No. 15401.
LÊÏDSCH DACr5LA9, Zaterdag* *7 Mei. Tweede Blad.
Anno 1910.
Financieele Causerie.
SCHETS UIT DE RECHTZAAL
De onaangename stemming, waarvan in
one vorig overzicht melding weid gemaakt,
heeft zich ook in 't begin der week ge
handhaafd. De gestadige daling te New-
iYork en de uiterst pessimistische geruch
ten en berichten die ons uit Amerika be
reikten, waxen oorzaak, dat alle markten
londer den invloed daarvan gedeprimeerd wa
ren. Het mag wel overbodig geacht worden
in herhaling te treden van al 't zwarte
nieuws, waarvan de New-Yorksche tele
grammen melding maakten. De quinbsssens
was, dat Amerika qouto que coute zijn be
talingsbalans m<ocst aanzuiveren; gegeven
den bn gunst i gen toestand der beleggings-
markt, had 't den schijn, alsof verdere goud-
uitvoeren moesten volgen, die echter weer
aanleiding konden geven tot een gespannen
toestand der New-Yorksche geldmarkt; van
den uitvoer van stapelartikelen maakte men
zich geen illusies, omdat die alleen dan
mogelijk was, als de prijzen van graan en
katoen zouden dalen; een achteruitgang iu
prijs bleef nochtans uit, althans bedroeg die
te weinig, om Europeesche vraag uit to
lokken- Een derde alternatief was een da
ling op de aandeelenmarkt, waardoor de
prijzen wellicht aantrekkelijk genoeg zou
den worden, om Europa tot aankoop te be
wegen. Dit laatste proces was feitelijk in
vollen gang; Londen en 't vasteland legden
wel neiging aan den dag tot 't opnemian
van fonds.
Zeer onverwacht ia cr intusschon een wen
ding gekomen in dezen stand van zaken.
Immers 't is gebleken, dat de laatste twee
dagen een aanzienlijk bedrag aan nieuwe
obligaties men spreekt van oen totaal
van 100 millioen dollar is geplaatst
te Parijs, Berlijn en Londen. Onderhande
lingen te dien aanzien waren reeds lang
geledon geopend, doch Londen had als con
ditie gesteld, dat 't eerst eon zeker bedrag
aan goud uit de Vereenigde Staten zou
ontvangen, ter versterking van de positie
der Engelsche Bank. Zoodra allo zorgen
in die richting zouden verdwenen zijn, be
hoefde niets meer aan den verkoop dezer
.obligaties in den weg te staan.
De Chicago Milwaukee St-Paul plaatste
op die wijze 50 milLioen dollar dotentives
te Parijs, de Missouri Kansas Texas 10 mil
lioen dollar te Berlijn, de C. 0. C. en St -
Louis en de Hawley-Maatschappijen zijn
nog bezig onderhandelingen te voeren, zoo
dat 't verre van onwaarschijnlijk is, dat
.nog moer zal volgen. Aangezien velen juist
in de schijnbare onmogelijkheid, waarin
'Amerika zich bevond, om geld op te namen,
jeen motief zagen om ten opzichte van Yan
kees 't stormsignaal te hijschen, mag men
dus thans deze plotselinge ommekeer in den
toestand wel degelijk als een goed teeken
opnemen.
Een andere factor, die medewerkte tot
de -betere tendenz, is de verruiming der
Londensche geldmarkt, en dat nog wel, na
dat 't budget tot wet verheven is en met
de gevreesde inning der achterstallige be
lastinggelden een aanvang is.gemaakt. Niet
alleen is de politieke onzekerheid verval
len, doch 't blijkt achteraf, dat instede van
duurder geld, dat men althans tijdelijk na
't in-werking-treden der belastingwetten had
verwacht, 't privaatdisconto tot 3pCt. is
gedaald, geld in de open markt ruim blijft
en de positie der Engelsche Bank dermate
is versterkt, dat men reeds tegen as. Don
derdag een verlaging van 't Engelsche Bank-
disconto verwacht.
Alles bij elkaar genomen was er dus alle
reden om optimistischer gestemd te zijn en
de Beurzen te Londen en New-York gaven
daarvan uiting door een ferme rijzing.
