.eqav
5y0ii iilsiiiilïïiiiJïiii istsiisxsTTTsssi i ii?«i i iHs]
ïh
c vgdr de jeugd
IEIDSCH DAGBIAD
ÜÏ7
k
Oplossingen der Raadsels.
Goede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
Jo. 1534*7
Woensdag* 2 Maart.
Anno 1910,
.af
y.
«o
.4
D
„Werken en denken
en leeren is leven."
Een aardig werkje voor
klein en groot.
secretaris dan wat er op geantwoord moest
worden.
Deze snelle afdoening van zaken die elk
mondeling onderzoek uitsloot, bespaarde
veel tijd en stelde hem in staat, zijn gun
sten zoo wel te verwegen, dat hij zelden
door zijn minister misleid werd.
Omstreeks elf uren verscheen de koning
in zijn park, inspecteerde zijn garde-regi
ment, wat op hetzelfde uur door alle kolo
nels van zijn leger gedaan werd-
Precies twaalf uren hield hij zijn middag
maal, waarbij gewoonlijk acht of negen
officieren genoodigd werden.
Twee uren na het middagmaal begaf zich
Frederik naar zijn kabinet waar bij zich be
zig hield met beoefening der letteren.
Te zeven uren, begon een klein concert,
waarop hij zelf de fluit bespeelde, met
waarlijk meesterlijk talent en dikwijls liet
bij dan ook stukken repeteeren die hij zelf
gecomponeerd had Het concert werd ge
volgd door een semper, waartoe slechts
weinigen werden toegelaten.
Baar hij vele zijner genoegens opofferde
aan de plichten van het koningschap vor
derde hij strenge rekenschap van zijn offi
cieren, en van allen, die betrekkingen ia
den staat bekleedden.
Jammer maar, dat zijn gestrengbeid
soms in wreedheid ontaardde.
Zoo bad hij op zekeren dag op straffe des
'doods bevel gegeven, dat men na acht uur
in den avend geen licht meer in het kamp
mocht laten branden; en toen hij nu, bij
het doen zijner ronde, licht in de hut van
feon officier bespeurde, trad hij binnen.
Deze viel op zijn knieën en smeekte den
koning om genade, daar hij een brief aan
zijn vrouw had willen schrijven, omdat hij
den volgenden dag mee slag moest leveren
en dit dus wellicht de laatste zou zijn.
Frederik beval hem echter er het volgen
de postscriptum aan toe te voegen, dat hij
hem zelf dicteerde: Eer gij dezen laatsten
ontvangt, heb ik opgehouden te leven.
De officier boette zijn misdaad met den
dood.
Hoe gestreng hij ook was had de liefde
tot rechtvaardigheid jegens zijn onderda
nen toch de bovenhand in zijn gemoed en
poogdö hij hun elk voorrecht, dat in zijn
bereik stond toe te staaft.
Een beroemd tijdgenoot heeft hem verge
leken bij een stuk marmer, hard en gepo
lijst.
i.
Rietvinkje.
II.
Antwerpen.
hl
Hardenberg.
IV.
Luohtschipper.
V, i
Lamp.
Johannes en Gijsbertus de Vos, Adrians,
de Vos, Paulus Hakkenberg, Cato Erades,
Arica Erades, „Sijsje", „Sneeuwwitje",
„Edelweiss", „Het Alpenbloempje", „Thee
roos", „Rietvinkje" Christiaan Paauw, Jo-
han Snoeker, Christina v. d. Reijden, E. L.
Christiaanse, Asschepoester", „De kleine
Officier", Wilhelmina Mulder, J. L. van
Klinken, Cato Haeselbach, Jacoba Eggink,
Mieki en Abram Jonkheid, Pieter en Catha-
rina Schaft, „Kwik en Kwak", „Adjudant",
Pieter de Goederen, Gerrit-je Stigter, Pe-
tronella van der Born, „Zephrina", „Ko
nijntje", „Frederik de Groote", Jacoba
Schneider, „Het Schelpje", „Rosa Flu
weeltje", Leo v. d. Berg, Jacobus Koet,
Martinus Jansen, Betsie van Wijk, „Do
kleine Zeeofficier", Cath. van tterson,
Leendert van Eijk de Lange, „De twee
Kersen", „Boschniraf", „Vergeet-raij-niet",
Nelly Brugmans, H. M. v. d. Bos, J. eri
A. v. d. Bos, J. en M. v. Hooidonk, „Lui
tenant", Jan en Willem Stokhuyzcn,
Jacques Vallentgoed, Willem en Sara En
gels, Jan Versluys, „Yera", Jan v. Weizen,
-Cato Vallentgoed, Suze Uljee, Catharina
Houps, „Wilhelmina", Trijntje Zeilstra,
Truusje Petri, Rosina en Johanna Spiel,
Margaretha van Meijgaarden, „Lelie",
„Lekkerbekj©", Jannetje en Marietje La-
©ourt, Geertr. en Johanna Beetelink, Her
man en Hendrik van Zanten, „Juliana",
Lientje Siere, Icaak Siere, „Jeanne",
„Mignon", „Emma", „Aronskelk", Anton
Janssen, „De twee Vinkjes", Nico Ru
dolph, Leendert, Keeltje, Willy en Frans
van Lange, „Een Bossche Jongen", „Bloe-
menfee", „De Duifjes", Gerard v. d.
