No. 15409.
LEIDSCÏT DAGBLAD, Woensdag* 19 HTeT. Tweede Blad.
Anno 1910.
PERSOVERZICHT.
Eerste Kamer.
Faillissementen.
Het Algemeen Christelijk-Sociaal Week-
Had „Do Beukelaar" bevatte een uit-
'yoenge beschouwing naar aanleiding van
de memorie van antwoord van mr.
Troelst ra in zake diens enquête-
foorstel.
Uit de kantteckening van het weekblad
op dio M. v. A. is het volgende overge-
'jnien.
"Wij hebben het betreurd, dat men juist
van de rechterzijde zich verplicht geacht
Beeft, op dergelijke meer vormelijke gron-
3ën dit onderzoek te bestrijden. Meer vor-
tnelijke gronden, want het kan toch zoo
jmoeilijk ontkend, dat het van staatkundige
beteekenis en in het algemeen belang is
té achten een zaak, die juist ook op po
Etiek terrein zooveel beroering wekte, tot
Volkomen helderheid te brengen.
Wil men nu echter streng naar den
vorm vragen, en dan als elsch stellen, dat
bij ieder onderzoek, door één der Kamers
in te stellen, een onmiddellijk staatkundig
'gevolg moet kunnen bereikt, ook dan komt
Bet ons voor, dat dit onderzoek aan dien
'eisch voldoet.
Dr. Kuyptór bekleedt, als Minister van
Staat, het hoogste eerambt, dat wij bezit
ten. Een eerambt, waartoe hij door het
huidig ministerie werd geroepen. En deze
Boogc onderscheiding viel dr. Ivuyper wel
in de eerste plaats ten doel, kan het an
ders, uit hoofde van hetgeen hij als mi
nister deed. Hierdoor ging dx. Kuyper be-
hooren tot hen, die in den Nederlandschen
Staat het allerhoogste staan; hoe weinigen
immers worden tot dit zoo hooge eerambt
van Minister van Staat geroepen. Hierdoor
bekleedt dr. Kuyper een officieel© waar-
'digheid van den eersten rang.
Als hoofd der Anti-Rev. partij mag de
beteekenis en invloed van dr. Kuyper fei
telijk veel en veel grooter zijn, dit alles
is in Zekeren zin officieus. Naar den vorm
kan men willen zeggen, dat wat teen partij
hoofd doet of hoeft gedaan, ten slotte onze
volksvertegenwoordiging niet aangaat. Maar
gansch binders staat het met iemand, die
een eerambt bekleedt, dat feitelijk in eetro
nog liooger staat dan het gewone minister-
ambt.
Wat zulk een Minister van Staat doet of
heeft gedaan op de publieke erve des le
vens, raakt dus wel degelijk ook de volks
vertegenwoordiging. En dit nog te meer,
Zoo dit alles betreft Idat vroegere actieve
ministerschap, waarvan het eere-minister-
eohap van Haat als de bekroning was.
Dit raakt als vanzelf èn het huidige mi
nisterie èn de volksvertegenwoordiging. H?t
hoogste eerambt, man bedenke wel, dat het
'geen ridderorde, maar een ambt is, mag
niet bekleed door wie van corrupt ie' wordt
verdacht. Laat de Regeering dit alles gaan,
'dan kan de volksvertegenwoordiging zich.
'door een, onderzoek Bet noodige licht ver-
eohaffen. En blij let dan, dat waarlijk cor-
fcuptie bestaat, dan is hot aan het zittend
ministerie, den Minister van Staat, die deze
corruptie pleegde, ter ontslag uit dit eer
ambt voor te dragen. Voor hetgeen het mi
nisterie in deze dan al of niet wenscht te
doen, is het aan de volksvertegenwoordiging
verantwoording schuldig.
Dit alles klemt te meer, waar in het
onderhavige geval juist op voordracht van
liet zittend ministerie hij, dio thans van
Óorruptie wordt verdacht, tot Minister van
Staat werd benoemd.
