^tö. 15336. LETDaCE DAGBLAD, Donderdag* 1*7 Februari. Tweede Blad. Anno 1910.
FEUILLETON.
Het Huwelijk van den Prins.
Gemengd Nieuws.
Het protest van baron
Tan Heeckeren. van ReU.
Het jongste schrijven van baron Van
Heeckeren geeft nog aan verschillende bla
den aanleiding tot beschouwingen.
„De N. Ct" na instemming te hebben
betuigd met de opmerking van den Haag-
flehen correspondent van het „Hbl.", dat
de beer Yan Heeckeren nader ral moeten
verklaren, welke reden hij heeft om aan te
nemen, dat dr. Kuyper niet tegenover hem.
maar wel juist in het stukje in „De
Standaard5' onwaarhcaKAeeft gesproken,
schrijft dan:
Een lauwerkrans SNfcft journalistiek
scepticisme verdient <S5n. Arnh. Ct", die
nu neg deftig komt verklaren, dat haar
geloof aan het bestaan van den bewusten
brief van den Keizer aan H. M. de Ko-
ningin, die daarvan dr. Kuyper in kennis
stelde ongeschokt blijft.
Inderdaad degene die dat geschreven
heeft, na de verklaring van Minister Yan
Swinderen in de Eerste Kamer, die heeft
wel een eigenaardig soort van „durf" cf
een onverwoestbaar vertrouwen in dr. Kuy-
per. „Neemt men zoo besluit hij de
pertinente verklaring van den Minister dat
een dergelijke brief nimmer is ontvangen
aan, dan zou slechts deze oplossing moge-
lijk zijn, n.L dat dr. Kuyper den brief
heeft gefingeerd; iets wat wij niet aanne
melijk achten."
Dit gaat inderdaad, ver. Niet aanneme
lijk acht het blad dat dr. Kuyper in 1904-
1905, op het toppunt van zijn macht, be-
gecrig het beleid ook van onze buifcenland-
eoho zaken in de hand te nemen, in een
internationaal sterk bewogen tijd, fanta
sieën of opgeblazen geruchten zou hebben
'gebruikt om het gevaar van 5s lands inter
nationale positie en de onmisbaarheid van
een „krachtmensch" in plaats van of boven
'den zwakken heer Melvil van Lynden aan
te toonen en in de publieke meening te
doen doordringen.
Wel aannemelijk daarentegen schijnt het
voor het blad, dat de Minister Van Swin-
Ideren, zich „volledig rekenschap geven
de van het groote gewicht (zijner) woor
den en in het volle bewustzijn, (zijner) mi-
nisterieele verantwoordelijkheid55 aan d?
■Staten-Generaal omtrent een zaak waar
van hij slechts door H. M. de Koningin
zelve volledig is kunnen worden ingelicht,
een leugen heeft verkondigd I
,,Het Vad." komt nog eens uitvoerig
terug op de „nota Van Heeckeren". Het
Wad wijst er op, dat het schrijven bevat
"een onthulling en, een aanklacht. Goede
Itrouw noch ambtsgeheim zijn door de ont
hulling geschonden, de beschuldiging is
.'deze
dat het bedoelde voorval den Minister
,Van Buitenlandsche Zaken, die het ia zulke
kraRse termen ontkend heeft, piet onbe
kend kon zijn gebleven, en dat hetbe-
kond is aan anderen zijper collega's.
fMon lette hierbij op het verschil in inklee-
idipg. De beschuldiging, dat de Minister
fa Marees van Swinderen het wist, berust
op een gevolgtrekking: de zaak is niet in
'die mate geheim gebleven, dat zij dien
Minister onbekend kon zijn. De beschuldi
ging tegen de apdere (niet alle andere)
Ministers ie ingekleed in den meest stelli-
gen vorm.
Onthulling en beschuldiging zijn zoo
positief mogelijk.
