No. 15399.
LEIDSGH DAGBLAD, Woensdag* 4 Mei. Derde Blad.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Irma Harding*.
Academienieuws.
Uit de „Staatscourant".
Anno 19iO.
redige vertegenwoordiging en wat waar
schijnlijk is, groote districten, stel van
zeven tot tien zetels dan wordt z. i. de
heele districtenindeeding vanzelf herzien en
kan met de gewijzigde verhoudingen 'n
zielental rekening worden gehouden. Het
komt dan z. i. op de meest gemakkelijke
manier in orde.
Maar nu is te voorzien, zoo gaat het
blad voort dat, komen we thans tot eon
meer evenredige verdeeling, op den duur
die verhouding weer verbroken zal worden,
indien, als tot dusver ,de bevolking in de
cene streek in veel sterker mate toeneemt
dan in de andere.
Zou het nu geen overweging verdienen
te" doen wat in andere landen geschiedt cn
het aantal volksvertegenwoordigers niét op
een vast cijfer 100 te handhaven, maar
het met de toeneming der bevolking uit tc
breiden? Bij de gemeenteraadsverkiezingen
doen we dit trouwens al
Na elke tienjarige volkstelling kan dan
het aantal afgevaardigden in overeenstem
ming worden gebracht met het nieuwe be
volkingscijfer.
Had men dan groote districten, dan zou
den die, welke in den loop van tien jaar hun
bevolking hadden zien. toenemen met een
aantal, vereischt voor een Kamerzetel
stol 60,000 in het vervolg een afgevaar
digde meer kie<zen.
Het zou eenvoudig zijn en-de onevenre
digheden, waarvoor we thans staan, zou
den zich niet kunnen voordoen. Ook zou
men dan aan de districten (provinciën) nooit
een afgevaardigde behoeven te ontnemen,
daar het ondenkbaar is, dat een district
in zielental zoozeer zou achteruitgaan, dat
het een zetel zou moeten verliezen.
Verschenen is het derde nummer vau
,;S t u d i ëm en Schetsen" van prof.
mr. Fabius.
Naar aanleiding van het nieuwe ont-
w e r p-a r m e n w o t verdedigt schrijver
daarin de stelling, dat de armenzorg liefst
geheel particulier moet zijn.
Zelfs dc Kerk is er z.i. alleen voor wie
g e en helper hebben. En de open
bare armenzorg is z-i. in wezen en werking
anti-c hristelijk, heidensoh. Be
jammeren doet schrijver het in het ontwerp-
armenwet-, dat het beginsel der armen
wet, „waartegen," zegt. hij, ,,zoo
principieel en krachtig van a.-r. zijde is
gestreden", gehandhaafd blijft. Dat de
overheid zich plotseling van alle ar
menzorg onthouden zal, eischt niemand,
voegt hij daaraan toe, zoo maar in begin
sel de openbare armenzorg geheel wordt
losgriateu cn op haar verdwijnen beslist
aangestuurd.
Verder is aan liet periodiek een driestar
ontleend. Doze, aangaande do Grond
wetscommissie, luidt;
„D e S t a n d a a r d" sprak in haar
nummer van 26 Maart 1.1. uit, dat, als nif n
zich „van rechts haar links, bver en weer",
weet te verstaan, dit lot uitkomst kan bob
ben, ,,dat op de hoofdpunten do meening
van rechts in het rapport komt, en dat de
meening van links bij liet rapport wordt
gevoegd als afzonderlijke bijlage." En dit
acht het blad gewensebt. Daarom moet men
„beiderzijds... tot aoeoord komen", enz....
