VOOR DEJEUGD K No. 15381, Woensdag* 13 April. Anno 1910, 1 6v" -•£ nÊV -7® •v. i "fflfi i - ffli ml 2 j J f 2 o i J 2 2 •••2 2*9*2 2 2 2 2*9*2 2 «1 11 ml 11« ui It ill liiil i h*il 11 Mil hiil 11» li-IDSCH DAGB1AD f EERLIJK DUURT HET LANGST. m* Alb. 1. Hen stadspark uit vijf pr entbrief kaarten. Hebt ge eenmaal uw keus gedaan dan begint ge de briefkaarten voorzichtig uit te snijden, zórgt daarbij dat de boom groepen zoo min mogelijk beschadigd wor den en de lucht en wolken alleen wor den weggenomen. De jongste onder u zeeft in een bakje gedroogd zand, dit gebruiken we voor de wandelwegen in het park; een ander kan met een kleine, ronde schaar mos of gedroogd' heidekruid klein knippen. Een van de oudsten onder u snijdt nn voorzichtig met een loodrecht gehou den .mes een gleuf in gelijke richting met den onderrand van de kaart zoo breed, dat de onderschriften verdwijnen en buigt dezen rand naar achteren, zooals bij. bouwplaten of papieren poppen. Nu neemt ipen een stuk in deren vraagt aan ouders, broers en zusters zooveel mo gelijk oude prentbriefkaarten. Al meerma len zeiden we dat er van oude prentbrief kaarten. jillerlei aardigs te. maken is. Om dit' te tooóen willen we een park aanleggen met een vijver, weide, een mooie allée met een kasteel in de "verte. (Zie onze eerste afbeelding). Dit is een werkje, dat niet zoo heel moeilijk is, waaraan dus iedereen kan meedoen. "We zoeken uit onzen voorraad een vijf tal briefkaarten uit, die zoo goed mogelijk bij elkaar passen. We nemen ze alle van bordpapier van ongeveer 20 cM. breedte on 30 a 40 cM. lengte. Op dit bordpa pier worden vervolgens de briefkaarten met don omgeslagen rand geplakt. De wijze, hoe dit geschieden moet is duidelijk op Af beelding 2 te zien. Men plaatst de hoo rnen zóó, dat voorop het bordpapier de grootste boomgroepen staan, de kleinere steeds meer naar achteren in schuine rich- Afb. 2. dezelfde kleur, bij voorbeeld, vijf zwarten, of beter vijf gekleurden. Niet een paar zwart en de anderen gekleurd, w^nt dat staat liet mooi, I ting, zoodat men lanen krijgt, waarin onze papieren poppetjes urenlang kunnen wan- (delen. Geheel op den achtergrond plakt men nu de prentbriefkaart met spelende kinderen, ongeveer 6 oM. daarvoor de brieft kaart met den. vijver, rechts en links dej overige kaarten, in het midden plaatst menj een bloembed, dat iets hooger moet liggen dan het daaromheenloopende zandpad. Een stuk karton van ongeveer tien cM. door enede snijdt men tot in het middelpunt door, dan schuift men de anijranden een weinig over elkaar en plakt ze vast, waar door men eon stompen kegel verkrijgt, die, men voor bloembed gebruikt en in hot' midden van het park vastlijmt. Degenen die deze beschrijving nog niet goed begrijpen, moeten de beide af beeldingen maar eens goed met elkander, vergelijken. De strepen met de cijfers 1, 2,' 3, 4 en 5 op Afb. 2 duiden aan, hoe de briefkaarten op het bordpapier moeten wor den geplakt. Door dezelfde cijfers op de eerste afbeelding kunnen we de verschil lende kaarten duidelijk onderscheiden: 1 is de briefkaart met het kasteel er op; 2 die met de wandelende dame; 3 is de vijver in het midden met het bloemperk er voor; 4 is de achterste kaart met spelende kin deren, terwijl 5 weder een pLantemgroep op zij vormt, Is men eenmaal zoover klaar, dan bestrijkt men het geheele stuk bord papier met heete lijm en bestrooit dit dik met zand. Het kegelvormige stuk kar ton wordt ook met lijm bestreken, met mos of heidekruid bestrooid on zoo mogelijk met kleine schelpjes omrand. Als alles klaar en droog ia, kunnen tin nen soldaten of papieren poppen m het park gaan wandelen. Kinderen die hierin; voldoende vaardigheid hebben verkregen kunnen verschillende groepen huizen, ker ken, plantsoenen uitsnijden en zoo een gansche stad met straten en pleinen op bouwen. NEEP HEINEM AN. <xxxxxxxxxx>o Pieter Stok was eeiii 1 'ein bedrag schul dig aan zijn buurman. Lukae en daar hij zeer arm was, vroeg hi,j hem, om zijn vier kippen te willen nemen in plaats van het verschuldigde geLd. Lukas vond dat heel goed, want hij bezat is het geheel geen vo gels en wist, dat deze kippen zeer goed van leggen waren. Dienzelfden dag nog werden ze naar Lukas' tuin overgebracht, maar om dat ze daar vrij konden rond loopen en niet, opgesloten werden in een kippenren, liepen ze weer terug naar hun eigen hok en leg den daar vier eieren. Willem, de kleine jongen van Stok, hoordo de kippen daar weer bezig in hun tuin, vond er de vier eieren en liep er vroolijk mee naar binnen.. Wat zal moeder blij ziijn, dacht hij, als ze bij haar thuiskomst die versohe eieren vindt, die kan z© dan heerlijk koken voor het eten. Maar na een oogenblik had hij zich tocb bedacht. „Neen, dat hoort tocb niet zoo, de kip pen zijn van Lukas-buur, dus dan zijn de eieren ook voor hem".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 11