Zoo kan dus, alles zuiver naar den vorm
gerekend, een onderzoek naar hetgeen de
Minister van Staat, dr. Kuyper, als ge-
!woon minister verrichte, wel degelijk on-
ïniddellijk practisch staatkundig gevolg heb
ben.
Dit alles wat den vorm betreft. Wat
'den inhoud der zaak aangaat-, komt liet ons
voor, dat de rechterzijde, als meerderheid,
thans den ongerepten naam van dr. Kuyper
in zekeren zin in handen heeft. Dit be
denke zij wel. Bij een particulier ondcr-
'zbek missen de onderzoekers ieder dwang
middel en is het zeer wel mogelijk, zoo
niet waarschijnlijk, dat de zaak-Kuyper voor
Beel het volk niet tot helderheid komt.
Zoo blijft dan deze vlek op den politieleen
Imam van dr. Kuyper rusten.
Indien de rechterzijde dit wil verhoeden,
indien zij zelf in dr. Kuypers onschuld ge
looft en een parlementair onderzoek aandurft,
dan aanvaarde zij dit onderzoek. Verwerpt
ziB' het voorstel, wordt aldus dé mogelijk
heid van diepgaand onderzoek afgesneden,
aan do rechterzijde do schuld, zoo in onze
historie dr,. Kuypers politieke naam niet
ongerept is. Dit hebben vooral de Anti-Re
volutionairen wel te weten.
En er is meer. Zij, die het Christelijk
beginsel vooropstellen, hebben ook zelfs den
schijn van doofpot-politiek te mijden. Des
,te erger, zoo straks bij Verwerping van de
enquête doofpot-politiek haast niet lean ont
kend.
Hierbij zij nog tweeërlei opgemerkt. Het
5s gevaarlijk op grond van een staatsrech
terlijk betoog (hetwelk bovendien 6treng
juridisch' bestreden wordt), dat door vele
juristen en in ieder geval schier alge
meen buiten den kring der ju-
rusten, als niets dan een spitsvondigheid
wordt beschouwd, een parlementair onder
zoek. -door een groot doel van ons volk
noodzakelijk geacht, uit te sluiten. Naar
volksopvatting, naar hetgeen in hét volk
leeft, en dit hoeft toch ook zeker voor de
rechterzijde beteekenis, gaat het hier en
kel om de vraag of de Tweede Kamer een
onderzoek wil.
En eindelijk is en blijft het aandringen
op enquête, de noodzakelijkheid van parle
mentair onderzoek de schuld van dr. Kuy
per zelf. Zoo hij in stcê van verklaringen,
waarin het leugenachtige niet werd gemist,
een'duidelijke, heldere uiteenzetting der fei
ten had gegeven, stond dit alles nu an
ders. Thans werd juist de verdenking ster
ker.
Zoo aanvaarde men de enquête. En moge
dan door die enquête blijken, dat dr. Kuy
per aan hetgeen, waarvan men hem ver
denkt, onschuldig staat
In het ;,KafHoliëk Schoolblad'1
schrijft S. over het' ontslag bij huwe
lijk:
Wordt het ontwerp „ter regeling der po
sitie van vrouwelijke rijksambtenaren en
onderwijzeressen bij het openbaar Jager
onderwijs, die in het huwelijk treden," tot
wet verheven. en daaraan behoeft niet te
worden getwijfeld dan zal daardoor een
einde zijn gemaakt aan de oppositie, die,
zich grondende op „in-strijd-met-de-wet" tot
nu toe tegen sommige Gemeenteraden, die
al tot Bet ontslaan van gehuwde onderwij
zeressen waren overgegaan, ten minste met
een schijn van gerechtvaardigdheid kon
worden gevoerd.
Het wetje zal zuivere toestanden schep
pen, en !dat i s al veel.
Bovendien zullen vele andere Gemeente
besturen, die zich t ot nog toe door vrees
voor wetschennis lieten weerhouden, 'dan
in staat zijn zonder scrupules die maat
regelen te nemen, welke ten opzichte der
gehuwde onderwijzeres in het belang
der school len ter wille van het gezins
leven der betrokkenen zJTf noodzakelijk
zijn.
