den middenstander, die, zonder rijkelijk ge vulde beurs, smachtte naar de lekkernijen yan de fijne keuken. Delicatessen,, alléén te betalen door ben, die met keken op een goudstukje meer of minder, Kempinski beeft ze den met aardscbe goederen minder bedeelde laten proeven. Oesters, kaviaar, asperges, artisjokken, kreeft, zalm. Voor hoogstens 1 mark 50 per portie wordt bet geleverd in het wijnhuis Kempinski, waar ook de wijn goedkoop is. Hij begon in Berlijn zijn loopbaan als reiziger in Hongaarsche wijnen, welk vak hij ook in Breslau zijn geboortestad reeds had uitgeoefend. Maar hier wilde 1 et niet. De Benlijner houdt meer van Rijn- of Bordeauxwijn dan van Hongaarschen. En dus richtte Kempinski zich naar dien smaak. Hij opende een klein café, waar hij zijn wijn per glas verkocht, zorgde voor een klein bapje eten, een kaviaar-broodje, een half dozijntje oesters, tegen matigen prijs. De heeren mochten zoon lekkernijtje wel, dat thuis nooit opgediend werd. Het zaakje ging goed. En Kempinski kreeg bet idee, zijn principe in het groot toe te passen,: een spijskaart met honder den gerechten: dageüijksche kuiskost en de- lioatessen. De halve portie vijf en zeventig pfennig, de heele één mark dertig. Deze goedkoope uniformiteit (de prijzen zijn, nu alles duurder geworden is, in de iaatst-e jaren met tien pfennig opgeslagen) trok zoo, dat Kempinski, die langzamer hand groeide in zijn paleis in de Leipziger- strasse, dat nu reed6 te klein is, niettegen staande de concurrenten, die zijn voorbeeld volgden, het eethuis geworden is voor de Berlijnsche families, voor vader, die met moeder, dochters en zoons het er eens van nemen willen. Dat is het typische van dit wereld-eethuis, dat het een gezinsherberg geworden is. Zoo worden er nu gemiddeld per dag 80,000 oesters gebruikt, per jaar voor 600,000 mark kaviaar. Dagelijks steken er 7200 gasten de 14,400 beepen onder de tafeltjes. Jaarlijks wordt er voor 9 millioen mark omgezet. Kempinski heeft zijn eigen kelders, waarvoor hij jaarlijks 30,000 mark huur be taalt zijn eigen bakkerij en wasscherij, sdjn eigen inrichting tot verzilvering van vorken, lepels en messen. De bakkerij levert per dag 17,000 broodjes, de wasscherij 20,000 sohoone servetten. Jaarlijks wordt er voor 40,000 mark aan glas en porselein gebr ken. Alles aan eten en drinken, dat de keuken verlaat, mag niet meer in de keuken komen. De klifekjee worden verkocht aan chemische fabrieken, die er veevoer van maken. De jaarlijksohe opbrengst van deze resten ia 20,000 mark. Niettegenstaande dit kolossale bedrijf, gaat bij Kempinski alles van een leien dakje. De ober, die redactioneele functies uitoefent, steeds zijn potloodpunt gereed om door te schrappen van de spijskaart het gerecht, waarop juist de keus viel van den gast, zoo'n ober is er bij hem niet. Wat er op de kaart staat, is te krijgen. Al is geen stoel binnen onbezet, al is het zóó vol, dat het bordje buiten hangt: „Tij delijk gesloten", dat binnen de kellner^ geen ruimte meer hebben cm zich te bewe gen, toch gaat alles, zooals de Duitscher zegt: „Wie am Schnürchen.'' Kempinski heeft Berlijn aan zich ver plicht En verdiende hierbij zelf heel wat. Bet loopeu als gymuastiselie oelouiug. Er is verschil tusschen „gaan" en „loo pen". Bij het gaan rust het lichaam afwis selend op minstens een der beenen, bij liet loopen zweeft het telkens even zonder steun. Ieder heeft wel eens bemerkt, dat wanneer zijn beenen vermoeid waren van het gaan, die vermoeidheid minder gevoeld werd als hij den looppas aannam. Bij den laatst en echter geraakte hij na korter of langer tijd „buiten adem", wat op een wandeling weer niet zoo spoedig gebeurt. Geen beweging der spieren zonder ver bruik van zuurstof en vrijwording van kool zuur. Hoe krachtiger de spieren werken, des te meer wordt er ook gevergd van hart en longen. Het i6 gebleken,, dat men na een zwaren arbeid ongeveer twee- a driemaal zooveel koolzuur uitademt als in rust. Wan neer hart en longen die vergroote werk zaamheid niet afkunnen, ontstaat er een overvloed van met koolzuur verontreinigd bloed. Om dan de longen weer behoorlijk te laten funetionneeren, is het noodig eer9t eens „uit tc blazen". Men kan dus het gezegde van paarden- dresseurs begrijpen: Een paard draaft met zijn beenen en galoppeert met zijn longen. Ieder zal wel toestemmen, dat loopen in het gewone, burgerlijke leven nuttig kan zijn, al was het maar om den verslapen tijd in