„Het Vad.'5 aaht de veronderstelling, dat
man <len heer v. Heeckeren er in heeft
laten loopen ongerijmd.
Hot besluit zijn overzicht over diens
pota aldus:
De zaak verkeert op het oogenblik in eep
toestand, die nog tot afwachten maant. Op
de verwarde en onderling tegenstrijdige
gegevens, die wij bezitten, is nog geen
conclusie te bouwen, die voldoende kans
bp betrouwbaarheid bcedt.
Daarentegen staan ons nieuwe mededee
lingen te wachten.
Allereerst zal dr. Kuyper het er niet bij
laten zitten.
Verder kan ook de Regeering de op haar
waarheidsliefde geworpen smet niet laten,
fitten.
26)
Tadislov veegde zijn lorgnet af, gereed
om eens anders plan af of goed te keuren.
„Als wij eens naar Piotro's Hoeve gin
gen", zei Slendereff, langzaam sprekend,
als iemand, die denkt, terwijl h" spreekt.
■Zijn houding was niet veranderd.
Tadislov, die nog 6teeds zijn lorgnet af
veegde, keek naar Gruel, die zijn schouders
ophaalde.
,,Ja", zei Tadislov. „Dat moeten wij
doen.5'
Gruel en Tadislov keken elkaar prijzend
aan. Slendereff keek over hen heen.
„Als hij wilde'5, herhaalde hij.
Gruel en Tardislov hadden nog niets te
zeggen, want de ander was vaag, en zij be
grepen hem niet.
„Goede Hemel, als hij maar wilde'5, her
baalde Slendereff, en hij ergerde de ande
ren zeer, doordat hij zoo weinig duidelijk
was. „Begrijpen jullie het niet?5' zei hij
eindelijk, en zij ontweken het antwoord,
klaar om het plap toe te juichen, zoo
dra het tot hen doorgedrongen zou zijn.
„Wij zouden met hem af kunnen rekenen,
wij zouden beter slagen dan in Drumtiza."
Dit laatste was een toespeling op een mis
lukte poging om den Prins te ontvoeren.
Zelfs nu begrepen. Gruel en Tadislov in
bun groote domheid nog niet, waar Slen
dereff heen wilde. Tadislov waagde te
«eggen
„Je bedoelt dat, als hij daar heen gaat,
Voorts behoort rekening te worden ge
houden met de mogelijkheid dat een der
„ministers, ministers van Staat cn Kamer
leden", aan wie de zaak volgens den heer
Van Heeckeren, door dr. Kuyper is mede
gedeeld, zich tot spreken geroepen gevoelt.
Ook ligt het voor de hand, dat de Twee
de Kamer zich licht zal willen verschaffen
over de gegrondheid der beschuldigng
van den heer Van Heeckeren.
Dit alles noopt er toe, de zaak voor het
oogenblik over te laten aan haar natuur
lijke ontwikkeling, die ons ten slotte de ge
gevens zal verschaffen, waarnaar wij ver
langend uitzien.
„De Tijd" meent dat de verklaring van
den minister van buitenlandsche zaken geen
twijfel of tegenspraak gedoogt.
Blijft derhalve de m:gelijkheid, dat de
heeren Kuyper en Van Heeckeren elkander
niet wel verstaan of begrepen hebben. Im
mers slechts ip het uiterste geval mag,
vooral in een zaak als deze, de beschuldi
ging van opzettelijk, van wetens en willens
onwaarheid spreken, worden geuit.
Maar dap ook behooren de beide perso
nen, welken het hier geldt, te weten dr.
Kuyper en Baron Van Heeckeren, zelve
te doen, wat mogelijk is, nu het ware licht
over hunne, thans voor ieder onverklaar
bare woorden cn handelingen te doen op
gaan.
