N®. 15369
A0. 1910.
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Irma Harding'.
"Woensdag 30 Maart.
LEIDSCH
DAGBLAD
PBLTS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentien van 30 woorden 40 Oents contantelk
tiental woorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt/'0.06 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents per 3 moandeD I 11 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd «ijn 1.30.
Franco per post 1.66.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van KI. BLANS, te
Zaandam, houdende verzoek om vergunning
tot het oprichten eener smederij, gedreven
door electromotoren van 1, 2 en 6 p.k., in
een gebouw bij de fabriek aan den Hoo-
gen ltijndijk, kad. sectie M Nos. 2103 en 922
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat ge
noemd verzoek, net de bijlagen, op de Se
cretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Woensdag 13 April
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen»
dat niet tot beroep gereohtigd zijn zij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner le-
'den zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
>T C. DE GIJSELAAR.
Burgemeester.
I VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, CO Maart 1910.
Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van A, MENKEN, hou-
idende verzoek om vergunning tot het uit
breiden zijner zuivelinrichting in perceel
Oude Vest 197, kad. sectie H No. 1596, door
Let in werking brengen van een electro
motor van 4 p.k.
Gelet ot de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Brengen ter algemeene' kennis, dat ge
noemd verzoek, met de bijlagen, op de Se
cretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Woensdag 13 April
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
Hiet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner le
lden zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR
Burgemeester.
VAN HEIJST, Secretaris.
Leiden, 30 Maart 1910.
Leiden, 30 Maart.
I In de hedennamiddag gehouden ver
gadering van aandeelhouders der Leidsche
Broodfabriek werd het dividend vastgesteld
op 10 pCt.
Het dividend bedroeg verleden jaar 8pCt.
Thans is in druk verschenen het jaar
verslag over 1909 van de Handelsbedienden-
vereeniging Kennis is Macht" te Leiden,
uitgebracht op de Algemeene Vergadering
van 28 Januari 1910.
De heer M. Zuihhof hoopt 14 April
a.s. den dag te herdenken, waarop hij vóór
25 jaar in dienst is gekomen bij de heer en
Gebroeders Boot te Leiderdorp.
Hij is bij die firma als meesterknecht zeer
geacht ©n door het personeel gerien, zoodat
er dus van beide kanten steeds een aange
name verhouding bestaat en die dag zeer
zoker niet onopgemerkt voor hem voorbij
zal gaan.
Op den llden Juli e.k. hoopt de heer
L. W. F. Sesseler, stationschef 1ste klasse
bij de H. IJ.-S.-M., te LeideD, den dag te
herdenken, waarop hij niet alleen vóór 25
jaar in dienst trad, maar ook vóór 25 jaar
in zijn tegenwoordige functie, (de laatste
jaren te Leiden), bij de H. IJ-S-.M. werd
benoemd. Vóór dien tijd was hij in dienst
bij de voormalige Ned. Rijnspoorweg-Maat
schappij.
Tot lid van het hoofdbestuur van de
Vereeniging van Chr. Onderwijzers en On
derwijzeressen in Nederland en de Over-
zeesche bezittingen is thans gekozen de heer
J. van An del te Bodegraven.
Voocr den Prins es-Juliana-Bijbel is f649.15
verzameld. Daarvoor is aangekocht van de
firma Van Holkema en Warendorf de we
reldbijbel.
De afd. Leiden heeft de volgende motie
aan de Hoofdvereenigïng voorgesteld: „De
Vereeniging, waardeer en de de bedoeling van
hen, die de Christianiseering der openbaro
school voorstaan
lettende op het zeer gemengd karakter van
ons volk op godsdienstig terrein en op de
geschiedenis van ons Chr. Onderwijs;
spreekt als haar overtuiging uit, dat op
't oogenblik geen betere weg te bewandelen
is om de kinderen cm zes volks onder be
ademing van Gods "Woord te brengen, dan
met kracht op den ingeslagen weg voort
te gaan, om hoe eer hoe beter te komen
tot verwezenlijking van het beginsel van
het Unie-rapport: „de Vrije School voor
heel de natie."-
B. en Ws. van Delft hebben den ge
meenteraad een ontwêxp-TCgloment voor oen
in te stellen scheidsgerecht ten behoeve van
gemeente-ambtenaren doen toekomen.
