fro. 15332.
liEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 12 Febraari. Derde Blad.
Anno 1910.
FEUILLETON.
Het Huwelijk van den Prins.
De heer Van Heeckeren in
de Eerste Kamer.
In rijn Berste-Kamer-0 verricht vaïi gis-
Jereu zegt de Haagsche hoefijzer-oarreepan-
Iflent van het „Handelsblad"
De heer Van Heeckure® heeft. een
(ttota beloofd.
Laat ons afwachten en niet zoo maar
&a dol ijk, met den heer Van den Biesen,
{uitroepen: „Nu ja, die nota's, dat kennen
tjre!"
Maar de hees* Van Heeckeren zal na
Jwel, in die nota, met zeer precieze verkla
ringen mooten komen van de wijze, waarop
hij is misleid. Deze nota behoort na tevens
leen daad te wezen- Anders blijft dit Ka-
fcnerlid alleen de daad der parlementair^
harakiri over.
In het Overzicht van de „Nieuwe Rot-
fcardamsche Courant" lezen wij
De heer Van Heeckeren was heden aan-
twerig. Een betookenisvol ach neen, naar
later bloek: niet zeer beteekcnisvol pa
pier lag voor hem. En zoo ongeduldig en
Xenvjwachtig was hij, dat hij reeds voordat
tot de lezing der notulen werd overgegaan
fcich van zijn plaats verhief. Tijdens de
voorlezing der notulen herhaalde dit spel
letje van opstaan en weer zitten gaan zich.
JEindelijk (cLw.z. in werkelijkheid na twee
of drie minuten) was de griffier gereed en
werd hot woord gegeven aan den heer Van
Heeckeren, die het gevraagd had voor een
persoonlijk feit. Met bliksemsnelheid las hij
daarop oenige regelen voor. De heelo ver
toom ng was in een minuut tijds aigeloo-
pen. En de Kamerleden en andere belang
stellenden, die nieuwsgierig op de gereser
veerde tribune kwamen aansnellen, waren
juist even te laat: de afgevaardigde voor
Zuid-Holland had reeds geëindigd. Even
later verdween hijde waterstaats begrooting
is ook geen onderwerp, om diplomatieke®
koppen belang in te boezemen.
Do mededooling, door den heer Van Heenke
ken gedaan, kwam hierop neer, dat de mi
nister van buiteniandsche zaken den vorige®
dag zeer onverwachts een verklaring had
nfgelegd en dat hij daarom daarbij niet
tegenwoordig was geweest, doch dat hij aan
!de Kamer een nota betreffende de veelbe
sproken zaak zou aanbieden. Wei jammer,
dat zijn anders steeds zoo ongewoon fijno
speurneus den afgevaardigde voor Zuid-
Holland toen plotseling in den steek liet,
)aoodat deze niet voorzag wat schier alle
Aanwezigen uren te voren zagen aankomen;
jammer vooral, omdat hem daardoor de ge
legenheid benomen werd, minister Van Swin-
dor on onder het wicht zijner welsprekend
heid te verpletteren. Nu zullen we heb
helaas moeten stellen met een min-spontane
juola, ,,nou ja, nota's, die kennen wel"
Snb xmun pear do do heer Van den Biesen
ïnecr raak dan hoffelijk.