te halen, als men met den trein mee wiL Voor een leger is het van het uiterste ge wicht zich snel te kunnen verplaatsen. Napoleon verbaasde er zijn tegenstanders door. De FrnnschDuitsche oorlog en die in Zuid-Afrika hebben het nut er van al evei^eer aangetoond. Maar bovendien moet het leger in staat zijn na den marsch met het geweer of de bajonet aanvallend of verdedigend op te treden. Voor alle men^chen, al verslapen zij zich nooit of al hebben zij absoluut geen mili taire neigingen, is het gewenscht, dat zij ruime, goed ontwikkelde longen hebben. Juist daar het loopen zooveel van de lon gen vergt, is een geleidelijke en verstan dige oefening van groot gewicht, om de ontwikkeling der longen te hevordereb. Natuurlijk geschiedt dit niet zoo gemak kelijk meer als het geraamte geheel ver- beend is en bet lich&am zijn wasdom heeft gestaakt, wat gewoonjijk met het 21ste jaar het geval is, maar het best van 14 tot 20 jaar. Gaandeweg regelt zich vanzelf de adem halingsfunctie in overeenstemming met den groei van hart en longen, en bereikt de looper een snelheid, die hij langen tijd zon der bezwaar kan volhouden. Meteen krijgt hij door volhardend pogen over zijn adem haling een zekere heerschappij. De beteekenis van het loopen heeft iemand doen zeggen: Als alle oefeningen ontbra ken, zou het loopen uit een gezondheids oogpunt nog voldoende zijn. Alle deskundigen zijn het er tegenwoor dig over eens, dat het loopen van groot belang is. Ook in het leger wordt het loo pen vlijtig beoefend en de marsch wordt tevens als de zwaarste dienst beschouwd. Het krachtig geoefende Duitsche leger is ons echter ook in dit opzicht de baas. De oorlog van 1870 en '71 is vooral door de ge hardheid van het leger ten gunste van DuitscHland geëindigd. Eeu voorbeeld uit vele is de marsch van het 12de korps Saksers op IS Augustus. Na een afgebro ken marsch van 18 uren bewerkte dit korps de zegepraal van Baucourt. Soldaat zijn, heeft men dan, ook gezegd, is geen kinderwerk en evenmin werk voor menschen, wier lichamelijke opvoeding ge durende 20 jaren van hun leven aan het toeval werd overgelaten. Reeds in, de oudheid gold het loopen al»! een der beste gymnastische oefeningen en' in de legers der Grieken waren uitsteken-! de hardloopers. Ook in later tijd werd het! loopen vlijtig beoefend. Het sterkste voor-j beeld gaf tot op heden de Engelschman: George Littlerwood, die in 1889 bij den. „go-as-you-please wedloop" in zes dagen 1004 kilometer aflegde. Gedurende died tijd rustte hij in het geheel 15 uren en 19; minuten. Bij versohillen.de Duitsche turnfeesten ziet men ook in de „oude-heeren-afdeelingen"] vaak nog kranige loopers. Zoo liep een 64-jarige in 29 minuten 4400 meter en een' man van 46 legde in 77 minuten 12,00^ meter af. Volgens den reiziger Schulze mogen dei Hottentottsn in de Kalahari-woestijn nieS trouwen, alvorens een ongewond hert ofl giraffe achterhaald en den staart afgesne-j den te hebben. Meermalen wordt daarvoor} zes uren onafgebroken in den looppas geV vergd. Reeds is gemeld, dat de Regeering voor; de viermaanders een duurloop van, 500 meJ ter in 3£ minuut eischt en een snelloop vaw 100 meter in 16 sec. Russische stedencuatuur. Volgens officieele Russische opgaven be treffende 1084 Russische steden hebben er} slechts 14 geheel geplaveide straten en 250 gedeeltelijk geplaveide straten. De rioleering is nog zeer primitief;, slechte 38 steden hebben rioleering. Slechts één stad (Kazan) bezit een mo dern ingericht slachthuis. Een waterleiding hebben slechts 257 ste den, 854 dier steden bezitten een ziekenhuis, 1028 hebben apotheken, 1008 geneeskundi gen, 75 steden hebben electrisch licht, 33 gaslicht, 193 hebben.... niets, de rest bezit petroleumverlichting. In het geheel zijn er. 27 electrisch© tramwegen, 9 stoomtrammen en 20 paardentramwegen. RECEPT. Warmegriesmeelp u dding. 1 L. melk, 150 G. grieameel, 100 G. sui ker, 7o Q. boter, 4 eieren, 80 G. rozijnen, wat zout. Bereiding: De melk koken, gries- meel en suiker dooreengemengd toevoegen, onder roeren gaar en dik laten koken. Van het vuur af toevoegen de boter, de goed ge. wasschen en gedroogde rozijnen, wat ge raspte oitroenaohil, 2 heele eieren, en van 2 dooiers en wit apart geklopt. De massa overgieten in eeu dik met boter ingewreven en met paneermeel bestrooiden warmeri- pudding-vorm en gedurende l£ k lj uui au bain-marie laten koken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 20