Hert scheidsgerecht zal omtrent de aan
ambtenaren op te leggen straffen in hoog
ste ressort beslissen. Het bestaat uit vier
leden en een voorzitter, en even zoovele
plaatsvervangers.
De raad benoemt den voorzitter en diens
plaatsvervanger. B. en Ws. en de gezamen
lijke ambtenaren benoemen elk twee leden
en hun plaatsvervangers. Leden van den
raad zijn in het scheidsgerecht in geener
lei functie benoembaar.
Het ontwerp regelt verder de verkiezing
van de leden van het college; de wijze
waarop beroep moet ingesteld van opge
legde straf, benovens de wijze waarop het
college uitspraak doet. Het is een gevolg
van en sluit aan bij het onlangs tot stand
gekomen reglement, genaamd Algemeene
dienstbepalingen voor ambtenaren enz. en
vormt daarmede een nog wel niet volkomen
regeling der rechti^positie der ambtenaren,
maar voorziet toch in veel, dat tot heden
door gebruik of door sleur regel heette.
Hr. Ms. pantserschip „Utrecht," thans
gestationneerd in Paramaribo, moet 19 Mei
ter roede van Buenos Ayr es aanwezig zijn
bij gelegenheid der opening van de ten
toonstelling aldaar.
Naar het „Hbl." vernoemt, zal jhr.
mr. K. van Vredenburoh, legatieraad te
Berlijn, benoemd worden tot minister-resi
dent, met den persoonlijken titel van ge
zant te Boekarest.
Opvolger van jhr. Vredenburoh te Ber
lijn ?al, volgens het blad, worden jhr. Mel-
vill van Oarnbee.
H. M. do Koningin-Moeder ontving
hedenmiddag jhr. mr. Ruys de Bcerenbrouck,
Commissaris der Koningin in Limburg,
die daarna aan den lunch van H. M. hoeft
deelgenomen.
H. M. de Koningin zal Baron Guil-
laume morgenavond in de gelegenheid stel
len zijn terugroepingsbrioven als gezant
van den Koning der Belgen te 's-Graven-
hage, aan te bieden.
De aftredende gezant is uitgenoodigd na
het afscheidsgehoor aan de Koninklijke tafel
aan te zitten.
De Minister van Buitenlandscke Zaken,
jhr. mr. de Marees van Swinderen, is voor
nemens Woensdag 6 April aan den verlrek-
kenden gezant Baron Guillaume een af
scheidsmaal aan te bieden.
De burgemeester van Den Haag zal
zich in het laatst dezer week voor een tien
tal dagen voor particuliere aangelegenhe
den naar het buitenland begeven.
De Minister van Financiën en de Mi
nister van Oorlog zijn heden naar Amster
dam vertrokken tot het bezoeken van het
Arsenaal op het Wateriooplein in verband
met de bezwaren tegen den verkoop van
dit militaire Rijksgebouw, ingebracht door
hen, die het als een monument van oude
bouwkunst wenschen te behouden.
De gewone confereiitiën van H. M. de
Koningin met de Ministers-Departements
hoofden, eindigen 13 April a.s. in verband
met het verblijf van het Hof op Het Loo,
dat voornemens is tegen 15 April daarheen
te vertrekken.
Het materieel van het Koninklijk Stal
departement zal 13 April naar Het Loo
vervoerd worden.
AARLANDERVEEN. De verkooping der
kleedingstukken; vervaardigd door de Clir.
Jongedochtersvereeniging heeft opgebracht
f 48, welke som ten bate komt van de
Ned.-Herv. Kerk. Do niet verkochte goe
deren werden aan 26 gezinnen uitgedeeld.
GOUDA. Op 6 April zal de plechtige in
wijding plaats hebben van het nieuwe Van-
Iterson-ziekenhuis, gebouwd uit het daar
voor nagelaten legaat van de dochters van
wijlen den oud-directeur en mede-oprichter
van de Goudsche Kaarsenfabriek, den hoer
Van Iterson. Op 1 Mei 1903 werd van deze
schoone stichting de eerste steen gelegd,
gelijktijdig met het 50-jarig bestaan van de
Kaarsenfabriek, dat dien dag gevierd werd.