liet is tc hopon, dat de hoer Van Heeckc-
tin zich bij hot opstellen dezer nota or too
bei*ale, mede to doelen, door welke mysti
ficatie of op welke achteraf onjuist geble
ken gronden hjj tot zijn totaal onjuist stand
punt zijn absoluut gelogenstrafte beweringen
gekomen is. „Rechthaberei" zou in de ge-
gevon omstandigheden volkomen misplaatst
(rijn cm de rol, door dezen senator gespeeld,
nog onsympathieker maken. Slaagt hij er
editor in aan te toonen, dat hij de dupe
is geworden van sluwe fantasten, dan weet
hij wellicht een deal zij het ook slechts
jeen deel der op hem rustende verantwoor
delijkheid op anderer schouders over te
brengen. Zijn handelwijze blijft hoe zijn
poging tot rechtvaardiging ook uitvalle
onhandig, onverstandig en onverdedigbaar,
ïnaax wellicht kan de heer Van Heeckeren
do bewijzen verschaffen, dat hot niet aan
hem, doch aan een zeer on betrouwbaren
souffleur te wijten is, dat hij een zoo prik
kelende intriganténrol heeft vervuld. Dat
hij hem dan noome, den naam van dien
souffleur Slechts op die wijze zal hij zich-
jjelven eonigszins kunnen gehoon wassche®.
Uit „Do Telegraaf":
Wij hebben over deze laatste staatebe-
grootiiyjavergadering zeer weinig te «eg
gen.
Het liep over Waterstaat.
Minister Regout was ziek, kon niet ko-
men en s*n begrooting werd verdedig!
door minister Talma, die nog steeds mei 'n
verband om het linkeroog loopt. Hij w"t
natuurlijk wel niet veel van die water
staat- en spoorwegzaken, maar m h^t
lan»d der blinden is éénoog koning. Het was
een onbelangrijk debat over verschillende
punten. We komen daarom alleen even te
rug op het begin der vergadering. De hoor
Van Heeckeren liep, onder het voorlezen
der notulen, erg zenuwachtig te doen. Wij,
persmenschen, hadden het al lang m de
gaten, dat-ie wat van plan was. Zooa's 'n
boer aan rin kippen ziet, of ze een ei moe
ten leggen zoo zien de journalisten aan
een Kamerlid, of hij spreken moet. D aar-
om hadden we baron Van Heeckeren «1
spoedig in het vizier. Aller neuzen L ruiden
van nieuwsgierigheid. Dat de oud-gezant de
redo von den Minister niet maar blauw
blauw kan laten, valt licht te begrijpen...
„Mijnheer de voorzitter, ik vraag het
woord."
De Kamer snelde toe. Publiek drong naar
voren. Journalisten blakend van i»ver. En
toen deelde de heer Van Heeckeren moe,
dat hij... een nota bij de Kamer zal indie
nen.
„Hè..." klonk het...
Klank van teleurstelling, zooals, w*n-
neer een vuurpijl, die men in weeldmge
schittering van gloeiende glansen denkt
niteen te zien spatten, neervalt in een
simpel-bleek licht. De heer Van den B eseu
schamperde: „Die nota's... nou ia... die
kénnen we." En hij heeft schoon gelijk
Want de nota's van den heer Van Heecke
ren hebben hem tot dusver het feg indeel
van succes bezorgd. Intussohen zien we rl 3
apologie met belangstelling te gemot. AJs
de baron nu maar denkt aan het Romein-
sohe spreekwoord, door den minister geci
teerd, en in zijn nota blijk geeft te weten,
uit welken hoek de wind waait en ons waar
heden als koeien vertelt. En als de nota
maar wat gauw komt en de surprise, gelijk
Chantecler, niet al te lang wegblijft. Dat
zou jammer zijn.
„De Nieuwe Oourant" zegt over wat gis
teren plaats had:
Heden bleek, dat de heer Van Heecke
ren oog niet uitgeschreven is. Naar aan
leiding van de „geheel onverwachte /er-
klaring" des Ministers zal hij oen
nieuwe Nota indienen.
Wij zouden zeggen: „Der Noten sind ge-
nug gewechselt", en een verdere parle
mentaire carrière kan voor den heer Van
Heeckeren niet veel aantrekkelijks meer
hebben. Misschien trouwens, dat, zoo hij
zelf aarzelen mocht, de Staten van Zuid-
Holland tot dit inzicht zullen komen, waa
neer zij (over enkele maanden) over rijn
herkiezing als lid der Eerste Kamer zullen
hebben te beslissen.
