Ho. £53,50.
LEXDSCJH BACa-BXsAB, Saterdag1 5 Maart. Eerste Blad.
As.no 1910.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Het Huwelijk van den Prins.
In „H o 11 a n d i a" komt onder het op
schrift Politieke Schoolstrijd eeu
artikel voor, waarin betoogd wordt, dat de
tegenwoordige moeilijkheden, waarin de lin-
kergToepen ten opzichte van de school zich
bevinden, niet haar oorzaak vinden in een
„toevallig zich verpraten van den klosse-
ondcrwi;-er Ossendorp, maar door den heu-
sohen stand der geesten; door de noodzake
lijke ontwikke^'ng, die het revolutionaire
principe der verwerping van het geestelijk
gezag Gods voor het publieke menschel ijk
leven ia de onderscheiden groepen doornyiakt.
.Hier tegenover staat ia de Schoolkwestie
al wat Antirevolutionair is, zegt „Hol
land ia." Het Antirevolutionaire principe
is niet maar een beginsel voor het per
soonlijke leven, maar voor het publieke
mcnschenlevcn, voor het sociale en voor
het politieke nationale leven. Het is het
nrincipe, dat het gezag Gods geldt voor
het mcnschenlevcn, voor denken en loeren,
nor gclooven en doenen daarom ook voor
de Overheid; en in de Schoolkwestie.
Daarop laat het blad volgen:
Do Christelijke School naar Gods Woord
,'3 van dit beginsel de eerste eisch; en
daaicra. de Vrije School. Daarvoor ook stelt
dit beginsel een vordering aan de wetge
ving. Maar het beginsel stelt ook een vor
dering aan de wetgeving ter principale, voor
zooveel de Overheid de wet voor do School
geeft en zelf maatregelen neemt tot inrich
ting van Scholen.
Haar dit beginsel moet de strijd tusschen
Jinks en Rechts, tusschen Revolutionair
f>n Antirevolutionair worden doorgestreden
n uitgestreden. De Schoolwet .oct niet
tllcyn practiseh voor de Christelijke School
rui.tile laten, maar ze moet principieel op
de helling. Een Christelijke regeering staat
..gjnovcr haar eigen beginsel schuldig, in
die zij aan het volk opzettelijk een Revo
lution." ire, d. i. een Neutrale School geeft.
De uitweg zal daarom or de Over
hel <i b-j. herziening der wetgeving vooral
vel hierin gezocht moeten worden, dat zij
Vla inrichting van Scholen, zij het ook voor
*u_ir kosten, aan maatschappelijke corpora
te i overlaat.
Dan kan redding gezocht worden voor
skJiool cn Volk.
Do schrijver der „Haagsche Brieven" in
de „Zaanlandschc Courant" betoogt,
'dat het oogenblik sohijnt gekomen te zijn
bn een ingrijpende prinoipiecle
wijziging der wet op het L. O. in
overweging te nemen. Volgens hem moet
aan hot artikel der Onderwijswet, dat de
reutralitcits-idee heet te belichamen en dat
he»d de materie van het algemeen karakter
der ovcrheidsschool behecrscht, de ondub
belzinnige beteekenis worden gegeven van
een onderwijs, dat anti-godsdienstige en anti-
nationalo propaganda ten eenenmale uitsluit.
Schrijver meent goed te doen met don tekst
aan to geven van een nieuw art. 33 der
wet op het lager onderwijs, dat, naar zijn
opvatting, de absolute neutraliteit tor zijde
stellen en toch het onderwijzen van dogma's
evenzeer verbieden zou. Hij zou het aiv
tikel aldus wenschen te zien omgewerkt,
iat de twee eerste alinea's zouden luiden:
„Het schoolonderwijs wordt, onder het aan
leren van gepaste en nuttige kundighe
den, dienstbaar gemaakt aan de verstan
delijke, algemeen godsdienstige on zedelijke
•rmogens der kinderen en aan hun op
leiding tot trouwe burgers van den Staat
'ïn deugdzame leden der maatschappij.
