No. 15363. ZiEIDSGH DAGBLAD, Maandag* 21 Maart. Tweede Blad, Anno 1910, Uit de Rechtzaal. Het Huwelijk van den Prins. Dc reulralileit der openbare school. Men meldt ons uit Amsterdam: In de drie aaien van het Paleis voor Volksvlijt hadden gistermiddag de «aange kondigde meetings plaats van den Bond van Nederlandsche onderwijzers. Daar de zalen van het Paleis voor Volksvlijt reeas spoedig vol waren geloopen, werd 00k in „Plancius" vergaderd. De meu-gt9 welke voreenigd was in de schouwburgzaal van het Paleis voor Volksvlijt kortte zich voor den aanvang den tijd met 't zingen van socialis tische liederen. Het podium was di iht i c- hangen met vaandels en banieren, welke de sympathiseerende verecnigingcn hadden gezonden. Te ruim 1 uren opende de voorzitter, de heer F. L. Ossendorp, de meeting. Hij herinnerde allereerst aan zijn Leid- Bchc rede, welke werd genoemd ontactisch, onder bewering dat de Bond er ingeloopen was. Zij, die dit meenen w. o. de heer Van AYijnbergen hebben het mis. De campagne die tegen den Bond naar aanlei ding van deze feiten is gevoerd, was motief voor den Bond om het Nederlandsehe volk op te roepen om op te komen voör de neu traliteit der openbare school. De christe lijke pers heeft krachtig tegen de rede ge ageerd; de liberale en vrijzinnig-democra tische, die den Bond hadden moeten ver dedigen, hebben dit nagelaten. Alleen ,,Het Volk" heeft getoond het juiste inzicht te hebben. (Applaus). Een krachtig woord van hulde bracht spr. daarom aan de redactie van „Het Volk". (Donderend applaus). Behalve do verschillende persorganen, bobben ook de gemeentebesturen gemeend de onderwijzers te moeten, dwars zitten, zooals te Rotterdam en te Haarlem. Te Naarden is Zaterdag de sollicitatie geslo- ten, doch geen enkele onderwijzer heeft zich aangemeld. (Donderend en langdurig applaus). Wat den inhoud van bet manifest be treft, hetwelk door den Bond is verspreid, deze is hetzelfde als de Leidschc rede en van die rede gaat niets of niemendal af. (Applaus). Spr. betoogde verder dat het optreden van den Bond niet ontactisch is geweest en het optreden van den Bond desondanks instemming heeft gevonden, waar hij krach tig pal stond voor het openbaar neutraal onderwijs. De S.-D. A.-P. verleende zijn medewerking voor de meeting, terwijl heb N. V. V. mededeelde de meeting sympathiek gestemd te zijn. Spr. bracht ten slotte een woord van hulde aan den A. B. B. voor de ondervonden medewerking. De voorzitter eindigde onder luid applaus. Als eerste spreker trad hierna op do se cretaris van den Bond, de heer J. J. Ea rners. Deze herinnerde aan den schoolstrijd en dc campagne van dr. Kuyper en het blad „De Standaard" 6inds langen tijd te- igOn de openbare school gevoerdv Thans hebben de christelijke partijen de overhand in het land en is de vijandigheid ten opzichte der openbare school veranderd in liefde. De wethouder van onderwijs, te Amsterdam, de antirevolutionnaire heer De Vries, verklaarde van liefde te gloeien voor de openbare school. Doch voor die liefde van rechts moet men oppassen en voorzichtig zijnhet is de liefde, welke de slager voor zijn varken gevoelt (gelach en applaus). Spr. herinnerdo voorts aan het optreden van liberale voormannen in de Tweede Ka mer vroeger en nu, om daarna ook het Ned. Onderw.