't Behoeft niet gezegd, dat wij het wets
ontwerp toejuichen, en het spoedig tot
stand-komen dezer wetsbepalingen van
harte hopen. Onze zienswijze in deze' is
bekend.
Trouwens: de practijk van het R.-K. bij-:
zonder onderwijs was met de strekking
van minister Heemskerks wetje al lang in
O. vere ens temming.
In al onze „akten van benoeming", inge
voerd 1 Januari 1906, vinden wij deze be
paling: „Treedt een onderwijzeres in het
huwelijk, dan is zij verplicht ontslag aan te
vragen met ingang van een maand vóór de
voltrekking van het huwelijk."
En, waar wel eens op gewezen mag wor
den, noch vóór, noch na het vaststellen,
dezer akten, die in overleg met onze orga
nisaties zijn opgemaakt, heeft ook maar één
onzer gepoogd aan deze bepaling te tomen.
Zóó van-zelf-sprekend is het in Room-
sche kringen, dat de onderwijzeres, diei
huwt, de school verlaat, om zich te wijden
aan haar gezin, en de schoolopvoedinjg
voor schade te bewaren."
De hoefijzer-correspondent van het
„Handelsblad" schreef omtrent de
ontwer p-b eginselverk 1 a r i n g
dor „Liberale Unie":
Nu is de beginselverklaring, zooala die
door de programcommissie is ontworpen,
zeker nogal ruim en vaag. Aan den anderen
kant bevat ze concrete desiderata „vrij
zinnige handelspolitiek", „krachtige social©
hervormingen", „uitoefening van het volle
staatsburgerschap door allen, die niet om
redenen van staatsbelang daarvan behooren
te worden uitgesloten" die niet in een
beginselverklaring thuis hooren en die er
op schijnen te duiden dat het stellen van.
een zuiver abstract beginsel in Ume-kringen
nog niet vlot gaat. Maar laat ons niet alles
opeens verlangen en aannemen, dat een
volgend maal de beginselverklaring wel
weer wat zal worden gezuiverd.
Het beginsel is echter vooral nogal vaag
aangeduid. „Het hoofdbeginsel" zoo lezen
wijT „is bet beginsel der vrijheid". Ons
komt het voor, dat men hier te doen heeft
met een te waardeeren, maar niet geheel ge
slaagde poging tot beginselverklaring. Te
hooi en te gras worden daarna ©enige ver
duidelijkingen gegeven, maar dat geschiedt
te weinig systematisch om daarmee een pre
ciseering van het beginsel te kunnen berei-
kon. En hoe noodig deze nochtans ware,
hoe weinig „het beginsel der vrijheid" op
zichzelf nog zegt, blijkt bij bet lezen van
par. 4 van het hervormingsprogram, waar
in de ontwerpen het met „het beginsel der
vrijheid" te rijmen achten om dwangverze
kering in zake invaliditeitsvoorziening voor
te staan Ons lijkt deze combinatie onge
rijmd. Maar in elk geval bewijst dit mee-
ningsverschil hoezeer een scherpere begin
sel formuleering noodig was.
En toch
En toch verheugen wij ons niet alleen
over het feit van het opstellen der begin
selverklaring, maar ook over het noemen
van de vrijheid als kern daarvan. Mogelijk
blijft 't bij een phrase. Maar mogelijk ook
niet. Wellicht zal de „Liberale Unie", nu
ze eenmaal over haar leidend beginsel is
gaan nadenken, ook haar daden aan dat be
ginsel gaan toetsen en bet eene met het
andere gaan zuiveren.
Het zal zaak zijn, om te zien of haar da
den in overeenstemming met de woorden
van haar beginselverklaring zullen zijn.
Maar geheel zonder hcop zijn wij toch
niet.
En de beginselverklaring lijkt ons althans
de mogelijkheid van een stap in een
nieuwe, een betere richting.