D i t is een publick belang. Maar boe
deze diplomaat er m gevlogen is en wie
hem heeft beetgenomen, wat kan dat de
natie schelen Het is een allerinteressantst
onderwerp om op de tea's van mevrouw
X. en de diners van mevrouw Z. te bepra
ten. Doch waarlijk, een buitengewoon -er-
sohijnsel is het niet, dat een diplomaal
dch bij den. neus laat nemen al komt het
maar zelden, zooals nu, in de krant!
„De Maasbode":
Het meest-ondenkbare einde, dat men zich
a-in het incident-Van Heeckeren zou kunnen
voorstellen, heeft deze heer er aan ge
maakt.
Hij vroeg 't woord over een persoonlijk
feit. Wat niets vreemds bad, want minister
Van Swinderen had hem ten laste gelegd,
dat hij opzettelijk uit de middagvergadering
was weggebleven. Dit nu was te beschouwen
als een persoonlijk feit en derhalve was de
heer Van Heeckeren in zijn recht, als hij
vroeg, daarover het woord te mogen
voeren.
Toen echter de president hem vroeg, het
persoonlijk feit te willen doen kennen, ver
klaarde hij ongeveer ais volgt: Naar aanlei
ding der onverwachte verklaring, gisteren
door den minister van buiteniandsche zaken
zoo onverwacht gedaan, wcnsch ik mee te
doelen, dat ik te mijner rechtvaardiging e»n
ter beantwoording van dien minister een
nota aan deze Kamer zal indienen."
Overigens zeiie hij niets.
Over eenig persoonlijk feit ie dus door
hem niet gespróken. Hij heeft alleen gazegd,
dat hij over het feit in geding en waar
over hij zelve een mondeling debat met den
Minister is aangegaan, nu weer liever tot
de eerst door hem gevolgde, schriftelijke
wijze van gedachteawisseling wensoht terug
te keeren.
Hij zal dus nu de Regeering weer met
nota's gaan bombardeeren. Waarmee hij
zich feitelijk overwonnen heeft gegeven.
Immers kan men niet aannemen, dat hij,
wat hij te zijner verdediging zou te zeggen
gehad hebben niet nu onmiddellijk aan de
Kamer en daarmee aan het land en de heele
beschaafde wereld uad kunnen medcdeelen.
Hij vestigt nu den schijn op zich, dat hij wfl
trachten de zaak onnoodig Langer te doen
traineeren en verhoogt daarmee de ver
denking van onbetrouwbaarheid, die sedert
gisteren op hem is gelegd door de Regee-
rin gs verklaring.
Wat de nu van hem te wachten nota be
treft, de heer Van den Biesen karakteri
seerde de waarde, welke daaraan te hechten
zal zijn, zeer typisch in dezen uitroep: „Nu
ja, die nota's kennen we I"
W e zijn ter zake erg sceptisch gestemd 1
De verklaring van den minister van bui
teniandsche zaken wordt over 't algemeen
door de Nederlandsche pers gunstig beoor
deeld.
,,H et Vaderlan d" vond vóór de
toezegging der nota dat de historie nog
niet uit is; de heer Van Heeckeren van Keil
n. 1. mocht het er niet bij laten. De z&ak is nu
een Binncmlandsche geworden en het volk
dient te weten wat er onder zijn bewinds
mannen en ambtenaren gebeurd ia.
Nog dit uit „De (anti.-rev.) Rotterdam
mer"
Ziezoo, ons Eerstc-Kamerlid de Christe
lijk - Historische heer Van Heeckeren heeft
dan nu eindelijk zijn deel thuis gekregen.
Geen enkel blad staat aan zijn zijde.
Zelfs „De Nederlander" neemt hem flink
onder handen.
Aan het rijk der praatjes over onzo Ko
ningin, den Duitschen keizer, dr. Kuyper
en wat dies meer zij, is nu een eind geko
men.