Naar dien gedachtengang ware wellicht
beter geweest, als de Regeering twee com
mission had benoemd: een „van rechts" en
een „van links". En nu dit niet is geschied,
zou wellicht nog de gedachte zijn te over
wegen, dat „rechts" en „links" afzonder
lijk vergaderden, en de twee helften slechte
aan het slot bijeenkwamen, om dan het stuk
„van rechts" als rapport der commissie vast
te stellen, en dafc „van links" als bijlage
Anders kon zich voordoen, dat bij de vast
stelling van eenig punt door toevallige om
standigheden die „van links" in dc meer
derheid waren, en men zoo een rapport
kreeg, dat voor het grootste deel „van
rechts" was, doch waarin een klein stukje
„van links" was ingeweven.
Het is ook voor de partij gemakkelijker,
als door eenig uitwendig teeken duidelijk
is aangegeven, wat „van rechts" komt. An
ders ware vergissing denkbaar.
15de Gezoudheidscongres.
De ontvangst-commissie voor het te Lei
den te houden 15de Gezondheidscongres
heeft zich blijkens mededeeJing in het
„Tijschrift voor Sociale Hygiëne'' als
volgt geconstitueerd: de heeren J. Korevaer
wethouder, voorzitter; J. Pohlman, secreta
ris der gezondheidscommissie, secretaris;
dr. D. A. de Jong, buitengewoon hoogleer
aar, en mr. A. J. Fokker, mr. P. E. Briöt
en dr. C. F. T. J. Meuleman, leden, en de
heer W. F. Verliey van Wijk, oud-lid van
den gemeenteraad.
Leeniog Zuid-Holland.
Ter Provinciale Griffie van Zuid-Holland
had gisteren de opening plaats van de in
schrijvingsbiljetten voor de tiende serie
groot f 490,000 van de leening ten laste der
provincie, Zuid-Holland, krachtens besluit
der Staten van 15 Juli 1902, ten bodrago
van f 3,255,000.
Ingesohreven was in het geheel voor 643
obligation (a f 1000) tegen koersen wisselen
de van 95 tot 98.2 pet.
De beslissing van Ged. Staten omtrent
do gunning wordt later docr Gedoputeerde
Staten aan belanghebbenden medegedeeld.
De koersen worden teruggebracht tot den
minsten koers, waartegen aanvaard wordt,
en de toowijzing geschiedt aan dc hoogste
inschrijvers on bij gelijke inschrijving ponds
pondsgewijze.
Mr. II. A. Lorontz.
Het bestuur van de Arnhemsohe vereeni-
ging „Wcssel Knoops" heeft het initiatief i
genomen mr. H. A. Lorontz, die eerlang in
het vaderland terug zal zijn, bij zijn terug
keer te Arnhem waar hij woonachtig is
te huldigen. Tot dat. doel zal zich een
commissie oonstitueeren, die plannen voor
do ontvangst zal ontwerpen.
Sporttentoonstelling Haarlem.
Naar men meldt heeft ook de heer Nic.
Broekhuijsen, voorzitter van den Nederl.
Korfbalbond, zich bereid verklaard in het
eere-oomitó voor bovengenoemde tentoon
stelling zitting te willen nemen.
Prinscssedng en de school.
Naar „Hot Vad," vernoemt, is gisteren
liet volgende schrijven aan B. en Ws. van
's-Gravenhage toegezonden:
„Geeft met verschuldigdo hoogachting te
kennen de ondergeteekende,
dr. F. U. Ockerse, arts, te Den Haag.,
dat hij zijn dochter, leerlinge der eerste
klasse meisjes H. B. S bevolen had de
school niet te bezoeken op Zaterdagmorgen
30 April, daar zijn nationaliteitsgevoel niet i
kon dulden, dat de verjaardag van ons
Prinsesjo niet op dezelfde manier weid ge
vierd als gewoonte is bij de verjaardagen
van de leden van het Oranje-Vorstenhuis
dat hem lieden is gebleken, dat aan allo
monies, dio op dien d/ur de school niet be
zochten, dus ook aan zijn dochter, op bevel
van Uw HoogEdelAchtbaar College een
straf is opgelegd, die volgens zijn beschei
den meening niet verdiend is, aangezien zij
als minderjarig kind gevolg heeft gegeven
aan het bevel van haar vader;
dat hij meent, dat zijn vaderlijk gezag
hem het reoht geeft zijn kind tehuis te hou
den, wanneer hij een nationalen feestdag
wensoht te vieren;
dat hij uw HoogEdelAohtbaar College
daarom verzoekt haar van die straf to ont
slaan, haar op uw bevel door do directrice
der meisjes H. B. S. opgelegd."