De onderwijzer onthoudt zich van iets
te leeren, te doen of toe to laten On zoowel
in de school als daarbuiten, in het openbaar,
Inndelingen te plegen, die strijdig zijn met
den eerbied, verschuldigd aan do godsdien
stige begrippen van andersdenkenden."
Door deze of soortgelijke formuleering van
het karakter van liet openbaar onderwijs
cn van de verplichtingen van den onder
wijzer zou men, naar het aan schrijver
voorkomt, aan de school een algemeen gods
dienstige basis kunnen verzekerenmaar
d<m de basis van wat men eenmaal zoo
karakteristiek heeft genoemd: godsdienst
boven geloofsverdeeldheid. Hij onderwerpt
rijn denkbeeld aan hen, die, vóór- of te
genstanders van de overliccrschende betcc-
42)
»Ik geef u mijn woord er op. Kan en
vrouw moeten altijd samen zijn: het ia een
goede straf."
Katkin wenkte den geestelijke, die hen
allon plaatste, waar hij keu hebben wilde,
en hun verscheidene instructies gaf. Alexis
dacht, dat een poging tot protest goed zou
rijn onder de omstandigheden, maar Katkin
beval hem zijn mond te houden, en Je
dienst begon.
Vera voelde er de eigenaardigheid van.
De dienst bracht haar onder den indruk,
want zij haatte bedrog en de huichelarij
deed haar pijn. En hoe kon het ook anders 1
De geestelijke was een oud man met
een slecht onderhouden baard en een zwak
ke stem Hij had blauwe, waterige oogen,
en staarde nederig voor zich uit. Hij haal
de een gewaad uit een pak en trok dit
aan, en dit gaf hem cenige waardigheid.
Vera begon het ellendige van haar toe
stand zeer te voelen, toen hij om de ringen
vroeg, en Katkin er twee te voorschijn
baalde. De brandende waskaarsen werden
aan Katkin en Vera gegeven, en toen werd
de zegening uitgesproken.
i,Laten wij bidden om volmaakte liefde,
vrede en wederzijdsche hulp", zei de gees
telijke, en Vera sidderde.
Alexis bekende later, dat hij, het gevoel
had alsof hij een grappig deuntje gefloten
bad in het midden van do St.-Pieterskerk.
kenis der openbare school, met hem ge
voelen, dat deze grondwettige instelling oh-
misbaar is en voor een groot deel van
onze bevolking moet gehandhaafd blijven;
doch die de school werkelijk willen in
stand houden als een kweekplaats van ken
nis en van deiyjd beide.
Ik houd mij er van overtuigd, ver
klaart hij dat een zuivering van de at
mosfeer in ons lager openbaar ouderwijs
een zegen zou blijken voor ons vaderland,
een versterking van de nationale school,
die er meer bruikbaar voor allen, minder
afstootend voor de streng-geloovigen, noch
tans uit een dogmatisch oogpunt, niet minder
„neutraal" door zou blijven. Het is mijn vaste
overtuiging, dat een wijziging der wet in
den aanbevolen zin, meer dan eenig ander
middel er toe zou kunnen bijdragen om
den schoolstrijd voorgoed te doen beëindi
gen en do burgers van ons land, op dit
gebied, nauwer tot elkander te brengen.
„De Tijd" getuigt, dat zij het niet eens
is met prof. mr. Ëabius, die in het eer
ste nummer zijner nieuwe serie van „Stu
diën cn Schetsen" sclireefEen on
derzoek naar de gezindheid der onderwij
zers vóór de benoeming heeft minister
Heemskerk terecht afgewezen. Onze wot rust
op do gedachte, dat verschil van richting
niet behoeft uit te komen in do school.
Daaruit volgt, dat men nooit te voren
iemand om zijn richting mag uitsluiten.
