Ho. £53,50. LEXDSCJH BACa-BXsAB, Saterdag1 5 Maart. Eerste Blad. As.no 1910. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Het Huwelijk van den Prins. In „H o 11 a n d i a" komt onder het op schrift Politieke Schoolstrijd eeu artikel voor, waarin betoogd wordt, dat de tegenwoordige moeilijkheden, waarin de lin- kergToepen ten opzichte van de school zich bevinden, niet haar oorzaak vinden in een „toevallig zich verpraten van den klosse- ondcrwi;-er Ossendorp, maar door den heu- sohen stand der geesten; door de noodzake lijke ontwikke^'ng, die het revolutionaire principe der verwerping van het geestelijk gezag Gods voor het publieke menschel ijk leven ia de onderscheiden groepen doornyiakt. .Hier tegenover staat ia de Schoolkwestie al wat Antirevolutionair is, zegt „Hol land ia." Het Antirevolutionaire principe is niet maar een beginsel voor het per soonlijke leven, maar voor het publieke mcnschenlevcn, voor het sociale en voor het politieke nationale leven. Het is het nrincipe, dat het gezag Gods geldt voor het mcnschenlevcn, voor denken en loeren, nor gclooven en doenen daarom ook voor de Overheid; en in de Schoolkwestie. Daarop laat het blad volgen: Do Christelijke School naar Gods Woord ,'3 van dit beginsel de eerste eisch; en daaicra. de Vrije School. Daarvoor ook stelt dit beginsel een vordering aan de wetge ving. Maar het beginsel stelt ook een vor dering aan de wetgeving ter principale, voor zooveel de Overheid de wet voor do School geeft en zelf maatregelen neemt tot inrich ting van Scholen. Haar dit beginsel moet de strijd tusschen Jinks en Rechts, tusschen Revolutionair f>n Antirevolutionair worden doorgestreden n uitgestreden. De Schoolwet .oct niet tllcyn practiseh voor de Christelijke School rui.tile laten, maar ze moet principieel op de helling. Een Christelijke regeering staat ..gjnovcr haar eigen beginsel schuldig, in die zij aan het volk opzettelijk een Revo lution." ire, d. i. een Neutrale School geeft. De uitweg zal daarom or de Over hel <i b-j. herziening der wetgeving vooral vel hierin gezocht moeten worden, dat zij Vla inrichting van Scholen, zij het ook voor *u_ir kosten, aan maatschappelijke corpora te i overlaat. Dan kan redding gezocht worden voor skJiool cn Volk. Do schrijver der „Haagsche Brieven" in de „Zaanlandschc Courant" betoogt, 'dat het oogenblik sohijnt gekomen te zijn bn een ingrijpende prinoipiecle wijziging der wet op het L. O. in overweging te nemen. Volgens hem moet aan hot artikel der Onderwijswet, dat de reutralitcits-idee heet te belichamen en dat he»d de materie van het algemeen karakter der ovcrheidsschool behecrscht, de ondub belzinnige beteekenis worden gegeven van een onderwijs, dat anti-godsdienstige en anti- nationalo propaganda ten eenenmale uitsluit. Schrijver meent goed te doen met don tekst aan to geven van een nieuw art. 33 der wet op het lager onderwijs, dat, naar zijn opvatting, de absolute neutraliteit tor zijde stellen en toch het onderwijzen van dogma's evenzeer verbieden zou. Hij zou het aiv tikel aldus wenschen te zien omgewerkt, iat de twee eerste alinea's zouden luiden: „Het schoolonderwijs wordt, onder het aan leren van gepaste en nuttige kundighe den, dienstbaar gemaakt aan de verstan delijke, algemeen godsdienstige on zedelijke •rmogens der kinderen en aan hun op leiding tot trouwe burgers van den Staat 'ïn deugdzame leden der maatschappij. De onderwijzer onthoudt zich van iets te leeren, te doen of toe to laten On zoowel in de school als daarbuiten, in het openbaar, Inndelingen te plegen, die strijdig zijn met den eerbied, verschuldigd aan do godsdien stige begrippen van andersdenkenden." Door deze of soortgelijke formuleering van het karakter van liet openbaar onderwijs cn van de verplichtingen