N®. 15369 A0. 1910. <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Irma Harding'. "Woensdag 30 Maart. LEIDSCH DAGBLAD PBLTS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentien van 30 woorden 40 Oents contantelk tiental woorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt/'0.06 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents per 3 moandeD I 11 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd «ijn 1.30. Franco per post 1.66. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van KI. BLANS, te Zaandam, houdende verzoek om vergunning tot het oprichten eener smederij, gedreven door electromotoren van 1, 2 en 6 p.k., in een gebouw bij de fabriek aan den Hoo- gen ltijndijk, kad. sectie M Nos. 2103 en 922 Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat ge noemd verzoek, net de bijlagen, op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag 13 April aanst. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen» dat niet tot beroep gereohtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner le- 'den zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, >T C. DE GIJSELAAR. Burgemeester. I VAN HEYST, Secretaris. Leiden, CO Maart 1910. Hinderwet. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van A, MENKEN, hou- idende verzoek om vergunning tot het uit breiden zijner zuivelinrichting in perceel Oude Vest 197, kad. sectie H No. 1596, door Let in werking brengen van een electro motor van 4 p.k. Gelet ot de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene' kennis, dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag 13 April aanst. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die Hiet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner le lden zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR Burgemeester. VAN HEIJST, Secretaris. Leiden, 30 Maart 1910. Leiden, 30 Maart. I In de hedennamiddag gehouden ver gadering van aandeelhouders der Leidsche Broodfabriek werd het dividend vastgesteld op 10 pCt. Het dividend bedroeg verleden jaar 8pCt. Thans is in druk verschenen het jaar verslag over 1909 van de Handelsbedienden- vereeniging Kennis is Macht" te Leiden, uitgebracht op de Algemeene Vergadering van 28 Januari 1910. De heer M. Zuihhof hoopt 14 April a.s. den dag te herdenken, waarop hij vóór 25 jaar in dienst is gekomen bij de heer en Gebroeders Boot te Leiderdorp. Hij is bij die firma als meesterknecht zeer geacht ©n door het personeel gerien, zoodat er dus van beide kanten steeds een aange name verhouding bestaat en die dag zeer zoker niet onopgemerkt voor hem voorbij zal gaan. Op den llden Juli e.k. hoopt de heer L. W. F. Sesseler, stationschef 1ste klasse bij de H. IJ.-S.-M., te LeideD, den dag te herdenken, waarop hij niet alleen vóór 25 jaar in dienst trad, maar ook vóór 25 jaar in zijn tegenwoordige functie, (de laatste jaren te Leiden), bij de H. IJ-S-.M. werd benoemd. Vóór dien tijd was hij in dienst bij de voormalige Ned. Rijnspoorweg-Maat schappij. Tot lid van het hoofdbestuur van de Vereeniging van Chr. Onderwijzers en On derwijzeressen in Nederland en de Over- zeesche bezittingen is thans gekozen de heer J. van An del te Bodegraven. Voocr den Prins es-Juliana-Bijbel is f649.15 verzameld. Daarvoor is aangekocht van de firma Van Holkema en Warendorf de we reldbijbel. De afd. Leiden heeft de volgende motie aan de Hoofdvereenigïng voorgesteld: „De Vereeniging, waardeer en de de bedoeling van hen, die de Christianiseering der openbaro school voorstaan lettende op het zeer gemengd karakter van ons volk op godsdienstig terrein en op de geschiedenis van ons Chr. Onderwijs; spreekt als haar overtuiging uit, dat op 't oogenblik geen betere weg te bewandelen is om de kinderen cm zes volks onder be ademing van Gods "Woord te brengen, dan met kracht op den ingeslagen weg voort te gaan, om hoe eer hoe beter te komen tot verwezenlijking van het beginsel van het Unie-rapport: „de Vrije School voor heel de natie."