Prins llcndrikw rein.
Zooals wij reeds vroeger hebben gemeld,
vertrekt Prins Hendrik Zaterdag 7 Mei
naar het Nieuwediep, ten einde zich aan
boord van het pantserschip „Jacob van
Hoemskcrck" in te schepen voor do reis
naar Noorwegen, Denemarken en Zweden.
Prins Hendrik zal aldaar met den gewo
nen sneltrein des morgens te 11,40 arrivee
ren, waar hij door den vice-admiraal I. van
den Bosch zal worden ontvangen. Van net
station gaat het dan per rijtuig naar den
havendijk, waar Prins Hendrik zal worden j
begroet met het voorgeschreven saluut der
In een rede» die het lid der Tweede Ka-
toer, de heer Snoeck Henkemans, onlangs
ie Amsterdam heeft gehouden, deelde deze
mede, dat hem uit een gesprek met den
Minister van Landbouw, enz. gebleken was,
dat. de Minister er in geslaagd is om ver
scheidene moelijkheden, die zelfs vrienden
des Ministers zouden weerhouden haboen
om met zijn plan mee te gaan, uit zijn ont-
ïsrer p-z iekte verzekering te ver
wijderen, zoodat van dien kant geen tegen
stand meer te verwachten is.
Naar aanleiding daarvan doet „De Va
derlander" opmerken, dat, alvorens
hét naar den Raad van State is verzonden,
het wetsontwerp waarschijnlijk eerst aan de
goedkeuring der rechtsche Kamerclub is
onderworpen. Zulks gesohiedde, verzekert
het blad, eveneens onder het ministerie-
Kuyper, „dat gewond wa9 elk ontwerp van
groote bcteekenis, alvorens het naar den
Raad van State ging, althans vóór het de
•Kamer in haar geheel bereikte, toe te zen
den aan de drie Kamerclubs van rechts, om
zich van de medewerking van deze vooraf te
verzekeren. Deze clubs konden dan voor
deze medewerking haar voorwaarden stel
len, waaraan dan voldaan werd op dezelfde
wijze als minister Talma thans blijkt vol
daan te hebben aan de voorwaarden, die de
Christelijk-historische Kamerclub heeft ge
steld."
Tegen deze werkwijze meent het blad
te moeten opkomen, achtende haar in de
hoogste mate bedenkelijk. Het oordeelt, dat
deze manier van doen onze constitutioneel©
instellingen ontwringt. De Kamer, de i n
haar geheel controleerend lichaam
moet wezen, houdt immers z. i. op zulks te
sijn, want terwijl het ontwerp in de afdee-
iingen wordt onderzocht, terwijl daar de
beschouwingen gehouden worden, die dik
wijls van zoo grooten invloed zijn geweest
op den vorm, waarin een ontwerp ten slotto
wet werd, is dat onderzoek van zoo goed
als geen waarde, waar een groote meerder
heid in de Kamer haar stem reeds vooruit
aan het wetsontwerp, zooals het werd inge
diend, heeft verpand.
Maar er is meer, zegt het blad voorts.