Plotseling komt thans 't nieuws van de
ernstige ongesteldheid van den Koning van
Engeland, 't Peit, dat do Koningin hals
over kojp naar Londen werd ontboden, kleur
de den toestand als ernstig en de Londcn-
cclie markt- liet heden tWiidae) tien- dat
ze ;lon toestand précair achtte. Hoe jam
mer 't ook zou zijn, als de Koning mocht
komen te vallen, toch is de uiterst flauwe
stemming, die de kans op dit feit in 't
leven riep, op den keper beschouwd be
spottelijk. In een bij uitstek constitutionee-
lon staat, als Engeland is, komt 't er per
slot van rekening heel weinig op aan, wie
er op don troon zit Nu moge 't waar zijn,
dat Koning Eduard qualiteiten bezit, die
zijn opvolger wellicht niet, of niet in die
mate, bezit als zijn voorganger. Vooral
's Konings tact is een eigenschap, die men
in den zoon wellicht vreest niet te zullen
aantreffen. Afgescheiden daarvan echter zal
do regeerings-machino wel even goed loe
pen zonder, als met Edward. De flauwe
markt moet dan ook meer op rekening- ge
steld worden van de vre±s, dat dc New-
Yorksche baissepartij 't feit als oen wel
kome gelegenheid zou aangrijpen, om de
markt te drukken. "Wall-Street was nog ts
lcort geleden nerveus genoeg geweest, om,
zelfs ondanks de gunstige feiten, die sinds
dien hekend werden, wellicht gemakkelijk
ten prooi te vallen aan nieuwe aanvallen.
Tot op 't moment heeft New-York echter
de zaak nog al kalm opgevatwel verre van 'n
baissiers-aanval, gaf het zelfs steun. Het is
intusschen natuurlijk do vraag of vooral
ingeval 's Konings toestand verergert, of
de patiënt sucoombeert niet een prijs
verlaging zal worden geëntameerd, ten einde
eventueel Londen vóór te .zijn. Après tont
is deze kwestie er een van tijdelijken aard,
die o. i. n^an 't wel of wee der Yankee
markt niet dan voorbijgaand invloed zal
kunnen uitoefenen.
Een opvallend willige tendenz werd aan
den dag gelegd door de 2de Preferente aan-
deelen National Railway of Mexico (Forro-
carilles Nationalcs de México). De intro
ductie dezer aandeelen op Maandag a.s. te
Parijs is thans officieel bekend gemaakt
-en dat is dan ook wel dc onmiddellijke oor
zaak der goede stemming. Voor hen, die
met zekere angst de meer verwijderd toe
komst der Amerikaansche markt beschou
wen, in zooverre, vooral als de politiek en
do auti-Trust-wetgeving een ongunstigcu in
vloed zal kunnen uitoefenen, lijkt dit aan
deel niet van verdiensten ontbloot. Wij
willen daarom in 't kort een en ander medc-
deelon omtrent de Maatschappij in 't alge
meen eg de vooruitzichten der 2de Pre
ferente aandeelen iu 't bijzonder.
De Maatschappij is een amalgamatie der
vol gen de on dernemin gen
Mexican Central Railway Gompany Li
mited.
National Railroad Company of Mexico.
Hidalgo en North Eastern Railroad Corn-
pan ij.
Mexican International Railroad Company.
Zij oontroleert door 't bezit van de
meerderheid van 't aandeelen kapitaal de
Inter oceanic Railway of Mexico.
Acapuloo a Vera Cruz.
Texas Mexican Railway.
Mexican Pacific Railway.
Het totale mijlenaantal, dat zij controleert,
bedraagt 7375.
De kapitalisatie is als volgt:
4l/j pCt. Prior Lien bonds 225.000.000. doll.
4 pCt Goguarandecrdo alg.
Hypbonds 160.000.000 doll.
4 pCt. 1ste Pref. aandeelen 30.000.000 doll.
5 pCt 2de Pref. aandeelen 125.000.000 doll.
Gewone aandeelen 75.000.000 doll.
De eerstgenoemde obligation hebben 1ste
Hypotheek op 3510 mijlen, vroeger bchoo-
reudo tot do Mexican Central.