De „N ieuwe Provinciale Gro
ninger Courant" heeft van de be
ginselverklaring studie gemaakt. Het blad
zegt:
Men, mag een heelen dag op deze verklar
ring turen een halve week ook zonder
te weten wat er eigenlijk in staat. Natuur
lijk, de „Liberale Unie,; wil „uitbreiding
en verhooging van zedelijk, geestelijk en
stoffelijk welvaren van het geheele volk"
en dit samengaande met een harmonische
verhouding tusschen de belangen van indi
viduen en groepen en die van het geheel-
Maar houvast zit er weinig aan zulk een,
„frase". Men kan vragen: Wat verstaat
men onder zedelijk en geestelijk welvaren?
De „Liberale Unie" wil vergemakkelijking
van echtscheiding. Voorts do bevestiging
der openbare school. Zij noemt het bijzon
der onderwijs niet eens en spreekt alleen
smalend van „sekte-scholen". Zal door dit
alles waarlijk bet zedelijk en, geestelijk wed
varen van het volk worden „uitgebreid en
verhoogd"
Er zijn er velen, die er anders over denken.
't Is hier maar de vraag, wat men onder
zedelijk en geestelijk welvaren verstaat.
„Harmonische," zoo gaat het blad verder,
ontwikkeling tusschen de belangen van in
dividuen en groepen en die van 't geheel.
De grootste helft van het volk schijnt echter
gevaar te loopen van die harmonie uitgeslo
ten te zijn.
Of zal zjj de disharmonie zijn, die verdwij
nen moet, voor de harmonie der „Liberale
Unje" volkomen zal zijn?
„Het hoofdbeginsel, dat het streven naar
bereiking van dat doel moet beheerschen, is
het beginsel der vrijheid".
Zelfs de „Nieuwe Rotterdam-
sche Courant" heeft deze omschrij
ving erg vaag gen,oemd en gezegd: vrijheid,
alleen vrijheid.
Maar wordt er in de „Liberale Unie"
niet gedacht om het gezag?
Vrijheid dat wil ook de anarchist. Vrij
heid, dat vragen ook wij. Maar onder die
vrijheid wordt dan telkens heel iete anders
verstaan.
Welke vrijheid verkiest do „Liberale
■Unie"
Vrije uiting van gedachte, persoonlijke
vrijheid gehandhaafd, vrije ontwikkeling
der iq het volk aanwezige krachten een
„vrijzinnige handelspolitiek" daar begint
het een gewoon menscli te schemeren.
Men vraagt zioh af: Meent de „Liberale
Ui\ie", dat vrijzinnig en vrij woorden van
één beteekenis zijn?
Dan heeft een „eeuw van strijd" het ons
wel anders geleerd.
De conclusie, waartoe het blad komt,
is deze:
Voorzeker zal men zelden een meer stum
perachtige beginselverklaring ergens vin
den. En het pleit niet voor de kracht eener
partij, dio in zulke vaagheden haar diepst
verlangen uitdrukt.
Een enkel woord zegt ons echter heel dui
delijk, wat wij in de „Liberale Unio" voor
hebben.
Het woord „sektescholen" is welspreken
der dan heel de beginselverklaring met het
ontwerp-progTam van hervorming incluis.
Het be teekent, dat men vai\ het „beginsel
der vrijheid" nog beel weinig verstaat.
Aan „D e Residentiebode" is het
volgende ontleend:
Waar moot dat allés heen? Waar zal, vol
gens dit ontwerp-program, de Unie komen
te staan? heeft men gevraagd, En men
wees op de onvaste belijning. In de begin
selverklaring vurige liefde voor „de vrij
heid", welke in de uitwerking der practi-
sche paragrafen smadeb'jk wordt afgeschud,
althans al van zeer platonischen aard blijkt
te zijn. Zal de Unie meer overhellen naar
de vrij-liberalen of zal zij een zwenking mar
ken wat ze practisch reeds vaak deed
naar de vrijzinnig-dómocraten? Duidelijk is
het niet, maar het heeft er o.L veel van
weg, dat zij beide dingen te gelijk wil doen.