Door deze manier van doen wordt feitelijk
de Kamermeerderheid regeerend
lichaam en brengt de rechterzijde ons,
o spel des toevals, tot de verst gedreven,
nog wel door haar veroordeelde, volkssou-
yereiniteit. De minister der Kroon is voor
de ontwerpen, die hij bij de Staten-Gene-
raal indient, natuurlijk in de eerste plaats
aan haar verantwoording verschuldigd <-n
niemand behoort deze ontwerpen te zien,
veel minder te beoordeelen, dan het lichaam,
dat de Kroon van advies moet dienen, n.l.
de Raad van State. Een fiat van een Ka
mermeerderheid voor een ontwerp verkre
gen vóórdat do Kroon haar toestemming
tot indiening bij de Staten-Generaal gaf, as
in strijd met de allereerste beginselen van
onze constitutie.
Dat eindelijk het reglement van orde,
waarin de Kamer haar werkwijze heeft be
paald, bij deze methode van regeeren
scheurpapier wordt, behoeft andermaal
geen betoog. Dit reglement van orde gaat
toch uit van de constitutioneele gedachte,
rdat alle bij de Staten-Generaal ingediende
ontwerpen voor alle partijen gelijkelijk
nieuw zijn.
"Wij zien in dit alles natuurlijk niet een
opzettelijk schenden van onze constitutio
neele instellingen. Wij begrijpen zeer goed,
dat de oorsprong van de fout ligt in de
schier ondoenlijke taak, om met zoo hete
rogene elementen, als de coalitie bevat,
met name op sociaal gebied, iets vot
stand te brengen, maar wij komen toch met
den mcosten nadruk op tegen deze v e r-
keerde w e r lc w ij z e.
Wij zijn den heer Snoeck Henkemans
dankbaar, dat hij door zijn uiting nog eens
op die werkwijze de aandacht heeft geves
tigd, al zal zulks wellicht niet in zijn bedoe
ling hebben gelegen.
Op een anti-revolutionair ge
meente progra m dringt de I
„Niouwe P rovincïale Gronin- j
g e r Courant" aan, als hoe langer j
hoe meer noodig wordende.
43i
Want nu was het Irma, die van den
eenen kant naar den anderen keek, tracn-
tend den gelen sluier te doordringen, en die
haar ooren tot het uiterste inspande of ze
ook iemand hoorde naderen, doch tever
geefs, aangezien zij niets hoorde als het ge
klop van haar eigen hart. Zij was bepaald
heelemaal alleen met dien caden schavuit
in den mist; ze was evenzeer aan zijn ge
nade overgeleverd als een reiziger aan die
van de struikroovers op een eenzamen land
weg.
Zij stak haar hand in haar zak, gaf hem
haar beurs alsof hij er recht op had. Hij
pakte deze aan en zei nu al op ruwen toon:
„Nu uw mantel en ik moet je vragen om
vlug te zijn Ik wil niet bij mijn werk ge
stoord worden."
Irma wierp hem een blik toe vol weerzin
en angst.
Ondanks zijn grijzen baard, zag hij er
niet zwak uit, maar zij was ook niet zwa-k.
Een ondeelbaar oogenblik kwam de ge
dachte van tegenstand in haar op. Maar
toen zag zij zijn gezicht weer-voor zich en
merkte zij, dat hij zijn handen tot vuisten
balde. Met trillende vingers begon zij haar
mantel los te maken en voelde onmiddellijk,
dat zij daarbij ruw geholpen werd. In een
oogenblik had hij hem uitgetrokken. De
grijze roover had zich intusschen al meester
gemaakt van haai* mof.
„Nu je horloge 1"
„Het is maar een zilveren 1" zei Irma.
Het uitsluitingssysteem der liberalen
heeft ten gevolge gehad, dat wij ons bin
nen eigen kring terugtrokken. De leiding
van het publieke leven hadden de libera
len. Wij vochten voor eigen zaak, onze
scholen, onze vereenigingen. Meer dan de
gemeentelijke politiek trok ons de algemee-
ne politiek aan. Daar vorderden wij onder
eminente leiding met den dag. Daar zege
vierde straks de vaan van het recht. Op on
ze vergaderingen werd de gemeentelijke po
litiek slechte zelden besproken. De alge
meen© politiek vroeg daar alle aandacht. En
op de groote beginselen werd daar voor
namelijk gelet.