HAARLEMMERMEER. De voorloopige
arbeid betreffende de wijkvei-pleging in de
ze gemeente is tot een goed einde gebraciit
en de tot-stand-koming dezer zaak is vrij
wel verzekerd. Ten einde verdere maatrege
len te kunnen treffen, zijn de leden dezer
oommissie uitgenoodigd tot een samenkomst,
dezer dagen te houden.
HILLEGOM. De vroegste hyacinten,
staan hier thans in vele tuinen in vollen
blooi; een di' weken vroeger dan verle
den jaar.
Door de Federatie van Bloemistwerk-
liedenvereenigingen alhier is andermaal een
circulaire tot de arbeiders gorioht. Daarin
wordt gezegd:
„Voordat we u opriepen tot de vergade
ring van 4 Maart j.L waren wij reeds vast
besloten onze actie tot het einde vol te
houden en met alle ons ten dienste staande
middelen haar te handhaven. Wij hadden
hiertoe het recht, maar ook den pliaat, wijl
onze gezinnen van het vroegere Joon niet
konden bestaan. Ook aan de patroons heb
ben wij zulks kenbaar gemaakt en zonden
hun tevens het u bekende huishoudstaatje.
Dat ook de patroons, rij mogen het dan
niet willen erkennen, van do billijkheid van
ons verzoek overtuigd zijn, is voor ieder
duidelijk. Reeds dadelijk gaven enkelen
hunner gehoor aan het verzoek der Fede
ratie en daarna kwamen geregeld anderen
hun getal vermeerderen, terwijl bij bijna
allo patroons de onderhandelingen nog
voortduren, zoodat op dit tijdstip onze
actie doelloos kan genoemd worden".
Dan volgen de namen der patroons, die
reeds verhooging toekenden of uitkeerden,
en aan het slot een aansporing om ook bij
de patroons, die nog niets van zich deden
hooren, opnieuw op de verhooging aan te
dringen.
KATWIJK AAN DEN RIJN. De Cbr.
zangvereenigïng „Halleluja" gaf haar ge
wone jaarlijksche uitvoering in de Gorof.
Kerk, die geheel gevuld was.
Na opening en korte inleiding door den
Voorzitter maakte het koor aanstonds met
zijn eerste nummer „Opstanding" een goe
den indruk. De uitspraak voldeed aan een
billijken cisch van besohaafdheid, het ge
luid was zuiver en bleef, zonder begeleiding,
onberispelijk op hoogte. „Opent de poort"
kwam dezen goeden indruk nog versterken.
Jammer, dat „Gods Vaderliofde" en ,,0,
Gij, mijn Troost" niet met dit excelsior
voortgingen, maar beslist zwakker waren.
In „Op Jezus' geboorte" herstelde het
koor zich eoliter geheel. Do volgende num
mers „Avondlied", Reislied".» „Psalm 84"
en „Het Geuzenvendel op den Thuis-
marsch" voldeden dan ook zeer good. Voor
al van het laatste, op verzoek herhaald,
was de voordracht in treffende overeenstem
ming met de schoone woorden.
In aanmerking genomen de grooto ver
wisseling van leden, waarbij verlies van
zeer geoefende krachten, kan de Vereeni
ging over het geheel voldaan zijn. Zij zou
een vergelijking met gustervercenigingen
reeds nu glansrijk kunnen doorstaan. De
directeur, de heer P. v. d. Hoeven, van
Leiden, is ons echter borg, dat deze Ver
eeniging een anderen maatstaf aanlegt. Van
de vele nieuwe, jeugdige krachten ver
wachten we onder zijn degelijke leiding nog
veel goeds.
Mej. M. C. Christiaan.se, mede van Lei
den, verleende haar medewerking door
enkele sopraan-soli te doen hoor en. Met
haar beslist en toch gevoelvol geluid gaf zij
waar kunstgenot. In, het begin was de be
geleiding wel wat te veel domineerend. „Do
Heem'len verkondigen Gods eer" kwam
ons als sopraan-solo minder geschikt voor.
De heer Nic. van Beelen, van Katwijk-
oan-Zec, zorgde voor goedo begeleiding en
deed ons voorts van zijn verdienstelijk spel
genieten door een tweetal stukken voor
orgel. Hoewel voor verbetering vatbaar,
leek ons de orde ook zonder het uitdrukke
lijk verzoek om stilte, boter dan vroeger,
wat ons vooral om den voor het eerst mee
werkenden organist verblijdde.