De heer Van Heeckeren dient in de eer
ste plaats de namen te noemen der Minis
ters van Staat, Kamerleden, enz., welke
met hem de bedoelde mededeelingen van
den heer Kuyper te hooren kregen ep met
hem ip de ernstige omstandigheden, waar-
ip ons land toen zou verkeerd heb' en,
door den premier geconsulteerd wer
den.
Stemmen de getuigenissen dezer manren
met dio van den heer Van Heeckeren
overeen, dan wij wenschen ons zoo zacht
mogelijk uit te drukken zou het er voor
dr. Kuyper niet gunstig uitzien. Wij hopen
en vertrouwen, dat het resultaat van meer
uitvoerige information, wolke thans niet
mogen en niet kunnen uitblijven, anders
zal wezen.
Doch verondersteld het ergste: veronder
steld dat de onware, ons land in opspraak
brengende praatjes en geruchten door dr.
Kuyper met welke bedoelingen dan ook
ip de wereld waren gebracht, dan nóg
zou do heer Van Heeckeren niet vrij uit
gaan.
Hij was in 1904 diplomatiek gezant, dus
ambtenaar. Mocht hij eep zaak van zóó
groot gewicht en uit haren aard van zóó
geheim karakter, hem door het Hoofd van
het Kabinet, dus door een ambtelijken
chef toevertrouwd, op deze wijze publiek
maken? De zaak was intusschen toch
ruchtbaar geworden en werd in vele krin
gen besproken. Aap wien in de eerste
plaats de schuld daarvan, mijnheer Van
Heeckeren
Wat echter vooral onaangenaam aan
doet, is het persoonlijke element, dat bij
al het geheimzinnig gedoe van den oud
diplomaat Vap Heeckeren onverholen voor
den dag komt. Ook nu weder. Was zijn
vorige nota door den Minister van Buiten-
landsche Zaken maar wat minder opvrien-
delijk bejegend, de laatste nota zou achter
wege zijn gebleven; ore Land zou voor de
mogelijkheid van onaangename internatio
nale verwikkelingen zijn bewaard gebleven.
Mocht men dit van een meer of minder
hoffelijke persoonlijke bejegening laten
afhangen?
Mocht men... maar er zou nog zooveel
gevraagd kunnep worden.
Voor heden wenschen wij het hierbij te
laten, van harte wenschende, dat er weldra
nieuw licht over de besproken zaken zal
opgaan hetwelk ons de daarbij betrokken
personen in gunstiger aspect moge ver-
toonen, dap waarin zij zich thans aan ons
voordoen.
„Land en Volk55 vraagt: Wat nu?
Het wordt met den afgevaardigde van
Ommen hl bedenkelijker. Een tweede en
quête?
Er is er ëón, die een lichtstraal zou kun
nen werpen in deze duisternis van intrige:
do eerste Minister van Buitenlandsche Za
ken van het kabinet-Kuyper. Maar hij is
I gentleman en zwijgt.
Men ga eens uit van do onderstelling, dat
I de Keizerlijke brief is geschreven aan de
Koningin-Moeder, leze over wat do Minis
ter Van Swinderen zeide en wat „De Stand-,
aard" schreef, en men zal zien, dat alles
sluit als een bus.
„Het Volk" schrijft o.m.
Mogelijk is, dat dc heer Van Heeckeren
waarheid spreekt, en "de heer Van Swin
deren heeft gemeend, waarheid te spreken.
Dan zou dr. Kuyper, voor zijn. heengaan,
hebbengezorgd, dat alle sporen van de
pressie, door den keizer van Duitschland
geoefend uit de archieven van Buitenland
sche Zaken verdwenen, voor hij aftrad.
Dit is mogelijk. Het „Handelsblad" geeft
een uitknipsel uit „De Standaard" van 16
Nov. 1908, waarin het praatje van de in
menging van Wilhelm II wordt genoemd
een samenraapsel van fantasie en werke
lijkheid.