Men kan in dezen alleen optreden op grond
van gebleken feiten en feilea. Waarbij
het wellicht zeer gewenscht ware, dat do
Regcering zonder veel moeite een onderwij
zer verplaatsen kon. Ook in diens belang.
Ter voorkoming van ernstiger maatregel.
Een onderzoekt lijkt ons verklaart
zij volkomen geoorloofd, ja, plichtmatig.
Maar blindweg, zonder eenig onderzoek, al
lerlei onderwijzers binnen de gemeente te
halen, op gevaar af van de openbare school
aan de socialistische elementen over te le
veren dat kan noch de Minister, noch
do heer Fabius verlangen of goedkeuren.
Rust op de besturen van bijzondere christe
lijke scholen de plicht ora uit te zien naar
christel ij ke onderwijzers, de gemeente
besturen, die voor de belangen van het „na
tionaal" onderwijs te waken hebben, dienen
hunnerzijds alles in het werk tc stellen,
om hun school tegen de invasie van anti-
nationaal-gezinde opvoeders le behoeden.
Ondor het hoofd Zij willen niot zegt
„Het Volk":
Uit het afdeelingsverslag der Twcedo Ka
mer over het v o or s t e 1-T roelstra tot
instelling eener parlementaire en-
queto naar dr. Kuypers lintje s-a f-
faire blijkt voldoende duidelijk, dat de
meerderheid van de Kamer van plan is dat
voorstel af te stemmen. „Vele leden" had
den tegen het voorstel overwegende bezwa
ren, terwijl slechts „andere leden" er zich
mee konden vereenigen. Wie de orakel-taal
der afdoelingsverslagen heeft - lecrcn ver
staan, kan hieruit lezen, dat de meerder
heid niets van het voorstel wil weten.
Zij willen dus niet.
Met de grootste moeito is een stelletje
argumenten bijeengegrist om de afwijzing
to motiveeren. En welk een schamel stel
letje 1
Het voorstel zou te vroeg komen, omdat
er nog andere middelen ter beschikking
staan, om het noodige licht te verkrijgen,
zoo leest men in het afdeelingsverslag. Met
Aio „andere middelen" kunnen alleen be
doeld zijn een interpellatie en een cere-raad.
Maar do poging, om door interpellatie of-
ficieelo vaststelling der feiten te krijgen,
is leeds mislukt door de weigering van mi
nister Heemskerk om daartoe mee to wer
ken, een weigering, waarin hij ondersteund
werd door dezelfde Kamerleden, die nu naar
„andere middelen" verwijzen. En van den
cere-raad wordt, zonder dat tegenspraak
daarvan mogelijk is, juist in het afdeelings
verslag betoogd, dat dit een ondoelmatig
middel is, omdat hij het recht niet heeft
om getuigen te dwingen tot beëedigde ver
klaringen en zich evenmin toegang ver
schaffen kan tot de staatsstukken en of-
ficicole inlichtingen, die minister Heemskerk
bij de interpellatie weigerde ovor te leggen.
De enquête zou ongeoorloofd zijn, omdat
zij »>goen politieke gevolgen kan hebben",
of, zooals de beer Lobman in een bijge-
Hct was voorbij en Katkin stond ver
heugd op. De geestelijke en de anderen
trokken zich terug. Alexis was op zijn hoe
de, maar Katkin scheen in verrukking, en
Vera was vol vreemde emoties.
Een paar banale woorden werden gespro
ken, en toen zei Alexis:
„De Prins 1"
„Hij zal gaan", zei Katkin. Hij scheen si
zijn streven en plannen voor een oogenblik
vergeten te hebben. Hij kon nu veilig al
les vergeten en verliezen, want hij daoht,
dat hij zooveel gewonnen had. Hij keerde
zich tot Vera, om iets tegen haar te zeggen.
„Laat Diij nu kalm gaan", zei ze ernstig,
want de dienst had haar onder den indruk
gebracht.
„Best. Je zult het niet vergeten!"
Zij gaf geen antwoord.