Stellig heeft het Eerste Kamerlid an
Heeckeren Donderdag niet den sohoonsten
dag van zijn leven beleefd.
Ten slotte willen wij nog onder de aan
dacht brengen wat de Londensche corres
pondent van „De Telegraaf" aan dit blad
schreef, nl. dit;
Het was te voorzien, dat zekere Engel-
ache binden munt zouden slaan uit hetgeen
baron Van Heeokeren in bedekte tem en
bij het Eerste-Kamer-dnbat over de Noord-
zee-entente ter sprake bracht. De meeste
ochtendbladen bevatten daa<riV3r een uit
voerig Reuterbericht:
De „Daily Express", die matador is in
het kwaadstoken tegen Duitscbland, plaat
ste met dikke letters boven dat bericht:
„D e gepantserde vuis t.
's Keizers bedreiging Hol
lands grondgebied te be-
d e 11 e n."
De Daily Mail" achtte een dergelijke
versiering onvoldoende en gaf er de ol-
gende inleiding bij
„Merkwaardige beschuldigingen werden
gisteren in de Hollandsche Kamer geuit
omtrent bedreigingen van deu Keizer tegen
over Holland.
„Holland bezit niet, gelijk België, den
waarborg van eenige Europeesche mogend
heid voor zijn integriteit en onafhankelijk-
heid en zou zich eventueel geheel op eigen
verdediging moeten verlaten. Het is immer
staande gehouden, dat in geval Duitsch-
land in een Europeesche oorlog werd gewik
keld, een der eerste noodwendigheden voor
dit Rijk zou worden om Holland binnen te
trekken en dat land tot een basis te maken,
zoowel voor aanval als voor verweer.
„Deze mogelijkheid is altijd oorzaak van
onrust in Holland geweest en is tevens de
verklaring van den tegenzin en het wan- I
trouwen van de Hollanders tegenover de
Duitschers."
Zoo zoekt men hier spijkers op laag wa
ter.
De „Moming Poet", door mij altijd ge
houden voor de meest fatsoenlijke en eer
lijke Engelsche courant, is de eenige, die
van dit incident geen melding maakte.
Gemeenteraad Tan Bynsbnrg.
Aanwezig alle leden. Voorzitter de burge
meester, de heer R. van Ham-
De notulen der vorige vergadering wor
den onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken: lo. Goedkeuring van
God. Staten op de uitbreiding van bet
buizennet der waterleiding; 2o. een verzoek
van de Kerkvoogden der Ned.-Herv. Gem,
alhier, om een stukje grond achter het
Raadhuis en eigendom van de gemeente,
te kunnen koopen, teneindo het kerkgebouw
der Ned.-Herv. Gemeente te vergrooten. Er
zou pl.m. 65 vierk. M. daarvoor noodig zijn.
De Voorzitter deelt mede, dat de beide
wethouders, die tevens lid van het Kerkbe
stuur der Ned.-Herv. Gem. zijn, het beter
vonden in deze zaak niet mee te spreken;
maar na ingewonnen informaties komt het
hem billijk voor de Ned.-Herv. Gemeente
hierin ter wille te zijn en haar den gevraag
de n grond te verkoopen ad f 5 per vierk. M.
Dr. Jonker vmdt dezo prijs veel te hoog;
de grond ligt daar toch doelloos, hij zou
den prijs willen bepalen op f 2.50, hoogstens
f 3 per vierk. M.
De heor J. van itereon merkt op, dat er
in de gcmeeDte genoeg stukken grond zijn,
die bij publieke® verkoop meer don f 5 per
vierk. M. zullen opbrengen; overigens zal
bij afstand van govraagden grond de over
blijvende grond achter het Raadhuis in
waarde verminderen.