van den onder wijzer zou men, naar het aan schrijver voorkomt, aan de school een algemeen gods dienstige basis kunnen verzekerenmaar d<m de basis van wat men eenmaal zoo karakteristiek heeft genoemd: godsdienst boven geloofsverdeeldheid. Hij onderwerpt rijn denkbeeld aan hen, die, vóór- of te genstanders van de overliccrschende betcc- 42) »Ik geef u mijn woord er op. Kan en vrouw moeten altijd samen zijn: het ia een goede straf." Katkin wenkte den geestelijke, die hen allon plaatste, waar hij keu hebben wilde, en hun verscheidene instructies gaf. Alexis dacht, dat een poging tot protest goed zou rijn onder de omstandigheden, maar Katkin beval hem zijn mond te houden, en Je dienst begon. Vera voelde er de eigenaardigheid van. De dienst bracht haar onder den indruk, want zij haatte bedrog en de huichelarij deed haar pijn. En hoe kon het ook anders 1 De geestelijke was een oud man met een slecht onderhouden baard en een zwak ke stem Hij had blauwe, waterige oogen, en staarde nederig voor zich uit. Hij haal de een gewaad uit een pak en trok dit aan, en dit gaf hem cenige waardigheid. Vera begon het ellendige van haar toe stand zeer te voelen, toen hij om de ringen vroeg, en Katkin er twee te voorschijn baalde. De brandende waskaarsen werden aan Katkin en Vera gegeven, en toen werd de zegening uitgesproken. i,Laten wij bidden om volmaakte liefde, vrede en wederzijdsche hulp", zei de gees telijke, en Vera sidderde. Alexis bekende later, dat hij, het gevoel had alsof hij een grappig deuntje gefloten bad in het midden van do St.-Pieterskerk. kenis der openbare school, met hem ge voelen, dat deze grondwettige instelling oh- misbaar is en voor een groot deel van onze bevolking moet gehandhaafd blijven; doch die de school werkelijk willen in stand houden als een kweekplaats van ken nis en van deiyjd beide. Ik houd mij er van overtuigd, ver klaart hij dat een zuivering van de at mosfeer in ons lager openbaar ouderwijs een zegen zou blijken voor ons vaderland, een versterking van de nationale school, die er meer bruikbaar voor allen, minder afstootend voor de streng-geloovigen, noch tans uit een dogmatisch oogpunt, niet minder „neutraal" door zou blijven. Het is mijn vaste overtuiging, dat een wijziging der wet in den aanbevolen zin, meer dan eenig ander middel er toe zou kunnen bijdragen om den schoolstrijd voorgoed te doen beëindi gen en do burgers van ons land, op dit gebied, nauwer tot elkander te brengen. „De Tijd" getuigt, dat zij het niet eens is met prof. mr. Ëabius, die in het eer ste nummer zijner nieuwe serie van „Stu diën cn Schetsen" sclireefEen on derzoek naar de gezindheid der onderwij zers vóór de benoeming heeft minister Heemskerk terecht afgewezen. Onze wot rust op do gedachte, dat verschil van richting niet behoeft uit te komen in do school. Daaruit volgt, dat men nooit te voren iemand om zijn richting mag uitsluiten. Men kan in dezen alleen optreden op grond van gebleken feiten en feilea. Waarbij het wellicht zeer gewenscht ware, dat do Regcering zonder veel moeite een onderwij zer verplaatsen kon. Ook in diens belang. Ter voorkoming van ernstiger maatregel. Een onderzoekt lijkt ons verklaart zij volkomen geoorloofd, ja, plichtmatig. Maar blindweg, zonder eenig onderzoek, al lerlei onderwijzers binnen de gemeente te halen, op gevaar af van de openbare school aan de socialistische elementen over te le veren dat kan noch de Minister, noch do heer Fabius verlangen of goedkeuren. Rust op de besturen van bijzondere christe lijke scholen de plicht ora uit te zien naar christel ij ke onderwijzers, de gemeente besturen, die voor de belangen van het „na tionaal" onderwijs te waken hebben, dienen hunnerzijds alles in het werk tc stellen, om hun school tegen de invasie