Do 4 pCt. obligatiën zijn zoowel voor
rente, als voor kapitaal, gegarandeerd door
't Mcxicaansche Gouvernement
Dc 1ste Preferente aandeelen kunnen ten
hoogste geven 4 pCt. dividend, dat even
min als dividend op dc 2de Preferente
aandeelen, cumulatief is. Zoodra de 2de Rre-
fcrento aandeelen 't volle 5 pCt. dividend
getoucheerd hebben, komt 't overschot voor
dc holft aan hen, voor de andere helft aan
de gewone aandeelon.
De Mcxicaansche regeering bezit 't geheolc
gewone aandeelen-kapitaal en daarmede do
contróle over 't systeem. Bovendien zou zij
moer dan de helft van de 2de Preferente
aandeelen bezitten.
Volgens 't laatsto verslag over 't boek
jaar 30 Juni 19081909 waren de netto
ontvangsten (Amerikaansche dollars)
10.512.362 doll,
belastingen, huren, enz. 720.618 d.
Reservefonds 670.200 d. 1.390.818 doll.
9.121.544 doll.
Interest op obligaties 8.487.972 doll.
633.592 doll.
waarvan 5 pCt naar 't ros.-fonds 31.679 doll.
disponibel voor dividend op
de 1ste Pref. aandeelen 601.893 doll.
Tot nu toe w<?rdt op deze aandeticoi 2 pCt.
dividend betaald. Gedurende 't halfjaar 30
Juni 190931 Dcoember 1909 toonden de
netto's een vermeerdering aan van 430.530
dolL Onderstellen wij een even groote ver
meerdering in 't twocdo halfjaar, dan zou
't bedrag, beschikbaar voor dividend stij
gen tot 861060 doll., wat, gevoegd bij 't
cindsaldo van verleden jaar 1.462.953 dolL.
uitmaakt Rekenen wij 4 pCt dividend op
do 1ste Preferente aandeelen, wat 1.200.000
doll, zou eischen, dan resteert er 262.953
doll, voor de 2de Preferente, uitmakende
2 pCt. Doch hij de enorme ontwikkeling
van Mexico is oen dividend-uitkcering op
dezo aandeelen in de niet ver verwijderde
toekomst waarschijnlijk; trouwens de prijs
der aandeelen circa 28 a 29 pCt. is lager,
dan die der meeste Amerikaansohe non va
lours. W.
Maatschappij der Rede landsche Letterkunde.
In de gisteravond in het Nutsgobouw ge
houden vergadering van de Maatschappij
der Nederlaudsche Letterkunde hoeft Prof.
Dr. J. Verdam een voordracht gehouden
over den nieuwen Reinaert-b kst. Hij ving
aan met te wijzen op de onverflauwde be
langstelling in heb meesterwerk der Middel-
eeuwsche letterkunde, blijkendo uit de nieu
we uitgave van het gedicht in de sorie
,,Van alle tijden" en in do prachtuitgave
van Stijn Streuvels (beide ecni_^ins ge
castigeerd), welko samenvallen met de ein-
delijko verschijning van het tweede stuk
der uitgave van Buitenrust Hettema in de
„Zwolsche Herdrukken" en van den nieu
wen, in 1908 in Duitschland gevonden,
tekst, waarvan het uit een letterkundig oog
punt belangrijkste al voor eonigen tijd
bekend is geworden door do opstellen van
prof. Mullea* te Utrecht en van mr. Leonard
Willems to Gent.
Prof. Verdam bepaalde zioh in zijn mode-
deelingen tot de besprekingen van den
laatstgenoemden tekst. Ilij deed allereerst
uitkomen dat het belangrijkste feit, dat
door dc vondst aan bet licht is gekomen is
dat n.l. daardoor voor ieder, dio niet wil
lens blind ij, het goed recht der tot dus
verre op den tekst tocgopaste critiek op de
overtuigendste wijzo wordt h e w o z e n.
De methode om voor do beoordeeling en
verbotering van den Comburgschen toksf
nut te trekken uit do vergolijking van
Reinaort II en de Latijnsche vertaling
wordt door de nieuw gevonden rodactio
schitterend gerechtvaardigd. Op ongeveer
50 plaatsen vindt men daarin de lezingen
van Reinacrt II, dio van den tekst van het
Coraburgschc handschrift meer of minder
sterk afwijken, terug, hetgeen door voor
beelden werd aangetoond. Op tal van plaat
sen worden de gissingen van De Vries,
Franck, Muller on anderen, die op dezo ver
gelijking berusten, volkomen bevestigd.