Het wordt tijd, dat dr. Kuyper spreekt
Men weet, hoe moeilijk het is, hem aan
het spreken te krijgen. Men weet ook, dat
als hij spreekt-, zijn mededeelingen niet
altijd nauwkeurig zijn. Maar dan moet er
maar iets op worden gevonden, om te zor
gen dat hij de volle waarheid, en niets dan
de waarheid spreekt.
Hot vervoer en do opbrengst van
den Noord wij ksöhen Stoomtramweg was ge
durende de mapnd Octqljer 1909:
Aantal reizigers 9389 rmet een opbrengst
van f 1131.51; goederen f 379,21 en diver-
son f 54,94, totaal f 1565.69.
Zijnde por dag-K. M. f 6-12®.
Van 1 Januari tot ultimo Oct. 1909 was
het aantal reizigers 143,363 met een op
brengst van f 18.206.31V2I goederen f 3810.72
en diversen f 293.07, totaal f 22,3-10.10!/«.
Zijnde per dag-K. M. 8.91*.
Vcerende banden. De „N. R.
Ct." ontving do mcdcdeeling, dat men er
in geslaagd is een soort van voerende ban
den te makon voor rijwielen, die een ge
vaarlijke concurrent voor de luchtbanden
dreigen to worden. Het beginsel van vee-
rende velgen en zelfs van spaken is niet
nieuw, maar nooit is men op 't dankbeeld
gekomen de inrichting zóó te vervaardigd
als thans.
De veerende banden zijn bestand tegen veel,
wat voor de luchtbanden noodlottig is. Ook
in prijs kunnen zij tegen de luchtbanden ge
makkelijk concurreeren. Zij rijden licht en
aangenaam en bezitten veel snelheid.
Millioene n-s t a Het nieu
we ondergrondsche net voor electrische
treinen onder Nieuw-Yojrk zal 240.000.000
dollars kosten. D. w. z., indien de plannen
die nu nog bij het departement van pu
blieke werken van Grooter Nieuw-York in
studie zijn, worden goedgekeurd. De lengte
van liet tnmeinet, dat zoo fabelachtig
duur zal komen, bedraagt volgens de plan
nen slechts 41 42 KM. Maar het boren
van zulke tunnels door den rotsbodem
onder Nieuw-York brengt natuurlijk enor
me kosten mee, en do outillage van de
centrales, het electrische net en het rollend
materiaal niet minder.
Maar is eenmaal het nieuwe tunnelnet
aangelegd dan is Grooter Nieuw-York
indien de bevolking cn het verkeer in die
stad zioh normaal blijven uitbreiden
weer voor een jaar of tien klaar.
Op het groote kerkhof te
Frankfort a/d. M. reed Maandag een auto
mobiel voor. Er uit stapte Fritz Binding,
directeur van een bierbrouwerij, een te
Frankfort zeer bekend man. In zijn handen
droeg hij een grooten ruiker viooltjes. Bij
het graf van zijn moeder knielde hij neer
en schoot zich een kogel door het hoofd.
Hij was dadelijk dood.
Koscinski, do achtvoudige
moordenaar van Boguslawice, heeft nu
bekend.
Hij vertelt, dat hij den moord in een
halfuur tijds alleen heeft gepleegd. Daar
na trok hij de kleeren, van den man aan
en stopte zijn eigen met bloed bevlekte
uniform in een korenschuur weg.
Te Berlijn zou een vrouw van
42 jaar zich Maandagmiddag bij een tand
arts drie kiezen laten trekken. De tand
arts haalde er een dokter bij om haar weg
te maken. Uit de verdooving is zij niet
meer ontwaakt, hoewel do dokter alle mo
gelijke moeite deed. Het lijk is in beslag
genomen en zal op de snijtafel onderzocht
worden.
De scheepsramp de r „L i m a".