Maar deze politieke opvoeding sterkte on
ze kracht ook in het gemeentelijk leven, en
aldra gelukte het op verschillende plaatsen
onze mannen in den Raad te brengen.
Welke plaats moesten zij daar innemen?
Maar al te veel werd de Raad beschouwd
als een lichaam, dat gelijk staat met de
volksvertegenwoordiging. Ook in den Raad
moesten onze beginselen worden verdedigd.
Protest moest daar aangeteekend tegen en
kele sterksprekende uitingen van vrijzinnig
regime.
Als onze mannen in den Raad kwamen,
dan ontdekten ze aldra, dat die Raad een
bestuurslichaam is. Dat mee besturen de
eerste taak der leden is en dat er voor het
uitkomen voor zijn beginselent zooals men
dat steeds voor oogen had gehad, zich niet
zoo vaak een goede gelegenheid aanbood.
Dit wekte dan bij de anti-revolutionairen
in de gemeente teleurstelling, straks ont
stemming. En men hoorde de klacht: wat
geeft het, of onze mannen in den Raad
zitten.
De Raad is een bestuurscollege; het lid
maatschap van den Raad eischt studie, die
niet mag; nagelaten worden.
Dit is te meer waar, omdat dc bcteeke
nis van het gemeentcbestdur voor het maat
schappelijk leven steeds grooter wordt.
Nieuwe gedachten banen zich een weg.
Nieuwe eischen worden gehoord, waarvan
onze liberale bestuurders in vroeger dagen
zelfs niet droomden. En voor zoover deze
nieuwe eischen liggen in de revolutionaire
lijn, is er bij het liberalisme, dat zelf op die
lijn ligt, ook geen verweer. Langzaam
drijft het mee af. Tegen het staatssocalis-
rae en de sociaal-democratie is zijn wapen
rusting niet bestand.
De revolutionaire gemeente-politiek kan
alleen bestreden worden door een politiek,
die in beginsel lijnrecht tegenover de re
volutie staat en die in eigen grondslag de
kracht heeft om het organische volksleven
te behoeden voor revolutionair geweld.
"Vooral in ons gewest neemt het libera
lisme, dat ccds den toon aangaf, ziender-
oogen in be teekenis af.
De sociaal-democratie moge in het cijfer
niet vooruitgaan, de geest van dc sociaal
democratie wint veld. En men ziet, tegen
over het sporadisch verschijnsel, dat de li
beralen zich trachten te verstaan met het
Christelijk volksdeel, al meer de neiging
zich openbaren om door een verdrag met
den socialistischen geest een dam op te
werpen tegen den wassenden invloed van
de Christelijke beginselen.
Naar aanleiding van de uitkomsten der
jongste volkstelling vestigt „Het
Huisgezin" de aandacht op de o n-
o v e n r ed i g li e i d, die in den loop der
jaren ontstaan is bij do vertegen
woordiging der verschillende p r o-
vincies in de State n-G e n e r a a J.
Zco is bijv. Friesland door vier afgevaar
digden in de Eerste Kamer vertegenwoor
digd en Overijsel, dat ruim 20,000 inwoners
meer telt, door drie. En in overeenstemming
hiermede zendt Friesland acht afgevaardig
den naar de Tweede Kamer ©n Overijsel
slechts zeven. Evenmin acht het blad het :n
den haak, dat Zuid-Holland met een bevol
king nagenoeg viermaal zoo talrijk als dio
van Friesland, maar twee en een halven
keer zooveel vertegenwoordigers in het Par
lement heeft. Verwacht mag, naar de mee
ning van het blad, dan ook worden, dat
wanneer we aan Grondwetsherziening en
Kicsrechtherzienipg toe komen, ook dit
punt onder de oogen zal worden gezien.