-Genootschap te critiseeren, evenals de voorzitter van het Genootschap de heer Lanoee. De openbare onderwijzers hebben geen bezwaar om verhalen uit den Bijbel te ver tellen, doch op neutrale wijze; maar wel de-gelijk hebben ze bezwaar den kinderen een levensbeschouwing op te dringen. In het verder verloop van zijn rede, ver dedigde spr. ten slotte de neutrale openb school, die tot alle deugden opvoedt en niet het minst de spreuk bewaarheidt; Gij zuit uw naaste liefhebben, gelijk u aelven I (Ap plaus). De voorzitter deelde thans mede, dat ver tegenwoordigd waren: de hoofdbesturen van 26 vakbonden met inbegrip der partijbestu ren van S.-D. A.-P. en S.-D. P., de sociaal democratische Kamerfractie, de besturen van 28 bestuurdersbonden, 198 afdeelingen van vakvereenjgingen met 376 afgevaardig den, 5 afdeelingen der S.-D. P., 65 afdee lingen der S.-D. A.-P. met 122 afgevaardig den, de Bond van Ned. Onderwijzers met 105 afdeelingen met 347 afgevaardigden, zoodat men totaal kan zeggen, dat uit bet gansche land 375 plaatselijke vereenigingen met 865 afgevaardigden rijn vertegenwoor digd Bovendien waren ingekomen 173 sym pathiebetuigingen, en nog voor den aan vang der vergadering op den dag zelf 26 te- legraphisehe bewijzen van instemming. De medcdeeling dezer getallen verwekte luid applaus. De tweede spr. was de heer E. J. van Det, die er allereerst op wees, dat het ging om de rechten van de onderwijzers en van hun rechten als staatsburgers (applaus) De Bond kan het dag. bestuur van Rotterdam niet genoeg dankbaar zijn, dat nu de ouders weer warm loopen voor de school. Deze schouwburg ia daarvan weer een bewijs. Daarom nog eens dank aan Burgemeester en Wethouders van Rotterdam. (Applaus en gelach). Het dogma viert op het oogënblik hoogtij in ons land, het dogma waarvoor zelfs prof. Bavinck een eereplaats vraagt. Uitvoerig critiseerde spr. het stellen van dogma's, zoowel politieke als godsdienstige. Spr. Stelde daar tegenover het streven van den Bond van Ned. Onderwijzers, als uiting van zijn bezieling om het kind in elk opzicht voQruit te brengen. Nadat de heer Van Det enkele uitingen rad gememoreerd uit de „beruchte" Leid- sohy rede, deelde spr. mede dat men geen bezwaar heeft den kinderen fae.fc Wilhelmus te leeren; dit lied is voor spr. een monu ment van strijd, een stuk wordingsgeschie denis* van ons land. Wat den eerbied voor de wet aangaat, do onderwijzers zijn zeker bereid deze -)p dc. scholen de jeugd bij te brengen, doch geen dogma's van eerbied voor wet (applaus; De heer Van Det behandelde hierna weer speciaal de rechten der onderwijze a's staatsburgers en critiseerde in d.t verband zeer scherp de bekende circulaire van B. en Ws. van Rotterdam. Zij hebben de wet vol komen illusoir gemaakt, en daartegen moet een woord van protest worden gehoord, (applaus). Eindigend legde spr. er den nadruk op dat de Bond zich op wettig standpunt be vindt, voor de verdediging waarvan hij de krachtige hulp der ouders inriep, (krachtig applaus). De voorzitter deelde hierna mede dat nog van 45 afdeelingen van vakvereenigin- gen telegrammen van. sympathie waren in gekomen. Als