Op andere, waarvan men dit met hetzelfde
recht verwachtte, is dit niet het geval, doch
ditzelfde verschijnsel doet zich voor bij elk
nieuw gevonden handschrift, dat ixi den re
gel een deel der bestaande moeilijKheden
oplost, doch aan de zieb opgeloste andere
toevoegt.
Verder deelde de spr. mede het nieuwe
dat er voor dc Roinaert-critiek uit to loo-
ren valt en hetgeen cr voor de Middel-
Nederlandsehen woordenschat door aan het
licht komt.
Do uitgave zelve is volgons prof. Verdam,
n'et in alle opzichten zooals zij had kunnen
zijn, indien de heer Degering do moeite ge
nomen had om zich in betrekking to stellen
met de Ncdorlandscho geleerden, dio beter
Middel-Nodorlandsch verstaan dan hij, met
name den hem door dc vondst persoonlijk
bekend geworden Utrechtschen hoogleeraar
Muller, van wien wij nu eerlang den boog-
noodigon critischen Reinaerttokst verwach
ten. Door het vinden van het niouwo hand
schrift aldus besloot spr. kan deze
uitgave op een veel zekerder grondslag
worden gebouwd dan tot heden heb geval
is
K AT WIJ K-AA N-ZEE. Als een bijzonder
heid vcrmoldcn wij, dat reeds de volgends
week, dus nog vóór Pinksteren, een vaar
tuig der Katwijkscho vissc hers vloot lor
visscherij zal gaan met een Engelsche vleet
aan boord, n.l. do logger „K. W. 83" der
Reederij N. Parlcvlict, schipper D. Kuyt.
NOORDEN. Do hoor H. J. Dijk, hoofd
der openbaro sohool alhier, is te Utrecht
geslaagd voor liet examen tor verkrijging
van het getuigschrift van de Maatschappij
t. Bcv. der Toonkunst voor zangonderwijs
op do bewaar- on lagere scholen.
Dokters schuBd.
Bart tichtto zich langzaam op, schoffelde
nog even een paar kluiten fijn, keerde zich
jeen weinig om en bleef, leunend op zijn spa,
staan turen naar het huisje, dat met zijn
.witte muren en laag-afhangend rieten dak
ginds uit stak boven het land. Dan zuohtte
hij, veegde met de mouw van zijn boezeroen
even langs zijn voorhoofd en bukte zich
opnieuw naar den akker.
Maar even later stond hij alweer over
eind, bracht de hand hoven de oogen on
tuurde aandachtiger in de richting van zijn
huisje.
't Was mirakels, zooals hem dat aldoor
in zijn k'op spookte! Geert ziek, erg ziek!
't Was eerst zoo goed. Och, wat waren ze
blij geweest, hij en Geert. Zoo'n eerste
kind ookl
Hij was wel wat bang geweest voor liaar
gezondheid.
Maar de dokter had hem gerustgesteld.
i.Kijk liever eens naar je kind, vader," had
hij gezegd.
Een vreemd wezen eigenlijk, zoo'n klein
kindje. Hij herinnerde zich nog, hoe ver
wonderd hij had staan kijken. Later was
hem dat nooit meer zoo opgevallen. Je
went er aan. Want telkens als hij in huis
was, had hij bij de wieg gezeten. Dan had
Geert altijd glimlachend naar hem geknikt.
Maar nou was zo ziek. Gisteren was zij
minder geworden. Hij had het gezien, zóó
als hij 's avonds het huis inkwam. En
vanmorgen was liet nog erger geweest- Hoo
zou het nu zijn
Hii keek even od naar de zon. Elf uur
'zoowat! Hij bukte zich en begon opnieuw
te spitten.
Maar plotseling richtte hij zicK met 02>n
iruk weer overeind, trok da spa uit den grond,
sloeg er met zijn voet de klonters af cn
stapte haastig naar het eind van den ök-
ker. Hij kon niet meer wachten tot etens
tijd- Hij moest naar huisl Ylug schoot hij
iu zijn jas, nam zijn keteltje en etenszakje;
hing zich dat aan dc spa over den rug
en was met een paar vlugge passen op
den zandweg, dien hij nu snel afliep, al
maar denkend 'aan Geert on dat die zoo ziek
was,
Plotseling sclirikte hij op. Hoorde hij daar
niet- roepen? Hij keek rond.