- B. en Ws. van Delft hebben den ge meenteraad een ontwêxp-TCgloment voor oen in te stellen scheidsgerecht ten behoeve van gemeente-ambtenaren doen toekomen. Hert scheidsgerecht zal omtrent de aan ambtenaren op te leggen straffen in hoog ste ressort beslissen. Het bestaat uit vier leden en een voorzitter, en even zoovele plaatsvervangers. De raad benoemt den voorzitter en diens plaatsvervanger. B. en Ws. en de gezamen lijke ambtenaren benoemen elk twee leden en hun plaatsvervangers. Leden van den raad zijn in het scheidsgerecht in geener lei functie benoembaar. Het ontwerp regelt verder de verkiezing van de leden van het college; de wijze waarop beroep moet ingesteld van opge legde straf, benovens de wijze waarop het college uitspraak doet. Het is een gevolg van en sluit aan bij het onlangs tot stand gekomen reglement, genaamd Algemeene dienstbepalingen voor ambtenaren enz. en vormt daarmede een nog wel niet volkomen regeling der rechti^positie der ambtenaren, maar voorziet toch in veel, dat tot heden door gebruik of door sleur regel heette. Hr. Ms. pantserschip „Utrecht," thans gestationneerd in Paramaribo, moet 19 Mei ter roede van Buenos Ayr es aanwezig zijn bij gelegenheid der opening van de ten toonstelling aldaar. Naar het „Hbl." vernoemt, zal jhr. mr. K. van Vredenburoh, legatieraad te Berlijn, benoemd worden tot minister-resi dent, met den persoonlijken titel van ge zant te Boekarest. Opvolger van jhr. Vredenburoh te Ber lijn ?al, volgens het blad, worden jhr. Mel- vill van Oarnbee. H. M. do Koningin-Moeder ontving hedenmiddag jhr. mr. Ruys de Bcerenbrouck, Commissaris der Koningin in Limburg, die daarna aan den lunch van H. M. hoeft deelgenomen. H. M. de Koningin zal Baron Guil- laume morgenavond in de gelegenheid stel len zijn terugroepingsbrioven als gezant van den Koning der Belgen te 's-Graven- hage, aan te bieden. De aftredende gezant is uitgenoodigd na het afscheidsgehoor aan de Koninklijke tafel aan te zitten. De Minister van Buitenlandscke Zaken, jhr. mr. de Marees van Swinderen, is voor nemens Woensdag 6 April aan den verlrek- kenden gezant Baron Guillaume een af scheidsmaal aan te bieden. De burgemeester van Den Haag zal zich in het laatst dezer week voor een tien tal dagen voor particuliere aangelegenhe den naar het buitenland begeven. De Minister van Financiën en de Mi nister van Oorlog zijn heden naar Amster dam vertrokken tot het bezoeken van het Arsenaal op het Wateriooplein in verband met de bezwaren tegen den verkoop van dit militaire Rijksgebouw, ingebracht door hen, die het als een monument van oude bouwkunst wenschen te behouden. De gewone confereiitiën van H. M. de Koningin met de Ministers-Departements hoofden, eindigen 13 April a.s. in verband met het verblijf van het Hof op Het Loo, dat voornemens is tegen 15 April daarheen te vertrekken. Het materieel van het Koninklijk Stal departement zal 13 April naar Het Loo vervoerd worden. AARLANDERVEEN. De verkooping der kleedingstukken; vervaardigd door de Clir. Jongedochtersvereeniging heeft opgebracht f 48, welke som ten bate komt van de Ned.