laatste spreker trad op de heer A H. G e rli a r d, hoofd eener school te Amster dam. Deee wees er op dat de in de laatste 15 jaar opgekomen hetze tegen de open bare school, steeds sterker en sterker ge worden is. Niet omdat het karakter der openbare school of dat van de onderwijzers is veranderd, neen, maar omdat de arbei dereklasse in Nederland bezig is zelf te ver anderen. Men ziet in de schoei een instru ment, niet tot het kweeken van zelf den kende, zelf-willendc en zelf-voelende men- schcn maar men ziet in de school een in strument, hetwelk de heerschende klasse wil aanwenden om haar macht te behouden en te bevestigen. (Geroepzeer juist, en applaus). Verder toonde spr. met beroepen op de paedagogio aan, dat de neutraliteit niet moet worden opgevat als een verbod, doch als een gebod, n.1. om het kind te geven wat het verstand, de geest en het gemoed van Tiet kind vorderen. Uitvoerig critiseerde ook de heer Ger hard daarna de daad van B. ca Ws. van Rotterdam, om ten slotte de onderwijzers op te roepen pal te staan voor hun rechten en zich niet een overtuiging te laten op dringen in strijd met hun eigen innerlijke en eerlijke overtuging. (Applaus). De voorzitter las hierna de volgen de motie voor: „De vergadering, bijeengeroepen door het Hoofdbestuur van den „Bond van Ne derlandsehe Onderwijzers", gehouden op Zondag 20 Maart 1910 in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, van oordeel, dat de openbare lagere school toegankelijk moet zijn en bJijven voor do kinderen van alle burgers, onverschillig welke godsdienstige of politieke overtui ging deze burgers zijn toegedaan. van oordeel, dat daarom reeds de onder wijzer zich te onthouden heeft van iets te leerep, te doen of toe te laten wat strijdig is met de godsdienstige óf politieke be grippen van andersdenkenden, overwegende, dat deze onthouding ook in het direot belang is van het kind zelf, omdat het inprenten van dergelijke dogma's sleohta schaden kan aan de verstandelijke en zede lijke ontwikkeling, spreekt als haar meening uit, dat het openbaar onderwijs neutraal behoort te zijn ten opzichte van godsdienst en politiek, en protesteert tevens ten ernstigste tegen elke aanranding van de vrijheid van den onderwijzer, om buiten de school voor zijn politieke en paedagogischc inzichten pro paganda te maken." De voorzitter voegde hieraan de opmer king toe, dat naar rijn meening daarover niet gedebuteerd behoefde te worden. Incident. Nauwelijks had de voorzitter zijn opmer king geuit of dc heer G. Mannoury, uit Helmond, en lid der S.D. P., vToeg hot woord. Een waar gejoel cu geschreeuw brak in dc schouwburg-zaal los; van vele zijden werd geroepen „geen debat!" Onder ecu geweldig rumoer en luid ge klop van den voorzittershamer sprong de heer Mannoury op zijn stoel en begon to spreken. Door het onbeschrijflijke tumult en lawaai echter waren zijn woorden onver staanbaar. Dit hield ongeveer oonigc mi nuten aan, toen dc heer Mannoury door een der zaalsuppoostcn van zyn stoel werd ge trokken en naar liet looncel waarop do bestuurstafel kwain loopen. Van dit oogenblik gebruik makende, kon de voor zitter stilte verkrijgen en deelde mede dat de heer Mannoury hem voor den