„Hei, Bart 1" klonk het weer.
Ginds stond Krelis op zijn land.
„Hoe geet et mei de vrouw?"- riep hij.
Bart schudde het hoofd.
,,'k Hoorde van mien vrouw, dat het niet
t© best wier, vanmorgen."
„Nee, nee, lange nic, man", schudde Bart.
it k Zoe den dokter nog us laten kom
men, a'k oe was," riep de ander.
Bart knikte.
^,Jao, jao," riep liij terug. „Da ze 'k
okl"
En vlugger nog liep hij nu het pad af.
De dokter, jao, Krelis had geliek, die most
nog us kommen.
Toen hij zijn hnis binnenkwam, was vrouw
Blommers er bezig.
„Hoe gaat het?" vroeg hij-
Zij haalde de schouders op.
Dan trad hij bij het bed.
„Hoe is 't, Geert?" vroeg hij zachtjes.
Zij lichtte een weinig het hoofd op en
keek hem aan.
„Gaat nogal," zei ze.
,,'k Woe den dokter nog mar es oenen
bodschap stoeren", kwam hij.
„Och," kwam zijn vrouw.
,,'k Zoe het zeker doen, Bart", meende
vrouw Blommers.
„Jao," zei hij, wegstappend van het lied.
,,'k Wun daodlik mar gaon."
„Wil 'k Piet stoeren?" vroeg vrouw
Blommers.
,,A' ge da' doen woudt"
Hij keek haar vragend aan. Vrouw Blom
mers knikte.
Toen hij gegeten had en nog even aan
de bedstee had gezeten, ging hij weer naar
het land. Hij wou toch straks ook weer
thuis wezen, als de dokter kwam, en hij
kan toch den heelen dag niet verzuimen.
Maar al vroeg in den namiddag was hij
weer thuis.
„Is Piet al weerom?" vroeg hij, toen hij
nog maar nauwelijks de deur in was.
„De dokter heit een drankje megegeffen",
zei vrouw Blommers, een fleschje van tafel
nemend en hot hem toonend.
„En komt ie zellef niet?" vroeg Bart
weer.
„We mossen het erst nog mar us aon-
kieken, heit ie gozeid."
Barts gezicht betrok. Hij bekeek even het
fleschje, stapte dan naar het bed.
„Hoe- gaat et?" vroeg hij weer.
Zijn vrouw sloeg even de oogen op, zei
niets. Hij schrok er van. Toen hij haar
ingegeven had, kwam hij voor het bed zit
ten. En hij bleef daar,toen vrouw Blom
mers was weggegaan.
Als ze toch eens dood moest gaan, Geert,
schoot hem plotseling door het hoofd. Het
koude zweet brak hem uit- Hij stond op
en boog zich in de bedstee. Zij lag met
gesloten oogen en bleek, o zoo bleek. Dood
gaan, zijGeertje, zijn jonge vrouw, ging
het aldoor in zijn hoofd. Hij werd zoo ang
stig. Hij was hier alleen met haar, hij kon
niet weg om den dokter. Als vrouw Blom
mers toch maar terugkwam.
Plotseling sloeg Geertje de oogen op.
„Hoe is het?" fluisterde hij.
Zij streek met de hand over het Hoofd.
„Hè, de pijn vroeg hij bezorgd-
Zij knikte even en sloot de oogen wéér.
Toen in den avond vrouw Blommers te
rugkwam, sliep ze. Doodstil zat hij bij
het bed en bewoog zich niet Bang keek hij
af en toe naar het wiegje. Als de kleine
nu maar rustig bleef.
„St," kwam hij, wenkend met de hand,
toen vrouw Blommers binnentrad.
Zwijgend zette dio zich aan tafel.
„Bart", kwam dan, toen ze een tijd ge
zeten hadden, Geerts zwakke stem.
Hij was onmiddellijk overeind cn boog
zich over haar heen.
,,'k Hef et zoo benauwd," zei ze.
„Benauwd?" vroeg hij angstig.
„Jao," fluisterde ze.