-Herv. Kerk. Do niet verkochte goe deren werden aan 26 gezinnen uitgedeeld. GOUDA. Op 6 April zal de plechtige in wijding plaats hebben van het nieuwe Van- Iterson-ziekenhuis, gebouwd uit het daar voor nagelaten legaat van de dochters van wijlen den oud-directeur en mede-oprichter van de Goudsche Kaarsenfabriek, den hoer Van Iterson. Op 1 Mei 1903 werd van deze schoone stichting de eerste steen gelegd, gelijktijdig met het 50-jarig bestaan van de Kaarsenfabriek, dat dien dag gevierd werd. HAARLEMMERMEER. De voorloopige arbeid betreffende de wijkvei-pleging in de ze gemeente is tot een goed einde gebraciit en de tot-stand-koming dezer zaak is vrij wel verzekerd. Ten einde verdere maatrege len te kunnen treffen, zijn de leden dezer oommissie uitgenoodigd tot een samenkomst, dezer dagen te houden. HILLEGOM. De vroegste hyacinten, staan hier thans in vele tuinen in vollen blooi; een di' weken vroeger dan verle den jaar. Door de Federatie van Bloemistwerk- liedenvereenigingen alhier is andermaal een circulaire tot de arbeiders gorioht. Daarin wordt gezegd: „Voordat we u opriepen tot de vergade ring van 4 Maart j.L waren wij reeds vast besloten onze actie tot het einde vol te houden en met alle ons ten dienste staande middelen haar te handhaven. Wij hadden hiertoe het recht, maar ook den pliaat, wijl onze gezinnen van het vroegere Joon niet konden bestaan. Ook aan de patroons heb ben wij zulks kenbaar gemaakt en zonden hun tevens het u bekende huishoudstaatje. Dat ook de patroons, rij mogen het dan niet willen erkennen, van do billijkheid van ons verzoek overtuigd zijn, is voor ieder duidelijk. Reeds dadelijk gaven enkelen hunner gehoor aan het verzoek der Fede ratie en daarna kwamen geregeld anderen hun getal vermeerderen, terwijl bij bijna allo patroons de onderhandelingen nog voortduren, zoodat op dit tijdstip onze actie doelloos kan genoemd worden". Dan volgen de namen der patroons, die reeds verhooging toekenden of uitkeerden, en aan het slot een aansporing om ook bij de patroons, die nog niets van zich deden hooren, opnieuw op de verhooging aan te dringen. KATWIJK AAN DEN RIJN. De Cbr. zangvereenigïng „Halleluja" gaf haar ge wone jaarlijksche uitvoering in de Gorof. Kerk, die geheel gevuld was. Na opening en korte inleiding door den Voorzitter maakte het koor aanstonds met zijn eerste nummer „Opstanding" een goe den indruk. De uitspraak voldeed aan een billijken cisch van besohaafdheid, het ge luid was zuiver en bleef, zonder begeleiding, onberispelijk op hoogte. „Opent de poort" kwam dezen goeden indruk nog versterken. Jammer, dat „Gods Vaderliofde" en ,,0, Gij, mijn Troost" niet met dit excelsior voortgingen, maar beslist zwakker waren. In „Op Jezus' geboorte" herstelde het koor zich eoliter geheel. Do volgende num mers „Avondlied", Reislied".» „Psalm 84" en „Het Geuzenvendel op den Thuis- marsch" voldeden dan ook zeer good. Voor al van het laatste, op verzoek herhaald, was de voordracht in treffende overeenstem ming met de schoone woorden. In aanmerking genomen de grooto ver wisseling van leden, waarbij verlies van zeer geoefende krachten, kan de Vereeni ging over het geheel voldaan zijn. Zij zou een vergelijking met gustervercenigingen reeds nu glansrijk kunnen doorstaan. De directeur, de heer P. v. d. Hoeven, van Leiden, is ons echter borg, dat deze Ver eeniging een anderen maatstaf aanlegt. Van de vele nieuwe, jeugdige krachten ver wachten we onder zijn degelijke leiding nog veel goeds. Mej. M. C. Christiaan.se, mede van Lei den, verleende haar medewerking door enkele sopraan-soli te doen hoor en. Met haar beslist en toch gevoelvol geluid gaf zij waar kunstgenot. In, het begin was de be geleiding wel wat te veel domineerend. „Do Heem'len verkondigen Gods eer" kwam ons als sopraan-solo minder geschikt voor. De heer Nic. van Beelen, van Katwijk- oan-Zec, zorgde voor goedo begeleiding en deed ons voorts van zijn verdienstelijk spel genieten door een tweetal stukken voor