Onder do telegrammen is melding ge
maakt van de ramp, aan het Britsche
stoomschip „Lima" overkomen bij 't eiland
Huarablin, in de buurt van Straat Magel
lan n. De buitenlandsche bladen bobben
daarover nog enkele nadere bijzonderhe
den. Aan boord bevonden zich nog 44 rei
zigers en 33 koppen van de bemanning
Naar een Duitscb blad uit Santiago (Ohili)
verneemt, zijn deze 82 menschen nog onge
deerd. De Chileensche regeering heeft tweo
schepen, w. o. de „Rupanoo", naar do
plaats van de ramp gestuurd om de schip
breukelingen van het wrak af to brengen.
Omtrent het lot van de opvarenden der
„Lima", kan nader nog het volgende wor
den meegedeeld, ontleend aan een verkla
ring van don gezagvoerder der „Hatumet",
die verreweg de meeste opvarenden van de
„Lima55 heeft gered.
Do „Hatumet," heeft 205 geredden to
San-Carlos de Ancud aangebracht; maar
uien moest 86 andoren aan boord van het
wrak achterlaten.
Er woei een hevige storm toen dc „Lima"
op een uiterst gevaarlijko plek op do kust
liep. Van de „Hatumet" werd gezien, dat
de „Lima" in nood verkeerde cn onmiddel
lijk werd bulp gebracht. Er werd een kabel-
verbinding tot stand gebracht tusschen het
gestrande schip en de „Hatumet," welk
laatste vaartuig tengevolge van de nabij
heid der rotson en van de hooggaande zeeën
zelf in groot gevaar verkoerde. Toen de ver
binding in orde was werd or een mand aan
verbonden, waarin menschen langs den ge
spannen kabel konden worden getranspor
teerd.
Reeds waren 205 mensohen op die manier
binnengehaald, toen de „Hatumet" plot
seling een zee ovorkreeg en daardoor een
onverwachte boweging maakte, hetgeen ver
oorzaakte dat de kabel losschoot. Wel werd
nog door vier schepelingen van dc „Hatu
met" een poging gedaan om het drijvende
einde van den losgeschoten kabel weer tc
bemachtigen, maar daarbij verdronken zij
allo vier.
De gezagvoerder van de „Hatumet"' vond
nu, dat zijn eigen vaartuig zich zoozeer in
gevaar bevond, dat verdere pogingen om
nog schipbreukelingen van de „Lima" af
tc brengen niet mooktcn worden gewaagd.
Uit Valparaiso is ook do „Quilluo" naar
het wrak bij Huamblin-eiland gozonden, met
mannen van de Val para iso'scho roddings-
bootbrigade en al het noodigc reddingsmate-
rieel aan boord.
Volgens een bericht uit
Parijs is daar, op verziek van de douane
te Havre, do firmant van oen groot export
huis gearresteerd. Ook te Havre hadden
twee arrestaties plaats. De drie in hech
tenis genomen personen, ondor wie zich ook
'n douane-beambte bevindt, worden beschul
digd van groote belasting-ontduikingen. De
ontduikingen moeten reeds jaren Lang heb
ben plaats gevonden cn bedragen, naar de
geruchten willen, meer dan drie millioon
frank.
Volgens latere berichten wordt do tc Parijs
gearresteerde heer Juhol verdacht zich ten
nadeelo van de liquidatie-kas te HAvre
schuldig gemaakt te hebben. Zijn arrestatie
hoeft, vooral to HAvro buitengewoon veel
opzien gobaard. De aangehoudene stond
daar in koopmanskringen uitstekend be
kend, zoo goed zelfs, dat men zioh afvraagt
of het ook soms nog mogelijk is, dat zijn
arrestatie op een vergissing berust. Jubel is
zestig jaren oud, woont lo Parijs en was
gewoon driemaal 's weeks naar Huvre te
gaan, waar hij groote zaken in Amcrikaan-
sche koffie deed. Hij staat als zeer rijk be
kend, bezit een kasteel te Bouttcvillc, is in
1906 oandidaat voor den Senaat geweest,
en enkele jaren geleden tot ridder in het
Legioen van Eer benoemd.
stukken te scheuren, toen Slemirreff hem
dien uit do hand rukte.