Een kniebuiging naar links-vrijzinnig, een
kniebuiging naar rechts-vrij zinnig.
„D e N ederlandcr" eindigt oen ar
tikel over de nieuwe nota van den heer
Van Heeckeren aldus:
Inderdaad, van een nieuwe wending
in de jongste nota van den heer Van
Heeckeren kan men spreken, het is de
wending, die deze oud-diplomaat behoeft
om zijn draai te nemen. Wellicht om do
vriendschapsbanden met zijn „zegsman"
vast te houden, schuift hij den Minister
voor het doel, waarop hij zijn pijlen richt.
Zoo schiet hij wel in dezelfde richting, maar
het doelwitis een ander.
Intusschen sou dan ook een andere
„Standaar d"-pijl doel hebben getrof
fen, nl. die, waarbij verzekerd word, dat dit
blad niet bedoeld bad: „op den heer Van
Heeckeren de blaam te leggen, dat rijn be
weren louter verzinsel zou zijn."
Men zou, het een met het ander in ver
band gebracht, acker orgaan kunnen nazeg
gen: „De zoen is getroffen", het is tus
schen den heer Van Heeckeren en zijn „zegs
man" weer in orde gekomen, en nu moet er
natuurlijk een zondenbok de woestijn in wor.
den gejaagd. Die sondenbok zal dan de beer
Van Swindcren moeten zijn.
Daarvoor pleit ook de virtuositeit der
hartstochtelijkheid, waarmede do heer Van
Heeckeren ettelijke malen in zijn nota op
dien bewindsman aanvalt, en dat op een
wijze, die misschien in een debgting-club
eenig succes kan hebben, maar tusschen di
plomaten weinig gebruikelijk is.
Van dezelfde hartstochtelijkheid wordt
ook „een Nederlandsch dagblad" het slacht
offer, in welka poover conterfeitsel, wij,
helaas, onze eigen armzalige figuur meenen
te moeten ontdekken, al noemt de heer
Van Heeckeren onzen naam niet.
De heer Van Heeckeren trouwens is zeer
bescheiden in het noemen van namen. Niet
alleen dr. Kuyper wordt in de jongste no
ta niet met name genoemd, maar ook wach
ten wij nog tevergeefs op de namen van de
oud-ministers en Kamerleden, op wier me
deweten van den brief de beer Van
Heookeren zich voormaal8 beroepen beeft.
Ons dunkt, niets kon zoozeer geschikt zijn
om ons en anderen in de gelegenheid te stel
len, te oor doelen waar nu eigenlijk de „ver
gissing" schuilt, dan juist het mededeelen.
van die namen, en ons er van te over
tuigen, dat inderdaad „bij den minister van
buitenlandsche zaken zelf de geïncrimineer
de „vergissing sal te zoeken zijn
Nu de heer Van Heeckeren ons die we
tenschap onthoudt, en ons daarentegen te
gemoet treedt achter het schild van den
schrijver in „De Telegraaf', wiens
aanval uit het duister door heel de pers
als onbehoorlijk is afgewezen, houde hij
ons ten goede te ooncdudeeren, dat zijn
nieuwe nota ons behoudens misschien
zain aanbod tot overlegging zijner persoon
lijke briefwisseling geen stap verder
brengt, en dat wij dus heden. nog precies
zoo ver zijn als op den 30sten Maart LL,
toén wij schreven, „dat de vraag, wie van
beiden, dr. Kuyper of baron Van Heecke
ren, willens of onwillens, aan de waarheid
te kort doet, door ons niet kan worden be
antwoord."
SPORT.
Hippische Sport.
.Courses te .Woestduin.
15. Mei.- i
(Troubadour.prijs: Prijzendraverij 4e kl.
Afstand 2000 M-
1. April,- 2030 M. in *3 min. 47*/s sec.
2. Erik, 1950 M. in 3 min. 51s/5 sec.
yakntine-prijsVerkoopsren op de vlak
ke baan vooi; inlandsche paarden van 3
jaar en ouder. Afstand 1300 M.