Krijgt men bij de nieuwe Kieswet. even-
Het gouden horloge, dat zij uit Weenen
had meegebracht, was al lang verdwenen om
een gat te stoppen in de huishoudbeurs.
„Hier er mee, zeg ik je!"
Zij rukte aan den ketting, maar terwijl
zij dat deed, hief zij haar hoofd ineens
weer op. "Was het verbeelding of hoorde zij
werkelijk het rliythmische gedons van na-
derendo schreden achter het mistgordijn?
Een blik in het gezicht van den roover ver
schafte haar zekerheid en met die zekerheid
kwam haar moed onmiddellijk weer n:.ar
boven.
Met een halve schrede achteruit verhief
zij haar stem, gillend met al de kracht ha-
rer jonge longen, doch slechts eenmaal,
want het tweede „help werd onderdrukt
door een ruwe hand op haar mond. Maar
haar ooren waren niet dicht; en met behulp
daarvan was zij er even zeker van, dat er
hulp in aantocht was als dat zij de woeden
de vloeken hoorde, dia hij uitte.
„Waar? Waar? Ik kom, ik kom!" hoorde
zij een mannenstem roepen en dat geluid gaf
haar een nieuw gevoel van kracht tot weer
stand. Zij worstelde nu wanhopig, terwijl
zij het horloge, dat de man haar met zijn
linkerhand trachtte te ontrukken, nog
steeds vasthield. Zij dacht er ernstig over
om te bijten in de vingers, die haar mond
dicht hielden, maar het was haar niet mo
gelijk. Opeens werd zijn hand weggenomen;
zij hoorde hem nog eenmaal vree sol ijk vloe
ken, merkte, dat hij n<*g eens, doch zonder
succes aan haar horloge rukte en toen
doemde er opeens een onnatuurlijk lange
gestalte vlak naast haar uit den grond op,
terwijl de grijs gebaarde struikroover op
dezelfde geheimzinnige wijze verdween. Hij
gend en trillend liet Irma zich tegen den
beschermenden arm aanvallen,.
„Is hij weg? Welken kant uit?"
Haar redder nijgde naai* rijn adem, zooals
iemand doet, die hard geloopen heeft.
„Ik zal hem nog wel inhalen 1"
Maar zoodra hij eenige beweging maakte,
klemde Irma zich krampachtig aan hem
vast.
„Laat me als 't u belieft niet alleen",
smeekte zij met de openhartigheid van den
doodsangst. „Laat hem maar gaan, dat doet
er niet toe, maar ik kan niet alleen blij
ven i"
„Heel goed, dan zal ik hier blijven, wees
maar niet bang, Fraulein Hartmann, hij zal
u niet meer aanraken."
Zij keek naar het gezicht, dat zich over
haar heenboog, en merkt© opeens, dat bet
de heer Denholm was, aan wiens arm rij
zich vastklampte. Die ontdekking maakte
geen bijzonderen indruk op haar. Zij was op
dat oogenblik nog te zeer opgewonden, om
zich over iets, wat ook, te verbazen.
„Den Hemel zij dank", mompelde zij, „u
is juist bijtijds gekomen."
Zij klappertandde terwijl zij sprak. Zod
der het te v--ten, dat hij dit deed, legde hij
zijn hand op de trillende vingers, die zich
aan zijn mouw vastklampten. Het leek de
meest voor de hand liggende wijze om haar
gerust te stellen.
„Ben ik bijtijds gekomen? Het hoeft er
niet den schijn van. Wat rilt uGoede he
mel, is uw mantel weg? Heeft die scha
vuit..." Een ondeelbaar oogenblik scheen
het idee om den dief te achtervolgen in
hem op te komen, maar het werd onmiddel
lijk als hopeloos opgegeven.
„Wacht een oogenblik, juffrouw Hart
mann 1"
Hij maakte niet zonder eenig zacht geweld
haar vingers van zijn arm los, trok zijn
overjas uit en hield baar dien voor.
„Wat beteekent dat?" vroeg zij verbaasd.