orgel. Hoewel voor verbetering vatbaar, leek ons de orde ook zonder het uitdrukke lijk verzoek om stilte, boter dan vroeger, wat ons vooral om den voor het eerst mee werkenden organist verblijdde. Alvorens tot sluiting over te gaan sprak ds. Meyoring een kort slotwoord. Hij dankte, als tolk der aanwezigen, allen, die tot het welslagen van, den avond hadden bijgedragen, in het bijzonder den directeur, die zijn koor zoo uitnemend „onder den dirigeerstok" heeft, terwijl hij den solisten een hartelijk „tot weerziens" toeriep. Mej. Ohristioanso werd na afloon een bloemstuk namens de Vereeniging aange boden. Het „land der bloemen" kon, niet nalat-en zijn eerstelingen aan haar aan ti bieden, die zoo ziele-roerend zong van de grootheid des Scheppers. KATWIJK. De voorlcopig vastgestelde, kiezerslijst bevat de namen van 1479 kie zers, tegen 1451 in. 1909. LISSE. De afdeoling Lisso van het H. B.-G. heeft tegen Vrijdag a- s. een vergar dering uitgcsclireven, waarin zullen behan deld worden oon voorstel tot wijziging van het Veilingreglement en een tot gezamen lijken inkoop van zakken, evenals het vo rige jaar. Na Paschen is de tijd, dat men deü arbeid begint in do veendorijon. Zoo ook' hier in den Rovcrsbrockpoldcr. De te ver werken hoeveelheid veenslik zal dit jaar aanmerkelijk minder zijn dan het vorige jaar, want groobe hoeveelheden turf zijn in dien polder nog voorhanden en onver kocht op het oogenblik. NIEUWKOOP. Alhier had de Ringverga, dcring van den verbondaring „Rijnstreek' in de Christeijkc School plaats Nadat ge meenschappelijk Psalm 98 2 gezongen waa, opende de voorzitter de hoei H. P. Fortgens, van Hazerswoude, met gebed en openingswoord do vergadering. Daarna werden de notulen der vorige ver gadering door den secretaris den lieer J. Rijneveld, van Aarianderveen, voorgelezen, en na een drietal opmerkingen vastgesteld. De heer V. Pools ma hield in plaats van ds. S. Ybema, die wegens ongesteldheid ver hinderd was, een inl riding naar Lulcas 24:13 tot 35, waarna een bespreking door den voorzitter geleid werd. Vervolgens kwamen aan de ordo een opstel van den heer 0. Vroolijk, van Woubruggc, getiteld: „De sol daten cn het Militair Tehuis"een van den heer W. J. Lokhorst, van Alphen, getiteld: „Uw Koninkrijk kom©"; een voordracht (ernst.) door den heer A. Verlooij, alhier, getiteld: „De Duivel op weg naar de Kerk" oen opstel van den heer J. Rijneveld, van Aarianderveen, getiteld: „Davids oprecht heid jegens Koning Saul,", een opstel van den heer J. Z wan born, te Bodegraven, ge titeld: Het verschil tussehen Anti-revolu tionairen en Chr.-H8torischen" en ten slot te een voordracht van den heer P. Roest, van Aarianderveen, getiteld: „De Red ding". Op al deze onderwerpen volgde een aangename gedachten wisseling. Door een paar dienende Martha's werd koffie rondgereikt en er werd een collecte gehouden voor den Ring en voor de (Jhr. School, voor deze gelegenheid bereidwillig door het bestuur afgestaan. Tot slot dankte de Voorzitter allen, die lot het welslagen van deze vergadrring hadden medegewerkt, en sloot de heer V. Poolsma, eerclid van do Chr. Jongcl.-Ver. Pred. 12 la, alhier, de vergadering mot Maar gij '1 Mijn eenige troost op dit laat ste oogenblik is de gedachte aan je eigen klein fortuin. Dat zal jo behoeden tegen armoede en de meisjes zullen natuurlijk moeten werken. Ik hoop van haite, dat rij je tot troost zullen zijn. Mag ik daarbij voegen, dat ik ook op vergiffenis hoop Als ik bedenk wat je leven had kunnen zijn zonder mij, dan kan ik je alleen verzoeken om zoo mild mogelijk over mij te oordee- len. Laat mijn dood je leven niet verduis teren. Het geluk, dat ik gesmaakt heb door jouw bezit, is