Alvorens tot sluiting over te gaan sprak
ds. Meyoring een kort slotwoord. Hij
dankte, als tolk der aanwezigen, allen, die
tot het welslagen van, den avond hadden
bijgedragen, in het bijzonder den directeur,
die zijn koor zoo uitnemend „onder den
dirigeerstok" heeft, terwijl hij den solisten
een hartelijk „tot weerziens" toeriep.
Mej. Ohristioanso werd na afloon een
bloemstuk namens de Vereeniging aange
boden. Het „land der bloemen" kon, niet
nalat-en zijn eerstelingen aan haar aan ti
bieden, die zoo ziele-roerend zong van de
grootheid des Scheppers.
KATWIJK. De voorlcopig vastgestelde,
kiezerslijst bevat de namen van 1479 kie
zers, tegen 1451 in. 1909.
LISSE. De afdeoling Lisso van het H.
B.-G. heeft tegen Vrijdag a- s. een vergar
dering uitgcsclireven, waarin zullen behan
deld worden oon voorstel tot wijziging van
het Veilingreglement en een tot gezamen
lijken inkoop van zakken, evenals het vo
rige jaar.
Na Paschen is de tijd, dat men deü
arbeid begint in do veendorijon. Zoo ook'
hier in den Rovcrsbrockpoldcr. De te ver
werken hoeveelheid veenslik zal dit jaar
aanmerkelijk minder zijn dan het vorige
jaar, want groobe hoeveelheden turf zijn
in dien polder nog voorhanden en onver
kocht op het oogenblik.
NIEUWKOOP. Alhier had de Ringverga,
dcring van den verbondaring „Rijnstreek'
in de Christeijkc School plaats Nadat ge
meenschappelijk Psalm 98 2 gezongen
waa, opende de voorzitter de hoei
H. P. Fortgens, van Hazerswoude, met
gebed en openingswoord do vergadering.
Daarna werden de notulen der vorige ver
gadering door den secretaris den lieer J.
Rijneveld, van Aarianderveen, voorgelezen,
en na een drietal opmerkingen vastgesteld.
De heer V. Pools ma hield in plaats van
ds. S. Ybema, die wegens ongesteldheid ver
hinderd was, een inl riding naar Lulcas 24:13
tot 35, waarna een bespreking door den
voorzitter geleid werd. Vervolgens kwamen
aan de ordo een opstel van den heer 0.
Vroolijk, van Woubruggc, getiteld: „De sol
daten cn het Militair Tehuis"een van den
heer W. J. Lokhorst, van Alphen, getiteld:
„Uw Koninkrijk kom©"; een voordracht
(ernst.) door den heer A. Verlooij, alhier,
getiteld: „De Duivel op weg naar de Kerk"
oen opstel van den heer J. Rijneveld, van
Aarianderveen, getiteld: „Davids oprecht
heid jegens Koning Saul,", een opstel van
den heer J. Z wan born, te Bodegraven, ge
titeld: Het verschil tussehen Anti-revolu
tionairen en Chr.-H8torischen" en ten slot
te een voordracht van den heer P. Roest,
van Aarianderveen, getiteld: „De Red
ding". Op al deze onderwerpen volgde een
aangename gedachten wisseling.
Door een paar dienende Martha's werd
koffie rondgereikt en er werd een collecte
gehouden voor den Ring en voor de (Jhr.
School, voor deze gelegenheid bereidwillig
door het bestuur afgestaan.
Tot slot dankte de Voorzitter allen, die
lot het welslagen van deze vergadrring
hadden medegewerkt, en sloot de heer V.
Poolsma, eerclid van do Chr. Jongcl.-Ver.
Pred. 12 la, alhier, de vergadering mot
Maar gij '1 Mijn eenige troost op dit laat
ste oogenblik is de gedachte aan je eigen
klein fortuin. Dat zal jo behoeden tegen
armoede en de meisjes zullen natuurlijk
moeten werken. Ik hoop van haite, dat rij
je tot troost zullen zijn. Mag ik daarbij
voegen, dat ik ook op vergiffenis hoop Als
ik bedenk wat je leven had kunnen zijn
zonder mij, dan kan ik je alleen verzoeken
om zoo mild mogelijk over mij te oordee-
len. Laat mijn dood je leven niet verduis
teren. Het geluk, dat ik gesmaakt heb door
jouw bezit, is meer dan den raeesten men-
schen te beurt valt. Zelfs op den rand van
het graf voel ik er nog den gloed van en
ik dank je van uit het diepst mijner ricl
voor die oogenblikken van volmaakte za
ligheid.