van anti- nationaal-gezinde opvoeders le behoeden. Ondor het hoofd Zij willen niot zegt „Het Volk": Uit het afdeelingsverslag der Twcedo Ka mer over het v o or s t e 1-T roelstra tot instelling eener parlementaire en- queto naar dr. Kuypers lintje s-a f- faire blijkt voldoende duidelijk, dat de meerderheid van de Kamer van plan is dat voorstel af te stemmen. „Vele leden" had den tegen het voorstel overwegende bezwa ren, terwijl slechts „andere leden" er zich mee konden vereenigen. Wie de orakel-taal der afdoelingsverslagen heeft - lecrcn ver staan, kan hieruit lezen, dat de meerder heid niets van het voorstel wil weten. Zij willen dus niet. Met de grootste moeito is een stelletje argumenten bijeengegrist om de afwijzing to motiveeren. En welk een schamel stel letje 1 Het voorstel zou te vroeg komen, omdat er nog andere middelen ter beschikking staan, om het noodige licht te verkrijgen, zoo leest men in het afdeelingsverslag. Met Aio „andere middelen" kunnen alleen be doeld zijn een interpellatie en een cere-raad. Maar do poging, om door interpellatie of- ficieelo vaststelling der feiten te krijgen, is leeds mislukt door de weigering van mi nister Heemskerk om daartoe mee to wer ken, een weigering, waarin hij ondersteund werd door dezelfde Kamerleden, die nu naar „andere middelen" verwijzen. En van den cere-raad wordt, zonder dat tegenspraak daarvan mogelijk is, juist in het afdeelings verslag betoogd, dat dit een ondoelmatig middel is, omdat hij het recht niet heeft om getuigen te dwingen tot beëedigde ver klaringen en zich evenmin toegang ver schaffen kan tot de staatsstukken en of- ficicole inlichtingen, die minister Heemskerk bij de interpellatie weigerde ovor te leggen. De enquête zou ongeoorloofd zijn, omdat zij »>goen politieke gevolgen kan hebben", of, zooals de beer Lobman in een bijge- Hct was voorbij en Katkin stond ver heugd op. De geestelijke en de anderen trokken zich terug. Alexis was op zijn hoe de, maar Katkin scheen in verrukking, en Vera was vol vreemde emoties. Een paar banale woorden werden gespro ken, en toen zei Alexis: „De Prins 1" „Hij zal gaan", zei Katkin. Hij scheen si zijn streven en plannen voor een oogenblik vergeten te hebben. Hij kon nu veilig al les vergeten en verliezen, want hij daoht, dat hij zooveel gewonnen had. Hij keerde zich tot Vera, om iets tegen haar te zeggen. „Laat Diij nu kalm gaan", zei ze ernstig, want de dienst had haar onder den indruk gebracht. „Best. Je zult het niet vergeten!" Zij gaf geen antwoord. „Ik zal den Prins vrij laten", zei hij. „Je moet gauw heengaan." Hij herinnerde zich zijn plan. „Geef ons maar de gelegenheid", zei Alexis. Katkin ging haastig de kamer uit; maar nauwelijks had hij de deur van de kamer, waarin de Prins was opgesloten, bereikt, of hij hoorde het geluid van galoppccrcnde paarden en een ratelend rijtuig. Vera en Alexis luisterden en keken elkaar aan. Katkin wachtte: hij begreep de situatie. „U moet dadelijk weggaan", zei hij. „Jij hoeft niet te gaan", voegde hij er aan toe tot Vera. „Ik moet", zei zij kalm. „Vroemd..." zei hij. Hij opende de deur, wa-ar de Prins was. „Hoogheid", z hij, „kom gauw." Alexis stormde naar bin nen, gevolgd door Vera. voegde nota zegt, omdat zij geen „staat kundig doel kan bereiken". Alsof niet het uitgesproken doel der enquête is het ver zamelen van de feiten, waaruit beoordeeld kan worden of een vroeger minister zich aan ambtsmisbruik heeft schuldig gemaakt. Een meer „politiek gevolg", een meer „staat kundig doel" kan men zich toch moeilijk denken. Ten slotte dat allerdwaaste argument, dat de Kamer, als zij tot een enquête besloot, „den schijn van jiartijdigheid" op zich zou laden. Het is werkelijk niet noodig, aan dit kletspraatje een woord te verspillen. En