„Ik zal den Prins vrij laten", zei hij. „Je
moet gauw heengaan." Hij herinnerde zich
zijn plan.
„Geef ons maar de gelegenheid", zei
Alexis.
Katkin ging haastig de kamer uit; maar
nauwelijks had hij de deur van de kamer,
waarin de Prins was opgesloten, bereikt, of
hij hoorde het geluid van galoppccrcnde
paarden en een ratelend rijtuig. Vera en
Alexis luisterden en keken elkaar aan.
Katkin wachtte: hij begreep de situatie.
„U moet dadelijk weggaan", zei hij. „Jij
hoeft niet te gaan", voegde hij er aan toe
tot Vera.
„Ik moet", zei zij kalm.
„Vroemd..." zei hij. Hij opende de deur,
wa-ar de Prins was. „Hoogheid", z hij,
„kom gauw." Alexis stormde naar bin
nen, gevolgd door Vera.
voegde nota zegt, omdat zij geen „staat
kundig doel kan bereiken". Alsof niet het
uitgesproken doel der enquête is het ver
zamelen van de feiten, waaruit beoordeeld
kan worden of een vroeger minister zich
aan ambtsmisbruik heeft schuldig gemaakt.
Een meer „politiek gevolg", een meer „staat
kundig doel" kan men zich toch moeilijk
denken.
Ten slotte dat allerdwaaste argument, dat
de Kamer, als zij tot een enquête besloot,
„den schijn van jiartijdigheid" op zich zou
laden. Het is werkelijk niet noodig, aan
dit kletspraatje een woord te verspillen.
En ziedaar dan al wat er tegen het
enquête-voorstel wordt aangevoerd. Armoe
diger kan het toch ai niet.
De heer Lohman poogt in zijn blad „Do
Nederlander" bijwijze van antwoord
aan mr. v. d. Laara „Beukelaar" nog
een nadere verantwoording van zijn hou
ding te geven. „Indien dr. Kuyper moet
vallen", schrijft hij, „dan zij dat een ge
volg van diens eigen fouten". De lintjes
kwestie trekt hem niet aan, „zoolang niet
vaststaat, dat daarbij corruptie in het spel
is", cn„W ij verbloemden nietsvroegen
om meer licht, maar vcroordeelen niet
zonder afdoend bewijs."
En als er dan een voorstel tot het houden
eener parlementaire enquête wordt ingediend,
als liet eenig middel wordt aan do hand
gedaan om dr. Kuyper's „fouten" met be-
ecdigde verklaringen en gewaarmerkte
staatsstukken vast te stellen, om officieel
vast te stellen of „corruptie in het spel
is", om een eind to maken aan de tactiek
van „verbloemen", om „meer licht" te bren
gen, om het „afdoend bewijs" te verschaf
fen, dan zegt de heer Lohman: Neen,
neen, vooral geen enquête
En de meerderheid van de Kamer steunt
hem in die dompcrspolüiek. Als wij het
afdeelingsverslag goed lezen, zijn het ook
niet enkel de kerkdijken, die hem steunen;
maar ook vrijzinnigen.
De Kamer moet het natuurlijk zelve
wetenl Als zij maar bedenkt, dat zij dan
mede verantwoordelijk gesteld zal worden
voor dr. Kuypers politiek in deze zaak;
de politiek van hot op een dwaalspoor lei
den de politiek van verduistering der waar
heid. Als zij maar bedenkt, dat deze so
lidariteit in de onderdrukking van het licht
noodwendig tot de gedachten moet leiden,
dat hier niet alleen de persoon van een
enkelen oud-minister, maar gansch een re-
geerstelsel het licht tc vrefczen heeft.
In verband met het incident-Van Hceckc-
ren vestigt dc schrijver der „Haagsche Cor
respondentie" in do „Zutphonsohe Cou
rant" de aandacht er op, dat onze natio
nale defensie zich nog steeds in het
moeras bevindt. Ministers komen en gaan,
betoogt hijplannen cn programs worden
geopperd en alles blijft bij het oude, noch
nieuwe stelsels, noch nieuwe ideeën breken
zich ccn baan in de volksovertuiging.