Je ongelukkige ea liefhebbende
Edward."
Toen hij het laatste woord had neerge
schreven, gooide hij de pen neer en steunde
rijn hoofd weer tussehen zijn handen. Het
handvat van de revolver glom onder het
electrisch licht. Hij behoefde nu niets meer
te doen dan het in zijn hand te nemen, maar
nu zijn erkentenis volbracht was, was er
niet zoo'n vreeselijke haast meer aan ver
bonden. Een uitstel van een paar minuten
kon er niets aan veranderen; hij had nog
den tijd, om de gestalte, die hij van af den
drempel had gadegeslagen, in gedachten ;nog
een blik toe te werpen; een blik, dien hij
in de schaduw des doods als een laatste
berinnering zou meenemen. Had hij haar
ooit schooner gezien?
Ja, misschien eenmaal op dien avond, nu
twintig jaar geleden, toen rij in een loge
van het Weenscho opera-gebouw voor het
eerst aan hem verschenen was. Dien keer
was het een vlekkeloos witte gedaante ge
weest; toen waren de rozen op haar wangen
de eenige bloemen, die zij droeg; toen waren
haar schitterende oogen, haar jongemeisj es-
gratie de eenige juweelen, die haar versier
den. Van af het oogenblik, waarop zijn blik
op haar gevallen was, konden de gebeurte
nissen op het tooncel zijn aandacht niet
langer boeien. Gedurende de drie acten
keerde zijn blik steeds weer terug tot 'ho
loge vlak vooraan, die in zijn oog het
schoonste uit de heele, propvolle caal bevat
te. Het was de „ooup de foudre" in den
letterlijken zin van het woord, maar wat
bliksemstralen anders gewoonlijk niet doen,
deze bleef voortduren I Als hij er op terug
keek, over de golf van die twintig jaren
heen, kon hij zijn bloed nog sneller voelen
vloeien bij de herinnering daaraan. Van af
dat oogenblik en zelfs nog voordat hij aan
haar voorgesteld was, was hij haar slaaf ge
weest. Op dien avond had hij de ware be-
teekenis van het leven eerst ontdekt.
Er volgden nu zes maanden vol stroo
mingen van hoop en wanhoop. Isabella
Feldegg was een erkende schoonheid in den
kring, waartoe zij behoorde, en rij was om
ringd door aanbidders, in wier rijen hij
noch door zijn positie noch door zijn for
tuin een eerste plaats kon innemen. Hij had
wel is waar een goede positie aan de oude
Angel-Saksische Bank, die al een halvs
eeuw lang goede zaken had gedaan op Oos-
tenrijksch grondgebied, en zijn toekomst was
verzekerd. Maar onder zijn mededingers be
vonden zich mannen met groot grondgebied
en aanzienlijke namen. Toen zijn aanzoek
ten slotte werd aangenomen, kon hij zijn
goed gesternte haast niet gelooven. De ken
nissen van Isabella begrepen het in het ge
heel niet; en een paar maanden na het hu
welijk begreep Isabella het zelf ook niet.
Een al te groote gevoeligheid behoorde niet
tot haar zwakheden; maar zij had Hon-
gaarsch bloed in haar aderen en Hongaren
zijn licht ontvlambaar. De groote, blonde
Engelschman met zijn regelmatige trekken
en zijn blauwe oogen, die zoozeer verschil
de van haar donkere landgenooten, had door
die tegenstelling indruk gemaakt op haar
fantasie. Zijn groote liefde had haar een
poosje meegesleept. Dat poosje was vol
doende geweest om hem tot den zaligsten
der stervelingen te maken en om zijn lot te
bezegelen, want Edward Harding was een
van die mannen, dio niet geboren zijn om
voor rijkdommen, roem of avonturen te le
ven en ook niet voor de Vrouw in het alge
meen, maar voor één vrouw in het bijzonder.