1. Golden Lad, 56 KG., in 1 min. 29Vs
sec.
2. De Vleermuis, 541/j KG., 5 lengton
achter.
Amiëns-prijsPrijzendraverij 2e en 3e
klasse. Afstand 2800 M.
1. Lohengrin, 2900 Ml in 4 min. 56 sec.
2. Sierra Fils, 2925 ML in 4 min. 57 she.
Le-Cid-prijsVerkoopsren op de vlakke
baan voor paarden van drié jaar cn ouder.
1. Yole, 62 KG. in 2 min. 31s/s sec.
2. Aemilia, 62 KG., vele lengten achter.
De Gouden Zweep. Heat-prijzcndraverij
le klasse. Afstand 1600 M.
Eerste heat.
1. Lady Hesperus, 1610 M. in. 2 min.
en 354/s sec.
2. Foottit, 1630 ML in 2 min. 38l/5 sec.
Tweede heat.
1. Lady Hesperus in 2 min, 344/j sec.
2. Foottit in 2 min. 37s/s sec.
Billiton-prijsRen vlakke baan voor
paarden van 3 jaar en ouder. Afstand!
1300 M.:
1. Pastry, 61 KG.,- in 1 min. 284/s sec.
2. Haematite, 63 KG.,- 7* lengte achter.
16 Mei.
Bussum-prijsPrijzendraverij 4e klasse.
Afstand 2400 M.
1. Matos, 2400 AL in 4 min. 162/s sec.
2. Vlok, 2425 ML in 4 min. 19s/s sec.
Utrecht-prijs: Producten Ren V. Ren
vlakke baan voor inlandsche paarden van
3 jaar. Afstand 1800 ML
1. Luna, 6573 KG., in 2 min 476 sec.
2. Eersteling, 551/* KG.,- 17* lengte
achter.
Breda-prijsPrijzendraverij 3e en 4é
klasse. Afstand 2000 M.
1. Admiraal C, 2060 ML in 3 min. 31 sec.
2. Drusbacka, 2060 Ml. in 3 min. 34 sec.
Rottérdam-prijsVerkoopsren vlakke baan
voor paarden van 3 jaar en ouder. Afstand
1000 M.
1. Jack in the Box, 57 KGL in 1 mini- 9 s.
2. de Vleermuis, 517* KG., 7# 1* achter.
Haarlem-prijs: Prijzendraverij le klasse.
Afstand 2000 'M.
1. Cleo D, 2140 ML in 3 min. 24 sec.
2. Minnie H., 2180 M. in 3 min. 244/s
sec.
Amsterdam-prijs: Ren vlakke baan voor
paarden van 3 jaar en ouder. Afstand)
2000 M.
1. Crainquelaillé, 567* KG. in 2 min
165/ö sec.
2. Poker, 61 KG.,- vele lengten achter.
STAND.
V oetbaL
Loidsch'o Voo tb al-B dn <L
Eerste Klasse.
Eindstand. lil
No.
Voretol jlogon.
5
i
i
j
i
L
L. V. V.
10
8
17
34-10
L70
3.
D. 0. a L.
10
3
13
34-18
L30
8.
't Vierdo
10
6
4
12
28-23
1.30
4.
De 8portman II
10
5
5
10
23-18
1.-
5.
AJax UI
10
8
4
15-42
0.40
6.
Berosteyn
10
a
8
4
10-33
0.40
Opgave van personen, die ileh te
beiden hebben gevestigd.
J. den Duijn, Oude Vest 107, bouwk.
ppziahter.
Af. van Oostende, Haven 11.
M. Th. Rlompé, Hooge Rijndijk 25, on*
der wij zeros.
A. M. de Nie, Heerengracht 112.
J. Witsenburg, Afeutjesstccg 15, metse
laar.
J. Vos en gezin, van der Helmstraat 24,
sigarenmaker.