Dr. Jonker voert hiertegen aan, dat de
gemeente ook grond zal moeten koopen voor
een ziekenbarak, en dat zij bereids grond
kan koopen voor dit doel voor veel minderen
prijs dan hier wordt geëischt van de NexL-
Herv. Gemeente. Enkele raadsleden bewe
ren, dat hun de grond achter het Raadhuis
niets waard is.
De heer Schonoveld zegt, dat de raads
leden niet te oordeelen hebben wat hun de
grond persoonlijk waard is, maar wat de
waarde is voor de gemeente. Het eigen
dom der gemeente gaat bij eventueclen ver
koop van de aangevraagde strook grond
achteruit in waardebovendien weet men
niet welko bestemming het Raadhuis moge
lijk later zal krijgenin allo geval mogen
we de waardo van een gemeente-eigendom
niet gaan verminderen.
Dr. Jonker handhaaft zijn voorstel om be-
wusten grond af te slaan voor f 3 per
vierk. M.
De Voorzitter vraagt eerst of de Raad
grond wil verkoopendaartegen is geen be
zwaar.
Vervolgens brengt de Voorzitter het voor
stel „Jonker" in stemming.
Vooraf echter vraagt de heer J. van Iter-
son of belanghebbenden wel mogen mee
stemmen.
Do Voorzitter verklaart, dat de heer J.
van Klaveren als Kerkvoogd der Ned.-Herv.
Gom. niet mag meestemmen.
De heer Van Iterson wil liever tot over
eenstemming geraken en met aJgemeene
stemmen een beslissing nemen.
De Voorzitter acht dit ook beter, hij
vreest dat het bij stemming 3 tegen 3 zal
staan.
Ten slotte wordt men het eens gevraagden
grond af te staan tegen f 4 per vierk. M.
Door den Voorzitter wordt overgelegd een
teekoning van do te bouwen ziekenbarak.
Begroeting met eenvoudige steen f 1050;
met steen van beste qualiteit f 1120.
Groote ruime ziekenzaal bij 6 M., daarbij
een keukentjo en slaapkamertje voor ver
pleegsters, ieder 2 bij 2.10 M.
Omtrent de plaats kon nog geen vaste be
slissing worden genomen.
Verschillende uit te voeren werken maken
een geLdleening noodzakelijk.
Op voorstel van B. en Ws. wordt besloten
een leening te sluiten van f 6500.
Nog stelt de Voorzitter voor aan cLen
Rijksveldwachter L, een gratificatie te ge
ven ad f 10.
De heer Schone veld vindt deze som, in
aanmerking genomen de diensten, door L.
aan de gemeente bewezen, te Laag en wil die
brengen op f 20. Hiertegen is nogal verzet,
waarom de heer S. voorstelt dan de grati
ficatie te bepalen op f 15.
Dit wordt met één stem meerderheid aan
genomen.
Op verzoek van de Afd. „Rijneburg" der
Algom. Vereeniging voor Bloembollencul
tuur wordt besloten voor de tc Haarlem re
houden tentoonstelling een gouden medaille
van pl.m. f 35 beschikbaar te stellen.
Nog wordt tot administrateur der water
leiding benoemd de heer H. van Egruoo!,
waarna men overgaat tot een vergadering
mot gesloten deuren ter bohandeling van
don H. O
LISSE. Gisteravond werd door de Jom-
gelingsvoreeniging „Obadja" haar jaarfeest
gehouden. Uit het jaarverslag van don secre
taris bleek, dat er in den loop van dit
jaar een Kn a pen veroeni g ing was opgericht
on ook eon leesbibliotheek, waarvan een
ruim gebruik was gemaakt. Tijdons de ker
mis zijn „er door „Obadja" twee anti-ker
mis vergaderingen gehouden, waarin als spro-
kers zijn opgetreden ds. Punselie, tc Leiden,
en ds. Van Paassen, te Haarlem.