Uitnemend is het te achten, dat de sociale
zijde van het leger vraagstuk de aandacht
onzer ministeries in beslag neemt, maar dit
mag niet leiden tot vcrwaarloozing van den
militairen kant. Bij een instelling als liet
leger moet altijd het doel don doorslag
gevenmen moet zich alleen onthouden van
hetgeen voor het doel ounoodig zou zijn.
Hoort men velen onzer staatslieden over do
defensie spreken, dan krijgt men gaandeweg
het inzicht, dat zij het leger slechts be
schouwen als een object voor bozuinigings-
expcrimentcn. Daartegen komt schrijver op,
die het mede afkeurt, dat men poogt het
bestaande af tc breken, zonder dat men de
zekerheid heeft, dat er iets nieuws cn be
hoorlijks voor iu de plaats kan treden.
Wie. zoo zegt hij, de leuze „het volksleger"
aanheffen, moesten toch begrijpen, dat hun
ideaal niet ia een dag uit den grond kan
verrijzen en dat een goed volksleger slechts
langzamerhand kan ontstaan uit den tcgen-
woordigen toestand, waarin men do kiemen,
dio cr zijn, hoeft tc ontwikkelen, nieuwe
kiemen to loggen. En al heeft men ook do
wetenschap, dat het leger op dit oogen
blik niet deugt, men vcrwerpe met al hot
laakbare het goede niot, hoede zich vooral
er voor een geest van anti-militarisme aan
to kwecken, die voorgoed de strekking
eens volkslegers onmogelijk zou maken.
Schrijver persoonlijk zou oen program,
„Kom", riepen zij allebei, maar vóór de
Prins kon antwoorden, zei Katkin:
„Te laat; ze zijn hier."
Alexis en Vera keken, alsof zc in de val
geloopen waren. Dc plechtigheid, en toen
dc woorden: „Tc laat..." Er hing hun een
onheil boven het hoofd l
„U moet een barrikade rnaken", zei Kat
kin, „maar laat de dames eerst er uit."
Alexis nam den sleutel en sloeg de deur
dicht.
„Wij blijven allemaal samen", zei hij.
Uitgezonderd Katkin natuurlijk.
XVIII.
Dcmoederwikt;dedooh t e r
beschikt.
Prins Alexander was zeer verbaasd Vera
te zien. Hij hield rich echter in, want prin
ses larie was nog meer verwonderd over
den keer, die de zaken genomen hadden,
en er was wel iets pikants in dien toestand.
De Prins gedroeg zich prachtig, hij had
altijd goede manieren
„Dat is aardig van je, Alexis, zei hij,
„hoewel ik vrees, dat ik je in onaangenaam
heden heb gebracht. Ik begrijp niet precies,
wat er eigenlijk aan dc hand is." Hij keer
de zich tot dc Prinses. „Her Gronccver,
een goede vriend van mij, Pr... Gravin van
Newcastle." Hij hakkelde even, maar
kwam de moeilijkheid te boven. Vera werd
voorgesteld als Madame Dinolin.
De Prinses waB gereserveerd. Zij boog
even te£en Alexis cn Vera, e-n sloeg de
laatste nauwkeurig gade.
Dc Prins zei tegen Vera op bezorgden
toon:
waarin kort en klaar de onmiddellijk tc
nemen maatregelen werden aangeduid, heel
wat liever zijn dan de schildering van een
nog zeer ver liggend toekomst-ideaal. Het
is z.i. ook zeer verkeerd alleen die maat
regelen goed te keuren, die in de richting
van een volksleger gaan, en al het overige
te verwaarloozeu. Zoodra het volksleger een
vasten vorm aanneemt in onzen Staat, kan
men, zet hij uiteen, het oude verwaarloozen
en opruimen; voor dien zorge men cr voor
het in zoo bruikbaar mogelijkcn toestand
to houden. Maar in elk geval beginne men
met rich to onthouden van dat hiuderlijke
afdingen op alle lasten, persoonlijke cn
financieelc, die het leger ons oplegt. Men
houdo niet angstvallig vast aan concessies,
door vroegero ministeries aan gemakzucht
of zuinigheid gedaan, die do legcrinriohting
volstrekt niet altijd ten goede kwamen;
aanvaarde en verspreide het denkbeeld, dat
do landsverdediging offers eischt, die gaarne
gebracht zullen worden, zoo zij noodig zijn.