ziedaar dan al wat er tegen het enquête-voorstel wordt aangevoerd. Armoe diger kan het toch ai niet. De heer Lohman poogt in zijn blad „Do Nederlander" bijwijze van antwoord aan mr. v. d. Laara „Beukelaar" nog een nadere verantwoording van zijn hou ding te geven. „Indien dr. Kuyper moet vallen", schrijft hij, „dan zij dat een ge volg van diens eigen fouten". De lintjes kwestie trekt hem niet aan, „zoolang niet vaststaat, dat daarbij corruptie in het spel is", cn„W ij verbloemden nietsvroegen om meer licht, maar vcroordeelen niet zonder afdoend bewijs." En als er dan een voorstel tot het houden eener parlementaire enquête wordt ingediend, als liet eenig middel wordt aan do hand gedaan om dr. Kuyper's „fouten" met be- ecdigde verklaringen en gewaarmerkte staatsstukken vast te stellen, om officieel vast te stellen of „corruptie in het spel is", om een eind to maken aan de tactiek van „verbloemen", om „meer licht" te bren gen, om het „afdoend bewijs" te verschaf fen, dan zegt de heer Lohman: Neen, neen, vooral geen enquête En de meerderheid van de Kamer steunt hem in die dompcrspolüiek. Als wij het afdeelingsverslag goed lezen, zijn het ook niet enkel de kerkdijken, die hem steunen; maar ook vrijzinnigen. De Kamer moet het natuurlijk zelve wetenl Als zij maar bedenkt, dat zij dan mede verantwoordelijk gesteld zal worden voor dr. Kuypers politiek in deze zaak; de politiek van hot op een dwaalspoor lei den de politiek van verduistering der waar heid. Als zij maar bedenkt, dat deze so lidariteit in de onderdrukking van het licht noodwendig tot de gedachten moet leiden, dat hier niet alleen de persoon van een enkelen oud-minister, maar gansch een re- geerstelsel het licht tc vrefczen heeft. In verband met het incident-Van Hceckc- ren vestigt dc schrijver der „Haagsche Cor respondentie" in do „Zutphonsohe Cou rant" de aandacht er op, dat onze natio nale defensie zich nog steeds in het moeras bevindt. Ministers komen en gaan, betoogt hijplannen cn programs worden geopperd en alles blijft bij het oude, noch nieuwe stelsels, noch nieuwe ideeën breken zich ccn baan in de volksovertuiging. Uitnemend is het te achten, dat de sociale zijde van het leger vraagstuk de aandacht onzer ministeries in beslag neemt, maar dit mag niet leiden tot vcrwaarloozing van den militairen kant. Bij een instelling als liet leger moet altijd het doel don doorslag gevenmen moet zich alleen onthouden van hetgeen voor het doel ounoodig zou zijn. Hoort men velen onzer staatslieden over do defensie spreken, dan krijgt men gaandeweg het inzicht, dat zij het leger slechts be schouwen als een object voor bozuinigings- expcrimentcn. Daartegen komt schrijver op, die het mede afkeurt, dat men poogt het bestaande af tc breken, zonder dat men de zekerheid heeft, dat er iets nieuws cn be hoorlijks voor iu de plaats kan treden. Wie. zoo zegt hij, de leuze „het volksleger" aanheffen, moesten toch begrijpen, dat hun ideaal niet ia een dag uit den grond kan verrijzen en dat een goed volksleger slechts langzamerhand kan ontstaan uit den tcgen- woordigen toestand, waarin men do kiemen, dio cr zijn, hoeft tc ontwikkelen, nieuwe kiemen to loggen. En al heeft men ook do wetenschap, dat het leger op dit oogen blik niet deugt, men vcrwerpe met al hot laakbare het goede niot, hoede zich vooral er voor een geest van anti-militarisme aan to kwecken, die voorgoed de strekking eens volkslegers onmogelijk zou maken. Schrijver persoonlijk zou oen program, „Kom", riepen zij allebei, maar vóór de Prins kon antwoorden, zei Katkin: „Te laat; ze zijn hier." Alexis en Vera keken, alsof zc in de val geloopen waren. Dc plechtigheid, en toen dc woorden: „Tc laat..." Er hing hun een onheil boven het hoofd l „U moet een barrikade rnaken", zei