Het Piusgesticht is thans telefoniscK
aangesloten en wel tan behoeve van de Wijk
verpleging. Do gasmotor voor den aanvoer
van water naar do hoog-ex gelegen verdie
pingen is reeds geplaatst. Do werkzaam
heden van den aanleg van perkon en gazons
vorderou snel, terwijl de goudvisschenvijver
gereed is gekomen. Dezo is van groote af
meting en fraai van vorm.
N00RDWIJKERH0UT. Eenige tuinders,
die hun teelland hebben liggen in den Hoo-
gevccnsolien polder, hadden besloten, het
walor, dat om hun land hoen ligt, uit te
diepen en te verbroeden. Met vereende krach
ten hebben ze deze week dat werk ter liand
genomen en bij hot uitdiepen van dit water*
ontdokten zij iets hooi eigenaardigs.
Zo stootton op metselwerk, dat bij nader
onderzoek bleek to zijn„een verlaat" (soort
van sluis), gemaakt van zwaar eikenhout
en van buitengewoon groote met seis teonon.
Hot geheel is 2 Meter lang. Heeft dezo
sluis eertijds waarschijnlijk goede diensten
bewezen, sinds menschenheugenis was men
hot bestaan er van niet bewust.
Het werk op de Zanderij van Gravin
Van Lynden, dat geruimen tijd hoeft stil
gestaan, wordt Maandag weer met kracht
tor hand genomen. De werklieden kunnen
zich weer aanmelden.
Gisteravond werd de derde ledenavond
in de „Gemeentewoning" gehouden. Het ge
zellige zaaltje was geheel gevuld.
Do Voorzitter, ds. Boeke, sprak in zijn wel
komstwoord de hoop uit, dat ook deze avond,
naar de bedoeling der Stichting, oen leer
zaam en gezellig samenzijn mocht blijken
en men naar huis terug koeren zou met een
„indruk", van „de wonderen van den ster
renhemel", waarover in den laatste® tij<t
wel in elk gezin zal zijn gesproken.
Daarvoor stellen tegenwoordig de lantaarn-
plaat-oolleeties der „Vcrooniging voor het
houden van Lichtbeelden" ook zonder be
paald deskundige sprekers in staat.
Eerst werd van onze aarde uit eon reis
gemaakt naar do verschillende nabij en ver
der afgelegen hemellichamen en oen beeld
goteckend van het gebouw van het heelal.
Zjjn hierin niet de bolvormige aarde de
lichtende, koude maan, do gloeiende zon, do
planoten en vaste sterren met hun oneindige
afstanden en afmetingen als zoovele won
doren te aanschouwen
En gelijk nu bij een ontzagwekkend bouw-
kunstwork onzo bewondering nog toeneemt
als wij hot leven daarin beschouwen, zoo
volmaakt zich onze verbazing en eerbied
na het bezien van het scheppingsgebouw
als wij do daar hcorschonde harmonie der
bewoging, daarin lecron aanschouwen
Vervolgens werd hot gesprokene door een
paar astronomische toestellen en door do
licht boel don toegelicht, een en ander afge
wisseld door gezang van de loden van het
koor dor „Gemocntewoning" en van het go-
heolo gehoor.
Met voldoening mag het Bestuur op deze
nieuwe samenkomst terugzien.
11)
Toen Herr Grambuloff weg was, moest
rij aldoor aan de proef, die rij te door
staan zou hebben, denken. Zij had goede
voornemens, maar wat zou er gebeuren, als
Sandro weigerde? Deze gedachte veront-
rustte haar Zij deed dit alle€ ter wille
van hem, en toch zou hij misschien haar
denken en niet willen, dat zij zich voor
hein opofferde. Een onbepaalde vrees door
trilde haar. Zij hoopte haast, dat hij wei
geren zou. Maar het volgende oogenblik
herstelde zij zich. Zij moest hem overha
len voor dat doel was zij naar Rufia ge
komen. Om Sandro was de scheiding noo
dig, want als dat betere huwelijk niet
plaats had, zou hij van den troon gestoo-
ten worden, misschien vermoord
Want de een krijgt de eer en de ander
offert zich op.