„Dat beteekent, dat u haar aan moet
trekken."
Zij keek van hem naar de jas en terug.
„Maar dat kan ik toch niet doen."
„U kunt het wel en u moet het. Hot is
zeer zeker heel wat beter dan om in die
dunne japon naar huis te loopen."
„Maar u dan?"
„Ik heb een dikke jas aan; het zal mij
geen kwaad doen."
„Maar het zal zoo mal staan", zei Irma,
en die opmerking was een. zeer goed bewijs,
dat haar zelfbeheersching begon terug t©
komen.
„Het zal in het geheel niet staan, want
niemand zal het zien, wij zijn vandaag
slechts schimmen voor elkaar en het be
gint daarenboven al donker tc worden. U
kunt toch niet meenen, dat uw ij delheid er
de voorkeur aan geeft om u aan het ge
vaar bloot te stellen van een geduchte ver
koudheid boven het dragen van een klee-
dingstuk, dat niet flatteert? Is u van plan
om mij nog langer te laten wachten, juf
frouw Hartmann?"
Tegenover dien koelen en bijna streng be
velenden toon voelde Irma, dat zij volmaakt
hulpeloos was. Zonder meer iets te zeggen
en zelfs met iets, dat op een zucht van vol
doening leek, trok zij de jas aan, die nog
lauw-warm was door de aanraking met een
ander menschelijk lichaam. Daar was warm
te, daar was veiligheid. Er was ook veel
meer ruimte, dan zij noodig had, want de
kraag reikte haar tot over haar ooren en
de mouwen tot aan haar vingertoppen, ter
wijl op rij van elk harer schouders de jas
stijf uitstond. J
in de haven liggende oorlogsschepen en met
de verdere Vorstelijke honneurs.
Ten huize van den vice admiraal wordt
vervolgens de lunch gebruikt. Te hal ft wee
begeeft Z. K. H zich naar boord van de
..Heemskerck", waarna dit schip onmiddel
lijk de reis zal aanvaarden.
Utrecht. Gistermiddag heeft prot.
Hubrecht bij zijn aanvaarding van het bui
t enge woon hoogleeraarschap een rede ge.
houden over de „plaats der vergelijkende
embryologie in het hooger onderwijs". Decs
redo was geen intree rede in den gewonen
zin; en prof. Hubrecht heeft daaraan zelf
ook herinnerd en wel in ongeveer de vol
gende bewoordingen:
„Nu het mij door velen in ernstige over
weging zegeven werd nogmaals een „intréeu
rede" te houden, zag ik mij daardoor de
mogelijkheid geboden om een schijnbar©
degradatie van ordinarius tot extraordina
rius, die sedert 1636 aan deze universiteit ni
fallor nog niet is voorgekomen, toe te licli-
I ten on tevens openlijk voor haar mijn dank
te betuigen.
I Immers bedoelde degradatie heeft mij al
lerminst als een bedreiging ia de ooren go-
klonken, noch ook als een straf bezwaard.
Zij werd mij verleend op aanyr^ g mijner
zijds; haar spoedige bcklinking geeft mij
des t© langer gelegenheid uitsluitend dat
gene na te streven wat sinds mijn komst
aan do Utrechtsche universiteit gaandeweg
mijn levensdoel geworden is."
Amsterdam. Bevorderd is op proef
schrift de heer J. W. v. d. Valk, geboren te
Amsterdam.
Bij Kon. bosluit b benoemd tot ridder in
do orde van Oranjc-Nassau F. L. Ahsmann,
hoofd eener bijzondere soliool to Utrecht;
aan M. van Garderen, gemeenteveldwach
ter te Weesperkarspcl, dc eerc-medaille der
orde van Oranje-Nassau in brons toegekend;
te rekonen van 1 April 1910 aan mr. A.