Kat kin, „maar laat de dames eerst er uit." Alexis nam den sleutel en sloeg de deur dicht. „Wij blijven allemaal samen", zei hij. Uitgezonderd Katkin natuurlijk. XVIII. Dcmoederwikt;dedooh t e r beschikt. Prins Alexander was zeer verbaasd Vera te zien. Hij hield rich echter in, want prin ses larie was nog meer verwonderd over den keer, die de zaken genomen hadden, en er was wel iets pikants in dien toestand. De Prins gedroeg zich prachtig, hij had altijd goede manieren „Dat is aardig van je, Alexis, zei hij, „hoewel ik vrees, dat ik je in onaangenaam heden heb gebracht. Ik begrijp niet precies, wat er eigenlijk aan dc hand is." Hij keer de zich tot dc Prinses. „Her Gronccver, een goede vriend van mij, Pr... Gravin van Newcastle." Hij hakkelde even, maar kwam de moeilijkheid te boven. Vera werd voorgesteld als Madame Dinolin. De Prinses waB gereserveerd. Zij boog even te£en Alexis cn Vera, e-n sloeg de laatste nauwkeurig gade. Dc Prins zei tegen Vera op bezorgden toon: waarin kort en klaar de onmiddellijk tc nemen maatregelen werden aangeduid, heel wat liever zijn dan de schildering van een nog zeer ver liggend toekomst-ideaal. Het is z.i. ook zeer verkeerd alleen die maat regelen goed te keuren, die in de richting van een volksleger gaan, en al het overige te verwaarloozeu. Zoodra het volksleger een vasten vorm aanneemt in onzen Staat, kan men, zet hij uiteen, het oude verwaarloozen en opruimen; voor dien zorge men cr voor het in zoo bruikbaar mogelijkcn toestand to houden. Maar in elk geval beginne men met rich to onthouden van dat hiuderlijke afdingen op alle lasten, persoonlijke cn financieelc, die het leger ons oplegt. Men houdo niet angstvallig vast aan concessies, door vroegero ministeries aan gemakzucht of zuinigheid gedaan, die do legcrinriohting volstrekt niet altijd ten goede kwamen; aanvaarde en verspreide het denkbeeld, dat do landsverdediging offers eischt, die gaarne gebracht zullen worden, zoo zij noodig zijn. Het is tegenwoordig een wedstrijd in het beknibbelen. Nauwelijks heeft dc een of an dere legerspccialitcit uitgevonden, dat ccn vijfmaan iso. c eerste oel'enin stijd voldoen lo is, of or ontstaat een politieke groep, wclko dio uitspraak als ccn evangelie nanvaardt, en een iijdcr, dio con longeron oefenings- tijd voor noodzakelijk houdt, voor reactionair uitscheldt. Komt cr morgen iemand, dio 4'/i maand genoeg acht, dan is do evongc- noemdo groep alweer bij do reactionairen in to doelen. Zoo wordt eindigt het blad het volk bijgebracht, dat aile defensie een chi mère, het verblijf in de kazerne een milita ristische gril; hot geld, bij de oorlogsbo- grooting gcvolccrd, weggeworpen is en onverschilligheid gaat lieerschcn, waar geest drift, althans besef van verantwoordelijk heid, gowelligd zou zijn. Slechts wie in do toekomst droomen kun nen aanhangers zijn van het anti-militarisme. Op dit oogonblik is oen leger voor ons land noodwendig. Laten wij ons dan niet afkeerig toonen van elk offer, dat er voor vercischt wordt. Laat ons slechts gestreng nagaan of hot gevraagde tot bereiking van het doel kan strekken en of wij het kunnen geven, cn overigons zonder morren on zen plicht doen in do politiek, ook waar het geldt do nationalo verdediging. Allo partijen dienen daarvan doordrongen to zijn; ook de partijen, dio thans do meer derheid uitmaken. Want dit Kabinet, raecr dan eenig ander, heeft zich bezig tc houden met lcgerher- vorming over do ganschc linie. Nooit heeft een ministerie er boter voor gestaan; ccn krachtigo meerderheid is bereid hot to vol gen. Verzuimt het zijn moment, om daar van ook voor do landsverdediging partij to trokken, dan zien wij voorshands het leger in het moeras blijven. In dc stadseditie van dc „O proclitc Haarlem8che Courant" lezen