Toen Vera in de aangewezen kamer
ging, vond rij Sandro wachtende.
Een -lang verwachte en uitgestelde ont
moeting, die dramatisch en ontroerend
moet zijn, is een van die dingen, welke een
toeschouwer, die gedacht had eengroote
gebeurtenis bij te wonen teleur stelt.
Iemands verbeelding is gewoonlijk sterker
dan de werkelijkheid. Maar zelfs als men
tracht zoo verstandig en waar als het
maar mogelijk is te zijnf is de verbeelding
©en kwaad iets. Verbeelding verhoudt zich
tot het verstand, als jeugd tot ouderdom.
Hot is mogelijk, dat Vera en Sandro zich
I® vporstelling ya® deze, öütmqe tipg li;
den gemaakt. Zij zouden elkaar in de ar
men vliegen, als een uiting van groote
liefde.
Natuurlijk onarmden zij elkaar en kus
ten elkaar. Toen was er een stilte, i .ra
keek hem bijna verlegen aan. Hij zag er
vermoeider uit dan toen hij naar Renaria
ging; maar hij was nog knap en in Vera's
oogen meer waard dan alle mannen.
Hij was in uniform en zij keek hem lief-
koozend aan.
„Sandro 1" zei zij, en de naam klonk
haar heerlijk in de ooren.
„Mijn Vorstin", zei hij, en nam haar han
den in de zijne en keek haar aan. „Ga
zitten.". Hij bracht haar naar een sofa.
„Niets veranderd", zei hij.
„Alleen maar twee jaren ouder gev. or
den", antwoordde zij.
Hij knikte.
„Twee jaren. Ik denk, dat die uiterlijk
een indruk bij ons achtergelaten hebben.
Maar het uiterlijk doet er niet toe, hè?"
Zij schudde het hoofd.
„Het Noodlot heeft ons niet vriendelijk
behandeld".
Hij lachte even.
„Het Noordlot. Ik heb soms een gevoel
alsof ik het Noodlot bij de keel moest pak
ken en het schudden en dan eens vertel
len, wat ik er van denk. Wat zijn wij, men-
schen, klein, vergeleken bij de groote
krachten, die de wereld schijnen voor te
bewegen I"
„Dat is zeker", oei zij.
„Denk eens aan ons," zei hij. „Wie had
kunnen denken, dat het leven, hetwelk wij
ons voorgesteld hadden, zoo verschillend
van de werkelijkheid zon zijnEn dan
J&reskb meo nog wan vrijen wil en vrij
heid Maar vertel mij eens wat van je zelf.
Alexis is natuurlijk niet bij je. Heb je Ma
rianne meegebracht? Is Weenen nog net
hetzelfde? Hoe vindt je Rufia? Wat denk
je van..."
Zij stopte haar vingers in haar ooren.
„Niet alles opeens," zei rij. „Geeft het...
voldoening om vorst van Renaria te zijn?"
Zijn gezicht veranderde dadelijk. Het
was alsof hij roohter ging ritten en er
blonk geestdrift in zijn oogen.
„Ja," zei hij haastig. „Het geeft veel
voldoening, maar" hij dacht aan haar
„er is ook veel bitterheid en verdriet
bij. Het halve genoegen van mijn leven is
door jouw afwezigheid bedorven, Vera."
Zij drukte rijh hand.
„Wij rijn niet alleen op de wereld."
Hij schudde zijn hoofd.
„Dat is waar, en wij hebben dit feit
flink ondervonden. Ben je gelukkig ge
weest alleen?" Zij trachtte er moedig uit
te zien.
„Als ik van al jouw daden hoor, ben ik
nooit ongelukkig," zei zij.
Hij keek haar liefhebbend aan. Het was
niet zoo gemakkelijk, om over scheiding te
praten, nu zij samen waren. Hij klemde
haar hand in de zijne, alsof hij haar bij
rich houden wilde.