„Och," zoi hij. „Hoe mot da' nou?"
„Gif ze nog iens wa' ien," meende vrouw
Blommers.
Met bevende handen nam liij het fcschjc
van tafel cn zocht naar een lepel.
„Wil de 't licht e fkes aonstekken
vroeg hij vrouw Blommers, die nu zachtjes
opstond en de luiken sloot voor het kleine
j-aam.
Toen Geert ingenomen had, bleef zij al
door liggen kreunen. Hij werd er akelig van.
„Dokter mot kommen," zeihij dan plot
seling, opstaand, „'k Zal zellef gaan."
Maar dan bedacht hij zich. Ze mocht
eens sterven,Geertje, terwijl hij er niet
was.
^Of 'zoe Piet kennen gaon?" vroeg hij
dan. ,,'k Blief toch liever hier."
„Wel jao, van zelfs", kwam vrouw Blom
mers en stapte naar do deux.
„Mar daolik", zei hij.
Zij knikte.
„Laot um erst efkes hier kommen", 'zei
hij nog, toen vrouw Blommers al in de
deur was.
Ongeduldig wachtte hij dan oj> Piet's
komst.
„Nou, mot de zeggen, as da' de vrouw
hard ziek is en't erg ncudig is, begriept
de," zei hij.
Piet knikte.
„En vraoge, of da' den dokter asteblieft
daolik meegaon wil."
Piet knikto weer.
„Zal de 't goed zeggen, Piet?" yroog hij.
Piet knikto nog eens.
„Jao wis," zei Hij.
Ala Piet weg was, ging hij weer voor
Het bed zitten. Hij had de hand van Geert
genomen en sprak niet. Als ze toch oens ster
ven gingl 'dacht hij alldoor. Hoe moest het
dan met hem? Hij kon haar toch' niet mis
sen.
In angstige spanning bleef Hij wachten,
uitrekenend telkens Hoever Piet ftn zijn kon.
Vrouw Blommers Had Het kind uit de wieg
genomen om Het te helpen; maar hij lette
er niet op. Alleen toen het zachtjes begon
te schreien, keek hy verstoord op.
Plotseling zuchtte hij, als verlicht, 'dat
vrouw Blommers even naar hem heenkeek.
Nou kon dokter in zijn rijtuig zitten- Maar
een goed halfuur nog, dan kon; hij hier
zijn. Toen het halfuur om was, luisterde
hij telkens, zijn hoofd buigend isï de rich
ting van de deur* oef hij nog niets hoorde
aankomen, 't Duurde wel erg lang, dacht
hem. Maar misschien had dokter al op bed
gelegen. En ze konden in den donkor ook
zoo hard niet rijden hier op do liei. Dio
gedachte maakte hem weer een oogonblik
rustig. Maar even later maakte hij behoed
zaam zijn hand los uit die van zijn vrouw,
stond op cn liop naar buiten, voorzichtig
do deur aohter zich sluitend.
„Nog. niks," zei hij terugkomend, toen
vrouw Blommers hem vragend aankeek, ,,'k
Begriep et niet-"
„Dokter ken utwèzc," meende ze.
„Nou, Lenne naocht?"
,,'t Ken toch," zei zc.
Hij zei niets, ging weer zwijgend bij de
bedstee zitten.
Toen oen halfuurtje later de deur open
ging, schrok hij op. Hij had niets liooren
aankomen en draai do schielijk het hoofd
naar do deur.
Piet kwam alleen binnen.
„Is dokter nie meigekommte?" vroeg hij
verwonderd.
„Ie heit een draonkj© meigegèvc," zei
Piot, het donkere flesohje op tafel zettend.
„Mar hè de dan niet gozeidvroeg
Bart weer.
„Jao wis," viel Piet in, ,,'k hè 't um aol-
les verteld, dat de vrouw zou ar rog min
geworren wier."
„En wa' zei die?"
„Der wier zoo'n hoast nic mee."
„Wa? Zoono haost nie mee?" barstte
Bart uit. „Wel noemt, a' go arm bent, hè
„Bart", waarschuwde vrouw Blommers.
„Hie zoe merrege wel ies aonkomme," ver
telde Piot verder.
„Merrege, jao", kwam Bart minachtend,
zich afkecrend naar hot bod.