Het is tegenwoordig een wedstrijd in het
beknibbelen. Nauwelijks heeft dc een of an
dere legerspccialitcit uitgevonden, dat ccn
vijfmaan iso. c eerste oel'enin stijd voldoen lo
is, of or ontstaat een politieke groep, wclko
dio uitspraak als ccn evangelie nanvaardt,
en een iijdcr, dio con longeron oefenings-
tijd voor noodzakelijk houdt, voor reactionair
uitscheldt. Komt cr morgen iemand, dio
4'/i maand genoeg acht, dan is do evongc-
noemdo groep alweer bij do reactionairen
in to doelen.
Zoo wordt eindigt het blad het
volk bijgebracht, dat aile defensie een chi
mère, het verblijf in de kazerne een milita
ristische gril; hot geld, bij de oorlogsbo-
grooting gcvolccrd, weggeworpen is en
onverschilligheid gaat lieerschcn, waar geest
drift, althans besef van verantwoordelijk
heid, gowelligd zou zijn.
Slechts wie in do toekomst droomen kun
nen aanhangers zijn van het anti-militarisme.
Op dit oogonblik is oen leger voor ons
land noodwendig. Laten wij ons dan niet
afkeerig toonen van elk offer, dat er voor
vercischt wordt. Laat ons slechts gestreng
nagaan of hot gevraagde tot bereiking van
het doel kan strekken en of wij het kunnen
geven, cn overigons zonder morren on
zen plicht doen in do politiek, ook waar
het geldt do nationalo verdediging.
Allo partijen dienen daarvan doordrongen
to zijn; ook de partijen, dio thans do meer
derheid uitmaken.
Want dit Kabinet, raecr dan eenig ander,
heeft zich bezig tc houden met lcgerher-
vorming over do ganschc linie. Nooit heeft
een ministerie er boter voor gestaan; ccn
krachtigo meerderheid is bereid hot to vol
gen. Verzuimt het zijn moment, om daar
van ook voor do landsverdediging partij
to trokken, dan zien wij voorshands het
leger in het moeras blijven.
In dc stadseditie van dc „O proclitc
Haarlem8che Courant" lezen
wij onder het hoofd Daar ligt ook
nogeentoek o m s t:
Honderd een en veertig sollicitant-en heb
ben zich aangemeld voor do vier en twintig
beschikbare plaatsen op de Rijkskweek
school voor onderwijzers alhier (te Haar
lem).
Er schijnt dus voor het ambt van onder
wijzer bij de jeugd nog ambitie genoeg 'e
bestaan; dit zal voor een niet gering doel
aijn oorzaak hierin vinden, dat de onder
wijzers-betrekking in den laatsten tijd zoo
veel beter wordt gesalarieerd en daardoor
aanlokkelijker is gomaakt.
Intuaschcn, van de honderd een cn veer
tig kunnen er slechts vier en twintig eea
plaats vinden op de banken onzer kweek
school. Y/aar moeten nu dio honderd zeven-
tien afgewezenen weer heen] Nog maar
een jaartje wachten, om dan nog eens eon
kansje to wagen! Maar het volgende jaar
zal het aantal opengestelde plaatsen wel
niet veel grooter wezen en zullen cr onder
de jongelui, die thans niet voor een plaatsje
in aanmerking komen, worden gevonden, ói»
de leeftijdsgrens hebben overschreden. Wat
zal hun toekomst wezen!