„Wat zal de toekomst rijn?" vroeg hij.
Zij bedwong zich goed, want zij was diep
ontroerd.
„Je weet, waarom ik gekomen ben", zei
zij kalm.
Hij stond op het punt iets te zeggen,
maar de gemengde uitdrukking op haar
gericht van smart en dapperheid ontroerde
hem. Hij klemde haar aan zijn borst en
cg snikte zachtjes. Na een poos was rij.
kalmer. De uitbarsting had haar goed ge
daan en zij kon nu zeggen, wat zij te ver
tellen had.
Prins Alexander stond bij den haaid.
„Het leven is vreemd", uei zij.
„Vreemd; het is een warboel. Het eene
oogenblik is het heerlijkheid en het vol
gende oogenblik marteling, en niemand
weet, wat de dag hem brengen zal. Toen
wij trouwden, zagen wij het Paradijs vóór
ons, en nauwelijks was de plechtigheid
voorbij, of wij bevonden ons ieder aan een
kant van een muur, en de poort was ge
sloten en gegrendeld."
,Wij kunnen niet allen in het beloofde
land komen," zei zij kalm. Het volgend
oogenblik keek zij haar man in de oogen en
vroeg zij bijna nederig: „Houdt je van
mij, Sandro?" Zij wist het antwoord da
delijk; misschien wist rij het al te voren,
maar een vrouw kan een liefdesverklaring
wel zeventig keer zeven malen hooren.
Sandro'8 oogen zeiden al genoeg, maar zijn
woorden klonken als muziek. Hij drukte
haar tegen zich aan.
„Geen vrouw is ooit voor mij geweest
wat jij bent Vera, en geen andere vrouw
zal het ooit zijn. Als ik zeg, dat ik jo liefheb,
is het pas het honderdste deel van wat ik
meen, maar ik kan niet alles zeggen." Toen
kuste hij haar. Zij was tevreden. Zij schrei
de tranen van geluk, maar zij veegde zo
weg.
„Laat ons eerst een oogenblik gelukkig
rijn," zei rij opstaande. „Laat ons het
vreeselijke, dat mij hier g braoht heeft, ver
geten al is 't maar 'n halfuur. Vertel mij al
les wan je zelf: wat je doet, en wat 't. is, om
Vorst van Renaria te rijn."
Hg ging dadelijk op haar verzoek ia.
„Het is geen weelde, maar het brengt
het bloed in beweging."
Zij knikte.
„Net als voor Carmen te spelen?"
„Meer dan dat. Zij, die op de hoogte
van de zakon zijn, kunnen zich niet voor
stellen, wat voor werk het is. Dit is oen
nieuw land. Het is net als een praohtig,
stoutmoedig, jong veulen, dat getemd mopt
worden. Het is een angstige tijd, maar op
wekkend."
„Maar de komplotten..."
„Do schoppen van het veulen."
„Zij zijn gevaarlijk."
„Ja, als iemand dichtbij komt. Ik geloof,
dat er komplotten zijn en andere gevaren
Als wij niet oppassen, aou het veulen kun
nen losbreken en iets doms doen, zoodat
het doodgeschoten zou moeten worden of
in andere handen moeten overgaan, om ce-
temd te worden."
„Geen wonder, dat dit leven boeiend is.
Laat mij eens kijken waar je werkt. Wnnr
eet je, cn wat geven zij je? Groeten zo je
net als rij den Keizer doen?"
Langzamerhand kwamen ze op die intie
me bijzonderheden, waarin alleen zij, die
elkaar liefhebben, belang stellen. Sandf»
liet haar zien waar hij schreef en waar hij
at. Hij legde zijn dagelijksch werk uit; hij
toonde haar de tuinen van uit het eene
raam en noemde haar de heuvels van uit
het andere raam.
(Wordt vervolgd.)