meer dan den raeesten men- schen te beurt valt. Zelfs op den rand van het graf voel ik er nog den gloed van en ik dank je van uit het diepst mijner ricl voor die oogenblikken van volmaakte za ligheid. Je ongelukkige ea liefhebbende Edward." Toen hij het laatste woord had neerge schreven, gooide hij de pen neer en steunde rijn hoofd weer tussehen zijn handen. Het handvat van de revolver glom onder het electrisch licht. Hij behoefde nu niets meer te doen dan het in zijn hand te nemen, maar nu zijn erkentenis volbracht was, was er niet zoo'n vreeselijke haast meer aan ver bonden. Een uitstel van een paar minuten kon er niets aan veranderen; hij had nog den tijd, om de gestalte, die hij van af den drempel had gadegeslagen, in gedachten ;nog een blik toe te werpen; een blik, dien hij in de schaduw des doods als een laatste berinnering zou meenemen. Had hij haar ooit schooner gezien? Ja, misschien eenmaal op dien avond, nu twintig jaar geleden, toen rij in een loge van het Weenscho opera-gebouw voor het eerst aan hem verschenen was. Dien keer was het een vlekkeloos witte gedaante ge weest; toen waren de rozen op haar wangen de eenige bloemen, die zij droeg; toen waren haar schitterende oogen, haar jongemeisj es- gratie de eenige juweelen, die haar versier den. Van af het oogenblik, waarop zijn blik op haar gevallen was, konden de gebeurte nissen op het tooncel zijn aandacht niet langer boeien. Gedurende de drie acten keerde zijn blik steeds weer terug tot 'ho loge vlak vooraan, die in zijn oog het schoonste uit de heele, propvolle caal bevat te. Het was de „ooup de foudre" in den letterlijken zin van het woord, maar wat bliksemstralen anders gewoonlijk niet doen, deze bleef voortduren I Als hij er op terug keek, over de golf van die twintig jaren heen, kon hij zijn bloed nog sneller voelen vloeien bij de herinnering daaraan. Van af dat oogenblik en zelfs nog voordat hij aan haar voorgesteld was, was hij haar slaaf ge weest. Op dien avond had hij de ware be- teekenis van het leven eerst ontdekt. Er volgden nu zes maanden vol stroo mingen van hoop en wanhoop. Isabella Feldegg was een erkende schoonheid in den kring, waartoe zij behoorde, en rij was om ringd door aanbidders, in wier rijen hij noch door zijn positie noch door zijn for tuin een eerste plaats kon innemen. Hij had wel is waar een goede positie aan de oude Angel-Saksische Bank, die al een halvs eeuw lang goede zaken had gedaan op Oos- tenrijksch grondgebied, en zijn toekomst was verzekerd. Maar onder zijn mededingers be vonden zich mannen met groot grondgebied en aanzienlijke namen. Toen zijn aanzoek ten slotte werd aangenomen, kon hij zijn goed gesternte haast niet gelooven. De ken nissen van Isabella begrepen het in het ge heel niet; en een paar maanden na het hu welijk begreep Isabella het zelf ook niet. Een al te groote gevoeligheid behoorde niet tot haar zwakheden; maar zij had Hon- gaarsch bloed in haar aderen en Hongaren zijn licht ontvlambaar. De groote, blonde Engelschman met zijn regelmatige trekken en zijn blauwe oogen, die zoozeer verschil de van haar donkere landgenooten, had door die tegenstelling indruk gemaakt op haar fantasie. Zijn groote liefde had haar een poosje meegesleept. Dat poosje was vol doende geweest om hem tot den zaligsten der stervelingen te maken en om zijn lot te bezegelen, want Edward Harding was een van die mannen, dio niet geboren zijn om voor rijkdommen, roem of avonturen te le ven en ook niet voor de Vrouw in het alge meen, maar voor één vrouw in het bijzonder. Soms gelukt het mannen, die tot dat spe ciale soort behooren, niet, om de vrouw te leeren kennen, die den sleutel tot hun ziel bezdt. In dat