Broek, Corry v. Halderen, „Boerhoave",
„Adri", Anton van Dreumel, „Lammetje",
„Veronica", Paulus Hakkenberg, Antoon,
Gerard en Betsie Rigbart van Gelder,
„Boschviooltjo", „Astronoom", „De Oud
ste", „Boschaneraoon", „Nachtegaal", „De
ferme Jongen", „Roodborstje", „Silvia",
„Tromp", „De wilde Zuring", „De twee
Zwartoogjes", „De Kapitein", .Juffertje
in 't Groen", C. L. Janssen, Willem Valk,
G. v. d. Sluys, Wilhelm Bijleveld, „D9
kleine Luitenant", Everdina Schipper,
„Kapitein^Generaal", „Klaproos", „Gou:i-
fazant", te Leiden.
„Slagertje", A. H. Bekker, te Bode-
graven.
Jansje Smink, te Benthuizen.
„Rhododendrom", „De twee Blauwoog-
jes", te Hazerswoude.
A. v. d. Bijl Gz., G. van Leeuwen, te
Koudekerk.
Johan en Aleid Koning, Cornelis Hors
man, Jail en Cor de Groot, J* J. Koning
Jm., te Leiderdorp.
Kaatje Plug, te N o o r d w ij k-a a n-Z e 0.
Louise Rijsdarn, Betsie v. d. Meer, Janna
en Lena van der Meer, Jannie Timmers,
te Oegstgeest
Johanna Egmond, Albertus Brussce, Cor
nelis en Casper Brussee, „De twee Alpen
bloempjes", te Rijnsburg.
Hendrik van Alphen, Jannetje Zwaan, te
V alken burg.
Teuntje Noort, Dirkje Zwaan, Cor Honig,
„De Sportman", Marie Reijneveld, Willem
Geeink, te Voorschoten.
Hendrik Binnendijk, Trijntje Kriege,
„Theeroos", te Wassenaar.
Betje Hulsbos, Cornelis Hulsbos, Wim en
Frederik de Jong, Aartje en Johanna Par-
levliet, C. en Antjo Karens, Margje van
Donk, te Zoeterwoude.
De prijzen vielen ten deel aan: „De Duif
jes" en „Lekkerbekje", te Leiden,
*,Dé Spórtïaan" te Voorschoten.
In vriendelijken dank heb ik je prentbrief
kaart ontvangen, met het aardige kijkje op
het Benvenuto-park en daarop ook het huis
gevonden, waarin je woont. Van je anekdoten
kan ik, tot mijn spijt, geen gebruik maken.
Anton Janssen. Ik kan me best be-
grijpen, dat, nu je broer op do H. B.-S. is,
hij weinig tijd heeft, om de raadsels op te
lossen, maar ik hoop, dat jij nu zijn plaats
zult innemen en ijverig aan onze Kinder-»
courant medewerken.
,,Dö Friezinnetjes te Oegöt-
'geest. Zelden heb ik zulke „snoezige" kopjes
gezien, als op jullie fraai uitgevoerde, ge
kleurde kaart zijn weergegeven. Dank voor
jullie lieve attentie 1
„Mignon." Recht gaarne zal ik in een
volgend briefje vernemen, hoe de feestvie
ring is afgeloopen. Heb je bij die gelegen
heid nog iets voorgedragen
„Jeanne". Zoo, ben jij een vriendinnetje
van „Emma". Nu, zij werkt trouw aan ons
blaadje mede en ik Zal 't recht prettig vinden,
als jullie samen do raadsels oplost.
Izaak Siere. Zoo heb je je prijsje juist
op den verjaardag van je Moe ontvangen?