aanvang der meeting had gezegd, ecnige amendemen ten op de voorgestelde motie te willen in dienen. De voorzitter verzocht toon den heer Mannoury dit te willen nalaten, om niet den indruk der meeting te verstoren. ,,Ik meen," aldus ging dc heer Ossendorp tot do aanwezigen verder, „in uw geest te hebben gehandeld door dit tegen Man noury te hebben gezegd Een donderend applaus brak los, vermengd met uitroepon zooals „Het lijkt wel de Twee de Kamer I" en „Goed zoo, geen debatI" Do motie werd hierna onder rumoer on toejuichingen voor aangenomen verklaard en de vergadering te circa 4 uur gesloten. Na het sluiten der vergadering werd door de meetinggangcrs nog druk óver de houding der S. D. P.-ers gediscussieerd. In do zijzalen hebbeu hot woord gevoerd, de hecrcn H. van Lingch, voorzitlcr dor afdecling Utrecht van den Bond van Ne derlandsehe onderwijzers; J. A. Berg- m e ij er, van Dordrecht, en dc bondssocrota- ris La mors; in de zalen van „Plancius", de heeren J. A. B e r g m e ij e r cn A. H. Gerhard Op al die vergaderingen werd dezelfde motie aangenomen. De kwestie Kayper-Vnn Heeckeren. Betreffende de laatste driestar van „De Standaard" is het „Handelsblad" van oor deel, dat het er den schijn van heeft „alsof hier aan de eenc zijde de heer Van Heeckeren gcpacifieerd moet worden nu niet door een decoratie of Kamerzetel maar door de verzekering dat hij niet ge jokt heeft en hem geen blaam kan treffen, aan de andere zijde de minister van buiten- landsehe zaken met do verzekering dat do heer Van Heeckeren wel gejokt heeft. „En er is n,og een andere schijn: de sohijn dat dr. Kuyper wenscht te erkennen dat hij inderdaad wel iets gezegd heeft het luiden waaraan men niet hooren kon waar dc klepel hangt doch dat zijn plicht ge biedt te zwijgen, dat hij liever miskend wordt dan dien plicht te verzaken." „De Nieuwe Courantwijst cr ook op, dat, volgens de laatste driestar, dr. Kuypor nimmer aan den heer Van Heeckeren enz. de v erz ekering van de ontvangst van een brief enz. heeft gegeven, doch dat do heer Van Heeckeren dit woord ook niet heeft gebruikt. „Dit „verxekerings-debafc" terzijde schui vende, kunnen wij dus aannemen dat dr. Kuyper niet loochent in 1904 gesprekken met baron Van Heeckeren gevoerd te heb ben van zulk een aard, dat doze daaruit het bestaan van een brief als de bedoelden kon of moest afleiden. Het waarschijnlijkst is dan dat dr. Kuyper zelf daaraan destijds geloofde (nu blijkbaar niet meer: „Do Standaard" althans sprak Dinsdag jl. van den „onderstelden, ma ar nooit be staan hebbenden brief van den Duitschen Keizer")mogelijk is ook dat baron Van Heeckeren onder suggestie van, dr. Kuyper's woorden van het bestaan van zulk een brief vast overtuigd is ge raakt. Het fijne hiervan zullen wij wel nooit vernemen, want dr. Kuyper doet thans met nadruk een beroep op het ambts geheim voor zich en suggereert dit ook aan baron Van Heeckeren. „Zou i n c a s u dit ambtsgeheim niet het bruikbare en welkome middel zijn om deze twee in 1901 zoo zwaarwichtig en geheim zinnig over een „nooit bestaan hebbenden brief" geconfereerd hebbende heeren, te dekken tegen den lachlust van 't publiek t" Uitspraken van net kanton gerecht to Leiden. Do