wij onder het hoofd Daar ligt ook nogeentoek o m s t: Honderd een en veertig sollicitant-en heb ben zich aangemeld voor do vier en twintig beschikbare plaatsen op de Rijkskweek school voor onderwijzers alhier (te Haar lem). Er schijnt dus voor het ambt van onder wijzer bij de jeugd nog ambitie genoeg 'e bestaan; dit zal voor een niet gering doel aijn oorzaak hierin vinden, dat de onder wijzers-betrekking in den laatsten tijd zoo veel beter wordt gesalarieerd en daardoor aanlokkelijker is gomaakt. Intuaschcn, van de honderd een cn veer tig kunnen er slechts vier en twintig eea plaats vinden op de banken onzer kweek school. Y/aar moeten nu dio honderd zeven- tien afgewezenen weer heen] Nog maar een jaartje wachten, om dan nog eens eon kansje to wagen! Maar het volgende jaar zal het aantal opengestelde plaatsen wel niet veel grooter wezen en zullen cr onder de jongelui, die thans niet voor een plaatsje in aanmerking komen, worden gevonden, ói» de leeftijdsgrens hebben overschreden. Wat zal hun toekomst wezen! We moeten hierop het antwoord natuur lijk schuldig blijven, maar wc zouden toch wel eens een wenk willen geven aan die jongelui. Voor hen, die in ieder geval iets „Waarom ben je hier gekomen!" „Alexi3 vertelde mij van het avontuur", antwoordde zij „Hot kan ernstig worden", zei hij, en zijn houding drukte bekommering uit. „Je moet onmiddellijk van hier gaan", zei zij. „Hcrr Grambuloff heeft het gezegd. Er is een komplot." „Tegen mij!" J a." Alexis viel hun in do rede. „Laten we onlcrtusschcn de deur bari- kade-eren." „Ja", zei Vera angstig. Het was gauw gedaan. De tafel e:i de andere meubelen, die zich in d? kamer be vonden, werden voor de deur cp elkaar gestapeld, en het was qiqenaardig on. tc zien, hoe dc Prins, die wenschte te ont snappen, zichzelf insloot. „Wat heeft het eigenlijk te beteckcnenï" zei de Prins, toen de barrikade klaar was. „Dit is een dd£ vol geheimzinnigheden" zei Alexis. „Katkin... heeft ons bezig go- houden." „O, ik denk, dat het een list was, om mij in de val te lokken", zei de Prins. Dit was de ecnige uitlegging van al wat er gebeurd wa3 want het volgende oogen blik was er een lawaai van bet geschreeuw en geloop van monschen, en de Prins riep de namen uit... „Dat is majoor Gruel. Dat is kapitein Tadislov 1" Er werd een aanval op do deur gedaan. Gruel was zeer luidruchtig en sloeg hard op de deur. „Doe open!" zei hij. „Doe open de deur. meer hebben geleerd dan op de gewone lagere school wordt 'onderwezen is n.l. m den tegenwoordigen tijd ook in net leger een toekomst te vinden. Evenals het met do gasthuizen is gegaan, is do schrik voor de kazerne er bij de groo- te menigte nu wel uit. Als men vroeger sprak van een verple ging in het gasthuis, werd dit vrij wel ge lijk gesteld met het teckenen van een dood vonnis, en als ecnigo jaren geleden, toen de persoonlijke dienstplicht nog niet bestond, een jongen een nummer trok, dat hem dienstplichtig maakte en hij dus naar de kazerne moest, werd dit vrijwel be schouwd als het overleveren van den jonge ling in den muil van een zedenbedervend monster. Die tijd ligt gelukkig achter ods, gelijk die, waarin het kader als oen noodzakelijk kwaad werd beschouwd, cn zoo laag werd gesalarieerd, dat het precies in het leven kon blijven, dat het geen toekomst had in den dienst zelf. Het onvermijdelijk gevolg van die te ge ringe waardeering is geweest, dat het, in do burgermaatschappij zich een betere positie goopend ziende, bij bosjes te gelijk uit het leger wegging. Den hoogeron legorautoriteiten zijn toen Je oogen opengegaan en sedert is de positie van het kader niet alleen materieel, maar ook moreel danig verbeterd. Men heeft de rangen veranderd, do sala rissen verhoogd, do levenswijze verbeterd en zoo