J. Hildebrandt, naar aanleiding van zijn
benoeming tot adjunct-commies bij hei-
dep. van Landbouw, Nijverheid en Handel,
eervol ontslag verieond als adjunct-commies
bij den Raad van Toezicht op dc Spoorweg
diensten
bepaald dat do notarisplaats te Enkhui
zen, opgevallen door do verplaatsing van P.
Frijlinck, niet zal worden vervuld;
aan den luit. ter zee 2o kl. J. Veld
kamp op zijn verzoek mot 1 Mei 1910 eervol
ontslag uit den zeedienst verleend.
Bij Kon. besluit zijn de volgende jaar-
lijksche pensioenen vorleond: Oh. E. Jii-
niohe, f331; N. Kamp f26; N. Abramaen,
f859; J. Nijd eken f409; mr. J. Vosmacr,
f2200; mr. A. E. J. Nijeingh, f2200.
Examens voor machinisten.
Do oommissio voor do machinisten-
examens, bedoeld in art. 8 der Schippers-
wet („Stbld." 1907, No. 2-11), zal overeen
komstig de bepalingen vervat in het regle
ment voor de machinisten-examens, en het
sleepvaartreglement, aanvangende 24 Mei
a.s., zitting houden te Utrecht.
Do aanvragen om tot die examens tc wor
den toegelaten moeten den voorzitter dor
oommissio vóór 14 Mei bereikt bobben.
In do aanvraag moet worden vermelddo
vaart en het diploma waarvoor men examen
wenscht af te leggen; woonplaats en laatste'
werkkring.
Verdere bijzonderheden geoft de „St.-Ct."
No. 102.
Technische Hoogeschool.
De voorzitter van do afdeeling der weg- en
waterbouwkunde van de Technische Hooge
school maakt bekend, dat zij die wenschen
deel te nemen aan het ingenieurB-examen
voor oiviel-ingonicur, dat zal worden afge
nomen in Juni on Juli 1910, zich hiervoor
schriftelijk hebben aan tc melden bij den
secretaris der afdeeling, professor G. JL
de Vries Broekman, vóór 15 Mei 1910.
„O, wat moet ik er mal uitzien, maar in
elk geval zal ik nu mijn mof niet missen i"
De lach, die haar ontsnapte, was als me
dicijn voor haar geschokte zenuwen.
„Is u er wel zeker van, dat u geen kou
zult vatten?"
„Absoluut zeker. En nu geloof ik, dat
het beter is, als wij ons op het pad begeven.
Ik zou wel eens willen weten in welke rich
ting Brompton-Road rich bevindt."
„Gaat u dan ook naar Brompt©n-Road?"
„Ja, en het zou de zaak veel vereenvou
digen als u mijn arm aannaamt. Dat is dc
eenige wijze om elkaar niot te verliezen."
Irma gehoorzaamde, nog een beetje ver
suft, terwijl Vincent nog een oogenblik zijn
oogen en ooren tot het uiterste inspande.
„We zijn heelemaal niet in de richting
van Albert Gate" bij gaf natuurlijk de voor
keur aan een grootere afzondering. „Nu, wq
kunnen niets doen dan op goed geluk voort
loopen en er het beste van hopen.
Zij liepen heel voorzichtig voort.
„Hoe gelukkig, dat u ook juist in het
park was", iei Irma zonder eenige bijge
dachten, geheel vervuld van het feit, dat
zij gered was.
„Heel gelukkig. Ik volgde u; ik bedoel,-
dat ik toevallig achter u liep toen u den
Marble Arch bereikte ik meende toent dat
het geraden was om u niet uit het oog te
verliezen. Men hoort bij dit weer van zoo
veel ongelukken. Maar de mist versloeg mij.
Ik merkte zelfs niet eens, dat u ccn gids
hadt. Het was ontzettend onvoorzichtig; als
u me toestaat om dat te zeggen", voegde
hij er bij. „Maar er blijkt duidelijk uit, dat
u Londen nog niet kent",
-r (Wordt vervolgd.)