„Neen, neenl Doe dat niet", zei hij.
„Dat is juist wat wij hebben moeten."
Gruel en Tadislov zwegen weer. Zij wa
ren erg weinig ondernemend, maar hun
ijdelheid maakte hen gevaarlijk, want zij
zouden alles durven doen om beroemd te
worden
„Juist wat we hebben moeten", herhaal
de Slendereff. Hij bekeek den zakdoek.
„De vrouw vroeg je om dit ding naar prins
Alexander te brengen?"
„Ja".
„Breng het", zei Slendereff.
„Breng het", herhaalde Gruel verbaasd.
Tadislov zweeg en begreep er niete van.
„Ja. We willen, dat de Rustcmburger er
heen gaat, begrijp je? Als hij deze l>ood-
schap krijgt, zal hij waarschijnlijk dadelijk
gaan. Wij willen hem zien gaan."
Slendereff lachte veelbeteokencnd.
Tadislov omhelsde zijn vriend haast.
„Je hebt een schat van een zakdoek ge
vonden", zei hij tot Gruel. „Wij zullen zo
allebei te gelijk pakken. O, ha! hal"
Gruel had geen rust in zijn vreugde.
„Zal ik er den zakdoek dan heen bren
gen?" vroeg hij.
„Zeker. Vertel de geschiedenis precies
zooals zo gebeurd is, zoodat hij de bood
schap zal beantwoorden. Pas goed op, dat
je uitvindt, of hij zelf wil gaan, en wan
neer."
„Ik zal alles uitvinden", zei Gruel vroo-
lijk.
„Hij zal gaan, en dan... Wij zullen het
wel klaarspelen, hè, Tadislov?"
„De Rustemburger-af l Wat ben je van
plan met hem te doen, Slendereff? Zullen
Do liquidatie-kaa te HAvre verstrekt
kooplieden voorschotten op koopmansgoede
ren, die dezen in de opslagplaatsen in dopót
hebben. De verduisteringen van Juhel bo-
sLian hierin, dat hij do verliezen, dio hij
leed en die in zijn rekening-courant met do
liquidatie-kas hadden behooren tc zijn gc-
boekt* eenvoudig als vereffend werden bo-
schouwd, zoodat Juliel eenvoudig de winsten
van de voordcolige zaken die bij deed, in zijn
zak stak, /onder op tc komen voor de ver
liezen, die uit minder gelukkige transacties
voortkwamen. Deze knoeierij moet rceda
acht jaren geduurd hebben.
In den nacht van Zondag op
Maandag heeft een bende opgeschoten jon
gens te Saaxbrüoken een agent aangeval
len, op den grond geworpen en hem zijn
sabel afgenomen. Dc agent haaJde zijn re
volver uit en schoot een van zijn aanran
ders dood. De andere zijn in hechtenis.
Een goudsmid te Diiren h ad
door middel van een galvanischen stroom
20-iuarkstukken in gewicht verminderd oa
deze daarna weor in omloop gebracht. Hot
goud, dat hij langs dezen weg vorkregen
bad, gebruikte bij voor het vergulden van
voorwerpen.
Do rechtbank tc Aken heeft hem nu zes
maanden gevangenisstraf opgelegd.
D e „T im e s" verneemt uit
Singapore, dat in dc zuidelijke Malciscl»'>
otaten groote overstroom in gen, verwoes
tingen hebben aangericht. Van den spoor
weg in, Yohore zijn 110 K M. verniel I,
Het zal vele maanden duren, eer de schade.,
aio grondverschuivingen en over3troom m
gen hebben veroorzaakt, hersteld kan zijn.
Het doorgaande verkeer is gestaakt-.