Dat was dus met recht een dubbele vreug
dedag! Je mooie kaart zal ik met genoe
gen een plaatsje in een van mijn albums
geven.
Martinus Jansen. Jij bent een heel©
baas, dat je al in de derde klasse Zit en
dat voor een jongen, die nog acht jaar moet
worden 1 Ik heb daarom graag een babbeltje
voor je over, en vooral.», omdat je er zoo
lief om vraagt.
s,J an S f een." Ik zal nog ©ens je schuil
naam gebruiken, beste vriend, al schrijf je
mij ook dezen keer een brief, met je «eigen
naam onderteskeaid. In de eerste plaats, zal
ik den heer uitgever je dank overbrengen,
Voor het boekwerk dat hij je toebedacht
heeft en vervolgens, hoop ik, dat je je
woord zult houden en nog te zijnetr tijd
mededeelen, welk vak je zult kiezen, als
je van sohool gaat.
W. cn C. Natuurlijk kan je nog een heel
poosje met ons mededoenje leeftijd is heusch
geen bezwaar 1
Wat je vraag, omtrent onzen vriend be
treft: daarop kan ik je niet met juistheid
antwoorden. Ik geloof dat hjj zestien jaar
oud is.
„Juliana". Ja, ons feuilleWn valt btf.
zonder in den smaak; maar zoo heel lang Zal
het niet duren. Maar, na afloop van „Paljas"
komt er een verhaal, dat minstens zoo
mooi is.
„Lekkerbekj e." Jij hebt dere
week een prijsje verdiend. Prettig, hot Je
ziet dus, dat ik je heelemaal niet „bru-^
taal" gevonden heb! Tot de volgende weekl
„D e twee blauwoog jes" te'
H a z e r s w ou d e. Is de uitvoering zoo
bijzonder goed geslaagd? Nu, ik begrijp
heel goed, dat jullie geen gelegenheid tot,
schrijven hadden on fteem dus jullie ver-1
zuim volstrekt niet kwalijk. Zegt aan Trui,
dat zij recht gaarne met ons mee mag doen.
„Corry van Halderen": Wel
kom in onzen kring, nieuw raadselvriendin-
netje, maar een volgende keer een weinig
meer je best op je Bchrift geda-an.
Tr ij nt je Zeilstra.. Ik geloof dat
je je best op sohool hebt gedaan, en ik vind
ook, dat je een flinke belooning daarvoor
hebt ontvangen. Die geschenken komen je
nu goed te paal
„D 0 r a". Ik vind „luitenant" een wel
w&t al te eigenaardigen schuilnaam voor
een meisje 1 Kun je niet iets beters verzin
nen! De groeten aan je broertjes en zusjes 1
„A d j u d an t". Ik moet zeggen, dat je
briefje er nu veel netter uitzag en ik hoop,
dat je bij voortduring je best zult olijven
doen.
„M e i k e r s." Zoo, gaat moe verhui
zon! En wat zegt „Kruidje-roer-me
niet", wel daarvan? Ik hoop, dat het weer
wat beter met haar gaat.
„B 0 e r h a a v e." ïk heb geen bezwaar
tegen je schuilnaam, maar weet je wel, dat
Boerhaave de beroemdste geneesheer der
achttiende eeuw was? Vele leerlingen, uit
alle oorden van Europa, kwamen naar
Leiden, waar hij zich als practiseerend ge
neesheer had gevestigd, om zijn lessen bij
te wonen. Zelfs Czaar Peter van Rusland
bracht hem een bezoek.
Zou je nu je dit alles weet niet beter
doen, om een anderen schuilnaam te kie
zen?
Paulus Hakkenberg. Van den
inhoud van je lief briefje heb ik goede
nota genomen, en is het mij natuurlijk
even lief, als je, onder je eigen naam aan
ons blaadje medewerkt. Een schuilnaam is
volstrekt geen vereischte.
„Lammetje." Ik heb geen bezwaar
tegen je sohuilnaam cn ik moet zoggen, dat
hij, met het oog op jo eigen naam, goed
gekozen is. Voor je bijdragen houd ik mij
bijzonder aanbevolen.
M VPTE VAN AM8TEL.
>1»
m«ndinnetj«s zek«r veel mooier vinden dan
de eenvoudige ster die we in ons laatste
nummer bespraken eoi afbeeldden, maar
ze zijn ook heel wat moeilijker. Meenigoan
van onze lezers, die verleden week onze
zeskantige sterfiguur wel wat al te gemak
kelijk vond, zal nu inzien dat er van pa^
pier, met behulp van een schaar, nog heel
wat moois te maken is.