kantonrechter tc Leidon veroordeelde heden Corn. S. te Leiden wegens burengerucht tot f3 of 3 d.; Johs. C. dc S- to Leiden, wegens burengerucht en het opgeven van een valschon naam tot f 3 of 5 of 6 weken tuchtschool. Jac. M. Z. Pzn. te Noordwijk, wegens loopen op verboden grond tot f 0.50 of 1 d. Leonardus K. eu Willi, v. d. Z. beiden to Noordwijkerhout, wegens ideni tot 'f 3 of 3 d.Corn. B. te Voorschoten, wegens hot niet verlichten van de sluitboomen van een overweg tot f 3 of 3 d. Tounis N. Czn. en Pictcr B. Jzn. tc Noordwijk, wegens het opsporen van wild met kunstlicht tot f C of 6 d. Pieter S. te Haarlemmermeer, idem tot f 10 of 6 d. Joh. V. te Haarlem mermeer, wegens idem f 6 of 4 d. Jac. Joh. P. te Haarlem wogcn3 het dragen van een vuurwapen zonder vergunning tot f 4 of 4 d. Corn. Horm- dc J. tc Leiden, wegens ovortreding der arbeidswet tot f 5 of 3 d. Mario E. G. M. te Leiden, wegens idem tot f 1 of 1 d. Arie van L. te Leiderdorp, wegens het rijden niet een motorrijwiel zon der rijbewijs tot f 1 of 1 d. Gerardus K. Gzn. te Oegstgcest, wegens het omver rijden van iemand met een rijwiel tot f 10 of 14 d. tuchtschool; Jan v. d P. te Katwijk- aan-Zee, wegens helm snijden in do onvrije duinen van Rijpland tot f 3 of 3d.; Corn. P. to Hazerswoude, wegens het niet stap voets gaan naast de kar tot f 1 of 1 d. Margaretha v. d. P. te Leiden, wegens het niet op tijd wegruimen van sneeuw voor haar dour lot f 3 of 1 d. Daniel M. M. te Leiden, wegens het uitdraaien van twee straatlantaarns tot f 2 of 1 d. Jacob J. Th. P. te Amsterdam, wegens'het aTlovorcn van eetwaren (peper) van ondeugdelijke sa menstelling tot f 10 of 3 d. W. K. D., P. J., J. E. W., C. W. Pli. J. baronesse van H. tot D. en A. H. P. G., allen te Leiden, of 's-Gravenhage, wegens het tc laat als bezoekers aanwezig zijn in eon restau rant met vergunning ieder tot f3 of ld. Hendrik J. K. te Leiden, wegens het tc laat bezoekers liebbon in zijn restaurant tot f 3 of 3 d. Gerrit van der E. te Kat- wijk-aan-Zcc, wegens het vervoeren van melk in een open emmer tot f 0.50 of 1 wock tuchtsohool. N. D. en H. v. d. B. te Noordwijkerhout, wegens loopen op ver boden grond tot f 3 of 3 d. ieder. D J. v. d. B. en G. L. v. d. R., beidon te Leiden, wegens het belommeren van het verkeer tot f 1 of 1 d. Wegens straatschenderijJoh. J. B. te Noordwijk tot f 2 of 1 d. t C- J. N., J. J. B., H. G., allen te Noordwijk tot f 3 of 3 d. ieder. H> v. B. A. O. cn J. v, *L P. allen te Ivatwijk-aan-Zee, tot f 1 of ld. W. van K. te Wassenaar tot f 5 of 3 d. T. O Azn te Katwijk-aan-Zco tot f 4 of 3 d. Dirk J. Azn. to Katwijk-aan-Zcc, tot f 1] of 1 d. IJsbrand v. d. B. to Katwijk-aan- Zoo tot f 1 of 1 d. Wegens het naschelden van iemand op den openbaren weg: Willem v. d. S. te Leiden tot f 2 of 1 d. cn Gerard us J. S* te Leiden tot f 2 of 1 d. Vrijgesproken werden: Maaiden van D. cn Arnold us H. v. d- Z., beiden te Kat- wijk-oan-Zee, wicn ten laste was gelegd straatschenderij, terwijl Petrus A. J. S. te Haarlem, die te Noordwijkerhout met een fiets op het harde pad had gereden, werd ontslagen van rechtsvervolging. Eindelijk werd wegens drankwetovertro- ding Christiaan van E. te Leiden veroor deeld tot 10 