Soms gelukt het mannen, die tot dat spe
ciale soort behooren, niet, om de vrouw te
leeren kennen, die den sleutel tot hun
ziel bezdt. In dat geval loopen zij eenzaam
door het leven, zelfs te midden van datgene,
wat op succes lijkt, en zijn zij er zich vaag
van bewust, dat zij zich niet op den goeden
weg bevinden. Ge kimt hen eiken dag ont
moeten, heen en weer loopend op de hoofd
en de zijwegen van het leven. Soms ontmoe
ten zij haar toch nog en worden zij de geluk
kigste of de ongelukkigste der stervelingen,
al naarmate van de hoedanigheden van de
andere partij. Maar zelfs in geval het heele-
maal verkeerd met hen afloopt, zullen zij
sterven met het voldane gevoel, dat voort
komt uit het bewustzijn van een noodlot,
hetwelk vervuld is geworden.
Het heele huwelijksleven van Harding had
bestaan in één enkele poging om het kost
bare schilderij, dat hij gekocht had, de lijst
te verschaffen, die het verdiende. En het
was een heel kostbare schilderij, zooals hij
weldra ontdekte. Opgegroeid als het bedor
ven kind der familie, was Isabella even on
vermijdelijk het bedorven kind van haar
kring geworden. Het was ondenkbaar, dat zij
op eenig punt in positie zou achteruitgaan.
Voor haar pleizier te slaven was het eenige
genot geweest, dat Harding had leeren ken
nen sedert zij zijn drempel overschreden
had.
Dat zij dat alles in zoo groote gemoeds
rust aannam, als iets, waarop zij recht had,
maakte geen indruk op hem. Het versterkte
hem feitelijk nog des te meer in zijn opvat
ting van zijn „koninginne." Aldus, met die
genadige nederbuigendheid, moest een ko
ningin de offers aannemen, die aan haar
voeten werden gelegd.
En tooh was die man op alle andere pun
ten volstrekt geen dwaas. Buiten het veld
zijner liefde om had hij een scherpen blik
en een juist oordeel; maar daar, waar het
zijn liefde betrof, kon hij slechts aanbidden.
Voor de waarde van een stuk op de geld
markt had hij een scherpen blik, op de
vrouw had hij er in het geheel geen. En
zelfs toen zij in den beginne half schertsend
begon te praten over de partijen, die zij
had kunnen doen, als haar keuzo een ande
re was geweest en dit begon zij al heel
gauw na de wittebroodsweken te doen
I was zijn verblinding niet genezen. Langza
l nierband werden die opmerkingen minde*
schertsend cn scherper, zonder dat hij er
wijzer door werd. De verrukking, de begun
stigde te zijn onder zoovele liefhebbers had
j in hem een onuitroeibare dankbaarheid
aangekweekt, die zij zelfs niet kon vernie-
tigen. Was het nie-t voldoende, dat zij hem
trouw was? Hij had werkelijk meer dan hij
I verdiende.
Zijn houding tegenover zijn dochters had
noodzakelijk geleden onder dat overheer-
j schende gevoel. Ofschoon hij van nature be-
i stemd was om een hartelijk en teeder vader
i te zijn, waren die gevoelens door dien oenen
i grooten hartstocht geheel verdrongen ge-
worden. Men kan niet twee heerei dienen;
de een of de ander moet or noodzakelijk on
der lijden. Hij waa feitelijk absoluut niet
zelfzuchtig, maar hij was er langzamerhand
toe gekomen, om de werkelijke belangen
zijner kinderen systematisch te ncgeeren.
Want zelfzuchtigheid van die speciale soort
heeft vaak de uitwerking van egoïsme ten
opzichte van allen, behalve van het voor
werp der liefde. Of misschien zou het meer
volgens de waarheid zijn om te zeggen, dat
het feitelijk een vorm van egoïsme wordt,
aangezien het voorwerp een tweede ikheid
is geworden.
In den laatsten tijd was de maberieelo
spanning veel grootcr geworden. Zelfs het
traktement, verbonden aan het eenige jaren
geleden verworven directeurschap der An
gel-Saksische Bank, was niet langer groot
genoeg om aan de ejschcn zijner godin tc
voldoen. Het was natuurlijk dat do hui»
boudelijko behoeften toenamen naarmate do,
twee doch te r8 opgroeiden.
(Wordt vervolgd).