd ambtenaren te schorsen, dan zal zich hati oonfiict, waarmqde de behandeling van dezë j&aak begon, cn dat lciddo tot hot aftreden.' van wethouder Dolprat, zich dus uitbreri den tót een oonfiict tusschen den gemeen teraad en het college van B. cn Ws. Voorloopig zal do oommissio haar werk zaamheden niet voortzetten. Hedenavond] houdt zij nog een korte en laatste verga dering, om definitief haar houding tegan,-* over B. en Ws. vast te stellen. Het „Hbkl." meldt, dat de heer A W« Bos, directeur van publieke werken tö Amsterdam, bij besluit van B. cn We. bo-« last is met de tijdelijke directio van da. gemeentelijke electriciteitswerkcn. O» Schakel, kooipman tc Nieuwcrbrug, gomeente Bodegraven. A. de Kemp, timmerman en aannemer^, te Utrecht. A Pastoor, aannemer te Stodum. H. Keuter, bakker, te Zwolle.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5