geval loopen zij eenzaam door het leven, zelfs te midden van datgene, wat op succes lijkt, en zijn zij er zich vaag van bewust, dat zij zich niet op den goeden weg bevinden. Ge kimt hen eiken dag ont moeten, heen en weer loopend op de hoofd en de zijwegen van het leven. Soms ontmoe ten zij haar toch nog en worden zij de geluk kigste of de ongelukkigste der stervelingen, al naarmate van de hoedanigheden van de andere partij. Maar zelfs in geval het heele- maal verkeerd met hen afloopt, zullen zij sterven met het voldane gevoel, dat voort komt uit het bewustzijn van een noodlot, hetwelk vervuld is geworden. Het heele huwelijksleven van Harding had bestaan in één enkele poging om het kost bare schilderij, dat hij gekocht had, de lijst te verschaffen, die het verdiende. En het was een heel kostbare schilderij, zooals hij weldra ontdekte. Opgegroeid als het bedor ven kind der familie, was Isabella even on vermijdelijk het bedorven kind van haar kring geworden. Het was ondenkbaar, dat zij op eenig punt in positie zou achteruitgaan. Voor haar pleizier te slaven was het eenige genot geweest, dat Harding had leeren ken nen sedert zij zijn drempel overschreden had. Dat zij dat alles in zoo groote gemoeds rust aannam, als iets, waarop zij recht had, maakte geen indruk op hem. Het versterkte hem feitelijk nog des te meer in zijn opvat ting van zijn „koninginne." Aldus, met die genadige nederbuigendheid, moest een ko ningin de offers aannemen, die aan haar voeten werden gelegd. En tooh was die man op alle andere pun ten volstrekt geen dwaas. Buiten het veld zijner liefde om had hij een scherpen blik en een juist oordeel; maar daar, waar het zijn liefde betrof, kon hij slechts aanbidden. Voor de waarde van een stuk op de geld markt had hij een scherpen blik, op de vrouw had hij er in het geheel geen. En zelfs toen zij in den beginne half schertsend begon te praten over de partijen, die zij had kunnen doen, als haar keuzo een ande re was geweest en dit begon zij al heel gauw na de wittebroodsweken te doen I was zijn verblinding niet genezen. Langza l nierband werden die opmerkingen minde* schertsend cn scherper, zonder dat hij er wijzer door werd. De verrukking, de begun stigde te zijn onder zoovele liefhebbers had j in hem een onuitroeibare dankbaarheid aangekweekt, die zij zelfs niet kon vernie- tigen. Was het nie-t voldoende, dat zij hem trouw was? Hij had werkelijk meer dan hij I verdiende. Zijn houding tegenover zijn dochters had noodzakelijk geleden onder dat overheer- j schende gevoel. Ofschoon hij van nature be- i stemd was om een hartelijk en teeder vader i te zijn, waren die gevoelens door dien oenen i grooten hartstocht geheel verdrongen ge- worden. Men kan niet twee heerei dienen; de een of de ander moet or noodzakelijk on der lijden. Hij waa feitelijk absoluut niet zelfzuchtig, maar hij was er langzamerhand toe gekomen, om de werkelijke belangen zijner kinderen systematisch te ncgeeren. Want zelfzuchtigheid van die speciale soort heeft vaak de uitwerking van egoïsme ten opzichte van allen, behalve van het voor werp der liefde. Of misschien zou het meer volgens de waarheid zijn om te zeggen, dat het feitelijk een vorm van egoïsme wordt, aangezien het voorwerp een tweede ikheid is geworden. In den laatsten tijd was de maberieelo spanning veel grootcr geworden. Zelfs het traktement, verbonden aan het eenige jaren geleden verworven directeurschap der An gel-Saksische Bank, was niet langer groot genoeg om aan de ejschcn zijner godin tc voldoen. Het was natuurlijk dat do hui» boudelijko behoeften toenamen naarmate do, twee doch te r8 opgroeiden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1