We moeten hierop het antwoord natuur
lijk schuldig blijven, maar wc zouden toch
wel eens een wenk willen geven aan die
jongelui. Voor hen, die in ieder geval iets
„Waarom ben je hier gekomen!"
„Alexi3 vertelde mij van het avontuur",
antwoordde zij
„Hot kan ernstig worden", zei hij, en
zijn houding drukte bekommering uit.
„Je moet onmiddellijk van hier gaan",
zei zij.
„Hcrr Grambuloff heeft het gezegd. Er
is een komplot."
„Tegen mij!"
J a."
Alexis viel hun in do rede.
„Laten we onlcrtusschcn de deur bari-
kade-eren."
„Ja", zei Vera angstig.
Het was gauw gedaan. De tafel e:i de
andere meubelen, die zich in d? kamer be
vonden, werden voor de deur cp elkaar
gestapeld, en het was qiqenaardig on. tc
zien, hoe dc Prins, die wenschte te ont
snappen, zichzelf insloot.
„Wat heeft het eigenlijk te beteckcnenï"
zei de Prins, toen de barrikade klaar was.
„Dit is een dd£ vol geheimzinnigheden"
zei Alexis. „Katkin... heeft ons bezig go-
houden."
„O, ik denk, dat het een list was, om
mij in de val te lokken", zei de Prins.
Dit was de ecnige uitlegging van al wat
er gebeurd wa3 want het volgende oogen
blik was er een lawaai van bet geschreeuw
en geloop van monschen, en de Prins riep
de namen uit...
„Dat is majoor Gruel. Dat is kapitein
Tadislov 1"
Er werd een aanval op do deur gedaan.
Gruel was zeer luidruchtig en sloeg hard
op de deur.
„Doe open!" zei hij. „Doe open de deur.
meer hebben geleerd dan op de gewone
lagere school wordt 'onderwezen is n.l. m
den tegenwoordigen tijd ook in net leger
een toekomst te vinden.
Evenals het met do gasthuizen is gegaan,
is do schrik voor de kazerne er bij de groo-
te menigte nu wel uit.
Als men vroeger sprak van een verple
ging in het gasthuis, werd dit vrij wel ge
lijk gesteld met het teckenen van een dood
vonnis, en als ecnigo jaren geleden,
toen de persoonlijke dienstplicht nog niet
bestond, een jongen een nummer trok, dat
hem dienstplichtig maakte en hij dus naar
de kazerne moest, werd dit vrijwel be
schouwd als het overleveren van den jonge
ling in den muil van een zedenbedervend
monster.
Die tijd ligt gelukkig achter ods, gelijk
die, waarin het kader als oen noodzakelijk
kwaad werd beschouwd, cn zoo laag werd
gesalarieerd, dat het precies in het leven
kon blijven, dat het geen toekomst had in
den dienst zelf.
Het onvermijdelijk gevolg van die te ge
ringe waardeering is geweest, dat het, in do
burgermaatschappij zich een betere positie
goopend ziende, bij bosjes te gelijk uit het
leger wegging.
Den hoogeron legorautoriteiten zijn toen
Je oogen opengegaan en sedert is de positie
van het kader niet alleen materieel, maar
ook moreel danig verbeterd.
Men heeft de rangen veranderd, do sala
rissen verhoogd, do levenswijze verbeterd en
zoo is thans voor jongelui, die willen cn dio
iets kunnen, tot op zekeren leeftijd in het
leger een toekomst weggelegd, waaraan
voor menig burger niet te denken valt.
En die toekomst is te bereiken, we zouden
haast zeggen materieel beter in de Lagere
rangen dan in den officiersstand.
Er zijn al verschillende voorbeelden van
jongelui, die, waar de burgermaatschappij
'hun gcon kans gaf op een onafhankelijk be
staan, de burgerjas hebben verruild tegen
den militairen rok. Wanneer de legerautori-
teitcn eens wat meer ruchtbaarheid gaven
aan de vooruitzichten, die in het leger voor
ferme jongelui zijn weggelegd, zou dat voor
beeld nog wel door meerderen worden ge
volgd.