De Engelsche Amiralitoit
is dc dupe geweest van een uitstekend ge
lukte mystificatie. Men meldt niet of zij
plaats had in caraavalstijd, maar allicht
heeft prins Carnaval invloed geoefend.
Vijf jongelieden en een jonge dame uit
de hoogste kringon te Londen besloten zich'
te Portland aan boord van de „Dread
nought" met vorstelijke eerbewijzen te doen
ontvangen. Daarom verkleedden drie van.
hen en de jonge dame zich als Abessynische
prinsen. Hun vermomming schijnt uitste
kend tc zijn geweest. Niets ontbrak en be
hoorlijk hadden zij te voren hun rollen in
gestudeerd. Toen zij geheel klaar waren
met deze voorbereiding van hun plan
richtten zij tot den bevelhebber van do
„Dreadnought" een telegram, dat zij mot
een machtigen naam uit het ministerie
ondorteekenden en begaven zich op weg.
Zonder eenig wantrouwen had men op
do pantserschepen allep voorbereid tot
ontvangst van de hoogo bezoekers. Bij hun
ontvangst stroomde de champagne en weor-
klonk muziek cn dc bovclhebhor putto zioh,
uit in verontschuldigingen, dat hij heb
Abessynische volkslied niet kon doen spe
len. Men had de vlag van Zanzibar gehe-
schon,, omdat dio het meeste geleek op die
van Abessynië. welke ontbrak bij dc ilag
genverzameling van heb schip.
Nadat een uurlang boleofdheden, waren
gewisseld cn het schip nauwkeurig was be
zichtigd, verwijderden de vorsten zich vol
daan.
Eenmaal in London terug, vertelden zij
dozc geschiedenis in alle kleuren, hocwol
Admiraliteit en Buitenlandsche Zaken veel
badde-n gegeven om haar dood to zwijgen.
Stoomschepen.
Gearriveerd:
Timor, 16 Febr. v. Java te Amst.
Kodiri, v. Java n. Rott. 15 Febr. te
Suez; A m s t o 1 d ij k, 15 Febr. v. Rott., to
Nieuw-YorkDerfflingor, v. Singa
pore n. Amst. 16 Febr. te Suez.
Vertrokken:
Koning Willem I, v. Bat. n. Amst,
15 Febr. v. Port-Said; O p h i r, v. Rott.,
n. Bat. 16 Febr. v. SuezTambora, v*
Rott. n. Bat 15 Febr. v. Southampton3
Sindoro v. Bat. n. Rott. 15 Febr. v.,
Tangcr.
Gepasseerd:
B 1 o w, v. Singapore n. Amst. 15 Febr.
OuessantT a b a n an v. Bat. n. Rot t.
16 Febr. Perim.
wij hem in een rijtuig stoppen en meti
hem wegrijden?..."
Slendereff haalde oen kaart te voor
schijn.
„Katkin zal maken, dat er voor hem in
Rusland gezorgd wordt. Wc zullen hom
naar den Donau brengen..." Hij trok een
lijn op de kaart. „Dat zal ik met Katkin
in orde maken."
„Wat zal Katkin blij zijn!" zei Gruel.
„Ik ben benieuwd, of hij ooit gedacht had,
dat ik nog eens den sleutel aan zou bren
gen, om den vreemdeling uit het land tef
krijgen."
„Hij moet het dadelijk weten", zei Slcn
dercff.
„Het is niet alleen het afzetten van d*n
vreemdeling, maar wij moeten er ook aan
denken, wat er later moet geheuron."
„Ja, later", zei Gruel, die een boog©
borst opzette.
,Ol" zei Tadislov. „Later word ik Mi
nister van Oorlog". Hij draaide aan zijn
snor en keek majestueus.
„Ik, Minister van Binnenlandsche Za
ken", zei Gruel, met een prachtige hou
ding-
Iedereen nam al een plaats in dc niouwo
Regeering. De huid van den beer wordt
dikwijls al verkocht, voordat hij geschoten
is.