Men begint ook hier allereerst met het
papier te vouwen. Men neemt hiertoe een
vierkant stuk papier, (zie onderstaande fi-
guur A), vouwt dit eerst in de lengte (zooals
de pijl aangeeft) en waardoor do hoek b op
a en hock d op 0 komt te liggen.
Het papier» dat er dan uitziet als volgt
a
c
b
d
Flg. A.
de hoeken a, b, c en d op alkander te
liggen eft krijgt h©t papier d«Q. volgen doft
yom- i_l_j U
Fig. C.
Nu vouwl men ten slotte de tegenover
elkander gelegen hoeken e en d op elkan
der, en krijgt men den volgenden driehoek.
Koningin kan men don omtrek ge makke»
lijk vorkrijgen door middel van een gold»
stuk. Men kan er, naar verkiezing, ook iets
anders voor in do plaats nemen. Zoo ook
kan men doze figuur, in plaats van ©on
vierkant model, een ronden of zes kaft*
tigen vorm geven.
Voor de beide andere figuren (Afb. 3 ea
5) geldt vrijwel hetzelfde wat we omtrent
Afb. 4 hebben meegedeeld. Ik moet er hief'
echter pp wijze», dat da yersqhUlendo fi-,
Afb. 5.
guren dl© wij afbeelden, slechte voetboei-
den zijn. Dat wil zoggen: Men kan ze naar
hartelust naknippen, maar de bedoeling is:
zelf nieuwe te bedenken. Aan de hand
van de tot nu toe geplaatste afbeeldingen;
zijn we thans in staat om vierkante, zes
kante en ronde figuren zelf te knippen.
Nu willen we ten slotte nog den lang.
werpigen of rechthoekigen vorm bespreken.
Omdat die evenwel weer iets moeilijker is»
bewaren wo dit voor een volgenden keer
en doen deze week ijverig ons best de hier
gegeven figuren zoo netjes mogelijk na te|
knippen en daarna zelf andere te bedemkan*
NEEF HEINEMAN.
Fig. B.
wordt vervolgens op de stippellijn weder
ia, de breedte gevouwen. Hierdoor komen
Zoo zong een van, onze Hollandsche lie
velingsdichters en dat scheen Wim Tomkins
ook te viqden, al had hij die woorden nu
misschien ook nooit gehoord. Toch zou het
geen wonder zijn, als hij ze, al lezend, eens
was tegengekomen, want lezen was nu een
maal de lust in zijn leven en van zijn vijfde
jaar af had hij zichzelf, al spellend er in
geoefend. Nu had hij ongelukkig maari
heel weinig geld, om voor boeken uit te
geven, want zijn moeder was een arme
weduwe, die den kost voor zichzelf en
haar zoontje verdiende met het aanzetteq
van knoopen en het maken van knoopsgaten
voor kleermakers, en Wim moest het goed
dan gaan terugbrengen bij moeders klan
ten, zoodat hij soms de handen vol had. Nu,
n.
Als een vervolg op hetgeen we de vorige
week hebben meegedeeld, geven we hier
thans een drietal afbeeldingen van verschil
lende geknipte figuren.
Deze figuren zullen onze vriendjes en
Trekt men nu op onze afbeeldingen vati
uit het middelpunt van elk een lijn naar
do letters A «en B, dan heeft men (dein
driehoek, dien men door het vouwen van
het papier verkrijgt. Men behoeft nu slechts
datgene uit te knippen, wat zich tusschen
dezen driehoek bevindt, om bij het open
vouwen d© door ons afgebeelde figuren te
krijgen.
Nemen w© als voorbeeld Afb. 4 Deze be-
ptaat uit het portret van onze Koningin,
omringd .voa yioa; kronen en acht leeuwen.
Trekken we «een lijn van uit het middel-
punt der figuur naar de letters A en B,
dan verkrijgen we een driehoek, waarbinnen
zich slechts één leeuw en de helft van
een kroon bevindt. Dit alleen moet worden
uitgeknipt om de geheele figuur te ver
krijgen. We raden onze kunstenaars aan niet
maar op goed geluk te gaan knippen, doch
eerst het uit te knippen figuurgedeelte met
potlood op het papier te teekenen, zooals
we dat op Afb. 2 in ons vorig Summer
hebben aangegeven- Van hot portret onzer