is thans voor jongelui, die willen cn dio iets kunnen, tot op zekeren leeftijd in het leger een toekomst weggelegd, waaraan voor menig burger niet te denken valt. En die toekomst is te bereiken, we zouden haast zeggen materieel beter in de Lagere rangen dan in den officiersstand. Er zijn al verschillende voorbeelden van jongelui, die, waar de burgermaatschappij 'hun gcon kans gaf op een onafhankelijk be staan, de burgerjas hebben verruild tegen den militairen rok. Wanneer de legerautori- teitcn eens wat meer ruchtbaarheid gaven aan de vooruitzichten, die in het leger voor ferme jongelui zijn weggelegd, zou dat voor beeld nog wel door meerderen worden ge volgd. Voor Indië worden de vooruitzichten tel kenmale gepubliceerd. Waarom dit nu oolc eens niet gedaan voor het leger hier te lande en bijv. niet meer kennis verspreid over het Instructie-bataljon te Kampen en de voor uitzichten der jongelui, die daarbij in dienst treden „Hot Volk" oordeelt over het Bak- kerswetjo aldua In zako de afschaffing van nachtarbeid beeft minister Talma in beginsel het beste stelsel gekozen: algeheel verbod, zoowel voor grootcn als voor kleinen. Dat wil ook onze politieke cn economische arbeidersbe weging in haar resolution, volgens welko immers alle onnoodige nachtarbeid dient to worden afgeschaft. En nachtarbeid van bakkers is onnoodig, mits slechts da nlgemccno regel bij do wet worde gesteld. Als conservatisme, politiek en Talmo-hc- kcl de tot-stand-koming van dit ontwerp beletten, dan zal het een welsprekend plei dooi te meer zijn voor het algemeen kies- rocht cn een overbodig bewijs, dat men dit Parlcmont nu eenmaal geen land te bezei len is. Klagende over de onrechtmatige bevoor- deeling van liberalen bij hoogleer- a a r s b enoemin gen hier tc lande, schrijft „D e T ij d": Dat wij voor heden onze aandacht bepa len tot de juridische faculteit, vindt zijn grond hierin, dat. bij aanneming der jong ste Staatsbegrooting geldon zijn toegestaan voor de benoeming van een hoogleeraar in het privaatrecht te Leiden, waarin tot dus ver alleen prof. Visser van IJzondoorn do ceert. Deze zal in bet vervolg het handels recht behouden, terwijl dc nieuw te benoe men hoogleeraar zal docecrcn burgerlijk recht on Internationaal privaatrecht. Zal ook nu weder aan de gohcole rechter zijde het affront worden aangedaan van ae benoeming van ccn liberaal, omdat on- Uwe Hoogheidwij hebben een boodschap voor u." „Ha! hal" Dit was de lach van Tadislov, en dc dames werden er koud van. „Wij hebben ccn aardige boodschap voor u", zei Tadislov, „cn het zou u tijd uitspa ren, als u de dour openmaakte. Bovendien zouden de dames misschien gewond wor den, als wij ons con weg moesten banen. Doe open, cn zij kunnen vrij weggaan. „Laten we do dour intrappen", zei Slen- dereff, die niet wilde treuzelen. „Wacht", aci Katkin. Hij was nog onder den invloed van Vera, en het leek hem slecht, ora een kamer, waarin zij was, te belegeren, „Als wc eens", zei hij, „zij zijn gewapend, en ik geloof, dat zij..." „Wat doet dat er toe!" zei Grucl uitda gend, en hij haalde met een theatraal ge baar zijn revolver te voorschijn. „Wij zijn ook gewapend", zei Tadislov. „Maar wij moeten bloedvergieten vermij den", antwoordde Katkin. „Er zijn vier menschen binnen in, waaronder twee da mes, en deze twee moeten niet gewond worden." Slendereff haalde zijn schouders op. „Kunnen wo de vrouwen er niet uit krij gen!" vroeg hij ccnigszins ongeduldig. „Niet zonder moeite", zei Katkin, die vastbesloten was, dat cr geen rchoten in Ve ra's tegenwoordigheid zouden gelost wor den; zoo spoedig had hij «al last van de ver antwoordelijkheid van het huwelijk. „We moeten den Prins er alleen uit rien te krij gen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5