Voor Indië worden de vooruitzichten tel
kenmale gepubliceerd. Waarom dit nu oolc
eens niet gedaan voor het leger hier te lande
en bijv. niet meer kennis verspreid over het
Instructie-bataljon te Kampen en de voor
uitzichten der jongelui, die daarbij in dienst
treden
„Hot Volk" oordeelt over het Bak-
kerswetjo aldua
In zako de afschaffing van nachtarbeid
beeft minister Talma in beginsel het beste
stelsel gekozen: algeheel verbod, zoowel
voor grootcn als voor kleinen. Dat wil ook
onze politieke cn economische arbeidersbe
weging in haar resolution, volgens welko
immers alle onnoodige nachtarbeid
dient to worden afgeschaft.
En nachtarbeid van bakkers is onnoodig,
mits slechts da nlgemccno regel bij do wet
worde gesteld.
Als conservatisme, politiek en Talmo-hc-
kcl de tot-stand-koming van dit ontwerp
beletten, dan zal het een welsprekend plei
dooi te meer zijn voor het algemeen kies-
rocht cn een overbodig bewijs, dat men dit
Parlcmont nu eenmaal geen land te bezei
len is.
Klagende over de onrechtmatige bevoor-
deeling van liberalen bij hoogleer-
a a r s b enoemin gen hier tc lande,
schrijft „D e T ij d":
Dat wij voor heden onze aandacht bepa
len tot de juridische faculteit, vindt zijn
grond hierin, dat. bij aanneming der jong
ste Staatsbegrooting geldon zijn toegestaan
voor de benoeming van een hoogleeraar in
het privaatrecht te Leiden, waarin tot dus
ver alleen prof. Visser van IJzondoorn do
ceert. Deze zal in bet vervolg het handels
recht behouden, terwijl dc nieuw te benoe
men hoogleeraar zal docecrcn burgerlijk
recht on Internationaal privaatrecht.
Zal ook nu weder aan de gohcole rechter
zijde het affront worden aangedaan van
ae benoeming van ccn liberaal, omdat on-
Uwe Hoogheidwij hebben een boodschap
voor u."
„Ha! hal" Dit was de lach van Tadislov,
en dc dames werden er koud van.
„Wij hebben ccn aardige boodschap voor
u", zei Tadislov, „cn het zou u tijd uitspa
ren, als u de dour openmaakte. Bovendien
zouden de dames misschien gewond wor
den, als wij ons con weg moesten banen.
Doe open, cn zij kunnen vrij weggaan.
„Laten we do dour intrappen", zei Slen-
dereff, die niet wilde treuzelen.
„Wacht", aci Katkin. Hij was nog onder
den invloed van Vera, en het leek hem
slecht, ora een kamer, waarin zij was, te
belegeren, „Als wc eens", zei hij, „zij zijn
gewapend, en ik geloof, dat zij..."
„Wat doet dat er toe!" zei Grucl uitda
gend, en hij haalde met een theatraal ge
baar zijn revolver te voorschijn.
„Wij zijn ook gewapend", zei Tadislov.
„Maar wij moeten bloedvergieten vermij
den", antwoordde Katkin. „Er zijn vier
menschen binnen in, waaronder twee da
mes, en deze twee moeten niet gewond
worden."
Slendereff haalde zijn schouders op.
„Kunnen wo de vrouwen er niet uit krij
gen!" vroeg hij ccnigszins ongeduldig.
„Niet zonder moeite", zei Katkin, die
vastbesloten was, dat cr geen rchoten in Ve
ra's tegenwoordigheid zouden gelost wor
den; zoo spoedig had hij «al last van de ver
antwoordelijkheid van het huwelijk. „We
moeten den Prins er alleen uit rien te krij
gen."
(Wordt vervolgd).