O. J. J. Aders, Br eestraat 13, kapper.
J. Bakker, Hoogcwoerd 144, dienstbode.
J. Meinsma, Heerensteeg 33, kleermaker.
A. van Vclzon, Heerenstraat 1, dienst
bode.
A. Dories, Acad. Ziekenhuis.
G. Giezen, 4de Binnenvestgracht 53, si
garenmaker.
Al. Guldcmond, Breestraat 156, dienstbode.
J. J. J. Cloux, Rijnkade 4, steenhouwer.
J. de Boer, Stationsweg 51, dienstbode.
C. Luiken en gezin, Heerensingel 32, grond
werker.
W. Heukels, Hooigracht 75.
P. Exalto en gezin, Utr. Jaagpad 56,
fabrieksarbeider.
L. Af. B. Herfkens, Aalmarkt 28.
H. P. van .Waardcnburg, Haarlemmer
straat 160, dienstbode.
A. van der Wal, Morsohsfcraat 37, arbei
der.
J. E. van Unen, Aaad. Ziekenhuis, leer
ling-verpleegster.
G. van den Berg, Hoogl. Kerkgracht 22,
dienstbode.
J. P. GoedbloedDe Jongh en gezin, Vrco-
wijkstraat 17.
M. Th. Vinck, Oude Vest 223, kapelaan.
T- Batelaan, Hoog© Rijndijk 213, diénst-
Af. Piket, Heerengracht 134.
G. F. Wouters, H. G. Weeshuis, Hoogl.
Kerkgr., portier.
A. van Riet en gezin, Haven 24 AL, boek
houder.
Af. C. Hooft, Acad. Ziekenhuis.
A. van der Horst, Levendaal 118.
H. van der Poel en gezin, Utr. Jaag
pad. 66, arbeider.
G. van Dissel, Hooigracht 102, dienst
bode.
A. M. van de Ven en gezin, Oude Rijn
51 A, oondiicteuf.^
De nieuwe predikant t e
Rotterdam.
De Memorie van Ant\.oord van den mi
nister van Financiën nopens het wetsont
werp tot verhooging van de begrooting
voor dit jaar bevat geen nieuwe motieven
voor het verleenen van den gevraagde*,
steun.
Naar do meening van den Minister is in
do Tweede Kamer duidelijk aangetoond,
dat aan vermeerdering van het getal predi
kanten der Hervormde gomeente te Rotter
dam groote behoefte «.estaat en zijn voort^
volgons den Minister, klemmende argumen
ten aangevoerd ten bctoogo van het alles
zins gemotiveerde dat door het Rijk in de
kosten van salarieering van een nieuwen
predikant worde bijgedragen. Er is op ge
wezen dat het ledental dier gomeente in de
laatste dertig jaren van beneden 75,000 tot
boven 150,000 is gestegen, terwijl het getal
der predikanten hetzelfde is gebleven; dat
die zeer sterko uitbreiding het reclit-
streeksch gevolg is geweest van den aanleg
van werken van rijkswege en van do bui
tengewoon .snelle en krachtige ontwikke
ling van Rotterdam's handel en scheep
vaart; dat de overgroote meerderheid dor
nieuwe leden onbemiddclden en zelfs voor
een groot deel armlastigen zijn cn juist
vole welgestelden in de laatsto jaren zich
van de gemeente hebben afgescheiden,
zoodat haar financieele draagkracht niet
te hoog moet worden aangeslagen; en ein
delijk dat de gemeenteleden voor de uit
breiding van het aantal leeraren reeds uit
eigen middelen een aanzienlijke som hebben
bijeengebracht en het vragen om geld uit
's Rijks kas dus niet is geweest een zich
trachten te onttrekkon aan het zelf zooveel
mogelijk bekostigen van do uitgaven ter
voorziening in het tekort aan geestelijko
hulp.
Voorbereidend militair onderricht.