„Het komt allemaal goed uit" zei Slen
deref.
(Wordt vervolgd.)
wij hem moeten pakken, net als wij in
Drumtiza van plan waren?..."
Slendereff knikte.
Gruel9 mond was wijd open. Hij sloeg
Tadislov op den rug.
„BravoHom pakken, als hij daar heen
gaat l
„Bravo 1 Het is gedaan met den Rustem-
burger. Dezen keer zal er geen fout be
gaan worden, daar zal ik voor zorgen. Ik
heb wel gedacht, dat hier iete goeds van
zou komen. Toen de vrouw zijn naam noem
de, zei ik bij mezelf: „Het is met je ge
daan, mooie dame. U moest uw mijnheer
van mij vandaan houden, of hij zal in ge
vaar komen". Daarom kwam ik hier. Ik
ben niet zoo'n gek, om een idiote boodschap
over te brengen. De vrouw dacht, dat het
de een of ander© gewone man was, die den
weg af kwam; dat is een grap!"
Gruel lachte luid en lang. Dat hij voor
een gewoon mensch aangezien werd, was
een kolossale grap. Het is maar te hopen
dat hij gelijk had. Hij liep trotech als een
pauw op en neer. Tadislov begon ook een
fier gevoel te krijgen.
„Dezen keer zal het beter gaan", zei
Tadislov. „Nu loopt de vreemdeling in de
val. Wij nemen hem gevangen, als hij naar
dio vreemde vrouw gaat.. Dat zal ons werk
zijn, hè, Slendereff?"
Slendereff zat onbeweeglijk. Hij was aan
het nadenken, en zijn saamgeperste lippen
beloofden geen mooie betooging. Hij maak
te een plan op. Hij had lichtblauwe oogen
en 'n blanjca huid. Hij zou een aangenaam
man geweest zijn, want hij waa beschaafd
en had talent, maar hij was verbitterd door
haat. Zij, die het ver kunnen brengen in
de wereld, kunnen ook dikwijls diep zinken.
„Als wij het kunnen klaar spelen," zei
hij met ingehouden heftigheid. Hij ver
langde niet naar de daad, doch naar den
uitslag.
„Als!" riep Gruel uit; „als!" Hij sloeg
zich op de borst-. „Op miju woord, Slen
dereff, je wordt laf. Alsof wij het niet zou
den kunnen klaarspelen om dien Bratbur-
ger te pakken te krijgen."
„Je begrijpt het, hè, Slendereff? 5 zei
Tadislov. „Het plan is, om hem naar die
dame te laten gaan. Wij wachten, pakken
hem, en... pst, vaarwel, Renarial Het ia
een goed plan, hè? Hè, Gruel?"
„Prachtig! Waarom aarzel je, Slende
reff? Jo laat den moed toch niet sakken?
Wij staan je bij."
„Wij moeten een rijtuig hebben", zei
Slendereff, die aan de bijzonderheden
dacht.
„Zeker, een rijtuig", voegde Tadislov er
aan toe.
„Natuurlijk," zei Gruel.
„Waar zal hij heen rijden?" vroeg Slen
dereff, die meer hardop dacht dan de
vraag aan zijn vrienden deed.
„OI" zei Tadislov.
„Uit Renaria", zei Gruel gewichtig.
„Ik ben er achter", zei Slendereff kalm,
en een kleur van voldoening spreidde zich
over zijn gelaat.
„Die zakdoek", zei Gruel. „De arme
vrouw dacht, dat ik dien naar den Rustom-
burger zou brengen. Zij kent mij niet. Ik
ben niet gek. Ik laat me niet dadelijk door
een aardig gezichtje innemen. Breng dit
aan den vreemdeling."
Hij maakte zich gereed om den zakdoek,
dien prinses Marie hem gegeven had, in