dagen hechtenis. Van E. hoeft reeds appel aangeicckcnd. Kantongerecht te Alphen. Dit kantongerecht veroordeelde H. H-, te Ter-Aar, overtr. Leerplichtwet, tot f 5 of 5 dagen. H. v. R., te Hazers woude, overtr. Bouwverordening Hazerswou de, tot 2-maal f 5 of 2-maal 2 dagen. J. v. d. A., te Zoetcrwoude, en A. A. S., te Lei den, overtr. algem. politie verordening lot f 0.50 of 1 d. GJ. R., tc Gouda, ovortr. visschen zonder vergunning, 2-innal, 1-moal 's nachts, lsto feit 4 d. li., 2de feit f 5 o£ 2 d. A. K., te Gouda, overtr. visschen zl vorg. 3-maal, 1 maal 's nachts, tot 2-maal f 5, 2-maal 2 d. en 3 d. A- K., te Gouda, tot f5 of 2 d. D. V. cn D- V., te Aar- landervecn, R. W. V., te Oudshoorn, allen tot f 3 of 2 d. wegens visschen zonder ver. gunning. N. do II. en J. v. d. H., te Lei- den, wegens visch-aktc z. kostel. vergenz. schrift verg. in vereen, 's nachts tot 2- maal f 3 of 2-maal 3 d. L. K., te Hazers woude, W. J. R., te Alphen, en J- v. W., to Reeuw ijk, allen weg. visch. zonder verg. tot f 2 of 2 d. P. W., te Oude wetering, ovortr. art. 473 S.R. tot f 6 of 3 d. S. v. d. E. en A. V., te Koudekerk, overtr. art. 124 S.R. vrijge sproken. A. K., te Hazerswoude, cn P. v. L., to Boskoop, tot f 1 of 1 d. cn f 0.50 of 1 <1. wegens overtr. Prov. Regl. v. d. W. cn V. S. v. d. E., A. V. cn B. de W., te Kou dekerk, tot f 4 of 2 d.; A. O. G-, W. I. W., G. R., A. O. v. d. E., J. C. V., J. .R. cn N. v. E., allen to Boskoop, tot f 1 of 4 d., allen wegens overtr. art- 431 S Il. N. v. E., tc Boskoop, N. M. W., te Zwam- merdarn, D. B., te Alphen, L. B., te Ter- Aar, A. S., te Alphen, cu G. S., to Bos koop, tot f 1 of 1 dag, de laatste 1 weck tuchtaoh. wegens rijwiel z. licht. H. II., te Leiden, tot f 2 of 2 d-, N. v. V., to Koudekerk, tot f 1 of 1 d., P. B., to Aarl ander veen, tot f 2 of 1 d., C. V., to Ter-Aar, tot f 0.50 of 1 d. 11. v. M„ te Boskoop, tot f 1 of 1 d., F. II. V. cn G. B. zonder bek. woonpl. tot f 2 of 2 d.( allen overtr. art. 453 S.R. II. D., te Boekoop, ovortr. algom. pol.-veronl. Alphen tot f 1 of 1 d., J. S., te Aarlandervocn, ovortr. pol.-verord. Oudshoorn, berisping. A- V. Jzn-, te Poortugaal, overtr. pol. vcrord. Gouwe, ontslag. O. V., te Ter-Aar, overlr. art- 425 S.R. tot f 15 of 5 d. E. W., te Gouda, overtr. visschen z. verg. tot 3-maal 'f G of 3-maal 2 d. cn 1 d. hecht- ItotierdnniKchc Rechtbank. A. v. D., 35 jaar, tuinder te Blciswijk, was mot oen kennis van hem per fiets nuar do stad geweest. Terugrijdende, luidden ze voor hot gemak maar geen licht opgestoken. Aan do aanmaning van don Veldwachter P. Bakker te Hillogersberg om af to stappen, werd door beklaagde niet voldaan; hij dacht „ik kan er misschien wel van tusschen- komen als ik t doortrap." Goèischt werd f 25 boete, subsidiair der tig dagen hechtenis. Uitspraak 31 Maart. De Kon. iamilie te Amsterdam. De burgemeester van Amsterdam is g6- machtigd mede te deelon, dut H. M. de Ko ningin het i nnemen heeft het aangekon digde bezoek aan de Hoofdstad te brengen op ecnige nader definitief vast x-e stellen dagen tusschen Woensdag 25 Mei en Zondag 5 Juni. FEUILLETON. 