„En hè de niet verteldvroeg vrouw
Blommers haar zoon verder.
Maar Bart luisterde niet meer. Als wan
hopig zat hij bij heb bed. Als ze dood
ging, Geert, dan was heb de schuld van
den dokter. Natuurlijk, als hij maar had
kunnen betalen, dan was hij wel gekomen.
Maar nou 't van de armen ging 1 En ze
was toah zoo ziek, Geert. Telkens klaagde
ze over pijn.
Den gehoelen nacht bleef hij bij liet bed
zitten, alleen in do doodstille kamer, toen,
vrouw Blommers naar huis was, angstig
luisterend naar Geerts ademhaling. Toen den
volgenden morgen vrouw Blommers terug
kwam, zat hij er nog.
Het was tul middag, toen dokters rijtuig
voor het huisje stil hield.
Bert stond niet op, om de deur open,
te doen. Toen dokter binnentrad, draaide
hij nauwelijks het hoofd naar hem toe.
„Je hoefde je niet zoo ongerust to ma
ken,"' zei de dokter naderkomend.
Bart zei niets, keek hem maar even aan.
ï,'t Is wel veul minder, dokter," kwam
vrouw Blommers zachtjes.
„Zoo," zed de dokter. „We zullen eens
Jrijken." - - -•
Zwijgend stond Bart op, om plaats to
maken hij het bod. Met angstige oogen be-
spieddo hij doktors doen, terwijl die zich
overboog in do beds toe.
,,'k Ilad niet gedacht, dat het zoo erg
zou zijn," zei hij, toen hij zich eindolijk op
richtte.
Bart keek hem zwijgend aan.
Dan bukte do dokter zich opnieuw naar
do bedstee, onderzocht nog even, vroeg Geert,
dio mot zwakke stem antwoordde, en kwam
terug bü do tafel.
„Zo moet naar hot ziekenhuis," zei hij
dan.
Bart keek hem aan met groote, starre
oogen. Hii stond als verlamd cn Icon niete
zoggen. Naar 't ziekenhuis, ging het door
zijn hoofd; dan ging ze ook dood. Dat was
immers allcon voor do menschcn, die ster
ven gingen
Dienzclfdcn middag werd zo nog wegge
brachtBart had zwijgend godaan, wat dd
dokter hem bevolen had, ging dan mee naar
do stad. Hij was als versuft, wist niets meer
dan dat Geertje zou moeten sterven.
Den volgenden morgen was ze dood. Bart
had niet meer gesproken. Roerloos zat
hij nu bij het bod, waar liet lijlc van zijn
vrouw neerlag, zonder begrijpen starend naar
de witte lakens en naar haar wasbloclc ga-
zicht- Toen eindolijk een verpleegster hum
op den schouder tikte, vriendclijk-mccw.'ixig,
was het of hij uit een verdooving ontwaak
te. Hij koele haar aan, dan weer naar zijp;
vrouw cn kromp ineen.
Waggelend ging hij dc zaal uit. In do
breedo gang, dicht bij do deur stond zijn
doktor met een collega te praten. Hij zag
hem niet
„Bart, jongen begon do dokter.
Hij lccck hem wezenloos aan.
Dan, plotseling, herkende hij hem. Ecp
grimmigo trek kwam om 2ijn mond.
,,'t Is oew schuld l" zei hij hard.
De dokter keek hem aan.
„Wat zeg je, Bart?"
„Dat 't oew schuld is."
„Mijn schuld?" vroeg dc dokter verwon^
derd.
„Jao, jao, oew schuld, oew schuld. En,'
'k zal oo aongève oak."
„Maar, Bart
„Oo aongève," gilde Bart, „da za 'k."
Dan stapte hij met groote, onzekere pas^
son do straat op. Als in een benauwden;
droom liep hij door do stad „Oew schuld,'1
herhaalde hij maar al bij zichzelf, „oew!
schuld."- l
Toen hij thuiskwam, wist hij het Hij
moest naar den burgemeester om dokter aan,
te geven. Die had zijn vrouw vermoord, zijp
Geertje. En hij was het verplicht aan luuuy
hem aan te klagen.
Den morgen na de begrafenis trok' BéCrii
zijn Zondagsche kleercn weer aan en stapfcj
naar het dorp, naar den burgemeester,