Ingevolge hot bepaalde in do Rogoling
van het Voorbereidend Alilitair Onderricht,
zal do laanmolding tot deelneming aan dit
onderricht, dat kasteloos wordt verstrekt,
moeten geschieden vóór dan lslen Juni eerst
komende on wal:
a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting-
Artillerie in garnizoen ligt, bij den Com
mandeerenden Officier der Infanterie of dor
Vesting-artillerie
b. in de overige plaatsen bij den Bur
gemeester der gemeente.
Bedoelde Comm.andeerondo-0 ffi cieren cn
Burgemeesters zendon vóór of op 1 Juli aan
don Inspecteur der Infanterie een staat in,
vermeldende onder moer, welke jongelieden,
zich tot deelneming hebben aangemeld.
Vermits nu door genoemden Inspecteur
na ontvangst van bedoelde staten, a 11 e v c r-
zoeken om alsnog tot hot onder-
riöht te worden toegelaten, zuk
Ion worden afgewezen, tenzij do be
langhebbenden kunnen oantoonan, dat zij
door verblijf in hot buitenland of om an
dere redenen onschuldig zijn aan te late'
aanmelding, meenen wo do jongelieden, dio
aan het voorbereidend militair onderricht
wonschon deel to nemen, dat 1 October as.
begint, nadrukkelijk opmerkzaam te moe
ten maken op do noodzakelijkheid zich daar
toe vóór 1 Juni as. aan to melden, ter
wijl wo tevens in herinnering brengen, dat
gelijke aanmelding ook moot gc-
soliiodoadoor lion, dioton vorigch
jaro reeds aan het onderricht'
doolnamon.
Het onderzoek der enqnete-
commisMie.
Reeds jverd gemeld, dat B. on We. te
Amsterdam, don hoer Resting, directeur dor
X3 emeente-Eloctri ci I ei ts - werkenuit gene oJigd
hebben twee maanden met verlof te gaan,
cn zulks wegens da voor hem nadoeligo
uitkomsten der enquête. Deze uitnoodiging
aan welke de heer Resting reeds gevolg
hooft gegevon, geschiedt op verzoek van
do enquête-oommissio. Op een ander punt
is oehtor geen overeenstemming verkregen'
tusschen deze commissie cn hot college van
B. en Ws. De enquête-commissie achtte het
mede-noodzakelijk, dat twoo hoofd-ambtcna-
ren van do Gomoentc-ElcctriciteitswarkenJ;
do lieeron J. C. GrooLhoff, hoofdboekhouder,
cn administratief leider, on L. H. Grivd,
chef van do installaties, geschorst werden,
omdat hun aanwezigheid in de Centrale den
gang van het onderzoek in menig opzicht
bemoeilijkte. Hierop weigerden B. en Ws.
in te gaan en het gevolg van dio wei
gering zal zijn, dat do commissie weldra,
een beroep op den Gemeenteraad zal doen.
Keurt deze zooals verwacht wordt do
houding der oommissio goed, dus sluit de'
Raad zich aan bij den wcnsch der com-
missioom do beide hiervoor genoemde hoofd
ambtenaren te schorsen, dan zal zich hati
oonfiict, waarmqde de behandeling van dezë
j&aak begon, cn dat lciddo tot hot aftreden.'
van wethouder Dolprat, zich dus uitbreri
den tót een oonfiict tusschen den gemeen
teraad en het college van B. cn Ws.
Voorloopig zal do oommissio haar werk
zaamheden niet voortzetten. Hedenavond]
houdt zij nog een korte en laatste verga
dering, om definitief haar houding tegan,-*
over B. en Ws. vast te stellen.
Het „Hbkl." meldt, dat de heer A W«
Bos, directeur van publieke werken tö
Amsterdam, bij besluit van B. cn We. bo-«
last is met de tijdelijke directio van da.
gemeentelijke electriciteitswerkcn.
O» Schakel, kooipman tc Nieuwcrbrug,
gomeente Bodegraven.
A. de Kemp, timmerman en aannemer^,
te Utrecht.
A Pastoor, aannemer te Stodum.
H. Keuter, bakker, te Zwolle.