67) De Prins, die overweldigd scheen door de plotselinge vreugde, kon haast niet begrij pen, wat er gebeurd was. Hij werd toege juicht on gehuldigd. Hij reed langs een an deren weg weer terug naar Rufia en voeg de zich verheugd bij Grambuloff, Vera en Alexis, terwijl Katkin, Slendereff en hun vriendjes stikten van woede. Er had een aangrijpende ontmoeting plaats in het gouvernementsgebouw tegen over do hoofdstraat van Rufia. Horr Gram buloff was bescheiden en was druk bezig, zoodat do Prins Vera met een kus begroet te. Zij spraken weinig. Herr Grambuloff had een gemengd gevoel van beslistheid, blijdsohap en angst. „Wat heeft het tooh allemaal te bedui den?" vroeg prins Alexander, terwijl hij naast zijn minister ging staan. „Het beduidt, dat de draak verkozen heeft, zijn kaken tc openen." „Slendereff was er, en Tadislov en Gruel, ©n het Struma-regiment." „Allemaal gekken 1" „Maar gekken, die ik vertrouwde!" ,,Er zijn nog anderen, die niet gek zijn, en die u kunt vertrouwen." De Prins schudde zijn hoofd. Het komplot was een heele slag voor hem geweest en hij zag nu het verschil in tusschen te re- geeren door kracht en door den steun en den wil van het volk. „Ik ben benieuwd, vrat het eind zal zijn," zei liij. „De dood van den draak." „Katkin was er ook bij: de Tsaar is on verbiddelijk." De Prins vond dit nog een slag. „Dit was te verwachten. De roofvogels rijn altijd op de plaats, waar lijken zijn. Dit is heelemanl de schuld van Rusland. „Maar Gruel, Tadislov en Slendereff zijn lTenaarsohe officieren, mannen, waar aan ik nooit getwijfeld heb; mannen, di3 met mij gestreden, hebben." „Roebels en gekken trachten Renaria te verwoesten." De Prins schudde zijn hoofd. „Als ik maar heenging," zei hij. „Heenging! Onmogelijk!" „Nu natuurlijk niet; maar als alles voor bij is. Misschien komt hier wel een eind san." „Renaria heeft u noodig. Luister "Men kon het gejuich van de straat hooren. „Lang leve de Prins" I „Lang leve Prins Alexander!" „Weg met do Roubladjisl" (dc door roebels omgekochte manDen). Dit scheen den Prins pleizier te doen. „Het volk," zei hij. „Ja, het volk! Die schurken van op roerlingen vertegenwoordigen alleen Rus land en zichzelf. Wij zullen ze wel ten on der brengen, en misschien zal er dan later vrede in Renaria heerschen." „Later." De Prins scheen niet erg hoop vol te zijn. Het had hem nog meer aange daan dan Grambuloff dacht; maar ook wac Vera was overkomen had er toe bijgedra gen hem van zijn veerkrachtig optimisme te berooyen. Het geheel was eenïgszins ver ward, want Vera's huwelijk met Katkin was, indien het echt was, een ontzettende ramp. En nu bedreigde een revolutie in Rufia, met officieren van het leger aan hot hoofd, en gesteund door den vertegenwoordiger van Rusland, rijn plaats op den troon. Er lag nu voor hem weinig bekoorlijks meer *.n macht en eer. Later", zei Grambuloff, „zal alles ge makkelijk gaan." „Dan zullen de slechten zeker opgeven het anderen lastig te maken", zei de Prins een weinig bitter, en hij schudde zijn hoofd. „Ik geloof, dat het met Renaria beter zou gaan zonder mij." „Neen, neenl Dat niet! Als die kerels winnen, God verhoede het l wordt Re naria een Russische provincie." „Als zij verliezen?" Renaria wint." „En de intrige gaat voort zooals te vo ren." „Neen, want wij pakken de leiders de zen keer." „Rusland Grambuloff haalde zijn schouders op. „Over Rusland behoeven wij ons niet te bekommeren." „Kan getrotseerd worden, met tact", zei de Prins, een oude uitdrukking van Grambuloff herhalend. „Juist zoo", zei hij grimmig. „Toch geloof ik, dat ik in den weg sta." Herr Grambuloff laehto bijna. Hij gaf zich niet dikwijls aan vroolijkheid over, daar Hjj het leven in Renaria een ernstige zaak vond. Arme man „Zonder u zouden w© opgeslokt zijn." De Prins kreeg een blik van trots en vol doening op zijn gelaat. Het ia prettig, om te bemerken, dat men iets tot stand ge bracht heeft. „Toch", zei hij, „zelfs als dat waar is behoeft er nog niet uit te volgen, dat ik nog noodig ben?" „Nee-een. Maar wij willen niet, dat u weggaat. Behalve die schurken wenscht nie mand het. „En Rusland." „Ik heb al gezegd, hoe ik daarover denk." „Maar als alle intrige daar eens op hield?" „Dan gaan we hoe langer hoe meer de hoogte in, nu deze gekken zich eens hebben blootgegeven, als wij winnen" „Als...." De Prins legde zijn hand op dc schouders van zijn minister. „Wiml" zei hij. „Doe al het mogelijke om te winnen." Grambuloff knikte en ging zien, of al zijn orders voor voorzorgsmaatregelen in acht waren genomen. Prins Alexander peinsde. Hij verbeeldde zich, dat hij een lichtstraal door de duister nis zag schijnen. Een monsch kan dikwijls ver on helder zien, als hij alleen is met zijn godaohten, en dit was het geval met San- dro. Hij had een vreemd leven geleid, sinds hij in stilte een vrouw getrouwd had en openlijk zijn eerzucht bot gevierd had. Hij probeerde nu een manier te vinden, waarop hij zoowel Vera als Renaria reebt kon doen. Wat hij eigenijk voor hen doen kon, wist hij niet precies. Revoluties vol doen gewoonlijk niet aan verwachtingen. Wie kon zeggen, wat er met Renaria ge- j beuren zou De rebellen hadden een zekere I macht, maar aan den anderen kant had I men Grambuloff met een zwakke macht, en j do gunst van het volk, die dikwijls nog wis selvalliger is dan do Aprilmaand. Maar, afgescheiden van den strijd, dacht de Prins nog aan zichzelf. Hij was vast be sloten, om nu zijn plicht ten opzichte van Vera te doen. Was tiet al te laat.? Hij sid derde bij de gedachte. Maar rijn wil was zóó sterk, dat hij zich ging inbeelden, dat hetgeen hij zoo vurig wenschte, tot verwe zenlijking zou komen. Hij beschouwde 'net huwelijk tusschcn Katkin en Vera als iota dat uit den weg geruimd kon worden, om dat hij het denkbeeld te vrecselijk vond. Vera had toegestemd deel te nemen aan de huwelijksplechtigheid, omdat zij gedacht had, dat het slechts een vorm was. De Prins verbeeldde rich, dat hij con manier, een goede en wettige manier zou vinden, om dit huwelijk van geen waarde te laten zijn. Maar de gedachte er aan zette hem niet op zijn gemak Wat zou de toekomst brengen? Hij ging naar Vera. „Je hebt mij weer gered", zei hij. „Ik heb alleen mezelf gered. Herr Gram buloff deed de rest. Hij is eon wonder. Wat een bevrijding, Sandro „Ja. En jij... Het is verbazend, wat jij voor mij gedaan hebt." Zij schudde haar hoofd. „Voor mezelf", zei zij. „Het is de crisis; vanavond zal er veel beslist worden (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5